Finale Superprestige veldrijden op 16.02.2013 in Middelkerke
Is Middelkerke een wielergemeente? Men kan gerust beweren dat onze gemeente stilaan die reputatie aan het krijgen is. Sommigen spreken zelfs van een wielergekke gemeente. Je kunt hier inderdaad het vertrek meemaken van een rit van de Driedaagse van De Panne-Koksijde. Je kunt hier straks op 1 maart 2013 de proloog zien van de Ronde van West-Vlaanderen en op zaterdag 16 februari laatstleden werd hier voor de derde keer op rij de Noordzeecross verreden, de finale van de 8 veldritten van het regelmatigheidscriterium Superprestige. Vanaf het seizoen 2012-2013 wordt die Nissan-Hansgrohe Superprestige genoemd. Hansgrohe, de Duitse firma voor sanitaire installaties, is immers medehoofdsponsor geworden, samen met autoconstructeur Nissan, die nog een lopend contract heeft voor twee seizoenen. Op het eerste gezicht zou je denken dat Middelkerke weer eens Koksijde achternaloopt, want in die andere blauwe gemeente werd verleden jaar op 29 januari al het wereldkampioenschap cyclocross betwist en op 24 november 2012 had er ook al een wedstrijd voor de wereldbeker veldrijden plaats. Deze laatste heeft internationale allure en wordt hoger aangeschreven dan de Superprestige die op Vlaamse bodem blijft, alhoewel de toonaangevende renners in beide competities wel dezelfde zijn. In de wereldbeker is het totaal bedrag voor het klassement veel hoger dan in de superprestige. (160.000 euro tegenover 96.400 euro); voor de eerste is er in de wereldbeker 30.000 euro tegenover 26.500 euro voor de superprestige. Koksijde heeft ook een groter aandeel in de driedaagse van De Panne-Koksijde zodat men kan beweren dat zij nog een trapje hoger staan als wielergemeente dan wij. Maar weten jullie ook dat Middelkerke de 54ste editie van zijn cross organiseerde, onafgebroken sedert 1959 en daarmee de oudste cross van het land is? Vroeger heette die Duinencross. In 2005 werd die, dank zij Sven Nys volgens directeur van toerisme Germonprez, van de ondergang gered. De erelijst ervan is werkelijk schitterend, met onder andere als winnaars kersvers wereldkampioen Sven Nys (5x), Eric De Vlaeminck (5) maar ook onze lokale Oostendse tenoren van destijds Norbert Dedeckere uit Oostende (5x) en ook Charles Vanhoutte (in 1963), wiens naam voor eeuwig zal verbonden blijven met de Noordzeecross. Hij was één van de mannen die de cross hielpen groot maken. 'Ik was de publiekslieveling van mijn generatie', zegt hij zelf.
Wie organiseert dat eigenlijk? Als je leest De vzw CycloCrossComité Middelkerke organiseert in samenwerking met het gemeentebestuur, dan ben je geneigd te denken dat de gemeente alleen maar wat subsidies toekent aan de organisatoren en er uiteraard zijn volledige morele en zelfs wat materiële steun aan levert. Maar de werkelijkheid is anders: het is gewoon de gemeente Middelkerke die organiseert. Of vergis ik mij? Ik moest dat toch denken na het overlopen van de functies van de leden van het organisatiecomité. Norbert Cicou, naar het schijnt een oud-wielrenner uit Middelkerke, is de voorzitter. Johnny Devey, schepen van sport, is lid. Peter Germonprez, directeur toerisme, is de algemene coördinator. Pierre Ryckewaert, gemeentesecretaris, is coördinator VIP. Andere leden van het gemeentepersoneel zijn Daan Fossaert, die zich in de gemeente bezighoudt met de juridische zaken en secretaris is van het comité en Bart Verdonck van de toeristische dienst die cross en logistiek coördineert. Persverantwoordelijke is Marc Van Landeghem, sportjournalist, gespecialiseerd in wielrennen. Natuurlijk moesten er ook een paar bij met rennerservaring. Daarom zorgt Ivan Messelis voor de rennerscontracten en tekent Norbert Dedeckere al jaren het parcours uit. Je mag dus gerust aannemen dat dit comité samengesteld is uit kopstukken van de gemeentelijke diensten die als geen ander de weg kennen in de administratieve en technische diensten van de gemeente. Altijd handig, nietwaar? Zon organisatie vergt natuurlijk heel wat materiaal en heel wat handenarbeid. Wie plaatst de nadarafsluitingen, wie bouwt de bruggetjes en de hindernissen op het parcours? Wie brengt de wegwijzers aan op de toegangswegen naar de parkings, naar de omloop en naar de VIP tent? Wie zorgt voor de reclame via websites, folders en affiches? Omdat ik altijd bezorgd ben als er gevaar bestaat voor de verkwisting van ons belastingsgeld, wou ik daarover wat meer duidelijkheid krijgen. Daarom stelde ik op 7 februari 2013, in het kader van het decreet van de openbaarheid van bestuur van 26 maart 2004, volgende vragen aan het college van burgemeester en schepenen.
1. Hoeveel bedraagt de gemeentelijke subsidie voor de organisatie van de Noordzeecross? 2. Worden de prestaties van het gemeentepersoneel, dat deel uitmaakt van het organisatiecomité, uitgevoerd tijdens de diensturen en zo neen, worden ze extra bezoldigd? 3. Werden de bruggetjes en hindernissen op het parcours opgebouwd en de nadarafsluitingen geplaatst door gemeentepersoneel? Zo ja, hoeveel bedraagt de gezamenlijke loonkost voor deze prestatie; 4. Op de dag van de cross a. Hoeveel bedragen de kosten voor het inzetten van de Middelkerkse politie? b. Hoeveel bedragen de kosten voor het inzetten van ander gemeentepersoneel?
Hoewel de gemeente, volgens het decreet, mij die informatie zou moeten meedelen binnen de 15 dagen, was dat spijtig genoeg op 24.2.2013 nog steeds niet het geval. Ik hoop de gegevens toch nog te krijgen en ik zal alle voorziene mogelijkheden benutten opdat dit ook zou gebeuren. Ik houd jullie op de hoogte!
Het VIP verschijnsel Er was eens een 100% volkssport die vooral in Vlaanderen de supportersharten in vuur en vlam zette. Wie heeft nooit gehoord van de Flandriens? Sportjournalist Karel Van Wijnendaele lanceerde het begrip in het begin van de vorige eeuw. Hij bedoelde er een renner mee die fysiek sterk en wilskrachtig was, doorgaans een West- of Oost-Vlaming, die in de Vlaamse klassiekers zonder tactisch inzicht het beste van zichzelf gaf. In de oorspronkelijke betekenis zou een Flandrien dus vooral een knoestige Vlaamse renner zijn. Op zijn fiets wist de dappere Flandrien zich een weg uit de armoede te knokken. Heden ten dage probeert men die definitie te verbloemen. Er werd altijd gezegd dat Briek Schotte de laatste Flandrien zou geweest zijn, maar sportjournalisten kleven die benaming tegenwoordig op elke renner die zich bijzonder inspant. Michel Wuyts maakte voor Canvas zelfs een zesdelige reeks De Flandriens van het veld. Natuurlijk is er vandaag geen sprake meer van zich uit de armoede knokken. Integendeel! We mogen dat niet veralgemenen maar een goeie renner verdient tegenwoordig meer dan een hele goeie boterham: een wedde van de sponsor, sponsorgeld, startpremies, winstpremies, klassementspremies en inkomsten uit reclame. Zeer vaak worden twee crossen op een weekend gereden. Rijden die renners alleen tijdens de winter? Neen, want na afloop van het veldritseizoen stappen sommigen over naar de wegritten of naar mountainbike-wedstrijden. Een organisator die een deftig deelnemersveld aan de start wil krijgen moet over een rijke beurs beschikken. Die wordt natuurlijk gedeeltelijk gevuld door de sponsors, maar ook door de inkomsten via een fenomeen, dat zich de laatste jaren meer en meer doorzet in de wielersport, die steeds commerciëler wordt. Ik bedoel de VIP. Je ziet dan ook in alle grote koersen, zoals de ronde van Vlaanderen, de VIP tenten verrijzen. Ook het veldrijden kan het niet meer stellen zonder een VIP arrangement waar vooral gegeten en gedronken wordt. En goedkoop is dat niet. Verre van! Ziehier wat aan de gegadigden aangeboden werd en hoeveel die daarvoor moesten ophoesten. Wil je genieten van het VIP Noordzeearrangement? Nadat je de wagen kwijtgeraakt bent vlak bij de omloop op de voorbehouden VIP parking, word je persoonlijk ontvangen in het welcome-center met een sprankelend aperitief. Er is een tafel voor je gereserveerd waar een luxe 3-gangenmenu met aangepaste dranken gevolgd door koffie, opgediend wordt. Van 16 tot 20 uur mag je gratis drinken in het crosscafé maar na de wedstrijd word je natuurlijk verwacht op de VIP receptie waar ook nog een hartelijk buffet op je wacht. Dat kost je wel 150 euro per persoon, BTW NIET- inbegrepen. Dat er veel trek is naar deze luxehappening mocht blijken uit de mededeling in de nieuwsbrief van de dienst toerisme van 13 februari dat het arrangement uitverkocht was. Behoor je niet tot de upper-class maar wil je toch een soort VIP behandeling, dan is er nog altijd het VIP crossKaffee arrangement. Je mag ook parkeren op de VIP parking en je wordt ook persoonlijk ontvangen in het Welcome center. Je krijgt dan toegang tot het crossCafé waar je ook gratis mag drinken van 16 tot 20 uur. Je geniet natuurlijk van een VIP ticket voor de omloop. Wat dit inhoudt heb ik niet kunnen achterhalen. Loop je dan misschien op tapijten rond de omloop? Na de wedstrijd word je vanaf 17u30 verwacht op het hartelijk buffet. Je komt er wel wat goedkoper van af want je betaalt slechts 60 euro per persoon, BTW NIET inbegrepen. Er waren trouwens nog meer VIPs. Het zojuist gebouwd en nog onbezet gebouw van een toekomstige petanqueclub was voorbehouden aan de speciale genodigden van Hansgrohe. Wat daar gegeten werd en hoe die daar verzorgd werden en volgens welke regels, werd niet bekendgemaakt. En de rest van de aanwezigen? Die deden een mooie lange frisse wandeling van hun auto naar de ingang. De inwoners van de gemeente of zij die hier een tweede verblijf hebben, konden genieten van een vermindering van 5 euro op het ingangsticket (5 in plaats van 10 euro). Zo trek je meer volk aan en worden de toeschouwers tenminste tolerant. Misschien laten sommige zich daardoor wel verblinden en zien ze niet meer hoe ondemocratisch de wielersport wel geworden is. Volgens een nieuwsbrief van de gemeente zouden er 2.500 kaarten aan halve prijs verkocht geweest zijn en mochten de kinderen zelfs gratis binnen. Er was een publiekstent waar het plebs (tegen betaling natuurlijk) pinten en Leffe kon drinken en waar ik zelfs enkele koppels een dansje zag inzetten. Eet- en drankkraampjes stonden er verder genoeg op de omloop. Frieten aan 3 euro per portie, braadworsten aan 4 euro per stuk, hamburgers en hotdogs aan 3,5 euro, een kleine pint in een plastieken bekertje aan 2 euro. Ik vind dit schandalig hoge prijzen. Toevallig was ik enkele dagen vóór de cross in Aachen en daar kost een braadworst aan een kraampje tussen 2,10 en 2,50 euro. De foerier is catering Verkinderen. Bestaat er eigenlijk nog wel een ander gelijkaardig concurrerend bedrijf? Je ziet ze namelijk overal, bijvoorbeeld ook rond het stadion van Club Brugge. Dat is trouwens ook de firma die op de gemeentelijke nieuwjaarsreceptie de aanwezigen verwent met een gratis zak frieten. Waarom eigenlijk?
