Parkinsonpatiënten noemen pesticiden als oorzaak ziekte: bijna honderd meldingen
VIDEOPesticiden die mogelijk schadelijk voor de gezondheid zijn moeten met onmiddellijke ingang worden verboden. Daarvoor pleit de Parkinson Vereniging, nu er steeds meer wetenschappelijk bewijs is voor een verband tussen blootstelling aan pesticiden en de ziekte van Parkinson. ,,Waarom mag dit gif nog steeds gebruikt worden?’’
Bij de Parkinson Vereniging hebben zich het afgelopen jaar zo’n honderd mensen gemeld die hun eigen ziekte in verband brengen met blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen. Het gaat om mensen die beroepsmatig veel met dit soort middelen hebben gewerkt, zoals boeren, maar ook om mensen die naast bijvoorbeeld bollen- of lelievelden wonen of hebben gewoond.
Eerder dit jaar adviseerde de Gezondheidsraad al om het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen terug te dringen, juist omdat ze door de wetenschap in verband worden gebracht met onder andere de ziekte van Parkinson. De Parkinson Vereniging overweegt zelfs juridische stappen om méér parkinsongevallen te voorkomen, bevestigt Jobien Wind van de Parkinson Vereniging.
Als ik mijn dakraam openzette en de buurman was aan het sproeien, waaide het gif zo naar binnen
,,Ons doel is helder: voorkomen dat nog meer mensen parkinson krijgen. Wat dat betreft is het goed dat mancozeb, dat ook in verband wordt gebracht met de ziekte van Parkinson, vanaf volgend jaar niet meer gebruikt mag worden. Het is een mooie eerste stap.”
Het gebeurt op de zeilboot. Verstijfd van angst kijkt ze om zich heen. Zij die zeilen al jaren als een van haar grootste passies heeft, weet plots niet meer wat te doen. Ze heeft geen idee wat haar overkomt en zit daar maar, starend als een bang konijn in de koplampen. Wat is er toch aan de hand?
Achteraf weet Marina Noordegraaf (51) uit Nijmegen precies wat er die dag scheelde: dopaminetekort. Dopamine is een soort stofje dat in de hersenen wordt aangemaakt en dat ervoor zorgt dat zenuwcellen met elkaar kunnen communiceren, een zogeheten neurotransmitter. Een tekort kan leiden tot hevige angstaanvallen.
Ziekte voor oudere mensen
Ze weet inmiddels dat dopaminetekort een verschijnsel is dat past bij de ziekte van Parkinson. ,,Alleen wist ik dat toen nog niet’’, zegt ze, terugkijkend naar die dag op het water. ,,Ik had wel andere klachten. Een slepend been. Spierpijn. Reukhallucinaties. En op een gegeven moment kon ik mijn linkerhand niet langer goed bewegen, dat ging steeds meer met schokjes. Maar ik had nooit aan parkinson gedacht. Dat was, zo was mijn gedachte toen, een ziekte voor oudere mensen.’’
Marina Noordegraaf is 49 jaar oud als zij de diagnose ziekte van Parkinson krijgt. De neuroloog legt haar uit dat cellen die dopamine produceren bij parkinson langzaam afsterven. Dopaminetekort zorgt er vervolgens voor dat de aansturing van spieren moeilijker gaat. Dat komt omdat het evenwicht tussen de verschillende neurotransmitters is aangetast. Vandaar het slepende been. De trillingen. En de angstaanval op het water. Maar toch, hoe kan dit haar nu overkomen?
De Nijmeegse, opgeleid tot scheikundige, besluit zich vast te bijten in wetenschappelijke literatuur. Ze wil weten hoe de ziekte zich ontwikkelt. Wat er gebeurt in het lichaam. Maar ook hoe het kan ontstaan. Waarom krijgt zij het wel en anderen niet? Ze leest dat de gemiddelde leeftijd bij openbaring van de ziekte zo rond de 60 jaar is - zij is beduidend jonger. Maar ook dat parkinson steeds vaker voorkomt, en dat die groei niet kan worden toegeschreven aan de vergrijzing alleen.
