In
samenwerking met de muziekkorpsen van Kalfort, St.-Cecilia van Heffen en
de
beroemde fanfare uit Itegem werd na de wijding van de Grot een
vriendenconcert gegeven in de zaal van weduwe Huybrechts. (DB, mei 1961)
1961 13 en 14 mei
: Te Voet naar Scherpenheuvel
Er waren 55 deelnemers, 16 ervan
van het vrouwelijk geslacht.
Vertrek om 4 uur aan de Sint Annakapel.
1961 22 mei : Naar jaarlijkse gewoonte ging de processie
uit op maandag j.l.
Dit
jaar was ze schoner dan anders, in t bijzonder vielende matroosjes
op
en de Plechtige kommunicanten in t wit. (DB, juni 1961)
De
processies in de twintigste eeuw
In de twintigste eeuw waren de drie grote processies
op Sacramentsdag, op Tweede sinksendag en op Rozenkranszondag optochten
geworden met bijna altijd dezelfde groepen in bijzondere klederdracht én met de
beide fanfares. De rondgang begon na de hoogmis, dus ca. kwart na tien, terwijl
de zware klok geluid werd.
In 1968 probeerde men een processietocht langs de Kouter
en de nieuwe wijk maar dat voldeed niet. De parochieraad wou daarom terug naar
de vroegere regeling. Maar ook dat zat er niet in en een precessierestant ging
voor het laatst uit in 1969.
De eerste en derde keer ging de processie langs de
Dorpsstraat, de Vink- en Scheerstraat (nu: Ten Moortele)) weer naar de kerk.
Aan de Sint-Jozefskapel werd de zegen gegeven met het Heilig Sacrament terwijl
het beeld van O.L.Vrouw rustte op een tafel ernaast. De kapel zelf en de plek
errond waren vooraf opgepoetst door de buren.
De tweede doortocht vertrok langs de Scheerstraat en
ging via de Vink- en Molenstraat weer naar de kerk. Dit keer gebeurde de
zegening aan de Apolloniakapel waar ook een tafel klaarstond en de omgeving
opgekuist was, weer door de buren.
Waar de processie voorbijkwam, brachten de bewoners
een passende versiering aan.
Ofwel, zo schreef Ward De Kempeneer, werd de
vensterdorpel met een mooi wit geborduurd kleed afgedekt en werd er een
heiligenbeeld geplaatst met brandende kaarsen, ofwel werd een tafel geplaatst,
eveneens versierd met kaarsen en bloemen.
En verder : De straten werden speciaal mooi gemaakt
en met wit zand bestrooid.
Georges Herregods beschreef de processie zo : Met
statige stap en begeleid door de dorpsfanfare, met geflapper van kleurige vlaggen
en het getrappel van onrustige paarden, en met een weelde van maagdekes,
engelkes, paters, heiligen en martelaren, elk met zijn gevolg. De straten waren
één bloemtapijt. Laatst van al kwam de hemel met de pastoor in zijn beste
gewaad die ons Heer droeg, geëskorteerd door de kerkmeesters met hun
glimmende koperen lantaarns. Op die momenten stond de wereld en de tijd voor
een paar uren stil.
Kleinere processies
Behalve de grote processies door het dorp waren er nog
de meerdaagse KRUISPROCESSIES langs de velden en de maandelijkse processie in de kerk met het H.
Sacrament.
Kruisprocessies
Een kruisprocessie hield men viermaal per jaar op de
zgn. kruisdagen. Allereerst op de drie laatste dagen voor O.H.Hemelvaart. Ze
trok over landwegen en was bedoeld als een smeekgebed om zegen over de velden.
Men hield ze s morgens na de eerste mis : zonder het Allerheiligste, (de
priester) in paarse gewaden, het kruis voorop; gezongen (werd) de litanie van
alle heiligen, met de smeekbeden of rogationes. Zingend en biddend stapten de
deelnemers mee in gewone kleding. Al in 1686 bestond in Leest ook de gewoonte
een kruisprocessie te houden op 25 april (Sint-Marcus) de vierde kruisdag.
De Fransen verboden op 30 april 1796 de processies op
de kruisdagen. Nadien gingen ze weer uit. Tot, na jaren (ca. 1970 ?) die
praktijk wegviel.
Vanaf 1987 werd opnieuw en voor het eerst één
jaarlijkse kruisdag gevierd. In het parochieblad werd dit zo aangekondigd : hiermede
willen we u in kennis brengen om het terug invoeren van de Kruisdag mee te
maken op zaterdag 23 mei a.s. Samenkomst om 20 u. bij Vic De Laet,
Tiendeschuurstraat. Na een processietocht door de velden wordt een
eucharistieviering opgedragen in de schuur van Vic De Laet. Wij hopen dat u dit
nieuw initiatief ten zeerste op prijs zult stellen. En de week nadien werd er
aan toegevoegd : door uw aanwezigheid.
Wat toen werd aangezet, bleef bestaan tot in 2007.
(Wilfried Hellemans
: De Sint-Niklaasparochie in Leest.)
1961 2 juni : De
Koninklijke Fanfare Arbeid Adelt trad op in het Hombeekse Expoel
kasteel ter gelegenheid van een
huldebetoon aan baron de Meester de Ravestein.
(KH)
1961 Juli De
Band nr. 7 : Ongeval
Op
de hoek van de steenweg op Battel en de Koningin Astridlaan te Mechelen
werd
onze dorpsgenoot Neutkens het slachtoffer van een aanrijding.
Hij
werd ter verpleging weggebracht evenals de duozitster die erger zou
gekwetst zou zijn.
Mededeling
Onze
dorpsgenoten Mevr I. Vloeberghen en mejuffer Clara De Rooster werden
in
een kliniek opgenomen. Wij (noot : de
redactie van De Band) wensen hen
beiden een spoedig en volledig herstel toe.
In het nummer van De Band van augustus kwam er een rechtzetting :
...overbrenging
van Clara De Rooster naar een kliniek.
Hieromtrent werd een vergissing begaan. Wij zijn gelukkig te kunen
mededelen
dat
alles zich bepaalde tot een zware ongesteldheid die weliswaar geneeskundige
zorgen vereiste. De herstelling was in snel tempo bereikt.
Fotos:
-De processie begin twintigste eeuw. De stoet bevindt
zich in de Dorpsstraat, achteraan zijn huizen van de Vinkstraat zichbaar.
-Eind jaren 50. Centraal in beeld : Yvonne Van Hoof.
De Grot inspireerde dorpsgenoten
tot het plegen van poëzie. Hierna Kamiel De Wit :
De Grot
Ze staat er, los van t gewone leven :
Uw stappen doen de stilte beven
als t vallen op het zachte mos
van droge blaren in een heel stil bos.
Er pinken lichtjes die hun gloed
zacht schijnen laten in de schemergolven
en in ons soms zo zwaar gemoed
het groot
mysterie voelen doet
waarin de
waarheid ligt bedolven.
Mocht het de Moeder Gods behagen
want mensen voelen zich zo klein
en houden
nimmer op met vragen :
ieder heeft
daarvan zijn eigen refrein...
Kamiel De Wit 1961.
Onze Grot
Ze staat er, stil en niet zo klein,
tussen kastanje en dennenbomen,
met willekeurige en ongevormde lijn
als wilde ze half verdoken zijn,
toch wenkt ze ons om nader te komen,
t is alsof, van t gewone leven los,
daarrond stillen geesten zweven,
zoals het vallen in een heel stil bos,
van droge blaren in het zachte mos.
uw stappen doen de stilte bevel,
en pinken lichtjes die hun gloed
s nachts schijnen laten in de schemergolven
en in ons soms zo zwaar gemoed
het grote misterie voelen doet
waarin de waarheid ligt bedolven.
Maar als we dan ons zielenklacht
Aan wie hier woont gaan mededelen,
Dan is het of een engelenmacht
Ons meeste zorgen weg komt helen,
Grot, O Grot, wij versieren u zo zeer
Omdat hier de Moeder van onze Koning
Voor ons maken meer en meer
Het genadeoord van onze lijdenswoning.
Kamiel De
Wit. (jaartal onbekend)
Twee jaar later werd
er een tekst geschreven op het te Lourdes op de bergen en werd er in oktober
elke zondag een rozenhoedje gebeden.
Lied van de Grot
Te Leest in de Kouter, daar bouwden zeen grot.
Gewijd aan Maria, verkoorne van God.
Ave
Gewillige geburen, die deden het werk,
We vragen Maria, maak onze zielen sterk.
Ave
Eenieder die nadert blijvhier even staan.
En bidt Weesgegroetjes aleer voort te gaan.
Ave
Geef troost, lieve Moeder, aan ieder die t vraagt
en help ons in alles, O heilige Maagd.
Ave
Wij wensen uw zegen en uw gena,
dat gij hier moogt blijven en ons nooit verlaat.
Ave
Fotos :
-Na de inhuldiging op de pastorij, van l. naar r. :
Louis Verbruggen, pater Lucas
(Kapellen), Frans Moyson, Florentine Moyson, Deken De
Backer, Jef Leemans, Modest Van Steenwinkel, pastoor Coosemans, Jan Ceulemans, pater
Selleslagh, Pater Clementiaan, een Afrikaan die mee was met pater Selleslagh,
Kamiel De Wit, Frans De Prins en Louis Solie.
1961 1 maart De
Band : Omhalen stoelgeld in de kerk storend tijdens preek.
Op
Verzoek.
Het
is niet de eerste maal dat ons gevraagd wordt de welwillende aandacht
van
de bevoegde overheid te vragen en te vestigen op het feit dat het omhalen
van
het stoeltjesgeld onder de preek zeer storend is voor de aanwezigen
in
de kerk.
Men
voegde er aan toe dat een preek toch wel een godsdienstonderrichting
is,
bestemd voor de gelovigen, waarvan in de huidige omstandigheden veel van
teloor gaat.
Het
zal zeker ook niet plezierig zijn voor de omhaler zelf (noot : Georges Gobien).
Anderzijds wordt er op gewezen dat zulks vroeger ook gebeurde, en juist
om het
storende ervan, werd de geldomhaler verzocht het stoelgeld om te halen
voor
en na de preek..
1961 4 maart : Bericht aan de inwoners- Huisvuil
De
burgemeester der gemeente Leest, heeft de eer aan de inwoners ter kennis
te
brengen dat vanaf zaterdag 4 maart 1961, voor het afhalen van het huisvuil
over
het ganse grondgebied der gemeente zal gezorgd worden.
Het
afhalen zal geschieden om de week elke zaterdag. Het bruto gewicht (bak met
afval gevuld) mag niet meer dan 35 kg bedragen.
De
vuilnisbakken dienen van stevige handvatten te worden voorzien, de emmers
van
een goed hengsel.
De
vuilnisbakken moeten, de dag dat de afhaling geschiedt, door de inwoners zelf
zo
dicht mogelijk bij de openbare weg worden neergezet, zonder dat ze echter een
hindernis mogen vormen voor het verkeer. Zij mogen niet langer dan één
uur na
het
afhalen van het huisvuil blijven buitenstaan.
Het
is verboden in de vuilnisbakken om het even welk voorwerp te stoppen dat
gevaar voor verwonding of besmetting van het personeel van de
reinigingsdienst
kan
opleveren. Zo is het streng verboden in de bakken buitengebruik gestelde
electrische buislampen zogenaamd T.L.-buizen te leggen.
Deze
en alle andere kwetsende voorwerpen, dienen aan het personeel van de
reinigingsdienst persoonlijk ter hand gesteld, zorgvuldig ingepakt en
gebeurlijk
met
opschrift T.L.-buis.
Hopende, geachte inwoners, dat deze dienst u ten volle zal bevredigen en
u
bovenstaande onderrichtingen zult in acht nemen, groeten wij u zeer;
Hoogachtend, de Burgemeester,
(get.) E. Verschueren. (DB-1961)
Voordien brachten de mensen hun
huisvuil zelf naar het stort.
Voor de mensen van het dorp was dit
gelegen in de Molenstraat aan de beek,
tegenover het
St.-Apolloloniakapelletje. Een plaats die krioelde van de ratten.
1961 12 maart : Loopwedstrijd
Op zondag 12 maart had op het
terrein van het patronaat een loopwedstrijd plaats
die werd ingericht door de B.J.B.
De wedstrijd kende een welverdiende opkomst.
Winnaar werd Marcel Van Hoof uit de
Scheerstraat voor Dubin uit Blaasveld.
1961 19 maart : Muziekconcert
Sint Cecilia
Onder leiding van H. De Bruyn en
samen met Ste Ceciliakoor.
Ze brachten o.a. De Blauwe Donau
van Strauss en Het Slavenkoor van Verdi.
1961 26 maart : Jaarlijks
Concert Arbeid Adelt
Locatie : parochiehuis. Muzikale
leiding : dhr Van der Taelen.
Gastoptreden van zustervereniging
K.Fanfare St.-Cecilia uit Heffen.
1961 Zondag 9
april : KWB Voordracht : Het Sacrament van het Huwelijk
en
het Huwelijksleven
Gegeven door de E.H.De
Keersmaecker, professor aan het College te Boom.
Deze voordracht was voorbehouden
voor leden van meer dan 21 jaar.
1961 30 april : Inhuldiging
Lourdesgrot Kouter
Een
verheugend nieuws voor iedereen is wel, dat dankzij het
volhardingsvermogen van meerderen onzer dorpsgenoten de inhuldiging
ervan
bepaald doorgaat op zondag 30 april.
Onmiddellijk na het Lof zullen, naar we konden vernemen, al de
parochiale
organisaties stoetsgewijs, met het beeld bestemd voor de grot, opstappen
naar de
Kouter, alwaar dan de wijding en andere daaraan verbonden plechtigheden
zullen
plaats hebben.
De
beide muziekmaatschappijen verlenen hun welwillende medewerking aan deze
gemeente-plechtigheden.
De,
door E.P. Clementiaan zo betrachte Lourdesgrot, zal voor onze gemeente
eens
te meer een mijlpaal zijn in de geschiedenis van Leest en voor de omliggende
gemeenten een toevluchtsoord, onder de bescherming van de H. Maagd
Maria.
(De
Band,april 1961)
In
1960 werd de idee geopperd om het Mariakapelleke van de KWB te vervangen
door een echte Lourdesgrot.
Onderpastoor pater Clementiaan was
de stuwende kracht achter het initiatief.
De familie Moyson stelde een lapje
grond ter beschikking en aan basismateriaal
was geen nood. Betonblokken,
afkomstig van de steenweg op de Bist, die slecht
was gelegd en moest worden
uitgebroken, werden ervoor gebruikt.
Heel de buurt hielp aan de bouw van
de bidplaats onder leiding van Kamiel De
Wit. Het plan werd uitgetekend door
architect Fons Ceulemans.
Neel Solie en Jef Leemans zorgden
voor de voegwerken.
Een collecte bij de buren bracht
9.693,50 frank op. Ruim 7.500 frank ging naar
materiaal en werken.
Op de vooravond van de meimaand was
de grot voltooid en op 30 april werd het
Mariabeeld plechtig in de nis
geplaatst.
Na een bloemenhulde werd de grot
ingewijd. Al de katholieke verenigingen
waren toen met vlag en standaard
present.
Van dan af gingen de buren in de
meimaand regelmatig een rozenkrans bidden.
Dit gebeurde vooral voor zieken of
overledenen uit deomgeving.
Ook mensen van ver buiten Leest
kwamen er geregeld tot O.L.Vrouw van
Lourdes bidden.
Ter gelegenheid van de dertigste
verjaardag in 1991 werd het hele domein
opgefrist. De oorspronkelijk
groene, houten bankjes werden vervangen door
comfortabele zitbanken, het
Mariabeeld en Bernadette kregen een likje verf,
de verlichting van het beeld werd
vernieuwd, er werd een marmeren altaarblad
geplaatst en zoals elk jaar werd
het domein versierd met fris groen en een
kleurrijke bloemenpracht.
Dat jaar stelde het Lourdesgrotcomité,
opgericht om de belangen van de grot
te behartigen, het toenmalige
gemeentebestuur voor de naam van de Kouter te
wijzigen in Lourdesgrotlaan. Het
comité kreeg echter nul op het request.
Naar
onze mening dient de Kouter in ere gehouden ingevolge zijn verleden
en
bijzonder deze van 1914/1918... was
het antwoord van het gemeentebestuur.
In 1991 was Roza Verbruggen
voorzitster van het Lourdesgrotcomité.
De familie Solie-Spoelders zorgde
voor de financiën en in het bestuur zetelden
nog de families De Wit-Geerts en De
Laet-Windelen.
Roza, voorzitster sinds 1990,
volgde respectievelijk Louis Verbruggen, Jan
Keulemans (sinds 74) en Frans Van
de Maele (1982) op.
Leest in Feest (De Band, Juni 1961)
Dat 30 april 1961 een onvergetelijke dag zal blijven
moet wel niet bewezen worden.
De lang verbeide dag waarop meteen de gemeente onder
de bescherming zou geplaatst worden van O.L.Vrouw van Lourdes was aangebroken
en er was inderdaad van s middags af een feeststemming te bespeuren.
Na het Lof werd de optocht gevormd en de stoet zette
zich langzaam in beweging.
Voorafgegaan door een negental ruiters van de B.J.B.
volgde de Chiro met vaandels en pennoenen. Ook de Chiro van Battel was
aanwezig.
Dan kwam de Koninklijke Fanfare St.-Cecilia die
afwisselend stapmarsen speelde met de K.Fanfare Arbeid Adelt.