Het VIP schandaal in Middelkerke Jullie weten natuurlijk dat VIP de afkorting is van Very Important Person. Waarom die vleiende naam? Omdat ze sponsor- of belastingsgeld in het laatje brengen? De VIPs zijn inderdaad de sponsors (zie verder) en personen die genieten van een relatiegeschenk zoals dat zo mooi heet en misschien ook wel enkele rijken of mensen die zich als rijk willen voordoen en die gewoon voor zichzelf betalen. Op de zitting van de OCMW-raad Middelkerke van woensdag 23 januari 2013 besliste de meerderheid van Open VLD en CD&V gesteund door N-VA, volgens Henk Dierendonck, om uitgebreid mee te gaan feesten maar dan op kosten van het sociaal budget. De raadsleden en hun partner mochten genieten van het VIP-arrangement. Henk Dierendonck was het daar natuurlijk niet mee eens: Het sociaal budget dient om de minderbedeelden van Middelkerke een betere toekomst te verschaffen en niet om de raadsleden en hun partners (18 personen) mee te laten schuiven aan een dis van champagne en kaviaar. Lijst Dedecker heeft zich ter zitting formeel verzet tegen dit schandalig profitariaat. Voor de Open VLD/CD&V/N-VAraadsleden is politiek kennelijk gaan feesten en fuiven. Voor Lijst Dedecker is de OCMW-raad er om mensen te helpen. Een slordige 6.500 euro fondsen bedoeld om de armoede te bestrijden, verdwijnen zo in de kas van de cyclocross. De Open VLD/CD&V/N-VAraadsleden zijn ordinaire tafelschuimers op kosten van de belastingbetalers. De meerderheid kon als enige tegenargument inbrengen dat ook de gemeenteraadsleden hetzelfde zouden doen. Mocht het cyclocrosscomité ons uitnodigen, zij krijgen massaal subsidies van het gemeentebestuur, gaan wij hier graag op in.* Terwijl de buurman naar de voedselbank moet, vullen zij hun buiken met het geld bestemd voor armoedebestrijding. *Die subsidies komen anders ook van de belastingbetaler, hé Henk!
Is zon cross een meerwaarde voor de gemeente? Cyclocross is vandaag merkwaardig populair in ons land. Nu Sven Nys wereldkampioen geworden is, lijkt opnieuw een gektegolf losgebroken. Men beweert nochtans dat de spanning er uitgaat na het wereldkampioenschap en dat ook de renners op hun tandvlees zitten. Nys zegt zelf Net als iedereen snak ik ook naar het einde. Ik kijk ook graag naar zon wedstrijd maar zelfs de fanatiekste crossliefhebber zal moeten toegeven dat veldrijden internationaal niets voorstelt of met andere woorden dat de Belgische (uitsluitend Vlaamse) toprenners weinig of geen concurrentie ondervinden. Winnaars zijn altijd sympathiek en daarom stromen de supporters massaal toe bij elke wedstrijd. De vraag is hoe lang dat nog blijft duren. Zijn dat allemaal Middelkerkenaars? Natuurlijk niet! De renners van alle categorieën worden vergezeld door een grote schare familieleden en supporters. Middelkerke levert dus een enorme materiële en financiële hulp, maar wat krijgt ze daarvoor terug? Dat hier de slotcross georganiseerd wordt, daar wordt over gesproken en geschreven en als de wedstrijd dan nog uitgezonden wordt op TV (VIER) dan ligt onze gemeente wel in de volksmond. Heeft de lokale horeca er iets aan? Maaltijden worden opgediend in tenten voor VIPs en de minder bedeelde of minder gefavoriseerde supporter lest zijn dorst met een pint bij een pak frieten of een worst op de omloop. Je zou dus geneigd zijn te denken dat de meerwaarde voor Middelkerke gering is. Maar volgens directeur van toerisme Germonprez heeft het gemeentebestuur meerdere initiatieven genomen om van zaterdag 16 februari een succesdag te maken. Zo werd gebruik gemaakt van het weekend van Valentijn om mannen en vrouwen naar onze gemeente te lokken. De middenstanders moesten dan maar de vrouwen verwennen terwijl de mannen naar de cross keken. Leve Valentijn, ik zie jou toch zo graag, maar de cross zie ik nog liever! Maakt Germonprez daarmee enkel maar (voor hem logische) reclame voor het toerisme in Middelkerke of varen de restaurants en hotels in deelgemeente Middelkerke er echt wel bij? Dat kan ik achter mijn computer moeilijk beoordelen, maar ik heb zo mijn twijfels!
Is de cross winstgevend? Er wordt gezegd dat je nooit de rekening van iemand anders kunt maken, maar op het eerste gezicht zou ik denken dat zon organisatie zeer winstgevend is. Een hele resem sponsors, financiële, materiële en personeelssteun van de gemeente, entreegelden, VIP arrangementen, standgeld kraampjes, TV rechten. De Vlaamse gemeenschap, vroeger de hoofdsponsor, zal ook nog wel zijn steen bijdragen. Natuurlijk werkt de vzw Verenigde Veldritorganisatoren, die het geheel van de superprestigewedstrijden onder zijn hoede heeft, ook niet voor de schone ogen van de supporters. Zij pikken dus waarschijnlijk ook hun graantje(s) mee!
Hoe zag het deelnemersveld er uit? Alle nationale en internationale toppers zouden dus aanwezig zijn, volgens de organisatoren. Dat zou niet enkel het geval zijn bij de elite (!) maar ook bij de beloften, de juniores en de nieuwelingen. Alle wereldkampioenen, in alle categorieën, zouden aan de start zijn. Bij de beloften en bij de dames heb ik nochtans wel de wereldtrui gemist! Wereldkampioen bij de elite Sven Nys stond natuurlijk in het brandpunt van de belangstelling en werd ook het luidst aangemoedigd. Alhoewel de jonge gasten voor de toekomst van het veldrijden zullen zorgen en hun ouders en supporters hopen dat hun poulains ooit Nys zullen evenaren, toch gaat de meeste aandacht naar de elite. De deelnemerslijst was rijk gevuld maar dat is niets nieuws. De renners zijn in alle wedstrijden dezelfde, vooral in klassementswedstrijden. Een organisatiecomité pronkt graag met de aanwezigheid van landskampioenen zoals Klaas Vantornhout, Philip Walsleben (Duitsland), Jonathan Page (Verenigde Staten), Julien Taramarcaz ( Zwitsersland). De gekwetste Lars Van der Haar (Nederland) kon er deze keer niet bij zijn. Buiten de Belg en de Nederlander zijn dat eigenlijk geen grote namen. Dan voegt men er maar aan toe dat ook onze andere toppers meereden: Niels Albert, Kevin Pauwels, Tom Meeusen, Bart Wellens, Rob Peeters, Bart Arnouts, Dieter en Sven Vanthourenhout, Jan Denuwelaere. Misschien zijn er getrouwen van dergelijke crossen onder jullie nog die Kenneth Van Compernolle en Jim Aernouts kennen, maar Joeri Adams en Vincent Bastaens waren mij volslagen onbekend. Als we dan toch een internationaal cachet aan de cross willen toekennen, dan kan ik nog zeggen dat Radomir Simunek, Thijs Van Amerongen (Nl), Gerben De Knegt, Marcel Meisen (D) en Martin Bina (Tsjechië) meereden. Die kennen jullie toch wel? De namen van Arnaud Jouffroy (Fr), Mathieu Boulo (Fr), Al Thys (NL), Patrick Van Leeuwen (Nl), Marius Gil (P), Niels Wubben (Nl), Ian Field (GB), Arnaud Grand (Sui), Alex Revell (N-ZL), Petrus Lubomir (Tsj) en nog enkele anderen zullen wel niet bekend in de oren klinken. We kunnen dus best erkennen dat zon cross eerder een Vlaamse aangelegenheid is.
En wie zijn de sponsors? Er zijn er twee soorten, de sponsors van de superprestige zelf (hieronder links) en de lokale sponsors (rechts).
Het geld dat sponsors in de sport investeren is geen schenking. Sponsoring wordt gedaan om er iets voor terug te krijgen. Vooreerst mag dat geld voor 50% afgetrokken worden van de belastingen. Er schijnen ook methodes te bestaan om nog meer af te trekken. Zo zagen we in de voorbije week op TV dat sommige sponsors in de voetbal een ontvangstbewijs krijgen voor het dubbele van het geschonken bedrag zodat ze alles van de belastingen kunnen aftrekken. Wij betalen dus een groot deel van het geld dat de kas van een organisatiecomité moet spekken. En wat krijgt een sponsor terug van het veldrijden? Naar het schijnt leggen ze daardoor contacten. Ook in de gemeente? Waarvoor?
Was de organisatie goed? Hoe was de sfeer? Wie regelmatig zon cross bijwoont, zal wel enkele overal terugkerende goede punten in de organisatie herkennen. Als leek vond ik de organisatie bijzonder goed: de georganiseerde doorgangen om het parcours over te steken maar vooral de grote TV schermen zodat je op elk ogenblik de renners aan het werk kon zien en aldus de stand en de evolutie van de koers kon volgen. De geluidsinstallatie werkte prima en duidelijk. De sfeer was uitstekend. Volgens de lokale omroeper zouden er om en bij de 20.000 toeschouwers geweest zijn, vergeleken met andere crossen een hoog aantal! Ik heb een wandeling gedaan rond de volledige omloop en ik heb geen enkele zich misdragende toeschouwer opgemerkt. Bierblikjes en ander vuil lagen er wel maar het was zeker geen vuilhoop. Eén minpunt toch! Misschien zou De Lijn eens moeten overtuigd worden om aan de tram op het einde van de koers een wagon meer te hangen, zodat de reizigers niet als haringen in een ton zouden opgestapeld zitten. De platforms zijn overbezet! Wat als er iets ergs zou gebeuren?
Hoe verliep de koers? Na zijn zege in Hoogstraten op zondag 10 februari, al zijn zestigste in de geschiedenis van de Superprestige, kon Sven Nys zich al opmaken om in Middelkerke zijn twaalfde eindwinst in de Hansgrohe Superprestige te vieren. Vóór de start had hij tien punten voorsprong op Niels Albert en Kevin Pauwels. Zelfs een tiende plaats zou dus altijd voldoende zijn. Dat is zelfs een onwaarschijnlijke plaats voor Nys, hoewel men natuurlijk nooit kan weten. Brute pech kan iedereen hebben! Dat maakte dus wel dat de spanning niet meer kon gesneden worden. Het was dus nog erger dan in 2011-2012 toen Nys hier aan de cross begon met 4 punten voorsprong op Pauwels. Toch zei de dienst toerisme op 13 februari in een nieuwsbrief dat het de laatste cross is van het seizoen en dat de spanning dus verzekerd is. Nys zei op 16 februari in Het Nieuwsblad Ik moet ook niet echt nog voor iets knokken. Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat de meeste renners hun inspanningen doseren, naarmate het seizoen vordert, in functie van hun plaats in de klassementen (Wereldbeker, Superprestige, Gazet van Antwerpen of BPost). De eliterenners begonnen er aan om 16 uur bij een temperatuur van 8 graden en droog weer. Voorzitter Cicou zei dat het late uur gekozen werd omwille van de kijkcijfers op VIER. Het leek mij een mooie en lastige omloop. Slijkerig was die niet voor de renners maar wel voor de toeschouwers, maar niet overdreven.
