Met
Gisela het geniale geheugenwonder...en Dr Gilbertino.
1965 8 september :
Fatale afloop
Een smartelijk ongeval deed zich
voor op het O.L.Vrouw kerkhof te Mechelen.
Een klein meisje werd door een
kamion, die toebehoorde aan een Mechelse
brouwerij en bestuurd werd door
Leestenaar L. De Schoenmaker, gegrepen.
Ze liep naast haar zustertje, werd
weggesleurd en was op slag dood.
1965 9 oktober : Dansfeest
K.F. St.-Cecilia
In het gelijknamig lokaal in de
Dorpstraat met het orkest van Ray Debrae en zijn
Romancers.
1965 12 oktober : Feest
Leestse Gepensioneerden
Op het menu stond : soep, aardappelen met erwtjes en wortelen,
varkensgebraad,
kip met sla en dessert.
de gepensioneerden lieten het niet aan t harte
komen, een bewijs daarvan de lekkere spijzen, om maar enkele te noemen : soep,
aardappelen met erwtjes en wortelen en varkensgebraad gedaan neen kieken met
salaad en mayonaise stop bijna nog een goed gebakske, en alles was gebakken. En
dat ze van hun stand houden werd eens tem eer bewezen want er waren garcons
ofte opdieners, dus heren met de serviette. Daarom is het ook tegengesproken
dat die mannen 50 jaar achteruit staan !! Neen, t is geen schoentje dat
aangeboden wordt, maar loutere en zuivere waarheid.
Voor wanneer een volgend samenzijn ? Ligt zover nooit
af, want volgende maand zijn ze allen terug rond de koffietafel. Doe zo voort,
smeed de banden maar sterker en sterker aan elkaar.
(De Band)
1965 29 oktober : Vergiftiging
reisduiven
Victor Verschuren (°Leest 5/5/1930)
had zoals naar gewoonte op vrijdag
s morgens zijn reisduiven laten
uitvliegen en alles normaal maar toen hij
rond 17 uur zijn duiven wilde gaan
voeren stelde hij tot zijn grote verbazing
vast dat er 13 dood op het hok
lagen. Hun bek wijdopen en hun poten stijf
bijeen geklemd, waarschijnlijk van
de pijn. Alles wees op vergiftiging.
Nadat hij een duif had opengesneden
bemerkte hij in de krop groene tarwe.
Toen hij dit vertelde aan Albert
Van den Brande (Grote Heide 1) wist deze
laatste te vertellen dat ook hij
met dode duiven zat. Zijn zoon was dan
gaan uitkijken welke landbouwer er
onlangs tarwe gezaaid had.
Dat was gebeurt, volgens de zoon,
door de familie Geerts in de Oude Tisseltbaan
en zij hadden bovenop het tarwezaad
vergiftigde tarwe gestrooid.
Landbouwster Maria Clementina
Geerts (Oude Tisseltbaan) betwistte deze beschuldiging. Zij
hadden geen tarwe gezaaid, wel rogge en op
die rogge werd vergif gestrooid
tegen de mussen maar duiven komen niet aan
rogge beweerde ze, en deze tijd van
het jaar wordt er zoveel gezaaid en door
veel landbouwers gif gestrooid.
Vergezeld van de boerin begaf de garde
zich naar het roggeveld waar hij
stalen nam die hij samen met twee
duivenkadavers naar de Griffie van de
Correctionele Rechtbank te Mechelen
stuurde.
Vic Verschuren beweerde een verlies
geleden te hebben van 1000 frank per
duif, zijnde in totaal 13.000
frank.
(VVH)
Victor Vic Verschuren was te
Leest geboren op 5 mei 1930 en hij overleed in het
A.Z. Sint-Maarten te Mechelen op 24
januari 2003.
Vic was gehuwd met Ida Mertens die
hem zes kinderen schonk :Marc, Rudy,
Sonja,
Luc, Francis en Kurt.
Vic was tijdens zijn leven kamionchauffeur,
cafébaas (aan den Bareel op Leest Heide)
en één van die vele Leestenaars die
de zomer met zijn gezin doorbacht op camping
Westende in de gelijknamige
gemeente.
De andere protagonist Albert Van
den Brande was geboren te Zemst op 9 december
1918 en overleed eveneens in het
Sint-Maarten op 24 december 2004. Hij was
gehuwd met Louisa Buelens. Albert was
oud-strijder en krijgsgevangene van
1940-1945 en medestichter van KWB
Leest.
Maria Tinne Clementina Geerts was
te Leest geboren op 10 december 1914, zij
overleed in het Dodoenszoekenhuis
te Mechelen op 11 augustus 2003.
Fotos :
-Vic Verschuren.
-Vic met zijn gade Ida Mertens en hun vrienden Vic en
Leonore Van Hoof-Mees op één van
Tijdens een nacht kwam de genaamde Gustaaf De Schoenmaeker uit Leest met
zijn
auto in de gracht terecht en sloeg omzeggens om. Gelukkig voor hem kwam
hij
er totaal ongedeerd van af, zelfs de wagen was omzeggens niet beschadigd.
Verkeersongeval
Een
aanrijding had plaats tussen de vrachtwagen bestuurd door Raymond
Vermeulen en de personenwagen van Frans Meulemans uit Zemst.
Deze
aanrijding vond plaats aan de Brusselpoort.
Breuk
Na
het bezoek aan een voetbalveld op weg naar huis moest de wagen van de
genaamde Philips uit Hombeek plots remmen. Het gevolg was dat zijn
schoonvader August Nuytkens van Leest met geweld tegen het voorste van
de
wagen terecht kwam en een neusbeenbreuk opliep.
Hij
diende overgebracht naar een kliniek waar hij voor verdere verpleging
moest blijven.
1965 4 april : Chiro-Avond
met Top-Film.
1965 11 april : Kunstconcert
van de Kon.Fanfare St.-Cecilia
Dezelfde dag overhandigde
muziekleider Rik De Bruyn, na 27 jaar dienst,
zijn dirigeerstok aan zijn opvolger
Theo Fierens.
(GvM,12/10/79)
1965 Mei De Band
:
Begin
van brand : Aan de Oude Tisseltbaan ontstond brand bij Corneel Van
Alsenoy, doch door het optreden van de geburen werd deze spoedig geblust
en
beperkte zich alles tot lichte schade.
Ongeval
: De zoon van de gemeentesecretaris, Paul Bradt werd door een auto
aangereden en ernstig gekwetst aan de
arm waarvoor hij dringend doktershulp
nodig had.
1965 7 mei : Feestelijk
eetmaal Gepensioneerden
Een honderdtal gepensioneerden
waren komen opdagen in het Parochiehuis.
De spijzen waren geprepareerd in
het Volksbelangte Mechelen en
gebracht
door de uitbater Jos Verlinden. Dat
verliep niet zonder slag of stoot.
Op de Battelsesteenweg moest de man
plots remmen en kreeg kokende soep
over zich heen. Vooraleer de dokter
te raadplegen slaagde hij er in zijn waren
tijdig af te leveren.
Tafelredenaar was dhr De Keyzer die
handelde over pensioenrechten.
1965 7 mei : Vrachtwagen
reed electriciteitspaal aan.
Een Daf-vrachtwagen, bestuurd door
een man uit Werchter, geladen met
melkstopen, kwam in de Vinkstraat
in de gracht terecht nadat hij tegen een
electriciteitspaal was terecht
gekomen.
Enkel materiële schade.
(VVH)
1965 Donderdag 27
mei : Jaarlijkse Chiro-Meivaart
Ging door in de Groentenhalle te
Mechelen.
Na een mis was het hoogtepunt een
startspel dat gespeeld werd in het centrum van
Mechelen.
De Leestse knapen en burchtknapen
gingen met een speciale bus, de kerels per
fiets.
1965 28 mei : Speciale
Avond ten voordele van de missie van pater De Laet.
Op initiatief van de chirogroepen
(meisjes en jongens)werd deze avond
ingericht
ten voordele van de missie van
pater De Laet wiens vertrek op 12 juni gepland
was.
Wegens het doorslechte weer was de
opkomst eerder mager.
Pater De Laet vertoonde beelden uit
de brousse en een film over de nieuwe
kerk. Tot slot werd overgegaan tot
de trekking van de reuzetombola.
1965 Zaterdag 29
mei : Bedevaart Scherpenheuvel
Vertrek van een 45-tal bedevaarders
van Leest naar Scherpenheuvel.
De weermaker was op post : niet te
warm, niet te koud en droog.
1965 Juni De
Band :
Begin
juni deed zich een aanrijding voor in de Pennemeesterstraat
Mechelen, tussen het gespan van Jan Verbergt en de personenwagen van
Theofiel Fierens, beiden uit Leest.
Aanrijdingen
:
a)
Op de steenweg op Battel een aanrijding tussen de personenwagen van Petrus
Van
Asch uit Leest en deze van Pieter Van Hoof uit Mechelen. Stoffelijke schade.
b)
Tussen de wagens van Jozef Coeckelberg uit Leest en Michel Van Dun uit
Turnhout, ditmaal op de Plaisancebrug.
c)
Op de Van Benedenlaan kwam het tot een aanrijding tussen de personenwagen
van
Paul De Laet uit Leest en Jan Fransen uit Mechelen.
Onderste
Boven
Iemand die van geluk mag spreken is wel onze dorpsgenoot Herman Van de
Poel,
doch
ook Maria Campion.
Inderdaad, eerstgenoemde reed met zijn wagen langs de Juniorslaan toen
hij in
de
bocht plotseling begon te glijden, met het gevolg dat door het verlaten van de
baan
hij over kop sloeg en met de wielen naar omhoog bleef liggen.
Gelukkig bleef de voerder ongedeerd.
De tweede voornoemde kon nog juist
wegspringen, deed echter een val en liep
toch
geen noemenswaardige letsels op. Jan Van Rompaey, haar kleinzoon die naast haar op de dorpel zat, bleef ongedeerd. Jan Van Rompaey vertelde in 2012 : 'ik zat toen samen met mijn grootmoeder Maria Campion op de dorpel aan de voordeur. De auto, die op zijn dak lag, vloog nog 100 meter verder voorbij haar huis, terwijl de ruiten kapotsprongen. Ik liep direct naar het café van Pierke Van den Eede om via telefoon aldaar de hulpdiensten te verwittigen. Toen ik terugkeerde naar de plaats van het ongeluk bleek Van de Poel niet gekwetst te zijn.
Bliksem
en Onweder
Tijdens een onweer werd een koe door de bliksem getroffen en gedood.
Het
dier behoorde toe aan de heer Van Beersel uit de Hertstraat.
Ook
een brand van een hooimijt was het gevolg van een hevig onweder te
Leest. Eigenaar was Van Aken.
Ook
bij de heer Huysmans uit de Kouter werd er heel wat schade toegebracht.
Gans
de omgeving had het fel te verduren.
Gestolen
Fr.
Van den Brande had op de Wollemarkt zijn fiets onbewaakt laten staan.