Onder de tonen der muziek stapten de schoolkinderen
van gemeente- en zusterschool
onder leiding van het onderwijzend personeel, de
Vrouwengilde, Landelijke Jeugd met
vaandel, het Kristelijk Werkersverbond, Oudstrijders,
B.J.B.-meisjes, Boerengilde, allen met wapperende vaandels, een bonte
verzameling van kleuren onder de grijze hemel.
Het was een prachtig schouwspel hoe die schare
opstapte naar de Kouter en enig washet,
het vendelzwaaien door kranige leden van de B.J.B.-jongens.
En kwam het Lourdesbeeld, gedragen door meisjes in het
wit, de Lieve Vrouw die weldra zou tronen in de grot, gevolgd door kleinere
meisjes die bloemen droegen...voor Haar!
De grot zelf was prachtig , aan de ingang prijkten
twee godsdienstige spreuken : Maria onze moeder...en...Maria, wees gegroet !
Bij aankomst werden de vaandels in een ronde
opgesteld, en een grote schare mannen, vrouwen en kinderen hadden er plaats
genomen. Zij wilden getuige zijn van die grootse gebeurtenis.
Door de voorzitter van het comité, de heer L.
Verbruggen, werd de Z.E.H Plebaan-Deken De Backer verzocht het blauwe lint door
te knippen, waarna tot de plaatsing van het beeld werd overgegaan.
Onmiddellijk hierna werd door de menigte een
weesgegroetje gebeden, als welkomstwoord tot de Goddelijke moeder, en had een
bloemenhulde plaats door de schoolmeisjes.
Vervolgens werd door de Z.E.H. Deken een toespraak
gehouden om zijn dank te betuigen voor het ontstane initiatief hier een grot te
bouwen toegewijd aan O.L.Vrouw van Lourdes, een plaats war iedereen kan komen
om troost te vinden bij Haar wier kinderen we allen zijn.
Eens te meer, vervolgde spreker, is het bewijs
geleverd dat ons Vlaamse volk daadwerkelijk een Mariavolk is gebleven, en...
(De Band-1961)
Fotos:
-Deken De Backer sprak de aanwezigen toe.
-Pastoor Coosemans, deken De Backer en pater
Clementiaan.
Ten gerieve van de belanghebben wordt medegedeeld dat de zittingsuren
van de
C.M.
Volksmacht in het Parochiehuis plaats heeft, elken donderdag van 15u45 tot
16u15. (DB-1961)
1961 Werklozen
De uitbetaling van de
werklozenvergoeding gaat iedere vrijdag door van 14u30
tot 14u45.
Dit in de Parochiezaal te Leest.
(DB,1961)
1961 Dat jaar
vierden LouisWikkes De Croes en Emmerance
Van Den Heuvel van de
herberg In de Zwaan hun zilveren
huwelijksjubileum.
De Fanfare St.-Cecilia bracht hun
een serenade.
Wikkes en
Emerancewaren populaire figuren te
Leest. Wikkes was naast herbergier ook bierleverancier voor de Mechelse
brouwerij Lamot wiens bier hij ook tapte.
Emmerance van de Croes
was een zeer gelovige en gulle volkse vrouw met het hart op de tong. Niemand
klopte tevergeefs aan haar deur.
Ze was ook zeer kindvriendelijk.
Niet alleen mochten de schoolkinderen van de Heide bij haar komen ineten, regelmatig
organiseerde zij op woensdag namiddagen poppenkast voor de jeugd van Leest.
Vooral de voorstellingen van Nonkel Harry waren onvergetelijk. Later was zij
één van de eerste Leestenaars met een televisietoestel en kwamen de kinderen
massaal voor Nonkel Bob en Tante Ria maar vooral voor de eerste
jeugdreeksen zoals Jan zonder Vrees, Killary Harbour, Manco Kapak en
later Kapitein Zeppos.
Als kind moest ik
van mijn vader regelmatig met een grote glazen kan om bier in café De Zwaan. Lamot
rechtstreeks van t vat. Heerlijk dat schuim en zo lekker fris . Onvergetelijke
herinnering
Beiden waren hevige
Blekken.
In memoriam VAANDRIG LOUIS DE CROES
Toespraak van S.Gobien in naam van St.-Cecilia bij het
afscheid in de kerk :
Vandaag brengt de Kon.Fanfare St.-Cecilia
Mechelen-Leest haar vaandrig naar zijn laatste rustplaats. Deze man, deze mens
die ruim 35 jaar voor de fanfare heeft opgestapt en voor het korps de weg
baande op het platteland en in de steden, in onze eigen gemeente, in het ganse
Vlaamse land en zelfs buiten onze landsgrenzen, is niet meer !
Vooraan stapte hij wanneer de fanfare deelnam aan
feestelijke optochten en ook wanneer er iemand van zijn kameraden naar zijn
laatste rustplaats werd geleid. Ontelbare keren heeft hij ons voorgegaan ! De
ene keer was het vaandel feestelijk versierd, de andere keer was er een
rouwsluier aan vastgeknoopt. De ene keer liep onze vaandrig met het hoofd fier
geheven en het vaandel wapperend als een teken van levensvreugde, de andere
keer met het hoofd neergeslagen en denkend aan een vriend die was heengegaan !
Vandaag bevond deze vaandrig zich waarschijnlijk voor
de eerste maal achter de fanfare en deze keer maakte het muziekkorps de weg
vrij om hem naar zijn laatste rustplaats te brengen.
In de nazomer begonnen de tekenen van zijn ziekte
verschijnen. Stilaan verdwenen zijn krachten tot hij dan op 9 november ll. een punt
zette achter zijn welgevuld aards bestaan.
Op ieder ogenblik, in om het even welke omstandigheden
mocht onze vereniging beroep doen op uw daadwerkelijke hulp !U verlangde hiervoor geen lofwoorden ! U
volbracht uw taak in alle eenvoud. Vooral de muzikanten zullen u missen niet
alleen als vaandrig maar vooral ook als aandachtig luisteraar die wekelijks
naar de repetities kwam en urenlang kon zitten toekijken en toehoren !
U was er trots op erelid en vaandrig van de Kon. Fanfare
St.-Cecilia te zijn.
Wat is onze droefheid in vergelijking met het
ontzaglijk leed van uw echtgenote en familieleden. Voor hen is uw heengaan een
onherstelbaar verlies. U heeft steeds gezorgd voor uw gezin, niet alleen op
materieel gebied ! De sfeer die u in uw gezin bracht, straalde uit over uw
woonbuurt en verder ook in onze fanfare.
(De Band november 1982)
Emerance van de Croes
was één van de fanfaremensen die een grote en
positieve invloed hebben gehad op de Leestse jeugd en hetLeestse verenigingsleven. Ze was gehuwd met
de vaandeldrager Louis De Croes.
Emerance was bijzonder sociaalgezind en idealistisch
ingesteld. Ze streefde ernaar alle medemensen te helpen als waren ze haar
familieleden. Later, toen de mensen een meer persoonlijk leven gingen leiden,
had ze heimwee naar de tijd toen iedereen nog voor iedereen zorgde.
Ze was de bazin van café De Zwaan, het latere café Op den Hoek. Ze had zo
goed als altijd van s morgens tot s nachts volk in de zaak.
Ze was in de jaren 1954 1960 meter van de Leestse
jeugd toen die nog gevormd werd in grote groep en met verschillende leeftijden
in de St.-Martinuskerk te Hombeek. Na het vormsel trakteerde Emerancemet een stuk chocolade en van de
vormselpeter, toen burgemeester Verschueren, kregen de gevormden een glas
limonade of cola.
In de jaren vijftig en zestig zorgde ze goed voor de
Leestse schooljeugd van de Heide. In de wintermaanden mochten de leerlingen van
de meisjes- en de jongensschool bij haar s middags hun boterhammen gaan
opeten. Er was toen geen middagtoezicht in de beide Leestse scholen. Met een
twintigtal kinderen van alle leeftijden zaten ze in de keuken, want in het café
mochten ze niet. Ze kregen van Emerance koffie, melk, cola of limonade. En
Emerance zorgde er toen ook voor dat er tussen de meisjes en jongens geen
romances ontstonden, want een jongen mocht niet naast een meisje zitten. t Was
in haar keuken net zoals in de kleuterschool : de meisjes aan de ene kant en de
jongens aan de andere kant
(Stan Gobien : Leest
in Feest.)
Op bezoek bij Emerance van de Croes De Band 1977 :
mijn ouders waren Jan Van den Heuvel en Octavie De
Win. Toen ze getrouwd waren trokken ze in een huisje van de Molenstraat, daar
waar Marcel Spoelders nu woont. Daarna gingen ze op de Warande wonen en daar
ben ik en ons mannen geboren.In 1920,
ik was toen vijf jaar, zijn we naar de Winkelstraat verhuisd. Een
handwerkerkshuisje dat nu afgebroken is : het stond juist tussen dat van Dolf
Peters en De Prins en er was een schuur en een stal aan. Mijn ouders waren
kleine boerkens in die tijd. In 1934 woonden we in de Elleboogstraatwaar nu Jan De Prins woont. We waren met drie
jongens en drie meisjes, onze va werkte op het Arsenaal.
Toen ik in 1936 trouwde met onze Louis, gingen we bij
zn grootmoeder in t café. Ik heb 30 jaar lang café gehad, ik ken iedereen,
huis na huis, straat na straat.
Nante van Toebak, Rik van den Do, den Ossenboer, Rik
van Kock, den Blokmaker en zovele anderen, dat was het Leest van vroeger.
In 1946 is de grootmoeder van onze Louis gestorven en
hebben wij t café overgenomen.
Vroeger hadden de mensen wat aan elkaar en iedereen
kende iedereen. Als er in t dorp iemand ziek werd hielpen de geburen met het
huishouden. De mensen gingen om beurten helpen met het eten maken, het huis op
te kuisen. Ieder pakte daar zijnen toer van. De mensen hadden meer tijd en
zaten bijeen.
Ik heb van ze leven gewest dat in t café de vrouwen
zaten te breien rond de kachel terwijl de mannen de kaarten op tafel sloegen.
De vrouwen speelden dan ook wel eens en er werd gebabbeld en moppekens verteld.
Er was een heel andere mentaliteit als nu. We hadden wel de welstand niet die
de mensen nu hebben, maar we hadden veel plezier. Als ge met Nieuwjaar van
iemand iets kreeg, het mocht het simpelste zijn, da waarde mee opgezet. Nu
pakken ze dat vast en ze zetten dat op de kast en daat staat daar dan. Niet dat
ze dat vergeten maar ze hebben er nie zon pleizer van.
Vroeger ging ik op de boerderij mee koeien melken,
brood bakken of de koeien naar de wei jagen, dat deed ik graag. Maar tis onze
eigen fout een beetje, we hebben ze zo gemaakt. Ons vader had niet wat wij nu
hadden, wij hadden minder maar we waren wel content. Voor onze zondag kregen we
ne cent en dan kochten we een snoepje. Als het kermis was kregen we
vijfentwintig centiem en dan moest er nog familie komen. En de juffrouw vroeg
dan nog geld om de naakten te kleden. We moesten dan van ons kermisgeld nog n
vijf centiem overhouden om die mee te nemen naar t school want daar deed ge
dan goe mee.
Ik heb veel herinneringen aan vroeger, plezante en
triestige. Toen ik café had duurde het soms lang voor de laatste klanten buiten
waren. Ik deed dan dak sliep en dat was het signaal dat het tijd was om te
gaan voor de laatste klanten.
Op een keer waren Cyrielke, den Blokmaker, den
Ossenboer en meester Selleslagh aan t kaarten : het waren dagelijkse klanten
waar ik veel plezier mee heb gehad. Die keer was het laat eer ik deed alsof ik
sliep om uit mannen uit het café te krijgen. Ik hoorde ze zeggen : die zullen
we ne keer hebben, we gaan aan en laten ze zitten met de deur vierkant open. De
mannen stonden buiten te lachen en voor dak de sleutel kon pakken om de deur
te sluiten waren ze als de kippen terug binnen.
Wa gij zn deugniet, riepen ze, ge slaapt maar loos
! En die hebben me daarna nog lang aan t lijntje gehouden zulle ! Met die
mannen heb ik toch veel plezier gehad.
En in 1978 :
op nen tweede paasdag. Ik viel nooit zonder bier,
had altijd bier in huis, maar het was zon buitengewone snikhete paasdag dat ik
eens zonder bier viel. Mijnlaatste vat
was aan t lopen. Hier en daar eens gaan horen maar nieverans kon ik een vat
bier krijgen. Maar Marcelleke van Rik van den Do die was bij ons en zeiik ga den otto halenen rij ermee tot we bier hemmen.Rik van den Do, dien ze vader was den Do en
heette Wannes. De vader van Fak en Marcelleke van den Do en van Vik Verschuren
van de wijk die met Ida getrouws is. Dus Marcelleke die reedmet den auto om bier. Er waren jonge mannen
in t café : Beire van Piër Prins, Staf van Kolet, Marianne noemden ze die, hij
heeft nu en café rechtover Jan De Prins op de Hombeekse Steenweg. En daar waren
der zon heel groepeke van vijf, zes, zeven en die voelden zich sterk want ik
stond alleen. Bij mij waren de klanten koning maar ik was de baas. Ik heb
weinig last gehad, wanneer er herrie kwam zette ik ze buiten absoluut dien Beire
begon vuurke te stoken in de keuken vlak onder den elektriek. Ik zat daar
kriekel, ge had een staminee vol volk en tot slot zoude nog zonder bier vallen.
Ge zijt wat moe en van zaterdags s morgens in gang en aan slapen kont ge niet
peinzen want alles moest opgekuist worden. Ik voer naar achter, stampte dat
vuur uit en k zei : en nu maken dat ge buiten zijt en gekomt hier nie meer
binnen, ge krijgt geen bier nie meer ! Beire verschoot zich bijna nen bult en
Staf zag ook al vies. Ja maar, ja maar, zei t hem. Ge hebt gehoord wat ik
zei, riep ik, ge komt hier niet meer binnen met jullie streken hier ! Zie dat
ik ullie niet meer zie als ik alleen ben, ge kunt gullie doen wat gullie wilt
! Mijn oudste broer dien was dan ook bij ons in t staminee en dien hield het
dan achter wat in t oog dat ze niet meer binnenkwamen. Maar ze kwamen schoon
woorden geven zulle, dat ze vanheir weer mochten binne komen. Ik heb er nooit
meer last mee gehad, nooit ! Op een ander hadden ze daar altijd last mee. Een
keer laten zien dat ge de baas zijt, dat was het beste dat ge kont doen.
t Was in den oorlog. Ne groep van de Pikkerie en Laer
zaten bij mij binnen. Het was ne man of twintig. Als die binnen zaten dat was
met de bak Geuze op de tafel. Daar was de Witte Van Gielen bij, da was ook zon
krommeke zo. Dieje wilde daar de pinten van het tafel keren, dat was zo zijn
gewoonte. Nu moogde één pint van t tafel vegen maar dan gade iets beleven gij
! riep ik, en na gade buiten ! Die van ons stond achter den toog en dien
keek zo. Die kon dat niet over zich laten gaan en werk krikkelen dan moest ieder uit de weg.
En nu buiten, zei ik nog eens tegen den Gielen.
Veur a niet, zei hij.
Gij gaat buiten, maar als ge braaf zijt meugde
blijven.
Dan zal ik niks meer doen en drinken doe ik ook niet
meer, zei t hem.
Dat heb ik t liefst, zei ik. En hij bleef daar
zitten en ik hem er nooit meer last mee
gehad met dien gast.
En die kwamen alle zondagen met een heel compagnie
jonge mannen van de Pikkerie, van Zemst en van Laer, allemaal jonge mannen die
daar bijeen gingen. Met den oorlog smokkelden ze hard aan de vaart, die hadden
geld. Met kolen en al wat op de schepen te krijgen was. Dan kwamen ze af :
rapen gelijk as bieten ! riepen ze en dan deden ze gesten na zo als ze dat
deden aan de vaart rapen gelijk as bieten !
Als ge die binnen kreeg had ge een goeie dag
Zenne.
In mei 1987 haalde
Emmerance de krantenkoppen toen er brand uitbrak in de achterkeuken van haar
woning in de Kouter. Bij het aanzetten van de butaangasoven volgde er een luide
knal waarop de ruiten aan scherven vlogen en er brand uitbrak die snel
uitbreiding nam in keuken en nabijgelegen bergplaats. Ze bleef gelukkig
ongedeerd en de brandweer slaagde er vrij snel in de vlammen te doven. De
schade was zeer groot en Emmerance trok tijdelijk bij haar kinderen in.
Louis De Croes was
te Leest geboren op 27 november 1911. De vaandrig van de Kon. Fanfare St.-Cecilia
was ook oud-krijgsgevangene 1940-45 en bestuurslid van de N.S.B.
Hij overleed te
Leest op 9 november 1982.
Emmerence Van Den
Heuvel was te Mechelen geboren op 22 juli 1916 en overleed er op 7 oktober 1995.
Het echtpaar liet
twee kinderen na : Magda en Jean.
Fotos:
-1916 : Louis met zijn moeder Maria Van der Auwera.
Deze foto werd naar het front
gestuurd, naar
vader Jaak.
-1935: Louis Wikkes gekiekt met zijn vrachtwagen.
-1937 : Sinksenkermis. Emmerance met het jazzke van
Café De Zwaan. Rechts de Wikkes.