Het was tenslotte Klaas Van Tornhout die met grote voorsprong de wedstrijd won vóór Niels Albert. Ik had de indruk dat een vermoeide Nys die zo lang mogelijk bij Albert bleef en met een onbestaande Kevin Pauwels in de achtergrond, zich niet al te ongerust moest maken in verband met de eindzege en dit dan ook niet deed. Een zeer verdienstelijke Tom Meeusen en een hard doorbijtende Bart Aernouts konden respectievelijk de derde en de vierde plaats in de wacht slepen.
Wat is er geworden van de openbare gebouwen in de deelgemeenten van Middelkerke vanaf de fusie van 1977 tot vandaag?
Ik herhaal Heeft de fusie van de huidige deelgemeenten met de kerngemeente Middelkerke veel veranderingen teweeggebracht? Misschien herinneren jullie zich nog dat ik mij steeds een hevig tegenstander getoond heb van de fusie van Westende-Lombardsijde met Middelkerke. Ik ben daarin nog geen haar veranderd. Mijn mening werd verwerkt in twee vroegere artikels, het eerste Waarom mocht Westende in 1976 niet zelfstandig blijven? op 24 juli 2010 en het tweede Kunnen we spreken van een gelukkig huwelijk tussen Middelkerke en Westende? op 22 augustus 2010. Jullie kunnen ze lezen in de map Fusies. Ik heb het daarin uitvoerig gehad over de voor- en nadelen van een fusie. Ik val dus wel in herhaling maar dat is iets dat zwaar op mijn maag is blijven liggen. Ik denk niet dat ik mij daarin ooit zal kunnen vinden. Maar ja, er was eens een piot die kwaad was op de koning en die trok zich dat niet aan!
Alle gemeentediensten zijn gecentraliseerd in Middelkerke. Iedereen moet toch inzien en toegeven dat de deelgemeenten steeds minder belangrijk worden ten voordele van de kerngemeente, waar alles gecentraliseerd wordt. Dat geldt niet enkel voor het gemeentehuis, maar ook voor de politie, het OCMW met het nieuwe en oude rusthuis De Ril, het gemeentepark, de brandweer, de technische diensten, het containerpark. Men kan rustig stellen dat de centralisatie algemeen is. Neem nu de sport: de sportinstallaties (zwembad, sportpark De Krokodiel, zaal De Branding) en sportploegen (zoals jeugdvoetbal, volleybal, enz .). Ook de cultuuractiviteit speelt zich vooral in de kerngemeente af: de bibliotheek (luxegebouw in Middelkerke tegenover kleine aanhangsels in de deelgemeenten) en de culturele centra (toneel, zangkoor, muziekschool, stripfestival, feestzaal, ). In Westende speelt zich enkel nog het driejaarlijkse Beaufort af. Zelfs de nieuwjaarsreceptie, aangeboden door het gemeentebestuur aan de inwoners wordt gehouden op het evenementenplein van de kerngemeente. Als ze er in Westende ook één willen, moeten de handelaars die dan maar aanbieden!!
De private dienstverlening is gevolgd Ook de private dienstverlening situeert zich haast volledig in de kern: de markten (donderdagmarkt en boerenmarkt op zaterdag), kind en gezin, de postdiensten (enkel nog een kantoor in de kerngemeente), de shoppingzone en centra, uitgezonderd voor wat Westende betreft, een kleine Okay en een Delhaize, grote firmas, industrieterreinen, .
Wat blijft er over na zon fusie in de levendige dorpen van weleer? Wat stelt een dorp nog voor zonder gemeentehuis, zonder postkantoor, zonder politiebureau? Die brachten tenminste leven in de brouwerij! Het gemeentebestuur vroeg Samenlevingsopbouw om de kleinste dorpen in het Hinterland (Sint-Pieters-Kapelle, Slijpe, Schore en Mannekensvere) nieuw leven in te blazen. Ze doen dat omdat de leefbaarheid in de dorpen onder druk staat: dienstverlening trekt weg, buurtwinkels sluiten en men ziet het sociaal contact achteruit gaan. Dit vormt vooral een probleem voor ouderen, hulpbehoevenden of mensen in armoede die weinig of niet kunnen rekenen op een sociaal netwerk. Bovendien hebben heel wat dorpsbewoners het gevoel dat het beleid weinig aandacht voor hen heeft en dat alle aandacht en middelen naar de kuststreek gaan. Schijnbaar vindt het bestuur dus dat Westende en Lombardsijde, vooral de dorpskernen dan, daar niet onder te lijden hebben. Ik betwijfel en betwist dat ten zeerste, hoewel de problemen in het hinterland inderdaad nog schrijnender zijn. Hoe goed alle inspanningen ten voordele van de deelgemeenten ook mogen bedoeld zijn, ze kunnen niet opwegen tegen het feit dat men het hart van de deelgemeenten weggesneden heeft en dat zoiets niet zomaar in een handomdraai opgevuld wordt. Waarom blijft men dan toch verder alles centraliseren in Middelkerke? Welke winst levert dat op, buiten het opblazen van het imago van enkele blauwe bestuursleden? Daar zou eens een diepgaand debat over moeten gevoerd worden! Wishful thinking?
In mijn huidig artikel wou ik eens in de verf zetten wat er geworden is van de vroegere gebouwen voor de openbare diensten in de deelgemeenten.
De gemeentehuizen
Westende Het zenuwcentrum van de vroegere gemeente is nu een naschoolse opvangdienst. Je vond er vroeger nog een lokaal van de heemkring Graningate maar nu? Dat moet een goed bewaard geheim zijn, want niemand schijnt iets te weten over de verdere bezetting. Die zal er dus wel niet zijn, want wie zal nu rondvertellen dat zon groot gebouw zo onderbezet is?
Lombardsijde Werd in 1971 samengevoegd met Westende en in 1977 met Middelkerke. Het oud gemeentehuis, dat jullie hieronder zien, werd afgebroken.
Leffinge Werd in 1977 bij Middelkerke gevoegd. Het laatste gemeentehuis van Leffinge werd eerst een horecazaak en in 2008 ging het niettegenstaande hevig protest tegen de vlakte om plaats te maken voor appartementen, die schijnbaar beter de zaak van het blauw gedeelte van het schepencollege dienden. Dat was inderdaad Het Schippershuis. Hieronder zien jullie de actie en het resultaat in beeld gebracht.
Slijpe In 1971 werd Slijpe de kern van een nieuwe gemeente Spermalie: Sint-Pieters-Kapelle, Schore en Mannekensvere werden erbij gevoegd. Het gemeentehuis werd gebouwd in 1924 naar een ontwerp van architect A. Neirynck uit Uitkerke. Het staat er nog steeds in de schaduw van de kerk. Boven de dubbele toegangsdeur staat in sierlijke letters het woord 'GEMEENTEHUIS'. Na de fusie (toen alle gemeentelijke diensten naar Middelkerke verhuisd waren) deed dit gebouw respectievelijk dienst als postkantoor, klaslokaal en als vergaderruimte voor de kerkfabriek en plaatselijke verenigingen. Het gemeentebestuur bereidt de renovatie van dit oude gemeentehuis voor en wenst er een horecazaak (De Tempelier) en een fietsinformatiepunt in onder te brengen. Aan de gevel hangt een doek Middelkerke investeert in Erfgoed.
Wilskerke Fusioneerde in 1977 met Middelkerke. Tot in 1971 stelde dit gemeentehuis niet veel voor. Het bestuur huurde een voutekamertje in de plaatselijke herberg, waar de gemeenteraadszittingen doorgingen en waar o.a. de huwelijken werden voltrokken. In 1971 verhuisde het gemeentehuis naar een villa in de volksmond het kasteeltje genoemd in de Spermaliestraat, waar nu het nieuwe politiekantoor staat. Dit gebouw bleef fungeren als gemeentehuis tot aan de fusie met Middelkerke. Eduard Vyvey (gepensioneerd onderwijzer uit Leffinge die momenteel in Gistel woont) heeft een boek geschreven over Wilskerke met als titel Willeckinskerke 100 200 300 400 jaar geleden. Het was (is?) te koop in de Standaard boekhandel in Middelkerke. Het boek bevat ook een aantal fotos van het oude en het nieuwe gemeentehuis, respectievelijk op de paginas 12 en 74. De auteur gaf mij de toelating om ze te publiceren op mijn blog. De fotos zouden mij opgestuurd worden, maar ik heb ze helaas nog niet ontvangen.
Hieronder zien jullie links het oud-gemeentehuis van Mannekensvere, in het midden dat van Mannekensvere en rechts dat van Schore
Mannekensvere Het nog bestaand gebouw bevindt zich in de Brugsesteenweg op nummer 85. Het is een neo -renaissancistisch ontwerp van architect Raison van tijdens het interbellum. Volgens de website van de gemeente kan er een zaal met een toog gehuurd worden. Die schijnt gebruikt te worden door de Boerinnenbond en voor kaartersavonden. Ik heb eens in de andere lokalen binnengekeken en ze zijn gewoon verwaarloosd. Links van het gemeentehuis voorzag de architect ook een woning, waarschijnlijk voor de veldwachter van het dorp. Het is nu een gezinswoning.
Sint-Pieterskapelle Wie kent niet dit gebouw op nummer 30 van de ? Je kunt er niet naast kijken. Het is een ontwerp van architect T. Raison (Brugge) van 1923, gedateerd 1925. Het getuigt van de verzorgde wederopbouwarchitectuur geïnspireerd op de Vlaamse renaissancestijl met wapenschild in het boogveld. Ik heb eens met de bewoonster gesproken die er al woont sinds de fusie met Spermalie.
Schore De aaneengesloten dorpskern is gegroepeerd rond de parochiekerk. Hij bestaat voornamelijk uit burgerhuizen, enkele winkels (nr. 31, 39) en het volkscafé genoemd naar zijn vroegere functie, meer dan 40 jaar geleden "OUD GEMEENTEHUIS" (Schorestraat nummer 19) met houten tafeltjes en bijpassende stoelen, die nog uit de goeie oude tijd stammen.
De Postgebouwen
Westende In Westende-bad is er meer dan 100 jaar een postgebouw geweest. Dat is helaas sinds 1 februari 2007 niet meer het geval. Besparingen heet dat officieel, grotere winsten op de kap van de burger-belastingbetaler, heet ik dat. De posttarieven rijzen nochtans de pan uit terwijl de service vermindert. Ik beperk mij hier tot de gebouwen die velen onder ons nog gekend hebben. Van de Distellaan verhuisde de post naar de Henri Jasparlaan. Jullie zien hieronder links en in het midden de post in de Distellaan vroeger en recenter. Rechts de benedenverdieping van het appartementsgebouw waarin het laatste postkantoor van Westende gevestigd was.