Een
nieuwsgierige deed hem van eigenaar veranderen.
Auto
Teruggevonden
De
auto toebehorende aan G. Schoenmakers uit Leest en die door onbekenden
werd
weggenomen van zijn parkeerplaats, werd gelukkig teruggevonden.
1965 7 juni : Fietsdiefstal
Aan café-zaal Huybrechts in het
Dorp werd rond 22 uur de fiets gestolen van
Constant Coppens uit kapelle o/d
Bos.
De fiets had een waarde van 3.000
frank.
(VVH)
1965- 8 juni : Erge
Val
De
genaamde Jozef Van Hoof wonende te Battel, deed op dinsdag 8/6/65 ter
hoogte van de zusterschool, een zeer erge val tengevolge van een
fietsstuurbreuk. Hij werd ter hulp gesneld door L. Croes en overgebracht
naar
een
geneesheer die hem verder deed overbrengen naar een kliniek.
(De Band,1965)
1965 11 juni : Mond-
en Klauwzeer
Gemeente Leest. Mond- en Klauwzeer.
Uitvoering van het K.B. van 20.9.1960, 13.2.1961 en
17.12.1963.
De burgemeester brengt ter kennis van het publiek :
1. De eigenaars of houders van runddieren zijn
verplicht hun veebeslag te doen inenten tegen mond- en klauwzeer ten laatste op
30/4/1965.
2. De eigenaars of houders van runddieren doen hun
veebeslag inenten op hun kosten, door een aangenomen Doctor in de diergeneeskunde
naar hun keus.
3. Zijn vrijgesteld van de inenting :
a) de kalveren van minder dan drie maand oud op
1.2.1965
b) de runddieren die sedert minder dan tien maand
ingeënt werden.
4. De niet ingeënte of sedert meer dan 10 maand
ingeënte dieren, die op het grondgebied van de gemeente binnen gebracht worden,
moeten binnen de vijftien dagen na hun aankomst ingeënt worden.
5. Elke inenting tegen mond- en klauwzeer moet op de
individuele identificatiekaart (schetskaart) ingeschreven en voor echt
bevestigd wozrden door de aangenomen doctor in de dierengeneeskunde die de
inenting uitgevoerd heeft.
6. De dieren die zich op de weide bevinden, geherbergd
of verzorgd worden op het grondgebied van de gemeente, maar waarvan de eigenaar
dit grondgebied niet bewoont, moeten ingeënt worden.
De eigenaar en de houder zijn hoofdzakelijk
verantwoordelijk voor de uitvoering van de maatregelen.
Deze inentingscampagne is buitengewoon belangrijk, gezien de afslachting op
bevel in de haarden van Mond- en Klauwzeer binnen afzienbare tijd in werking
treedt.
De vergoeding door de staat betaald voor op bevel
afgeslachte dieren zal met 25 tot 50 procent verminderd worden in de gevallen
waar de veehouders hun verplichtingen inzake voorbehoedende inenting niet
naleefden.
Leest, de
1 februari 1965, de burgemeester. E. Verschueren.
Het betrof de fiets van zijn
echtgenote, van het merk Julia en met een waarde
van 2.450 frank.
Toen Leemans s anderendaags s
morgens zijn vuilnis buitendroeg vond hij
tot zijn grote verwondering de
fiets terug aan de voordeur.
(VVH)
1965 Dinsdag 30
maart : Begrafenis van Frans De Decker. (foto)
Hij was oud-gemeenteraadslid,
voorzitter van de Oudstrijdersbond en erelid
van de Kon. Fanfare St.-Cecilia.
Frans De Decker woonde in de
Blaasveldstraat.
Fanfaresecretaris Antoon Lauwens
schreef het volgende in zijn afscheidsrede :
Beste vriend Frans, achtbare familieleden, vrienden
van de overledene,
Voor de tweede maal in minder dan een week tijd werd
onze Koninklijke fanfare pijnlijk getroffen en in een zware rouw gedompeld. (noot : enkele dagen voordien was Cyriel Van den Bergh
begraven)Wie onder ons had kunnen vermoeden dat wij vandaag hier zoudenverenigd staan bij het open graf van één van
de trouwste leden van onze vereniging terwijl de natuur rondom ons een
worsteling is van de naderende lente en het nieuwe leven om zich te onttrekken
aan de dodende greep van een lange, barre winter.
Zoveel zwaarder treft ons daarom deze slag. Wij kunnen
echter niets anders dan ons eerbiedig, doch diep ontroerd buigen voor de wil
van de Meester die beschikt over leven en dood.
Beste vriend Frans, met deze lente zou er ook in uw
leven een nieuwe periode zijn aangebroken, waarin U zich als gemeenteraadslid
volledig ten dienste zoudt stellen van uw medeburgers. Als lid van de Commissie
van Openbare Onderstand hebt ge U gebogen over de noden van de minstbegoeden
onder uw medeburgers die steeds in U een bekwame en vurige beschermer en verdediger
hebben gevonden. Talrijk zijn inderdaad degenen die U hun zorgen en kommer
hebben toevertrouwd. Met volle toewijding en hardnekkigheid, met zin voor
rechtvaardigheid en objectiviteit, en vooral met de U kenmerkendeliefde voor de gewone man hebt gij ze willen
helpen in alle omstandigheden.
De Koninklijke Fanfare Sint-Cecilia verliest in U een
groot en wijze voorman. Wij danken U voor alles wat Gij voor ons hebt gedaan en
zullen U in onze gebeden niet vergeten.
Duurbare familie, namens de Kon. Fanfare drukken we
onze innige christelijke deelneming uit. Vriend Frans, wij zeggen U geen
vaarwel, maar tot weerziens in het hemels paradijs.
Uw aandenken zal bewaard blijven in ons hart en gebed.
De Heer is tot U gekomen. In Hem hebt ge de eeuwige
rust gevonden.
1965 Dat jaar nam
Theo Fierens de dirigeerstok van de fanfare St.-Cecilia over van
Rik De Bruyn.
BurgemeesterLauwers sprak volgende afscheidsrede uit voor
de ontslagnemende
dirigent :
Mevrouw, Mijnheren, Leden-Sympathisanten,
Ik meen als burgemeester onzer gemeente en bestuurslid
van de Kon. Fanfare St.-Cecilia hier vandaag een dubbele taak te vervullen
hebben : vooreerst wil ik in naam van het gemeentebestuur hulde brengen aan
onze vriend Rik De Bruyn ter gelegenheid van zijn afscheid als dirigent van de
fanfare. Zoals men van Hendrik Conscience schrijft dat hij het Vlaamse volk
leerde lezen zo mag van Rik De Bruyn gezegd dat sinds hij de leiding van het
muziekkorps op zich nam, men de volksmuziek hier op onze gemeente is beginnen
waarderen. Was het niet hij die er op aandrong de fanfare te doen deelnemen aan
muziekwedstrijden en alzo het cultureel leven een nieuw tijdperk inluidde.
Overtalrijk zijn de mooie resultaten die hij met zijn
korps in het omliggende en zelfs in ver afgelegen strekenvan het Vlaamse land wist te behalen, daarom
breng ik hulde en wens u in naam van het gemeentebestuur hartelijk proficiat.
Ook in naam van het bestuur wens ik onze vriend Rik De
Bruyn te danken bij zijn afscheid als muziekbestuurder. Gedurende meer dan 35
jaar heeft hij zich ten dienste van de jeugd gesteld om hen muziek aan te
leren, was als het ware hun tweede vader, wees hij hen in hun jeugd op zedelijk
en christelijk gebied de weg, en velen van zijn leerlingen hebben hun
levenswijze aan hem te danken.
Meer dan 25 jaar heeft hij als dirigent voor onze
fanfare bloei en vooruitgang weten te bewerkstelligen. Ons ledenaantal doen
aangroeien en in onze rangen een geest geschapen waar orde en tucht, gepaard
aan broederlijkheid en samenhorigheid hoogtij vierden.
Reeds enkele jaren terug had hij de mening te kennen
gegeven uit te zien naar een nieuw dirigent omdat hij de last van de jaren
begon te voelen maar gezien we over geen enkele kracht beschikten die de volle
rijpheid van de jeugd bereikt had, heeft hij in overleg en samenwerking van het
bestuur geoordeeld te wachten.
Na herhaaldelijk aandringen hebben we dan toch zijn
wens ingewilligd, omdat we oordeelden dat we hiermee zijn gezondheid dienden,
en hij ons tezelfder tijd als muzikant en onderchefnog zeer grote diensten kan bewijzen.
Het bestuur is op de ingeslagen weg voortgegaan, een
muziekbestuurder uit zijn eigen rangen te kiezen.
Nadat de heer Theo Fierens ongeveer een tiental jaren
gedeeltelijk als muzikant tussen ons allen heeft gestaan en na evenveel jaren
mensenkennis te hebben opgedaan, gepaard gaande met een vakmanschap, waar hij
reeds vroeger blijk van gaf, mogen we besluiten dat het leiderschap van ons
muziekkorpsopnieuw in goede handen
berust.
Ik wil hier vandaag geen afscheid nemen zonder een
warme oproep tot de muzikanten te doen, gij allen die deel uitmaakt van de
enige muziekmaatschappij uit onze gemeente die nog telt. Wat zou een processie
en andere openbare plechtigheden aan waarde nog hebben zonder uwe medewerking.
Blijft trouw aan wat uw aller ideaal moet zijn, de kunst te dienen en de
volksmuziek te bevorderen.
Blijf trouw aan de vlag van St.-Cecilia achter wiens
vaandel ge reeds zovele vreugdevolle dagen hebt gekend.
Moge deze woorden bij u allen ingang vinden, dan
zullen we kunnen blijven juichen Sint-Cecilia hoger op. Ik dank u.
Mag ik dan de heer Rik De Bruyn verzoeken deze paar
geschenken door het bestuur als blijken van sympathie en genegenheid aangeboden
te willen aanvaarden.
Alle inlichtingen
omtrent de aard, de aangifte, de berekening en het bedrag van de aanslag kunnen
bekomen worden op het gemeentesecretariaat.
Aard van de
belastingen (1970) :
-opcentiemen onr.
Voorheffing :1.000
-belastingen op
honden200
-belasting op
inkomen natuurlijke personen6%
-belasting op
afhalen huisvuil150
-belasting op
drijfkracht200
-belasting op
motorrijtuigen10%
-belasting op
tewerkgesteld personeel200
-belasting op leuren15
-belasting op afleveren
van identiteitspapieren5
-belasting op akten
van de burgerlijke stand30
BURGERLIJKE
STAND BEVOLKING enz.
Wijziging van het
beroep :
In vele
omstandigheden is het van belang een bewijs te kunnen leveren van de uitgeoefende
beroepen. Elke verandering van beroep dient aangegeven aan de dienst van de
bevolking, die de identiteitskaart wijzigt. De vermelding van het juiste beroep
in de bevolkingsregisters kan later van veel belang zijn bv. bij
pensioenaanvragen.