-1960:Café De
Zwaan Wikkes en Emerance ontbreken op de foto, waarschijnlijk druk in de weer
achter de tapkast. Midden achteraan maakt gemeentewerkman Eugeen Vloeberghen
zijn glas leeg en kijkt veldwachter Van Hoof goedkeurend toe.
De derde van links aan tafel is Jan De Prins, de
tweede van rechts aan tafel is Julien
Juppe Piessens, achter hem naast de garde staat
Geerts bijgenaamd de Fijne.
-Een souvenir uit Lourdes waar ze voor haar vrienden
gebeden had.
1960 5 augustus : Diefstal
van een bak bloemkolen
Petrus Ludovicus Scheers (°Leest
29/11/1900), landbouwer uit Leest, Klein
Heide 10, had s avonds 30 kassen
gevuld met bloemkolen en die langs de
straatkant geposteerd voor
ophaling. De ochtend nadien stelde hij vast dat
er een kist gestolen was. Daarin 12
bloemkolen met een totale waarde van
30 frank.
(VVH)
Petrus Ludovicus Louis Scheers
was gehuwd met Maria Christina Bradt. Hij overleed
te Mechelen op 27 oktober 1990.
Lieve vader, met een kalmte, die je hele leven heeft gekenmerkt, ben je
ingeslapen
en
teruggekeerd naar je Schepper, waar ons moe en onze Jef je verwelkomen.
Je
hebt hard gewerkt va, en we zijn dankbaar dat je nog ettelijke jaren van een
welverdiende rust hebt mogen genieten. Je hebt geleefd, volgens je eigen
waarden
en
normen, en dat was goed zo.
Maria Christina Bradt was te Leest
geboren op 12 mei 1897, zij stierf te Mechelen
op 18 juli 1976.
Haar
leven was een zonnig glimlach. Ondanks tegenslagen hield zij het hoofd
rechtop, en was zij een vreugde en troost voor hen die beproefd werden.
1960 Zondag 28
augustus : Breughelkermis KWB
ten voordele van hun lokaal.
1960 Zaterdag 3
oktober : Knalavond van Milac
In de parochiezaalmet muziek, dans, toneel en komisch
optreden...
Met de medewerking van de
Landelijke Jeugd, de K.F.St.-Cecilia, het gemengd
Zangkoor St.-Cecilia, Rust Roest en
de humorist conferencier Flup Van Marke.
1960 Zondag 4
september : Wafelbak Chiro
1960 9 oktober : Algemene
Vergadering Vrouwengilde
met voordracht over Gezond leven
om niet ziek te worden.
1960 16 oktober : Algemene
Vergadering B.J.B.-Meisjes
25 meisjes waren aanwezig om de
kerngedachte van dit jaar door te krijgen :
het ligt in onze handen.
Therese Wauters was speciaal per
fiets uit Keerbergen gekomen om de practische
wenken te geven : Hygiëne van het
meisje.
1960 18 oktober : Jaarvergadering
KWB
45 opgekomen leden kozen een nieuw
bestuur.
Voorzitter werd Emiel Polfliet,
ondervoorzitter Juul Geens, secretaris Jan De Wit,
schatbewaarder Jozef Vloeberghen,
feestbestuurder Jan Keulemans en
verslaggever Louis Solie.
Emiel Polfliet was de vijfde
voorzitter van de KWB sinds het bestaan van deze
vereniging in de gemeente.
1960 Zondag 25
oktober : Inhuldiging Nieuw Vaandel Oudstrijders
De oudstrijders 1914-18 waren zondag 25 oktober l.l. in feest ter
gelegenheid
van
de inhuldiging van hun nieuw vaandel.
Oudstrijders en schoolkinderen verzamelden aan het Sint Jozefkapelleke
om
stoetsgewijs op te stappen naar de Sint Niklaaskerk waar de H.Mis werd
opgedragen en het nieuwe vaandel gewijd.
Onder de H. Consecratie weerklonk het Te Velde wat de plechtigheid nog
meer
luister bijzette.
Na
de Goddelijke dienst ging het naar het gemeentehuis, waar de oudstrijders
ontvangen
werden door de geestelijke en burgerlijke overheden.
Aan
de heer burgermeester werd het 40-jarig bestaande vaandel overhandigd en
werd
door deze laatste een welkomstrede uitgesproken, waarin hij in eenvoudige
bewoordingen
de periode 1914-1918 in herinnering bracht en de hulde van de
gemeente bracht voor de bewezen diensten aan Volk en Land.
Op
bondige wijze werd door de voorzitter der plaatselijke afdeling de historiek
gegeven, wat eveneens gebeurde door de heer Meyers in naam der
oudstrijders
1914-1918.
Het
was een ware verbroedering tussen deze oudgedienden, en een heildronk
besloot deze bijeenkomst ten gemeentehuize.
In
stoet ging het dan verder naar hun lokaal, bij weduwe Huybrechts alwaar een
gezellig samenzijn werd gehouden.
Het
was een simpele herdenking, groots door zijn eenvoud en rijk aan
herinningen.
Een
hartelijk proficiat aan allen !
(DB,1960)
1960 30 oktober
:FeestKristus-Koning,
gevierd door alle parochiale organisaties.
1960 24 november :
Autobus in gracht in Juniorslaan
Rond 06u40 kruiste een autobus
komende uit de richting Tisselt op de Juniorslaan
een andere bus en kwam door het
uitwijken naar rechts op de gelijkgrondse berm
terecht. Die begaf hetonder de druk zodat de bus in de gracht
terecht kwam.
Eén reizigster werd gekwetst aan
het been. De autobus reed voor rekening van
Autobussen Klein Brabant uit
Breendonk en vervoerde een zeventigtal
passagiers.
De oorzaak werd gezocht in de
aanhoudende regens van de voorbije dagen
die de berm drassig had gemaakt.
(VVH)
1960 Zaterdag 26
november : Feest St.-Cecilia
Feest van de patroonheilige Sint
Cecilia en feest van de gelijknamige fanfare te
Leest met een optocht door de
gemeente. Nadien ging het naar hun lokaal
alwaar het jaarlijks teerfeest
gehouden werd.
De hoogmis was opgedragen aan de
overleden leden en s avonds was er bal.
1960 3
december : Gouden bruiloft Frans Robijns - Octavia Publie
Zaterdag 3 december 1960 was de
Blaadveldstraat in feest ter gelegenheid van
de gouden bruiloft der echtelingen
Robijns-Publie.
Om 10 u werd in de St.Niklaaskerk een
dankmis opgedragen, bijgewoond door
gevierden , familieleden en talrijke
vrienden en kennissen.
Daarna was er een ontvangst op het
gemeentehuis door de gemeenteraad, alwaar
de heildronk geheven werd en het guldenboek
getekend.
Door de burgemeester werd een
gelegenheidstoespraak gehouden, waaruit mag
aangestipt worden dat Frans Robijns meer dan
50 jaar muzikant is geweest
bij de Kon. Fanfare St.-Cecilia, 35 jaar
bestuurslid van dezelfde maatschappij
en vereerd met het Ereteken van het
Nationaal Muziekverbond en van de
Katholieke Federatie.
Bij sommige gelegenheden kan men deze
kranige Frans nog zijn geliefde
bombardon zien bespelen, wat hem nog ter ere
strekt.
In familiekring ging dan de verdere feestviering
door, en s avonds waren
zijn vrienden daar om een welverdiende
serenade te brengen in de overdekte
zaal bij Rik Verschuren, zulks tengevolge
het zonnige (??) weder.
(DB,januari
1961)
Frans van Paykes
Frans Robijns woonde aan de Blaasveldstraat.
Op zijn veertiende hoorde hij bij de eerste twaalf fanfaremuzikanten van
St.-Cecilia.In 1924 werd hij bestuurslid en hield dat vol tot 1959. Hij was een
bijzonder taai muzikant en in 1949 waren hij en Gaston Busschot nog de enige
muzikanten van de beginperiode die in de fanfare meespeelden.
Frans speelde in die tijd bombardon en hield
dat nog vol tot ongeveer 1962.
Net als vele muzikanten van de eerste
periode, was hij op de repetities bijzonder streng voor de medemuzikanten en
kon hij het niet verdragen dat er een woordje gewisseld werd met de buurman. In
het gewone leven daarentegen was hij wel een aangenaam en vriendelijk man.
(Stan
Gobien : Leest in Feest.)
Frans
Robijns was een gepensioneerde van de NMBS toen hij op 15 november 1970 te
Rumst overleed. Hij was geboren te Tisselt op 5 mei 1885.
Vader was zijn hele leven een noeste
werker. Zijn leven was één zorg voor zijn rijke kinderschaar. Niets heeft hij
onverlet gelaten om hun opvoeding tot het uiterste te verzorgen. Zijn
toewijding was onuitputtelijk. Allen bewaren wij van hem een eerbiedige
gedenkenis
Octavia
Publie was te Leest geboren op 20 januari 1881 en ze overleed in het
bejaardentehuis St.Jozef te Rumst op 3 mei 1971.
Het
echtpaar kreeg vier kinderen, één ervan was Paulina Robijns, (°09-10-1911,
+03-02-1993) eerwaarde Zuster Liberta.
Paulina
Robijns, zuster Liberta
Pauline
werd een dag na haar geboorte gedoopt sub conditione. Ze liep school te Leest
en werkte daarna thuis. Ondertussen was ze ijveraarster voor de Eucharistische
Kruisvaarders en de B.J.B., en trad in bij de Congregatie van de Dochters van
O.L.Vr. van het Heilig Hart te Buggenhout (1932). Ze werd er geprofest als
zuster Maria Liberta en werkte van dan af voor de zusters en de weeskinderen in
de keuken te Lobbes (Henegouwen). Haar eeuwige beloften legde ze drie jaar
later af (1937).
Ruim 34
jaar, van 1938 tot 1973, was ze missionaris in de Coquilhatstad/Mbandaka-missie
in Belgisch Congo/Zaïre (nu: Democratische Republiek Congo). Haar eerste
afreis, per congoboot, duurde toen twee maand. Ze werkte achtereenvolgens in
Bokote, Ikela, Boënde, Bokela en in de leprozerie van Iyonda. IN 1960 maakte ze
onafhankelijksperikelen mee en werkte tot 1969 in Bokela waar ze een tijdlang
moest vluchten voor rebellen.
In Leest
was ze op verlof in 1951 en 1959 en moest om gezondheidsredenen in 1973
definitief naar ons land terukeren. Ze werkte dan, nog steeds als keukenzuster,
in Deurne-Zuid.
Na bijna
60 jaar kloosterleven en pijnlijke weken in het Sint-Erasmusziekenhuis te
Borgerhout overleed ze er op 3 februari 1993.
Daar werd
haar uitvaart gevierd, waarna ze begraven werd te Rumst. Op haar doodsprentje
staat : Goede Zr. Liberta, vele
missionarissen, vooral reispaters, zullen met dankbaarheid aan uw goede
diensten terugdenken na de vermoeiende broussetochten. Geen van uw medezusters
zullen uw zo dienstvaardig leven vergeten.
(Wilfried
Hellemans : De St-Niklaasparochie in Leest)
1960 4
december : Cyclo-Cross te Leest René De Rey won.
Op zondag 4 december ging in onze gemeente
een cyclo-cross door.
Onder een plassende regen gepaard met
windrukken namen de ingeschrevenen
deel. Meer dan kon verwacht worden was de
opkomst van de sportsympatisanten
om de strijd te volgen tussen
Fransen-Luxemburgers-Nederlanders, eigen
landgenoten en de Duitse wereldkampioen Rolf
Wolfsholl.
Van in den beginne waren er twee renners die
zich wisten af te scheiden, nl.
Wolfsholl en onze landgenoot en streekgenoot
De Rey.
Wanneer de aankomstlijn in t zicht kwam,
werd door de Duitser een ultieme
poging gedaan, tevergeefs, De Rey haalde het
met een wiel voorsprong.
Het was een schitterende overwinning, waarna
de overwinnaar de zegepalm
mocht in ontvangst nemen en de gebruikelijke
zoen vanwege een schone !
(De
Band,januari 1961)
De
cyclocrosser uit Battel had in Leest veel supporters. De Rey was te Zemst
geboren
op 22 juni
1931. Hij was prof van 1966 tot 70 en werd tweemaal kampioen van
België :
in 1957 in Budingen en in 1959 in Hoeselt.
1960 25 december :
Toneel van de B.J.B.-meisjes
Ter gelegenheid van kerstdag werd
door de B.J.B.-meisjes Vrouwen in Paniek
opgevoerd.
1960 Op 31
december telde Leest 1861 inwoners.
Fotos:
-Pauline Robijns, zuster Liberta.
-Plaatselijk idool René De Rey tijdens een cross te Hombeek-Heike
1960 8 mei : Openlucht
Vergadering van de Boerengilde
Op de weide van Jaak Lamberts werd
een Openlucht Vergadering gehouden.
Ze was ingericht door de
Boerengilde van Leest.
De heer Jans,
staatsveeteeltconsulent, hield er voor een dertigtal leden een
voordracht over het Kempisch
veeras.
1960 8 mei : Wafelslag
Landelijke Jeugd
De meisjes vroegen 6 frank voor een
heerlijke wafel.
1960 Van 10 tot 17
mei : Lourdesbedevaart Boerinnenbond
Rosalie Simons-Hellemans uit de
Mechelbaan en Victorina Lamberts-Verlinden
uitRennekouter vertegenwoordigden de Leestse Vrouwengilde.
1960 16 mei : Vormsel
Op maandag 16 mei werd aan een
80-tal jngens en meisjes het H. Vormsel
toegediend. De vormelingen waren om
16 uur bijeen gekomen in de parochiekerk
om stoetsgewijs, het Rozenhoedje
biddend, naar de St.Martinuskerk te Hombeek
te gaan.
Daar werden zij gevormd door
Monseigneur Schoenmaekers, hulpbisschop van
Mechelen en bijgestaan door Peter
en Meter, respectievelijk de heer Emiel
Verschueren, burgemeester van Leest
en mevrouw J. De Laet.
(DB,juni,1960)
1960 26 mei :
Eerste wereldcongres van de M.I.J.A.R.C. (Mouvement International de
la Jeunesse Agricole et Rurale
Catholique) te Lourdes met als thema :
de honger in de wereld.
Deze beweging groepeerde alle
B.J.B.-groepen van alle landen.
De B.J.B. van Leest (jongens) werd
vertegenwoordigd door Georges Verbruggen, Frans
Huys, Willem Slachmuylders en Louis
Selleslagh. De laatste twee waren de winnaars
van de Lourdesreis.
In de periodiek van Milac bracht
Willem Slachmuylders verslag uit :
van het station bracht men ons per autobus naar ons
hotel. De eerste dag van het congres was het in de voormiddag voorstelling van
alle landen aan O.L.Vrouw met daarna de H. Mis in de onderaardse basiliek van
het Pius X. Na de middag hadden we dan het welkomspel op het stadion te Lourdes
opgevoerd door de B.J.B. van Vlaanderen. In dit symbolische spel van de welkom
konden we drie delen onderscheiden ; 1) jeugd is vreugd, 2) wij heten u allen
welkom, 3) allen werken wij.
s Avonds hadden we dan de kaarskensprocessie in
eindeloze rangen met deelname van alle landen en waarin elk in zijn taal de
strofen van te Lourdes op de bergen zong maar als één donderslag was het een
AVE MARIA refrein.
Zaterdag 28 mei of de 2de congresdag hadden
we s morgens voor onze taalgroep een H. Mis aan de grot. s Namiddags de
kruisviering in Pius X kerk en daarna ondanks regen en hagelbuien de
sacramentsprocessie op de grote esplanade met langs weerskanten de zieken in
hun wagentjes die dag in dag uit bidden en smeken om genezing.
s Avonds in het station kregen we het groot spel over
Honger in de wereld. De geschiedenis van een groep landbouwers in Zuid-Amerika,
die verplicht werden hun gronden te verlaten, ten gevolge van een egoïstische en
onzedelijke beslissing van de eigenaar. Een mooi spel dat spijtig werd ontsierd
door de aanhoudende regen.
Zondag 29 mei, de laatste congresdag, werd ingezet met
een pontificale hoogmis in de Pius X kerk. In de middag was het de
slotplechtigheid van het congres in het stadion met toespraken in alle talen en
waaruit ieder het zijne kon meedragen.
Maandag begon voor ons de bedevaart met kruisweg, H.
Mis, grotbezoek en kaarskensprocessie.
Dinsdag voormiddag, kruisweg, H. Mis en daarna klauterpartij op de Pie Du Jer,
berg van 1.000 meter hoogte.
s Namiddagsuitstap naar Gavernie langs Tourmalet en Aubisque met te Gavernie zelf
een tocht te paard en s avonds te Lourdes weer kaarskensprocessie.
Woensdag, de laatste dag, begonnen we met een dankmis
en afscheid aan de Grot.
De Leestse
B.J.B.-meisjes waren ogenschijnlijk ook vertegenwoordigd op dat congres. Dat
valt op te maken uit een artikeltje datzelfde jaar in De Band :
Wij ontvingen vanwege Beullens J., Silverants en Van
de Poel J. een mooie zichtkaart van de mirakuleuze grot van Lourdes.
