De 55-jarige jonge toneelgroep
bracht De maan van de lente van Rose
Gronon.
De opvoering vond plaats in het
parochiehuis aan de Kouter.
G.H. in De Band :
Bij
het 55-jarig bestaan van Rust Roest Leest voerde deze toneelgroep het
mirakelspel op van Rose Gronon : DE MAAN VAN DE LENTE.
De
parochiezaal zat voor de gelegenheid stampvol.
Rose
Gronon is de schuilnaam voor Martha Bellefroit uit Antwerpen (1901). Haar
toneelstukken zij niet gemakkelijk, daar ze een grote belezenheid
veronderstellen bij het publiek. Zo was het ook op deze bewuste zondagavond 23
januari. Al gaven onze spelers van het beste wat we tot nog toe zagen, en al
was het decor prachtig, toch kwam het stuk niet tot zijn recht bij onze mensen,
zelfs niet bij onze grootste évolués omwille van de ingewikkelde symboliek
van dit mirakelspel.
Regisseur
: Guido Hellemans
Decor
: Tony Baarendse
Garcia
de lekebroeder : Pierre De Wit
Ridder
Ramiro Iniguez : Guido Hellemans
Herder
Ramon Iniguez : Wim Baarendse
Oude
vrouw Tota : Renild Polfliet
Het
koor : Mariette Verbeeck, Imelda Van der Hasselt, Marleen Lauwers, Erna
Vloebergh,
Annie Van Nick.
De
andere : Guy Mollemans
Andere
medewerkers : Dirk Baarendse (voorzegger), Albert Jean (grime), Karel Mertens
(bandmontage), Wim Jacobs (sonorisatie), Milou Van Stijvoort (kostuums), Vik
Diddens (belichting-techniek), Vik Michiels (dans), Marcel Spoelders en Willy
Lauwers (decorbouw).
Wij
hopen deze ploeg nog meer op de Leestse planken te zien, maar dan met een stuk
ad captum van ons publiek. Misschien eens een fijne klucht ?
Dat eerste jaar na de fusie ontving
Rust Roest, zoals elke Mechelse toneelvereniging, van de stad een subsidie
van 16.545 fr. Vanaf 1978 gebeurde de uitkering op basis van de geleverde
prestaties met als minimum voorwaarde : twee volavondstukken spelen per jaar.
1977 2 januari : De Mechelse
gemeenteraad werd geïnstalleerd met Jos Vanroy (CVP)
als burgemeester. (KH)
Jos Vanroy
Joseph Jos Vanroy werd te Mechelen
geboren op 29 januari 1936.
Hij studeerde af als maatschappelijk
assistent en was vanaf 1962 ACV-secretaris in Duffel. In 1956 stapte hij in de
gemeentepolitiek in Duffel voor de CVP en was er gemeenteraadslid tot 1969.
Na zijn verhuis naar Mechelen werd
Vanroy er in 1971 schepen van Sociaal betwiste zaken, jeugd, eigendommen en
stadsvernieuwing.
Bij de gemeenteraadsverkiezingen van
eind 1976 werd hij lijsttrekker voor de CVP. De kiezers van de meer landelijke
deelgemeenten, die in 1977 bij Mechelen gevoegd werden, stemden eerder
katholiek zodat de socialisten hun positie als grootste partij van de stad
verloren.
Vanroy volgde begin 1977 de socialist Désiré De Saeger op als burgemeester van
de nieuwe fusiegemeente.
Bij de volgende
gemeenteraadsverkiezingen in 1982 werden de socialisten onder leiding van
oud-minister Jef Ramaekers terug de grootste partij van Mechelen waardoor de
CVP en Vanroy in de oppositie verzeilden. Na de verkiezingen van 1988 werd de
CVP terug de grootste partij van de stad en werd Vanroy opnieuw burgemeester.
De laatste jaren van zijn tweede ambtstermijn werden echter gekenmerkt door
hevige interne ruzies binnen de partij.
Vanroy richtte in 1994 de scheurpartij
Christen Democratische Vernieuwing op en trok hiermee naar de
gemeenteraadsverkiezingen. De partij behaalde slechts één zetel.
In de aanloop van de verkiezingen van
het jaar 2000 werd opnieuw toenadering gezocht tot de CVP maar de verzoening
mislukte. Opnieuw behaalde de scheurpartij slechts één zetel en Vanroy hield de
politiek voor bekeken.
Eind 1988 was Vanroy gedurende enkele
maanden provinciaal senator voor Antwerpen. Door het cumulatieverbod dat door
de CVP werd vooropgesteld was dit mandaat niet verenigbaar met het
burgemeesterasambt dat begin 1989 een aanvang nam.
(Wikipedia)
1977 6
januari Gazet van Mechelen : Laatste gemeenteraad te Leest
Geen raadszittingen meer te Leest
De dagorde van de laatste gemeenteraadszitting te
Leest telde slechts drie punten op de openbare zitting. De raadsleden (allen
aanwezig) stemden het eerste punt unaniem goed. Dit punt behelsde het advies
voor de verkoop door de kerkfabriek van 81 m2 grond (waarop een
electriciteitshoogspanningspaal staat) aan de S.V.Gecoli. Deze grond is gelegen
aan de Winkelstraat.
Het tweede punt omvatte de voorlopige goedkeuring
van het ontwerp B.P.A. nr.1 = De Maal. Dit is gelegen langsheen de Vinkstraat
en het plan is opgevat om in totaal ongeveer 140 woningen op te trekken.
Oppositielid Duysburg replikeerde hierop dat hij
voor deze laatste zitting niet moeilijk meer wilde zijn, maar dat dit plan een
studie vergde van 6 jaren en er gedurende deze tijd niets meer over vernomen
werd, hij niet in de mogelijkheid was dit plan goed te keuren. Stemming gaf 5
voor, 3 tegen en 1 onthouding.
Als laatste punt op de openbare zitting werd
overgegaan tot de voorlopige goedkeuring van het ontwerp B.P.A. nr.2
Sportterrein.
De plaats voorzien voor dit sportterrein is
gelegen in de driehoek tussen de Dorpsstraat en de Kruisweg. Duysburg vroeg
zich af hoe het toch kwam dat beide plannen juist voor de fusies terug in Leest
verzeilden.
Raadslid Emmeregs zei dat dit plan door de oppositie niet kon goedgekeurd
worden, daar er voor dit plan reeds ongeveer 8 ha onteigend werden, alsook voor
het feit dat de gemeente Leest reeds beschikt over twee sportinstellingen, kon
dit geld beter besteed worden aan betere bestratingen enz. in plaats van een
mastodont van een sportterrein te maken.
Burgemeester Lauwers replikeerde dat het zeker geen mastodont zou worden en
slechts 1 voetbal-, 1 volleybal- en 1 basketbalplein zou omvatten.
Dit punt werd gekeurd met vijf stemmen voor en
vier tegen.
Nadien werd overgegaan tot de uitreiking van een
oorkonde aan ereburger Pater Van Aken.
Op
1 februari 1977 werd ook Leest inderdaad bij het Mechels grondgebied
samengevoegd, dit is 931 ha met circa 1900 inwoners. Van de vijf gemeenten die
integraal Mechels grondgebied zullen worden, is Leest de meest landelijke
gebleven.
In
1939 ontdekte men bij bouwwerken resten van een Romeinse villa uit de tweede
eeuw, een bewijs dat ook deze streek reeds vroeg bewoond moet zijn geweest.
In
1129 stond Leest onder het patronaat van de vrouwenabdij van Kortenberg, wat
aansluit met de stichting van het klooster Vallis Lilliorum te Hombeek, waarvan
de eerste zusters eveneens uit Kortenberg afkomstig waren. Kortenberg inde de
tienden waarvan een derde werd afgestaan aan de pastoor van Leest. Vanaf1637 werd deze belasting vervangen door een
vaste som.
De
oorspronkelijke kerkwerd in het begin
der 17de eeuw volledig vernield, met uitzondering van de basis van
de toren in witte natuursteen en een gedeelte van het hoogkoor.
Het
huidig schip van de St.-Niklaaskerk is van 1852.
In
de kerk treft men nog merkwaardige beelden aan, twee mooie armenbanken en
vooral het opvallend rijk koorgestoelte op het hoogkoor.
Verder
het beeld van de h. Cornelius, vereerd tegen kinderziekten.
Dit
beeld heeft meer folkloristische dan historische waarde. Cornelius, een paus
uit de 3de eeuw, die begraven ligt in de Romeinse catacomben, staat
afgebeeld met boek en gouden hoorn.
Op
het kerkhof treft men van verre de imposante grafsteen , quasi monument van de
Familie Empain. Achter de gesloten deur die de grafkapel afsluit bemerkt men
twee neerdalende trappen die naar een crypte moeten leiden. Volgens de
inscripties op de opgaande muren van de kapel, werd in 1971 de laatste mevrouw
Empain bijgezet in de ouderdom van 100 jaar.
Het
gemeentehuis is erg vervallen, een onooglijk gebouw zonder enige waarde. Alleen
de gemeenteschool is nieuw en beantwoordt aan de normen van een moderne school.
Ook
hier kan de stad Mechelen nuttig werk verrichten door hertekening van het
gemeenteplein, de bouw van een gemeenschapscentrum, eventueel in de plaats van
het oude gemeentehuis en door het aanbrengen van bomen, groen, bloemen en enige
rustbanken.
Zeer
schilderachtig is de Molenbeek, een grillige, smalle loop doorheen gans de
gemeente.
Als
straten noteerden we o.a. de Kouter, als verbinding met Hombeek, de Juniorslaan
die naar Kapelle leidt, maar gedeeltelijk verzakt is in de buurt van de
Molenbeek, de Tiendeschuurstraat, de Kleine en de Grote Heide en de Bist (te
Mechelen : Biest). Verder nog Winkelstraat, de onvermijdelijke Molenstraat en
een Scheerstraat (weer dubbel gebruik met Mechelen).
Waar
Mechelen Leest in genen dele mag verwaarlozen als een Assepoester, ware het
toch hopelijk dat Leeststeeds zijn
eigen landelijk karakter mocht behouden. Mits enige moderne nutsvoorzieningen
en een algemene verfraaiing, kan Leest best zijn eigenheid en gemeenschapsleven
bewaren. Welkom Leest in het vergrootte Mechelen.
1977 Eerste Communicanten 1977
Sonja Daelemans, Alemstraat 10
Pascale Aerts, Kouter 9
Anne De Prins, Dorp 10
Anja De Prins, Juniorslaan 88
Sonja De Prins, Juniorslaan 88
Ilse Diddens, Vinkstraat 43
Spruyt Daisy, Tisseltbaan 46
Stokmans Sarah, Kouter 120
Simons Hilde, Molenstraat 21
Van den Bergh Gwendy, Dorpstraat 82
Van den Heuvel Nancy, Dorpstraat 38
Van Winghe Christiane, Grote Heide 3
Verbruggen Ingrid, Tiendeschuurstraat 6
Verbruggen Marleen, Larestraat 1
Van Camp Serge, Kouter 41
Adriaenssens Geert, Veurtstraat 45
Breendonk
Bernaerts Christoph, Juniorslaan 136
Debroey Michel, Vinkstraat
De Wit Geert, Molenstraat 14
Duysburgh Dries, Juniorslaan 56
Huys Werner, Elleb oogstraat 10
Peeters Benny, Blaasveldstraat 14
Puttemans Pascal, Kouter 154
Spoelders Kurt, Molenstraat 4
Van den Heuvel Chris, Dorp 9
Verbruggen Koen, Tiendeschuurstraat 21
Verschueren Geert, Blaasveldstraat 14
Plechrtige
Communicanten 1977
De Bondt Veerle, Kouter
De Maeyer Kristel, Dorpstraat
De Smedt Brigitte, Cecilalaan
Muysoms Ann, Alemstraat
Polspoel Christa, Juniorslaan
Schillemans Karin, Kouter 51
Spruyt
Conny, Tisseltbaan 46
Stock
Christiane, Juniorslaan
Van den Sande Rita, Grote Heide
Van den Vondel Ann, Kouter 102
Verbeeck Ingrid, Rennekouter
Vermeulen Anja, Tisseltbaan
Verschuren Ingrid, Blaasveldstraat
Van Kerkhoven Lief, Kleine Heide
Apers Ronny, Grote Heide
Casteels Hugo, Kouter 67
De Bruyn Geert, Dorpstraat 53
De Laet Dirk, Kouter 146
De Nijn Chris, Vinkstraat
Doms Victor, Rennekouter
Fierens Danny, Vinkstraat
Huys Rudy, Elleboogstraat
Muysoms Marc, Alemstraat
Robijns Geert, Alemstraat
Van den Brande Johan, Vinkstraat
Verbruggen Koen, Kouter 12
Vermeulen Jurgen, Tisseltbaan
Croons Dirk, Kouter 45
(DB)
1977 Met
ingang van 1 januari 1977 werd de legerdienst voor dienstplichtigen op
8 maanden gebracht voor hen die in
Duitsland gekazerneerd lagen en op 10
1977 1 januari : Hombeek, Leest,
Heffen, Walem en Muizen zijn bij Mechelen gevoegd en vormen samen Groot
Mechelen. Samen vormen deze gemeenten een gemeenschap van ongeveer 80.000
inwoners. Jos Vanroy was de eerste burgemeester van Groot-Mechelen.
De Gemeente.
Het is pas sinds de Franse revolutie dat
er één enkel model voor de gemeenten bestaat. Aangezien wij vanaf 1 oktober
1795 officieel bij Frankrijk hoorden, werd het decreet voor lokale besturen
ook bij ons van toepassing.
Vanaf dat ogenblik verkozen de actieve
burgers de leden van de gemeenteraad en van de algemene raad van de
gemeente, die door een burgemeester werd geleid.
België bleef onder Franse bezettingtot 1815. In die periode verloren de
gemeenten sommige van hun bevoegdheden en werden ze administratieve deeltjes
van de centrale macht. De leiders werden ambtenaren die door het oppergezag
werden benoemd.
Tijdens de Hollandse periode (1815-1830)
vonden de gemeenten een zekere vrijheid terug. Tegelijkertijd werden ook vele
elementen nog meer gecentraliseerd.
Het onafhankelijke België keerde naar de
principes van het Franse decreet uit de Revolutieperiode terug. Op dat ogenblik
waren er 2.498 gemeenten in België.
Na de fusie der gemeenten, van 1977
werd het aantal gemeenten tot 589 verminderd.
(Willebroek in Vogelvlucht juni 2012)
1977 Stad Mechelen (Mechelen, 18 januari 1977.)
Welkom
aan de inwoners van Muizen, Hombeek,Leest, Heffen en Walem.
Vanaf
1 januari 1977 maakt U allen deel uit van de nieuwe fusiestad Mechelen.
Het
college van burgemeester en schepenen van Mechelen heet U hartelijk welkom. Ook
de bevolking van het vroegere Mechelen is verheugd U te mogen begroeten.
Samen
vormen wij thans een gemeenschap van ongeveer 80.000 inwoners, samen hebben wij
allen onze rechten en onze plichten, onze problemen en onze zorgen.
Het
is de vaste wil van de nieuwe gemeenteraad en vooral van het nieuwe College van
Burgemeester en Schepenen van onze stad U, in alle aspecten van ons aller
maatschappelijk leven, bij te staan, te helpen en er zorg voor te dragen dat de
integratie van U allen in de oude Dijlestad zal verlopen op een soepele
administratieve wijze ;
daarbij
zullen de contacten van mens tot mens de stempel dragen van hartelijkheid,
dienstvaardigheid en respect voor ieders overtuiging. Het ligt vanzelfsprekend
niet in onze bedoeling uw levenswijze en levensgewoonten als inwoners van
vroegere landelijke gemeenten zo maar te veranderen. Een stad van de tijd
waarin wij thans leven dient tal van aspectente vertonen : een stadskern, waar restauratie van historische gebouwen
meer luister brengt aan de vroegere hoofdstad der Nederlanden, stadsvernieuwing
die, in zovele aspecten, verandering en verbetering brengt voor onze leef- en
arbeidskernen, behoud van natuur- en landelijk schoon van de gebieden die thans
deel uitmaken van Mechelen.
Dit
is de geest waarin wij U in dit nieuwe Mechelen wensen te verwelkomen.
De
leden van het College van Burgemeester en Schepenen zijn vanzelfsprekend te
uwer beschikking om U bij te staan en te helpen.
De
Burgemeester en alle Schepenen zullen daarom zitdagen houden op het
gemeentehuis van de vroegere fusiegemeenten vanaf 1 februari 1977, evenals op
het stadhuis te Mechelen en dit volgens dagen en uren vermeld op de
hiernavolgende tabel.
De
administratieve contacten zullen over een paar maanden worden gespreid om U toe
te laten week na week, gewoon te worden uw problemen te verschuiven van uw
vroeger gemeentehuis naar het Mechelse stadhuis, waar U met de meeste
dienstvaardigheid zult worden ontvangen.
U
kunt dus ofwel een beroep doen op de gemeentesecretaris van uw vroegere
gemeente tot 28 februari 1977 ofwel vanaf nu op de diensten van Mechelen-stad
volgens de inlichtingen hierna vermeld.
Met de beste groeten,
Namens het College van Burgemeester
en Schepenen :
Bij verordening: de Secretaris Fr.
GeysDe Burgemeester J.
Vanroy.
Mededeling aan de inwoners der
voormalige gemeenten Hombeek Heffen Leest Walem en Muizen in verband met
de fusie met Mechelen
SECRETARIAAT :
Grote
Markt, tel. 21.30.37. Openingsuren van 8 tot 12.30 u. (de zaterdag niet)
Woensdagnamiddag
van 13.30 tot 17u.
Op
het Stadssecretariaat kan men zich o.m. wxenden voor :
Attesten : afleveren van
allerhande attesten en toelatingen o.a. slachten van varkens voor eigen
gebruik, aankoop van loodwit (schilders, hoveniers, enz.) , afvuren van
vreugdeschoten bij feestelijkheden, verlies van titels, e.a.
Eensluidend verklaring van
afschriften:( )
Erfrechtverklaringen : ( )
Geesterzieken : ( )
Vestigingswet : ( )
Wettiging van handtekeningen : ( )
OPENBARE WERKEN
Befferstraat
4 tel. 21.30.37. openingsuren : zelfde als secretariaat.
-in
afwachting van een definitieve regeling zal tijdens de maanden januari en
februari de stempelcontrole zoals voorheen plaatshebben in de vroegere
gemeentehuizen waar de uren van controle zullen aangebracht worden.
-pensioenen
en minder-validen : alle formaliteiten moeten zoals voorheen op het vroegere
gemeentehuis vervuld worden.
Burgerlijke stand bevolking en militie
: ( )
Brandweer : Dageraadstraat
4.
De
bewoners van de fusiegemeenten worden verzocht, in afwachting van de aanpassing
van de straatnamen, voor elke dringende oproep aan de brandweerdiensten nog
duidelijk de naam van de oude gemeente te vermelden, dit om elke mogelijke
verwarring met andere straatnamen van andere gemeenten te vermijden.
1976
Zondag 14 november : Kinderen kijken naar Kinderen. Een leerlinge van
het 5de jaar van de Leestse meisjesschool schreef :
Een mooie voorstelling
Zondag 14 november werd voor de Leestse jeugd een
echt aangename dag. De toneelgroep De Spellentappers vertolkte het
gemoderniseerde sprookje Hans en Grietje, geschreven door Liva Willems.
Zo was bijvoorbeeld de heks geen lelijke oude
vrouw, maar een mooie jongedame. De gluiperige zwarte kat van de heks Spyona,
was voor deze keer in een speciaal pakje gestoken. Het stuk handelde over een
boze heks die van dieren koeken bakte en deze verkocht aan de niet al te
snuggere bakker van het dorp. Door een handige list wist de heks Hans en
Grietje mee te lokken in het bos. Toen de vrienden van Hans en Grietje dit
bemerktensnelden zij hen achterna. Dank
zij de lieve fee Marijke kwam het sprookje toch nog tot een goed eind. De
bazige Mrs Jones en John, haar volgzame man, kwamen er de sfeer inhouden.
Verbazend was zelfs hoe aandachtig, met ingehouden
adem, de kinderen naar het podium zaten te staren. Zichzelf nieuwsgierig
afvragend hoe zou het nu eindigen ?
Na afloop van het stuk kregen alle jonge spelers
een anjer. Aan de leiding van de toneelgroep (Lieve Vermeulen, Lief Bradt en
Lutgard Lauwers) werd nog een mooi boeket bloemen ten geschenke gegegven.
Enthousiast keerden de kinderen terug naar huis.
En de leden van de toneelclub en het Davidsfonds waren er niet minder gelukkig
om. Er waren immers ongeveer 350 toeschouwers komen opdagen !
(DB,
december 1976)
1976 4
december 1976 Gazet van Mechelen : Voorlaatste gemeenteraad
Er zijn 2.077 Leestenaren
Op de dagorde van de gemeenteraad stonden 10
punten op de openbare zitting en 2 punten in geheime zitting.
Iedereen was aanwezig en de zitting verliep in een
zeer vriendschappelijke stemming.
Het jaarverslag van het schepenkollege voor het
dienstjaar 1975 bracht o.a. aan het licht dat Leest op 31/12/74 een totaal had
van 2.046 inwoners, terwijl ze op dezelfde dag in 1975 2.077 Leestenaren telde.