Bevolkingsregister
Uittreksels uit het
bevolkingsregister en uit het register van de burgerlijke stand kunnen bekomen
worden, evenals een bewijs van woonplaats, opgave van de gezinssamenstelling,
akten van geboorten, overlijden, huwelijk, enz. Bij aanvraag identiteitskaart
en gebeurlijk trouwboekje meebrengen.
Legalisatie of
wettiging van handtekening
Te bekomen bij de
ambtenaar van burgerlijke stand (burgemeester). Identiteitskaart voorleggen.
Geboorteaangifte
Binnen de drie dagen
na de bevalling moet de geboorteaangifte gedaan worden op het bureel van de
burgerlijke stand van de gemeente waar de geboorte plaats heeft.
Huwelijken
De wet beveelt de
afkondiging van het huwelijk gedurende tenminste 10 dagen voor de
huwelijksdatum in de woonplaats der belanghebbenden. Voor het afleggen der
huwelijksbelofte (ondertrouw) is het de belanghebbenden geraden zich een
viertal weken vooraf aan tebieden op
het bureel van de burgerlijke stand van de gemeente waar het huwelijk zal voltrokken
worden.
Volgende stukken :
1.Voor elk der
partijen : een uittreksel uit de geboorteakte.
2.Een bewijs van
woonplaats.
3.Voor de
aanstaande echtgenoot : een militiegetuigschrift (niet vereist ouder dan 45
jaar.
Aangifte van
overlijden
Moet zo spoedig
mogelijk gebeuren door de naaste verwanten. Bij deze aangifte dient de
identiteitskaart van de overledene te worden voorgelegd, en in voorkomend geval
ook zijn trouwboekje. Ook de identiteitskaart van de aangevers en het bewijs
van de geneesheer die het overlijden heeft vastgesteld dient voorgelegd. Een
schriftelijke toelating tot begraven wordt afgeleverd door de ambtenar van de
burgerlijke stand.
Identiteitskaart
Wordt afgeleverd
vanaf de ouderdom van 12 jaar. Zij moet vernieuwd worden :
1.Bij elke
wijziging in de burgerlijke stand.
2.Bij verhuizing
naar een gemeente met een ander taalregime.
3.Bij beschadiging,
onleesbaarheid of wanneer de foto niet meer gelijkend is.
4.Wanneer bij
verhuizing de kaart niet meer kan worden aangevuld.
Bij verlies van
identiteitskaart dient men dit onmiddellijk op het gemeentesecretariaat te
melden. Identiteitsbewijzen worden eveneens afgeleverd voor kinderen minder dan
12 jaar oud.
Pensioenen
De personen die
rechten op een ouderdomspensioen kunnen doen gelden zullen zich liefst een jaar
voor de pensioenleeftijd aanmelden.
Technische zaken
Bouwaanvragen
:Wie dient een bouwvergunning aan te vragen ?
Niemand mag bouwen,
afbreken, herbouwen of verbouwen (instands- houdings- of onderhoudswerken
uitgezonderd), ontbossen, het reliëf van de bodem aanmerkelijk wijzigen, een opslagplaats
van ten minste tien gebruikte voertuigen aanleggen, bomen vellen welke begrepen
zijn in een goedgekeurde verkaveling zonder voorafgaandelijk schriftelijke en
uitdrukkelijke vergunning van het college van burgemeester en schepenen.
Ook alle verkavelingen
van gronden : goedkeuring college evenals van de provinciale directie van
Stedebouw en Ruimtelijke ordening.
Geboortetoelage
Wordt verleend vanaf
het derde kind. De toelage bedraagt 300 f., voor het vierde kind 400 f., enz.
Officiële
publicaties
De inwoners kunnen
op het gemeentesecretariaat inzagen emen van het Staatsblad, het
bestuursmemoriaal en andere officiële publicaties waarop het gemeentebestuur is
geabonneerd.
Weghalen van
dierenlijken
De landbouwers
worden eraan herinnerd dat het afhalen van dierenlijken verplicht dient te
geschieden door het aangenomen vilbeluik. De dienst wordt hier verzekerd door
de NV Lahaye uit Schoten. De afhaling is gratis.
Openbare
onderstand
Voorzitter :
-Polspoel Frans Vinkstraat 5.
Leden :
-Duysburgh Karel
Juniorslaan 56, tel. 015/714.77.
De C.O.O. is een
gemeentelijke openbare instelling die, meestal zelfstandig, soms in
samenwerking met andere overheidsinstellingen de behoeftigheid en de nood van
de inwoners van de gemeente wil bestrijden met de volgende middelen :
-gepast verlenen van
geldelijke of materiële steun
-preventieve
onderstand
-zo nodig plaatsen
van kinderen en bejaarden in aangepaste inrichtingen
-financiële
tussenkomst in dokters- en apothekers- of mutualiteits- en pensioenkosten.
-bijstand bij
speciale ziekten.
Kinderwelzijn
Raadpleging voor
zuigelingen door het nationaal werk voor kinderwelzijn alle maanden in de
vrije meisjesschool. Raadpleegt hiervoor de aan huis komende verpleegster
bezoekster.
Parochie
Pastoor Z.E.H. Lornoy
Mechelbaan 2, tel. 015/178.01. (kwam in 1966 naar Leest)
Onderpastoor : E.H.
Van Dessel, Wolverbosstraat 3, Battel-Mechelen, tel.015/150.54.
Zondagmissen : 07u30
en 09u30.
Missen tijdens de
week : 19u15 (tijdens de maanden juli-augustus om 7 u s morgens)
-voor de zieken en
bejaarden wordt de H.Communie maandelijks thuisgebracht.
-parochieblad :
brengt u elke week de misintenties en nieuws over het parochieleven.
-parochieraad : komt
2 maal per jaar samen onder leiding van Polfliet Emiel, Winkelstraat 24, tel.
015/453.75.
Zonder ooit politieke kleur te hebben bekend
bestuurde Frans Lauwers 12 dynamische jaren ononderbroken als
Fanfareburgemeester het landelijke Leest.
De burgemeesterssjerp erfde hij van zijn oom en de
aanhang van de lokale Sint-Cecilia was er al die tijd voldoende sterk om CVP en
SP samen in de oppositie te dringen.
Dat een gemeente als Leest besturen ook zonder politiek
kan, bewees de nu 62-jarige Fans Lauwers door tijdens zijn ambtsperiode alle
openbare wegenis, riolering en openbare verlichting grondig te vernieuwen.
-Wij hadden daartoe de nodige financiële middelen
zonder dat al te forse belastingen dienden te worden geheven, zegt onze
Leestse gastheer, terugdenkend aan die tijd.
Menselijkerwijze waren ook wij alles behalve tuk op
het prijsgeven van onze autonomiteit. Wie was dat wel ?
-Aanvankelijk geloofden we nog dat ons voorstel tot
een samengaan met Leest, Hombeek en Heffen, met Hombeek als pilootgemeente, een
kans op slagen had. De verrassing met de creatie van een grote entiteit met
Mechelen was dus ook compleet.
De verklaring voor die operatie dient volgens Frans
Lauwers niet ver gezocht.
Het was één doorgestoken kaart van de grote partijen
en de Leestse Cecilianen waren op slag elke bestaansreden kwijt.
Uiteindelijk had Frans Lauwers het allemaal nog veel
slechter verwacht.
Vandaag blijft hij vooral waarderen dat de plaatselijke
gemeentehuizen zijn open gebleven zodat in zijn geval te Leest de Leestenaren
met hun problemen bij dezelfde mensen als vroeger terecht kunnen.
Positief vindt hij ook de regelmatige zitdagen van de
Mechelse schepenen omdat het precies bij die gelegenheid is dat de échte noden
ter sprake komen.
Investeringen
-Leest heeft in een nog niet zo ver verleden enorme
investeringen gedaan en aan de overname heeft Mechelen bijgevolg een goede zaak
gedaan. Niettemin is sinds de fusie de belastingsdruk verhoogd, maar daar doe
je nu niets meer aan.
Minder gelukkig is Frans Lauwers bij de vaststelling
dat te Leest sinds de fusie geen enkele sociale woning meer werd opgetrokken.
Er is nochtans een wachtlijst kandidaten.
De gronden bestemd voor sociale woningbouw zijn reeds
voor de fusie aangekocht en blijven beschikbaar.
Een andere teleurstelling is de langverwachte en de reeds sinds jaren
administratief voorbereide verbindingsweg met Heffen.
Nochtans gaat dit werk slechts over enkele miljoenen,
een bedrag dat voor de stad Mechelen geen probleem kan zijn. Over dergelijke
dingen praatten we te Leest nooit zo lang.
Tijdens de laatste gemeenteraadszitting voor de fusie
werd het plan voor de bouw van een nieuw sportcentrum te Leest in al zijn
facetten besproken.
Dat centrum zou er komen tussen de Winkelstraat en de
Kouter maar over het gevolg dat het stadsbestuur aan die bedoelingen zal geven
tast men in het duister.
Nochtans, meent Frans Lauwers, als men ons plan uit
de diepvries opdiept zijn alle problemen voor VV Leest van de baan.
Alle kans op sukses is niet helemaal verkeken want de
Leestse vertegenwoordiging in het stadsbestuur is van dat alles op de hoogte.
Wachten dus maar tot die de Leestse koe bij de Mechelse horens grijpt.
Veldwachter Victor
Van Hoof (foto) vertelde in 1987 n.a.v. zijn oppensioenstelling :
Als veldwachter heb ik met drie burgemeesters in de
beste verstandhouding samengewerkt. Eerst Pieter De Prins, dan Emiel
Verschueren en als laatste August Lauwers. Zonder aan de twee anderen iets te
kort te doen, heb ik aan August Lauwers de beste herinneringen. Die viel niet
alleen op door zijn werkkracht maar ook door zijn totale inzet, in dienst van
de ganse Leestse bevolking ongeacht politieke kleur. Blek of Sus, iedereen was
welkom bij hem.
Hij had de moed en de ambitie om van Leest een mooie
gemeente te maken.
Met een minimum aan mogelijkheden heeft hij er het
maximum uitgehaald.
Freddy Walschaers
(foto) in Toeters en Trompetten, de periodiek van de K.Fanfare St.-Cecilia ,
december 1990 :
...Gust werd lid van onze vereniging in 1946.
Hij huwde te Leest in 1948 met Jeanne Geerts
(+3/4/1981).
In 1950 werd hij bestuurslid van de fanfare. Van begin
1951 tot 15/2/1965 nam hij de functie van secretaris waar.
In 1971 werd hij ondervoorzitter, tevens was hij
feestleider vanaf 1972.
Op het laatst stond hij in voor de public-relations.
Buiten de fanfare was hij burgemeester, later ere-burgemeester van onze
gemeente. Hij was lid van het Boerenfront, van K.V.G. Zennevallei en van de
Oudstrijders.
(...)