Parkinson is een complexe ziekte. Niet iedereen die veel met bestrijdingsmiddelen heeft gewerkt of eraan is blootgesteld, krijgt het
,,Toen las ik dat als je bent blootgesteld aan bepaalde pesticiden, je grotere kans hebt om de ziekte te krijgen’’, zegt Noordegraaf. ,,Parkinson is een complexe ziekte. Niet iedereen die veel met bestrijdingsmiddelen heeft gewerkt of eraan is blootgesteld, krijgt het. Het komt erop neer dat sommige mensen - zonder dat zij dit weten - kwetsbaarder zijn voor blootstelling aan pesticiden dan anderen. Pesticiden kunnen een soort trigger zijn. Haal je die trigger weg, dan kan het verloop voor die mensen anders zijn.’’
Frisse buitenlucht
Noordegraaf is blootgesteld aan pesticiden, zegt zij. In 1996 betrekt zij een studentenkamer aan de Grebbedijk in het buitengebied van Wageningen, tussen de akkers. Ze deelt daar een rijtjeshuis met huisgenoten. ,,Vanaf de dijk konden we de Nederrijn zien liggen. Ik deed promotieonderzoek aan de universiteit. Naast ons woonde een tuinder die pesticiden gebruikte voor zijn gewassen. Destijds stond ik daar nooit bij stil. Maar als ik mijn dakraam openzette en hij was aan het sproeien, dan waaide het gif soms zo naar binnen.’’
Na haar diagnose stuit zij op verschillende wetenschappelijke studies die hetzelfde uitwijzen: zij laten een statistisch significant verhoogd risico zien op de ziekte van Parkinson bij blootstelling aan bepaalde landbouwbestrijdingsmiddelen. Eén onderzoek spreekt zelfs van een verhoogd risico van meer dan 50 procent. Hoe meer zij over dit soort onderzoeken leest, hoe meer zij vermoedt dat bestrijdingsmiddelen een rol hebben gespeeld bij haar ziekte. Die vermoedens gaan niet meer weg.
Ze is niet de enige. Het Schone Oosten, de onderzoeksredactie van Tubantia, de Gelderlander en de Stentor, sprak de afgelopen tijd met tientallen parkinsonpatiënten die een verband zien tussen hun ziekte en pesticiden. Het gaat om mensen die beroepsmatig met bestrijdingsmiddelen hebben gewerkt, zoals boeren, loonwerkers en hoveniers. Maar ook mensen die naast landbouwpercelen wonen of hebben gewoond, of bijvoorbeeld vakantiewerk deden in de fruit- of bollenteelt.
Al deze mensen hebben hun eigen, unieke verhaal, aangevuld met eigen gedachten. Zij hebben zich gemeld bij de Parkinson Vereniging nadat vorig jaar een meldpunt over pesticiden en parkinson is geopend. Opvallend is dat het merendeel van deze mensen vóór hun 50ste hun diagnose kreeg en vaak al veel eerder hun eerste klachten. Veel van hen zeggen dat zij over het verband tussen pesticiden en parkinson zijn gaan nadenken na publicaties daarover in de media, zoals een uitzending van tv-programma Zembla vorig jaar. Anderen hebben de gedachten al langer.
Jobien Wind uit Arnhem, beleidsmedewerker van de Parkinson Vereniging en zelf patiënt, had niet verwacht dat zoveel mensen zouden reageren. ,,We zitten nu op bijna honderd mensen’’, zegt zij. ,,Wat ons betreft gaat het ook niet langer om het aantonen van een verband en het zoeken naar nieuw wetenschappelijk bewijs -dat is er namelijk genoeg - maar over bewustwording bij het brede publiek dat deze relatie bestaat. Dus om voorlichting.’’
Nieuwe gevallen voorkomen
Binnen de Parkinson Vereniging heeft zij dit dossier onder haar hoede genomen. De patiëntenvereniging wil nieuwe gevallen zoveel mogelijk voorkomen, zegt ze. ,,Uiteindelijk willen we bereiken dat pesticiden waarover weinig twijfel bestaat dat zij schadelijk zijn voor mens en milieu, niet meer gebruikt mogen worden in Nederland. Elk geval van parkinson dat gekoppeld kan worden aan dit soort middelen, is er immers een te veel.’’