(...)
In 1975 werd ook 583.000 fr. Uitgegeven voor de
aankoop van het speelterrein enz.
De belastingsreglementen voor 1977 werden niet
verhoogd en oppositielid Duysburg stelde voor, dat in tegenstelling met andere
jaren voor deze laatste keer eens een éénparigheid van stemmen zou bereikt
worden, en dat ze niet zouden vechten tot de laatste druppel bloed, zodat als
er ooit iemand de boeken van Leest zou bezien er toch eens een éénparigheid zou
genoteerd zijn ook.
Het eerste paspoort kost dan 25 fr. Het afhalen
van het huisvuil : 300 fr. Begravingen : 7.000 fr, tewerkgesteld personeel :
300 fr, drijfkracht : 300 fr , drankslijterijen betalen 1.000 fr. De retributie
van de plaatsrechten op markten kost 10 fr/m2/dag.
De onroerende voorheffing blijft vastgesteld op
1900 opcentiemen en de personenbelasting blijft 6%.
(...)
Op deze zitting werd eveneens de definitieve
beslissing bekomen voor de ruiling van gronden (gelegen in de Bist en de
Alemstraat) met de heer Prion Pansius. De gemeente Leest staat 1133 m2 af (ter
waarde van 80.500 fr) en ontvangt hiervoor van de heer Prion Pansius een lap
grond van 1304 m2 met een waarde van 107.750 fr.
(...)
In geheime zitting werden dan nog 2 punten
verwerkt : de goedkeuring van de werkuren (uitbreiding) van de kuisvrouw aan de
gemeenteschool en ook nog een punt dat door de CVP-raadsleden op de dagorde
werd geplaatst : de toekenning van het ereburgerschap aan pater Van Aken ter
erkenning van de vele diensten die hij bewezen heeft aan de Leestse gemeenschap
en in het biezonder aan de Leestse jeugd.
1976 4
december : Sint Niklaasbal van de KWB
De Leestse KWB organiseerde samen
met de volleybalclub haar Sint-Niklaasbal.
Dit ging door in het parochiehuis
aan de Kouter. Deuren : 20 uur. De muzikale noten werden gespeeld door het
orkest The Sunbeats.
Toegangsprijs was 60 fr.
1976
Vrijdag 17 december : Vevoc Filmavond : Once upon a time in the West
Vevoc
nodigt u allen uit voor de grootste western ooit gemaakt. Het is een
meesterwerk van de inmiddels overleden regisseur Sergio Leone.
We draaien deze film in SCOPE
d.w.z. groot scherm.
Eens in het verre Westen, een
film van 2 uur is het mooie epos van het aanleggen van de spoorweg tussen Oost
en West. Het is een waar gebeurd verhaal.
Spanning en ontspanning verzekeren
u een mooie filmavond. De afwezigen hebben ongelijk. In de hoofdrollen alleen klasse
acteurs : Henry Fonda, Claudia Cardinale, Charles Bronson, Jason Robards.
Aanvang : 20.45u. Prijs : 40
fr.Kinderen niet toegelaten.
(Flyer van Vevoc)
1976 27
december Gazet van Mechelen : Leest heeft tweede ereburger
Met pater Karel Van Aken heeft de gemeente Leest
haar tweede ereburger gekregen. Nadat ongeveer 2 jaar geleden Leest haar eerste
ereburger, de h. Hendrik Diddens, huldigde voor zijn werk en opzoekingen naar
de geschiedenis van Leest, was het maandag 27 december l.l. de beurt aan pater
Van Aken.
Na de raadszitting kwam pater Van Aken naar het
gemeentehuis waar hij zijn oorkonde in ontvangst nam.Pater Van Aken mocht de
eerbetuiging in ontvangst nemen voor de vele verdiensten voor de gemeenschap,
en vooral voor de jeugd van Leest, die hij gedurende de laatste 10 jaren heeft
verwezenlijkt.
Raadslid Duysburg sprak in naam van het
ouderkomitee van de Chiro dat pater Van Aken een man is die zichzelf steeds op
de tweede rij zet en als het kan zelfsop de derde rij.
Pater Van Aken staat heel eenvoudig tussen de
gemeenschap als knecht van de kleinsten. Zoals hij op die zondagen uren na
elkaar in de Chiro de cola aan het verkopen is, of als hij zich samen met de
jeugd mee verkleedt, dan zou een mens zich kunnen afvragen waarom doet hij dat
toch allemaal ? Pater Van Aken doet dit allemaal omdat hij dan veel beter in
contact kan komen met groot en klein en omdat hij dan
ook heel goed kan zien hoe het in de afdelingen
gestaan en gelegen is. Pater Van Aken is er en laat zich zien en doet het
kleinste werk op een barmhartige wijze. De pater dankte op zijn beurt het
gemeentebestuur van Leest voor deze uitzonderlijke eer die hij in ontvangst
mocht nemen. Hij dankte vooral de mensen van het Sint-Theresiacollege van
Kapelle-o/d-Bos, omdat ze hem daar de gelegenheid hebben gegeven om met de
gemeenschap van Leest ook te kunnen meeleven.
In Kapelle ga ik naar school en te Leest maak ik
mijn huiswerk, aldus pater Van Aken.
Pater Karel Van Aken, geboren te Malderen op 22
februari 1928 werd in 1958 tot priester gewijd en heeft als kloosternaam de
naam van pater Damiaan gekozen.
Te Leest heeft pater Damiaan gevonden waar hij
zijn priesterzijn mag beleven en dit vooral tussen de jongeren die ook wel eens
iemand nodig hebben waar ze kunnen heengaan met kleine of grote problemen.
De h. Hendrik Diddens, woonachtig te Mechelen en
eerste ereburger, drukte de vreugde uit dat hij niet de enige ereburger van
Leest is gebleven. Hij zei ook dat de verdienste van de pater veel hoger ligt
dan de zijne en dat hierdoor ook zijn eigen verdienste in de hoogte ging. Hij
zei ook dat hij menigmaal gezien heeft en heeft kunnen vaststellen dat te Leest
het dienstbetoon en de omgang met de mensen zeer goed was.
Tot slot bracht hij hulde aan de
gemeenteraadsleden voor wat Leest geweest is en wat Leest in de harten zal
blijven. Het is van 1796 dat Leest de onafhankelijkheid gekregen heeft, en van
deze periode van 180-jarige onafhankelijkheid zullen vele mooie en goede
herinneringen blijven. (GvM 5/1/1977)
1976 27
december : Karel Soors in De Band januari 1977 :Afscheid
van Leest.
De afscheidsceremonie startte om 19u45 met
het aanbieden van het ereburgerschap aan pater Van Aken. Na Hendrik Diddens
mocht de pater, in de gemeente berucht om zijn werklust en dienstbaarheid, na
een korte plechtigheid in het gemeentehuis, de oorkonde van het ereburgerschap
in ontvangst nemen. Nadien kon de eigenlijke afscheidsceremonie beginnen. In de
gloednieuwe turnzaal van de jongensschool waren bijna honderd Leestenaars
samengekomen om de afscheidsreceptie bij te wonen en om naar de dankbetuigingen
van de burgervader en de schepenen te komen luisteren.
Burgemeester Lauwers vertelde over zijn laatste
werk : het uitreiken van de oorkonde van ereburgerschap. Ontroerd bracht hij
hulde aan zn gemeente en dankte hij al de aanwezigen voor de fijne
samenwerking.
Hij dankte zijn schepencollege, de geestelijkheid,
de kerkfabriek, het onderwijzend personeel voor het vertrouwen.
Hij verwees ook naar de verwezelijkingen onder
zijn bestuur zoals de verwarming van de pastorij, de herstellingswerken aan de
kerk, de nieuwe dorpsplaats en de kroon op zijn werk, de bouw van de nieuwe
jongensschool. Voorts dankte hij de fanfare St.-Cecilia, zijn partijgenoten en
de mensen van deandere partijen.
Daarna was het de beurt aan de heer Emmeregs, de
gekozene van Leest in het Mechels gemeentebestuur. Hij wees op de moeilijkheden
voor een oppositiepartij om tot een samenwerking te komen.
Zijn dank ging naar de burgemeester omdat die zich
steeds had ingezet voor zijn mensen. Steeds werden die bij hem thuis zeer
vriendelijk ontvangen om hun moeilijkheden uiteen te zetten. De heer Emmeregs
dankte ook
het schepencollege waarmee hij had samengewerkt,
hij beloofde dat dhr Vloebergh en hijzelf als nieuwe verkozenen in Mechelen de
belangen van Leest zo goed mogelijk zouden behartigen. Een overvloed aan
hartige hapjes en fijne dranken maakten de tongen nog losser.
Over de ganse lijn leek men de fusie met Mechelen
maar somber in te zien. Vooral de menselijke kant, het contact met de gewone
burger, dreigt hiermee verloren te gaan.
Het fusieverdriet werd nog lang daarna
weggespoeld.
Vaarwel arm Leest, voortaan kun je de maan helpen
blussen.
Fotos :
-Tweemaal pater Karel Van Aken, de tweede
ereburger van Leest.
Voor
de jongste gemeenteraadszitting te Leest werd door oppositielid
Duysburg gevraagd om een klein huldebetoon te brengen aan
gemeenteraadsleden Emmeregs en Vloebergh die tijdens de laatste
gemeenteraadsverkiezingen respectievelijk als verkozene van de CVP en
als
1e reserve van de BSP uit de bus kwamen.
Beide raadsleden werden gefeliciteerd en men drukte de hoop uit dat ze
de
belangen van de Leestenaren zouden behartigen.
Emmeregs voegde daaraan toe dat ze zeker op hem mochten rekenen en dat
alle
inwoners van Leest (en van de andere gemeenten) die problemen hebben,
steeds bij hem terecht kunnen.
(...)
...als elfdeen laatste punt op
de dagorde stond de principebeslissing van de
ruiling van de gronden gelegen in de Bist en de Alemstraat met de h.
Prion
Pansius. De gemeente zou dus in principe
(nog niet definitief) 1100 m2 grond
afstaan in de Bist en zou hiervoor van de h. Prion Pansius ongeveer 1300
m2
grond ontvangen in de Alemstraat.
Als het laatste punt van de openbare zitting was afgewerkt stipte
oppositielid
Emmeregs aan dat er in verscheidene straten van Leest aan de kanten het
gras
zo hoog staat dat het regenwater steeds op de wegen blijft staan zodat
de
weggebruikers zich moeten verplaatsen in het water (o.a. in de
Elleboogstraat
en de Tiendeschuurstraat). Voor dit probleem is reeds een oplossing
voorzien en
zal zo vlug mogelijk verholpen worden.
1976 30
oktober : Frietkraam aangereden en vluchtmisdrijf
Toen José Van der Meulen rond de
middag haar frituur op de Dorpsplaats wou betreden
stelde zij vast dat de zijruit van
het bijgedeelte gebroken was. Scherven alom en de
aluminium buitenkant van het kraam
was geblutst.
Vermoedelijk werd het kraam door
een voertuig aangereden. José diende klacht in.
1976 2
november Gazet van Mechelen:
Groeten van overzee : Broeder
Romain De Laet
Het naburige Leest, dat zoals men weet, Mechelen
een stukje landelijker zal maken, telt meer dan één merkwaardige figuur onder
haar inwoners.
Een zeer verdienstelijk man is wel broeder Romain
De Laet die reeds 53 jaar lang missiewerk presteert in Canada.
Wij willen hem hierbij eens in de schijnwerper
zetten. De brief met hartelijke groeten van over zee werd niet door hem zelf
geschreven maar door iemand die hem het best kent.
Als broeder Romain beantwoordde Karel De Laet uit
Leest destijds de oproep van zijn oversten van de broeders van Scheppers om
pionierswerk te gaan verrichten in Canada.
Broeder De Laet had van huis uit een rotsvast
geloof en een apostolische ijver meegekregen. Ook had hij als verpleger in de
oorlog 14-18 in krijgshospitalen dienst gedaan en had zich de vorming, hem
verschaft door het St.-Victorinstituut van Alsemberg, zeer ten nutte gemaakt.
Met volle bereidheid voor het werk dat hem wachtte scheepte hij in voor Canada
op 15 augustus 1923.
Na meer dan een halve eeuw is hij er nog, geeft
zich nog steeds met hart en ziel aan zijn taak met het idealisme van zijn
jeugd.
Wel is het ritme wat aangepast aan zijn leeftijd.
Broeder Romain kwam in verlof in 1933, 1948 en
1956. (noot
ook in1973 en 1976)
Ofschoon enkele weken verlof in zijn geliefde
heimat telkens veel vreugde verschafte, vertrok hij steeds welgemoed terug naar
zijn werkterrein in Laurentiden, provincie Quebec.
Al die jaren bleef hij zich inzetten voor de
materiële en geestelijke noden van de bevolking in het onderwijs, opvoeding,
ziekenzorg, tuinbouw, administratie, als novicenmeester, of directeur of ook
nog in de parochiale diensten.
Hij is zowat de factotum voor alle jobs die een
missie vergt.
Globaal bekeken gaat de aandacht en de zorg van de
broeders van Scheppers in Canada uit naar de armen, de nooddruftigen, de
kinderen, speciaal dan toch naar verwaarloosde jeugd hoe ondankbaar dit laatste
ook kan zijn.
Toch kan broeder Romain met zijn psychische flair,
zijn humor, zijn bemoediging met dit alles best overweg.
Dat broeder Romain ook literaire aanleg heeft
blijkt uit een aantal gedichten, Nederlands en Frans, meestal op bekende
Vlaamse wijze.
Bij elke feestelijke aangelegenheid is hij de man
om die te organizeren en te leiden.
Uit menig vers trilt zijn liefde tot zijn vaderland, zijn hunker naar totale
blije gegevenheid.
Broeder Romains levenswerk is dan ook een sterke
Evangelische getuigenis.
Aan hem ondervindt men dat een leven van algehele
inzet voor God en de naaste een mens diep gelukkig kan maken.
Aldus de brief over de Leestse missionaris Karel
De Laet.
LG, blz.
274 :
Juist voor de oorlog, in april 1914, had Karel De
Laet het kloosterkleed aangetrokken bij de Broeders van Scheppers. Hij werd
voortaan broeder Romain. Bij het begin van de vijandigheden nam hij met zijn
medenovicen de wijk naar Engeland. Hij werd er onder de wapens geroepen bij de
ambulancedienst. Tot na de oorlog was hij ziekenverpleger in het
Krijgshospitaal te Faverges (Frankrijk). Later, (1923) vertrok hij als
missiebroeder naar Canada (Huberdeau) waar hij gedurende meer dan vijftig jaar
zijn beste krachten gaf aan de zielzorg, de opvoeding, het onderwijs, de
tuinbouw en de administratie. In februari 1953 werd hij Canadees staatsburger.
Hij overleed er op 4 februari 1978 in de leeftijd van tweeëntachtig jaar.
Broeder Romain had ook letterkundige talenten :
hij schreef gedichten zowel in het Nederlands als in het Frans.
Gegroet, o Leest, o dorp van vrede,
Uw naam is als een eeuwig feest ;
Ik draag uw ziel naar t westen mede,
uw beeld zweeft immer door mijn geest.
De goede God zal het behoeden
bij dag en nacht van alle kwaal;
Vertrekken doet het hartje bloeden,
maar over zee wacht t ideaal.
Gegroet van ver, o teerbeminden,
gebleven in het vaderland;
het beste wat men daar kan vinden,
heb ik zeer diep in t hart geplant.
Uw namen klinken in mijn oren
als melodieën zacht en zoet.
Geen enkel nootje gaat verloren,
het trilt in t hart, t verfrist het bloed.
We waren rustig, zo tevreden,
en daar te blijven was de wens.
Maar plicht is sterker dan de tranen,
we werken toch voor God de Heer.
Hij leidt ons naar de hemelbanen.
We vinden daar elkander weer...
Broeder Romain
Op 14 en 15
juli 1973 werd broeder Romain in Leest gehuldigd bij zijn diamanten jubileum
als broeder en zijn vijftigjarig verblijf in Canada. De burgerlijke overheid
ontving hem op het gemeentehuis (14 juli).
De volgende
dag was er een eucharistieviering in de kerk met de Hombeekse pastoor-deken Jan
Van Dyck en een feestzitting in het parochiehuis waarop ook een
vertegenwoordiger van de Canadese ambassadeur aanwezig was.
Goed ziek,
stierf hij op 4 februari 1978 en werd te Huberdeau (Quebec) begraven op 7
februari.
(Wilfried
Hellemans : De Sint-Niklaasparochie in Leest 2009)
Fotos :
-De familie De Laet rond 1909. V.l.n.r. :
Karel (broeder Romain), Frans (Soo), geboren in
1887, was gehuwd met Sidonie Diddens, en bleef in 1918 in een
griepepidemie, vader Victor Der Laet (°1850,
+1918), overleed een week na zijn zoon, moeder Adelia Selleslagh (°1857 +1914),
Melanie (°1891 +1968), werd
missiezuster in Kongo en Christine (°1901), werd
kloosterzuster te Heverlee. Het gezin woonde in het Wiphuis op de
Rennekouter, de vroegere Jezuïtenhoeve.
-Links Karel De Laet naast Gust De Prins (de
Guide) die met zijn nicht getrouwd was.
1976 15 oktober : Nieuwe wagen van Leestenaar zwaar
beschadigd
Toen
Karel De Prins uit de Alemstraat met zijn wagen wou vertrekken vanop de parking
van dancing het Witte Paard te Kapelle-op-den-Bos constateerdehij dat er een bromfiets in de weg stond.
Toen
hij die verplaatste werd dat opgemerkt door een persoon die dat snel ging doorvertellen in de dancing. Hierop
kwam een hoop jongelui naar buiten gesneld die de wagen van De Prins bestampten en
bestookten met bierglazen.
Het
resultaat : beschadiging aan dak, rechterdeur en kofferdeksel. Schrammen aan de
rechtervoorruit en barst in het plastiek achterstuk tussen de lichten.
Karel
diende klacht in bij de veldwachter.
1976 18 oktober Gazet van Mechelen :
Leest naar Mechelen met een nieuwe
school.
In aanwezigheid
van gouverneur Kinsbergen en van arrondissementskommissaris Rombout werd een
nieuw schoolkomplex ingewijd te Leest.
Op de plaats van
de oude jongensschool werd een nieuwe school opgetrokken met 4 ruime en
luchtige klaslokalen, een muziekklas, een refter en een gymzaal, die reeds bij
de opening haar tweede funktie van feestzaal kon waarmaken.
Burgemeester
Lauwers gaf een overzicht van de administratieve rompslomp die maar eventjes
acht jaar heeft aangesleept : van het ene voorontwerp naar de andere
principebelofte...
Hij dankte de
ministers die voor de nodige handtekeningen hadden gezorgd, de architecten, de
aannemers en onderaannemers.
En als laatste
burgemeester van het autonome Leest was Lauwers niet weinig fier een dergelijk
schoolgebouw te kunnen overdragen aan de nieuwe bestuurders uit Mechelen.
Schepen van
Onderwijs, Polspoel, wilde onderstrepen dat de gemeente Leest haar steentje had
bijgedragen in de onderwijsinfrastructuur ten dienste van de bevolking.
De tijd is voorbij
dat het lager onderwijs het eindpunt was voor de schoolgaande
plattelandsbevolking.
We hebben geen
monument willen bouwen, zoals de oppositie ons heeft verweten. Voor ons komt de
fusie een jaar te vroeg, want we hadden graag onze inspanningen op
onderwijsgebied nog wat voortgezet. We stellen nu onze hoop in de nieuwe
Mechelse bestuurders.
Schoolhoofd Gobien
betrok de ereschoolhoofden Meyers en Huysmans in het huldebetoon.
Zij hebben de
goede naam van de gemeenteschool van Leest gemaakt. En in heel wat moeilijker
omstandigheden vooral op materieel gebied.
Ook mevrouw
Vloeberghen, die er voor zorgt dat alles elke dag netjes gehouden wordt, werd
niet voorbijgegaan.
En de burgemeester
en de schepenen werden bedankt voor de talrijke begrotingswijzigingen die ze
hebben moeten doorvoeren.
Gouverneur
Kinsbergen zei dat hij ondanks een zwaar gevulde agenda toch naar Leest gekomen
was. Primo om die realisatie te zien waarover hij zoveel had horen vertellen.
En ten tweede
omdat het waarschijnlijk de laatste keer was dat hij naar Leest zou komen.
Nu de gemoederen
wat bedaard zijn, zal men ook vlug de voordelen van de fusieoperaties ondervinden.
De gemeenten zullen administratief verdwijnen maar de gemeenschappen die er
leven zeker niet.
Aan de
burgemeester vroeg hij verder zijn kracht te willen inzetten om te behouden wat
er te Leest reilt en zeilt in het gemeenschaps- en verenigingsleven. En
opmerkelijk noemde hij het feit dat de laatste belangrijke daad van het
gemeentebestuur van Leest er een geweest is ten voordele van de jeugd.
Investeren in de
jeugd ook al kost de jongensschool om en bij de 22 miljoen frank is nog
altijd een wissel trekken op de toekomst. (cdw)
En in een andere krant van 22 oktober 1976 :
Leest wijdde nieuwe school in
Zaterdag vond te
Leest de plechtige inwijding van de gemeentelijke jongensschool plaats. Onder
aanwezigheid van talrijke prominenten knipte de burgervader van Leest, de heer
Lauwers, het lint door dat de toegang verleent tot het nieuwe gemeentelijk
schoolcomplex van Leest.