...in mijn groei naar volwassenheid heb ik met Gust
verschillende veldslagen uitgevochten. Met den Burger in die tijd in de
clinch gaan, betekende discussiëren tot je erbij neerviel. Wilde je je doel
bereiken, moest je met gene zever afkomen, maar wel met doorslaande
argumenten. In die tijd repeteerden we nog in de garage van den Do. Ik moet
zo ongeveer een 18 jaar geweest zijn. Toen hebben we eens tegen elkaar
gediscussieerd van 22 tot 2 uur s morgens. Op het einde stonden we beiden zo
te haaszakken dat we maar gestopt zijn. We hebben nog eens gedronken en zijn
als vrienden naar huis gegaan.
Tegen den Burger discussiëren, dat was wat. Hij was
zoveel ouder en wijzer dan ik.
Eens hij van wal gestoken was, volgde de
spreekwoordelijke spraakwaterval. Je moest je werkelijk reppen om er iets
tussen te krijgen. Hij wist zoveel en had het allemaal al meegemaakt. Hij kwam
nooit met één argument op de proppen, maar met een ganse waslijst.
Als ervaren rat en als politieker verstond hij als
geen ander de kunst om iemand schaakmat te zetten. Het schijnt dat hij als
politieker ook nen harde was.
Veel later, na verschillende veldslagen, had ik
eindelijk het truukje gevonden om bij hem gehoor te vinden en mijn argumenten
naar voor te kunnen brengen. Eens het probleem gesteld, ging Gust gewoonlijk
als een spurter van start. Dan bleef ik passief, en kwam niet tussen. Ik liet
hem zijn betoog vieren tot hij stopte. Toen vroeg ik : Burger heb je gedaan ?
Dan begon hij opnieuw, zo ne keer of drie, vier. Toen vroeg ik terug : Burger
heb je nu gedaan ? Dan was het moment gekomen om mijn argumenten naar voren te
brengen en dan luisterde hij ook.
Dat ondervond je later als je merkte dat je
voorstellen in praktijk omgezet werden.
Met hem discussiëren en proberen stokken in de wielen
te steken, was onbegonnen werk.
Het gevolg was, dat wij dikwijls de indruk gaven ruzie
te maken. Niks was minder waar. Reeds vroeg had ik gesnapt dat Gust zijn ganse
wezen in dienst stelde van de fanfare.
Hij beoordeelde elke situatie : is dit goed of slecht
voor de fanfare ?
Was het goed, O.K., maar o wee als het slecht zou
kunnen zijn.
Als hij bv. aanvoelde dat een dirigent het doel van de
fanfare niet meer diende, maakte hij er korte metten mee. Bij de aanwerving van
een vervanger zocht hij steeds naar de man die op dat ogenblik de meest
geschikte was voor de fanfare.
Steeds was hij bereid zijn eigen vel te riskeren. Als
er ergens een opstandje broedde in de rangen, zocht hij eerst de reden en de
kern op. Eens hij die gevonden had, waren de zaken meestal snel rechtgetrokken.
Alhoewel Gust eigenlijk geen goed muzikant was, werd
hij toch op zijn manier een muziekdeskundige. In de wereld van de
koperblaasmuziek kende men hem van in Engeland tot in Duitsland, van in
Nederland tot in Frankrijk, ja zelfs van in Noorwegen en Zwitserland tot in
Amerika en Canada.
Hij was zo een beetje Guy Thijs : die kan ook niet
voetballen, maar hij weet er enorm veel van af. Zo had Gust zijn eigen systeem
opebouwd om korpsen te beoordelen op wedstrijden en concerten. Dit systeem was
natuurlijk gebaseerd op de ervaring van het beluisteren van honderden
uitvoeringen.
Ik heb ettelijke malen meegemaakt dat hij een
pronostiek gaf na een wedstrijd en hij was er dikwijls vlak op. En alhoewel hij
de muziek niet daadwerkelijk beoefende, droeg hij het respect weg van vele
componisten, beroepsmuzikanten en juryleden.
Ik heb de Gust mijn ganse leven gekend. Toen ik
geboren werd, toen was hij er al. De Gust was voor mij altijd de kapitein van
het schip. Hij had geen schrik om zijn werkkracht in zijn volle gewicht in de
weegschaal te gooien om zijn vooropgestelde doelen te bereiken. Dat zijn
strategie en inzet de juiste waren, bewijst het palmares van onze vereniging,
zowel op muzikaal vlak, als op het vlak van inrichtingen.
Welke fanfare kan zon rijkgevulde geschiedenis en
zulk een palmares voorleggen.
Toen de Gust al wat ouder geworden was en we van
elkaar wisten dat we uiteindelijk hetzelfde doel nastreefden, nam hij me
dikwijls in vertrouwen. Dan voelde ik aan dat hij steun en begrip zocht voor
zijn standpunten. Na de repititie kwam hij dan met kleine, gezwinde pasjes in
de zaal gevlogen. Hij dreef je dan voor zich uit tot hij je alleen had, aan de
zijkant waar hij je onder vier ogen kon spreken. Dan vroeg hij : Fred, wat
denk je van dit of van dat ? Misschien heb ik hem soms kunnen helpen, maar hoe
dikwijls stond hij met zijn problemen niet alleen.
Vroeger, toen hij nog feestleider was, draaide alles
op de Ceciliafeesten rond hem.
Iedereenkwam alles tegen hem zeggen.
Als er dan iemand vroeg : Waar is dat, waar zit die, hoe doen we dat ? Hij
wist het allemaal en coördineerde alles met de hand van de meester.
En na de feesten, s maandags om 9 uur s morgens,
stonden de Gust en de Fred als eersten in de tent om de stoelen en de tafels
buiten te dragen. Tijdens dat gezweet werden de voorbije feesten een eerste
maal doorgelicht. Toen viel mij al op wat een klare kijk hij op dingen had.
(...)
Bij Koninklijk
Besluit van 14/12/1981 werd Gust Lauwers gemachtigd de titel van
ereburgemeester te
voeren. (Belgisch Staatsblad van 30/1/82)
Fotos :
-Vic Van Hoof hield aan burgemeester Lauwers de beste
herinneringen over.
verklaarde Julius Caesar niet reeds, dat hij liever
de eerste was in een klein dorp dan de tweede in Rome, de hoofdstad van de toen
gekende wereld
Emiel Polfliet
namens de parochiale organisaties :
wat wij in u bewonderen, mijnheer de burgemeester,
is de werkkracht en het organisatievermogen waarvan u in het verleden in uw
maatschappij blijk hebt gegeven
Mijnheer de burgemeester, de kristen gemeenschap
rekent eveneens op u. Hoever beide gemeenschappen, de gemeentelijke en de kristelijke
ogenschijnlijk van elkaar verwijderd staan, toch kan en mag het ene niet zonder
het andere. Wij kennen u als een overtuigd kristen mens. Wij rekenen op uw
steun en weten dat wij niet tevergeefs bij u zullen aankloppen wanneer het er
op aan komt, de kristelijke gedachte en actie te verdedigen of een handje toe
te steken bij de verspreiding ervan
En de nieuwe
burgemeester :
Zeer Eerwaarde Heer Pastoor, Zeer Eerwaarde Zusters, dames,
juffrouwen, mijnheren van het onderwijzend- en gemeentepersoneel,
gemeenteraadsleden, mevrouwen, mijnheren afgevaardigden van dedeelnemende organisaties, beste medeburgers en
vrienden.
Vooreerst wil ik hulde brengen aan mijn voorganger en oom
Miel Verschueren.
Als kopman van onze lijst St.-Cecilia wist hij opnieuw
bijna het meest aantal voorkeurstemmen van al de voorgedragen kandidaten te
behalen, en hielp ons meteen voor de vierde achtereenvolgende maal de
volstrekte meerderheid te behalen. Ondanks uw hoge ouderdom wist gij nog de
sympathie te verwerven van vele kiezeressen en kiezers, om dan, in volle eer de
plaats te ruimen om de jeugd te laten ingang vinden, een daad die voorzeker
alle waardering verdient. Uw naam en de herinnering eraan verbonden zullen
steeds in de geschiedenis van onze gemeente voortleven.
Aan Z.E.H.Pastoor en de geestelijke Overheid beloof ik
dat de vriendschapsbanden die reeds vroeger bestonden zullen gehandhaafd
blijven, en, in de mate van het mogelijke nog zullen verstevigd worden.
Aan de Z.E.Zusters en gans het onderwijzend personeel
van de vrije meisjesschool alsmede de gemeentelijke jongensschool kan ik de
verzekering geven dat gans de schoolgaande jeugd mijn bijzondere aandacht zal
wegdragen.
Alle parochiale alsmede de plaatselijke verenigingen
mogen ervan overtuigd zijn dat ik de belangstelling zal tonen voor hun
organisaties.
Het heeft mij ten zeerste getroffen, dat omzeggens
gans onze gemeente zich bij deze hulde heeft aangesloten, aan al degenen die er
het hunne hebben toe bijgedragen om van deze dag te maken wat er van geworden
is, mijn innigste dank.
Ook mijn besten dank aan al mijn geburen, de mensen
van de Juniorslaan en Dorp voor de geschenken en versieringen die ze hebben
aangebracht.
Mijn hoofdbekommernis zal zijn de goede
verstandhouding en vriendschap onder ons allen te bevorderen, zonder welke geen
goede politiek voor onze bevolking kan gevoerd worden.
Vanaf deze week sta ik iedere woensdag voormiddag van
10 tot 12 uur ter uwer beschikking, hier op het gemeentehuis om u te helpen en
raad te geven, om samen aan uw probleem een gezonde oplodding te geven.
Ook iedere woensdag avond van 7 tot 9 uur kunt u bij
mij thuis alle inlichtingen bekomen.
Voor dringende gevallen sta ik evenwel ieder ogenblik
ter uwer beschikking.
Ik wens vurig dat al onze politieke tegenstrevers van
gisteren het verleden zouden vergeten om alleen te denken aan de toekomst van
onze geliefde bevolking. Iedereen van gelijk welke politieke opinie zal op het
gemeentehuis of bij mij thuis steeds welkom zijn. Ik wil de burgemeester zijn
van alle Leestenaren, de vriend van alle mensen van goede wil.
Dat God mij, en mijn huisgezin, nog vele jaren een
goede gezondheid schenke, dan bouwen we samen verder aan een groter en schoner wordend
Leest.
Hierna had een receptie plaats en s avonds werd in de
zaal St.-Cecilia een dansfeest gegeven met een warme pint vanwede de
Burgemeester en op zijn gezondheid gedronken.
Het was een buitengewoon weder, Armand Pien had er voor gezorgd, dank u wel weerman.
Toch is het spijtig dat onverantwoordelijkengemeend hebben daags tevoren enkele boompjes aan Leest-Heide en
Dorpplaats te mogen uittrekken. Van kleinzieligheid gesproken. Er is maar één
woord daarvoor : vandalenstreken.