Nu is er enkel nog een postpunt in de Press Shop, Distellaan 32 sinds 3 september 2012. (voorheen in de Spar van 15.10.2007 tot 1.12.2011)
Lombardsijde Ook in Lombardsijde kunnen we spreken van opeenvolgende locaties voor het postgebouw. Na het gebouw op de hoek van de Schoolstraat en de Oude Nieuwpoortlaan, verhuisde het kantoor naar het huis van brievenbesteller Marcel Ureel in de Schoolstraat. Daarna werd het ondergebracht op de hoek van de Zeelaan en de Lombardsijdelaan.
Nu is er nog slechts een postpunt in de dagbladwinkel schuin daar tegenover.
Leffinge Op 1 februari 2007 werd ook het postkantoor in de Dorpstraat in Leffinge gesloten. Hieronder zien jullie het gebouwtje, vroeger en nu.
Ook in deze deelgemeente is er slechts een postpunt overgebleven, namelijk in De Spar, Dorpsstraat 37.
Slijpe Het oud gemeentehuis werd na de fusie met Middelkerke gebruikt als postkantoor.
Mannekensvere, Sint-Pieterskapelle en Wilskerke Deze deelgemeenten hebben nooit een postkantoor noch een postpunt gekend. Ze moeten dus naar het postkantoor in Middelkerke (10 à 12 km) of naar de postpunten in Westende-bad of in Lombardsijde.
De politiekantoren
Het korps van de lokale politie Middelkerke werd na de hervormingen van het politielandschap in 2001 gevormd door de samensmeltingvan derijkswachtbrigade 'Middelkerke' en de gemeentepolitie. De Politiezone Middelkerke ging effectief van start op 01/01/2002, en is sindsdien actief op het ganse grondgebied van de gemeente en zijn 9 deelgemeenten. Middelkerke beschikt momenteel over zes wijkinspecteurs. Elke wijkinspecteur heeft een sector toegewezen gekregen waarin hij/zij actief is. Omdat de woningen in de deelgemeenten Sint-Pieterskapelle, Schore en Mannekesvere zeer verspreid liggen, wordt de wijkdienst er verzekerd door motorrijder JohanDeschacht.
Westende In deWestendelaan 302 in Westende-dorp is er ooit een drukbezet politiekantoor geweest.
Nu opereert van daaruit de wijkagent van Westende- dorp. Alhoewel een bord naast de ingangsdeur aangeeft dat het kantoor open is van 8 tot 12 uur, zijn er geen vaste openingsuren. Enkel wanneer wijkagent Marc Desmet van dienst is én zich niet op het terrein bevindt, is het kantoor open. Maar ja Westende is toch zo veilig en men kan altijd terecht 5 kilometer en half verder in Middelkerke. Mag ik misschien opmerken dat ook dat zeer groot gebouw fel onderbezet is? Had men misschien die bibliotheek niet kunnen onderbrengen in het oud gemeentehuis of in het oud politiebureau, mits de nodige renovatie, in plaats van er een nieuwe te bouwen tussen de twee? Maar ja, de wegen van politici zijn ondoorgrondelijk!
Welke gaten? Jullie hoeven niet ongerust te zijn! Ik zal het niet nogmaals hebben over de markt of evenementenplein van Middelkerke en zeker niet over het enorme gat daaronder, de ondergrondse parking met drie verdiepingen. Neen, het gat in de markt, zo heet de enquête die het onderzoeksbureau IVOX uitvoerde in opdracht van KBC en Het Nieuwsblad. Ze wilden daarmee te weet komen welke winkels en diensten het meest gemist worden in onze Vlaamse gemeenten. Uiteraard zal ik het hier enkel hebben over het gat van Middelkerke.
Resultaat In onderstaande lijst, in dalende volgorde, zien jullie het resultaat van de antwoorden van de ondervraagde inwoners uit Middelkerke, waarvan ik er ook één was. Het percentage geeft weer hoeveel deelnemers vinden dat er een tekort is aan dat soort winkel of dienst.
Is het echt zo dat er te weinig winkels en diensten van bovenstaande soorten zijn? Ik heb eens gezocht op internet en in de handelsgids van Middelkerke. Er is een schoenmaker in Middelkerke in de de Smet de Naeyerlaan en men kan zijn schoenen meegeven voor herstelling in het Droogdok in de Lombardsijdelaan in Westende. Bloemenwinkels zijn te vinden in de Leopoldlaan 252 (A-Florist), in Paul de Smet de Naeyerlaan 13 (Tonia), in de Brugse Steenweg 42 (Piu Verde). Er is ook nog een winkeltje in de Oude Nieuwpoortlaan in Lombardsijde. Buiten Piu Verde zijn dat wel geen tuincentra. Er is een AVEVE winkel in Mannekensvere in de Brugsesteenweg 113. Groenten- en fruitwinkels zijn er genoeg, 1 in Westende-dorp en 3 in Middelkerke, maar er zijn vijf grote warenhuizen (Aldi, Colruyt, Delhaize, Lidl en Okay) waar groenten en fruit in overvloed te koop zijn. Ik zou zo verder kunnen gaan. Er zijn onthaalgezinnen en er is naschoolse of buitenschoolse kinderopvang. Dat er misschien te weinig plaatsen zijn, dat kan, want dat is een algemeen verschijnsel in Vlaanderen. Ik zou ook nog kunnen zeggen dat er een tandartsengroep is in Westende-dorp en dat er ook een tankstation op het grondgebied van ons dorp bestaat. Ik moet dus, samen met jullie, vaststellen dat de deelgemeenten in het hinterland de minstbedeelde zijn, behalve Mannekensvere voor bloemen en planten. Maar is dat een probleem? Er zou eigenlijk onderzocht moeten worden of elk van de genoemde winkels of diensten binnen een redelijke afstand voor iedereen bereikbaar is in alle deelgemeenten.
Hoeveel procent van de inwoners van Middelkerke is tevreden over het aanbod van winkels en diensten in de buurt? Hierna volgt een uittreksel van de rangschikking van de 308 Vlaamse gemeenten waarvoor het gemiddelde van de tevreden inwoners volgens de enquête op 66,9% zou liggen.
Middelkerke is de op één na slechtste van de kustgemeenten. Ik heb er destijds in mijn artikel over de Leopoldlaan al op gewezen dat het winkelaanbod in Middelkerke over het algemeen maar mager is, maar laten wij maar liever niet al te veel geloof hechten aan de bovenstaande cijfers.
Hoe graag wonen inwoners in Middelkerke? Volgens het onderzoek zouden 8,2 inwoners op 10 graag in deze gemeente wonen. Het gemiddelde voor Vlaanderen is 8,1 op 10. Het is natuurlijk maar een heel klein aantal waarvan de mening vervat is in dat goed cijfer.
Heeft het aanbod van winkels en diensten in de buurt een belangrijke rol gespeeld om in Middelkerke te komen wonen? Volgens 30.42% van de ondervraagden zou dat het geval zijn. Het gemiddelde voor Vlaanderen bedraagt 26,8%. Dat zal uiteraard wel gaan over aangespoelden die logischerwijze niet in het hinterland gaan wonen. Alweer een nietszeggend resultaat!
Heeft zon enquête dan wel waarde? Aan de enquête van IVOX namen in totaal 80.000 Vlamingen deel. Dat is zeer weinig. Als men ermee rekening houdt dat meer mensen uit grote steden en centrumsteden deelnemen, dan schat ik het aantal deelnemende Middelkerkenaars hooguit op 100 à 150. Dat is dus verre van representatief voor de mening van de Middelkerkenaar. Over de aangesproken groepen heb ik ook mijn bedenkingen. Het heeft geen zin uit de resultaten nuttige lessen te trekken. Het lijkt me nogal logisch dat de inwoners uit Middelkerke en Westende helemaal anders denken over dat aanbod dan de inwoners van de hinterlandgemeenten. Je kan en mag ook niet verwachten dat er van elk soort winkel of dienst één zal te vinden zijn in de hinterlandgemeenten. Het aanbod mag ook niet beoordeeld worden binnen de grenzen van een gemeente. Ga ik naar een bloemenwinkel in Middelkerke in de Leopoldlaan op 6 kilometer of naar deze op 2 kilometer van de kerk van Westende, maar gelegen op het grondgebied van Nieuwpoort (Duinflora)? Het antwoord is nogal duidelijk en waarom zou ik dan zeggen dat er te weinig bloemenwinkels zijn in Middelkerke? Als ik in Mannekensvere woon en ik vind een schoenmaker in Nieuwpoort op een paar kilometer, dan mis ik die schoenmaker in Middelkerke toch niet? Weten de deelnemers wel welke winkels er zijn in Groot-Middelkerke? Weten de ondervraagden, bijvoorbeeld, dat een nieuwkuiswinkel soms de mogelijkheid biedt om er te herstellen schoenen af te geven, die dan hersteld worden door een schoenmaker uit een andere gemeente? Stelt de ondervraagde zich tevreden met een bloemenwinkeltje terwijl er in andere gemeenten (Gistel, bijvoorbeeld) twee grote tuincentra gevestigd zijn? Men kan hooguit zeggen dat men met zon enquête kan vaststellen wat het aanbod aan winkels is in een gemeente maar niet welke behoefte er bestaat aan één bepaalde soort. Voor eventuele jonge starters die het gat in de Middelkerkse markt zouden willen kennen, zal een ander en ernstiger onderzoek nodig zijn.
Wat doet de gemeente eraan? Bestaat er een actieplan om de toestand te verbeteren? Worden jonge starters geholpen? Zijn daar premies voor voorzien? Neemt Middelkerke deel aan het Unizoproject om ondernemingen en handelszaken leefbaar te houden? Moet het inschakelen van een onderzoekbureau echt gebeuren door KBC en Het Nieuwblad? Doet het gemeentebestuur (dienst lokale economie) dan niet zelf aan onderzoek van de behoeften in de gemeente? Het zou vanzelfsprekend moeten zijn en misschien doet ze dat ook.
Aanpassing op 15.2.2013 Een aandachtige lezer merkt op dat de bloemenwinkel 'Tonia' al geruime tijd niet meer bestaat. 'Pistache & Vanille' in de Kerkstraat 38 is in de plaats gekomen. Met dank!
Een grote aanwinst voor Middelkerke: X-Treme De Kegel. Racen, bowlen, minigolfen, biljarten en battlefield toestanden, wat willen jullie nog meer?
Wees gerust, dit is geen reclamebericht, maar als Middelkerke een mooie installatie rijker geworden is, dan loont het toch even de moeite daar wat tijd en tekst aan te besteden.
Waarover ik het wil hebben? Natuurlijk herinneren jullie zich nog de bowling, ongeveer ter hoogte van de Colruyt, in de industriezone. Die werd uitgebaat door het echtpaar Boudaer, afkomstig uit Haaltert bij Aalst. Maar dat was niet het einde van de ambities van vader Boudaer: hij wou graag vóór zijn vijftigste nog wat uitbreiden. Bovendien wilde dochter Jeffy (vierde op de N-VA lijst bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen) graag in het bedrijf opgenomen worden. Er werden beurzen bezocht in de Verenigde Staten en in Duitsland om vooral moderne ideeën op te doen en zo ontstond het familiebedrijf Boudaer, genaamd X-treme De Kegel dat nu zeer veel meer te bieden heeft dan alleen maar een bowling. De verhuis naar de huidige installaties aan de Westendelaan, naast wat ik altijd Het Kasteel van Middelkerke noem, had plaats in juli 2010.