In 1960 (exacte
datum onbekend) namen de B.J.B.-meisjes ook afscheid van hun leidster Leonie
Muysoms : wij hebben onze leidster nu uitgeleide
gedaan met bloemen en gezangen. Dit was een welverdiende dank die onze meisjes
haar hebben gegeven. Leonie Muysoms is zo maar eventjes 5 jaar onze leidster
geweest, al die tijd heeft ze de B.J.B. gediend en het schoonste en t beste
van haar jeugd en blijheid en vertrouwen geschonken voor de buitenmeisjes. Ook
Fernand was bij dit feest van de partij. Beladen met bloemen trokken ze
huiswaarts al brommend
Om half vier wordt het doel bereikt : SCHERPENHEUVEL.
Om vier uur lof, gedaan door onze
Onderpastoor, enkele stille stonden rondgang,
rond het altaar van O.L.Vrouw.
Gezamelijke Rozenkrans en H. Kruisweg.
De rest van de avond is iedereen
vrij.
s Avonds nog vervoegt Georgette
Daelemans de groep en na veel over en weer
geloop geraakt ieder rond tien uur
tussen de lakens.
De nacht is kort, om 4 uur al H.Mis
en te Kommunie, daarna met spoed de baan
op. We zijn al een kwart uur over
tijd. Even voor Aarschot ontmoet men de eerste
Leestenaars per fiets.
Te Aarschot ontbijt, doch niet te
lang, het is nog ver en t beloofde warm te
worden.
Van Betekom langs de oude weg naar
Tremelo en Keerbergen. Daar werd het
middagmaal genomen, iedereen krijgt
een bord soep of een glas bier op kosten
van de Compagnie.
Daar ook vernemen we het droeve nieuws
het overlijden van onze leider.
(noot : Voorzitter van de
Compagnie Frans Van den Broeck)
Rond één uur gaat het verder.
Hoog op het kruis vooraan wapperen
vrolijk de vlaggetjes in de wind, de
zon schijnt ongenadig, hier en daar
een lach, een zucht, men wordt moe, maar
verder gaat het Wees gegroet
Maria...naar Bonheiden toe.
Nog twee uurtjes stappen over
Mechelen en Battel.
Even rusten en dan met Pater
Onderpastoor en de Benjamin van de Compagnie
op kop naar de Sint Annakapel.
Een hartelijk onthaal door familie
en vrienden, een ontroerend woord van onze
onderpastoor die we danken omdat
hij ons steeds wil vergezellen.
De gewone gebeden, de zegen en het
proficiat van de E.H. Pastoor en dan naar
de kerk voor de zegen met het H.
Sacrament.
Dan gaat iedereen naar huis,
oververmoeid maar zeer tevreden.
(Zie ook 1843 en 13/5/1958)
Deze editie was de eerste waarin ik zelf heb meegestapt. Alhoewel ik nog
geen twaalf was heb ik steeds geweigerd om plaats te nemen in de volgwagen.
Doorbijten was de boodschap. Wat me van deze tocht nog is bijgebleven zijn de
moederlijke zorgen van Emerance van de Croes, ook al heb ik me vaak aan haar
geërgerd als ze weer eens de muzikanten en zangers onderbrak om de zoveelste weesgegroet
of vaderons aan te heffen En dan dat eindeloze lof en de rondgang en de
Rozenkrans en Kruisweg in Scherpenheuvel waar maar geen einde scheen aan te
komen (M.V.H.)
1960 7 mei : Huwelijk Louis Polfliet Leontine Geens.
Passages uit de rede die
werd uitgesproken door een woordvoerde van de fanfare
St.-Cecilia :
Onze fanfare stelt zich
steeds en in alle omstandigheden ten dienste van haar leden om aan elke
gebeurtenis de nodige medewerking te verlenen. Zij heeft er prijs op gesteld om
ook vandaag hier aanwezig te zijn, want nadat ons de vraag was gesteld om aan
dit feest een weinig luister bij te zetten, waren we allen ten zeerste
verheugd. Gaat onze genegenheid naar al onze leden, dan vergt een spelend lid
voorzeker onze bijzondere belangstelling. Dit is nu ook weer het geval en het
verschaft ons een oprecht genoegen ter gelegenheid van uw bruiloft u beiden
onze welgemeende en oprechte gelukwensen te mogen aanbieden.
Mag ik ieder van u twee
wat zeggen ? Wel dan wend ik me in de eerste plaats tot u bruidegom Louis, wij
weten dat gij vele duifjes bezit en er zeer aan gehecht zijt. Nu komt er nog
eentje bij waarvan u nog meer zult houden. Dit gunnen wij u van ganser harte.
Toch verwachten wij dat uw jonge bruid u nog wel de nodige tijd zal verlenen om
ook in de toekomst nog regelmatig aanwezig te zijn op de repetities en
uitstappen.
Bouw nu maar verder aan
de toekomst. Schenk ons talrijke muzikanten, een hele zwerm als t kan, waarmee
uw vader Leontine, eens hij op rust is, onvermoeid zal kunnen stoeien.
We nemen weldra afscheid
van u allen hier op dit huwelijksfeest en we wensen u verder nog een prettige avond.
Leontine en Louis, goed
heil en proficiat !
Na zon gelegenheidstoespraak werd door de
voorzitter een huwelijksgeschenk aangeboden namens de vereniging. Daarna nam de
bruid of de bruidegom het woord en bedankte de fanfare waarna het bruidspaar
met de nodige kussen werden gelukgewenst.
Op het feest kregen de aanwezige muzikanten daarna een druppel en een
sigaar, meestal van beide meer dan één en na afloop van de serenade werd het
huwelijksfeest in familiekring voortgezet.
Doorgaans werd door de jonggehuwden in een café in Leest nog een vat bier
aangeboden aan de muzikanten en de vergezellende ereleden.
(Stan Gobien)
Louis Polfliet was te Leest geboren op 27 mei 1935 en hij overleed te
Bonheiden op 15 oktober 2000. Het echtpaar Polfliet-Geens kreeg één zoon :
Dirk.
Bijvoegsels:
-Broederschap van O.L.Vr.
van Scherpenheuvel Leest.
1960 26, 27 en 28,
29mei : Leest in Feest 60-jarig bestaan van de Koninklijke
Fanfare St.-Cecilia,(viering werd
een jaar uitgesteld) met een internationale
korps- en marswedstrijd.
Ruim 1800 uitvoerders verdeeld over 40
muziekverenigingen namen deel aan de
feestelijkheden.
1960 30 mei : Gouden
bruiloft van het echtpaar Gust De Prins- Maria Van Boxem.
Respectievelijk 86 en 84 jaar oud
waren ze bij de viering van hun 50ste
huwelijksverjaardag. Hun
echtverbintenis werd op het gemeentehuis afgesloten
door burgemeester Bernaerts en
kerkelijk ingezegend door pastoor Verbist.
In
allen eenvoud en stilte had deze gebeurtenis plaats. Inderdaad de heer
Burgemeester
vergezeld door twee schepenen gingen de gevierden opzoeken
om
hen de beste en welgemeende gelukwensen in naam van gans de bevolking
over
te maken, en een geschenk aan te bieden.
De
dankmis had aldaar plaats en werd opgedragen door onze zielenherder.
In
een korte toespraak onderlijnde hij de blijde gebeurtenis en zegde de Heer
dank
omdat Hij de gevierden zon schoon leven heeft voorbehouden.
De
Gust die tevens lid is van de oudstrijdersbond ontving ook van deze
vereniging
een geschenk.
Onafgezien alle uiterlijk vertoon achterweg bleef, werd deze
uitzonderlijke
gebeurtenis
verder in familiekring gevierd, wat niet wegneemt dat tientallen
medeburgers er aan gehouden hadden door hun aanwezigheid aldaar uiting
te
geven aan hun sympathie.
Ook
wij wensen hen nog menig jaar samenzijn, en voor Gust speciaal nog
veel
genot van zijn duifjes. (DB,juni
1960)
August Gust of de Guide De Prins
woonde met zijn vrouw in de Alemstraat.
Hij stond bekend als een goed
hovenier. Omdat zijn landbouwbedrijf te klein was
om er veel uit te halen, schakelde
hij reeds vroeg over op groententeelt in volle
grond : vooral spinazie en bloemkolen.
Hij was ook een geboren duivenmelker.
(zie ook : juni 1959
Duivenmelkers en Leest)
Zijn bijnaam had hij te danken
omdat hij in zijn soldatentijd dienst had gedaan
bij de Gidsen (guides in het
Frans), een eliteregiment van het paardenvolk.
Gust was te Leest geboren op 23
december 1884 en hij overleed er op 6 maart
1976.
Ook Marie Van Boxom was in het dorp
geboren, op 5 februari 1886.
Zij overleed te Leest op 2 februari
1971.
1960 Juni : Advertentie
in De Band :
Jaarlijks
verlof is in aantocht : profiteert ervan !!
Het
verlof, de beste tijd om uw huisje op te knappen, te schilderen, te versieren,
muren en meubelen. Brengt een bezoek bij STAF EN NIEKE
t
zal u niet berouwen !!
Voor
t gezin : potten, pannen, kommen,enz., electrische of andere vuren, in
verlakt en alluminiumen voor de
vuren, ketels, kuipen (ovaal en rode en dit in
alle
maten),
Stereliseren ketels en bokalen !!
Een
bruiloft in t zicht ?? Of een nuttig geschenk ?
Grote keus in drinkserviesen 36 of 48 stuks, eet en koffieserviezen
vanaf 1295 fr.
voor
de twee samen. Komt zien !!
Brengt een bezoek bij het huis van vertrouwen bij Staf en Nieke, Dorp 35
Leest.
Beter gekend : DE POTTENWINKEL.
5%
vermindering aan de leden van Kroostrijke gezinnen op vertoon van hunnen
lidkaart.
August Staf
Vloebergh was te Leest geboren op 3 september 1904 en hij overleed te Mechelen
op 9 mei 1975.
Hij bouwde huizen voor de mensen
een woonst waarin je dromen kon
van grote en van kleine wensen
hij bouwde huizen in de zon.
Hij bouwde huizen in de regen
een haven waar je schuilen kon
waar veel gezegd werd, veel gezwegen
een plaats waar vreugd en leed begon.
Hij was een tempel voor de mensen
met open deuren voor mekaar
met open ramen voor hun wensen
en met een haard als een altaar
Heer, nu het mei wordt op deez aarde
schenk hem het huis door u beloofd
een huis van wereldvreemde waarde
een thuis voor wie in U gelooft.
Melanie Nie Bareel
Van Dam, geboren te Leest op 25 december 1907 overleed te Mechelen op 21 maart
1989.
Als men ons vragen zal :
wat deed ze, deze vrouw ?
dan zullen we wel duizend daden noemen
en ook de winkel en het tateren, het boenen,
maar toch, ze bad vooral,
ze bad in vreugd en rouw.
Het echtpaar kreeg negen
kinderen, waarvan de oudste twee zonen zeer jong overleden. De eerste, Louis, was te vroeg geboren en heeft niet lang geleefd. De tweede, ook een Louis is vier maanden geworden en overleed aan een fleuris. De Louis die wel overleefde zou een onuitwisbare stempel drukken op de
gemeente, o.a. als oud-chiroleider,
oud-politicus, stichter van Vevoc
1960 13 juni 1960
Gemeenteraadszitting :
Aanwezig : Frans De Prins
(waarnemend voorzitter), Ferdinand De Prins
(schepen), Pieter Verbeeck, Frans
Van der Hasselt, Henri Van Den Heuvel,
Henri De Bruyn, Jules Geens,
Constant Buelens (raadsleden) en Egied Bradt,
Secretaris.
-4de punt : opheffing van de gemeentelijke
meisjesschool.
De Raad : gezien er een vrije
gesubsidieerde meisjesschool werd opgericht te
Leest op 1/9/1959;
Gezien alle leerlingen der
meisjesschool zijn overgegaan naar de vrije school.
Overwegende dat er nog en
gemeenteschool voorhanden is waar ook de meisjes
kunnen naartoe gaan. Gezien de
gemeentelijke meisjesschool overbodig is
geworden, besluit : de
gemeentelijke meisjesschool te Leest wordt opgegeven
met ingang van 1 september 1959.
In de zitting van het
schepencollege van 14/3/60 onder voorzitterschap van
burgemeester Em. Verschueren
besloot het college om de moeder-overste van
de Zusters Annonciaden van
Huldenberg opdracht te geventot het
opstellen van
een inventaris en een schatting van
de aktuele waarde van school, schoolmeubelen
en klasbenodigdheden en in de gemeenteraad
van 11/4/1960 werd besloten
schoolmeubelen en boeken over te
laten aan deze vrije meisjesschoolvoor
62.000 fr. (50.000 fr voor de
schoolmeubelen en 12.000 fr voor de boeken)
De Band publiceerde een opmerkelijk
artikel daaromtrent onder de titel :
LET OP UW ZAAK.
Geen appelen voor citroenen zoudt
ge als opschrift kunnen verwachten beste
Lezers en Lezeressen, maar het
geldt hier iets biezonders, wat thans U zal worden
voorgehouden.
Wanneer het eerstvolgende nummer
van De Band verschijnt, zullen er
verschillende van onze lezers en
lezeressen in de hoedanigheid van OUDERS
voor hun kinderen n andere school
hebben gekozen. Omdat hun kinderen ofwel
hier ter plaatse zijn afgestudeerd
ofwel omdat zij hun kinderen zo vroeg mogelijk
n stiel willen laten leren.
Niemand kan daar iets tegen hebben? Maar men kan er
wel iets tegen hebben en zelfs
heel veel- dat men zich appelen voor citroenen
laat verkopen. Dat men zich
namelijk laat wijsmaken dat Neutraal-onderwijs
evengoed is als Kristelijk
Onderwijs.
Als kristen mens en lezer van De
Band, waarin ik als ieder ander mijn opinie
eens mag uiteenzetten breek ik n
lans voor het Kristelijk onderwijs voor al onze
jongens en meisjes. Alleen in en
door dat onderwijs dat niet alleen in de Vrije
Katholieke scholen wordt gegeven,
maar ook (en Goddank) in zeer vele
stadsscholen welke uitdrukkelijk en
positief christelijk onderwijs nastreven en
verstrekken- wordt de kristelijke
opvoeding van de kinderen van gezinnen
aangevulden voortgezet. >MAAR NIET EN NOOIT in n
NEUTRALE SCHOOL!
Als kristen mens denk ik er zo over
: hangt er thuis een kruis, dan moet er ook
een in de school hangen. Welnu dat
kruis, het teken van n kristen mens vindt
men alleen in n kristelijk
onderwijs inrichting.
Onze Bisschoppen-dragers van het
goddelijke gezag en verantwoordelijken
voor de katholieke opvoeding van
gans onze jeugd, ook van de onze- zullen U
zeggen dat het in geweten niet te
verantwoorden is dat kristelijke ouders hun
kinderen zonder zware redenen aan
neutrale onderwijsinrichtingen
toevertrouwen. Lezers en Lezeressen van De
Band vergeef me mijn vrijpostigheid U mijn
mening hieromtrent te hebben
uiteengezet. Ik deel het omdat ik in n soldatenblad
als n waar soldaat van Kristus
wilde ijveren voor ZIJN zaak en...deUWE!
Het artikel was ondertekend met Miles.
1960 18 juni : Disteluitroeiing
Gemeentewerkman
Vloeberghen kreeg de opdracht om distels uit te roeien
op een met tarwe en
gerst beplant land langsheen de Kapellebaan.
Dit gebeurde op
kosten van de eigenaar een landbouwer uit de Kapellebaan.
(VVH)
1960 Zondag 26
juni : Grote Voetbalmatch K.W.B.-B.J.B.
Dit naar jaarlijkse gewoonte en ten
voordele van de Lourdesactie.
De ploegen waren als volgt
samengesteld :
KWB : Jan Casteels, Leopold
Bas en Louis Keulemans (invallers).
Louis Vloebergh, Jozef Vloeberghen,
Jozef Polfliet, Emiel Polfliet, Felix
Polfliet, Louis Selleslagh, Hubert
De Wit, Jan Geets, Th.De Prins, Désiré Van
Winghe en Leo Hellemans.
BJB : Jerome Verbruggen,
August Peeters, Willem Slachmuylders, Achiel Van
Winghe, Henri De Smet, August
Verbruggen, Frans Verbruggen, Aloïs Bevers,
Herman De Wit, Eduard Diddens en
Louis Van Winghe.
De uitslag is ons niet bekend.
1960 3 juli : Feestvergadering
Vrouwengilde
met voordracht over Begrip voor de jeugd van
deze tijd.
1960 3 juli : Eerste
Prijs voor Kon. Fanfare St.-Cecilia te Tisselt
Door de K.F. Concordia van
Tisselt werd ter gelegenheid van haar 100-jarig
bestaan een Festival met
Muziekwedstrijd in stapmarsen gegeven.
St.-Cecilia Leest behaalde 599 op
660 punten of een 1ste prijs met lof van de jury.
1960 10 juli :
vertrek Lourdesbedevaart over Lisieux.
Een reis van 7 dagen, zonder
nachtrit. Vertrek 10 juli.
Prijs : 2.475 frank, hotels en
geestelijke leiding inbegrepen.
Inschrijving bij weduwe Piessens
Dorp of café bij de Croes in het Dorp.
1960 23 juli : 50
Chirojongens vertrokken op Bivak naar Overpelt
Fotos:
-De Guide, Gust De Prins als fiere soldaat.
-Bij Nieke en Staf vindt u zeker wat u nodig heeft
-Louis Vloebergh, zoon van Staf en Nieke uit de Pottenwinkel.
1960 Zaterdag 6
februari : Huwelijk Alfons Polspoel-Lisette Fierens
De
Heer en Mevrouw Jan Fierens-Christiaens en de Heer en Mevrouw Frans
Polspoel-Maes, hebben de eer u het huwelijk aan te kondigen van hun
dochter
Lisette...en hun zoon Alfons...