Volgorde optocht huldiging
burgemeester August Lauwers :
burgerlijke bescherming, St.Cecilia, C.O.O., gemeenteraad, burgemeester
en
familie. De stoet trok langs de mooi versierde Juniorslaan, Dorpsstraat
en Plaats
naar
het gedenkteken der gesneuvelden, waar de nieuwe burgemeester bloemen
neerlegde en de fanfare St.-Cecilia het vaderlands lied ten gehore
bracht.
Vervolgens ging de nieuwe burgervader samen met gans de raad en
personaliteiten tussen een haag van schoolkinderen naar het
gemeentehuis.
Daar
overhandigde de h. Verschueren de sleutels aan zijn opvolger en wenste
hem
een vruchtbare loopbaan. Hierna nam schepen Van Den Heuvel het woord.
Hij
wenste de gevierde hartelijk welkom en drukte de hoop uit op een goede
verstandhouding tussen schepenen en raadsleden.
Namens de C.O.O. hield de h. L. Verbruggen een feestrede, de h. Huysmans
deed
zulks namens het onderwijzend personeel en Emiel Polfliet namens de
verschillende andere bewegingen.
Ook
mevrouw Lauwers werd in de viering niet vergeten.
Als
slot bracht de nieuwe burgemeester hulde aan zijn voorganger Emiel
Verschueren.
Hierna werd de erewijn geschonken, waarna een gezellig samenzijn in het
lokaal
St.-Cecilia.
Ook De Band liet zich niet
onbetuigd :
Hulde aan onze nieuwe burgemeester
Zondag 7 maart l.l. is wel een dag die met gouden
letters in de annalen van Leest gegrifd blijft. Dagen tevoren waren de bewoners
van Leest-Heide druk bezig om van deze huldiging iets groots te maken.
Denneboompjes werden aangebracht, vlaggetjes langs
kettingen door guirlandes opgehangen en niet het minst de opsmuk aan de woning
van de te vieren burgemeester zelf, legden getuigenis af van de eensgezindheid
om deze volksjongen op waardige wijze te huldigen. Op een paar uitzonderingen
na werden alle huizen bevlagd en was de feestroes meester van de aanwezigen.
(...)
Eens aangekomen aan de woning van de burgemeester,
werd door zijn voorganger Emiel Verschueren, hem de burgemeesterssjerp om de
lenden gedaan, met de korte wens, hem vele jaren te mogen behouden, tot spijt
van wie t benijd.
Door de heer L. Piessens, voorzitter van de Kon.Fanf.
St.-Cecilia werd een prachtige bloemtuil aangeboden.
Het was schoon die algemene huldiging, op spontane
wijze te aanschouwen, temeer dat ook de heren gemeenteraadsleden zich bij deze
gelukwensen aansloten, uitgezonderd de heer Frans De Decker, weerhouden in een
kliniek.
(...)
Uit de toespraken in
het gemeentehuis gehouden, was die van Louis Verbruggen de meest markante en
ook de leerrijkste :
Louis Verbruggen,
secretaris van de C.O.O.
...In opdracht en als secretaris van de Commissie van
Openbare Onderstand is het mij een aangename plicht U hulde te mogen brengen
bij gelegenheid van uw benoeming tot 1e Burger van onze gemeente !
De C.O.O. is een ondergeschikt bestuur van de
gemeente, waarbij U bij het aanvaarden van uw burgemeestersambt wettelijk tot 1e
Voorzitter wordt aangesteld. Evenals de gemeenteraad voor zes jaren vernieuwd
werd in oktober j.l. dient er ook een nieuwe C.O.O. verkozen voor dezelfde termijn,
welke dient verkozen op de 1e maandag van de maand april a.s.
De Commissieleden zullen dan aangesteld worden door de
gemeenteraad in verhouding van het aantal gemeenteraadsleden van elke partij.
De Commissie verwacht dan van U, heer burgemeester, en ook van al de
raadsleden, tot welke partij zij ook behoren, de verkiezing van plichtsbewuste,
gewetensvolle en diskrete personen, die eervol hun ambt zullen waarnemen zoals
het in het verleden altijd is geweest !
Gezien de verantwoordelijkheid van de C.O.O. welke het
goede beheer dient te waarborgen van roerende en onroerende goederen, de
eerlijke verdeling van de onderstandmiddelen dient te verzekeren, daarbij de
plaatsing van behoeftigen in hospitalen en rusthuizen, waarvoor de C.O.O. de
laatste jaren honderdduizenden frank heeft moeten uitbetalen ; daarbij werd bij
de wet van juni 1956 op het Speciaal Onderstandsfonds, de plaatsing van
geesteszieken en opgeslotenen ten huize ; meer nog de verkeersongevallen op het
grondgebied ten laste gelegd van de Commissie voor hun onderzoek van de staat
van behoeftigheid.
De Commissie komt enkel samen in geheime vergadering.
De besluiten worden er bijna altijd éénparig goedgekeurd in volle akkoord
tussen meerderheid en minderheid en tot grote voldoening van de behoeftigen van
de gemeente.
Het schoonste bewijs hiervan is dat sedert de voorbije
38 jaren dat ik het ambt van secretaris uitoefen, er slechts één schriftelijke
klacht aan de Bestendige Deputatie werd overgemaakt, wegens onvoldoende
ondersteuning. Na onderzoek door de bevoegde instanties werd de beraadslaging
waarbij zij onderstand weigerde te verlenen aan die aanklager door de hogere
overheid goedgekeurd !
Dat de Commissie sedert vele jaren goed beheerd werd
is bewezen door het feit, dat bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen haar
beleid nooit in het gedrang werd gebracht.
Met de nieuwe wet op de ziekteverzekering breekt er
voor de Commissie een nieuw tijdperk aan. De toepassing van deze wet zal een
gelukkige kentering meebrengen !
De jaarlijkse gemeentetoelage aan de C.O.O. zal
gevoelig kunnen verminderd worden, zodat uw bestuur, naar het voorbeeld van
andere gemeenten, deze vrijkomende kredieten in de toekomst nuttig zal kunnen
besteden, met toelagen te verlenen aan de culturele verenigingen van de
gemeente : zoals de muziekmaatschappij, de toneelgroepen, KWB,
jeugdgroeperingen enz. die zich bezig houden met volksontwikkeling en
volksveredeling. Alhoewel het intellektueel peil van onze bevolking de laatste
jaren grote vorderingen heeft gemaakt, dient er nog veel gedaan voor de gewone
mens, door het houden van voordrachten, naschools onderwijs, toneelopvoering,
voorlichting op alle gebied is nog een dringende noodzakelijkheid in onze
hedendaagse moderne wereld.
Wij beschouwen in U, heer burgemeester, nog een jong
dynamisch element, die in een harmonisch samenwerken met de geestelijkheid van
de parochie, onze gemeente op een voortreffelijke wijze zult weten te besturen
; dat gij de burgervader zult zijn van alle inwoners zonder onderscheid van
politieke denkwijze of kleur, met eerbiediging van ieders
overtuiging; dat gij al het mogelijke zult doen om
diegenen te verbroederen welke samen één politieke kleur aankleven, en rust,
orde en vrede in de gemeente zult doen heersen !
In de komende gemeenteraadsvergaderingen zal het ook
uw opdracht zijn, de opbouwende voorstellen van de oppositie welwillend te
onderzoeken en zelfs bekrachtigen, omdat deze gemeenteraadsleden gesteund zijn
geweest door de meerderheid van het kiezerskorps. (...)
Fotos :
-De laatste burgemeester van het autonome Leest, August Lauwers, ontvangt de
burgemeesterssjerp uit handen van zijn
voorganger en oom Miel Verschueren.
Rechts zijn echtgenote Jeanne Geerts.
-De intussen afgebroken woning van Guske Lauwers in
1980 op de Juniorslaan waar
momenteel de
infrastructuur van Ludy Machinery is gevestigd.
De Croes-Van den Heuvel vermoedde
dat er een paar honderd frank in
stak in stukjes van één frank. Het
toestel was eigendom van Leo Casteels
uit Elewijt.
De dag nadien werd het kleinood op
weg naar zijn spruitenveld, achter de
woning van Frans Boonen op een
veldweg, gevonden door landbouwer Jan
Baptist Spoelders uit de Kouter.
(VVH)
1965 18 februari :
Aan de bevolking van Leest
Mijnheer, Mevrouw,
Wij hebben de eer en het genoegen U aan te kondigen dat
de heer August Lauwers, door zijne Majesteit de Koning, benoemd werd tot
burgemeester van Leest.
De inhuldiging zal plaats hebben op zondag 7 maart
1965.
Al de parochiale organisaties en medeburgers worden op
deze plechtigheid uitgenodigd.
Vertrek en optocht ten huize van de burgemeester heer
August Lauwers, Juniorslaan 33, te 3,30 naar het Dorp, waarna ontvangst op het
gemeentehuis.
Men gelieve de huizen te bevlaggen en te versieren.
Namens het gemeentebestuur, de 1ste
Schepene, Henri Van den Heuvel.
1965 27 februari :
Groot Dansfeest van de Koninklijke FanfareSint Cecilia
met het orkest van Marcel Sterckx
en zijn solisten.
Locatie : zaal Sinte Cecilia. Inkom
: 50 fr.
Plaatsen bespreken kon bij August
Lauwers, de secretaris.
1965 Maart De
Band :
Val
Bij
het afdalen van de keldertrap gleed Eduard Peeters, wonende Blaasveldstraat,
uit
en kwam met het hoofd op de stenen terecht.
Gevolg : breuk van een oorbeentje.
In
dezelfde straat werd door een bestelwagen bij het achteruitrijden de zijgevel
en
de
afloopbuis beschadigd bij Jozef Peeters.
Verkeersongevallen
Een
treffen deed zich voor op de steenweg naar Hombeek tussen de
personenwagens toehorende aan Frans Ceuppens en de vrachtauto bestuurd
door
Hector Pireau uit Brussel.
Anderzijds botste Eduard Van den Brande met zijn wagen op de Grote Markt
te
Mechelen en kreeg Yvonne Gobien een ongeluk op de Battelse steenweg.
Plots
weg en...Terug
Het
rijwiel van Hendrik Leemans dat geparkeerd stond aan een herberg van
de
Juniorslaan, werd door een onbekende even meegenomen, want de dag nadien
werd
het aan de woning van de benadeelde teruggevonden.
1965 6 maart :
Vandalen vernieldenaangebrachte
versierselen n.a.v. viering nieuwe
burgemeester.
Bijvoegsels:
-Freddy Walschaerts als volwassene.
-Overlijdensbericht van Frans Van Epperzeel, hij was
een Blek.
1964 18 oktober
:Overwinningsfeest Kon. Fanfare
St.-Cecilia
De Leestenaars kregen volgende
folder in hun bus :
Aan de Bevolking van de Gemeente Leest
Mevrouw, Mijnheer,
De Koninklijke
Fanfare St.-Cecilia Leest, lijst nr.2, behaalde bij de
Gemeenteraadsverkiezingen
van 11 oktober 1964, eens te meer een groot sukses.
Wij danken van harte
al de kiezeressen en kiezers voor het vertrouwen dat ze nogmaals in onze lijst
en onze kandidaten hebben gesteld.
