In Europa worden ieder jaar meer dan 1 miljoen kalveren van nog maar een paar weken oud in vrachtwagens geladen en over grote afstanden vervoerd. Ruim 800.000 van deze kalveren zijn bestemd voor de Nederlandse kalverhouderij. Hier worden ze binnen een jaar vetgemest en geslacht, waarna 95 procent van het kalfsvlees weer de grens overgaat naar buitenlandse kopers. Het zinloze gesleep met deze piepjonge dieren zorgt voor veel dierenleed.
Slecht bestand tegen transport
De kalfjes gaan op transport als ze twee à drie weken oud zijn. Op deze leeftijd zijn kalfjes nog afhankelijk van hun moeder. Ze eten nog geen vast voedsel, maar drinken enkel warme melk. Dit wordt niet gegeven tijdens het transport; vaak krijgen de kalveren zelfs geen water. En dat terwijl bijvoorbeeld de reis van Ierland naar Nederland wel 50 uur kan duren!
Tijdens het lange transport worden veel kalfjes ziek. Ze hebben op hun jonge leeftijd nog geen weerstand tegen alle ziektekiemen die hun soortgenoten van andere bedrijven met zich meedragen. Bij aankomst in Nederland zijn de kalfjes ernstig verzwakt, uitgehongerd en uitgedroogd.
Europese Commissie beslist over het lot van de kalveren
Onze landbouwminister Schouten is niet bevoegd om de import van buitenlandse kalveren te beperken. Dit komt doordat Europa een interne markt heeft en de regels voor het transport van dieren zijn vastgelegd in de Europese Transportverordening (1/2005). De Europese Commissie gaat deze Transportverordening binnenkort vernieuwen. Dit is dé kans om voorgoed een einde te maken aan deze langeafstandstransporten!
Tijd voor verandering!
Wil jij ook dat er voor deze piepjonge kalveren een einde komt aan de langeafstandstransporten? Roep de Europese Commissie op transporten langer dan 8 uur te verbieden! Teken nu de petitie en download de poster.