De burgemeester
zei dat deze dag een zeer langverwachte datum was voor de Leestenaren en alzo
werd dit complex overgedragen aan de ganse bevolking. Daarna volgde een kleine
rondgang in de gebouwen.
Als men de school
binnengaat is er op de speelplaats een windroos, een plan van de gemeente en
een landkaart van België op de grond aangebracht. Het zeer moderne complex dat
momenteel alleen voor jongens openstaat, bestaat uit sanitaire installaties,
een speelplaats, een turnzaal, refter, bergplaats, 6 klassen en een reserveklas
alsook een voorbereidende klas voor muziekonderricht. Na de rondgang werden
alle genodigden in de turnzaal verzameld waar nog enkele toespraken werden
uitgesproken.Als eerste spreker kwam de
burgemeester aan de beurt, die na de welkomstwoorden een korte schets van het
ontstaan van deze school gaf. Van het voorontwerp tot de dag van heden is er
een termijn van 8 jaar verstreken. Hij had ook een woord van dank voor de vele
ministriële instellingen die het mede mogelijk maakten dat deze school tot
stand kwam (o.a. de 60 t.h. staatstoelagen). Hij feliciteerde de h. Schaerlaken
en de verscheidene firmas die gelast waren met de bouw en de afwerking van dit
complex.
Hierna kwam de
schepen van onderwijs. Hij wees er op dat de werknemers op 298 van de 300
overeengekomen werkdagen o.a. 523.000 machinestenen, 472.000 kg beton en 20.000
pannen te verwerken hadden. De aandacht ging niet alleen naar de gebouwen, doch
werd er ook veel aandacht besteed aan de toestellen. En daar Leest een muzikale
gemeente is, is er ook gezorgd voor een muzikale opvoeding.
Schoolhoofd Gobien
dankte de ere-schoolhoofden Meyers en Huysmans voor de basis die zij hebben
gelegd om de goede naam van de school te bekomen die ze nu geniet. Hij dankte
het gemeentebestuur voor de vele offers die zij zich hebben moeten getroosten
(o.a. de vele begrotingswijzigingen) om tot de totstandkoming van deze school
te komen.
Als laatste
spreker kwam gouverneur Kinsbergen aan het woord. Hij zei dat men het geld niet
beter kon besteden voor diegenen die nog achter ons komen : de jeugd. Hij
vestigde de aandacht op het feit dat de schepenen de infrastructuur aan deze
realisatie hebben gegeven. Hij wenste de leraars het beste voor de toekomst,
ook na het nieuwe tijdperk die de fusies zouden meebrengen. Maar met het
verdwijnen van de gemeenten zullen zeker niet minder mogelijkheden komen, en
het verdwijnen der gemeenten wil niet zeggen dat de administratieve entiteit
zal verdwijnen. Tot slot dankte hij de burgemeester en de raadsleden voor het
vele werk en de jarenlange inzet die zij gebracht hebben voor de gemeenschap
van Leest. Na deze toespraken volgde een heildronk.
Fotos :
-Burgemeester
Lauwers, geflankeerd door gouverneur Kinsbergen, Arrondissementskommissaris
Rombout, het Leestse gemeentebestuur, onderwijzend
personeel en prominenten uit omliggende gemeenten, tijdens het knippen van het
lint tot opening van het nieuwe schoolcomplex.
-De jongensschool
tijdens verschillende stadia van de werkzaamheden.
Meer vrouwen dan anders op deze
feestvergadering waarop ze werden
verwelkomd op een aperitief.
Na een welkomstwoord en gebed door
de proost, las de secretaresse haar
verslag af waarop men aan de
respectievelijke tafels werd bedacht met het
thema : Jij bent een deel van de
ketting.
Ossetong met madeirasaus en
champions, dampende koffie, men liet het zich
smaken.
Liedjes, sketchen, sport en spel en
het rad van fortuin kwamen ook aan de beurt. (DB, oktober 1976)
1976 Oktober : Gemeenteraadsverkiezingen.
Hombeek, Leest, Heffen, Walem en
Muizen zullen bij Mechelen gevoegd
worden. Op de eerste verkiezingen
voor de grote fusiegemeente Mechelen waren
43 raadsleden verkiesbaar.
Het stadsbestuur was samengesteld
uit CVP en BSP : Jos Vanroy (CVP) burgemeester,
A. Stiers (SP) 1e schepen, J.
Charlier (CVP) 2de schepen, J. Van de
Sande (SP) 3e schepen,
A. Van Stappen (CVP) 4eschepen, Ch. Van de Plas (SP)
5de schepen, A. Ribbens
(CVP) 6de schepen, H. Vanderaerschot (SP) 7de schepen
en K. Michiels (CVP) 8e
schepen.(KH)
De Band
over deze gemeenteraadsverkiezingen :
De maand december 1976 is van historische
betekenis als men weet dat op 1 januari 1977 onze goede Leestenaren van
gemeentelijke nationaliteit veranderen en deel zullen uitmaken van de grote
sociëteit Mechelen.
Zes jaren terug gaven we de uitslag van de toen
gehouden gemeenteraadsverkiezingen, en we menen aan onze plicht te kort te
zullen doen indien we ook NU geen mededeling ervan zouden geven.
We bepalen ons tot de kandidaten van de
fusiegemeenten, met aanduiding van behaalde voorkeurstemmen per lijst. De
onderscheiden letters achter de naam staan voor respectievelijk : L=Leest, HE =
Heffen, HO= Hombeek, M= Muizen en W=Walem.
C.V.P.Behaalde
voorkeurstemmen
Ribbens Albert 1581
(M)
Emmeregs August1316
(L)
De Potter R.
955 (HO)
Vloebergh Louis
702 (L)
Meuldermans
681 (HO)
Lembrechts R.
678 (HO)
Verbist R.
415 (HO)
Van Aken J.729 (HE)
Lemmens R. 542 (HE)
Lauwers J. 683 (L)
Morrens J. 762 (W)
Tournaye P. 442 (W)
Nuyts M. 297 (W)
B.S.P.
Mevr. Van der Aerschot 611 (M)
Ureel B.
556 (HO)
Vloeberghen J.
251 (L)
Verhoeven H.
250 (L)
P.V.V.
Ceulemans P.
105 (HO)
De Peuter
169 (HO)
V.U.
Jaspers W.1940
(HO)
Fierens A.
525 (HO)
Keuleers E.
456 (HO)
Sneyers A.
152 (L)
Hellemans G.
404 (L)
Mertens K.
212 (L)
Stan Gobien
Leest in Feest 1999 :
Toen bekend werd dat er een fusie van
gemeenten op het getouw stond, hebben de Blekken in 1975 en 1976 pogingen
gedaan om samen met Heffen en Hombeek een landelijke gemeente te vormen.
De pogingen liepen op niets uit. Het zou en moest
één groot Mechelen worden
In tegenstelling tot de andere Mechelse
fusiegemeenten werd er door de Leestse gemeentekas niet zo veel gelden overgedragen
aan het nieuwe Mechelen. Er werd gezorgd dat er geen schuld was, want
zoietswilden de Leestenaars ook niet
Jean Verheyden, de Leestse gemeentesecretaris,
werd het hoofd van de Mechelse Bevolkingsdienst. Veldwachter Vic Van Hoof bleef
tot aan zijn pensioen in Leest de orde handhaven. José Tourné was voor de fusie
gemeentebediende. Op dit ogenblik is zij nog de enige van het vroegere
personeel op het gemeentehuis
1976 3
oktober : Vierde Vevoc Loopcross
Het
parcours doorheen het prachtige panorama van de zennevallei bood de
toeschouwers de gelegenheid om de lopers gedurende de ganse omloop te volgen.
Er waren drie grote tenten opgezet.
De pupillen kregen een afstand voorgeschoteld van 400 m, de miniemen 800 m, de
kadetten 1200 m, de scholieren 1800 m, de veteranen 1600 m en de juniores-seniores 2800 m.
Buiten de bijgevoegde fotos zijn
ons geen details bekend.
Fotos :
-Links : pupillen meisjes met Ilona Van Winghe,
Christel De Merechy en Bea Van Praet. Midden : pupillen jongens met Wilfried
Meiries, Alwin Mertens en Jan Lenaerts. Rechts : miniemen meisjes met Linda
Prenen, Godelieve Saerens en Anne Vranckx.
-Start van de pupillen-jongens.
-Links : miniemen jongens met Raf Wijns, Patrick Van
der Linden en Bruno Van Winghe. Midden : kadetten-meisjes met Anne De Greef,
Hilde Janssens en Rita Wijmans. Rechts : kadetten-jongens met Jean-Pierre De
Muyer, Jan Engels en Eric Bosmans.
1976
Woensdag 8 september : Brass Band optreden te Leest
georganiseerd door de Kon.Fanfare
St.-Cecilia met de Rochdale Band uit
Engeland. Dit met medewerking van
BRT 2 Omroep Antwerpen en het
gemeentebestuur van Leest.
Het concert ging door in het
parochiaal centrum aan de Kouter.
1976 20 september : Stichting Kunstkring VOETSPOOR
Met een zeer actief Davidsfonds,
met de bedrijvige toneelkringRust Roest, met de fanfare Sint-Cecilia, kwam de Leestenaar op cultureel
vlak goed aan zijn trekken.
Op initiatief van de
beroepsschilderes Friede Willems kreeg Leest ook een eigen
kunstkring Voetspoor genaamd.
Friede Willems, woonachtig in de
nieuwe wijk in de Kouter, wilde contacten
leggen met plaatselijke kunstenaars
om op die manier gedachten of ideeën uit
te wisselen.
In Georges Herregods, Flor Meyers
en Karel Soors vond zij medestanders die
bereid waren samen te werken rond
drie belangrijke doelstellingen.
1. Een stimulans zijn voor de leden
van de werkgroep.
2. Tentoonstellingen organiseren
ook buiten de stad- met de bedoeling een
breder publiek vertrouwd te
maken met kunsttentoonstellingen.
3. Organiseren van
werkvergaderingen, studiebijeenkomsten, jeugdateliers
en uitstappen.
Friede Willems wou de kerngroep
bewust beperkt houden om een zo groot
mogelijke beweeglijkheidaan de dag te kunnen leggen. Met een
talrijke
groep was dat volgens haar niet
mogelijk.
Om die reden werd doelbewust
gekozen voor een formule van gasten, die
regelmatig zouden worden
uitgenodigd. Zo kregen ze steeds een andere
stemming op hun activiteiten.
De benaming Voetspoor was
afkomstig van een lees, een karrespoor, daaruit
zou de naam Leest ontstaan zijn :
het eerste voetspoor voor het ontstaan van het
dorp.
De in 1950 geboren kunstenares liep
school in Dendermonde waar ze ook de
academie volgde. Nadien volgde ze
plastische kunst te Jette en zes jaar lang de
leergangen aan de Mechelse Academie
waar ze in 1975 als laureaat eindigde.
In 1973 kreeg ze de 2de
prijs van de jonge Dendermondse kunstenaars voor haar
schilderkunst.
Friede Willems hield van schilderen
met olie en zocht haar onderwerpen
vooral in figuren, portretten en
voor de afwisseling waagde ze zich soms aan
bloemen. Ze had haar atelier boven
het postgebouw, naast het oude gemeentehuis
van Leest.
Op 11 april 1977, tweede paasdag,
stelde de nieuwbakken kunstkring voor het
eerst tentoon in de stedelijke
jongensschool Scheerstraat Leest.
Naast werk van Friede Willems, was
er ook werk te bewonderen van meester
Floriaan Meyers, aalmoezenier Georges
Herregods en Karel Soors.
Het werd meteen een voltreffer.
Zeer veel Leestenaars vonden de weg
naar de tentoonstellingsruimte.
Dit succes zorgde ervoor dat
Voetspoor besliste ieder jaar met een grote
tentoonstelling uit te pakken.
In 1978 werd het een
tentoonstelling rond Het jaar van het Dorp, 1979 Het
jaar van het Kind, vormde de
aanleiding om enkele jeugdatelierdagen te
organiseren waaraan 67 kinderen
deelnamen. De tekeningen en keramiekwerkjes
van deze kinderen werden eveneens
op de jaarlijkse tentoonstelling aan het
publiek voorgesteld.
In 1980 Het jaar van de vrouw
werd naast het werk van de leden ook
keramiekwerk van vier vrouwelijke
keramiekers gebracht.
Datzelfde jaar realiseerde de
werkgroep de versiering naar aanleiding van de
feestelijkheden die Leest op touw
zette ter gelegenheid van de honderdste
verjaardag van Stanne Van den
Broeck.
In 1981 kregen enkele jongeren de
kans hun werk te laten zien en het jaar nadien
betreurde men het overlijden van
één van de leden, Flor Meyers, wat evenwel niet
belette een tentoonstelling op te
zetten met akwarellen van Yvan Van der Haegen
en bloemstukken van Hugo Somers.
In 1983 was de kartoonist Goal
gast-exposant en in 1984 werd een Alfred
Ost-tentoonstelling georganiseerd.
Onder de gast-exposanten onthouden
we de namen van : o.a. Frans Croes,Jan
Hermus, Emiel De Leers, Marijke Van
Kenhove, Jan Casteels, Lutgard Moons,
Yvan Vanderhaegen, Frie en Krista
Leemans, Mieke Selleslagh, Chris Van Praet,
Hugo Somers.
Fotos :
-Achtereenvolgens
werk van Karel Soors, Georges Herregods, Flor Meyers en Friede Willems.
1976 5
augustus : Dit is de datum van een Koninklijk Besluit (verschenen in het BS van
28/9/1976) waarbij het gewestplan
Mechelen definitief werd vastgelegd en waarin
werd gestipuleerd dat de
ZENNEVALLEI in het landschappelijk waardevol
bosgebied ligt.
1976 15
tot 21 augustus : Vevoc ging op Bivak
Bestemming : het Vissershuis te
Geel-Zammel.
Het Vevoc-bivak is een gezinsbivak dat wil zeggen
dat de kinderen zeker niet mogen gezien worden als een beletsel om mee te gaan,
maar eerder als een stimulans. En als je nog een beetje trekkers-, chiro- of
Vevocbloed hebt, dan probeer je natuurlijk het onmogelijke om mee te gaan, is
het niet voor de ganse periode, dan toch voor een gedeelte ervan. Bovendien
betekent het een aanvullende, goedkope vacantie voor ons en onze kinderen, want
ons eigen potje koken, is nog steeds goedkoper dan op restaurant gaan eten. In
augustus zal het kampvuur dus ook voor Vevoc branden in de avondschemering van
onze mooie Kempen en zal het woord bivak voor Vevoc geen herinnering
weergeven maar een uitkijken naar de toekomst.
(De Band,
januari 1976 Jaarverslag)
1976 22
augustus : Brand van een perceel bosgrond
De zogenaamde dreef in de Grote
Heidestraat (Sectie A, nr.99), bestaande
uit licht kreupelhout en
struikgewas stond in lichtelaaie. Een hevige wind
zorgde voor een snelle
verspreiding.
Eerste Schepen Henri Van den
Heuvel, tevens oppasser van deze gronden,
verwittigde de brandweer die het
vuur na enkele uren kon blussen.
De dreef was eigendom van Guilbert
Asselbergs uit Brussel.
(VVH)
1976 25
augustus : Ongeval te Leest met fatale afloop
Op
de Juniorslaan te Leest reden dinsdag twee autos frontaal op elkaar in.
Eén der chauffeurs, Frans Diddens, 67 jaar, Dorpsstraat 17 te Leest,
werd
zeer zwaar gewond en naar het Sint-Jozefziekenhuis te Mechelen
overgebracht
waar hij woensdagnamiddag bezweek.
De tweede chauffeur, Georges Delmotte, Fonteinweg 6 Heffen, werd slechts
licht gewond.(GvM-27-8-1976)
Frans Louis Diddens was te Leest
geboren op 17 juni 1909 en gehuwd met Maria Mathilde Vloeberghen.
Hij was oudstrijder van 1940-45 en
Erelid van VV Leest.
Niemand
weet wat de dag brengt.
Je staat op
goedgeluimd
boordevol plannen :
ik moet nog dit, ik moet nog dat
-véél meer dan één dag gevuld kan zijn
En plots
één seconde is voldoende :
een ongeluk, zegt de volksmens
verwikkelingen, zegt de medicijnman
de eeuwige ontmoeting
Alles stort ineen
alles
valt stil
alles moet worden herdacht
God, de stilte van de dood
die
overledene aan overlevende bindt
breekt Gij open.
Bemint
elkaar
is
voortaan de nieuwe naam
waarmee je hem moogt noemen
waarin we samen verder gaan. (uit zijn gedachtenisprentje)
1976 27
augustus : Bestuursvergadering Vevoc
Verwelkoming van twee nieuwe
bestuursleden : Alfons Huysmans en Frans De Decker. Water Lefever was
ontslagnemend.
1976 1
september : Jan Piet Leveugle werd de nieuwe dirigent van de Kon.Fanf.
St.-Cecilia.
Onmiddellijk
werd van start gegaan met een 30-tal jeugdige mensen om als
trommelaars op te leiden en tegelijkertijd de leer van de volksmuziek
(notenleer) tot in de puntjes in te studeren.
Na nauwelijks een kleine twee maanden
noeste arbeid was de dirigent bereid
mede te dingen aan het Provinciaal toernooi van Fedekam Antwerpen, dat
ingericht werd te Mechelen. Dit gebeurde op 24 oktober 1976.
Resultaat was de titel : Kampioen van de provincie Antwerpen in 3de
afdeling.
(G.v.M., 12 oktober 1979)
Op 1 september 1976 werd Jan-Piet Leveugle
dirigent van de fanfare St.-Cecilia.
Hij had ondertussen bewezen wat hij waard was als
slagwerkinstructeur, als leraar notenleer en als dirigent. Hij kreeg direct het
volle vertrouwen van het bestuur, van Rik De Bruyn en de muzikanten. De nieuwe
dirigent kreeg nog een belangrijk ander voordeel. Veeleer om psychologische
redenen dan om muzikale mocht hij met de fanfare in de derde afdeling beginnen.
Omdat er ondertussen jonge muzikanten waren bijgekomen, was dat in deze
omstandigheden waarschijnlijk de beste oplossing. Op de eerste repetities van
Jan-Piet Leveugle werd in t bijzonder aandacht besteed aan de
ademhalingstechniek, het gelijktijdig aanzetten van de verschillende
instrumentengroepen en aan de toonjuistheid. Amper na twee maanden trad de
fanfare op in een provinciale wedstrijd te Mechelen. Hier werd de provinciale
titel behaald in derde afdeling. Een half jaar later werd meegedaan aan het
provinciaal kampioenschap in de tweede afdeling en hier werd de titel behaald
met lof van de jury. Dankzij deze voor de meeste muzikanten vrij makkelijke
wedstrijden ontstond er een goede sfeer. Door het enthousiasme en de bezieling
van de groep was er een basis om de volgende jaren wat meer inspanningen te
vragen aan de muzikanten.
(Stan
Gobien, Leest in Feest)
Jan-Piet
Leveugle werd in 1943 te Nossegem geboren en kreeg reeds op zesjarige leeftijd
zijn eerste muzieklessen van zijn vader Paul Leveugle, bij de fanfare
St.-Cecilia Nossegem, die daar dirigent was.
In 1950 was
hij al muzikant in deze vereniging en kreeg verdere lessen voor slagwerk aan de
Muziekacademie te Etterbeek. Op veertienjarige leeftijd behaalde hij een eerste
prijs notenleer en slagwerk aan het Koninklijk Conservatorium te Brussel. In
1969 behaalde hij een eerste prijs voor kamermuziek bij Jef Alpaerts. Verder
studeerde hij orkestdirectie bij Fernand Terby te Antwerpen en harmonie bij
Peter Cabus en André Laporte te Brussel. Hij behaalde een eerste prijs in 1978.
Van 1957
tot 1970 was hij achtereenvolgens verbonden aan het Nationaal Orkest van
België, het Groot Symfonisch Orkest van de BRT en de Philharmonie van
Antwerpen.
Als leraar
slagwerk werkte hij aan de Muziekacademie Willebroek, het Stedelijk
Conservatorium Mechelen en de Kunsthumaniora van het Koninklijk Conservatorium
te Brussel.
Als
dirigent was hij verbonden vanaf 1975 aan de Brass Band Midden-Brabant, de
Koninklijke Fanfare Moed en Volharding, Heist-op-den-Berg, de Socialistische
Harmonie Arbeid Adelt Puurs en vanaf 76 St.-Cecilia Leest.
Met de
Brass Band Midden-Brabant werd hij meerdere malen Belgisch kampioen en was ook
meerdere malen vertegenwoordiger van ons land bij de Europese Brassband
Kampioenschappen, toen nog in de Royal Albert Hall in Londen.
Met de
Leestse fanfare zou hij provinciale titels behalen en Belgisch Kampioen worden.
Op 2 juli 1978 was hij met de K.Fanfare St.-Cecilia Leest op het 8ste
Wereld Muziek Concours te Kerkrade (NL) en behaalde in de 3de
afdeling 311 punten, goed voor een 1ste prijs. Met dezelfde fanfare
trad hij in 1981 op tijdens het 9de Wereld Muziek Concours te
Kerkrade, dit keer in de 2de afdeling en behaalde 324 punten, goed
voor een 1ste prijs met lof van de jury. Beide malen werd
St.-Cecilia Leest Wereldkampioen in deze afdelingen en in de sectie fanfare.