Wind, gepromoveerd moleculair bioloog, ziet bij haarzelf ook een verband met bestrijdingsmiddelen. Ze heeft in haar jeugd bollen gepeld in een bollenschuur en heeft later als wetenschapper vier jaar lang in een laboratorium gewerkt met glyfosaat, de werkzame stof in onkruidbestrijder Roundup. ,,Of ik daardoor ziek ben geworden, kan ik niet met zekerheid zeggen. Dat kan niemand met parkinson, omdat het niet mogelijk is om in individuele gevallen aan te tonen waardoor de ziekte is ontstaan. Maar de wetenschap is helder: mensen die zijn blootgesteld aan pesticiden, hebben meer kans op het krijgen van parkinson.”
Bij bollenvelden zijn resten gevonden van bestrijdingsmiddelen in de woningen van mensen
Bas Bloem, hoogleraar Neurologische Bewegingsstoornissen aan de Radboud Universiteit en neuroloog van het Radboudumc in Nijmegen wijst op een onderzoek dat is uitgevoerd door het RIVM. ,,In de buurt van bollenvelden zijn toen resten gevonden van bestrijdingsmiddelen in de woningen van mensen, bijvoorbeeld in het stof op de deurmat’’, zegt hij.
Giertank
,,Daar is dus geen ontkomen aan. Langdurige blootstelling aan dit soort middelen kan - zeker in combinatie met erfelijke gevoeligheid - leiden tot de ziekte van Parkinson, óók bij lage doseringen.’’ Bloem, die wereldwijd geldt als een autoriteit op het gebied van parkinsononderzoek, haalt een voorbeeld aan van iemand die bij hem op de poli kwam. ,,Deze man had achter een giertank gelopen die vol zat met Roundup. Die giertank is toen opengebroken. Min of meer dagen erna kreeg hij de eerste Parkinson-verschijnselen. Maar dat was een uiterst zeldzaam geval van extreme blootstelling. En dat soort extreme gevallen zien we verder eigenlijk niet.’’
Mensen worden doorgaans aan lage doseringen blootgesteld, stelt hij. ,,Parkinson ontstaat als je van alle dopamine-producerende neuronen waarmee je geboren wordt, nog maar zo’n 20 procent over hebt. Dus je hebt een extreme dosis nodig om in een klap 80 procent weg te vagen, zoals het geval met die giertank. Maar langdurige blootstelling aan lage doseringen kan er wel voor zorgen dat je versneld richting die kritische bodem van 20 procent doorzakt. En juist omdat dit zo langzaam gaat en andere factoren meespelen, is een oorzakelijk verband moeilijk te stellen.’’
Pakweg 10 procent van de middelen die tegenwoordig gebruikt mogen worden, bestaat uit stoffen die nader onderzocht zouden moeten worden
Pesticiden die al langer in de verdachte hoek zitten als het gaat over parkinson, zijn onder meer onkruidbestrijder paraquat, insecticide rotenon en schimmelbestrijder maneb. Al deze middelen mogen in Nederland niet meer gebruikt worden. Dat laatste geldt binnenkort óók voor de meest gebruikte schimmelverdelger in Nederland, het middel mancozeb. Eind oktober is op Europees niveau besloten dat het middel vanaf volgend jaar verboden is.
Toch blijven er nog voldoende pesticiden over die op z’n minst verdacht zijn, zegt Martin van den Berg, emeritus hoogleraar Toxicologie aan de Universiteit Utrecht. ,,Pakweg 10 procent van de middelen die tegenwoordig gebruikt mogen worden, bestaat uit stoffen die nader onderzocht zouden moeten worden. Bij de toelatingsonderzoeken van dit soort middelen wordt wel gekeken naar neurotoxiciteit, maar te weinig naar het effect van neurodegeneratie. Daardoor weten we onvoldoende of middelen een risico vormen. Die toelatingseisen zouden mijns inziens veel strenger moeten.’’