<ALIGN="CENTER">>
Eerst kwamen de karting, de battlefield en de minigolf erbij. De bowling was toen nog op de oude locatie. Omdat de bouwvergunning nog maar eens afgekeurd werd en omdat het gebouw van de oude bowling al verkocht was, werd de minigolf geplaatst om toch een indooractiviteit te kunnen aanbieden. In december 2012 kwamen de bowling, de laser en het speeldorp erbij, vandaar dat de installaties een paar weken niet toegankelijk waren.
http://www.bowlingdekegel.be/ Dynamische bedrijven kunnen zich vandaag niet meer veroorloven er geen website op na te houden. Jullie vinden er de beschrijving van al de mogelijkheden die in X-treme De Kegel aangeboden worden. Jullie kunnen die ook raadplegen om de openingsuren en de prijzen te weet te komen. Ook de voorgeschreven kledij en de gedragsregels voor de klanten werden erin opgenomen. Het is een voortreffelijke site met veel illustraties. Ik had mij kunnen tevreden stellen met het maken van een samenvatting of een kopie, maar zo zit ik niet in elkaar. Ik wil steeds iets meer weten en met eigen ogen aanschouwen. Jeffy Boudaer bood mij daartoe de gelegenheid en leidde mij rond zodat ik er nu (bijna) alles van weet. Ik bedank haar en haar man en haar ouders voor de hartelijke ontvangst. Maar laat ons eens de kwaliteiten en bijzonderheden overlopen van elk onderdeel, in de (onbelangrijke) volgorde waarin ze mij getoond werden.
De minigolf Uniek volgens de website, maar dat is het ook. Zoiets heb ik nooit voorheen gezien. De attractie wordt interactief genoemd omdat je niet zomaar een balletje moet slaan of gooien, maar dat je ook moet reageren op de invloeden die elk toestel op dat balletje uitoefent of op de rare toeren die het ermee uithaalt. Er is ook nog een gedeelte blacklight om het niet eentonig te maken. Dat is dan minigolf in een donkere kamer met fluorescerende hindernissen. Echt de moeite waard, voor jong en oud!
<ALIGN="CENTER">>
Formule e-Karting: ben jij een racer? Karting is een autosportvariant waarbij men het tegen elkaar opneemt in kleine, vierwielige, speciaal voor dit doel gemaakte voertuigen met 1 zitplaats, zonder carrosserie, de zogenaamde karts. Het essentiële van een kart is het ontbreken van een differentieel. De starre achteras en het lage zwaartepunt zorgen voor een unieke wegligging en een unieke manier van rijden. Ultrasnelle liefhebbers kunnen zich uitleven op een buitencircuit in speciaal aangepast asfalt van 620 meter lang, ook bij regenval (niet op ijs en sneeuw!). Het is het enige langsheen de hele Vlaamse kust. Hier worden de zintuigen en de stuurvaardigheden tot het uiterste getest. Misschien is daar de naam X-treme wel van afgeleid. De karts van Italiaanse makelij worden elektrisch aangedreven. Vroeger gebruikte men uitsluitend benzinekarts die ook tweemaal goedkoper waren dan de elektrische. Deze laatste zijn zwaarder (180 kilogram) wat te verklaren is door de 4 batterijen die constant 48 volt leveren aan de elektromotor. Ze hebben het voordeel dat ze vlugger en vloeiender versnellen en dat ze een constanter vermogen van namelijk 18 PK bieden. Op vol vermogen kan je er 30 minuten mee rijden. Er worden heats gereden van 12 minuten omdat zo maximaal rendement kan gehaald worden uit de batterijen. Dubbel zo lang rijden zou betekenen dat het ook dubbel zo lang zou duren om de batterijen opnieuw volledig op te laden. Bij ritjes van 12 min duurt dat slechts 12 minuten. Ze zijn geluid(s)arm en er worden geen uitlaatgassen uitgestoten. Het circuit wordt proper gehouden. Er kunnen maximaal 8 karts tegelijk in elke heat rijden. Er bestaat nog geen competitie met elektrische karts. De racers houden misschien nog steeds van de reuk van benzine in hun neus en misschien denken ze dat ze hier te doen krijgen met elektrische karretjes, zoals die waarmee de kinderen op de dijk rijden. Dat ze dwalen, blijkt toch wel uit de gegevens hierboven. Dat er werkelijk aan alles gedacht werd, mag blijken uit het feit dat er ook twee karts uitgerust zijn met bediening van gas en rem aan het stuur, zodat ook mindervaliden aan hun trekken kunnen komen. De karts kunnen ook op afstand bediend worden. Bij agressief rijgedrag, opzettelijk botsen of slippen of negeren van vlaggen of hinderen van andere piloten, kan de snelheid van de kart voor één ronde verminderd worden of kan de kart zelfs definitief stilgelegd worden als een waarschuwing niet helpt.
<ALIGN="CENTER">>
Battlefield Live Battlefield live is een authentiek gevechtspel met de modernste wapens, die werken met infrarood, dus volledig veilig en pijnloos en nauwkeurig tot op 400 meter. Het spel kan zowel in kleine groepen als in groepen tot maximaal 40 personen gespeeld worden. De tegenpartij ziet geen straal als er geschoten wordt. De positie van de schutter wordt dus nooit verraden. Deze wapens zijn allemaal uitgerust met een "red dot scope". De strijders kunnen hun wapen kiezen: een kleine en snelle skorpion of een sniper (scherpschutter) met telescopische lens.
<ALIGN="CENTER">>
Vooraleer de strijd mag losbarsten, wordt op het slagveld een briefing gegeven over de werking van de wapens en over de missie (opdracht) die moet/zal uitgevoerd worden. Verschillende missies zijn immers mogelijk : team deathmatch (twee ploegen tegen elkaar), capture the flag (veroveren van de vlag), free for all (tot enkel een individuele overwinnaar overblijft), escort the vip (begeleiden van een VIP), enzovoort want met wat verbeelding kunnen hier nog andere spelen aan toegevoegd worden.
Indoor laser De laatste nieuwigheid bij De Kegel X-treme is de indoor LASER.
<ALIGN="CENTER">>
In een futuristisch doolhof wordt gespeeld met het modernste type van laserwapens.. Met deze nieuwe generatie moet er geen pak meer gedragen worden. Over het speelveld zijn er robots en mijnen geplaatst die het spel intenser maken. Iedereen kan dit spelen en zelfs voor de allerkleinsten zijn er aangepaste geweren zodat ook zij kunnen meegenieten van dit spel. Na afloop krijgen de spelers de uitslag en weten ze meteen wie de grote winnaar is.
Bowling De bowling met 10 banen is een prachtige installatie. Ik kreeg ook de gelegenheid de machinekamer te bezoeken waar vader Boudaer bezig was de gaten van een bowlingbal aan te passen aan de vingers van een spelersklant. Hij volgde onder andere daarvoor een speciale cursus van 14 dagen. Ik heb de indruk dat hij een ondernemend en vindingrijk man is.
<ALIGN="CENTER">>
Kinderspeeldorp Om de kinderen bezig te houden terwijl de ouders hun eigen bowlingcapaciteiten testen of zich meten met vrienden, is er eveneens een kinderspeeldorp voorzien, naast de bowling. Het heeft een hoogte van 1m30.
Poolbiljart Poolbiljart is van oorsprong een Amerikaans spel. Het is ook al enige tijd populair bij ons, vooral onder jongeren. Poolen is één van de soorten biljart, naast snooker en carambole. Een snookertafel is in de regel groter dan een pooltafel, de ballen zijn kleiner en lichter en de keus zijn bijgevolg dunner. Pool wordt gespeeld op een pooltafel, waar in elke hoek en in het midden van de lange zijden een gat (pocket) zit. De ballen moeten in de pockets worden geschoten, zoals ook bij snooker het geval is. Een standaard set poolballen is genummerd van 1 tot en met 15, waarbij de nummers 1 tot en met 7 de 'hele' ofwel solids (ballen in één kleur) worden genoemd, nummer 8 de zwarte bal is en de nummers 9 tot en met 15 de 'halve' ofwel stripes (witte zijkant met een gekleurde band) zijn. Er zijn meerdere spelvarianten. Dit zijn de drie populairste: 8-ball, 9-ball en straight pool ofwel 14.1. De spelregels vinden jullie op http://nl.wikipedia.org/wiki/9-ball. X-Treme De Kegel biedt speelgelegenheid op vier tafels.
<ALIGN="CENTER">>
Aangehechte installaties Naast de spelmogelijkheden kan de klant rustig een glas drinken in de ruime cafetaria met zicht op de bowling. Voor de rokers is er een aparte ruimte. Een nieuwe sanitaire installatie is er natuurlijk ook. De ruime parking beantwoordt aan de grootst mogelijke behoefte.
<ALIGN="CENTER">>
En is het een succes? De uitbaters lijken mij tevreden te zijn over het succes van hun onderneming. Ik stel ook vast op hun website dat er nogal wat reserveringen geboekt worden, zelfs voor de vakantiemaanden. Dit is immers een uitstekend alternatief voor het strandbezoek bij minder goed weer. Maar ook daarbuiten schijnen veel groepen (bijvoorbeeld schoolklassen die de 100 dagen hier komen doorbrengen) de weg naar X-Treme De Kegel reeds gevonden te hebben.
Besluit Ik was echt onder de indruk na mijn bezoek. Ik kan dan ook niet anders dan deze aanwinst voor Middelkerke ten zeerste aan te bevelen en de uitbaters geluk te wensen. Voor een goed begrip of om misverstanden te vermijden: ik heb geen aandelen in X-Treme De Kegel en ik ben niet verwant noch bevriend met de familie Boudaer.
Op 10 oktober 2012 kocht ik het nieuwste boek van de man, die zegt dat hij naast Freddy Maertens één van de twee veruit meest bekende Lombardsijdenaren aller tijden is. Buiten het feit dat het gebruikelijk meervoud in Vlaanderen Lombardsijdenaars is, is dat zonder enige twijfel correct.
Dedecker is met deze nieuwe publicatie 'Eén tegen allen - Memoires' niet aan zijn proefstuk toe. Hij schreef namelijk al meerdere boeken. Er werden er ook over hem geschreven. Laten wij eens de reeks overlopen. Ik heb ze allemaal gelezen maar alleen het recentste heb ik zelf samengevat en wat dieper geanalyseerd. Voor de andere heb ik mij vergenoegd met het overnemen van de korte inhoud die op de achterkaft weergegeven wordt, soms met wat commentaar. Zijn 'Memoires' hernemen trouwens in min of meer belangrijke en uitvoerige mate, veel van zijn meningen en ervaringen die men ook terugvindt in de andere boeken.
Het eerste boek 'Ik, Jean-Marie Dedecker' schreef Jean-Marie in 1999 samen met sportjournalist Hans Vandeweghe.
<ALIGN="CENTER>
'De volksjongen die bankdirecteur werd en die zekerheid liet schieten voor een bestaan als zelfstandig coach en verzekeraar, vond dat het tijd was om zijn mening over topsport op papier te zetten. En voor dezelfde prijs krijg je er zijn ideeën over de maatschappij bij. Voetbalcoaches, bobos*, Walen, homofiele sporters, vermeende kampioenen of ministers van Binnenlandse Zaken, geen heilig huisje blijft overeind.' *bondsbonzen
Rechts voor de raap
In 2006 verscheen zijn boek Rechts voor de raap, opgedragen aan zijn zoon en aan alle jongeren die de vrijheid van meningsuiting en het recht op arbeid, in hun hart dragen.