De
huwelijksinzegening gevolgd van de plechtige Heilige Mis, zal plaats hebben
op
zaterdag 6 februari 1960 te 10 uur, in de parochiekerk van de H. Niklaas te
Leest.
Adres ouders bruid : Winkelstraat 17 Leest.
Adres ouders bruidegom : Vinkstraat
3 Leest.
Gelegenheidsadres: Winkelstraat 16
Leest.
Fons Polspoel werd te Leest geboren op 14 november
1934 en hij overleed te
Mechelen op 21 november 2000.
Lieve
liefste, ik dank je voor de schitterende jaren die ik samen met jou
mocht
beleven. Je vrouw
Ooit
zei een man me : Gij zijt zeker een dochter van Fons van Zillekes ?!
Ik
antwoordde verwonderd : Ja, hoe weet gij dat ? en de man zei :
dat
spreekt voor zich ! Een mooier compliment heb ik zelden gekregen
Hilde.
1960 14 februari :
Algemene vergadering van de Parochiale Vrouwengilde
met voordracht over Water, vriend en
vijand, dit voor 135 aanwezigen.
De winnaressen van de
Lourdesbedevaart waren Rosalie Simons-Hellemans
uit de Mechelbaan en Victorina
Lamberts-Verlinden uit Rennekouter.
Deze dames vertegenwoordigden de
gilde en al haar leden op de bedevaart die
plaatsvond van 10 tot 17 mei 1960.
1960 15 februari :
Voordracht Boerengilde
Bij Apers aan de brug gaf de
Boerengilde een voordracht met als thema
Slateelt.
1960 15 februari :
Bijeenkomst ijveraars mannenbond H. Hart in de pastorij.
1960 16 februari :
Kaartavond in het parochiehuis.
1960 19 februari :
Deze dag werden de echtelingen De
Croes-Van den Heuvel zwaar
beproefd. In een tijdspanne van vijf uur overleed enerzijds de vader en
anderzijds
de
schoonmoederuit dit huisgezin.
1960 21 februari :
Dansavond St Cecilia.
1960 Van 22 tot 25
februari : Retraite te Antwerpen Parochiale Vrouwengilde
Predikant : E.P. Verfaille.
1960 23 februari :
Spreekbeurt Pater De Laet
Op initiatief van de BWB hield
pater De Laet een spreekbeurt over zijn
belevenissen in Kongo.
1960 23 februari :
Kookdemonstratie
Een kookdemonstratie werd gehouden door de electriciteitsmaatschappij.
Het
ging over het klaarmaken van o.m. taarten bij middel van de electrische
cuisiniere Deze demonstratie ging door in Ons Parochiehuis.
1960 Zondag 6
maart : Afscheidsfeest van pater De Laet met filmavond
Een overweldigend succes : het
parochiehuis was tot de laatste stoel bezet.
Om 19 uur werd de driedelige film
Tokende vertoond, een prent waarin het
verloop van een missieleven werd
behandeld.
De opleiding tot missionaris of
missiezuster kwam aan bod, hun wijding,
hun vertrek en afscheid en de
aankomst in het missiegebied.
De moeizame tocht naar hun
bestemming door wouden en moerassen en
hun eigenlijke taak aldaar : zieken
verzorgen, onderwijs geven, missiewerk...
Pater De Laet dankte in zijn
humoristische stijl alle aanwezigen en gaf het
startschotvoor te tombola.
De hoofdprijs, een originele Afrikaanse
speer, werd tot ieders genoegen in de
wacht gesleept door pater
Clementiaan.
Tot slot sprak Miel Polfliet een
dankwoord uit in naam van de parochiale
organisaties en deed een oproep om
de missies te blijven steunen.
René De Laet
René werd in de
Tiendeschuurstraat geboren als achtste kind van elf van de latere burgemeester
Victor en van Julia Meuldermans. Tot en met het vijf leerjaar liep hij school
in de jongensschool te Leest daarna volgde hij nog twee jaar les aan het
Mechelse college. Zijn verdere humaniorajaren was hij intern aan het
kleinseminarie te Hoogstraten, waar ook zijn vader op school was geweest. Dan
trad hij in bij de Missionarissen van Afrika, de Witte Paters (1943). Dit
betekende: tweejaar filosofie, een jaar noviciaat en nog
vier jaar theologie respectievelijk te Boechout, Varsenare en Heverlee. Op 8
april 1950 werd hij priester gewijd. Zijn eremis deed hij te Leest op 16 april.
Meer dan een halve
eeuw was hij missionaris in Afrika (Belgisch Congo, later : Zaïre en momenteel
: Demokratische Republiek Congo). Steeds in de Noord-Oost provincie met een
ondergrond vol rijkdommen, mee de basis van de voortdurende spanningen en
oorlogen.
René vertrok naaar
de missie in Bunia. Hij werd er benoemd op de aumonerie in Kilomines (waar
ook de hoofdzetel van de goudmijnontginning van Kilo-Moto was). Hij leerde er
Swahili, de taal in oostelijk Kongo en werd er professeur en commerce aan de
middelbare school voor het administratief personeel. Later (tot 1970) woonde en
werkte hij als onderpastoor, daarop als pastoor in Badiya, veertig km
westwaarts van Bunia en leerde daartoe Kibira, de plaatselijke taal.
Precies in die periode
begonnen in Kongo, na de onafhankelijkheidsverklaring, de eerste politieke
moeilijkheden(juli 1960). Maar ze waren
een lachertje in vergelijking met de bezetting en de terreur door de rebellenbeweging
Simba (van 1/9 tot 1/12/1964).
Hij kreeg nieuwe
posten : eerst onderpastoor aan de kathedraal van Bunia (1970 tot 72) en dan
acht jaar in Geti (tot 1980), zestig km bezuiden Bunia en bij de grens tussen
(toen) Zaïre en Oeganda.
Na een verlof in
Leest (1978) realiseerde René in Geti het Centre des Jeunes met o.a. een
bibliotheek. Zijn missiegebied was wel uitgestrekt : ongeveer honderdtwintig km
van noord naar zuid en een veertig km van oost naar west met tezamen een
honderdtal schoolkapellen.
En opnieuw verhuizen : terug voor zes jaar (van 1981 tot 1987) naar het
vroegere Kilomines, nu Bambu. Een paar keer (1981 en 1986) was hij op verlof in
Leest. Maar intussen had pater René, na vierendertig jaar verblijf in Kongo,
voor het eerst moeraskoorts of malaria gekregen (1984). En in Bambu werd zijn parochie
overgenomen door drie inlandse priesters (1987). Zo verhuisde hij naar het hem
bekende Badiya. Daar kreeg hij een tweede, zware malariacrisis (1990).
Het jaar nadien was
er feest : een zesendertig m lange brug der vriendschap, een Baileybrug over
de Shari een rivier op drie km van de missiepost werd er ingehuldigd.
Dankzij de hulp van heel veel mensen uit o.a. Heist a/zee (waar een confrater
woonde), uit Leest en van elders kon het materiaal ervoor (in België) worden
aangekocht en de brug aangelegd.
Omwille van een
oogkwaal was hij (1993) in België. En al kreeg René drie jaar later een nieuwe
benoeming in Geti, na amper drie maanden stond hij hier terug, nu omwille van
de rebellenbeweging van Kabila, die ageerde tegen de dictatuurvan Mobutu
(1996).
Met een Canadees en
een Nigeriaan, confraters, ontsnapte hij te voet door het moerasgebied van de
Semliki, een grensstroom tussen Kongo en Oeganda. Maar het volgende jaar (1997)
was hij weer in Geti.
Tijdens zijn eerste
verlof erna werd hij op Pinksteren (2000) in Leest gevierd voor zijn gouden
priesterjubileum. En daarna vertrok hij opnieuw : bestemming Geti.
Bij een overval op
de missie werd hij er (begin 2001) bijna doodgeschoten. Dronken, gedrogeerde gewapende
mannen eisten de missieauto op. De pater hield er een oorletsel aan over : zijn
gehoorvlies bleek gescheurd en werd in België geopereerd. Toch vertrok hij nog
maar eens (september 2001). En al zou zijn parochie in Geti (2002) doorgegeven
worden aan inlandse priesters, geen enkele plek was nog veilig en noodgedwongen
moest René terugkomen naar ons land (mei 2002). Tijdelijk verbleef hij bij zijn
zus in Battel. Tot hij (in januari 2003) opnieuw dit keer voor het laatst naar
Zaïre ging.
De onlusten in Bunia
en ruime omgeving duurden echter voort en (in mei 2003) diende hij definitief
terug te komen na meer dan een halve eeuw missiewerk !
Thans verblijft hij
te Antwerpen op de Prokuur der Missionarissen van Afrika.
Ook dit mag vermeld
: bij haar honderdste verjaardag vergat Stefanie Van Steenwinkel (°1905) haar
overbuur in de Tiendeschuurstraat niet. In plaats van aan haar geschenken en
bloemen te geven, vroeg ze te storten op een rekeningnummer voor de missie van
Badiya, waar René vijfentwintig jaar gewerkt had ! Zo kon ze hem 1.157,5 euro
schenken !
(Wilfried Hellemans
: De Sint-Niklaasparochie in Leest)
Fotos:
-Huwelijksfoto van Alfons Polspoel en Lisette Fierens.
-René De Laet, tijdens één van zijn vele afreizen.
1959 4 november :
Hombeek de echtelingen Viktor en Marie Van Den Brande
Daelemans, Brede Driesstraat 6,
vierden hun gouden bruiloft.
Viktor, geboren te Leest op 7 januari 1888 en oud-strijder
1914-18 heeft altijd
gewerkt bij de NMBS als
wisselwachter te Muizen. Deze dienst nam hij 32 jaar
waar. (KH)
1959 woensdag 19
november : Gezellig samenzijn KWB
Louis Solie :
Ons gezellig samenzijn met 85 aanwezigen, werd
geopend met het arbeidersgebed, voorgeboden door de wijkmeestersploeg. In zijn
openingswoord dankte voorzitter Richard Van Praet voor de opkomst en
onderlijnde dat het ook mogelijk zou moeten zijn voor evenveel leden de andere
bijeenkomsten bij te wonen.
Na de lekkere soep deed de clown Luppe Kasoe zijn
eerste optreden dat zeer in de smaak viel. Na de volledige maaltijd nam
verondsvoorzitter Jan Goovaerts het woord. Spreker gaf een overzicht van de
plaatselijke werking in de afgelopen jaren en legde er de nadruk op dat de
leden hun wensen en verlangens zouden bekend maken aan het bestuur. Hierna werd
de stemming opgedreven door Luppe Kasoe en door talrijke liederen die samen
werden gezongen. Felix Pofliet won de quiz samen met Louis Keulemans.
Amuseerden het gezelschap : Jozef Meuris, Emiel
Silverans, Felix Polfliet en Juul Geens. Intussen werden de bierglazen gevuld
en geledigd, weer gevuld en opnieuw geledigd
Namens het bestuur dankte gewestleider Emiel Polfliet
onze proost die verplaatst werd. In zijn wederwoord vroeg onze proost dat er te
Leest meer samenwerking zou tot stand komen tussen de verschillende
organisaties. Spreker zal onze parochie niet vergeten om de vriendelijkheid en
de genegenheid van gans de bevolking.
Met het gebed en de avondzegen werd dit samenzijn
besloten.
(DB,nr.12,1959)
1959 Dinsdag 24
november : Studiekring KWB over de Grondbelastingen
Gegeven door de nieuwe
verantwoordelijke van de studiekringen Jan Casteels.
1959 25 december :
Toneelavond B.J.B.-meisjes.
Op kerstdag hielden de BJB-meisjes
hun jaarlijkse toneelavond.
Op het programma : zang, reidansen,
ritmische oefeningen en het toneelspel
Het Blanke Negermeisje naar de
roman van C.R. Sumner, voor damestoneel
bewerkt door F.J. Rostink.
De rollen waren in handen van Paula
Bradt, Mariette De Prins, Emilia
Verbruggen, Roza Somers, Florentine
Muysoms, Jeannine Van de Poel, Maria
Emmeregs, Jeanne Beullens en Maria
Vloeberghen.
De regie was in handen van Jozef
Coeckelbergh.
1959 Op 31
december telde Leest 1842 inwoners.
1959 In 59 kreeg
de fanfare St.-Cecilia met twee voorzitters af te rekenen.
Frans De Prins volgde zijn vader
Pieter op als fanfarevoorzitter en daarnaast
nam hij ook het landbouwbedrijf, de
Rendelbeekhoeve, over.
Hij werd te Leest geboren op 24
december 1922.
Frans was muzikant en ook schepen te Leest
van 1959 tot 1964.
Omwille van interne
meningsverschillen verliet hij de fanfare in november en
samen met hem stapte een vrij groot
aantal muzikanten en ereleden op,
vooral mensen uit de buurt van de
Kleine Heide.
Hij werd opgevolgd door Leopold
Pol Piessens.
Pol van den Blokmaker was te
Leest geboren op 28 maart 1916 en overleed
te Mechelen op 14 juni 1980.
Voor 40 was hij slagwerker in de
fanfare. Vanaf 1945 werd hij bestuurslid en
In 1959 was hij een korte tijd
ondervoorzitter om dus datzelfde jaar voorzitter
1959 Op zondag 14 juni ging in Ons Parochiehuis een vergadering door
voor de
moeders van de
Chirojongens. Een 20-tal moeders waren aanwezig.
Leider Louis Vloebergh
handelde over de rol van de moeder in betrekking tot
het aanstaande bivak
waaraan een 60-tal jongens zouden deelnemen.
Dit ging door van 16 tot
26 juli te Lichtaart.
1959 2 juli : In het Belgisch Staatsblad van 2 juli verschenen drie KBs
van 16/5/59
waarbij de Leestenaar Jan
De Decker als vertegenwoordiger van de werknemers
werd benoemd in de
volgende Nationale Paritaire Kommissies van het Ministerie
van Arbeid :
Zelfstandige Kleinhandel,
Maatschappijen voor Hypothekaire Leningen,
Sparen en Kapitalisatie
en Onafhankelijke Cokesfabrieken en Ondernemingen
voor Synthetische
Producten.
Jan De Decker was reeds
benoemd in het Nationaal Paritair komité voor de
Wisselagenten.
1959 Op zondag 5 juli vierde de Parochiale Vrouwenbond van Leest het
35-jarig
bestaan van de afdeling.
1959 12 juli : Groot gewestelijk ruitertornooi van de B.J.B. in de
Bist en op de
weide van F. Muysoms.
Leestenaar Frans
Verbruggen klasseerde zich vierde in het stoelrijden.
1959 16 juli : Melanie De Wit (Zuster Dominika) opnieuw naar de missies
vertrokken.
De omhaling die zij deed
in de kerk bedroeg 5.241 fr.
Melanie De Wit
Werd geboren te Leest op 11 december 1910. Op 5-jarige leeftijd verloor ze
haar moeder en op haar twaalfde was ze volledig wees. Ze stamde uit een gezin
van zes kinderen. Te Leest volgde ze de lagere school en ging nadien naar de
Zustersschool te Kapelle-op-den-Bos.
Ze was lid van de Eucharistische Kruistochtgroep en van de B.J.B.-meisjes
waar ze zich elk jaar liet opmerken op de toneelvoorstelling met tweede
kerstdag.
Reeds heel jong voelde ze zich aangetrokken tot het kloosterleven maar haar
verantwoordelijkheid voor haar oude grootmoeder, het mensje werd 92, hield haar
thuis.
Pas toen ze twintig was kon ze intreden bij de Dochters van O.L.Vrouw van
het H. Hart te Buggenhout. Ze deed er haar professie als zuster Maria Dominica.
Ze werkte de eerste vijf jaren in België om op 12 februari 1937 te
vertrekken als missiezuster naar
Coquilhatstad, het toenmalige Belgisch Kongo. Dat was toen nog voor altijd,
terugkomen zat er niet in. Daar kwam pas verandering in na de Tweede
Wereldoorlog. Van dan af mochten de missionarissen elke zeven jaar terugkeren
naar hun heimat en niet veel later om de vijf jaar.
Zuster Dominika moest die eerste keer haast veertien jaar wachten. In 1950
was ze voor het eerst terug in Leest en opnieuw in 1959. Dan ondernam ze haar
derde afreis via Rome waar ze een week in hun klooster verbleef samen met een
nicht van paus Joannes XXIII, ook een kloosterlinge.
Ook in maart 1976 bezocht ze haar geboortedorp. Ze stond toen in voor de
algemene bevoorrading. In Iyonda waren acht straten met ongeveer zeventig
zieken per straat.
In 1981 kwam ze terug naar België en verbleef in de gemeenschap van
Carnières (Henegouxen). De laatste weken van haar leven verbleef ze in het
ziekenhuis.
Melanie De Wit overleed te Ukkel op 29 maart 1990.
Tegen pater Clementiaan vertelde ze in 1959 waar ze zoal mee bezig was :
wij hebben scholen, wij
bedienen staatshospitalen, leprozories (waar de melaatsen worden verzorgd) en
staan dagelijks in de dispensaria om patiënten te verzorgen, medicijnen uit te
delenen vooral de moeders met hun
kindjes te helpen. Tot diep in de brousse zijn er kleine moederhuizen gebouwd
waar de Kongolese moederkens komen bevallen als ze te ver van de stad afwonen.
Jaarlijks hebben wij honderden dopen toe te dienen.