VIDEOPesticiden die mogelijk schadelijk voor de gezondheid zijn moeten met onmiddellijke ingang worden verboden. Daarvoor pleit de Parkinson Vereniging, nu er steeds meer wetenschappelijk bewijs is voor een verband tussen blootstelling aan pesticiden en de ziekte van Parkinson. ,,Waarom mag dit gif nog steeds gebruikt worden?’’
Bij de Parkinson Vereniging hebben zich het afgelopen jaar zo’n honderd mensen gemeld die hun eigen ziekte in verband brengen met blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen. Het gaat om mensen die beroepsmatig veel met dit soort middelen hebben gewerkt, zoals boeren, maar ook om mensen die naast bijvoorbeeld bollen- of lelievelden wonen of hebben gewoond.
Eerder dit jaar adviseerde de Gezondheidsraad al om het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen terug te dringen, juist omdat ze door de wetenschap in verband worden gebracht met onder andere de ziekte van Parkinson. De Parkinson Vereniging overweegt zelfs juridische stappen om méér parkinsongevallen te voorkomen, bevestigt Jobien Wind van de Parkinson Vereniging.
Als ik mijn dakraam openzette en de buurman was aan het sproeien, waaide het gif zo naar binnen
,,Ons doel is helder: voorkomen dat nog meer mensen parkinson krijgen. Wat dat betreft is het goed dat mancozeb, dat ook in verband wordt gebracht met de ziekte van Parkinson, vanaf volgend jaar niet meer gebruikt mag worden. Het is een mooie eerste stap.”
Het gebeurt op de zeilboot. Verstijfd van angst kijkt ze om zich heen. Zij die zeilen al jaren als een van haar grootste passies heeft, weet plots niet meer wat te doen. Ze heeft geen idee wat haar overkomt en zit daar maar, starend als een bang konijn in de koplampen. Wat is er toch aan de hand?
Achteraf weet Marina Noordegraaf (51) uit Nijmegen precies wat er die dag scheelde: dopaminetekort. Dopamine is een soort stofje dat in de hersenen wordt aangemaakt en dat ervoor zorgt dat zenuwcellen met elkaar kunnen communiceren, een zogeheten neurotransmitter. Een tekort kan leiden tot hevige angstaanvallen.
Ziekte voor oudere mensen
Ze weet inmiddels dat dopaminetekort een verschijnsel is dat past bij de ziekte van Parkinson. ,,Alleen wist ik dat toen nog niet’’, zegt ze, terugkijkend naar die dag op het water. ,,Ik had wel andere klachten. Een slepend been. Spierpijn. Reukhallucinaties. En op een gegeven moment kon ik mijn linkerhand niet langer goed bewegen, dat ging steeds meer met schokjes. Maar ik had nooit aan parkinson gedacht. Dat was, zo was mijn gedachte toen, een ziekte voor oudere mensen.’’
Marina Noordegraaf is 49 jaar oud als zij de diagnose ziekte van Parkinson krijgt. De neuroloog legt haar uit dat cellen die dopamine produceren bij parkinson langzaam afsterven. Dopaminetekort zorgt er vervolgens voor dat de aansturing van spieren moeilijker gaat. Dat komt omdat het evenwicht tussen de verschillende neurotransmitters is aangetast. Vandaar het slepende been. De trillingen. En de angstaanval op het water. Maar toch, hoe kan dit haar nu overkomen?
De Nijmeegse, opgeleid tot scheikundige, besluit zich vast te bijten in wetenschappelijke literatuur. Ze wil weten hoe de ziekte zich ontwikkelt. Wat er gebeurt in het lichaam. Maar ook hoe het kan ontstaan. Waarom krijgt zij het wel en anderen niet? Ze leest dat de gemiddelde leeftijd bij openbaring van de ziekte zo rond de 60 jaar is - zij is beduidend jonger. Maar ook dat parkinson steeds vaker voorkomt, en dat die groei niet kan worden toegeschreven aan de vergrijzing alleen.