Erg
belangrijke overwinningen werden daarnaast behaald op het Nationaal Tornooi van
de stad Brussel in 1982 en op de Grote Prijs van de Lions Club in 1983.
Jan-Piet Leveugle nam ontslag als dirigent van St.-Cecilia Leest op 12 maart
1985 omwille van perikelen rond de deelname aan het Wereld Muziek Concours te
Kerkrade in de hoogste afdeling voor fanfares.
Samen met
zijn vrouw Ghislaine Poedts richtte hij te Willebroek een muziekhandel op, die
aanvankelijk de naam Muziek-Center Willebroek droeg en later veranderd werd
in Traxon Music en uiteindelijk vertrok naar Brussel. Intussen werd deze
muziekhandel Traxon Music Brussels door de volgende generatie gedreven.
(Wikipedia
en Leest in Feest)
Fotos :
-Henri Van den Heuvel. Deze historische foto werd
genomen in het gemeentehuis in 1971 toen de Blekken de stem van Heinke van
Tien nodig hadden in de gemeenteraad voor o.a. de benoeming van Stan Gobien
tot schoolhoofd. Heinke was gehospitaliseerd en werd toen met bed en al naar
het gemeentehuis gebracht.
Gijlie komt juist op het uur dat ik gewoonlijk
met mijn vrouw Arlette het aperitief neem. Een whisky soda of met ijs ? Das
mannendrank.
Zelfs geen plat water voor ons. Ijs graag,
zeiden we. Hij schonk de glazen vol. En dan maar keuvelen nadat zijn vrouw naar
keuze één of meer ijsblokjes in het glas liet rinkelen.
Nog een whisky ? Wij bedankten.
Kom, op één been kunt ge niet blijven staan. Hij
lachte breeduit.
Tiens, als ik het over één been heb, kan ik
moeilijk mijn lachlust bedwingen. Want dan peins ik altijd aan mijne houten
poot. En met de vlakke hand sloeg hij lachend op zijn kunstbeen.
Onze gezichten verstrakten. Je ontmoet de man voor
t eerst in je leven. Je zit met hem al een kwartier te praten en je hebt van
die jammerlijke handicap geen snars opgemerkt. Welke houding moet je in een dergelijke
situatie aannemen ? Meelachen ? Of wat ? Wat doet men tegen zulke ontwapenende
openhartigheid, gekruid met een dergelijke humor ? Zo verliep onze eerste
kennismaking met de vijftiger Jan Peutermans en zijn veel jongere vrouw
Arlette.
Sinds mei van dit jaar wonen zij te Leest aan de
Biest in het kasteeltje van Lamot zoals het landgoed in de omgeving bekend
staat met zijn circa 5 ha grond eromheen, omzeggens totaal ommuurd.
We hadden, ingevolge onze bijdrage over de
Mechelse dierenbescherming van voor enkele weken, een tip gekregen i.v.m.
hondenpensions. En het schromelijk tekort eraan.
Moet je eens met die man gaan kennismaken.
En wij trokken erheen, samen met Philippe Van de
Velde, voorzitter van de Mechelse Dierenbescherming, die midderwijl plaatjes
zou schieten.
Wij zaten knus in de gemakkelijke zetels in de
heel ruime en smaakvol ingerichte zitkamer van de Peutermans te luisteren.
Jan Peutermans is een geboren Antwerpenaar. En meer dan onderhoudend en tevens
boeiend. Rookt daarbij als een Turk.
Is met wat hijzelf heet een honden-hotel
begonnen in de jaren 1956-1957. Op heel kleine schaal. Vandaag weet Jan
Peutermans op stuk van hondenpensions heel goed waar Abraham de mosterd haalt.
En niet alleen op dit terrein.
Hij zat jaren met een hondenpension in het
Antwerpse. Kwam zich door toevallige omstandigheden in een uitgesproken
landbouwzone vestigen, speciaal met het oog op zijn bedrijvigheid, een
bedrijvigheid, welke zich spreidt zowat over het ganse jaar.
Doch met de vacantiemaanden uiteraard als pieken.
De klandizie van Jan Peutermans is alles behalve
van de onderste laag. En bij ons bezoek, dat meer gold als een eerste kennismaking,
stond die telefoon niet stil. Aanvragen tot opname van honden beantwoordt hij
in t Engels, Frans, Duits en vloeiend. Krijgt de meest verscheidene opdrachten :
op Zaventem een hond afhalen en voor 14 dagen bij zich houden, een hond per
vliegtuig naar Tokio sturen, naar New York, Parijs, Berlijn.
Is in zijn specialiteit gekend in de hogere
kringen en bij de NATO-officieren. Ontvangt telefoontjes uit gans Europa
waarbij door dames wordt navraag gedaan hoe het met haar honden staat.
Prima, antwoordt Jan Peutermans, hij voelde
zich van de eerste dag al thuis...is dik in orde.
Jeugdgeschiedenis
Van zijn jongelingenjaren zou Jan Peutermans een
boeiende novelle kunnen schrijven.
Zoon uit een Antwerpse doktersfamilie, verbleef
hij tijdens de oorlogsjaren met zijn mama in Biarritz.
Op bijna 17-jarige leeftijd wou hij naar Spanje
vluchten. Het spergebied lag vol landmijnen. Liep een duinhelling af. Precies
dit hellend vlak is zijn geluk geweest.
Een landmijn, zegt Jan Peutermans, vertoont aan de
bovenzijde drie pinnetjes. Ik raakte een pinnetje, een ontploffing volgde
waardoor de mijn 60 a 70 cm hoog vloog en op deze hoogte ontplofte. Honderden
schrapnels stoven als zaden in alle richtingen. Door de eerste ontploffing werd
een deel van mijn been afgeslagen, de rest verbrand. Ge begrijpt, precies omdat
ik een helling afliep, kreeg ik de volle lading niet. Anders was het met me
gedaan geweest. Gewond over heel mijn lijf ben ik vier uren lang met mijn
beenstomp in mijn handen, op mijn achterste en mijn ander been weggekropen.
Natuurlijk werd dat een alles behalve propere
affaire.De Duitsers ziet ge. Maar dat moet ik zeggen : de Duitsers hebben mij
prima verzorgd. Duwden me in een lazaret, stuurden mij daarna naar
Fontainebleau, Parijs en Waterloo. Gaven mij een prothese, leerden mij opnieuw
lopen. En goed. Zodanig dat ik enkele jaren later zelfs kon gaan dansen. Ik had
toen regelmatig een oliepotje bij. Waren toen houten kunstbenen met ijzeren
scharniertjes. En bij t dansen gebeurde het dat de scharniertjes begonnen te
piepen. Ik gauw naar het toilet, scharniertje oliën en t was weerom in orde.
Niemand kan merken dat ik een kunstbeen heb. Zelfs
mijn tweede vrouw wist het niet. Van die landmijnhistorie krijg ik als Franse
invaliede een pensioen.
Globetrotter
Na de oorlog geraakte ik in Antwerpen en kreeg als
taalman een job bij de Amerikaanse M.P.s. Die kerels nodigden me uit om naar Amerika
te komen. Als ex-GI heb ik dat gedaan. Jaren lang in Amerika geweest. IJsland,
Mexico en zelfs zes maanden in Zuid-Amerika. Als assistent-purser op een
vliegtuig ben ik zowat overal geweest.
Tot ik dan in Antwerpen mijn eerste vrouw leerde
kennen.
Een handel in luxe-modekleren voor dames hield ze
erop na. En precies daar werd de eerste steen gelegd van mijn honden-hotel.
13 kostgangers
Zijn eerste vrouw bezat een boxer, een goeie
loebas van eerste gehalte.
Als vader-boxer kreeg hij een tamelijk uitgebreid
kroost. Tijdens de vacantiemaanden werd hem gevraagd de boxer van een kennis
voor enkele weken bij te houden.
En zo rijpte het plan om een honden-hotel op te
zetten.
(...)
Op een moment zat ik met 13 honden thuis. In die
tijd zette ik de honden apart van t ogenblik dat ze maar tegen mekaar grolden.
In elke kamer, in elke plaats zat een hond. Dat kon zo niet blijven duren.
Daarom ging ik me in Kalmthout installeren en bouwde een der grootste, zoniet
het grootste honden-hotel op van België.
Iets voelen
In Antwerpen, vertelt Jan Peutermans, kende ik
verscheidene veeartsen. Dank zij die boxer. Toen één van hen vernam dat ik een
hondenpension zou openen zei hij :
Koop op den buiten een stuk grond, zet daar uw
honden op en ga zelf in een caravan wonen, heel ver vandaan, of ander wordt ge
zot.
Welnu, zei Jan Peutermans, die vent had overschot
van gelijk. Want één ding staat vast : als ge geen echte dierenvriend zijt,
houdt ge het eenvoudig niet vol. En het toeval wil dat mijn tweede vrouw
Arlette er even goed mee over de baan kan.
(...)
Ik durf zeggen dat 90 a 95% van mijn cliënteel
tevreden is. Ik werf tijdens de top-periode werkstudenten aan. Moet ik wel.
Maar dag en nacht sta ik erbij. Die honden krijgen van mij vlees dat voor
mensen bestemd is. (wij mochten zelfs proeven van het hondenvoer...)
Regelmatig komt een veearts, ik ontsmet, houd een
oog in t zeil. Kortom : ik verzorg de dieren precies alsof ze van mij zijn. En
mijn cliënten weten dat.
Bassen en janken
(...)
Neem nu mijn geval, zegt Jan Peutermans. Ik zit
hier midden een landbouwzone, op een terrein van 5 ha. Ik heb slechts 3 buren.
Aan de overkant van de weg staan koeien in de wei.
En toch moet ik van het gemeentebestuur een
commodo en incommodo- aanvragen, en noteer : ik heb slechts drie buren. Waar
moet men een hondenpension opzetten ?
Ik zou menen dat een landbouwzone het meest
geschikt is.
Nu vraag ik u : kunt gij honden doen ophouden met
bassen of janken ?
Want als er ene begint vallen ze allemaal in koor.
Maakt gij nu maar een hond wijs dat hij slechts voor 8 of 14 dagen op logies
is. Ge moet een kat een kat noemen.
Dus : wat is het resultaat ? Die honden bassen.
Niets eenvoudiger dan dat.
Ge kunt toch hun muil niet dichtplakken met een
kleefpleister ?
Kom, zegt Jan Peutermans, ik ben reeds 12 kg
afgevallen en mijn vrouw 8, sinds wij hier wonen. Goed het is topseizoen, zal
wel beteren.
Nog een whisky terwijl mijn vrouw een
mondvullertje klaarmaakt.
De telefoon rinkelt. Arlette, de vrouw van Jan
Peutermans, voerde een heel gesprek in het Engels, om te zeggen dat Bobby het
echt heel goed stelt...
Piet Langenus
Deze
reportage in Gazet van Mechelen bleef niet zonder gevolg.
De redactie
ontving een boze brief van omwonenden waarin de situatie werd aangeklaagd en
stuurde opnieuw een journalist op pad, (een andere ?) ditmaal om te kijken hoe
de vork in de steel zat. Zijn bevindingen verschenenin de krant van 24 augustus 1976 :
Niet
iedereen is gelukkig met hondenhotel te Leest
(...)
Het hondenhotel van de h. Peutermans is gevestigd
op het domein de Mot, zowat 5 ha groot en omgeven door bomen en een twee
meter hoge muur.
Die afsluitingen kunnen echter niet verhinderen
dat bestendig, zowel tijdens de dag als gedurende de nacht, een op de duur
enerverend geblaf van de meest diverse viervoeters welke in het hotel zijn
opgenomen, in de lucht hangt.
Toeval wil dat in de onmiddellijke omgeving van het Leests hondenhotel enkele
jonge gezinnen wonen met studerende kinderen. Van studeren, laat staan van zich
te concentreren, aldus de klagende buren komt niets in huis.
Onze kinderen zijn verplicht op school volledig
gebruik te maken van de studietijd om daar hun huiswerk te maken en hun lessen
te leren.
Mileustorend
Maar dat is nog lang niet alles. De bewoners in de
omgeving en we konden ons persoonlijk overtuigen van de keerzijde van de
medaille- zitten geplaagd met een haast onuitstaanbare geur van
ontsmettingsmiddelen en vliegenzwermen die dieren nu eenmaal met zich
meebrengen. Een avondje TV kijken is meestal niet mogelijk. Elke klank wordt
overstemd door het aanhoudend geblaf van zenuwachtige honden.
Het meest dramatische van de ganse zaak is het
feit dat honden geen benul hebben van tijd. Eens de duisternis gevallen is en
de omwonenden van het hondenhotel bedwaarts willen, worden ze wakker gehouden
door (andermaal) het geblaf van de honden.
Enkele buren brachten, omdat geen andere oplossing
voorhanden was, hun kinderen onder bij familie.
Mijnheer, vertelde ons één der mistevredenen
omwoners, ge wordt hier zot van dat geblaf. Dag en nacht horen we niets anders
dan hondengeblaf en gejank.
Zonder toelating
We vernamen dat de h. Peutermans die de
opmerkingen van zijn buren in de wind slaat- sedert mei ll. zich te Leest kwam
vestigen.
En toen mijnheer, begon voor ons de hel. We zijn
naar de gemeentebestuurders geweest. Daar antwoordde men ons dat tot de
exploitatie van het hondenhotel geen toelating was gegeven, maar dat men niets
kon doen...
Tot voor enkele tijd baatte de familie Peutermans
een soortgelijk hondenhotel uit te Kalmthout. Na er tien jaar te hebben
verbleven zonder toestemming, belandde het hondenhotel te Leest.
Ook te Leest werd ongunstig advies gegeven voor de uitbating van het
hondenhotel, maar de h. Peutermans stoort er zich niet aan. Ook zonder
bouwvergunning trok hij in het domein enkele plaatsen op waar de honden worden
in ondergebracht.
Een afgevaardigde van het ministerie van
Volksgezondheid kwam reeds ter plaatse en stelde een negatief verslag op.
Maar intussen blijft men in het hondenhotel
ongestoord zijn gang gaan en zitten de omwoners nog steeds aan de klaagmuur.
Mijn vrouw, mijnheer,aldus een andere buur, lag
voor enkele dagen met 40 graden koorts in bed. Het aanhoudende geblaf van, in
het topseizoen wel 250 honden, werd haar te veel. Akkoord we hebben niets tegen
hondenhotels en hondenasielen, maar zulke instellingen dienen ingeplant te
worden in een omgeving waar ze niet milieuverstorend werken. Ten slotte zijn
wij allen werkende mensen die na een harde dagtaak wel graag enkele ogenblikken
rust zouden kennen...
De klachten
van de buren bleven ogenschijnlijk zonder gevolg want drie jaar later werdhet honden-hotel nog altijd geëxploiteerd,
het kwam voor een laatste keer in de belangstelling toen het kasteeltje
volledig in de as werd gelegd door een brand. (zie juli 1979)
De
geschiedenis van het kasteel De Mot werd bewerkt onder het jaartal 1845 en in
Toponiemen van Leest. (volgt op de Kronieken)
Fotos :
-Jan Peutermans bij één van zijn gasten.
-Peutermans samen met zijn vrouw en enkele van
zijn werknemers.
1976
Zondag 4 juli : Tienjarige deelnemer wint Leestse fietsrally van Vevoc
132 deelnemers hebben verleden zondag de tropische
hitte getrotseerd om deel te nemen aan de 2de fietsrally,
georganiseerd door Vevoc, te Leest.
Het vrij vertrek mocht genomen worden tussen 11 en
14 uur en de aankomst was uiterlijk gepland om 17u30. Per minuut dat de
vertrekkers te laat kwamen kregen ze één strafpunt. Op deze tijd hebben ze
kunnen genieten van de warmte, alsook van het prachtige natuurschoon in Leest
en omliggende gemeenten.
Tijdens de prijsuitreiking bedankte de voorzitter,
de heer Louis Vloebergh, alle deelnemers alsook alle medewerkers, die zich
gedurende een ganse tijd met hart en ziel hebben ingezet voor het welslagen van
deze rally.
Iedere deelnemer werd bedacht met een prijs. Ook
de ongelukkigste deelneemster, Emerance Van den Heuvel, kreeg een speciale
prijs, omdat zij zich tijdens deze rally gekwetst had. Ook de mannen met de
speciale tweewieler (Karel De Borger) en deze van de driewielers
(Jos-Constant-Louis) kregen een speciale prijs.
Daar er individueel of per gezin mocht gestart
worden, werd er natuurlijk ook een klassement gemaakt voor de gezinnen waarvoor
de familie van Miel Dons eerste werd met 595 punten voor de familie van Staf
Tuyaerts met 588 punten. Als derde kwam de familie Soors met 458 punten voor de
familie Verbruggen met 506 punten. Vervolgens was het de familie van Jean Van
Dam met 499 punten voor de familie Verschueren met 491 punten en de familie De
Borger met 463 punten.
Bij het individueel klassement was het de
10-jarige Leestenaar Bart Hellemans die met 188 punten als laureaat werd
bekroond.
Maria Lamberts werd 2devoor J.P.Potoms, Staf Tuyaerts, Conny Vervack,
Godelieve Verbruggen, Jan Van den Heuvel, Jurgen Tuyaerts, Emiel Dons, Liliane
Alewaeters, Benjamin Jrine, Karel Soors, Frans Spoelders, Stephan Dons, Bart
Soors, Lief Lamberts, Hugo Casteels, Renilde Polfliet, Agnes Lamberts en Lieve
Dons.
(GvM)
1976 5
juli : Distels
Veldwachter Van Hoof, op
dienstronde binnen de gemeente, stelde op een perceel
land op het Hertsveld ((Sectie
A,nr. 406) vast dat er distels in volle bloei stonden.
Een overtreding van de
provinciereglementering in het kader van distelbestrijding.
Eigenaar van de grond : M.
Driessens uit Mechelen.
(VVH)
1976
Vrijdag 16 juli : KVLV-Reis naar Holland
De trip ging naar Ierseke met zijn
oesters- en mosselkwekerijen, naar Goes
met de grootse fruitveiling en
indrukwekkende Grote Markt.
Zierikzee
werd bereikt met een overzetboot. Na Middelburg, Domburg,
Vlissingen, Breskens, Sas Vangent
over Axel naar Sint Niklaas en Leest. (DB, augustus 1976)
1976 Van 21 tot 31 juli : Bivak
Chirojongens te Maasmechelen.
De meisjes gingen naar dezelfde
locatie van 31/7 tot 10 augustus.
De 78 monden op het jongensbivak
verorberden 30 broden en5 emmers
aardappelen per dag.
In De Band van september verscheen
volgend (samengevat) verslag :
Op zoek met Tijl naar Cupidos pijl, zo luidde het themavan het jongensbivak. Het vertrek en aankomst
van fietsers en autocar-reizigers werd waterrijk ingezegend en bovendien
zegenrijk met water besloten.
Daartussen
lagen echter heerlijke dagen vol actie en levenslust om die pijl van Cupido te
vinden.
Met
een totaal van 78 monden werden dan ook ettelijke broden (30 per dag) en patatten
(5 emmers per dag) in de keuken en aan tafel verwerkt en binnengewerkt.
Pelagie
(haar negende bivak) had gelukkig jongere werkkrachten bij zich, nl. Maria Joos
uit Buggenhout-Briel, en vanaf de bezoekzondag met de komst van de kleinste
pagadders : Maria Lamberts Mevr Dons.
Onze
piotten-leiders Patrick, Jan en Kamiel hebben een paar bivakdagen moeten
prijsgeven, kwestie van verlof of voor de inlevering van de kakkie-broek.
Een
zeer ruime bivakplaats (gebouwen en speelruimte) bood een aangenaam en
gemakkelijk werkend bivak.
De
prijs van de ongeluksvogel moest toegekend worden aan Mark Keulemans die bij
het spel gekwetst raakte en bij dokter-kleermaker even diende genaaid te
worden.
Op
de bezoekdag mochten we niettegenstaande de verre afstand (ongeveer 112 km)
heel wat Leestenaars begroeten. Een uurtje volksspelen en koordtrekken, waarbij
enkele wijken van de parochie tegen elkaar werden uitgespeeld, bracht de nodige
sensatie in deze namiddag.
De
dagen vlogen, ge zaagt het aan ons ogen : moe en spijt dat het ging eindigen.
Al vrijdag en de laatste avond. Kampvuur ?! Kampvuur-avond zonder rook. t Was
erg fris en bovendien : Maasmechelen heeft van vuur genoeg. Dan maar binnen
de laatste uurkes flink beleefd met een Eucharistieviering en met aangename
lachnummerkes om elkaar en ook alle mensen te bedanken die ons bivak hebben
mogelijk gemaakt.
Op
zaterdag 31 juli : de aflossing van de wacht. Fietsende meisjes waren al komen
opdagen omstreeks 11u30 (zonder platte banden). Meteen waren de jongens geklopt
in tijd en zonder stukken.
Omstreeks
14u30 arriveerde de autobus met een peleton meisjes en de aanval van de
bivakplaats kon beginnen.
Echt
zomerweer kwam er pas toen de kleinsten kwamen op donderdag 5 augustus.