<ALIGN="CENTER">>
'Rechts voor de raap' is Jean-Marie Dedecker in draagbaar formaat, de neerslag van zijn politieke werk en denken sinds zijn verkiezing tot senator. Hij krabt aan heilige huisjes, doorprikt clichés, schijnheiligheid vloert hij genadeloos. Dedecker schrijft zoals hij denkt: snedig en vinnig, onbevooroordeeld en onvoorspelbaar. Op elke bladzijde trapt hij een voorzet voor een brede maatschappelijke discussie. Van het hoofddoekendogma tot de keppeltjesdemocratie, van de Vlaamse Betweter (VB) tot de Groene Lethargie. Hij houdt een pleidooi voor een andere multiculturele samenleving, maar tegen het gezondheidsfascisme en de betuttelingsmanie. Hij wil af van de baxtereconomie van slaapland Wallonië en ziet onze sociale zekerheid als een vangnet, niet als een hangmat. Dedecker noemt zichzelf niet rechts, niet links, maar averechts. Conservatief en progressief vindt hij achterhaalde begrippen. Wel gaat hij op zoek naar nieuwe recepten voor de uitdagingen die ons te wachten staan.'
Hoofddoek of blinddoek (2009)
Dedecker ontsluiert de migratie! Volgens hem is de maatschappelijke kost ervan enorm, terwijl het beleid zijn doel voorbijschiet want het zou zich herleiden tot 'pappen en nathouden' van migranten. Voor niet-westerse allochtonen is de kostprijs 7,67 miljard euro per jaar. Hij pleit voor een asielprocedure van maximum één jaar. Duurt het langer, dan moet de aanvraag automatisch worden ingewilligd.(!!!) De migratie moet voor hem streng geregeld worden via een cardsysteem in functie van de arbeidsbehoeften. Voor nieuwkomers moeten er wachttermijnen komen vooraleer ze toegang krijgen tot de sociale zekerheid. 'We moeten een uitbetalingssysteem invoeren in functie van tijd en de bedragen die ze zelf in het systeem hebben geïnjecteerd'. Volgens Dedecker wordt het debat over de samenhang tussen migratie en criminaliteit angstvallig vermeden. Niemand kan echter ontkennen dat de allochtone gemeenschap proportioneel oververtegenwoordigd is in de criminaliteitsstatistieken. 'Het islamo-socialisme heeft sociale moerassen gecreëerd in plaats van gedempt. Deze broeihaarden van wetteloosheid en criminaliteit zijn onderhevig aan het stockholmsyndroom van de hulpverslaafden', haalt hij uit naar de Brusselse toestand. Voorts hekelt hij het lakse beleid inzake gezinshereniging en schijnhuwelijken: 'Het nieuwe 'generaal pardon' (de nieuwe regularisatieprocedure) kan onmiddellijk voor 109.000 en op termijn door gezinshereniging zelfs voor 381.000 nieuwe inwoners zorgen.'
In het tweede deel van het boek gaat Jean-Marie Dedecker in op de radicalisering van de islam in Europa en de houding van de Europese samenleving hierop. Hij omschrijft dat met de term 'dhimitud', een kruiperige houding en capitulatie voor de islam. Het is een intellectuele capitulatie, het opofferen van vrijheid voor een vals gevoel van veiligheid. De gevaarlijkste uiting is voor hem het beperken van het vrije woord.
Hij verzet zich ook tegen pleidooien om de sharia een plaats te geven in de westerse rechtspraak: 'De sharia beperkt de godsdienstvrijheid, ondermijnt de positie van de vrouw en vernedert al wie geen moslim is. Het kan niet dat duizenden kinderen in onze hoofdstad aan het eerste leerjaar beginnen zonder dat ze een woord Nederlands of Frans machtig zijn. Het is voor iedereen duidelijk: de maatschappelijke tijdbom tikt. En toch moet de burger blijven aanhoren dat het zo'n vaart wel niet zal lopen. Dat 'onze rotjochies' alleen maar het slachtoffer van discriminatie, racisme en achterstelling zijn. Dat er in onze Belgische gevangenissen ook witte Belgen zitten. Jean-Marie Dedecker is deze en andere bakerpraatjes zat. In zijn geheel eigen stijl, niet altijd remmend of bang voor een scherpe of te korte bocht, verdedigt hij in HOOFDDOEK OF BLINDDOEK? DE MIGRATIE ONTSLUIERD de universele waarden van de westerse samenleving.
<ALIGN="CENTER">>
Commentaar
Ik lees daarin geen woord over illegalen! Wat moet daarmee gebeuren? Zijn discours gelijkt voor de rest goed op dat van het Vlaams Belang.
Zal de zeespiegel met 6 meter stijgen, zoals James Hauser, de grote inspiratiebron van Al Gore, voorspelt? Kunnen de kunstmatige klimaatingrepen van de mens op tegen de kracht van de natuur? Zorgt de CO2-uitstoot door menselijke activiteit voor een catastrofale opwarming van de atmosfeer? 'Het ecologisme is uitgegroeid tot een van de machtigste religies van de westerse wereld: de zondvloed is op komst en de industriële wereld en zijn zondige consumenten moeten boete doen. Welvaart is verdacht. We moeten alles opgeven wat vooruitgang heeft gebracht. We leven in een samenleving die verslaafd is geworden aan haar eigen angsten en apocalyptische voorspellingen. Het groene communisme moet verwezenlijken wat het rode niet vermocht. De dictatuur van het proletariaat wordt vervangen door de dictatuur van het ecotariaat. Wie niet meeheult met de predikanten van de groene godsdienst, wordt verbrand op de brandstapel van het nieuwe broeikasevangelie. Ecologisme als nieuwe heilsleer. Jean-Marie Dedecker tracht zich een groene weg te banen doorheen de overvloed aan informatie over ecologie en milieu. Hij stelt vast dat we met de vergroening al veel verder zouden staan als we de groene wetenschap zouden zien als een gereedschapskist waaruit we kunnen putten tot welzijn van mens en natuur, en niet als een dwingende godsdienst.'
Het (voorlopig?) laatste boek, dat eigenlijk 'Eén tegen allen - Memoires' heet, bestaat uit drie delen.
Kind van de polder Het eerste deel 'Kind van de polder' telt 54 paginas en handelt uiteraard over zijn jeugd. Het is een eerlijke terugblik op zijn jonge jaren. Ik schrijf 'eerlijk' omdat hij zeer open spreekt, te open volgens mij, over de toch wel zeer armoedige omstandigheden waarin hij opgroeide. Hij velt tevens een zeer streng oordeel over zijn vader, die hij een 'toogfilosoof' noemt die veel uithuizig was, een 'meer dan sociale drinker', zelfs met een drankprobleem, die (te) streng was voor zijn 'konijnengezin', soms met de losse hand optrad en die wel gevoelig was van aard maar weinig uitwendige warmte uitstraalde, een typische West-Vlaming. Beroepshalve zou controleur openbare werken Robert Dedecker, volgens zijn zoon, wel eens zijn ogen gesloten hebben tegenover aannemers die hem daarna trakteerden met etentjes en drank. Jean-Marie bewonderde wel zijn 'slimme en handige' vader om zijn werkkracht en zijn talent. Dat hij zelf denkt dat hij de 'favoriete zoon' was, zal daarin wel meegespeeld hebben. Eigenlijk ben ik wel verwonderd over de manier waarop Jean-Marie dat alles naar buiten brengt. Ik zou zoiets nooit schrijven over mijn vader of over mijn jeugd, mocht die even armoedig geweest zijn. Heeft hij dat gedaan om extra te beklemtonen dat iemand van bescheiden komaf, zoals hijzelf, door hard werken kan opklimmen in de maatschappij tot het niveau van bankdirecteur, judocoach, wereldreiziger, senator, partijvoorzitter, volksvertegenwoordiger, kortom tot VIP? Wil hij daarmee meer glans geven aan zijn eigen prestatie? Mochten jullie daaraan twijfelen, ik koester wel grote bewondering voor mensen die zoiets kunnen realiseren, uit eigen kracht en zonder (al te veel) ellebogenwerk. Ik heb in zijn boek ook heel wat bekende figuren uit onze streek teruggevonden en ook een aantal gelijkenissen met mijn eigen jeugd, beleefd in Westende-dorp: eigengemaakt speelgoed, misdienaar, katholieke familie, solidariteit onder de dorpsbewoners, vakantiejob(s) gedurende twee maanden, de chiro, rondgang na de plechtige communiemis, Ik heb ook herinneringen aan vader Robert Dedecker, die ik nog adviseerde bij het opstellen van zijn stamboom. Ook staat mij de figuur van zijn grootvader langs moederskant, Isidoor De Reuwe, nog voor, uit de tijd dat ik voetbalde (1953-55) bij SC Lombardsijde, waarvan het veld grensde aan diens polderhuisje met daarachter een mesthoop, zoals Jean-Marie het zelf noemt.
Keizer van de tatami Het tweede deel heet 'Keizer van de tatami' en bestaat uit 83 pagina's. Daarin beschrijft Dedecker zijn (grote) successen die hij in de judosport behaalde, maar ook zijn grote ontgoochelingen. Hij heeft het over de opofferingen die hij zich getroostte om met succes zijn 'poulains' groot en sterk te maken maar ook de moeilijkheden die hij ondervond om de Vlaamse en Waalse atleten op één lijn te krijgen. Hij wijdt een hoofdstuk aan elk van zijn grote namen, maar vooreerst aan Robert Van de Walle, die hij 'in zijn jonge jaren, een beest op alle vlakken' noemt. Er heersten vaak spanningen tussen Jean-Marie en Robert, 'een egotripper met een blind zelfvertrouwen', maar zij deelden dezelfde liefde voor de sport en waren beide gedreven 'door woede en frustratie om aan judo te doen'. Dat bracht hen tenslotte bij elkaar en nu zijn ze vrienden.
Hij heeft het verder over de onklopbare vechter Ingrid Berghmans, die alles in zich had om het ver te schoppen, ook buiten de judo: talent en uitstraling, kortom een vrouw van de wereld. Het is er echter niet uitgekomen. Jean-Marie had met haar een broer-zus relatie. Natuurlijk kon ook de relatie van een andere soort tussen de twee topjudokas Robert en Ingrid niet onbesproken blijven.
Ulla Werbrouck, waarmee Dedecker een vader-dochter relatie zou gehad hebben, was een toptalent die aanvankelijk weinig zin had om te trainen omdat ze dat niet nodig vond. Onder handen genomen door een strenge en harde Jean-Marie, werd ze tenslotte een superkampioene die goud behaalde op de Olympische spelen.
Gella Vandecaveye was verslaafd aan judo. Zij was een vechter met minder klasse dan Ulla, maar zij werd wel wereldkampioene. Zij beoefende haar sport op een mannelijker manier, fysiek sterk en een echt trainingsbeest onder de leiding van Eddy Vinckier. Ze werd wel door Jean-Marie gecoacht.
Zwaargewicht Harry Van Barneveld stond altijd een beetje in de schaduw van Ulla en Gella, Hij was 'een crème van een man', waarvoor judo de 'universiteit van het leven' geweest is, waardoor hij als beenhouwersgast kon uitgroeien tot politie-inspecteur.