Op zondag, 18
oktober 1964, richt de Kon.Fanfare St.-Cecilia in haar lokaal een
overwinningsfeest in, voorafgegaan van een optocht door de gemeente, waarop al
de leden en sympathisanten hartelijk worden uitgenodigd.
Vertrek van de
optocht : Café Drogen Hoek bij Rijmenants, Kapellebaan, Leest (rechtover
smederij Van Riet) te 3 u. Bijeenkomst voor de muzikanten, leden en
sympathisanten en hun dames te 2.30 u.
Te 8 u in het lokaal
GROOT OVERWINNINGSBAL verzorgd door het orkest Rivers jazz.
Het Bestuur van de
Kon. Fanfare St.-Cecilia, in naam van al haar kandidaten, dankt u nogmaals voor
uw uitspraak die ze niet zullen beschamen.
Het Bestuur.
1964 -25 oktober : Kristus-Koningsfeest Chiro
1964 25 december :
Toneelavond B.J.B.-Meisjes
Zaal Ons Parochiehuis in de
Kouter. Deuren 18u30.
Tante kiest een man.
Ook dans en rytmiek. Inkom : 25
frank.
1964 Op 31
december telde Leest 1875 inwoners.
1965 De
Chiro-meisjes hielden hun bivak te Mol-Sluis.
1965 De Band :
enkel jaartal bekend :
Getuigen
van Jehova
Sedert enkele weken lopen propagandisten van Jehova de deuren af om
de
enige en ware godsdienst aan de man te brengen, net lijk een leurder.
Wat
komen die mensen nu aan uw deur aanbieden ?
Dat
ne mens de kristelijke leer moet naleven, de leer die beschreven staat in de
BIJBEL !!!
En
wist u het al ? Misschien wel iets onrustwekkend !
De
Katholieke kerk doet de mensen het zo maar slikken dat er een Hemel is !
Niks
van, zegt Jehova : er is geen hemel, maar na het aardse leven zal er voor
iedereen een nieuw Koninkrijk zijn ! Het moet toegegeven dat, om het
verschil te
kennen tussen die hemel en dat nieuw koninkrijk, moet men ne geleerden
bol
zijn..en dat kunnen die heren van Jehova.
Dus,
er is geen hemel, maar een koninkrijk. Wat arme drommels zijn die
bijbelvreters toch. Enfin ne mens moet het durven zeggen om de waarheid
geen
geweld aan te doen, maar wanneer we zon leiders hebben die de weg, maar
dan
de
juiste weg aanduiden, dan komen we op de juiste plaats toe !
Jehova wenst geen contact met de massa en daarom wordt tot de enkeling
gegaan, en dat met de bijbeltekst in de hand, waarvan natuurlijk ne mens
niets
snapt.
Zij
beweren dat de mensen niets verstaan van evangelieteksten, hoe dan wel de
bijbelteksten ?? Idioter kan het niet !
Over
het concilie te Rome zal in oktober een aparte brochure verschijnen,
uitsluitend daaraan gewijd, en we hebben vanzelfsprekend een brochure
besteld,
daarvoor hebben we wel een paar franken over.
Wij
kennen een geval van een Jehova huisgezin dat de deur verboden heeft aan
ouders behorende tot de katholieke godsdienst. Staat dat ook in de
bijbel ?
Wellicht komen we daar wel op terug !
Onze
mensen zullen wel verstandig genoeg zijn om zich van deze theoriën niet te
laten beïnvloeden, willen ze niet in het nieuwe koninkrijk terecht komen
waar de
bananen groeien langs de weg in plaats van doornrozen.
(De Band, 1965)
1965 Drukker Luc
Plasqui verving Luc De Keersmaker als koster te Leest.
Luc, geboren te Hombeek op 22
december 1941 had een Hombeekse koster-orgelist
als vader én grootvader. In 1965 en
op vraag van pastoor Coosemans werd Luc,
die tot drukker opgeleid was, wellicht
omdat zijn vader ook drukker was,
koster-orgelist in Leest. Maar na
amper vier maanden werd hij soldaat.
Tijdens zijn legerdienst werd hij
vervangen door Leo Hellemans.
Na zijn legerdienst pastoor Coosemans
was opgevolgd door zijn collega Lornoy en
de dagelijkse mis naar de avond
verplaatst- bleef Luc wel orgelist maar minder vaak
was hij nog koster : alleen nog s
zondags en voor alle plechtige vieringen.
In 1990 mocht hij zijn zilveren
kosterjubileum vieren.
Ondertussen was Luc (in 69) gehuwd
met Maria Phlippo uit Merksem : zij was een
achternicht van de Hombeekse pastoor De
Ridder.
Het echtpaar kreeg vier kinderen.
Behalve als koster werkt Luc (tot
1999 samen met zijn broer Herman die tot dan ook
koster-orgelist en drukker in Hombeek
was) ook als begrafenisondernemer en
drukker. In Leest bleef hij wel
orgelist én begrafenisondernemer, dit laatste ook voor
de omliggende dorpen.
(Wilfried Hellemans : De
Sint-Niklaasparochie in Leest)
1965 Vic
Verschueren voorzitter van Kon.Fanfare St.-Cecilia
Vic (Bonifacius) Verschueren volgde
Leopold Piessens op als voorzitter van de
Fanfare van de Blekken. Hij was een zoon van burgemeester Emiel
Verschueren
en werd te Leest geboren op 23
augustus 1919.
Vic Verschueren was
leerling-muzikant van 1938 tot 1940 maar stopte zijn
muziekstudie na de oorlog, net als
vele andere leeftijdsgenoten.
Hij werd toen wel bestuurslid en
wijkverantwoordelijke. Van 1959 tot 1965 was
hij ondervoorzitter en hij zou
voorzitter blijven tot 1992 waarna hij zou worden
opgevolgd door zijn zoon Kamiel.
Vanaf 1992 werd hij erevoorzitter.
Vic Verschueren was gehuwd met Anna
De Keerf (°Bornem 11/09/1932, +Mechelen
26/03/1981) en overleed te Mechelen
op 1 september 2001.
Fotos :
-Toegangsticketje voor Tante kiest een man, van de
BJB-meisjes.
Verdermet de conferencier-animator Bert Joris, de
zangeres Jetty Ost, de
internationale muzikale fantaisist
Stanny Stijn, Rik Piers de nieuwe Radio en
T.V.-ster en het orkest
Univers.
1964 Oktober De
Band :
Auto
over kop : Twee personenwagens, respectievelijk toebehorend aan
Verbruggen uit Leest en Corbeel uit
St.Kat.Waver kwamen uit een
tegenovergestelde richting en botsten op elkaar op de Grote Baan te
Heffen.
Het
voertuig van laatstgenoemde sloeg over kop en de bestuurder werd hierbij
licht gewond.
Botsing
tegen paal : In de Blaasveldstraat reed E. De Win met zijn wagen
tegen een betonpaal. Het voertuig werd tamelijk erg beschadigd en diende
weggesleept te worden. De bestuurder kwam er met de schrik af.
Tegen
stilstaande auto: In de Dorpstraat reed G. Vloebergh tegen een aldaar
geparkeerde wagen. Enkel materiële schade.
Fietser
tegen bromfietser: In de Winkelstraat had een aanrijding plaats tussen de
fietser Jan Fierens uit Leest en de bromfietser Herman Van Utterbeek uit
O.L.Vr.
Waver. Deze laatste werd licht gewond.
Dwaze
streek : Na het bijwonen van de H.Mis en het opstappen naar huis toe
werd
Mevrouw weduwe Verlinden in de Kouter door een drietal schoolgaande
kinderen omver gereden. Zij liep hierbij een ontwrichting aan de pols op
en kloeg
over
pijnen aan de ledematen. Voor wanneer gaat het eens ophouden met de
dwaze
streken van schoolgaanden, en wanneer zal daartegen eens drastisch
opgetreden worden vermits het anders toch niet schijnt te helpen.
Val
bij turnen: Tijdens de turnoefeningen in het Sint Theresiacollege te
Kapelle-o-d-Bos deed Marc Beterams een val waardoor hij zijn schouder
ontwrichtte en een inwendige kneuzing aan het sleutelbeen opliep.
Na
verzorging door een plaatselijke dokter en na verpleging in een kliniek
kon
hij huiswaarts keren.
Erge
Val : Op de hoek van de Kouter en Dorpstraat viel op een onverklaarbare
wijze mevrouw M. Lauwers ten gronde. Zij kwam met het voorhoofd op de
stenen
terecht en liep een diepe hoofdwonde op. De bijgeroepen geneesheer gaf
haar
de
nodige verzorging.
Nog
een aanrijding : Te Kapelle-o-d-Bos
had er een aanrijding plaats tussen de
drie
gebroeders De Donder uit Leest enerzijds en de autobestuurder F. Croonen.
De
broers werden slechts licht gewond.
1964 4 oktober : Kwaadwillige
beschadiging koetswerk auto
Het koetswerk van de pas
herschilderde Renault Ondine van Louis Selleslagh
(°Kapelle o/d Bos 10/8/1938),
wonende Alemstraat 17, werd aan het café
Verschuren op de Juniorslaan zwaar
beschadigd. Met een scherp voorwerp
werdde ganse rechterkant diep ingekrast en ook
het kofferdeksel was er
erg aan toe.
De schade werd vermoedelijk
toegebracht uit politieke wraak omdat Selleslagh
kandidaat was voor de
gemeenteraadverkiezingen van 11 oktober a.s.
(VVH)
1964 9 oktober : Speciaal
dansfeest in zaal Ste Cecilia
met het orkest Ray Debrae en zijn Romancers.
1964 11 oktober :Gemeenteraadsverkiezingen
1964
Voor deze
verkiezingen waren er in Leest drie kandidatenlijsten. De Sussen veranderden
van naam en werden Gemeentebelangen. In het jaar van deze verkiezingen werd hun
fanfare Arbeid Adelt ontbonden.
De twee traditionele
Leestse partijen kregen het gezelschap van een voor het dorp nieuwe lijst, de
Socialistische Partij. Dit zorgde voor problemen binnen de groep van de Blekken
omdat heel wat socialisten de vorige verkiezingen op hun kandidaten hadden
gestemd.
De verkiezingen
gaven de volgende uitslag.
Voor de
Socialistische Partij (BSP, lijst nr.1) werd Louis Lauwers (Lowieke van
Sanders) verkozen.
Voor de Blekken
(Sinte-Cecilia,lijst nr.2) waren dat Emiel Verschueren, Henri Van den Heuvel,
Frans August Lauwers, Ferdinand De Prins en Juul Geens.
Voor de Sussen (Gemeentebelangen,
lijst nr.3) werden Frans De Prins, Raymond Verhasselt en Alfons Verbruggen
verkozen.
Oud-burgemeester
Emiel Verschueren verliet de politiek na deze verkiezingen en zou in de raad
worden opgevolgd door Frans De Decker. Die overleed echter kort na de
verkiezingen en daardoor kwam Jef Vloeberghen als tweede opvolger in de
gemeenteraad.