Gezongen
werd er met de vleet : liedjesteksten, nieuw en veel en bovendien nog actueel,
klonken luid en overal.
De
kooksters Emmerence en Liza moesten soms hun oren stoppen. Josefine van Jang De
Wit kwam met de kleinsten het keukenwerk wat verlichten, want voor zon 85
kwelers is er meer dan werk genoeg.
Met
17 à 18 broden per dag, met anderhalve emmer patatten en de nodige groenten,
met soms 30 liters melk, werd de honger uit de puttekes van de hongerige maag
verdreven.
De
bezoekdag kende echt zomers weer en lokte nog meer volk van Leest naar Maasmechelen
dan bij het jongensbivak.
Het
zeer zeldzame ongeluksvogeltje op het meisjesbivak kwam op diezelfde
zondagavond bij Karine Schillemans terecht. Gelukkig zonder erg, hoewel ook
hier de dokter-kleermaker even diende te naaien.
De
laatste namiddag werd flink genoten van de verwarmde zwemdok te Eisden.
De
avond verliep glansrijk bij het licht van de Olympische toorts. Allen waren
zelf in vlam en vuur zodat er onnodig nog rook moest bij te pas komen. Ook deze
avond werd de Eucharistie in dank gevierd.
In
de late uurkes werd overal en door iedereen gebedeld om hun bivak-aandenken met
tekeningen te versieren, want niemand mocht vergeten worden van dit bivak, dat
voor iedereen de moeite waard was en beleefd werd onder het motto en met
stuwkracht van het bivaklied : gewoon buiten is buitengewoon.
In dezelfde periodiek gaf Miel Peeters
nog meer details van het jongensbivak :
Met
veel moed vertrokken de jongens op bivak. Doch onze aankomst viel in het water,
figuurlijk wel te verstaan. Gewoontegetrouw werd de eerste dag de omgeving eens
duchtig uitgekamd. De rakkers hadden direct al de goede plaats gevonden. Op 8OO
m. van ons kamp vonden ze een meisjesgroep, natuurlijk hadden ze allemaal
direct een lief. (U hebt toch al wel eens over kalverliefde gehoord ?)
Voor
hun leiders werd ook gezorgd. Die kleine kadékes kunnen gemakkelijk een
huwelijksbureau openen.
Ons
eerste avondmaal werd genuttigd : PAP !! Ge weet het misschien nog niet, maar
op een bivak leeft men van pap, stoemp en poepgelei.
De
eerste dag vloog voorbij, maar de eerste nacht !! De Volksfeesten van Leest
kunnen er niet aan rieken. Zoveel lawaai wordt er op geen enkel bal gemaakt.
Maar ja, aan alles komt een eind en om drie uur sliep iedereen, maar om vijf
uur waren ze reeds uit hun veren gesprongen en onze eerste werkelijke bivaksdag
kon beginnen. Het regende, dus zet men dan een bivak in met waterspelen, de
eerste wolkbreuk barstte los en er zouden er nog vele volgen.
De
speelclubleiding had die eerste dagen echter een schoon leven. Vijf dagen
zonder speelclubbers dan kun je je wel eens amuseren en zo werd er naar de
Olympische Spelen op de T.V.gekeken. Die avond volgde de eerste schildertocht
van de kerels. De bedoeling was van iedereen te beschilderen, het resultaat
viel echter anders uit. Ze werden spijtig genoeg betrapt
De
volgende ochtend was het kamp herschapen in een pottenbakkerij. De aspiranten
hadden klei buitgemaakt en vierden hun boetseerkunsten bot op dat spul.
De
volgende nacht was het weeral opgelet geblazen. De aspiranten namen het
initiatief en ontvoerden Eddy De Smet. Ze waren vermomd als makak. Den Eddy
kwam er echter met de schrik vanaf.
Op een bivak is er natuurlijk een bosspel voorzien. Er liepen een paar vieze
mannen in het bos en die moest men daar proberen te pakken of te ontwijken.
s
Avonds kwam er daan dan ook nog een klein Hollanderke en beetje boel zoeken,
maar hij was rap afgekoeld, want een koud bad doet soms wel eens deugd. Hij
heeft dan maar snel de aftocht geblazen.
De
volgende avond verliep rustig. Natuurlijk gewoontegetrouw waren de leiders de
mannen van de nacht. Maar ja, er mag ook wel eens rustig nagekaart worden, bij
een lekker schuimend glaasje Jupiler.
De estafetten verliepen feilloos, ze waren in handen van de aspiranten en het
was echt een knap spel en mon merken dat er voorbereiding aan voorafgegaan was.
Op
bivak past er natuurlijk ook een avondspel en er mag wel eens geknokt worden en
de besten hebben weeral gewonnen.
Op
een bivak moet natuurlijk ook een slot komen. Gewoontegetrouw vieren we de laatste
avond met een kampvuur maar dat is niet doorgegaan, we hebben een
binnenkampvuur moeten houden
1976 27,
28, 29 en 30 mei : Leestse Volksfeesten
Programma:
Donderdag 27 mei : Freddy Breck en
ensemble.
Vrijdag 28 mei : Kinderprogramma
met Poppenkast Kabouter Slim en grote
ballonwedstrijd.
Zaterdag 29 mei : Oberbayernbal met
Jos van Beeck en animator Rikske Samyn.
Zondag 30 mei : Hollandse vedetten
Spooky en Sue en orkest The Sunbeats.
Gedurende al deze dagen : de tweede
grote Handelsfoor.
1976 1
juni : Gemeenteraad van Leest kwam nog eens samen
Na
een periode van bijna vier maanden rust kwam de Leestse gemeenteraad in
vergadering bijeen. Vooraleer het eerste punt besproken werd merkte
oppositielid
Emmeregs op, het weinig sportief te vinden dat de gemeenteraadsleden
daags
na de Volksfeesten bij elkaar geroepen worden, na een periode van bijna
4
maanden.
Als eerse punt op de dagorde stond het proces-verbaal van het kasnazicht
van de
COO voor het 4de kwartaal van 1975. Dit geeft een batig saldo
van 96.435 fr. Oppositielid Duysburgh
(evenals de andere 3 oppositieleden) stemde tegen omdat
inmiddels ook al 6 maanden verlopen zijn.
Het kasnazicht van dezelfde COO voor het 1ste kwartaal van
1976 levert een batig
saldo op van 72.726 fr. Het kasnazicht van de gemeente voor het 4de
kwartaal
(de oppositieleden stemden om dezelfde reden tegen) vertoont een saldo
van
12.822.765 fr., en voor het eerste kwartaal van 1976 : 13.109.951 frank.
Leest gaat de oude schoolbanken verkopen tegen 100 fr/stuk. De gemeente
beschikt over 36 in goede staat zijnde schoolbanken.
Een gedeelte van de circa 100.000 kasseien van de Alemstraat zal
verkocht
worden tegen de prijs van 2 fr/stuk.
Voor de 2de fase van het rooi- en onteigeningsplan van de
Alemstraat en een
gedeelte van de Bist en de Kleine Heide (de fefinitieve goedkeuring)
ging
iedereen akkoord.
Voor de princiepsbeslissing van de aanvaarding voor de gratis
grondafstand
door de COO van Mechelen van een strook bouwgrond gelegen aan de
Alemstraat (sectie A, deel van nr. 214 b) met een oppervlakte van 424
m2, en een
strook grond, afgestaan door Ridder de Fontaine, gelegen aan de Kouter
(sectie
B, nr.448 y) met een oppervlakte van 394 m2, was geen oppositie.
Dit laatste stuk wordt de toegangsweg tot het gemeentelijk speelterrein.
De rekening van de Kerkfabriek vertoont een batig saldo van 373 frank.
Het advies voor de verkoop door de Kerkfabriek
van de woningen, gelegen aan de
Dorpplaats nrs.20 en 22, werd eveneens goedgekeurd.
Als laatste punt in de openbare zitting kwam de verkaveling van
Daelemans in de
Vinkstraat aan de beurt. Hiervoor werd eveneens de goedkeuring gevraagd
van
het tracé der ontworpen straten.
Op dit punt werd wel even over en weer gepraat tussen oppositielid
Duysburg en
de burgemeester. Het plan is volledig volgens het BPA opgemaakt.
Men is er reeds gedurende ruim 4 jaar mee bezig.
De Vinkstraat moet verbreed worden. Er komt een riolering en
wegbedekking.
Voor dit laatste punt stemde de CVP eveneens tegen.
(GvM)
1976
Vrijdag 25 tot zondag 27 juni : 4de
Sint-Ceciliafeesten
Organisatie van de Koninklijke
Fanfare Sint Cecilia, in samenwerking met het
Ministerie van Nederlandse Cultuur,
het Provinciebestuur van Antwerpen, het
gemeentebestuur van Leest, de
Belgische Muziekverbonden, BRT-2 Omroep
Antwerpen en de ASLK.
Programma :
Vrijdag 25 juni : bal- en showavond
met De Nacht van het Vlaamse Lied.
Presentatie door de radiocoryfee
Jos Baudewijn en begeleid door The Romanos
traden o.a. op zangeres Ingriani,
de lolbroeken de Sinjoren, Chris Edwards, de
lead-zanger van de Spoetniks die op
solotoer was, Eddy Romy en de gezusters
Beeckman, beter bekend als de
Lollipops.
Op zaterdag 26 juni was er dan de
Nacht van het Levenslied. Die dag trad de
Nederlandse Zangeres Zonder Naam op
voor een bomvolle tent.
Op zondag 27 stond het Europees
Kampioenschap voor Harmonies en Fanfares
1976 op het programma.
Van de 13 ingeschreven korpsen
waren er slechts 8 komen opdagen.
Voor t eerst in de fanfaregeschiedenis werden de
Ceciliafeesten niet georganiseerd op Ons-Heer-Hemelvaart en de daaropvolgende
dagen, maar werd er gekozen voor het laatste weekeinde van juni. Op
vrijdagavond 25 juni werd de Nacht van het Vlaamse lied georganiseerd met een
aantal Vlaamse vedetten uit de amusementswereld. Zij deden de feesttent deze
keer niet leeglopen, maar geen van hen heeft het jaren in de showbizz kunnen
volhouden.
Op zaterdag 26 juni kwam het de Nacht van het
Levenslied. Dit is op dit gebied de meest succesrijke organisatie van
St.-Cecilia geweest. Voor de Zangeres zonder Naam waren bijna drieduizend
liefhebbers van het levenslied naar de feesttent aan de Kouter gekomen. Er was
zelfs een secretaris-generaal van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
bij, waaruit blijkt dat niet alleen gewone stervelingen van levensliederen
houden.
Op zondag 27 juni werd het Europees Kampioenschap
voor harmonieën en fanfares georganiseerd. De beste Belgische verenigingen
waren present en ook erg goede Nederlandse, Deense en Noorse
muziekverenigingen, tot zelfs een Tsjecho-Slowaakse harmonie toe. De wedstrijd
werd deze keer opgenomen door BRT 3. Deze zender kon er echter niet de
uitstraling aan geven zoals dat in 1974 het geval was met de
brassbanduitzendingen door BRT 2 Antwerpen.
(Stan
Gobien, Leest in Feest)
Gazet van
Mechelen (16 juli 1976) over de Ceciliafeesten : Leestse St.-Ceciliafeesten op hoogstaand
peil
De Koninklijke Fanfare St.-Cecilia van Leest
heeft steeds succes gehad met haar organisaties. In 1948 werd een eerste
muziekwedstrijd georganiseerd waaraan 38 deelnemers deel namen. In 1960 werden 44
korpsen ingeschreven. Hierna volgde een tijd van rust, en als voorbereiding op
het 75-jarig bestaan werd opnieuw schuchter gestart in 1972 met een
stapmarsenwedstrijd met 12 verenigingen.
In 1974 werd het eerste Europees kampioenschap
ingericht met 45 deelnemers gekozen uit 117 kandidaten. Deze viering van het
75-jarig bestaan werd een enorm succes.
Nog groter werd het muzikaal gebeuren in 1975 toen
het Europees Kampioenschap voor Brass Bands ingericht werd.
Het was toen voor de eerste maal dat zoveel Britse
korpsen op dezelfde plaats tegelijk optraden op het vasteland. BRT-2 Antwerpen
nam toen deze wedstrijd op en ze werd uitgezonden in een 4-tal andere landen.
En dat jaar kwamen 8 van de 13 ingeschreven harmonieën en fanfares in
competitie uit om te dingen naar de titel van Europees Kampioen 1976.
BRT-2 Antwerpen zorgde weer voor een primeur door
voor het eerst in België een wedstrijd voor amateurskorpsen in stereo op te
nemen.
Volgende buitenlandse zenders namen deze wedstrijd
ook over : BBC 1 en 3, NCRV en VARA uit Nederland, ORTF Frankrijk, Radio
Luxemburg, Radio Kopenhagen, de Noorse
Radio, de studios Zurich, Bern en Lugano uit
Zwitserland, de Tsjechische Radio en twee Duitse
radio-omroepen.
(...)
De bekers werden als volgt verdeeld : de beker
voor de beste uitvoering van het opgelegde werk ging naar het Kolbotn
Ungdomskorps uit Kolbotn (Noorwegen), dat eveneens een medaille ontving van
het Ministerie van Ned.Cultuur.De Kon.Harmonie Nut en Vermaak uit Bornem werd
algemeen Europees Kampioen 1976 alsook Europees Kampioen voor Harmonieën 1976.
(...)
Fotos :
-Freddy Breck vormde de hoofdbrok van de Leestse
Volksfeesten van 1976.
-Voor Mary Servaes, beter bekend als de Zangeres
Zonder Naam die decennia lang het Nederlandse levenslied vertolkte, waren
duizenden naar de Ceciliafeesten gekomen.
1976
Maandag 19 april : Tweede Paasdag : Fototentoonstelling Davidsfonds
LEEST GEWEEST, Leest en zijn mensen
in oude prenten.
Davidsfonds
Leest houdt op tweede paasdag een fototentoonstelling Leest Geweest. Een
honderdtal fotos uit Leest vanaf 1900. Een wonderlijk groepsportret, arbeid, vroomheid, ontspanning zijn de
themas voor dit boeiend verhaal in woord en beeld.
De tentoonstelling wordt een ontdekkingstocht voor de mensen van nu die
kijken naar de mensen van vroeger.Iedereen welkom.
(Advertentie De Band)
1976
Zondag 9 mei : Leestenaar Rudy Van Hoof won juniores koers te Heffen. (zie
fotos)
In de voorlaatste ronde werd Rudi
door drie achtervolgers ingelopen :
zijn dorpsgenoot Marc Van Dam, Jean
Beimans en de Tisseltenaar Vik
Van Moer. Op het laatste raakte
Rudy Van Hoof toch nog weg en
behaalde zijn eerste palm van het
seizoen. (GvM)
1976 9 mei : Chirobedevaart
Scherpenheuvel
De
laaste nachtelijke autos vlogen om 3.30 uur door het dorp. Om kwart voor vier,
nog donker en menselijke geketter op de dorpsplaats. Zalige slapers die ervan
wakker werden, dachten natuurlijk aan de allerlaatste café-zitters. En op dat
ogenblik licht in de kerk ?!? Dat was de vertrekplaats van 29
chiroleden-jongens en meisjes van de oudste afdelingen die klaar en wakker
stonden om de bedetocht aan te vatten.
Zonder
veel tam-tam was dat verlangen : eens naar Scherpenheuvel te trekken,
voorbereid en geregeld de zondag voordien, onder de kundige leiding van
bedevaartlid uit Tisselt : de Cisse (Cooreman).
s
Maandags werd de tocht met de nodige voorraad- en rustkapellekes uitgetest.
De tocht kon beginnen. Vier uur in de morgen. Even een groet en een bede voor
het Mariabeeld voor een goed verloop van de tocht want zomaar op de baan in
groep. Om 4u10 de eerste stappen, voorafgebold door de auto van de Verschuerens
(voorraadwagen) en de groep gevolgd door de bezemwagen van J. De Smet. Autos
waren voorzien van driehoek met uitroepingsteken en vermelding : voetgangers.
In
de Battelse bergen kweelden de eerste vogelkes voor de moedige trekkers : de
dag kwam in de lucht.
In
Bonheiden onze eerste halte, goedwillige mensen wilden ons ontvangen om 6 u
voor een korte rustpauze.
t
Ging een warme dag worden, dat was reeds te vermoeden. Daarom in de frisse
morgenuren maar vlug en vrolijk doorgestapt naar Tremelo : onze eerste grote
afspraak met de knapzak. Wat denkt ge wel, zo maar eventjes een half uur op het
tijdschema voorop lopen.Gelukkig stond de koffie toch klaar. Alles ging fijn in
groep : daarvoor hadden we de nodige begeleiding van het paternostergebed, cassette-marsmuziek
en vooral onze eigen trekkersliederen. Stilaan werd Aarschot bereikt met een
felle brandende zon in t gezicht. Voor alle veiligheid verlieten we de
groepsvorm en de straat, om langs de voetpaden de rustplaats ons huis te
bereiken. En het bleef op een voorsprongtijd van 30 minuten.
Nu
nog Aarschot-Scherpenheuvel : golvend land, de kilometers die begonnen door te
wegen, en de voeten met blaren. We moesten wat meer op de tanden gaan bijten,
want we wilden er komen, temeer omdat al een paar autos van Leest langs de weg
opdaagden. De middag werd gebruikt te Rillaar in het zicht van de
basiliek-koepel. We gingen er dus geraken. Een drietal werd best tot
Scherpenheuvel gevoerd : een stramme spier, pijnijke knieën en lastige voetzolen.
EN Scherpenheuvel werd bereikt om 14 uur zowel met flinke stappers en hinkende
pootjes, vermoeid of bebladerd.
Stop
aan het Wit Huis, waar de Leest-bedevaarders gekend zijn, en waar we lekker
getrakteerd werden. Met de nodige zorgen en om er wat fatsoenlijk voor te
komen, sommigen genoten er de zachte of pijnlijke verzorging van het Rode
Kruis dat bij de basiliek stond opgesteld. Trouw aan de voorgenomen en
geschreven plannen, sloten wij ons aan bij de geleide Rozenkrans om 15 u. Het
werd een Kruisweg voor onze kilometers-lange stappen. Gelukkig konden wij
nadien in de Mariahal de Eucharistieviering wel-gezeten bijwonen, een
jeugdzangkoor van Vliermaal heeft ons tussen de vele aanwezigen wakker
gehouden. Onze proost was er de celebrant.
Om
17 uur kon eenieder zijn eigen vrije bedegang gaan, allen waren gelukkig de
autocar te zien opdagen om 18u20 en er werd stil gefluisterd : terug te voet
naar huis zou niet meer gaan, zelfs morgen niet.
En
om er volgend jaar opnieuw aan te beginnen : daar wilden we eerst eens over
slapen.
Geslapen
hebben wij, de een al wat meer dan de ander. En naar gelang de dagen die op de
bedevaart volgen, kwamen de stemmen los, en alles waaraan we deugd hadden
beleefd : wel ja, het volgend jaar opnieuw, het is de moeite waard, maar daarom
hadden en HEBBEN WIJ ELKAAR HARD (t) NODIG.
(De Band, Juni 1976)
1976 16 mei : Derde
Vevoc-Volleybaltornooi.
Fotos :
-Juniores
te Heffen : Marc Van Dam leidt de kopgroep voor zijn clubmaat Vik Van Moer uit
Tisselt, Jean Beimans en dorpsgenoot Rudi Van Hoof.
-Rudi
Van Hoof liet zijn medevluchters in de steek en haalde zijn eerste palm van
het seizoen binnen.
1976
Zondag 11 april : Huldeconcert Rik De Bruyn
De Kon. Fanf. St.-Cecilia organiseerde haar
jaarlijks muziekconcert. Het zou tevens een huldeconcert worden ter ere van RIK
DE BRUYN, 40 jaar dirigent en hulpdirigent.
Reeds om 19u15 was in de zaal geen enkele
zitplaats meer vrij. Van overal bleven de muziekliefhebbers toestromen, zodanig
zelfs dat ruim 100 mensen onverrichter zake moesten terugkeren omdat ze
doodgewoon niet meer in de zaal binnen konden.
Om 19u30 werd het concert ingezet. Eerst kwam de
fanfare aan bod met uiterst geslaagde uitvoeringen. Daarna begeleide het korps
het zangkoor in de Postkoets. Vlak voor de pauze bracht de jeugdfanfare, die
nog geen jaar oud is, nog een paar geslaagde werken.
Na de pauze speelde de fanfare o.m. Suite van J.
Segers en begeleidde het zangkoor in de Lustige Weduwe van F. Lehar. Het
jeugdkorps kwam dan nogmaals aan de beurt.
Toen het concert op zijn einde liep, werden
volgende verdienstelijke mensen in de bloemetjes gezet : Marleen Lauwers voor
de presentatie, Rik Lauwens, de leider van het zangkoor en Eduard De Maeyer, de
dirigent van de jeugdfanfare.
Karel De Muyer uit Battel ontving een tinnen
schotel omdat hij sedert de 2de wereldoorlog geen enkel
muziekconcert te Leest miste. Hij dankte daarop de vereniging, sprak lovende
woorden over de dirigent en zei nog het volgende : Leest wordt binnenkort bij
Mechelen gevoegd. Misschien bent u voor
of tegen. Een ding staat echter vast : Mechelen krijgt er in ieder geval een
goede fanfare erbij !