'Superintellectueel' en 'een beetje wereldvreemd', 'die nooit paste in de groep', zo wordt Heidi Rakels beschreven. Jean-Marie kreeg er nooit vat op. Ze voelde zich steeds verongelijkt binnen het team. Zij vond dat Ulla bevoordeeld werd. Zij zette zich wel enorm in, tot in het absurde toe: 'niettegenstaande een gebrek aan talent kon zij toch successen behalen in het minder competitieve vrouwenjudo.'
Johan Laats noemt Dedecker 'de beste judoka die hij ooit aan het werk zag', met souplesse en mooi in al zijn bewegingen. Spijtig genoeg werd hij verlamd door de 'angst om te verliezen' waardoor zijn palmares er minder indrukwekkend uitziet dan wat het had kunnen zijn.
Dedecker had het regelmatig aan de stok met de Belgische judofederatie die de Vlamingen stiefmoederlijk behandelde. Hij noemt ze de 'bobo's' terwijl hij voor hen 'de grote boze Vlaming' was.
De Waalse judoka's voelden zich door de bondscoach benadeeld en bestreden hem onder invloed van de Franstalige bondsleden, tot en met het voeren van gerechtelijke acties.
Hoewel hij het zelf ook zegt, Dedecker was onbetwistbaar 'een icoon van de judosport'.
Commentaar: Een vergeten hoofdstuk In het verhaal over Jean-Maries judoverleden heb ik wel volgende commentaren over hem niet teruggevonden.
Eddy Vinckier: «Jean-Marie Dedecker is een bijzonder moeilijke man, maar ik heb nooit last met hem gehad. Je moet weten hoe je zo iemand aanpakt. Een baas moet je baas laten zijn. Je moet van zijn stoel afblijven en niet proberen de poten door te zagen. Als Gella vocht op internationale toernooien, zat niet ik maar Dedecker naast de mat. Ik ging in het publiek zitten, net achter hem, zodat het voor Dedecker leek alsof Gella naar hém keek en zijn hulp vroeg telkens als ze oogcontact met mij zocht. Op die manier konden Gella en ik ongestoord doen wat we moesten doen, en was Dedecker ook tevreden.»
Alex Fabry (over het landenkampioenschap per ploeg in 1997) «We hadden als ploeg verloren, maar ik had individueel wel al mijn wedstrijden gewonnen. Ik voelde me dus niet al te slecht. Maar Dedecker had de gewoonte zijn judoka's te kleineren om ze te motiveren, en die laatste avond begon hij op mij in te hakken. Hij zei dat ik een middelmatig judoka was. Tweederangs noemde hij mij. Hij had gedronken en ik ook. Ik had er genoeg van en ik antwoordde uitdagend: 'Je hebt gelijk. Maar wat was jij dan vroeger? Ik ben acht keer Belgisch kampioen geweest. Jij niet één keer.' Hij ontplofte en vloog me aan. Thierry Peersman wilde me beschermen, maar hij was een jongen van nog geen 65 kilo. Hij had geen schijn van kans tegen Dedecker en kreeg een pak slaag. Dedecker raakte hem hard in het gezicht. Eén keer, twee keer. Na dat incident gingen Peersman en ik terug naar ons hotel, in het gezelschap van een trainer van het Duitse team. Maar Dedecker stormde ons achterna en even later zat het er ook daar bovenarms op. Hij was naar mijn kamer gekomen om me duidelijk te maken wie de baas was, en vooral om me duidelijk te maken dat ik mijn mond moest houden. Er was geen reden om dit in de pers te laten uitlekken, brulde hij. Ik vroeg dat hij mijn kamer zou verlaten, maar dat vertikte hij. Hij wilde vechten. Ik zei: 'Waarom wil je dit niet in de kranten? Omdat de mensen dan zullen weten dat je niet alleen op je vrouw slaat, maar ook op je atleten!' Toen ging hij volledig in het rood. Hij sloopte mijn halve hotelkamer en de wasbak in mijn badkamer.»
Het stemmenkanon Het derde deel heet Het stemmenkanon en omvat 92 paginas. Volgende onderwerpen worden erin behandeld:
Che Guevara en het flamingantisme Dedecker beweert in zijn jonge jaren een bewonderaar geweest te zijn van Che Guevara. Hij werd namelijk aangetrokken door het jeugdig idealisme van de linkse beweging. Door zes reizen naar het armoedige en dictatoriale Cuba werd hij echter ontnuchterd en van die bewondering bleef niets meer over. Dedecker was geen flamingant van huis uit maar werd dat onder invloed van zijn judoleraar Joris Lestaeghe, een flamingant in hart en nieren, met een zwarte vader. Botsingen met een communautair karakter met ééntalige Franstalige judobonzen droegen verder meer dan één steentje bij.
Bij de liberalen Met de CVP had Dedecker zijn eerste politieke contacten. Hij vond dat echter een mosselpartij. Toen alle partijen in 1999 op zoek gingen naar Bekende Vlamingen kwam Bert Anciaux (toen VU ID21) logischerwijze de flamingant Dedecker opvrijen. Bij een eerste contact leerde Jean-Marie Vincent Van Quickenborne kennen, toen ook nog geen liberaal. Met Anciaux werd het verder niets omdat de partij zijn beloften tegenover Dedecker niet hield. Zijn loopbaan bij de VLD startte met een diner met Verhofstadt, die hem de derde plaats op de volgende senaatslijst beloofde. Toen Dirk Sterckx ook toetrad tot de partij, moest Dedecker zich echter tevreden stellen met de lijstduwerplaats. Als dat niet tot succes zou leiden, zou hij gecoöpteerd worden. Aanvankelijk klikte het zowel op ideologisch als op persoonlijk vlak goed tussen Guy en Jean-Marie die rechtstreeks verkozen werd met 52.492 stemmen. Succes verwekt ook afgunst. Dedecker moest zich voortdurend opnieuw bewijzen. Hij werd niet beloond voor zijn verkiezingsuitslag en toen het op het verdelen van de lucratieve postjes aankwam, werd er gefoefeld. Maar zijn populariteit en dus zijn invloed in de partij, namen toe waardoor hij een bedreiging begon te vormen voor de gevestigde partijkopstukken. Hij behoorde immers niet tot de bestaande clans (De Croo, De Gucht, Verhofstadt). De partij schoof ook steeds meer naar links op terwijl Dedecker vasthield aan zijn libertair gedachtegoed. Hij vond toen steun bij Van Quickenborne, Ward Beysen en Hugo Coveliers. Vooral Quickie en Fluppe (Q en JMD), zoals ze toen genoemd werden, waren twee handen op één buik. De interne machtstrijd binnen de VLD werd toen ingezet. Het begon met verdeeldheid over het migrantenstemrecht (plus algemene regularisatie en snel-Belgwet) en het ging verder met de uitstap uit de kernenergie. Boven dat alles hing de onderlinge strijd tussen Verhofstadt, De Gucht en Dewael. Hugo Coveliers liep onvoldoende in de pas en werd afgezet als fractieleider in de senaat. Dedecker bleef echter scoren bij de partijaanhang met onder andere zijn verzet tegen de superboetes, zijn negatieve houding tegenover de dotaties voor het koningshuis, zijn positieve houding tegenover de uitbreiding van de wettige zelfverdediging en zijn verzet tegen de heksenjacht op rokers. De partijtop nam hem dat allemaal niet in dank af. Einde 2004 kandidaat stelde Jean-Marie zich kandidaat voor het voorzitterschap van de partij met Bart Somers als tegenstander. Hij scoorde zeer hoog (38,32%) maar hij beweert dat de verkiezingen flagrant gemanipuleerd werden omdat de partijbonzen hem niet als voorzitter wensten. Hij beschrijft in het boek hoe Van Quickenborne hem toen in de steek liet, zijn vriend die aan hem zijn leven te danken had, toen hij in Lybië bedolven werd onder een hoop zand. De partijtop stak een handje toe om de twee vrienden uit elkaar te halen. Het grootste verraad pleegde Quickie toen Dedecker niet meer wou opkomen voor de gemeenteraadsverkiezingen in 2006. Hij had al door dat Karel De Gucht van hem af wou en weigerde zich als lijstduwer te laten inzetten om Bart Tommelein aan een plaatsje in de gemeenteraad van Oostende te helpen. Toen Dedecker in het buitenland verbleef, zou Van Quickenborne hem beloofd hebben dat hij een getekende brief van Guy Verhofstadt in zijn bezit had waarin Dedecker de garantie kreeg dat hij mocht rekenen op een verkiesbare plaats in de senaat, mits deel te nemen aan de gemeenteraadsverkiezingen in de strijd tegen Vande Lanotte. Die brief bleek echter niet te bestaan. Dedecker had toen zijn schriftelijke verklaring al bezorgd. Dat was het begin van het einde van het VLD avontuur. Ondanks de bede van Verhofstadt en Somers om het niet te doen, publiceerde Jean-Marie in 2006 toch zijn boek Rechts voor de raap. Het kende een enorm succes. Dat was de druppel die de emmer deed overlopen en Dedecker kreeg dus niet de beloofde ministerportefeuille van economie. Hij die ooit zo graag minister van sport geworden was, mocht dus opnieuw een droom vergeten. Hij werd tenslotte uit de partij gezet, na een nieuw meningsverschil (verraad noemt hij het), deze keer met Bart Tommelein.
De Gucht en de detective Volgens Dedecker wilde De Gucht hem, vanaf zijn toetreding tot de partij in 1999, enkel maar buiten pesten en vernederen. Hij noemt hem hoogmoedig of zelfs Keizer Karel. In 2008 werd De Gucht door het weekblad Humo beschuldigd van voorkennis bij de verkoop van Fortis-aandelen. Nog vóór het nieuws van de verkoop van Fortis aan Nederland bekend werd, zouden kennissen en familieleden aanzienlijke hoeveelheden aandelen verkocht hebben in het kantoor van Berlare. De zaak werd (op onbegrijpelijke manier?) geseponeerd. Rond dezelfde tijd werd Dedecker ook op de hoogte gesteld dat De Gucht zou gelieerd zijn aan de nieuwe eigenaars van het gerechtshof in Veurne. Dedecker zou grote onregelmatigheden vastgesteld hebben bij de verkoop van gerechtshoven, ingevolge de beslissing van de regering om 11 loten overheidsgebouwen te verkopen en dan terug te huren om op die manier gaten in de begroting te dichten. Dat principe heet sale-and-lease-back, dus verkopen en daarna zelf huren. Dedecker laakt dat systeem ten zeerste, omdat het de beste manier blijkt om snel rijk te worden maar vooral omdat de belastingbetaler de rekening moet betalen. Hij stelt bovendien vast dat de transacties uitgevoerd worden door inderhaast opgerichte maatschappijen, zonder eigen kapitaal. Volgens Dedecker zou De Gucht als voorzitter van de VLD een connectie gehad hebben met zon maatschappij en mee geprofiteerd hebben. Volgens Dedecker zijn de voorbeelden van gebouwen waarvoor, na de verkoop, gedurende jaren zotte en dure huurprijzen betaald werden, legio. De aangewende methode, met stromannen, geeft natuurlijk aanleiding tot schimmige toestanden. Toen Dedecker op een dood punt in Ierland aangeland leek, deed hij een beroep op een privédetective. Dat had als gevolg dat de pers in 2009 uitpakte met het nieuws dat hij een privédetective op De Gucht gezet had, terwijl het gevraagd onderzoek eigenlijk een investeringsmaatschappij betrof. Eén en ander zou echter gemanipuleerd zijn. Er ontbrak zogezegd een contract tussen de detective en JMD, waarin deze opdracht gaf om expliciet die maatschappij na te trekken. Dedecker zou daarvoor nu nog steeds achtervolgd worden en loopt daarom niet hoog op met justitie.