Vanaf 1965 werd
Frans August Lauwers burgemeester. Tijdens diens eerste ambtsperiode waren
Henri Van den Heuvel en Ferdinand De Prins de schepenen.
Voorafgaand aan deze
verkiezingen kregen de Leestenaars de beginselverklaring van de B.S.P. in de
bus :
Belgische Socialistische Partij Leest
Aan de kiezeressen, kiezers van Leest
Men noeme het beginselverklaring of rechtzetting
der feiten, wat de B.S.P. met dit kiesmanifest beoogt is het kiezerskorps voor
te lichten waarom zij besloten is bij de aanstaande gemeenteverkiezingen een
zuivere socialistische lijst voor te dragen.
Voor de eerste maal in de politieke geschiedenis van
onze geliefde gemeente zal de BELGISCHE SOCIALISTISCHE PARTIJ bij de
gemeenteraadsverkiezingen van 11 oktober e.k. een afzonderlijke lijst aan de
goedkeuring van het kiezerskorps voordragen.
Op 11 oktober 1964 zal de BSP zij verbergt het niet-
er naar streven de volstrekte meerderheid te halen. Zulks is niet alleenlijk
haar recht, doch ook haar plicht. Een partij die niet streeft naar steviger
posities, ten einde haar programma doeltreffender te kunnen verwezenlijken, zou
geen reden van bestaan meer hebben.
Een moderne gemeente is een levend organisme. De
bevolking die ze bewoont eist van het bestuur der gemeente zeer vele diensten :
veiligheid, opvoeding, ontspanning, wegenbouw, verlichting, waterleiding,
huisvesting. Een bestuur dat van zijn tijd is houdt zich bezig met alles wat de
welvaart van de bevolking kan bevorderen. De ontwikkeling van een gemeente ligt
in de handen van haar bestuur.
De eerste vraag die elke kiezer zich moet stellen is :
wie kan in mijn gemeente het beste werk leveren, wie zou ik in mijn gemeente
het liefst als burgemeester, schepen of gemeenteraadslid aan de arbeid zien ?
Het juiste antwoord geven op die vraag is zéér
gewichtig, want er hangt voor de inwoner zéér véél van af : of zijn gemeente
verfraaid of verwaarloosd zal worden, of er degelijke woningen zullen worden
opgetrokken, of de zieken en bejaarden verzorging en oppas zullen krijgen, hoe
het onderwijs zal worden georganiseerd, of er gelegenheid tot ontspanning zal
zijn, of de belastingen hoog of laag zullen aangeslagen worden, enz enz
NOOIT MEER BELOVEN DAN GE KUNT VERWEZENLIJKEN; Dat is
de gulden regel die wij zullen volgen.
Hier volgt het programma voor de eerstvolgende jaren.
Voor de verwezenlijking ervan staat de BSP borg .
Na hun programma
werden de kandidaten voorgesteld :
1.Lauwers Louis
Albert, staatsbediende.
2.De Schouwer
Alfons, staatswerkman.
3.Fierens Coleta,
fabriekwerkster.
4.De Smedt Albert,
Machinist NMBS.
5.Van der Elst
Marcel, landbouwer.
6.Put Ferdinand,
electrisch lasser.
7.Van Balen Frans,
lasser.
8.Verbist Victor,
paswerker.
9.Verbergt
Jan-Baptist, melkhandelaar.
Ten einde te bewijzen, dat we werkelijk bekwaam zijn
gemeentezaken tot een goed einde te brengen past het er op te wijzen dat wij,
SOCIALISTEN, in de afgelopen periode gezorgd hebben voor het subsidiëren van de
werken tot vernieuwing van de Kouterstraat en voor het bekomen van de toelating
tot bouwen van 28 woningen op de Kouter
Volgde een aantal
copieën van de briefwisseling tussen Louis Lauwers en het Ministerie van
Openbare Werken en enkele bedankbrieven van het gemeentebestuur aan het adres
vantussenpersoon Lauwers.
Op de volgende
gemeenteraadsverkiezing in 1970, de laatste die gehouden werd in het
autonome Leest, zou de lijst van de Sussen : Gemeentebelangen, opgaan in de C.V.P.
Vermits ook de
B.S.P. opkwam waren de Blekken toen de enige dorpspolitieke partij.
Vanaf 1977 zouden de
Blekken ophouden te bestaan als dorpspolitieke partij. De meeste Leestse politici
stapten na de fusie met Mechelen uit de politiek. Een aantal mandatarissen ging
over naar een nationale, grote politieke partij. Met het verloop der jaren
werden de politieke banden van de fanfare St.-Cecilia met haar vroegere
politieke leiders zwakker en zwakker en de fanfare werd een a-politieke
vereniging.
Bijvoegsels:
-Socialistische propaganda.
-De Socialisten zochten ook steun buiten de gemeente.
1964 4 september :
Diefstal van 10 bakken spinazie
Landbouwer Victor Robijns (°Kapelle
op/den Bos 14/9/1895), wonende Leest
Alemstraat nr. 29, zette
gisteravond tien bakken spinazie klaar om door zijn zoon
en groentenhandelaar Jan opgehaald
te worden.
Vanmorgen waren die allemaal
verdwenen.
De spinazie had een marktwaarde van
700 frank en de bakken, eigendom van
Jan Robijns, kostten 30 frank per
stuk.
Volgens de garde was dit de derde
diefstal deze maand van op de straat
geposteerde veldvruchten.
(VVH)
Victor Robijns Torre van de Kets overleed
in de Heergracht te Mechelen op 21
januari 1985 :
zijn
warme harteljkheid, zijn eenvoud, zijn liefdevolle werkkracht, zijn meeleven
met anderen
(uit zijn gedachtenisprentje)
Hij was gehuwd met Maria Ludovica
Alewaters (°Leest 07/01/1897, +Mechelen
28/11/1971) en de grootvader van
o.a. Stan Gobien.
Een interview uit 1984 verscheen in
januari 1985 in Caecilia, het tijdschrift van het
Muziekverbond van België. Een week
nadat het interview was verschenen, overleed
Victor Robijns.
Voor de tweede wereldoorlog was hij
bestuurslid van de fanfare St.-Cecilia en als
dusdanig woordvoerder voor de
muzikanten.
Victor ROBIJNS en de sfeer van toen
Aan de Alemstraat te Leest woont Victor Robijns, in
gans Leest beter bekend als Torre van de Kets, en momenteel (Noot : 1985) het
oudste lid (thans erelid) van de kampioenenfanfare Kon. Fanfare Sint-Cecilia
van Leest-Mechelen.
Toen we daar kwamen, zat hij in een zetel zijn
middagdutje te doen. Hij ontwaakte al toen we de deur openden. Eerst was hij
niet zo te vinden voor een vraaggesprek, maar na een tijdje vertelde hij
vrijuit !
-Hoe ben je bij de Leestse fanfare gekomen ?
-t Was in 1919. Ik trouwde in Leest en daar waren het
Blekken. Ikzelf kom uit Kapelle-op-den-Bos en daar speelde ik bij de fanfare De
Vrije Vlaamse Zonen, de Sussen van Kapelle.
Na mijn huwelijk ben ik dan ook muzikant geworden bij St.-Cecilia
Leest.
-Bracht dat toen geen strubbelingen mee ? We bedoelen Blek
zijn in Leest en Sus zijn in Kapellen-op-den-Bos ?
-Iemand van den Triest (gehucht in Kapellen-op-den-Bos
waar het geboortehuis van Victor staat) zei me toen eens dat hij het niet
serieus vond dat ik muzikant geworden was bij de tegenpartij in Leest. Ik heb
hem toen gewoon gezegd dat ik geen ruzie wilde met mijn vrouw en dat ik nu in
Leest woonde. Daarmee hebben ze er in Kapelle niets meer durven over zeggen.
t Strafste van de zaak was dat ik in Leest meespeelde
op het instrument van de Sussen van Kapelle. Dat was ook iets speciaals met dat
instrument. Vlak voor de oorlog van 1914-18 had ik een nieuw instrument
gekregen. De andere muzikanten moesten in 1914 hun instrument inleveren. Omdat
het mijne een nieuw was, mocht ik het zelf houden. Ik heb het zelfs meegenomen
op de vlucht. Het hing over mijn schouder. Onderweg heb ik er nog dikwijls
muziek mee gemaakt. Na de oorlog waren al de ingeleverde instrumenten naar de
vaantjes.t Mijne niet en zo moest ik
wel in twee fanfares meespelen. In 1922 ben ik ermee gestopt in Kapelle. Ik was
de laatste maanden niet zoveel meer naar de repetitie geweest ginder en toen
kwamen ze vragen of ik nog wel kwam. Ik heb dat instrument toen afgegeven. De
Leestse fanfare heeft voor mij toen een andere bugel gekocht.
-Hoe zag de Leestse fanfare er toen uit ?
-Helemaal anders dan nu ! Er waren zon 20 tot 25
muzikanten, meer niet ! Maar er waren toen wel vijfmaal meer ereleden. Als we
dan opstapten, liepen er zon honderd ereleden achter het muziek aan. Aan
wedstrijden deden we niet mee ! Wel aan festivals. Ik herinner me nog een
festival in Heffen. We waren, toen we moesten optreden, juist geteld met twee
muzikanten, allebei bugelspelers, nl. Ston Busschots en ikzelf. Later is Waar
Lemmens er bijgekomen en dan nog een paar andere muzikanten. Ook in zulke
omstandigheden gaven wij het niet op ! Dat zouden de muzikanten van nu niet
meer durven, geloof ik ! Maar ja, de muziek is ook erg veranderd
-Hoe waren de repetities ?
-Ze hadden plaats in een café. Alles werd opzij
geschoven en dan repeteerden wij. Meestal allemaal danskens, walsen en marsen.
Af en toe een groter stuk, maar dat viel niet zo in de smaak. Wij speelden om
onszelf en om de mensen te amuseren. In de zomer speelden de muzikanten van de
Alemstraat s zondags buiten ! Toen zaten we in de gracht ! Dat was heel
plezant ! De mensen kwamen dan bij ons zitten en luisterden heel de namiddag.
Op de repetities werd heel wat gedronken. Plezier
maken kwam bij ons voor muziek maken. Nu is dat wel anders ! Elke tijd heeft zo
zijn eigenaardigheden !
-Je speelde voor je plezier. Waarom waren er toen
zoveel ereleden in vergelijking met het aantal muzikanten ?
-De mensen waren toen lid om aan de teerfeesten te
kunnen meedoen. De teerfeesten van de Leestse fanfare waren iets speciaals. Ik
was bestuurslid geworden omstreeks 1925. Een paar jaar later moest er in het
bestuur iemand de belangen van de muzikanten behartigen en ik werd daarvoor
uitgekozen.