Daarna werd RIK DE BRUYN, de dirigent van de
fanfare, gehuldigd door de vereniging zelf om o.m. zijn 40jaren leiding, het opleiden van jonge
muzikanten (ongeveer 300 leerlingen) en de goede geest die hij er steeds wist
in te brengen. Het zangkoor en de beide muziekverenigingen uit Tisselt bleven
ook niet ten achter. Van de aanwezige toehoorders kreeg hij een daverend
applaus en van de muzikanten een daverende ovatie.
Met de pittige mars Engeland-Vaarders van W.
Schild werd het concert besloten. Iedereen was tevreden en kon blij en opgewekt
naar huis terug.
Na een periode van moeilijkheden gaat het terug
opperbest met de Kon.Fanf. St.-Cecilia. Dit biedt dan weer gunstige
perspectieven voor de toekomst. Iedereen kan er gerust over zijn : de Leestse
fanfare zal nog lange tijd blijven bestaan ! (DB, mei 1976)
Het jaarlijks concert
Het eerste muziekconcert van de fanfare vond
plaats in 1945. Tot in 57 gaf St.-Cecilia haar jaarlijks muziekconcert in de
maand februari. Vanaf 1958 kreeg het een vaste plaats op de kalender en werd
het georganiseerd op Palmzondag. In februari was het te dikwijls slecht weer,
in buurgemeenten werd door bevriende verenigingen op dezelfde dag een concert
gegeven en er waren heel wat jonge muzikanten die zich moesten voorbereiden op
de examens op school. Door het concert te verplaatsen naar de zondag voor Pasen
werden een aantal van deze minder gunstige factoren vermeden. Het
Palmzondagconcert wordt beschouwd als de plaatselijke muzikale hoogdag voor de
fanfare.
Vroeger werd deze concertuitvoering voorbereid
tijdens de wintermaanden, dit wil zeggen vanaf het ledenfeest in november.
Gewoonlijk waren er toen in de wintermaanden niet zoveel festiviteiten en dan
kon er rustig maar doelgericht gewerkt worden aan een nieuw programma. In de
huidige tijd wordt er niet meer zoveel energie in dat concert geïnvesteerd
omdat de uitvoeringen meer gespreid zijn over het hele jaar.
Het Palmzondagconcert heeft wortels in de
vooroorlogse periode. Toen was het een namiddag-, avond- en nachtvullend
programma. Het concert begon in die tijd omstreeks 16 u. en er werd afwisselend
toneel en muziek gespeeld. Er was een grote pauze omstreeks 19 u. die moest
toelaten aan de landbouwers-muzikanten om hun koeien te gaan melken. Een goed uur
later werd het programma voortgezet en toen iedereen zijn nummer had ten beste
gegeven, volgde als slot een volksbal met een orkest dat werd samengesteld uit
muzikanten die het concert hadden gespeeld.
Na de tweede wereldoorlog werd het programma
ingekort. Het volksbal werd naar een andere dag verplaatst. Toneel spelen was
er niet meer bij. En toch oordeelden de mensen dat muziek alleen niet genoeg
was. Daarom werd op de jaarlijkse muziekconcerten in die tijd een conferencier
ingehuurd. Het was een humorist die tussen de muziekstukken door wat grappen
vertelde en die het volk probeerde te amuseren. Het blijkt nu dat de fanfare
destijds ook al eens een verkeerde keuze maakte en dat sommige humoristenna hun optreden werden betiteld als flauwe
plezanten.Toch hebben min of meer bekende namen hun medewerking verleend aan
het Palmzondagconcert. Ze noemden zich radio-vedetten omdat ze in een of andere
bonte avond op een gewestelijke zender ooit een mopje hadden mogen tappen.
Vooraan in de jaren zestig waren het zelfs tv-vedetten Zo traden Jos Kiebooms,
Jan en Jean, Kees Brug en Theo Van den Bosch op. Zij hadden succes en daarom
zijn ze nog niet vergeten. Ferdos, alias muzikant Ferdinand Meysmans (de
Ferre), was zo iemand. Ferdos kon zijn grappen en moppen beter aanpassen aan
de plaatselijke situatie en durfde ook al eens op een prettige manier
bestuursleden een veeg uit de pan geven. Maar het bleef beschaafd en het was
niet kwetsend zodat de geviseerden er zelf mee konden lachen. In die tijd werd
het concert altijd afgesloten met het Vaderlands Lied.
Later werden geen conferenciers meer ingehuurd.
Tot ongeveer 1975 zorgde de fanfare in samenwerking met het zangkoor dikwijls
zelf voor een plezante noot door een of ander komisch optreden op het programma
te plaatsen.
Vanaf 1975 was het helemaal gedaan met de komische
optredens op het Palmzondagconcert en was het uitsluitend muziek die de
boventoon voerde.
De programmas ondergingen door de jaren heen
grondige wijzigingen. In de jaren vijftig tot zeventig stonden er op het
programma doorgaans vier marsen. Elk deel werd met een mars begonnen en
geëindigd. Daartussen stonden dan de grote stukken waaraan de muzikanten
tijdens de wintermaanden hadden gezwoegd. Het waren echte kleppers : Epaminondas
van G. De Roeck, De Slag van Waterloo van Kessels, 1812, de Slavische Marsof Italiaans Capriccio van Tsjaikofski, Dichter
en Boer of Lichte Ruiterij van Frans von Suppé, Richard III of de Terugkeer
naar het Vaderland van P. Gilson, Symfonisch Gedicht van M. Poot, Moskwa
van Pieter Leemans. De stelende Ekster of de Barbier van Sevilla van
Rossini Zelfs de meest onmuzikale mensen konden van deze uitvoeringen genieten
indien er vooraf een waarschijnlijk verzonnen verhaal aan verbonden werd.
Concoursstukken maakten het programma toen extra
zwaar. Dit trok vrij veel toehoorders uit andere verenigingen. Zij wilden
nagaan of de Leestse Cecilianen dat wel aankonden en misschien vielen ze er
wel door.
Het gevolg was dat muziekverenigingen tegen elkaar
op werkten. Wat die kunnen, dat kunnen wij ook, was het motto. De muzikanten
deden voorstellen aan de dirigent om moeilijke stukken aan te pakken.
Op een slimme manier werd het programma
samengesteld. In het eerste gedeelte werd de zware en ernstige muziek gestopt.
Er werd verondersteld dat de muzikanten tijdens het eerste gedeelte nog goed
fris zaten en over al hun krachten beschikten om het labeur naar behoren aan te
kunnen. Tijdens de pauze kregen ze al commentaar van hun collega-muzikanten uit
andere verenigingen, de ene keer al positiever dan de andere keer. Het tweede
gedeelte zat vol met korte en ontspannende stukjes of met solo-optredens. Zo
bleven de toehoorders langer luisteren en het vergde van hen geen enorme
inspanningen net als van de muzikanten. De meeste luisteraars gingen toen met
een of ander deuntje neuriënd naar huis. Als dat het resultaat was van de
muziekavond, dan was die gelukt
De laatste vijfentwintig jaar werd er een meer
gevarieerd programma samengesteld. Alle genres komen nu aan de orde. Er wordt
een overwicht aan brassbandmuziek gespeeld en toch blijven de Vlaamse
componisten niet in de kou staan.
Omstreeks 1955 was het op muzikaal gebied gedaan
met de schlagers, de meezingers en stampers. De rock n roll deed zijn
intrede. Later werd er soulmuziek losgelaten op de jeugd. De bestuurders zagen
de toekomst van hun fanfares en harmonieën bedreigd want ze hadden schrik dat
de jongeren voor gitaarmuziek zouden kiezen.
In 1962 doet fanfaresecretaris August Lauwers op
het Palmzondagconcerteen emotionele
oproep om deze muziekverloedering te lijf te gaan. Hij zei het volgende : Ik
wil hier vandaag een dringende oproep doen op allen om eendrachtig samen te
werken, met onze eigen parochiale verenigingen enerzijds, met de besturen van
naburige en verder afgelegen muziekverenigingen anderzijds, hand in hand, om
tegenbezoeken af te leggen ten einde de volksmuziek en andere culturele
organisaties de wellicht verloren standing te doen herwinnen. Vergeet niet dat
de muziek, t zij fanfare of harmonie of koorzang, de zeden verzacht, daar waar
in onze moderne samenleving muziek wordt uitgevoerd en beluisterd omwille van
de zo prikkelende en verwilderde inhoud. Ik dring er op aan, opdat de ouders
die hier vandaag aanwezig zijn hun kinderen zouden laten muziek leren. Ik kan u
verzekeren dat zij door het bijwonen van de herhalingen en de uitvoeringen een
zeer degelijke opvoeding zullen genieten. Daar waar velen onzer jongens een
andere richting uitgaan, zelfs totaal verloren lopen, kunnen wij door samenwerking
en door het beoefenen van echte en goede muziek veel redden.
Ofwel hebben de woorden van de toenmalige
secretaris succes gehad en heeft de fanfaremuziek niet ingeboet ten opzichte
van vroeger ofwel is er zodanig eendrachtig en hard gewerkt dat de volkscultuur
haar toen verloren standing heeft weten te herwinnen. Misschien heeft de rock
n roll niet die verwachte negatieve gevolgen gehad. Maar het kan ook dat de
Leestse ouders toen hebben ingezien dat ze er goed aan deden en doen niet
alleen hun jongens naar de fanfare te sturen, maar later ook zelfs hun
meisjes
(Stan
Gobien, Leest in Feest)
Dat jaar
verscheen er ook een interview met Rik De Bruyn (zie ook 1938 en 1963) in De
Band, ditmaal met de focus op zijn artistieke kwaliteiten als houtsnijder : De Band interviewt Rik van t Kot
Louis XVI stoeltjes, kasten, tafeltjes, Sofas of
staande klokken zouden er niet zo degelijk mooi uitzien zonder hun komische
gedraaide pootjes. Beelden, schoteltjes, pijperekjes, steeds is de houtsnijder
erbij betrokken als een gewaardeerd vakman en zonder hem zou het er niet zo
waardevol uitzien.
Leest heeft zon houtsnijder : Rik De Bruyn. Zn
vader was chef van t Leests stationneke. In 1909 werd Rik geboren in
Ruthuisje (t Kot), vandaar : Rik van t Kot.
Rik heeft zijn atelier in de Dorpstraat. Hij weet
hoe hij de beitel moet houden om t hout te snijden en hij heeft het in zn
vingers om een welving of een inkeping een vloeiende lijn te geven. Ge moet
zeker eens naar de stukken gaan kijken bij mn dochter, zegt hij, daar staat
alles wat ik gemaakt heb. Dat zijn mijn schoonste werken, neemt daar maar eens
een fotootje van.
-Hoe ben je aan dit vak begonnen ?
-Al op 14-jarige leeftijd ging ik naar dacademie.
Samen met meester Meyers volgde ik de avondlessen. Ik had het voor t
beeldhouwen. Zoals elke jongen in mijn tijd begon ik als leerling-houtsnijder
bij Stevens in de Consciencestraat. Na 14 jaar joegen de vliegende bommen me
uit dit atelier. Ik kwam dan bij Van Linthoudt in dienst, daar ben ik 22 jaar
meestergast gebleven. Daarna werkte ik nog ongeveer 10 jaar bij Jacobs in de
Scheerstraat voor ik op mn eigen begon.
-Wat beeldhouw je zoal ?
Alles wat mooi is, bedden, zuilen, tafels, noem
maar op. Gelijk wat en alles met evenveel plezier, want ik moet geen hele
reeksen van hetzelfde maken. Kijk dit is De Wijsheid ruw gebeiteld, het beeld
moet nu afgewerkt worden. Laatst was ik op een begrafenis en in de kerk boven
het hoofdaltaar prijkte een grote adelaar. Verdomme dacht ik, das schoon,
dieje moet ik onthouden. Thuisgekomen tekende ik hem onmiddellijk na. Nu pronkt
hij boven mijn staande klok, één van mn laatste kunstwerken.
-En de klanten zijn die er ?
Er zijn er te veel. Ze vergeten dat ik voor mn
plezier werk en als tijdverdrijf. Ik heb tijd want ik ben op pensioen. Als
iemand aan mijn huis komt en zegt : da vind ik mooi, maak dat ook eens voor
mij, dan zeg ik : ge moet kunnen wachten ! Ik maak er geen handel van. De
schoonste stukken staan in het huis van mijn dochter.
-Kan alle hout voor houtsnijden gebruikt worden ?
Zeker, maar ik gebruik meestal oude eik. Ik weet
hoe ik eraan kan geraken. De mensen kennen mij. Eik is wel moeilijk te
bewerken. Linde is zachter en beter geschikt voor heel fijn werk. Op zekere dag
kwam P. Verbeeck hier aan met een eiken balk en zei : met dat stuk eik daar
kun je wel iets mee maken. Da stuk stutte de wip aan t wiphuis en t zat wel
100 jaar in de grond. Ik kon er alleen een grote zuil van maken met
druivenrankenmotief. Dien zuil is pikzwart uitgeslagen, schoon om te zien.
-Hoe ga je eigenlijk te werk ?
Ik doe het al zolang, dat ik er niet meer bij
stilsta. Kijk, de oude eik krijg ik meestal in rechthoekige stukken. Op t
balkje teken ik de figuur uit. Dan laat ik dat ruim uitzagen, en dan begint het
brutte werk van vormen en plooien , het ruwe kap- en beitelwerk. Daarna kan ik
de definitieve vorm uitsteken, met verschillende ronde en platte beitels in
alle maten. Daarna alleen nog maar even met schuurpapier erover, en het is
klaar.
De kleine motieven moeten ruw en wild blijven, dat
is juist het mooie van handwerk.
-Welke stijl heeft jouw voorkeur ?
Ik heb geen voorkeur voor stijlen. Ik werk wel
veel met Louis XIV. Mn beelden zijn voor Renaissance.
-Wat doet dat muziekinstrument in uw atelier, Rik
?
Ik ben lid van de Koninklijke Fanfare
St.-Cecilia. Ik ben al 57 jaar muziekmaker. Dit jaar ben ik 25 jaar
muziekmeester. In september geef ik de pijp aan Maarten. Jammer, maar ik ben te
oud en ik wil mijn plaats afstaan aan de jonge muzikanten.
Muziek maken, houtsnijden en er tussendoor op
uittrekken met de fiets dat zal ik blijven doen, daar kan ik niet zonder.
Twee maal Rik De Bruyn, tekeningen van Georges
Herregods.
Voetbal ten voordele van
sportverenigingen Ruisbroek en Walem
Het
bestuur van Heindonk, Heffen, Leest (VV) en Hombeek hebben de handen
in elkaar geslagen en zondag twee voetbalpartijen laten betwisten ten
voordele
van de getroffen voetbalclubs Ruisbroek en Walem.
De twee wedstrijden werden door een groot aantal toeschouwers bijgewoond
:
er was iets anders te zien dan anders.
1976 13
februari : Gezinswerking
Een 25 tal aanwezigen waren komen
opdagen op dit initiatief van de KVLV en de
Landelijke Gilde.
Onderwerpen : lang haar of niet,
meisjes moeten rokken dragen en geen broeken,
om hoe laat moet mijn kind
thuiskomen, roken toelaten of niet, naar de mis gaan
of niet... (DB, maart 1976)
1976
28 februari : Dropping chiro
18 kerels vertrokken met autos
naar een onbekende bestemming.
Op een 10-tal km van het uiteindelijke doel (de Chiro-meisjeslokalen te
Buggenhout Briel) werden ze rond
half tien s avonds gedropt.
De eersten kwamen toe om half
twaalf, de laatsten om half twee.
1976 6 maart : Bezoek aan
Psychiatrische Instelling te Lede
Op initiatief van de chiro en het
oudercomité werd een bezoek georganiseerd
naar een instelling voor
geesteszieken te Lede nabij Gent en toebehorend aan
de Congregatie van de Zusters
Marikollen.
30 Leestenaars werden hartelijk
ontvangen en rondgeleid door de zuster
directrice.
Na de rondleiding en een vieruurtje
droeg de pater een mis op in de kapel van de
instelling.
1976
Zondag 7 maart : KVLV-Vergadering
met spreekbeurt door Mevrouw Van
Beersel over Zin in het materiële en
streven naar geluk.
Dit jaar zal de 50ste
Lourdesbedevaart van Leest plaats hebben. De gelukkige
winnaars : de dames Teughels en Van
Aken. (plaatsvervangster was Mevr. Verbruggen)
1976
Vrijdag 19 maart : Filmavond Landelijke Verenigingen
In de Parochiezaal werd om 19u30
El Cid gedraaid met in de hoofdrollen
Sofia Loren en Charlton Heston. Het
betrof een initiatief van de Leestse Landelijke Verenigingen.
Inkom : 40 frank.
1976
april : Nieuwe lokaalhouders voor St.-Cecilia
Na het
overlijden van Jeanne De Bruyn (°Bornem 29/09/1906, +Bonheiden 23/04/1976)
werden haar zoon Pol Huybrechts en schoondochter Maria Buggenhout
lokaalhouders.
Tot dan toe
hadden ze hun hele leven al geholpen in de zaak en wisten ze hoe zwaar het was
om van s voormiddags tot s nachts, soms tot het bijna terug dag was, ter
beschikking te staan van iedereen en nog wat.
Nu alles op
hun schouders viel, besloten ze te zoeken naar iemand die de zaak wou
overnemen, echter in het belang van de fanfare. In augustus 1976 was het
zover.
De nieuwe
lokaalhouders werden Emiel Mille Van Steen en Marcella De Jonghe.
Mille Van
Steen was te Leest geboren in 1933. Hij ging er altijd prat op dat hij geen
Ceciliabloed in zijn aderen had stromen, maar bloed van Arbeid Adelt van de
Sussen. Sommige Blekken namen daar aanstoot aan, maar voor de meesten was toen
al de dorpspolitiek afgelopen. Leest werd gefusioneerd met Mechelen een paar
maanden nadat de nieuwe lokaalhouders hun intrede deden. Mille en Marcella
hebben zich trouwens altijd ingezet opdat de fanfare het goed zou hebben in het
lokaal.
Ze hebben
er de goede tijden nog meegemaakt toen het dikwijls feest was in Leest. Na de
deelname van de fanfare aan een muziekwedstrijd werd er uitbundig gevierd in
het fanfarelokaal.
(Stan
Gobien Leest in Feest)
Fotos :
-Benefietmatchen op VV Leest. De thuisploeg
versloeg SK Heffen met 3-2.
Ten
behoeve van de inwoners werd het definitief goedgekeurde Gewestplan ter inzage
gelegd ten gemeentehuize. Het beantwoordt de behandelde punten tijdens de
gemeenteraadszitting van 16 december 1974, die we ten documentaire titel willen
mededelen. Ten einde evenwel te voorkomen dat klaarheid zou te wensen over
laten, geven we eerst de punten besproken in de bedoelde gemeenteraadzitting en
daaronder de beslissing van de Overheid,
vervat in het Koninklijk Besluit van 5 augustus 1976, verschenen in het
Belgisch Staatsblad van 28 september 1976, numer 189.
Gemeenteraadszitting
Punt
1 : dat de woonzone met landelijk karakter wordt doorgetrokken over gans de Juniorslaan (tot begin Kl.Heide
en O.Tisseltbaan).
Staatsblad
: Ongunstig advies. De lintbebouwing zou toenemen. Gunstig advies echter
om de kleine open ruimten op te vullen en het woongebied aan de zuidzijde te
begrenzen met de Aabeek.
Punt
2 : de woonzone met landelijk karakter uitbreiden aan beide zijden
Blaasveldstraat tot begin grondgebied Heffen.
Ongunstig
advies. De verspreide bebouwing zou toenemen. Niettemin gunstig advies voor de
kleine open ruimte aan de oostzijde
Punt
3 : de woonzone met landelijk karakter voorzien aan Kapellebaan, hoek Bist,
richting Hombeek uitbreiden tot de spoorweg.
Ongunstig
advies. De lintbebouwing zou toenemen.
Punt
4 : de woonzone met landelijk karakter voorzien aan Kapellebaan, Oxdonkstraat
Kapelle-o-d-Bos.
Ongunstig
advies. De verspreide bebouwing zou toenemen.
Punt
5 : de woonzone met landelijk karakter aan Tisseltbaan uitbreiden tot
Rennekouter.
Ongunstig
advies.
Punt
6 : dat de woningzone achter de bestaande Kouterwijk, Kerkenblokweg zou
verminderd worden en slechts zou behouden blijven, wat het hogerliggend
gedeelte betreft, terwijl het laagliggend gedeeltedat tot de Zennevallei behoort zou opgenomen worden in
groenzone en beschermd landschap.
Dit
voorstel wordt met 5 stemmen voor en tegen aanvaard. Het voorstel van de
minderheid, houdende volledige opname van dezezone als beschermd landschap en supprimatie van de voorziene woonzone
wordt met 5 stemmen tegen en 4 voor verworpen.
Gunstig
advies voor het voorstel van de minderheid indien de gronden niet verkaveld of aangekocht
werden door de M.M.H.
Indien
dit laatste het geval is wordt het voorstel van de meerderheid bijgetreden. Het
laaggedeelte aanduiden als landschappelijk waardevol bosgebied.