Parkinson is een complexe ziekte. Niet iedereen die veel met bestrijdingsmiddelen heeft gewerkt of eraan is blootgesteld, krijgt het
,,Toen las ik dat als je bent blootgesteld aan bepaalde pesticiden, je grotere kans hebt om de ziekte te krijgen’’, zegt Noordegraaf. ,,Parkinson is een complexe ziekte. Niet iedereen die veel met bestrijdingsmiddelen heeft gewerkt of eraan is blootgesteld, krijgt het. Het komt erop neer dat sommige mensen - zonder dat zij dit weten - kwetsbaarder zijn voor blootstelling aan pesticiden dan anderen. Pesticiden kunnen een soort trigger zijn. Haal je die trigger weg, dan kan het verloop voor die mensen anders zijn.’’
Frisse buitenlucht
Noordegraaf is blootgesteld aan pesticiden, zegt zij. In 1996 betrekt zij een studentenkamer aan de Grebbedijk in het buitengebied van Wageningen, tussen de akkers. Ze deelt daar een rijtjeshuis met huisgenoten. ,,Vanaf de dijk konden we de Nederrijn zien liggen. Ik deed promotieonderzoek aan de universiteit. Naast ons woonde een tuinder die pesticiden gebruikte voor zijn gewassen. Destijds stond ik daar nooit bij stil. Maar als ik mijn dakraam openzette en hij was aan het sproeien, dan waaide het gif soms zo naar binnen.’’
Na haar diagnose stuit zij op verschillende wetenschappelijke studies die hetzelfde uitwijzen: zij laten een statistisch significant verhoogd risico zien op de ziekte van Parkinson bij blootstelling aan bepaalde landbouwbestrijdingsmiddelen. Eén onderzoek spreekt zelfs van een verhoogd risico van meer dan 50 procent. Hoe meer zij over dit soort onderzoeken leest, hoe meer zij vermoedt dat bestrijdingsmiddelen een rol hebben gespeeld bij haar ziekte. Die vermoedens gaan niet meer weg.
Ze is niet de enige. Het Schone Oosten, de onderzoeksredactie van Tubantia, de Gelderlander en de Stentor, sprak de afgelopen tijd met tientallen parkinsonpatiënten die een verband zien tussen hun ziekte en pesticiden. Het gaat om mensen die beroepsmatig met bestrijdingsmiddelen hebben gewerkt, zoals boeren, loonwerkers en hoveniers. Maar ook mensen die naast landbouwpercelen wonen of hebben gewoond, of bijvoorbeeld vakantiewerk deden in de fruit- of bollenteelt.
Al deze mensen hebben hun eigen, unieke verhaal, aangevuld met eigen gedachten. Zij hebben zich gemeld bij de Parkinson Vereniging nadat vorig jaar een meldpunt over pesticiden en parkinson is geopend. Opvallend is dat het merendeel van deze mensen vóór hun 50ste hun diagnose kreeg en vaak al veel eerder hun eerste klachten. Veel van hen zeggen dat zij over het verband tussen pesticiden en parkinson zijn gaan nadenken na publicaties daarover in de media, zoals een uitzending van tv-programma Zembla vorig jaar. Anderen hebben de gedachten al langer.
Jobien Wind uit Arnhem, beleidsmedewerker van de Parkinson Vereniging en zelf patiënt, had niet verwacht dat zoveel mensen zouden reageren. ,,We zitten nu op bijna honderd mensen’’, zegt zij. ,,Wat ons betreft gaat het ook niet langer om het aantonen van een verband en het zoeken naar nieuw wetenschappelijk bewijs -dat is er namelijk genoeg - maar over bewustwording bij het brede publiek dat deze relatie bestaat. Dus om voorlichting.’’
Nieuwe gevallen voorkomen
Binnen de Parkinson Vereniging heeft zij dit dossier onder haar hoede genomen. De patiëntenvereniging wil nieuwe gevallen zoveel mogelijk voorkomen, zegt ze. ,,Uiteindelijk willen we bereiken dat pesticiden waarover weinig twijfel bestaat dat zij schadelijk zijn voor mens en milieu, niet meer gebruikt mogen worden in Nederland. Elk geval van parkinson dat gekoppeld kan worden aan dit soort middelen, is er immers een te veel.’’
