Een paar dagen geleden zat ik in mijn wagen te wachten naast het borstbeeld van Freddy Maertens in Lombardsijde. Ik dacht toen Wie zou ooit dat lumineus gedacht opgevat hebben om voor een nog levende ex-wielrenner een monument op te richten?.
Ik heb toen maar eens Niet van horen zeggen, de ontboezemingen van Freddy, opgetekend door Manu Adriaens, uit 1988, herlezen.
Niemand zal in twijfel trekken dat Freddy een zeer talentvol wielerkampioen was, niet te vergelijken met Eddy Merckx natuurlijk, maar Lombardsijde zal er nooit meer zo één hebben. Kijk maar naar zijn erelijst, zie http://www.france-cyclisme.com/maertens.htm. Van 1966 tot 1978 boekte hij de ene overwinning na de andere maar daarna, buiten een raadselachtig succesjaar 1981 met een tweede wereldtitel, reed hij nauwelijks nog een prijs tot hij in juli 1987 (eindelijk) stopte.
Spijtig genoeg kwam hij steeds weer in opspraak. Hij werd als geen ander in verband gebracht met al het negatieve wat de wielersport kenmerkt: doping, verkopen van overwinningen en allerlei arrangementen die niets meer met sport te maken hebben. Voeg daarbij het mengen van zaken met sportbeoefening (voorbeeld;: Flandria-ranch in Torhout), slechte investeringen met financiële perikelen tot gevolg, naijver, wondermedicijnen, duivelsuitdrijving uit geloofsovertuiging en overdreven drankgebruik (champagne in de drinkbus!) en het klinkt allemaal niet zo mooi meer. Natuurlijk loopt een bekend sportman fel in de kijker. Maertens is steeds een dankbaar onderwerp geweest voor schrijvers. Journalisten durven al eens kleine voorvallen uitvergroten en het klopt dat het succes van iemand van gewone afkomst die in een mooie villa woont en met een Mercedes rijdt, niet altijd door iedereen toegejuicht wordt, zeker niet in een dorp. Freddy was zeker te goedgelovig en sommige figuren zoals Lomme Driessens en andere profiteurs hebben zonder enige twijfel misbruik van hem gemaakt. Men kan gerust zeggen dat hij zijn leven te weinig onder controle had. Hij had nood aan een betrouwbaar leider en raadgever. En die schijnt hij nooit gevonden te hebben in het wielermilieu. Hij mag wel dankbaar zijn dat zijn vrouw Carine hem, niettegenstaande alles, steeds is blijven steunen. In bovengemeld boek doet Maertens zich echter voor als de gezochte, die steeds de oorzaak van alle miserie bij andere legt. Waarom was hij het toch altijd die geflikt werd? Waarom heeft hij het steeds weer aan de stok gehad met de wielerunie, met ploegleiders, met sponsors, met de belastingen, met andere renners, ja zelfs tenslotte met zijn boezemvrienden-musketiers Pollentier en Demeyer? Hij spreekt al het negatieve over hem tegen en rechtvaardigt zich met ik was een beroepsrenner of iedereen dopeerde zich of ik moest toch geld zien te verdienen. Waarom was zijn relatie met de inwoners van Westende en Lombardsijde niet zo best? Niet enkel uit naijver! Ik herinner mij hoe kwaad zijn aanhangers waren toen hij zelfs niet deelnam aan een beroepsrennerwedstrijd in zijn eigen dorp omdat hij andere verplichtingen had. De bijnaam Lippe, die ze hem gaven, wijzend op zijn manier van spreken en zijn dikke lippen, getuigt ook niet van veel eerbied. De Westendenaars liepen evenmin storm om hem toe te juichen. Vooral tussen burgemeester Soetaert en de Maertens boterde het helemaal niet. Dat zal misschien nog wel dateren van de tijd dat vader Gilbert Maertens en Julien Soetaert op elkaar bestrijdende politieke lijsten stonden. De blauwe Maertens, boezemvriend van Raoul Bouve, nam het in 1976 op voor de fusiebelangen tegen de CVPer en verdediger van de Gemeentebelangen Soetaert. Deze weigerde als burgemeester een huldiging voor wereldkampioen Maertens. Later werd toen maar een eigen huldiging georganiseerd. De stoet met een koets met Freddy en Lomme Driessens ging toen demonstreren voor het leeg en gesloten huis van Soetaert, die
met vakantie was in het buitenland.
Op 26 juni 2004 kreeg Freddy Maertens het ereburgerschap van Middelkerke toegewezen en werd het borstbeeld onthuld. De rechtvaardiging daarvoor luidde : Met zijn 373 overwinningen zette Freddy Maertens de gemeente Middelkerke, na de fusie van Lombardsijde, op de kaart. Hij bleef zich ook na zijn carrière inzetten voor sport. Klopt dat wel? Hij woont reeds sinds 1988 in Rumbeke! Hij verkocht toen sportkledij, daarna haalde hij als hulpconservator in het nationaal wielermuseum in Roeselare herinneringen op met de bezoekers en sinds februari 2008 werkt hij als gastheer en PR-medewerker voor het Centrum Ronde van Vlaanderen in Oudenaarde. Is dat wel echte inzet voor de sport? Was hij ooit ploegleider, leidde hij jongeren op? Neen!
De lezer moet maar oordelen. Ik vind dat men andere adelbrieven moet kunnen voorleggen om op zon voetstuk geplaatst te worden. Zelfs Merckx en Van Looy zijn nog op de grond gebleven. En zij waren wel meer wielerkampioen dan onderwerp van roddel en spot. Dat er een fietsroute naar hem genoemd werd, dat zijn beeltenis op bierkaartjes en champagnecapsules voorkomt, dat lijkt me logisch. Dat hij ereburger wordt, tot daar toe, dat word je ook als je lang genoeg als toerist naar Middelkerke komt, maar een borstbeeld!
|