Punt
7 : dat het beboste gedeelte Kouter (Prinsenlaan richting Hombeek) zou worden
opgenomen in groenzone en de overkant Zenne, richting Mechelen in woonzone met
landelijk karakter, tot grens Hombeek, alsook overgebleven gedeelte links.
Ongunstig
advies, met dien verstande dat de tekenfout verbeterd wordt namelijk het woongebied
ten oosten van de Kouter moet westelijk gesitueerd worden. De gronden ten
oosten van de baan dienen als landschappelijk waardevol bosgebied aangeduidte worden in aansluiting met Hombeek.
Punt
8 : dat het laagliggend gedeelte Mechelbaan in groen zone zou worden opgenomen
en de overkant Zenne, richting Mechelen in woonzone met landelijk karakter.
Gunstig
advies. Het laaggelegen gedeelte aanduiden als landschappelijk waardevol
bosgebied.
Punt
9 : dat de vallei van de Zenne en Molenbeek, wat de laagliggende gedeelten
betreft in groenzone of beschermd landschap zou worden opgenomen, evenals
Dorpenpoelvelden.
Gunstig
advies met dien verstande dat de bestaande bossen aangeduid worden als
landschappelijk waardevol bosgebied. De vallei van de Molenbeek ten noorden van
de Juniorslaan aanduiden als landschappelijk waardevol natuurgebied.
Punt
10 : de Elleboogstraat aan beide zijden in woonzone met landelijk karakter op
te nemen.
Ongunstig
advies om gans de straat op te nemen. Gunstig advies om de goedgekeurde
verkaveling en de kleine open ruimte aan de noordzijde op te nemen en eveneens
gunstig advies om de kleine open ruimte aan de zuidzijde aan te duiden.
Punt
11 : dat de opvullingszone behouden blijft en eveneens van toepassing zal zijn,
zelfs tussen bestaande landbouwbedrijven en aan iedere verharde en uitgeruste
weg.
Gunstig
advies met dien verstande dat artikel 23 van het K.B. van 28 december 1972
behouden blijft.
Punt
12 : dat men een ambachtelijke zone van ongeveer 10 Hazou voorzien worden op een nader te bepalen plaats door de hogere voogdijoverheid.
Ongunstig
advies. In de omgeving zijn voldoende nijverheidsgebieden, geschikt voor
K.M.O., aangegeven. (DB 1976, enkel
jaartal gekend)
Zondag 22 januari speelde de plaatselijke
toneelkring Rust Roest zijn jaarlijks toneelstuk. De parochiezaal zat
barstensvol Leestenaren die een avondje uit in eigen gemeenten niet miskenden.
Deze keer hadden de Rust-Roesters een blijspel
gekozen. (Als reactie op die kritiek in de Band). De komische thriller speelde
zich af in het privé-kantoor van Mr Marshall, hoofd van een onderneming.
Het meubilair was sober zoals dat hoort in een
kantoor. De muren waren in n pasteltint en de deuren waren lichtblauw. Rechts
had men duidelijk een lege hoek gevuld door er nooduitgangsdeur op de wand te
schilderen.
Voor de mensen die het stuk niet gezien hebben,
even kort resumeren : er is een moord gepleegd in het gebouw waar Mr Marshalls
kantoor zich bevindt. De werkvrouw, Mrs Piper, ontdekt het lijk, maar vergist
zich en even later komt de dode weer tot leven. Later blijkt er dan wel iemand
vermoord te zijn, maar de vraag naar de dader blijft open tot het laatste
moment. Het spannende stuk is verwerkt met heerlijke gags en komische
situaties.
De verjongde ploeg, onder leiding van Guido
Hellemans die zijn vader opvolgde als regisseur, deed haar uiterste best om het
stuk tot een goed einde te brengen wat niet altijd van beroepsacteurs kan
gezegd worden.
De ervaring die Renild Polfliet als Mrs Piper de
werkvrouw, Guy Mollemans als Mr Marshall, Pierre De Wit als rechercheur en
Ferdinand Van der Hasselt als commissaris reeds hadden was duidelijk hoorbaar.
De nieuwelingen Monique Verschueren (18), Marleen Lauwers, Wim Baarenk en
Imelda Van der Hasselt moesten niet voor hen onderdoen. Zij beloven veel voor
de toekomst van onze Leestse Toneelvereniging.
M.V. (De Band, februari 1976)
1976 31
januari : Ledenfeest Vevoc
Het
jaarlijks teerfeest was ditmaal in Far-West-stijl. Er werd om 20u15 gestart met
een mis in de kerk speciaal voor Vevoc en om 21 uur werd iedereen verwacht in
de Parochiezaal in Far-West-klederdracht.
Op het menu
: steak met peper- of provinciale saus met frites, speciaal rijstdessert met
krieken en vervolgens voor iedereen nog kip met currysaus of salede +
boerenbroden.
Prijs : 200
fr. per persoon.
1976 6
februari : Start Vevoc Danscursus : de cursus bestond uit 6 lessen.
De
leerlingen van het zesde jaar van demeisjesschool van Leest deden voor aanvang van de grote vacantie mee aan
een prijskamp die door het Ministerie was uitgeschreven. Het kwam er op neer,
in samenwerking met heel de klas, een studie te maken over de evolutie van hun
dorp de laatste 25 jaar. De meisjes van Leest stuurden hun gemeenschappelijk
werk over Leest binnen en behaalden met glans de eerste prijs.
Dit
gezamenlijk werk verscheen in december in De Band.
Inleiding
Leest is een dorpje in de provincie Antwerpen,
nabij de stad Mechelen. Met zijn 931 ha. oppervlakte en een goede 2000 inwoners
heeft Leest het uitzicht van een typische plattelandsgemeente. De rivier, de
Zenne, zorgt langsheen haar loop voor mooie natuurplekjes. Buiten het kasteel
de Mot heeft Leest een stemmige kerk uit de 18e eeuw met Romaanse
sporen in de toren en in het koor. Hier en daar zijn nog een paar oude
boerderijen. Zoals gelukkige mensen
heeft Leest geen geschiedenis. Alles verloopt er zo rustig dat ons dorpje nooit
in het T.V.-nieuws komt en ook bijna nooit een krantenkop haalt. Toch mag men
hieruit niet afleiden dat de tijdin
Leest stilstaat. Wanneer men na 25 jaar opnieuw in ons dorp zou terugkeren zou
men er wel wat veranderd vinden. Maar daarover meer op volgende bladzijden.
Wijziging in het uitzicht
Natuurlijk ziet ons dorp er niet meer uit zoals 25
jaar geleden. Jaren lang keek slechts de toren van onze dorpskerk uit over het
rustige vlakke landschap. In 1964 echter werd aan de Juniorslaan door de
P.I.D.P.A. een 44 meter hoge watertoren opgericht. Die zal een zeer belangrijke
rol spelen in de waterbedeling van Leest en de omliggende gemeenten. Hoewel er
hier en daar nog een waterpomp staat, (meestal is het dan toch een elektrische)
zijn toch praktisch alle inwoners van ons dorp aangesloten op het drinkwaternet.
In de Kouter werd door een dankbare inwoner een
Lourdesgrot opgericht in 1961. Aan het kruispunt van Tiendeschuurstraat,
Elleboogstraat en Winkelstraat wijdde Monseigneur Suenens in 1955 een
Maria-kapel in onder massale belangstelling.
Niet alleen de devotie maar ook de nood aan gezonde en goedkope woningen
veranderde Leest. In 1967-68 verrees in de Kouter een nieuwe wijk van 34 mooie,
moderne woningen.
Later in 1974 zal deze wijk nog uitgebreid worden
met 18 woningen. Terwijl tot dan toe Leest hoofdzakelijk bewoond werd door
Leestse afstammelingen kwamen er nu een heleboel inwijkelingen.
Er verdwenen vanzelfsprekend oude typische
boerderijen zoals die mooie romantische boerderij op het dorpsplein. De
dorpskom is wel het meest veranderd. Buiten die mooie boerderij die plaats
maakte voor een basketplein werd heelde
Dorpsplaats geasfalteerd en als parking uitgerust. Ook de kerk kreeg een beurt.
De muren werden afgekapt en zijn nu rood. De ingang naar de kerk werd verlaagd
en verbreed.
De landbouw
Zon kwarteeuw geleden waren de meeste inwoners
van ons dorp landbouwers. Hun inkomsten kwamen voort van rundveeteelt, graan,
aardappelen en wat groenten. In 1951 zag men vanzelfsprekend veel mensen, met
veel minder materiaal, op het veld. De boer en zijn paard waren ook
onafscheidelijk. Maar de boer werd verplicht zich aan te passen. Ofwel ging hij
over naar een groot melkveebedrijf met uitgestrekte velden en weiden en rustte
hij zich uit met moderne machines ofwel legde hij zich toe op tuinbouw wat wel
het meest voorkwam. Op vele plaatsen werden serres opgericht en groenten onder
glas gekweekt. De landbouwers en tuinders werden meer en meer welvarend.
Spruiten, bloemkolen, prei en witloof zijn wel de bijzonderste groenten die ons
dorp zoveel welvaart bezorgen. Men kan nu terecht fier zeggen : ik ben van den
buiten, ik ben van de boer.
In de meisjesschool
Wie in 1951 eens binnenloerde in de klassen zou er
naast twee juffrouwen, vier zusters in echte nonnenkleren, die daardoor alleen
al waardigheid uitstraalden, als onderwijzeressen vinden.
Zuster Annontiata had de eerste kleuterklas,
terwijl zuster Gonzaga de strenge hand hield in de tweede kleuterklas. De lieve
zuster Alberica zal jarenlang met veel geduld de kinderen de eerste beginselen
van de lees-, schrijf- en rekenkunst bijbrengen. Juffrouw De Boeck en Juffrouw
Maria werkten verder aan de opvoeding en de vorming van de Leestse vrouwelijke
jeugd. De laatste hand werd toch gelegd door de strenge Zuster Virginie.
Jarenlang bleven zij de opvoeders van onze moeders tot in 1957 de zieke
Juffrouw Rheinhard op rust ging. De één na de andere verliet de school om uit
te rusten en jonge krachten namen hun plaats in.
In 1951 kwamen alle kinderen te voet of per fiets
naar school. Nu worden wij afgehaald en weer thuis bezorgd door de autobus. Ook
in de manier van onderwijzen veranderde wel wat. Alles gaat nu veel
gemoedelijker. Gedaan met de schoolfeesten waaraan maandenlang ernstig geoefend
werd.
Ieder trimester houden we in onze klas een
open-deur en nodigen de andere klassen uit op een gezellig feestje met :
toneel, muziek en dans. Wij organiseren en verzorgen alles zelf.
Onze onderwijzeressen komen als toeschouwer en één enkel keertje spelen ze
mee.In 1974 vertrok voor de eerste maal
een klas op ski-vacantie. U ziet het Leest blijft bij !...
In de jongensschool
Ook in de jongensschool stond de tijd niet stil.
In 1951 waren er net als nu vijf meesters die met alle mogelijke middelen orde
en tucht afdwongen. Meester De Leers was schoolhoofd en titularis van de 1ste
graad. Van hem onthouden we dat eerste-klassertjes reeds alle gebeden konden
opzeggen in het Frans.
In de tweede graad stond meester Selleslagh.
Meester Meyers nam de derde graad voor zijn rekening en het opvoedingswerk werd
voltooid in de vierde graad door meester Huysmans.
Zoals overal elders verdween de vierde graad en
één na één werd het personeel vervangen. Op dit ogenblik zijn er vier
leerkrachten : Juffrouw Monique voor het eerste jaar, meester Teughels voor het
2de jaar, meester Hendrickx voor het 3de en 4de
jaar en meester Gobien voor het 5de en 6de jaar en tevens
schoolhoofd.
Vanaf 1975 zitten de jongens in nieuwe ruime
lokalen en beschikken over al het mogelijke comfort. Zo te zien een feest om
naar school te gaan.
Wijziging op kerkelijk gebied
Als je op een zondagmorgen het kerkhofpleintje
opwandelt zie je voor je een schilderachtige kerk uit de jaren 1776. Vroeger
was het er wel wat drukker op zondagmorgen. Om zes uur luidde de klok en riep
de mensen naar de mis van half zeven. Langs de linkerkant zag je de
veelkleurige hoedjes van de vrouwen, terwijl de rechterkant benomen was door de
stoere mannen. Het missaal, vol Latijnse gebeden, was toen nog erg bruikbaar.
Met de rug naar de menigte toe prevelde de pastoor Latijnse gebeden en gezangen.
De prachtige preekstoel, versierd met houten beelden deed toen werkelijk nog
dienst. Twee tot driemaal per jaar trok de processie plechig door de straten.
De kerkelijke overheid werd gewijzigd. Vele
onderpastoors kwamen en gingen en in 1966 werd E.H. Coosemans door E.H. Lornoy
opgevolgd. Er is geen echte onder-pastoor meer maar bij de kerkdienst wordt Mijnheer
pastoor bijgestaan door Pater Damiaan en legeraalmoezenier Herregods.
Volksleven
Het verenigings- en volksleven kreeg steeds een
grote belangstelling in ons dorp. Toch kende iedere organisatie ook periodes
van achteruitgang. De laatste tijd echter is er in bijna alle verenigingen een
heropleving. Het ontspanningsleven was nooit zo bloeiend. Is het omdat we ons
bedreigd voelen in onze iegen aard maar er is ook een groeiende interesse voor
al wat Leest, zijn geschiedenis en zijn eigen volksaard betreft.
Het Davidsfonds richt op 2de Paasdag
een tentoonstelling in, waarop een of ander aspect van het volksleven belicht
wordt. Onder de bezielende leiding van aalmoezenier Herregods, die zijn
veelzijdig kunstenaarstalent volledig ten dienste stelt, kent deze
tentoonstelling ieder jaar een stijgend succes.
Bevolking
Al zijn er in 1976 slechts 219 inwoners meer dan
in 1951, er kwamen toch 106 woningen bij. Het aantal geboortes en overlijdens
blijft ongeveer hetzelfde : geboortes in 1951 : 30. Geboortes in 1975 : 27.
Overlijdens in 1951 : 13, overlijdens in 1975 : 14.
Jangske Den Bakker
Een paar jaartjes geleden leefde er in ons dorpje
een zeer gekende volksfiguur. Jangske Den Bakker, zo werd hij door de mensen
genoemd, was vanaf zijn prille jeugd al een echte Tijl Uilenspiegel. In gekke
streken kon hij gemakkelijk een tien halen, want dat deed hij goed. Op een
mooie zonnige dag had Jangske Den Bakker geen lust meer om te leren en hij beet
een groot stuk uit zijn schoolboeken. De meester stond er streng naar te kijken
maar Jan was hem te vlug af en de muizen in de klas moesten het gedaan hebben.
Een muizenval stond er vlug maar de muizen waren er ook want de jongens van de
hele klas brachten de volgende dag allemaal muizen mee. Ook de muizenval deed
erg goed dienst. Maar toen er op een dag een platgereden muisje op de houten
lessenaar lag had de meester het spelletje door. Jangske was er niet graag bij
want hij kreeg van de stok en dat voelde je een week later nog. Jan werd ouder
en ging steeds meer van kinderen houden. Hun iets moois beloven was zijn grote
vreugd. Paardjes, koetjes en konijntjes werden allemaal beloofd, maar geen
enkel kind heeft ze ooit gekregen want t was dan plots gestorven of t had
maar drie pootjes meer. Jaren en jaren gingen zo voorbij en op een mooie dag
ging Jangske met zijn konijntjes, koetjes en paardjes naar de hemel toe. Maar
bij de kindertjes blijft hij nog altijd bestaan.
Het dialect
Zoals overal elders in Vlaanderen beginnen meer en
meer mensenhet nut van een verzorgde
omgangstaal te beseffen. Sommigen leren daarom hun kinderen vanaf hun jeugd
algemeen Nederlands praten. Toch is ons dialect zeer goed bewaard gebleven. Het
bleef gespaard van vreemde invloeden. Hier, een lijstje van enkele woorden of
uitdrukkingen op zijn Leests : een jeat = een kopje, een taloeër : een bord,
een bouche = een schommel, een bees : een snoepje, oep daa : op de heide,
diëvan ons : mijn man, een gritsel : een hark, ons soot : onze kinderen, een
bijk : een beek
Wijziging op politiek gebied
Zoals in elke andere gemeente worden om de zes
jaar gemeenteraadsverkiezingen gehouden. In een klein dorpje waar iedereen
iedereen kent is zon verkiezing de gebeurtenis. Sedert jaren waren er slechts
twee belangrijke partijen : de Sussen en de Blekken. Beiden ontstonden uit
een fanfare. Hoewel de mensen in ons dorp vredelievend van aard zijngingen zij omstreeks de verkiezing op
oorlogspad.
Gemeentebelangen
hebben daar op verre na niets mee te maken : alleen de eisen voor eigenbelang
van deze persoon, waaraan onze andere mensen niet konden tegemoet komen,
hebben hier in een rol gespeeld.
Wie draagt
de schuld ? De Blekken !
Wie heeft
dan de rolluiken van het huis van onze muziekbestuurder en het huis van zijn
gebuur bevuild ? Waren dat misschien ook mensen van ons ?
zoals ten
tijde van de Brugse metten, iedereen die in hun kraam niet past en die op hun
vraag : stemt ge 2 of 3, de eerlijkheid aan den dag legt en durft uitkomen voor
zijn overtuiging, in dit geval nr 3, zonder meer af te ranselen en buiten te
smijten
Er vielen soms harde woorden en men ging ook al
eens op de vuist zoals men kan opmaken uit de knipsels van
verkiezingspamfletten. Maar de tijden veranderden. Er komen nationale partijen.
De strijd speelt zich meer af op papier. Na een half jaar zijn de gemoederen
weer bedaard en wordt door gans de gemeente plechtig de burgemeester ingehaald.
Ons dorp had slechts drie burgemeesters in de laatste 25 jaar : E. Verschueren,
P. De Prins en A. Lauwers die onze laatste burgemeester zal zijn.
Leest geweest
Zoals zovele andere kleine dorpjes zal Leest vanaf
1977 ophouden te bestaan. Wij hopen dat wij niet verstedelijkt zullen worden.
Dat wij onze eigen aard nooit zullen verloochenen. Al behoren wij vanaf 1
januari 1977 bij de 81.000 Mechelaars, in ons hart blijft LEEST toch altijd
LEEST.
Dit album werd samengesteld door : Linda
Bruggemans, Erica Ceuppens, Christel De Bleser, Gerda De Prins, Katelijne
Duysburgh, Karine Fierens, Krista Lefever, Nancy Selleslagh, Ann Solie, Gonda
Van den Bergh, Els Verbruggen, Krista Verschuren. Leerlingen van het 6e
jaar van de vrije meisjesschool te Leest, Dorp 10.
Bijgevoegd
:
-25 jaar Leest Geweest
-Jangske Den Bakker, tekening van Georges
Herregods.
1976 De Alemstraat te Leest werd verbeterd. Meteen verdwenen de laatste kinderkopjes
van de Leestse wegen.
1976 Fusie der
Gemeenten
Op 23 oktober 1975 heeft men een voornaam persoon
voor het TV-scherm kunnen beluisteren die ons wou diets maken dat aangaande de
fusies een averechts beeld wordt opgehangen.
Dat was nonsens : immers door de samenvoeging van
gemeenten zou men tot een grotere communauteit komen, gemeentehuizen blijven,
het sociaal en cultureel leven zou daardoor bevorderd worden, nonsens dat men
kilometers ver zou moeten gaan om bepaalde zaken te regelen.
Als men dat alles hoort, dan kan men niet anders dan
zich voorstellen dat de nieuwe gemeente als een troetelkind te zullen behandeld
worden. Wij hoeven geen verwenningskuur, maar eenvoudig te blijven en te zijn
in een eigen gemeente, de onze aan de Zenne.
Een beslissing is reeds gevallen. De fusie of het
terugbrengen van de 2359 bestaande gemeenten tot 589 is daardoor in een
beslissende fase getreden. Met de Vox Populi werd eenvoudig geen rekening
gehouden, het klonk verloren in de woestijn.
Men mag het nu draaien of keren lijk men wil, zelfs
het doen doorgaan alsof de fusie van gemeenten de ideale oplossing is met al de
daaraan verbonden voordelen, het blijft een aanslag op de eigenheid van de
gemeenten. Er werd zelfs verklaard dat gemeenten werdengeraadpleegd, m.a.w. niet alle gemeenten werden om advies gevraagd, wat weer
tot nadenken stemt. Inderdaad wat moet men daaruit concluderen ?
Het zou wel eens van belang kunnen zijn de nadelen
opgesomd te zien die ons door de fusie worden aangeboden; en wie vraagt zich
niet af, zijn er geen ernstiger zaken die naar een zinvolle oplossing wachten
dan zich te amuseren met het pesten van gemeenten ? De stille hoop die nog
mocht gekoesterd worden, werd evenwel op korte spanne tijds vernietigd. Immers
de fusie der gemeenten is een definitief feit geworden.
Men kon beter besluiten met de woorden : juicht Belgen juicht, in vreugde vol
akkoorden ! Hou vast aan de Inspraak, aan de democratie ! Allen zegden met de
gemeentelijke Overheid : Weg met de dwang fusies ! Herhalen wij dit ook voor
onze Zennevallei ! Geen verdwijning onder dwang !