Van het geestelijk leven
van onze kristenen mogen we zeer tevreden zijn. Ik herinner me dat, toen ik
kosteres was te Bokete, er op één jaar over de 100.000 communies waren.
In sommige posten gaan de
inboorlingen elke dag naar de mis en elke avond om 5 uur wordt gezamenlijk het
avondgebed gebeden, daarna is er biechtgelegenheid.
Missionaris zijn is het
schoonste wat een mens dromen kan
Ze schreef vele brieven die in De Band gepubliceerd werden. In 1976
beschreef ze haar werk bij de melaatsen :
ik verblijf nu al
enkele jaren bij de melaatsen en ik ga er ook terug naartoe. Nu weet men dat de
melaatsheid minder besmettelijk is dan men aanvankelijk dacht. Velen van u
hebben al gehoord van de Damiaanactie. Zij zetten mensen in om de melaatsen te
gaan opsporen. Zij zorgen dat we gratis specifieke geneesmiddelen krijgen. Zij
bekostigen ook de stages die bij ons in Iyonda gegeven worden tot speciale
opleiding van verpleegkundigen in de melaatsen behandeling. Maar bij velen
blijft de vrees dat de ziekte te wijten is aan de boze geest.
Daarom verbergen die
mensen hun ziekte zo lang mogelijk. Men zegt dat de melaatsheid geneesbaar is.
Dat is voor een groot deel zeer juist. Zodra men zich bij de eerste
verschijnselen laat verzorgen en regelmatig de nodige geneesmiddelen neemt kan
men er ook van genezen. Maar niet iedereen geneest omdat juist de
ongeneeslijken die naar ons melaatsendorp komen en er ook blijven. Zo zijn er
momenteel nog meer dan 500 melaatsen in Iyonda.
Gezien hun grote wonden,
hun verminktheid, hun weerzinwekkende toestand of schrif voor de boze geest,
worden die mensen in hun dorp niet meer aanvaard. Bij ons hebben ze een eigen
wereldje geschapen, en leven, gezien hun toestand, vredig en gelukkig, omdat ze
door ons als gewone mensen behandeld worden.
Ze verlangen dan ook
niets anders dan een beetje geborgenheid, een onderdak, kleding, voedsel,
en een beetje begrip. Zolang ze kunnen staan ze in voor eigen onderhoud.
Sommigen worden in de leprozerie zelf aan het werk gezet, anderen gaan op
visvangst, nog anderen leven van de opbrengst van hun velden, die ze onder
elkaar aan de man brengen. Die mensen wonen elk in hun eigen huisje.
De zieken met grote
wonden of gans verminkt door de ziekte, worden in het hospitaal opgenomen. Die
sukkelaars komen gans ten laste van de zuster. Wel ontvangen we gratis de
nodige geneesmiddelen, maar die mensen leven niet van enkele pillekens per
week. Er moet ook voor voedsel en kleding gezorgd worden. Er is tot nog toe
geen enkele liefdadige instelling die daar voor in staat, of ook maar blijvende
steun geeft.
Die mensen hebben dus
niemand naar wie ze kunnen gaan tenzij de zuster. Wij staan door ons werk zeer
dicht bij hen. Het is de zuster die wonden verzorgt, de verminkten en
ouderlingen helpt en de stervenden bijstaat. Ze vinden het normaal dat de
zuster naar hen luistert, dat ze begrip heeft voor hen, dat ze haar alles mogen
vragen, dat ze altijd bereid is alles te geven ook zichzelf.
En toch staan we zeer
dikwijls met beperkte krachten en een tekort aan mogelijkheden. Weten jullie
mensen in België nog wat armoede is ?Kunnen jullie in volle werkelijkheid nog realiseren wat het zeggen wil
te bidden : Geef ons heden ons dagelijks brood Brood dat we hier in
overvloed bezitten.
Toen ik in maart afreisde
uit Iyonda kwamen de mensen naar me toe om me de hand te drukken en me goede
reis te wensen. En hun grootste bekommernis was : zuster , ge komt toch zeker
terug, en ge zult ons toch niet achterlaten ?
Die vraag was voor mij
als de vraag van Kristus zelf.
Ik ga dan ook terug naar
de evenaarsstreek waar ik al bijna veertig jaar werkzaam ben. Ik ga terug naar
de melaatsen van Iyonda, niet om grote dingen te doen, maar alleen omdat Gods
liefde me dwingt terug te gaan naar de armsten der armen. Ik ga terug om naar
hen te luisteren en hen te helpen zoveel als kan door uw vrijgevigheid ga ik
ook terug in uw naam.
Ons werk in de missie is
niet af en zal misschien nooit af zijn. Een missionaris is ook een mens met
beperkte krachten. Daarom doe ik een beroep op de jeugd die zich nog wil
inzetten voor een ideaal. Bid dus voor nieuwe roepingen hoe onmodern dit ook
moge klinken.
Beste vrienden, bid ook
voor uw missionarissen. Vraag voor hen de nodige steun en sterkte en gedenk hen
met een mild hart waarvoor ik u in naam van al onze melaatsen, en vooral ook in
mijn eigen naam, oprecht dank.
De klasse 1960 telde 13
ingeschrevenen + 9 die ertoe hoorden wegens uitstel.
Van die 22 militianen vroegen er 14
uitstel, zodat het contingent 1960 slechts
uit 8 dienstplichtigen bestond.
De 14 vragen om uitstel omvatten :
1 wegens kostwinnerschap, 7 wegens
studieredenen, 4 wegens hoger
onderwijs en 2 omwille van broederdiensten.
Het ging hier om : Willy
Slachmuylders, Firmin Van den Brande, Jan
Verbruggen, Robert Verbruggen,
Jorome Verbruggen, Walter Stuyck,
Frans Fierens, Herman Bradt, Willy
Bradt, Wilfried Hellemans, Guido
Hellemans, Paul Polspoel, Julien
Polspoel en Frans De Maeyer.
1960 Geboren in
1960Overleden
in 1960
Beullens EddyVloebergh Louis
De Prins WillyRobeyns Frans
Selleslagh JozefCnops Veronica
De Laet StefaanHuybrechts Frans
Muyldermans BeatrixDe Croes Jaak
De Prins FransDe Wit Octavie
Bas DirkVan den Bempt Victor
Van Praet PetrusLeemans Eduard
Van Dijck VivianeDe Prins Petrus
Mertens VeraBoey
Joannes
Van Roy LuciaGobien Willem
Goossens LudoVan den Broeck Frans
Moons ErmelindaVan den Eede Petrus
Piessens PaulDe Muyer Virginia
De Prins FrederikaSomers Jan
Solie RudiVan Ingelghom Helena
Jacobs MarinaVan Praet Jan
De Decker HedwigVan den Brande Louisa
Robeyns LucasBeullens Arnold
Spinnael MadeleineGobien Victor.
De Smet Nadine
De Prins Rudolf
Vloeberghen Maria
De Hondt Patrick
De Bleser Daniella
De Reydt Donald
Gobien Wilhelmus
De Meester Mark
Brugghemans Herman
De Wit Erna
Jules Emmanuel Hellemans Lieven.
(DB, nr.1,1961)
1960 Ongeval
(enkel jaartal bekend)
Op
de baan naar Heffen ter hoogte van het voetbalterrein, deed de genaamde
Celine Van Beveren (foto) een val en werd daardoor aangereden door een
auto,
die
het slachtoffer wou mijden doch er niet meer in gelukte.
Zwaar verwond werd zij ter verpleging overgebracht naar het Stedelijk
Gasthuis
te
Mechelen, waar zij voor verdere behandeling verbleef.
Naar
wemet vreugde konden vernemen is zij
thans aan de beterhand, zodat
alle
gevaar schijnt geweken te zijn.
Wij
wensen aan onze dorpsgenote een spoedig en algeheel herstel toe en een
spoedige terugkeer bij haar ouders en zuster. (De Band,1960)
Uit dankbaarheid voor de goeie
afloop gingen moeder Marie en Celine te
voet naar Scherpenheuvel, samen met
de Kompagnie.
Celine is een dochter van Hendrik
Van Beveren (°Hombeek 5/6/1913, +Leest
6/8/1989) en van Maria Busschot
(°Leest 11/7/1915, +Leest 29/7/1989).
Het echtpaar had nog een dochter
Clara en woonde in de Scheerstraat.
Celine zou jarenlang een
kapperszaak uitbaten in de Vinkstraat.
1960 Ongeval (enkel
jaartal bekend)
Maandag
21 dezer deed er zich te Mechelen in het Stedelijk Gasthuis een
ongeval voor, waarvan onze dorpsgenoot Vloebergen Jan, het slachtoffer
werd.
Werkzaam zijnde boven een lift stortte deze naar beneden en werd Vloeberghen
alhoewel hij wou wegspringen, toch nog gevat en het been verpletterd.
Hij
werd ter plaatse voor verzorging en verdere behandeling gehouden.
(De
Band-1960)
1960 Overlijden
(enkel jaartal bekend)
We vernamen dat het eerste geboren kindje van onze sympathiek gebleven
Hugo
Verlinden, wonende te Bonheiden, kort na de geboorte overleden is.
Wie
zou Hugo niet kennen, hij die zoveel presteerde in de Parochiale werken
onzer
gemeente. Wij voelen het zeer goed an dat dit pijnlijk treffen hem en zijn
echtgenote zwaar moet wegen. Wij kunnen niet anders dan hen beiden ons
medevoelen betuigen, zulks moge een kleine troost zijn.
(De Band- 1960)
1960 Januari : Nieuw
lokaal voor Landelijke Jeugd
De meisjes van de Landelijke Jeugd
kregen van de pastoor een nieuw lokaal
toegewezen in ons Parochiehuis.
1960 17 januari : Afscheidsfeest
van zuster Liberta
...ondanks
het gure weder was de opkomst zeer bevredigend en mochten we
andermaal meer dan twee uren nader kennis maken met het missieleven.
De
feestavond werd ingezet door de Koninklijke Fanfare Arbeid Adelt onder
leiding van de heer Van der Taelen, om plaats
te maken voor de Koninklijke
Fanfare Ste Cecilia onder leiding van de heer Rik De Bruyn. (...)
Terwijl plaats geruimd werd om de filmvertoning te geven werd door
Mejuffer
Reinhard
enkele woordjes gezegd en dan nog wel terloops voor haar Linneke
en
deed vooral een beroep op de vrijgevigheid der aanwezigen om in de mate van
het
mogelijke geldelijke steun te verlenen.
De
filmvertoning zelf was en parel ! Met omlijsting van zeer gepaste muziek
hebben de aanwezigen mogen kennis maken met een der schoonste
missiewerken
n.l.
bij de Melaatsen. (...)
Wij
wensen onze dorpsgenote een voorspoedige reis toe, het behoud van een
goede gezondheid en een verder mooi apostolaat door Gods zegen !
(De Band, nr.1-1960)
1960 31 januari : Feestavond
Chirojongens
Hoogtepunt van de avond was de film
Het licht der bergen.
1960 2 februari : Lesnamiddag
Parochiale Vrouwengilde
Veeverbetering op nieuwe banen,
door dhr Hellemans uit Duffel.
Niet alleen voor de dames van de
Boerinnenbond, ook mannen waren welkom.
De Vrouwengilde telde op dat moment
227 leden.
1960 6 februari : Willem Huybrechts, lokaalhouder van Sint
Cecilia werd ten grave
gedragen. Honderden hadden er aan gehouden deze sympathieke figuur naar
zijn
laatste rustplaats te vergezellen. Dit gebeurde onder de treurtonen van de
Koninklijke Fanfare Sint Cecilia waarvan hij een groot weldoener was.
(DB maart 1960)
Bij de begrafenis
van Sooike Willem-Frans Huybrechts, erelid van de fanfare St.-Cecilia en
uitbater van café-zaal St.-Cecilia, werd door August Lauwers de volgende
afscheidsrtoespraak gehouden :
Duurbare vriend, achtbare familieleden en vrienden
van de overledene.
Het zal velen onder ons tijd en moeite kosten om zich
terdege te realiseren dat onze vriend Frans Huybrechts niet meer is. Het is
moeilijk te wennen aan de gedachte dat deze altijd tot dienst bereide mens ons
voorgoed ontvallen is.
In naam van de Koninklijke Fanfare Sint-Cecilia is het
mijn pijnlijke taak een laatste hulde en afscheidsgroet te brengen aan ons zo
diepbetreurde lid-lokaalhouder.
In u Frans verliezen wij een toegewijd en ijverig lid
en verliezen we een goede vriend.
Op ieder ogenblik, in gelijk welke omstandigheid,
mocht onze Koninklijke fanfare zeker zijn van uw dienstwilligheid en
daadwerkelijke hulp. Gij volbracht uw taak Frans in volkomen eenvoud. Gij
verlangde hiervoor geen dankwoorden of zocht geen lof. Ja Frans, uw heengaan is
voor ons een groot verlies en gij laat een onvervangbare leemte in onze rangen
na.
Maar wat is onze droefheid in vergelijking met het
ontzaglijke leed dat uw familie treft. Voor hen is uw heengaan een
onherstelbaar verlies. Zij hoopten nog vele jaren uw liefde en genegenheidte mogen ondervinden.
De Heer van Leven en Dood besliste er echter anders
over. Wij buigen het hoofd voor zijn Goddelijke wil.
Zwaarbeproefde familie, uw geliefde echtgenoot en
vader is niet meer op aarde, doch als christenen weten wij, dat hij nu eerst
begonnen is aan het eigenlijke leven, het eeuwig leven, waartoe wij allen
voortbestemd zijn. Duurbare familie, wij delen in uw zware rouw om dit grote
verlies. Namens de Koninklijke fanfare Sint-Cecilia drukken wij ons aller
christelijke deelneming uit.
Wij houden zijn aandenken in hoge ere.
Willem-Frans
Huybrechts was te Leest geboren op 29 december 1906 en hij overleed te Mechelen
op 1 februari 1960.
Hij minachtte niemand, deed niemand nadeel, heeft
geen laster gekend en uit liefde tot God bewees hij gaarne dienst aan elkeen,
iets zeer zeldzaams in deze moderne tijden. Daarom zal hij n blijvende herinnering
zijn bij allen die hem gekend hebben
Zijn echtgenote
Joanna Mathilda Jeanne van Sooike De Bruyn was te Bornem geboren op 20
september 1906 en overleed te Bonheiden op 23 april 1976.
Onze dierbare overledene was goed en zacht van harte,
bescheiden in haar woorden, zacht in haar gesprekken, geregeld in haar werk,
gedienstig en behulpzaam voor ieder. Aan al degenen die haar gekend hebben, zal
haar gedachtenis dierbaar zijn, want zij deed haar beminnen door goedheid van
haar karakter en de vriendelijkheid van haar omgang
Het echtpaar had één
zoon : Leopold Polle Huybrechts.
Sooike en Jeanne
werden lokaalhouders van café-zaal St.-Cecilia in 1931. Hij was een
lokaalhouder die door de Cecilianen op handen werd gedragen omdat hij uit volle
overtuiging op zijn manier meewerkte aan de uitbouw van de fanfare.
Alle concerten en
een groot deel van de repetities vonden plaats in het fanfarelokaal. Maar ook
op de werkdagen was er volk in de zaak. Landbouwers die van de markt kwamen en
arbeiders die van hun werk naar huis gingen, kwamen langs om nog wat met elkaar
te babbelen of om het laatste nieuws van de fanfare te vernemen. Op
zondagvoormiddag na de mis was de zaak vol. Er werd zo goed als alle tafels met
de kaart gespeeld. Het fanfarelokaal was in die tijd het echte centrum van het verenigingsleven.
Aan de muren van het
café hingen alle diplomas van de muziekwedstrijden die de fanfare had weten te
winnen. De bekers stonden op de schouw boven de Leuvense stoof. Het verhaal
deed de ronde dat wanneer Frans Huybrechts vond dat er te weinig volk in het
café was hij naar de andere cafés in het dorp trok en daar een rondje
betaalde. Wanneer hij dan terug thuis in de eigen zaak kwam, was die meestal
met klanten gevuld.
Na het overlijden
van Sooike zette zijn echtgenote de zaak verder met de medewerking van haar
zoon Pol Huybrechts en zijn echtgenote Maria Buggenhout.
In die tijd waren er
nog geregeld bals van de Leestse verenigingen, vooral van de fanfare : het
groot bal, het carnavalbal en natuurlijk de bals ter gelegenheid van het
ledenfeest. De kermisbals organiseerde Jeanne zelf voor eigen rekening. Vooral
het bal op tweede paasdag was telkens een reuzegroot succes.
Minstens één keer
per jaar gaf ze een souper voor de muzikanten en één keer per jaar was er
biefstuk op de bestuursvergadering.
(Stan Gobien : Leest
in Feest)
Fotos :
-In het midden de kleine Celine Van Beveren. Rechts
moeder Maria Busschot, links
Forentien Tien
De Schoenmaecker uit de Blaasveldstraat.
-Willem Frans Sooike Huybrechts, de lokaalhouder van
de fanfare St.-Cecilia.
-Rouwstoet ter gelegenheid van Sooikes begrafenis.
Vooraan van l. naar r. :
Frans Robijns,
Vic Verschueren, Karel Lauwens en Gust Lauwers.
-Naamkaartje van de familie, Jeanne baatte ook een
kleine winkel uit.
Op zondagen 7, 14, 21 en 28 juni en op 5 juli 1959 : grote vijfdaagse
met oude
duiven uit Quievrain.