Wind, gepromoveerd moleculair bioloog, ziet bij haarzelf ook een verband met bestrijdingsmiddelen. Ze heeft in haar jeugd bollen gepeld in een bollenschuur en heeft later als wetenschapper vier jaar lang in een laboratorium gewerkt met glyfosaat, de werkzame stof in onkruidbestrijder Roundup. ,,Of ik daardoor ziek ben geworden, kan ik niet met zekerheid zeggen. Dat kan niemand met parkinson, omdat het niet mogelijk is om in individuele gevallen aan te tonen waardoor de ziekte is ontstaan. Maar de wetenschap is helder: mensen die zijn blootgesteld aan pesticiden, hebben meer kans op het krijgen van parkinson.”
Bij bollenvelden zijn resten gevonden van bestrijdingsmiddelen in de woningen van mensen
Bas Bloem, hoogleraar Neurologische Bewegingsstoornissen aan de Radboud Universiteit en neuroloog van het Radboudumc in Nijmegen wijst op een onderzoek dat is uitgevoerd door het RIVM. ,,In de buurt van bollenvelden zijn toen resten gevonden van bestrijdingsmiddelen in de woningen van mensen, bijvoorbeeld in het stof op de deurmat’’, zegt hij.
Giertank
,,Daar is dus geen ontkomen aan. Langdurige blootstelling aan dit soort middelen kan - zeker in combinatie met erfelijke gevoeligheid - leiden tot de ziekte van Parkinson, óók bij lage doseringen.’’ Bloem, die wereldwijd geldt als een autoriteit op het gebied van parkinsononderzoek, haalt een voorbeeld aan van iemand die bij hem op de poli kwam. ,,Deze man had achter een giertank gelopen die vol zat met Roundup. Die giertank is toen opengebroken. Min of meer dagen erna kreeg hij de eerste Parkinson-verschijnselen. Maar dat was een uiterst zeldzaam geval van extreme blootstelling. En dat soort extreme gevallen zien we verder eigenlijk niet.’’
Mensen worden doorgaans aan lage doseringen blootgesteld, stelt hij. ,,Parkinson ontstaat als je van alle dopamine-producerende neuronen waarmee je geboren wordt, nog maar zo’n 20 procent over hebt. Dus je hebt een extreme dosis nodig om in een klap 80 procent weg te vagen, zoals het geval met die giertank. Maar langdurige blootstelling aan lage doseringen kan er wel voor zorgen dat je versneld richting die kritische bodem van 20 procent doorzakt. En juist omdat dit zo langzaam gaat en andere factoren meespelen, is een oorzakelijk verband moeilijk te stellen.’’
Pakweg 10 procent van de middelen die tegenwoordig gebruikt mogen worden, bestaat uit stoffen die nader onderzocht zouden moeten worden
Pesticiden die al langer in de verdachte hoek zitten als het gaat over parkinson, zijn onder meer onkruidbestrijder paraquat, insecticide rotenon en schimmelbestrijder maneb. Al deze middelen mogen in Nederland niet meer gebruikt worden. Dat laatste geldt binnenkort óók voor de meest gebruikte schimmelverdelger in Nederland, het middel mancozeb. Eind oktober is op Europees niveau besloten dat het middel vanaf volgend jaar verboden is.
Toch blijven er nog voldoende pesticiden over die op z’n minst verdacht zijn, zegt Martin van den Berg, emeritus hoogleraar Toxicologie aan de Universiteit Utrecht. ,,Pakweg 10 procent van de middelen die tegenwoordig gebruikt mogen worden, bestaat uit stoffen die nader onderzocht zouden moeten worden. Bij de toelatingsonderzoeken van dit soort middelen wordt wel gekeken naar neurotoxiciteit, maar te weinig naar het effect van neurodegeneratie. Daardoor weten we onvoldoende of middelen een risico vormen. Die toelatingseisen zouden mijns inziens veel strenger moeten.’’