Een goede week voor de teerfeesten trokken we toen
naar een veehandelaar. We kochten daar dan een koe, een os of een stier. Deze
werd dan in Leest geslacht en met de teerfeesten opgegeten. We kochten ooit
eens in Nieuwenrode een stier van meer dan 800 kg. Die hebben we niet
opgekregen.
-Hoe verliepen de teerfeesten dan ?
-De teerfeesten duurden drie volle dagen. Iedereen
werkte de weken daarvoor zo hard dat die dagen er wel afkonden. We begonnen s
zondags na de hoogmis met ons jaarlijks teerfeest. Toen gingen we kop of
biefstuk eten. Daarna deden we zoveel mogelijk cafés aan. Omstreeks4 uur s namiddags waren we terug en dan
begonnen we te eten. Na t eten was er bal. De boeren (toen het merendeel van
de plattelandsbevolking) moesten echter eerst nog naar huis om de koeien te gaan
melken. Wij hebben er ooit eens een autobusje voor ingelegd. Als we in de stal
gedaan hadden, trokken we terug naar het dorp. Het bal duurde daar tot s
morgens vroeg. Een orkest huurden we niet. We hadden ons eigen orkest en we
speelden onze bals zelf. Er is zelfs een tijd geweest dat we twee orkesten
hadden. Iedereen danste met iedereen. Ouderen met jongeren, bijna tot op de
draad versleten mannen en vrouwen met jonge springers. De ouderen leerden de jongeren
dansen. Wie met de Blekken een jaar had meegeteerd, kon dan ook dansen !
De tweede en de derde dag (maandag en dinsdag) kwamen
ze samen in de Alemstraat omstreeks de noen. Sommigen zaten al in de cafés te
wachten vanaf 10 uur. Dan trokken we zo weer via de Heide naar het Dorp. Er
waren toen minstens 25 cafés ! Dan was er weer een feestmaal en terug een bal.
De derde dag aten we meestal de overschot op of aten
we stoofvlees met aardappelen. Na de derde dag was iedereen het eten moe en zelfs
het drinken. Of toch bijna iedereen
-Als er zoveel cafés waren, liep dan alles wel goed af
?
-t Gebeurde geregeld dat wanneer het grootste deel
van de fanfaremensen al in t Dorp waren er nog muzikanten en ereleden op de Heide
zaten te pintelieren. Die kwamen er dan wel later door. De dirigent en het
bestuur hadden steeds de grootste moeite om iedereen buiten te krijgen uit die
cafés. Met de teerfeesten van toen had iedereen een stuk in de kraag, maar toen
was het ook niet zo gevaarlijk op strat : autos reden er bijna niet.
-Wanneer stopte je als muzikant ?
-Feitelijk bij het begin van de oorlog van 1940-45,
maar mijn laatste jaar als muzikant was 1937, denk ik. Toen mijn oudste zoon,
onze Louis, muzikant geworden is, ben ik ermee gestopt. Ik heb na de oorlog wel
eens geprobeerd, maar t ging niet zo goed meer want tijdens de oorlog hadden
we geen noot meer mogen blazen van de Duitsers.
Ik ben dan erelid geworden en ik ging steeds mee als
er wat te doen was. Nu kan ik dat ook niet meer
-Anekdotes uit de tijd van vroeger ?
-Ja, veel, maar ik vind ze zo direct niet Ik speelde
in 1919 nog in Kapelle-op-den-Bos. Daar speelden echter ook nog andere
Leestenaars mee, onder andere Louis Spoelders. Hij speelde trombone en als hij
in vorm was, liet hij zijn instrument kletteren dat heel Kapelle daverde. Louis
moest eens alleen spelen en hij kon het heel goed. De chef (Andries) zei : Spoelders,
ge blaast koper ! Toen zei Louis kwaad : Chef, ik ben potfer nen Blek !
Tumult natuurlijk, want zo iets durven zeggen op de repetitie van de Sussen was
toen een straffe toer !
Als er bij ons iemand van de fanfare kwam, haalde mijn
vrouw (ons Wis) een fles cognac of elixir dAnvers boven. En die mannen
gingen dan meestal pas verder als de fles leeg was of t scheelde niet veel Met
wat de wijkmeesters van voor de oorlog kwamen vertellen, moest ge dan goed
oppassen. Die gingen in dergelijke omstandigheden van huis tot huis en overal
kregen ze ten minste een goede druppel. Aan het eind van hun rondgang kwam er
dan niet veel serieus meer uit, maar de leden waren wel zo slim de volgende dag
aan elkaar te vragen wat de wijkmeester had verteld en hoe laat het was toen
hij op bezoek kwam. Sommige wijkmeesters deden als het mogeijk was maar één of
twee bezoeken per dag en zo konden ze de hele week of nog langer van huis weg
Rik De Bruyn speelde ook mee in de fanfare. Ik speelde
bugel solo en Rik van t Kot moest 3de bugel spelen van de chef.
Omdat ik wist dat Rik de beste muzikant was van de fanfare kon ik dat niet langer
verdragen. Toen heb ik op de repetitie tegen Nante van den Toebak (de dirigent)
gezegd : Zet die kleine maar naast mij.
Hij speelt ons allemaal onderste boven ! Ik wil dat dat gezever nu gedaan is !
En nog dezelfde repetitie mocht Rik bugel solo spelen.
Met de verhuizingen (eens per maand op zondag een
muzikale wandeling met cafébezoek) kwamen er soms muzikanten bij ons thuis
eten. t Was soms zo erg dat ze de pensen uit de kelder gingen halen. In die
tijd was dat de gewoonste zaak van de wereld. Ons Wis maakte wel veel kabaal
als er zoiets gebeurde, maar tegenhouden deed ze die mannen toch niet. Nu zoudt
ge dat niet meer moeten proberen om uit iemands kelder wat te halen ! In onze
tijd waren we tevreden met wat we hadden. Als er niets meer was, konden we
niets meer verdelen en ook niets meer weggeven.
Hadden we niet zoveel weelde als nu, we hadden wel
meer plezier. De goede oude tijd was meestal wel een harde tijd en misschien
ook niet zo goed : er was meer armoede, er stierven meer kinderen en jonge
mensen. Maar als we werkten, werkten we hard. Als we dronken, dronken we een
serieuze hoeveelheid. Als we plezier maakten, dan was dat echt plezier en
duurde dat tot s morgens vroeg. Nu zijn de tijden veranderd en ook de mensen
De mensen van mijn soort (degenen die geboren zijn voor 1900) zijn zo stilaan
aan t verdwijnen. Met nog een paar schieten we op dit ogenblik in de fanfare
over
t Wordt nooit meer zoals het vroeger is geweest !
Gelukkig voor het een en spijtig voor het ander
Tot daar het gesprek met Victor Robijns, de kranige Torre
van de Kets. Hij deed ons zowaar heimwee krijgen ! Heimwee naar de
solidariteit van vroeger, naar het echt plezier en de echte vreugde, naar de mensen
van toen die elkaar echt hielpen. Misschien komt dit alles nog eens terug ?
1964 5 juni : Overlijden
van Prosper Speir van Busschot(tes) Busschot
Prosper Busschot was
te Leest geboren op 13 juli 1878 en hij overleed in de St Romboutskliniek te
Mechelen op 5 juni 1964.
Hij was vereerd met
de gouden medaille van Leopold II en het Burgerlijk Ereteken 1ste
Klas.
Medestichter van de
Kon.Fanfare St.-Cecilia Leest en (officieus) van het Boerenfront en
Oud-Schepene.
Hij was gehuwd met
Maria Ludovica Daelemans (°Heffen 15/09/1886,+Mechelen 19/08/1961) .
hij was minzaam van karakter en zeer dienstvaardig
voor iedereen. Er was in hem die wij betreuren, een overvloed van goedheid,
liefde en rechtvaardigheid die hem beminnelijk maakte bij alle mensen
Speir
van Busschot(tes)
was een herenboer op de Leest-Heide en woonde aan de
Blaasveldstraat. Hij was net als zijn broer Gaston (Ston of Stonneke) één
van de eerste muzikanten van de fanfare geweest. Vanaf 1921 was hij
gemeenteraadslid en vanaf 1939 tot 1957 was hij schepen van onderwijs en
cultuur.
Hij wordt ook beschouwd als medestichter van het
Boerenfront. Het Leestse Boerenfront dankt zijn ontstaan aan de vroege
patatten van 1936. Er heerste toen een ware crisis. Vooraf was aan de boeren
beloofd dat ze voor 100 kg vroege aardappelen de vastgestelde prijs van 30 fr.
zouden krijgen. Toen het echter zo ver was, kregen ze slechts 5 fr. per honderd
kilo. Tijdens de zomer van 1936 waren Prosper Busschot en zijn knecht vroege
aardappelen aan het rooien. Toen ze na een namiddag van hard labeur berekenden
voor hoeveel geld aardappelen ze met de riek boven de grond hadden gehaald,
stelden ze vast dat ze zich samen voor 20 fr. krom hadden gewerkt. De knecht
ontstak in woede en zei : Dat is geen werk ! Het heeft geen zin voor zon
hongerloon verder te doen ! We gaan staken ! We gaan staken zoals de boeren van
Heist-op-den-Berg ! De knecht trok naar de boeren in de buurt die ook aan de
vroege aardappeloogst bezig naren, naar Stanne Gobien sr., Lodewijk Nuytkens,
Frans Huyghe, Victor Schaerlaekens en naar Jan Maes. Ze lieten de aardappelen
links liggen en trokken met de riek op de schouder naar het station in
Blaasveld waar de aardappelen op de wagons werden geladen. Onderweg, aan t
Zuurbos, kwamen ze Net van Bel, de vrouw van Frans Huyghe tegen. Net vroeg :
Wat gaat gij doen ? Is het terug Boerenkrijg ? De mannen zegden dat ze het
laden van aardappelen gingen stoppen in het station van Blaasveld. Of ze in hun
opzet geslaagd zijn, konden we niet achterhalen. Maar zeker is dat deze
gebeurtenis de aanleiding was tot de oprichting van de Leestse afdeling van het
Boerenfront.
In de weken die daarop volgden, werd in de zaal de
Boerenhandel bij Peerke Van den Eede aan de Juniorslaan, de latere woning van
de familie Duran, het Boerenfront opgericht.
Prosper Busschot oordeelde dat hij niet in het bestuur
kon zetelen omdat hij gemeenteraadslid was maar hij steunde de actie voor meer
dan honderd procent. Het eerste Boerenfrontbestuur bestond uit voorzitter
Victor Schaerlaekens, bijgenaamd den Dockx, Antoon Polspoel, Remy Bradt,
Lodewijk Nuytkens, Constant Daelemans, Constant Gobien sr. en Henri Van den
Heuvel. Bij de Boerenfronters waren er bijzonder veel leden van de fanfare
St.-Cecilia en de banden tussen de beide verenigingen zijn altijd erg nauw
geweest.
Prosper Busschot was een uiterst minzaam man,
bijzonder rustig en correct. Hij heeft veel betekend voor de fanfare en voor de
mensen van de Leest-Heide.