Lokalen te Battel, te Heffen, te
Hombeek-Heike en te Leest : De Croes, Dorp 24
en Geerts, Kleine Heide 19.
Duivenmelkers en Leest
Albert Huysmans (DB, mei 1979) :
Tot voor de Eerste Wereldoorlog
had elke duivenmelker de hulp van snellopers die na een sprint van 10 meters
elkaar aflosten. Soms moesten de ringen, van af het hok uit een slechte
richting geworpen of door mispakken der wachtenden, sakkerend ten gronde worden
gezocht om dan met tijdsverlies het stempellokaal te bereiken.
Duivenlokalen: in 1831 in
Rome, 1919 Klein Heide, 1930 Het Fort.
LG, blz. 197 :
De Luchtreiziger, zo
luidde de naam van de duivenmelkersbond van Leest, die zijn lokaal had in café
Rome bij Pier Sijmons in de Dorpsstraat (vlak tegenover het latere
St.-Cecilialokaal). Voor 14-18 hingen in dit café wel twintig regulateurs aan
de muur : de winnaar kreeg immers een slingeruurwerk.
Vroeger moest men de
duif na haar aankomst in een zakje steken, om er dan mee naar het lokaal te
hollen, zo hard men lopen kon. Enkel het merk aangebracht in de vleugel was het
enige en officiële bestatigingsmiddel. Later kwamen de caoutchouc-rekkers en
de konstateurs op de markt. Oef ! Wat was dat een vooruitgang en voor de melker
werd het aardig wat gemakkelijker. Wat was dat toch een tijd, toen we soms
uren, zoniet dagen, in de lucht stonden te turen, van het uur der lossing nooit
iets afwetend.. (Gust De Prins in De Band van maart 1976-zie verslag hieronder)
Lange tijd was er slechts
één konstateur op het dorp. Dan was het een kwestie van rap te
zijn : de duif werd
opgevangen in de duiventil, het ringetje werd van het pootje gerukt en naar
onder geworpen. Beneden stond iemand klaar om ermee naar de konstateur te
spurten. Het werd een aflossingskoers naar het lokaal.
Website De Luchtreizigers Leest Geschiedenis 18/7/2004:
Reeds van bij de
stichting van de duivenbond, rond 1905, noemde deze De Luchtreizigers. Het
lokaal was toen gevestigd in café Rome in de Dorpsstraat, tegenover het lokaal
van de fanfare. Nadien is het verhuisd naar café De Zwaan op de hoek
Dorpsstraat, Kouter.
Daar bleef de duivenbond
gevestigd tot Sinksen 1974. Toen is bij stemming beslist om naar onze huidige
locatie te trekken, namelijk café In den Bareel, tegenover de kerk.
Louis Polfliet zaliger
uit de Kouter was toen de voorzitter. Andere oud-voorzitters zijn Emiel De
Maeyer, Eugeen Vloeberghen en Kestens Henri.
Vroeger waren er twee
duivenbonden in Leest : Leest-Dorp en Leest-Heide.
In 1991 echter hield de
duivenbond van Leest-Heide, De Snelle Vlucht, het voor bekeken.
Toen ook in 2001 de
duivenbond van Tisselt met ons fusioneerde kwamen we uit op ongeveer
70 (noot: of meer cijfer na
de 0 is onleesbaar) hoklijsten, (leden).
Vroeger maakten we deel uit van het samenspel Het Zesverbond, met als
maatschappijen : Leest-Dorp, Leest-Heide, Battel, Hombeek-Dorp, Hombeek-Heike
en Heffen. Sindsdien hebben we een verbond dat luistert naar de naam Tussen
Vaart & Zenne met als maatschappijen : Leest-Dorp, Tisselt
(tot 2001), Blaasveld en
Ramsdonk over het spel op Quievrain. Voor ons Noyonspel maken ook nog Wolvertem
en Meise deel uit van dit samenspel..
Gazet van Mechelen 14 april 1983 :
Recht voor Allen
(Zesverbond)
Samenspel met De
Luchtreizigers (Leest), De Verenigde Vrienden (Hombeek), Het Vliegmachien
(Heike), De Snelle Vlucht (Leest-Heide), De Jonge Liefhebbers (Heffen) en De
Luchtklievers (Battel).
Voorzitter : Frans V.D.
Broeck.
Secretaris : Jan Geerts.
Kassier : Jos Geerts.
Vergezeller : V.D.Eynde
Van Dijck.
Toegelaten afstand
Quiévrain 91 km.
Voor Quiévrain wordt
ingekorfd volgens beurtrol. Voor Noyon wordt samengespeeld met Noord-Brabant en
Hombeek.
Inkorven bij De Laet,
Dorp Leest, van 14 tot 15u.
De Band, maart 1976 : Bij
duivenmelker Gust De Prins.
Dit artikel over één van
onze oudste Leestenaars Gust De Prins lag klaar om te verschijnen, toen we de
dorpsklok hoorden luiden over zijn dood. Daardoor wordt dit artikel tragisch
actueel. Gust De Prins, de guide genoemd, omdat hij als oudstrijder 14-18 bij
het eliteregiment de Gidsen (les Guides) had gediend. We laten dit artikel
verschijnen in aandenken aan hem.
Op bezoek bij de oudste
duivenmelker van Leest : Gust De Prins uit de Alemsteraat !
Wij waren nog geen vijf
minuten bij hem thuis of hij had al een duifje ter hand. Er steekt kwaliteit
in dat beestje ! zegt Gust, en hij kan het weten na een tachtigjarige ervaring
als duivenmelker. Gust is nog een vooroorlogse crack en heeft zijn naam eer
aangedaan in zijn duivenmelkersloopbaan. Het grootste succes als
duivenliefhebber kende hij in het jaar 1969, dan won hij immers de
interprovinciale vlucht vanuit Bordeaux, ingericht door het Zuid-Antwerps
verbond, en daar namen bijna 1.700 duiven aan deel : een uitslag die iedere melker
wel eens op zijn palmares zou willen schrijven. In datzelfde jaar wist hij nog
een
mei- prijskamp weg te
kapen over gans de provincie Antwerpen, waaraan duizenden duiven deelnamen.
Voor die overwinning mocht hij een gouden uurwerk in ontvangst nemen.
Het jaar nadien won hij
nog twee Angouleme
Hij begon met de duiven
in 1897, toen hij 13 jaar was, en men de hedendaagse vervoermiddelen nog moest
produceren. Wekelijks stapte het Gustje van toen, met de mand aan een stokje
gehangen, en het geheel op zijn schouders tillend, naar Mechelen.
Een wandeling van zowat
om en rond de 15 km. Dit alles om toch maar met de duifjes te kunnen spelen.
Hij kan nog vertellen van
de tijd toen men de duif na haar aankomst in een zakje moest steken, om er dan
mee naar het lokaal te hollen, zo hard men lopen kon. Enkel het merk
aangebracht in een vleugel was het enige
en officieel bestatigingsmiddel. Later, en gelukkig maar, zegt onze gast,
kwamen de caoutchouc-rekken en de constateurs op de markt.
Wat was dat toch een tijd
toen we soms uren, zoniet dagen, in de lucht stonden te turen, van het uur der
lossing nooit iets afwetend.
Zijn Vale vloog als
jonge duif achtereenvolgens, en wat meer is, met succes Etampes, Orleans,
Bourges, Angouleme, en na 14 dagen rust nogmaals Angouleme, waar hij
gewestelijk geklopt werd door duivensportrubriekleider Georges Smedts uit
Walem, en dus met een tweede plaats vrede moest nemen. Een zeer mooie uitslag
alleszins voor een pieper. Als jaarse kreeg de duif in kwestie datgene wat hem
in feite toekwam : een jaartje rust.
Dit jaar deed hij zijn
reputatie alle eer aan, achtereenvolgens vanuit Noyon- Dourdan- Orleans en om
te besluiten Bordeaux.
Wat ik van de duif zelf
onthouden heb is haar middelmatige lichaamsbouw rijk begiftigd met de
kwaliteiten van een echte crack, een blik die alles vertelt. Het is een duif
die steeds, met een behouden vaart natuurlijk, de man uit de Alemstraat nog
veel en schone successen moet bezorgen
WEDUWSCHAP : hij is wel
91 geworden, maar heeft nog een hart van een tiener en klampt zich aan de
modernste methodes vast om zich te verdedigen. Zo past hij het weduwschap toe,
een proces dat hij heel normaal zijn verloop laat kennen, en toch deed Gust met
zijn ondertussen Bordeaux gedoopte crack iets waar vele melkers zouden voor
terugschrikken en wat velen afraden. Ook zoon Louis, heel en al duivenmelker,
raadde het hem af, maar de ondervindingrijke De Prins handelde naar eigen
goeddunken : voor de inkorving kreeg Bordeaux zijn duivin te zien en meer dan
onrustig, zegt Gust die meent dat een duif nooit levendig genoeg kan zijn, ging
hij de mand in.Een feit is zeker, hij
hield zijn slag thuis
Nietwaar zoon Louis ? die
deze handelswijze afkeurde, toen hij te 17u30 de duif van zijn rek ontdeed, kon
hij niet vlug genoeg uit zijn handen zijn, dit om toch maar bij zijn duivin te
geraken, een beloning waar hij in feite een ganse dag voor had gestreden. En of
hij er tegen sprak, zegt Gust verder.
VERZORGING : onze gast
beschikt over een bereidwillige zoon die bij hem inwoont en eveneens een hart
heeft voor hok en duif. Toch houdt hij er zelf nog aan dagelijks zijn hok te
reinigen, dat getimmerd is onder Boomse pannen. De duiven krijgen er dagelijks
van de beste mengeling, hebben een prima huisvesting, rijk bedeeld met verse lucht
wat veel bijdraagt tot een goede gezondheid, dat, en dagelijks wat aviol. Want
gezondheid en ras zijn zn beste troeven voor succes.
We vonden Gust zon
sympathiek oud man, maar ene met een jong hart.
August Frans De Prins was te Leest geboren op 23 december 1884 en hij
overleed er op 6 maart 1976.
Uit zijn gedachtenisprentje :
Wij hebben hem gekend
als een zeer actieve persoon, die zelfs tot op hoge ouderdom geen rust kende maar
vol levensmoed onder ons leefde.
Vader was goed en zacht
van harte, bescheiden in zijn woorden, zacht in zijn gesprekken, gedienstig en
behulpzaam voor ieder.
Vader was een man van de vrede.
Hij heeft de vrede liefgehad : hij leefde in vrede met God, in vrede met de evenmens,
zelf vastgeankerd in de inwendige vrede des harten.
Gust was lid van de Kristelijke Bond er Gepensioneerden, Voorzitter ter Ere
van de Nationale Strijdersbond, afdeling Leest, Oudstrijder 1914-1918 en
bezitter van het Erekruis met Rozet van de N.S.B. alsook van andere eervolle
onderscheidingen.
Bijlagen:
-Duivenmelkers op de
uitkijk, tekening van Georges Herregods.
-Toelatingsbewijs voor
het houden van duiven van Frans Vloebergh.
1959 13 mei : De Kruistochters vierden feest te Averbode.
Alle
Kruistochters van het Vlaamse land vierden feest te Averbode.
Ook die van Leest waren er bij !
Te 7u10 vertrok de autocar met twee
zusters, twee onderwijzeressen en een
50-tal leerlingen.
Te Scherpenheuvel werd de Heilige
Mis bijgewoond.
Het was mooi weer !
Van alle kanten kwamen de
autobussen naar Averbode gebold : duizenden
kinderen kwamen er hun dank
betuigen aan Nonkel Fons (E.P. De Kesel)
die zou worden gevierd.
ZONNELAND en ZONNEKIND waren
zijn werk.
Thans zijn het de twee meest
verspreide kinderbladen van het Vlaamse land.
Vijfentwintig jaar werkt Nonkel
Fons reeds aan deze kindermagazines.
Te 11 uur werd een plechtige H. Mis
gecelebreerd door Hoogeerwaarde Heer
Prelaat van Averbodes Abdij.
Zijne Excellentie Monseigneur
Forni, Pauselijk Nuntius woonde de mis bij.
s Namiddags werd een revue
opgevoerd door de Toneelkring van Savenberg :
de voornaamste personages uit
Zonneland en Zonnekind werden er in
uitgebeeld.
Aan Nonkel Fons werd een gouden
kelk overhandigd en verschillende sprekers
huldigden de Jubilaris.
Na 4 uur trok het jonge volkje de
mooie bossen in om nog wat te joelen en te
spelen.
Een echt mooie en ovnergetelijke
dag. (DB-1959)
Daniel Omer De Kesel, in die tijd beter bekend als Nonkel Fons, was
Norbertijn, uitgever en schrijver van jeugdboeken bij de uitgeverij Averbode
die eigendom was van de gelijknamige abdij.
1959 Maandag 2 februari : Super-Show Avond van Milac
Ter gelegenheid van de
week van de soldaat richtte Milac in Ons Parochiehuis
eenSuper Show Avond in.
Traden op : De Vekos,
fantaisisten met Europese vermaardheid, Les Tokas,
en The Sioux met
schitterende attrakties, Rene Verholen een 9-jarige
accordeon-virtuoos, The Bex
Brothers, accordeon, trompet, zang en imitaties,
Lou Bex met zijn sprekende
pop Jaakske.
Ook was er het eerste
optreden te Leest van de Boerenkapel o.l.v. Theo Fierens.
Samenstelling
Boerenkapel
Leiding : Theo Fierens
Bugel solo : Louis
Verschueren
Eerste bugel : Jan De Borger
Tweede bugel : Frans
Verbruggen
Trompet : Rik Lauwers
Alto : Juul Vloeberghen
Eerste bariton : Rik De
Bruyn
Tweede bariton : Frans
Jacobs
Trombone : Albert Robeyns
Tuba : Eugeen Vloeberghen
Bombardon : Louis
Alewaters
Slagwerk : Jan Spinnael
Dit gelegenheidsorkest, bestaande uit muzikanten van de fanfare
St.-Cecilia, had veel succes bij de Leestse bevolking. De Boerenkapel kreeg
zelfs ver buiten de gemeentegrenzen een vrij grote bekendheid, vooral dan door
een radio-uitzending.
Door het succes en de grote vraag naar uitvoeringen werd de druk op de
muzikanten te zwaar. In de beginperiode trad de Boerenkapel opvoor een appel en een ei, of liever voor een
goede, gewone maar stevige maaltijd. Daarbij hoorde ook de nodige hoeveelheid
drank.
Later traden ze op in uniform : donkerblauwe pet, blauwe kiel, een grote
rode halsdoek met witte bollen en klompen en met een vrij primitieve
geluidsinstallatie.
In hun repertoire lasten ze heel wat polkas en marsen in, hun muziek was
vergelijkbaar met wat nu nog steeds te horen is op Duitse carnavalvieringen.
In de jaren zestig werd de Boerenkapel ontbonden. De Oberbayernmuziek had
in onze streek haar aantrekkingskracht verloren en werd verdrongen door de
rockn roll, rythm and blued en andere vnl. Amerikaanse genres. (Stan Gobien)
1959 7 februari : Zesdaagse Antwerpen
De KWB organiseerde een
bezoek aan de Zes dagen van Antwerpen.
Inschrijvingsgeld : 75 fr
(reis per autocar inbegrepen).
1959 8 februari : Muziekconcert Arbeid Adelt
In de zaal De Rooselaer
bij Theo Teughels hield de Koninklijke Fanfare
Arbeid Adelt een groot
muziekconcert.
Op het programmablad
stonden : Flink en Fier een mars van R. Kumps,
Walk-Over mars van
Strauwen, Antigone een ouverture van Rousseau,
Terug uit Dinant een
mars van F. Teughels, Zwart Water een ouverture van
Jourquin, Oude
Kameraden van Teike, Siciliaanse Ouverture van Dax,
Judex, Kermesse van
De Roeck en het Vaderlands Lied.
Leiding : J. Van der
Taelen.
Voor de afwisseling werd
gezorgd door Bux, een humorist-conferencier.
1959 9 februari : Film KWB Het Onsterfelijke Lied. Toegang 15 fr.
1959 16 februari : Vergadering Feestcomité Nieuwe burgemeester
De afgevaardigden van de
plaatselijke organisaties kwamen samen op het
gemeentehuis.
Doel : regeling officiële
viering van de nieuwe burgemeester.
De vergadering werd
voorgezeten door schepenen Frans en Ferdinand De Prins.
Waren verder aanwezig :
Louis Verbruggen en Jozef De Decker (C.O.O.),
F. Meyers
(schoolbestuurder), Constant Busschot (Boerenfront), Jan Verbruggen
Sr. (Boerengilde), Frans
Van der Hasselt (Arbeid Adelt), Victor Selleslagh (Rust
Roest), Richard Van Praet
en Louis Solie (KWB), August Lauwers en Frans
Polspoel (St.-Cecilia),
Alfons Hellemans Sr. (Davidsfonds), Maria Rheinhard
(Vrouwengilde), Edward
Van Steenwinckel (Kerkfabriek) en Jan De Decker
(Milac).
Schepen Frans De Prins
aanvaardde het voorzitterschap van het Feestcomité.
1959 17 februari : KWB Studiekring.
Op woensdag 17 februari
gaf pater Clementiaan een voordracht over
Het Communisme in
China.
De pater kon met kennis
van zaken spreken want hij verbleef jarenlang in
China.
Er kwamen slechts 20
toeschouwers opdagen.
