Na een aanloopfase van meedere weken die zelf een einde had gemaakt aan een maandenlange pauze om op te waarderen, draait de gigantische deeltjesversneller (LHC) van het Europees Centrum voor Nucleair Onderzoek weer op volle toeren. Dat heeft het CERN in Genève bekendgemaakt, eraan toevoegend dat de eerste data van de nieuwe "run" zijn verworven.
Natuurwetenschappers zijn met de LHC op zoek naar eén van de grootste raadsels uit de fysica: zij willen donkere materie produceren. Daaruit bestaat het leeuwendeel van het universum.
Om dit uit te vlooien worden in de meest complexe machine die de mens ooit heeft gebouwd miljarden protonen met elkaar aan bijna lichtsnelheid in botsing gebracht. Binnen enkele weken zullen er meer dan een miljard botsingen per seconde zijn, maakt het CERN zich sterk.
Of er inderdaad donkere materie ontstaat zullen de wetenschappers pas maanden later weten.
Twee experimenten met de LHC hebben de Belg François Englert in 2013 een Nobelprijs voor Fysica opgeleverd. Samen met zijn landgenoot Robert Brout en de Schot Peter Higgs had hij immers het bestaan van het elementaire deeltje Higgsboson voorspeld. Het Atlas- en CME-experiment bevestigde dit postulaat dat meteen het sluitstuk is van het Standaardmodel omtrent het wezen van de materie.
Dankzij de nieuwe "run" van de deeltjesversneller hopen wetenschappers nu meer te leren over de kenmerken van dit 'Godsdeeltje'.
De vorsers reikhalzen er ook naar nieuwe deeltje te vinden, zoals deze die door de theorie van de supersymmetrie worden voorspeld. Die kunnen trouwens deel uitmaken van de mysterieuze donkere materie. Een ander experiment wil uitmaken waarom antimaterie nagenoeg afwezig is in het universum, in tegenstelling tot materie.
Vorig jaar zijn er in de machine, die haar gelijke in de wereld niet heeft, 6,5 miljoen miljard botsingen geproduceerd.
De deeltjesversneller bevindt zich in een 27 km lange cirkelvormige tunnel, meer dan vijftig meter onder de grond. Hij werd op 10 september 2008 in gebruik genomen.