Snuffelaar. (DB, 1976- enkel
jaartal gekend)
In een ander nummer
van dat jaar publiceerde Snuffelaar :
We hebben met genoegen mogen vaststellen dat de
regelmatig verschenen bijdragen omtrent de fusie van gemeenten, met aandacht
werden gelezen en bijgetreden.
Een bijeenkomst van gemeentevaderen (te Mechelen
gehouden) voor kennismaking, bracht voor de gewone sterveling geen wijsheid
meer op. Hoe zal men uit de geschapen chaos geraken ?
Hoe onbesuisd gewerkt is geworden, blijkt uit een
verschenen bericht aangaande de fusie te Rijmenam :
Rijmenam na de fusie : de eeuwenoude leefgemeenschap
wordt erg verminkt. Naar Putte gaan ruim 700 inwoners, de overige bijna 4000
gaan naar Bonheiden. Men spreekt ook over de nadelen en die werden aangestipt
door de heer De Keersmaeker uit Eppegem : een grote gemeente zal meer geld
kosten omdat zij relatief meer diensten organiseert, dus verhoging van
belastingen. Het bestaan van verenigingen en hun subsidiëring kan in t gedrang
komen. Sommige wijken kunnen verwaarloosd worden wat onderhoud betreft en
bepaalde gemeentediensten zullen worden afgeschaft, waardoor ouders en andere
personen zich naar de pilootgemeenschap zullen moeten begeven !
Wij hebben ook ons licht gaan opsteken in
West-Vlaanderen en daar kwam de volgende toestand na de fusie tot stand :
De gemeente K , bestaande uit 5 samengesmolten
gemeenten. Daarvoor bestaat slechts één gemeentehuis waar alle dossiers
aanwezig zijn voor het bekomen van inlichtingen. Er is maar voor één zaak
onderscheid gemaakt : de werklozen moeten niet naar de moedergemeente gaan
stempelen, maar wel in de eigen gemeente.
En het systeem van Pontius-Pilatus is reeds aan bod
gekomen. Inderdaad, de enen hebben het precies zo niet gewild, anderen zeggen,
vanaf 1977 willens-nillens te zullen behoren bij de nieuwe gemeente, en
nog anderen zeggen dat er in ieder geval moet overgegaan worden tot het
oprichten van dorps- en wijkraden.
Zal men de voorgeschotelde onduidelijkheden, de burger
voorgehouden, kunnen wegmoffelen om het eigen gezicht niet te schenden.
Men heeft ook belangstelling voor de straatnamen, waarom
geen namen van bloemen gegeven, zoals reeds werd voorgesteld ?
Bij het napluizen van gelijklopende benamingen komen
we tot een viertal straten : Kapellestraat, Molenstraat, Scheerstraat en
Vinkstraat.
Wat aan dat alles ontbreekt is : 1° het ontbreken van
degelijke voorlichting. 2° de verkrachting van het begrip inspraak.
Het spreekt vanzelf dat de bevolking, inzonderheid van
de landelijke gemeenten niet te spreken zijn over deze fusies van gemeenten.
Waarom niet zal men vragen, maar dan van bepaalde zijde ?
Is het nodig nogmaals klaar en duidelijk te zeggen,
dat het een greep is naar meerderheid van de ene of de andere, en niet zoals
men het wil presenteren, ten nutte van de bevolking.
1976 Leest telde 2064 inwoners.
(Wikipedia)
1976 Het Bouwspook Slaap op
beide oren, de Zennevallei is verloren.
Onlangs
wandelden we door de Zennevallei, een stukje natuurschoon in het lieflijk
Leestse dorpje. We kuierden langs het Chiroplein naar de Kerkenblokweg en
verder door t privaat goed van Van den Bergh naar de Bleukens. Mooie streek,
vonden we. Dat is het inderdaad, zei een stem van ergens tussen de hoge
populieren. Ik heb dit gebied met zorg bewaard en nu de prijzen van bouwgrond
zo erg gestegen zijn ligt het hier als een rijpe appel klaar om er de
bulldozers in te zetten. In plaats van distels en brandnetels zullen vlug
tientallen woningen als paddestoelen uit de grond schieten.
-Hm,
zeiden we, je bent zeker het bouwspook.
-Zeker,
zei de stem, maar laten we niet afdwalen. Wat zou jij de dag van vandaag doen
om hier heer en meester te blijven ? Om miljoenen gaat het hier. En die zouden
we zo maar laten voor een hoopje distels ? Kijk, we maken het fijn. Eerst
ruimen we het schijtbos van de Chiro op ; hard(t) nodig of niet. De kinderen
krijgen langsheen en op de kerkhofmuur plaats genoeg om alles kwijt te geraken.
Zo zullen de bewoners verlost zijn van die zware reuk.
-Je
vergeet Ruisbroek, zeiden we.
-Zwijg,
we hebben aan alles gedacht. Gaven we geen vijfentwintig meter grond cadeau
voor een tweede dijk met wandelweg. Uitheemse struiken en heesters maken dan
het uitzicht op de schilderachtige rivier nog veel mooier.
-Maar
die waterzieke gronden, die ongezonde mist in het najaar ? Geen enkel mens wil
hier wonen. De mensen van hoger den de Kerkenblokweg klagen over water in de
kelder, stinkende beerputten en behangselpapieren die lossen van de
vochtigheid.
-Vergeet
niet : - een wijkcomité heeft hier gewerkt voor een speelplein met recreatie.
-Bezwaren
tegen woonwijkuitbreiding werden ingediend bij het Schepencollege, bij de
Ministers en zelfs bij de Koning.
-Daarbij
heeft het Leestse Leefmilieu uitvoerig het ontwerp-gewestplan besproken en de
bezwaren overgemaakt aan de Gouverneur.
-Perfect
! Zo mag ik het horen. Maar niet overdrijven anders ga je spoken zien.
Werd
het plan voor het speelplein niet verwezen naar het kerkhof ? En het behoud van
de Zennevallei werd gekelderd met een pijpekop ; een ontwerpplan voor 43 huizen
in de beemden.
En
Leefmilieu Leest, zag die niet als dank voor haar werk de gemeentesubsidiëring
gehalveerd.
En
toen de makers van t gewestplan ineens zo weinig landelijk natuurschoon zagen
te Leest hebben ze maar vlug een stukje Dorpelpoel groen geschilderd, om je
te sussen.
En
vergeet niet, lachte het bouwspook, vorige maand kocht een bouwmaatschappij de
gronden aan. Een fontein van geld spoot in de zakken van de eigenaar en ik, ik
krijg mijn zin, je zult het zien.
-En
toch laten we de vallei niet los, zeiden we.
De Distel.
(De Band, 1976)
Dezelfde auteur schreef datzelfde jaar :
De Zennevallei : tehuis en jachtgebied
van de TORENVALK.
In
de vorige nummers van De Band vertelden we reeds dat de torenvalk een trouwe
inwoner is van onze Zennevallei. Ons zijn er enkele broedgevallen van de torenvalk
bekend. Enkele leden van de Wielewaal hebben deze zomer verschillende jongen
geringd. Ze vertelden me : de torenvalken bezetten één kunstmatig nestkastje
in de Bleukens. De jonge torenvalken, zes in aantal, waren al zo volgroeid dat
op het ogenblik van het ringen, ze hun heil zochten in de vlucht. Drie anderen
werden geringd.
1976 Afbraak
van de oude herberg In de groene linde
Op de Dorpplaats werd dat jaar het
bouwvallig huisje, op de hoek van de
Scheerstraat (Ten Moortele) en de
Dorpsstraat, afgebroken.
Het was oorspronkelijk een
tweewoonst. In 1723 waren dat de huisjes
van Bertel Vermijlen en Jan Ditens.
Later stond de woning op naam van
het echtpaar Jan Baptist Van Hoof-Serafina
Coeckelbergh. Ze waren te Leest
getrouwd in 1852.
Jan Baptist was te Leest geboren op
21 september 1822 als zoon van Frans en
Elizabet Van Hoof. Hij zou op 4
april 1874 overlijden aan de gevolgen van
typhus. Het echtpaar kreeg 7 kinderen :
5 dochters die allen zeer jong stierven
en 2 zonen : Isidoor Constant (de
latere garde en de grootvader van de allerlaatste
garde van Leest Victor) en Frans
Eduard Sooi (°8/7/1854, +17/10/1929).
Deze laatste bleef in de woning en
baatte er jarenlang met zijn echtgenote Louise
Wiske Huys (°Leest 3/12/1860) de
herberg In de groene linde uit.
Er stond trouwens een mooie linde
voor de deur, evenals een mestput, zoals dat
vroeger algemeen de mode was. Sooi
Van Hoof was immers ook boer.
Het echtpaar Van Hoof-Huys kreeg 12
kinderen. Twee onder hen zouden
overlijden aan de gevolgen van de
eerste wereldoorlog : Theofiel sneuvelde te
Diksmuide in 1917 en Alfons kwam
als invalide terug uit die oorlog, hij was een
slachtoffer van een gasaanval en
zou aan de gevolgen daarvan overlijden in 1921.
Een andere zoon, Jozef Jef, was
medestichter van de toneelkring Rust Roest
en te Leest en omgeving zeer
populair als komisch acteur.
Prosper Goovaerts uit Heffen was de
laatste eigenaar van het huisje.
Fotos :
-De Alemstraat
-De dorpskom zou een heel ander aanzicht krijgen
na de afbraak van de tweewoonst.
Een
paar jaar geleden heb ik met geestdrift geschreven over het Chirofeest.
Het
laatste Chirofeest heeft mij minder enthousiast gemaakt. Het gaf mij een
algemene indruk van slordigheid en banaliteit.
Nochtans was er heel wat waardevols.
Goed
was : de misviering waaraan aandacht werd besteed, de organisatie van het
feest zelf, zodat de gebeurtenissen elkaar vlot opvolgden...
(...)
Deze
keuzeen overzicht is beperkt en
subjectief. Bedoeling is te wijzen op de
manier van overkomen bij de ouders. Weinig gunstige reacties heb ik
gehoord,
wat
niet beduidt dat men blind is voor het goede.
Maar
waarom niet ernstig gewerkt aan het uitbeelden van het jaarthema, of een
choreografisch
nummer, of een poëtische evocatie, of gewoon een mooi lied, enz..
Het
zal een inspanning vragen, maar wellicht zal ook de vreugde groter zijn.
Men
vraagt geen kunstmatig gedoe, maar ook geen brutaliteit.
Ik
vraag mij t volgende af : de chiro zou een buitenschoolse vormingswereld
moeten creëren. Hoe kan een kwetsbare scheut die een prutske of
speelclubber
is,
ongebruskeerd uit dergelijke esbattementen komen ?
Of anders, hoe kan zon kind zijn innerlijke
tere rijkdom ontplooien ?
Mijn
bede is deze : dat gans de leidersploeg van jongens en meisjes zich eens
terdege afvraagt hoe het moet, zonder mij a priori gelijk te geven.
Misschien
als inspiratiebron een uitspraak van de stoere Stijn Streuvels, die men
moeilijk van sentimentaliteit kan verdenken :
Hoe
vreselijk ongelukkig moeten kinderen zijn wiens tere kinderziel door
volwassenen zo brutaal met de voeten wordt getreden...
Ik
wens u goed heil, en volgend jaar een beter (=fijner) chirofeest.
Guido Hellemans
(De Band, December 1975)
Een jaar later kregen ze van hun criticaster
indezelfde periodiek positieve
commentaar. Hij besloot toen met :
...niemand wordt graag berispt, maar de ervaring leert dat men beter in
rechtzinnigheid vaderlijk streng en moederlijk teder (of omgedraaid)
iemand terechtwijst dan vleiende
onbenulligheden te zeggen die men trouwens
toch
niet gelooft. De jonge mensen van de Leestse chiro hebben op een ridddelijke
en
doeltreffende wijze het antwoord gegeven op een aantal onaangename
aanmerkingen. Dat vinden we fijn. (Sommige ouderen bleken er minder
gemakkelijk overheen te kunnen). We hopen dat het zo blijft en verlangen
in die
geest naar volgend jaar...
1975 28 november : Drie percelen bouwland te Leest
Om uit
onverdeeldheid te treden Vrijwillige Openbare Verkoping van
drie
percelen BOUWLAND te Leest.
Notaris Frans Loncin te Puurs zal op navermelde zitdagen, met winst van
verdieren voor de inmijners, openbaar verkopen, volgende onroerende
goederen :
Gemeente
Leest
KOOP
I : een perceel bouwland gelegen ter plaats De Renne Cauter,
gekadastreerd sectie A nr 437/a voor een grootte van 26 a 55 ca. palende
noord-oost : De Borgher-Huysmans Hubert te Leest, zuid-oost : Lienart
Albert te
Aalst, zuid-west : de Jamblinne-de Heux Roland en deelhebbers te
Brussel, noord
Van
de Kerkhove de Sejournet de Rameignies Ghislain de weduwe te Nossegem.
In
huur bij de heer Marcel Somers te Leest.
Koop
I : ingesteld op 42.000 f.
KOOP
II : Een perceel bouwland gelegen ter plaats Het Hertsveld,
gekadastreerd Sektie A nr 388/c/deel groot vlg. Meting 17a 26 ca, palend ten N.
aan Jacobs-De Boey Jan de weduwe en
kinderen te Leest en Verelst Jules de
erven te Zemst; ten O. aan koop III, ten Z. aan de Malingreau dHembise
van
Langenhove de Bouwekerke Christiaan te Antaisnes en ten W. aan dezelfde.
In
huur bij de heer Marcel Geerts te Leest.
Ingesteld 25.000 fr.
KOOP
III : Een perceel bouwland gelegen naast voorgaand, gekadastreerd
Sektie A nr 388/c/deel, groot vlg meting 17 a 82ca,palend ten N aan
Verelst
Jules, de erven voornoemd; en Van Meerbeeck-De Boeck Jean te Leest;
ten
O aan De Wit-Goovaerts Désiré te Leest; ten Z aan de Malingreau
dHembise voornoemd en ten W aan koop II.
In
huur bij de heer Désiré De Wit te Leest.
Ingesteld : 25.000 f.
De
goederen worden verkocht voor vrij en onbelast. Genot en gebruik bij
de
veilvoorwaarden te bepalen.
ZITDAGEN
Instel maandag 24 november 1975, toewijs maandag 1 december 1975 telkens
om 3
u.namiddag, ter herberg Café Liliane
te Leest, Juniorslaan.
Voor
verdere inlichtingen wende men zich ten kantore van de verkoophoudende
notaris Frans Loncin te Puurs, Palingstraat 1.
(Bericht in
onbekende- krant 28/11/1975)
1975 Maandag 29
december : Knipsel van onbekende krant (zie fotos) : Over het ongeval dat zich zaterdagnamiddag voordeed te Leest aan de
onbewaakte spooroverweg leest men op een andere plaats in
ons blad. Hier nog enkele beelden van de ravage die werd aangericht. De
aangereden trein sleurde de vrachtwagen nog driehonderd meter mee vooraleer
deze in een belendende weide tot stilstand kwam. Balans van dit tragisch ongeval : één dode, één zwaar- en één
lichtgewonde.
1975 VEVOC
JAARVERSLAG
Dames, Mijne Heren, Pater of zal ik maar beter zeggen
proost, Vevocers allen hier samen, er werd mij in naam van het ganse bestuur
gevraagd het Vevoc-jaar 1975 bij jullie door woorden terug in beeld te brengen.
Zowaar een niet zo eenvoudige taak, daar jullie
evenzeer weten als ik dat het een uitgebreid en vrij druk jaar geweest is.
Inderdaad na een aarzelende start in de jaren 72 en 73, toen we nog in onze
kinderschoenen stonden en het jaar 74, een jaar van een stilaan toenemende
activiteit, mag het jaar 75 reeds vrij druk genoemd worden.
Het jaar 75 werd ingezet met ons ledenfeest in de
maand januari. In een echte Breughelsfeer en met een enthousiasteeensgezinde Vevoc-familie waren we met 110
leden samengekomen om te dansenen zeg
maar in goed Leests, om een sneeke te eten. Weet je nog, dat we toen bij een
lustig pintje tegen elkaar gefluisterd hebben : Louis of Charel, weet ge het
nog, vriend van toen op bivak. Wat hebben we leute gehad hé, maar ja, men
blijft niet eeuwig achttien jaar, we groeiden wij feitelijk te rap uit onze
korte broek hé jong !
Het jaar 75 was een jaar van ontspanningsavonden en
sport. Vooreerst werd door onze voetbalploeg het Pinkstervoetbaltornooi van FC
Telstar in een echte cupsfeer gewonnen. Niemand had het voor mogelijk gehouden,
maar iedereen had het toch stilletjes gehoopt. Onze tweede Vevoc-ploeg deed het
met een zesde plaats ook verre van slecht.
Vevoc speelde 17 matchen, won er daarvan 10, speelde 3
maal gelijk en verloor 4 keer. In totaal maakte men 45 doelpunten en kreeg men
er 13 tegen.
Onze volgende stap naar sportief succes werd door onze
volleybalploeg gezet, die erin slaagde haar eigen volleybaltornooi te winnen op
25 mei door de deelnemende ploegen KWB, SVK Heverlee, Fanfare St.-Cecilia,
Telstar en Chiro de baas te blijven. Nochtans kon onze volleybalploeg in het
tornooi te Heverlee niet bevestigen. Een gebrek aan training en vooral aan
speelgelegenheid zijn hier zeker de oorzaken van.
Vervolgens werd op 20 september te Kapelle-op-den-Bos
nog eens aangetoond dat Vevoc kan voetballen, want daar werd voor de tweede
maal een voetbaltornooi gewonnen, waarbij we als enige niet-Kapelse vereniging
onder de deelnemers, met de beker huiswaarts konden keren.
Vevoc haalde in 75 ook verscheidene malen de
krantenkoppen. Een eerste maal gebeurde dit bij onze fietsenrally die doorging
op 29 juni. Niettegenstaande er voor die dag niet al te veel reclame gemaakt
werd, kwamen er toch twee kranten, nl. Gazet van Mechelen en Het Volk opdagen
om deze fietsrally te verslaan, die tevens een succes mag worden genoemd, niet
alleen om zijn 250 deelnemers, maar ook om zijn organisatie.
De tweede maal dat we gunstig in het nieuws kwamen was
met onze derde uitgave van de jeugdcross op 5 oktober. Reeds van maanden te
voren waren grote inspanningen gedaan om deze veldloop in de beste voorwaarden
te doen verlopen. De beloning was des te groter. Niet minder dan 800 deelnemers
werden opgetekend.
In dezelfde maand oktober schrijft Gazet van Mechelen
dat Vevoc het nu maar eens over een andere boeg gooit en met woorden gaat
spelen. Inderdaad op 31 oktober kwamen niemand minder dan Nand Baert naar Leest
om onze plaatselijke verenigingen Wachtwoord te spelen. Vooreerst was er op
onze ontspanningsavond van 13 juni, waar we onze overwinningen van voetbal- en
volleybaltornooien met een hartig etentje kruidden, een schifting tussen 32
Vevoc-ers nodig om Mariette Verbeeck en Marcel Van Medegael als besten naar
voor te doen komen. Op een nieuwe voorselectie op 12 september moesten
jongensschool, FC Telstar en Davidsfonds afvallen. Op de avond van Wachtwoord
toonde onze plaatselijke meisjesschool zich sterker dan Leefmilieu, Rust Roest,
St-Cecilia, KLJ-meisjes, KVLV, Chirojongens en meisjes en Vevoc.
Inmiddels kunnen we jullie ook vertellen dat het
Vevoc-bal een kassucces is geweest en Vevoc in 76 geen al te grote financiële
moeilijkheden zal kennen. De kassier mag gerust zijn dat we dit jaar niet in
debet zullen komen.
Nationaal was 75 het jaar van de vrouw. Ondanks het
feit dat onze Vevoc-vrouwen, verloofden of juffrouwen telkens sterk op komen
bij elke activiteit, vragen we ons toch af, of het niet mogelijk is een typisch
vrouwelijke activiteit te creeëren. Tips kunnen steeds bij het bestuur gegeven
worden.
Als bestuur willen we ook grote dank zeggen aan Mr
Pastoor, met wie we het ganse jaar een goede verstandhouding gehad hebben wat
betreft ons parochiecentrum. Evenzo willen we nogmaals de aandacht vestigen op
de grote steun van ons gemeentebestuur. Niet zozeer omwille van de subsidie,
maar wel om het schenken van prachtige trofeeën voor ons voetbaltornooi en
jeugdveldloop.
Ook een welgemeend woord van dank aan ons trouwste
Vevoc-lid en proost, pater Damiaan, want ik geloof dat hij nog geen enkele
vergadering gemist heeft. Maar onze grootste dank gaat naar alle Vevoc-leden
die door hun grote aanwezigheid op alle activiteiten het bestuur het moreel
geven om alsmaar verder te doen.
Ook verzocht bestuurslid Jef Van den Heuvel ons te
willen meedelen dat er tussen een groepje Vevoc-ers ergens de idee gerijpt is
om in de maand juni (1976) deel te nemen aan de Mars van het leger, beter
bekend onder de naam Mars van de Vriendschap. Deze mars gaat door in het
prachtig landschap van de Ardennen in de omgeving van Vielsalm.
We hopen ook, dat ons nieuw vaandel, dat vandaag
ingewijd werd in onze parochiekerk, nog vele jaren alle winden mag trotseren (De Band, januari 1976)