1959 1 maart (en 8 maart) : Toneel van Rust Roest
Op deze twee zondagen
voerde de toneelkring Rust Roest het romantisch
spel in 3 bedrijven De
Rebel op. Auteur : Arie Van der Lugt.
Acteurs : Frans Van
Neck,Berta Willems (Mechelen), Marcel
Leemans,
Lutgarde Hellemans, Maria
Selleslagh, Leo Hellemans, Alfons Hellemans jr,
Jozef Coeckelbergh, Frans
Teughels en Alfons Hellemans sr.
Souffleur : Raf
Selleslagh.
1959 11 maart : Les van de Vrouwengilde : Toasten en broodbelegsels.
1959 15 maart : Muziekconcert Sint-Cecilia
Op zondag 15 maart hield
de Koninklijke Fanfare St.-Cecilia, in de zaal Sint
Cecilia bij Frans
Huybrechts, een groot muziekconcert.
Hieraan werkte ook het
St.-Ceciliakoor mee.
Op het programma stonden
:
Heldenstoet ouverture
van A. Mahy, Herinnering aan de slag van Waterlo,
ouverture van H.Kessels,
Firenza ouverture van G.Allier, Op een Perzische
Markt van Ketelbey met
gemengd koor, samen 85 uitvoerders.
Het Witte Paard
Benatsky met gemengd koor.
Walk Over mars van Strauwen, Fedekam een
mars van Brants, De Klokken
van Corneville fantasie
van Planquette, De Stervende Stad ouverture van
Doyen, De Bergsuite van
Moerenhout met koor, Fédérés mars van F.
Rousseau en het
Vaderlands Lied.
Rik De Bruyn had de
leiding over het geheel.
Voor de afwisseling
zorgden Frans Cras en Jo Busschots met humor, fantasie,
zang en accordeon.
Frans Verwerft leidde de
stukken in met een passend commentaar.
1959 19 maart : Les voor moeders met communicanten.
1959 20 maart : Milac-karavaan naar het 2de Artillerie te
Siegen.
1959 21 maart : Film Het Purperen Masker ten voordele van de
supportersclub
Het Vliegend Wiel.
1959 30 maart : Tweede Paasdag, begankenis, jaarmarkt en kermis.
1959 8 april : Les van de Vrouwengilde : Keurig tafel dekken en dienen.
1959 17 april : Milac-karavaan naar 1e Grenadiers te Soest.
1959 17 april : Openbare Aanbesteding
Op het gemeentehuis werd
een openbare aanbesteding gehouden ivm onderhoud
aan een gedeelte van de
Juniorslaan.
1959 26 april : Plechtige Communie.
1959 1 mei : Parochiale Bedevaart en Kapellekenshulde
Op 1 mei werd de Mariamaand in de kerk geopend met een Lof te 19u30.
Daarna ging men processiegewijs
naar de kapel van O.L.Vrouw van Fatima.
In de optocht werden vlaggen
opgemerkt van KWB, BJB/J, Kruistocht en
Meisjesschool. Onderweg werd er
gebeden.
Bij de aankomst aan de kapel biedt
Z.E.H. Pastoor de Rozenkrans.
Bij elk tientje werd een intentie
gevoegd : voor de zieken, voor de soldaten,
voor de vervolgde kristenen, voor
de Paus, voor alle aanwezige bedevaarders.
Hierna volgde de opdracht aan
O.L.Vrouw.
In zijn sermoen behandelde E.H.
Onderpastoor onze diepe verering voor de
moeder om haar goedheid en
offerliefde. (...)
Dan werden de 15 kapellekens
ingezegend door de pastoor.
Deze schone avondplechtigheid werd
besloten met een Vlaams Marialied.
1959 1 mei : Milac-karavanen naar 72e Artillerie Aken, naar 1e
Jagers te Paard
te Arnsberg en het 6e
Artillerie te Soest.
1959 7 mei : Rerum Novarumstoet te Mechelen
Naar jaarlijkse gewoonte
werd in deze stoet ook de Koninklijke Fanfare Arbeid
Adelt uit Leest
opgemerkt.
1959 9 mei : Bedevaart naar Scherpenheuvel
34 mannen en 12 vrouwen
togen te voet naar Scherpenheuvel. De oudste
bedevaarder was 77, de
jongste 12.
1959 9 mei : Gouden Bruiloft van FerdinandVan Praet en Philomena Fierens
Nante werd te Leest
geboren op 8 februari 1884 en Meen op 25 oktober
1885. Pastoor Beuckelaers
huwde het echtpaar op 9 mei 1909.
Ze kregen 10 kinderen.
De buren hadden niets
onverlet gelaten om de woningen te versieren.
Boven de deur van de
jubilarissen hadden ze volgende tekst aangebracht :
DAT NANTE NOG MENIG JAAR
ZIJN MEEN BESTURE(N)
DAT ZIJN DE OPRECHTE
WENSEN VAN UW GEBUREN !
Om 10 uur was er een
dankmis opgedragen door pastoor Coosemans en
geassisteerddoor E.H.Shaw (onderpastoor van Battel) en
E.P. Marinus.
Nadien krijgen de
gevierden een officiële ontvangst op het gemeentehuis alwaar
hun twee clubzetels
werden overhandigd.
Fotos:
-De eerste Boerenkapel
met uitsluitend Leestenaars. (foto : Leest in Feest)
-De Boerenkapel als
semi-professioneel orkest in zaal St.-Cecilia. (Leest in Feest)
Alles heeft een eind, zelfs de openbare opdrachten.
Maar alles kan herbeginnen, ook de openbare opdrachten. Zeker zal ik mij niet
als profeet voordoen, dit is een gevaarlijk spel, en gevaarlijke spelen zijn
niet meer voor mijn leeftijd. Tenminste mogen wij hopen dat, voor het werk
verricht tijdens deze enkele jaren, de bevolking zich onpartijdig zal tonen in
haar beoordeling, en ik denk dat wij in dit geval de toekomst optimistisch
mogen tegemoet zien. (...)
Ik heb misschien mijn plicht vervuld. Maar U,
burgemeester en de heren van de gemeenteraad, U deed het met een geweten, een
verkleefdheid, een begrijpen en een kennis van de publieke en sociale
vraagstukken, die mijn bewondering uitmaakten gedurende de enkele jaren die wij
samen doorbrachten.
De bewijzen van de doeltreffendheid van uw optreden
zijn gemakkelijk te geven. Zij springen in het oog. Bekijk de financies. Kunnen
ze gezonder zijn ?
En de begroting ? Deze is in evenwicht.
En welke werken werden de laatste tijd uitgevoerd ?
De herstelling van kerk en pastorij. De vernieuwing
van de Grote Heide, Scheer- en Vinkstraten in cementbeton, alsmede de Kleine
Heide en Bist.
De bekleding met cut-bac verharding der Tisseltbaan,
Elleboogstraat, Winkelstraat en Tiendeschuurstraat. De verbeteringswerken van
het gemeentehuis en het schoolhuis zijn in aanvang genomen. (...)
Ja, heer burgemeeester, ik ben U en de andere
raadsleden veel schuldig. En niets vermag mij uw kostbare samenwerking te doen
vergeten. (...)
Floriaan Meyers, schoolbestuurder:
In naam van het onderwijzend personeel en van gans de
schoolgaande jeugd heet ik U van harte welkom als burgemeester van Leest. (...)
Dat U nog altijd de waardering en de genegenheid van e
bevolking geniet, bewijst de aanwezigheid van zovelen op deze luisterrijke
plechtigheid. Het moet voor U een gelukkig en tevens een aandoenlijk ogenblik
wezen te mogen bestatigen, dat Gij nog niets van de vroegere simpathie hebt
verloren. (...)
Mijnheer de Burgemeester, U weet dat ik steeds
dankbaar geweest ben tegenover de familie Verschueren en ik zou het mijn ganse
leven betreuren door een kleine vergissing dat wederzijds vertrouwen in het
gedrang te brengen. Indien het mij echter veroorloofd is enige suggesties naar
voren te brengen en uw bijzondere aandacht durf te vragen, dan doe ik zulks
maar alleen in het belang van het kind.
Het zal U zeker niet ontgaan zijn en U zult wel
opgemerkt hebben bij Uw bezoek, enkele dagen geleden, in tegenwoordigheid van
de heren schepenen, dat de school een bijpend gebrek aan degelijk materiaal
heeft om een onderwijs te verstrekken, dat onder alle opzichten volledige
voldoening kan schenken. (...)
Z.E.H. Coosemans,
Pastoor:
Bij deze plechtige
aanstelling houd ik er aan U van harte een voorspoedige ambtsperiode toe te
wensen.
Wij staan hier in de
schaduw van het Kruis op de schouw, van Kristus-Koning, het Opperste Gezag, van
wie alle gezag voortkomt. Hij legt vandaag een deel van zijn gezag op uw
schouders, weliswaar langs een omweg maar in werkelijkheid is Hij het toch die
van zijn gezag meedeelt. Van heden af hebt Gij te zorgen niet alleen voor uw eigen
welzijn, maar ook, en nog wel op de eeerste plaats voor het algemeen welzijn.
Voorwaar geen gemakkelijke taak ! Wij leven in een tijd dat de levensstandaard
van de mensen heelwat is gestegen. Wat voor vijftig jaar als een luxe werd
beschouwd, wordt nu als een dringende noodzakelijkheid aanzien. De evolutie van
het mensdom gaat nu veel rapper. Wat vroeger op tien jaar gebeurde, gebeurt nu
op een jaar. De wetten en reglementen die Gij zult moeten toepassen worden dan
ook maar steeds ingewikkelder en talrijker. (...)
Wat vandaag verplichtend
is, is morgen misschien verboden. Er is ook zoveel dat de mensen scheidt :
standsbelangen, rijkdom, bekwaamheden. Maar dieper dan al dat uiterlijke is er
toch iets dat hen bindt. Hier te Leest zijn het allemaal gedoopte mensen met
dezelfde levensbeschouwing. Die geestelijke band is sterker dan de band van het
bloed en voor die geestelijke band moet alle verdeeldheid wijken.
Hier te Leest lopen de grenzen van de parochie samen met die van de gemeente.
Ik heb geen andere parochianen dan burgers van Leest en alle burgers van Leest
zijn parochianen. Meer dan op welk ander gebied ook zijn we dus geroepen om
samen te werken. Weliswaar is de taak die ons is opgelegd enigzins verschillend
: de Uwe is meer van tijdelijke aard en de mijne meer van geestelijke aard.
Maar het geestelijke en het tijdelijke zijn niet te scheiden, maar vullen
elkander aan. Ons werkterrein is dus hetzelfde. Mijnheer de Burgemeester, U
moogt dan ook op mijn medewerking rekenen. Ik eindig dan met de vurige wens dat
we Leest weer wat schoner en gelukkiger mogen maken.
Louis Verbruggen,
secreatris van de Commissie van Openbare Onderstand :
(...)..na de weken van
aarzeling die uwe benoeming hebben voorafgegaan, heeft de hogere Overheid niet
anders kunnen besluiten, diende rekening te houden met de uiting van de
volkswil op 12 oktober ll., en heeft ten slotte de ware democratie gezegevierd.
(...)
Gedurende uw eerste
ambtsaanvaarding, heeft de Commissie nooit tevergeefs beroep op u gedaan ; de
laatste zes jaren hebt gij gezeteld in het Komiteit van verzoening, opgericht
in de schoot van de openbare onderstand ; wanneer de vergadering geen éénparig
besluit kon treffen, hebt gij welbewust van uwe verantwoordelijkheid als
voorzitter van dit organisme, steeds voor alle gevallen een minnelijke
schikking weten voor te stellen, welke altijd voldoening heeft geschonken aan
de noodlijdenden van de gemeente.
(...)
Jan De Decker, namens al
de parochiale organisaties:
(...)
Met een bijna kinderlijk
vertrouwen richten wij ons tot u om u te zeggen dat wij zo vrij willen zijn, op
u en op uw gezag beroep te doen om op tijd en stond een hulp te zijn voor onze
parochiale werken.
Het is toch ook een zegen
voor de burgerlijke overheid als het op alle gebied goed gaat in de gemeente en
daaraan werken wij toch ook krachtdadig mee. (...)
Heer Gemeente-bestuurder,
het gezag dat u zult uitoefenen is een DIENST die moet :
Voorzien, organiseren,
gebieden, coördineren, controleren en besturen.
Dat gezag en deze dienst
betekenen dat u zoveel mogelijk uitgaat van het genomen initiatief, dat u
waardeert waar het openbloeit, aanvult waar het, vooral FINANTIEEL,
ontoereikend is, richt en leidt waar het in gebreke blijft, vormt en bevordert
waar het vatbaar is voor verrijking, beveelt waar het verkeerd loopt en
terechtwijst waar het stremt in onwil. Vooral zult u in al die delikate
schakeringen open oog en nog meer open hart hebben voor het eigen karakter, de
eigen gevoelens en de levensproblemen van hen die u te leiden en te besturen
heeft.
Samen met onze hulde en
onze diepgemeende gelukwensen, hopen wij dat het u mag gegeven zijn er het uwe
toe bij te dragen opdat uw burgers geestelijk-schoner en cultureel-rijker
kunnen gewonnen en getogen worden in een Leestse atmosfeer waarin het goed is
te leven soms-, soms ook bitter...
(...)
August Lauwers,
secretaris van de Kon.Fanfare St.-Cecilia :
(...)
Uwe benoeming, heer
burgemeester, mag om verschillende redenen verdiend genoemd worden. Zo zal het
dan in 1959 zestig jaar geleden zijn dat uw vader, Theofiel Verschueren
zaliger, de basis legde aan het tot stand komen van onze vereniging en wel als
de stichter van de fanfare Sinte-Cecilia mag genoemd worden.
En gij, heer
burgemeester, die toen nog uw kinderjaren doormaakte, u was er zich wellicht niet
van bewust welk een edel werk vader zaliger daarstelde, en wat een schitterende
loopbaan u als politieker te wachten stond.
Wanneer we de
geschiedenis van onze vereniging doorbladeren, dan komt de naam Verschueren
vanaf ons ontstaan tot op heden veelvuldig voor.
Wij waren er ons van
bewust dat u er prijs op stelde, al was het dan nog in de herft van uw
levensdag, nog eenmaal als hoogste burgerlijk gezagsdrager in onze gemeente te
worden aangesteld : deze wens is thans in vervulling gegaan.
Driemaal hebt gij uw
kandidatuur gesteld bij de gemeenteraadsverkiezingen, driemaal de lijst
St.-Cecilia de overwinning helpen bezorgen en driemaal wist gij het hoogst
aantal voorkeurstemmen te behalen vandaar dat uw benoeming gewettigd is.
Uw heraanstelling als
burgemeester is ook een bewijs dat uw houding en handelingen gedurende de
laatste 20 jaar onaanvechtbaar en onberispelijk waren.
Een reden te meer dat gij
het ambt van burgemeester waardig zijt.
Onze gedachten gaan
vandaag ook naar uw voorganger, onze voorzitter, de heer Pieter De Prins, die
ondanks zijn wankele gezondheid steeds trouw op post is geweest, en de belangen
van alle Leestenaren op een eerlijke manier heeft gediend.
(...)
De Burgemeester dankt :
Zeer Eerwaarde Heer
Pastoor, Eerwaarde Heer Onderpastoor, Eerwaarde Zusters, Mevrouwen,
Mijneheeren, Beste medeburgers en vrienden,
Ik dank u allen oprecht
voor de vele blijken van genegenheid en aanhankelijkheid die ik in het verleden
en bijzonder vandaag mocht in ontvangst nemen.
Het is zeer schoon, maar zoveel was wel niet nodig.
Het doet mij genoegen dat
omzeggens de ganse gemeente zich bij deze hulde heeft aangesloten en aldus haar
tevredenheid over mijn benoeming uitdrukt.
Onze kleine landelijke
gemeente telt zovele verenigingen die mij allen hun beste wensen toestuurden :
ik dank ze allenvoor de eer mij aangedaan.
Ik heb nooit mijn
verantwoordelijkheid ontweken ; gelijk ik in het verleden geweest ben, zal ik
in de toekomst zijn.
En als laatste, maar niet
het minste, gaat mijn dank naar hen die vele jaren naar best vermogen onze
gemeente hebben gediend : als schepene, mijn vriend Prosper Busschot en als
burgemeester, mijn vriend Pieter De Prins. Hij zorgde voor de aflossing van de
wacht, als ik mij zo mag uitdrukken. En nu zijn gezondheidstoestand de taak
voor hem te zwaar maakt, heeft hij mij terug de wachtpost toevertrouwd, ons
daarbij de jonge steun van zijn zoon als schepene toezeggend.
Ik wil onder U staan als uw gelijke, als iemand die de vriendschap en het
vertrouwen waard is van alle eerlijke mensen.
Ik dank u nogmaals allen,
nu ik weet dat ik tussen alle rangen, boven alle persoonlijke meningen uit,
vele vrienden tel. Ik dank ook de nieuwe schepenen en gemeenteraadsleden voor
het vertrouwen in mij gesteld.
En als O.L.Heer mij
temidden van mijn brave vrouw, kinderen en kleinkinderen nog enkele jaren
gezondheid wil schenken, laat ons dan samenwerken voor een steeds schonere en
welvarende gemeente onder de nationale leuze : Eendracht maakt macht en Leest
ten bate. Ik dank U.
Als vooraanstaande Blek had Miel Verschueren het niet onder de markt met
de oppositie van de Sussen.
Volgende folder werd, tijdens de gemeentekiezing, in de Leestse
brievenbussen gestopt :