Op bezoek bij Dutroux In 2002 werd Dedecker gecontacteerd door een journalist die beweerde dat Dutroux iets wilde bekennen. Er moest wel iemand gevonden worden die de kindermoordenaar kon en mocht opzoeken in de gevangenis. En dat werd uiteindelijk Jean-Marie die als senator het recht daartoe had. Hij kreeg van toenmalig justitieminister Verwilghen de toelating mits iemand mee te nemen. Op weg naar Aarlen hadden beide echter een ongeval. Toen kwam daar toch wel een journalist voorbij zeker die het tweetal naar Aarlen bracht en zelfs mee in de cel mocht, hoe onwaarschijnlijk dat ook mag klinken. Dedecker beweert dat Dutroux hem aansprak met Monsieur le président omdat hij dacht de senaatvoorzitter Armand De Decker voor zich te hebben. Dutroux had verder niets te vertellen en het bezoek werd dus een maat voor niets. Anderhalve maand later werd Dedecker opgebeld door een andere journalist die vroeg of het wel klopte dat hij bij Dutroux geweest was. Er werd hem toen verweten dat hij een journalist bij Dutroux binnengesmokkeld had. Dedecker zweert bij hoog en bij laag dat zijn verhaal klopt. Hij beweert nu erin geluisd te zijn geweest door de journalist die hem in 2002 contacteerde. Hij werd wel drie maanden geschorst in het partijbestuur en een coach moest in die tijd op hem letten. De Gucht had dus gescoord.
Het verraad van De Wever Een ex-journalist, een kennis van Jean-Marie die voor de N-VA, toen nog een kleine partij, werkte, stelde hem op zeker ogenblik voor om contact te nemen met Geert Bourgeois en met Bart Dewever. Na lezing van het boek Rechts voor de raap zag men in Dedecker de man die hun sociaal-economisch programma kon opwaarderen. Ze wilden dus met hem samenwerken. De N-VA zat toen in een kartel met de CD&V en daarom moesten de gesprekken plaatsvinden in het grootste geheim. Het kartel stond of viel met het aantal plaatsen dat de N-VA zou krijgen bij de verkiezingen van 2007. Dedecker beweert nooit een plaats op een lijst gevraagd te hebben maar hij vond dat hij en N-VA op éénzelfde ideologische lijn zaten. Hij zegt verder dat hij vanaf het eerste ogenblik gevraagd heeft of de CD&V geen probleem zou maken over zijn komst. Toen het nieuws van de overstap van Dedecker naar de N-VA bekend geraakte, bleek dat er binnen het partijbestuur slechts een heel kleine minderheid tegen Dedecker gekant was, Ook de toppers van de CD&V, waaronder Leterme, waren oorspronkelijk pro maar na de reactie van de ACW voorman Renders, gesteund door Jean-Luc Dehaene, veranderden ze van mening. Vande Lanotte deed er in Oostende nog een schepje bovenop door ermee te dreigen dat de CD&V schepenen uit het college zouden gezet worden als ze toelieten dat Dedecker tot het kartel toetrad. Toen een opiniepeiling de N-VA maar liefst 16% toedichtte, ontstond paniek bij de CD&V die meteen toegaf aan de eis van N-VA voor verkiesbare plaatsen op alle kieslijsten. De Wever durfde toen Dedecker niet op de hoogte brengen dat zijn partij voor de CD&V en niet voor hem gekozen had. Na nog wat schijnbewegingen en verklaringen werd Dedecker definitief afgevoerd. Jean-Marie was daarvan sterk onder de indruk en nam het De Wever erg kwalijk. Hij betreurde vooral dat hij niet zou kunnen meewerken aan de realisatie van hun gemeenschappelijke maatschappijvisie: tegen het gratis-socialisme, behoud van de indexering van de nettolonen, tegen het verhogen van lasten op arbeid, identieke migratiepolitiek (zie boek Hoofddoek of blinddoek), bestrijden van verkwistingen bij de overheid, afslanking van de overheid, hun Vlaams-nationalisme
Commentaar: Een vergeten hoofdstuk Dedecker heeft in zijn boek 14 bladzijden gewijd aan zijn toenadering tot de N-VA en over hun gemeenschappelijke opvattingen. Waar hij het niet over heeft, zijn zn gesprekken met het Vlaams Belang, simultaan met deze met het N-VA. Of klopt het misschien niet dat hij begin 2007 onderhandeld heeft met Filip Dewinter, die hem de senaatslijst van het Vlaamse Belang of een gezamenlijke lijst wilde laten trekken? Had vooral Marie-Rose Morel zich daar toen niet tegen verzet, dan was het ook zo ver gekomen. Of is er nooit sprake geweest van een Forza Flandria? Heeft Jean-Marie in juni 2008 geen geheime gesprekken gevoerd met Bruno Valkeniers over een Vlaamse frontvorming? Hij zal zich dat allemaal niet meer herinneren, zeker?
Het sprookje van de LDD Omdat hij enerzijds niet gewenst was bij de VLD noch bij de CD&V noch bij de N-VA noch bij Vlaams Belang en anderzijds op revanche uit was, richtte Dedecker dan maar begin januari 2007 een eigen partij op, samen met Boudewijn Bouckaert, nog een ex-VLD. Als slachtoffer van de N-VA kon hij, volgens hem, op morele en financiële steun rekenen vanwege de Vlaamse beweging. Ook bedrijven openden hun beurzen en zelf stopte Dedecker er ook heel wat geld in. Maar hij had weinig tijd want in juni waren er al federale verkiezingen. De kandidaten stroomden van alle kanten toe. Volgens Dedecker was er namelijk een ideologisch gat in de markt: ontevreden VLDers omdat die partij niet rechts genoeg was en ontevreden N-VAers die een hekel hadden aan de CD&V. Ook het groot succes van zijn boek droeg bij tot het succes, uitgedrukt in de peilingen (16 à 17%). De partij werd Lijst Dedecker genoemd omwille van Jean-Maries bekendheid. Deze vermeldt verder hoe enkele bekende personen tot zijn partij toegetreden zijn: Ulla Werbrouck, Piet Deslé, Ivan Sabbe, Anne De Baetzelier, Peter Reeckmans, Lode Vereeck, Dirk-Jan Eppink. Enkele wilden wel komen maar mochten of durfden niet: Margriet Hermans, Dr Beaucourt. De grote test voor de partij waren dus de federale verkiezingen van 2007. Het werd een succes: 8% en twee verkozene in West-Vlaanderen. De volgende verkiezingen, de Vlaamse en Europese in 2009 leverden minder goede uitslagen (7,6 %) op dan verwacht en dan in de opiniepeilingen. In 2010 was het resultaat ronduit slecht aangezien Dedecker als enige verkozen werd voor de kamer van volksvertegenwoordigers.
De affaire Dirk Vijnck Gebrek aan tijd en middelen zijn een grote handicap voor een nieuwe partij. De onbekende Dirk Vijnck werd na een interne ruzie in Leuven lijsttrekker voor de kamer omdat hij 5.000 euro kon en wilde besteden aan zijn campagne. Hij werd wonder boven wonder verkozen samen met 4 andere kandidaten, juist genoeg om een fractie te vormen, hetgeen de partij drie- tot vierhonderdduizend euro per jaar opleverde. Open VLDers konden Vijnck echter overtuigen om naar hun partij over te stappen. Door dat financieel verlies moest de LDD zes medewerkers afdanken. Vijnck zag later in dat de VLD hem gebruikt had, kreeg wroeging en keerde tenslotte terug naar LDD. Bart Somers gaf later wel toe dat hij verkeerd handelde, maar De Gucht had weer gescoord.
Wielrennen als nationale godsdienst Dedecker bestempelt zijn relatie met de wielersport als problematisch., een haat- liefde verhouding. Enerzijds een grote bewondering voor het hoge lijdengehalte van deze sport maar anderzijds een enorme afkeer voor doping, omkoping en allerlei kuiperijen. Zijn bewering, zonder bewijzen, dat hij de namen van drie toprenners kende die doping hadden ingenomen, leidde tot de veronderstelling dat onder andere Tom Boonen daarmee zou bedoeld zijn. Omdat hij het bondsparket van de wielerbond wantrouwde, gaf hij het dossier aan de hormonenmagistraat in Gent waarna het aan de hormonencel van de federale politie in Kortrijk overgemaakt werd. Er werd een ingenieus netwerk van dopinghandel opgerold waarbij zogezegd epo ingespoten werd aan mensen die overleden waren. De kleine garnalen werden gepakt en de grote bleven buiten schot. Dedecker vertelt hoe twee dopingonderzoekers van de cel Kortrijk uitgeschakeld werden, hoe gepland onderzoek in Italië geweigerd werd en hoe aangeboden hulp uit Italië niet aanvaard werd. Tegen de grote man in het wielrennen Patrick Lefevere was Dedecker niet opgewassen. Baanrenner Dimitri Defauw, die geheimen van de Quick Step wilde onthullen, pleegde zelfmoord uit wanhoop. Dedecker beschrijft verder de zaak Museeuw, die relaties onderhield met veearts José Landuyt en daarbij gebruikt maakte van codenamen (wespen en gesneden broden). Museeuw kreeg de raad zijn dopinggebruik te bekennen. Een mail daarover werd gelekt en Dedecker kreeg daarvan de schuld. Dedecker vindt dat dopinggebruikers niet als criminelen hoeven beschouwd te worden. Hij is echter ook van mening dat minder eisen aan wielrenners moeten gesteld worden. Topsporters die zich niet aan de regel houden, moeten weten dat ze hun sport een slechte dienst bewijzen, dat ze de supporter bedriegen. Jean-Marie vindt tenslotte dat er nog niets veranderd is in het wielrennen. De renners stoppen niet met doping omdat het verkeerd is, maar uit schrik om gepakt te worden. De profploegen worden nog steeds geleid door mensen met dopingboter op hun hoofd. Dokters in Italië en Spanje blijven nog even actief. Volgens hem mag het UCI wel amnestie verlenen aan dopingzondaars, maar slechts na een biecht en mits berouw te tonen.
<ALIGN="CENTER">>
Commentaar: Een andere stem In verband met de ervaringen van Dedecker in de wielersport, schrijft Hans Vandeweghe: «Dedecker is gefrustreerd uit het wielerwereldje gestapt. Hij heeft het overal geprobeerd, maar telkens botste hij tegen de mastodont Lefevere. Dedecker werd vernederd en hij kan niet tegen zijn verlies. Hij heeft een aversie ontwikkeld voor Lefevere.»
En over het geval Museeuw: Wat Dedecker met Museeuw heeft gedaan is voor mij totaal onaanvaardbaar. Het vertrouwen van iemand zo schaden, dat vind ik zo erg. Museeuw had hem in vertrouwen genomen en dan doet Dedecker zoiets. Een vertrouwelijke mail op straat gooien, kan het nog lager?»
Mensenhandel in het voetbal Dedecker noemt voetbal een machtig spelletje maar een zieke bedrijfstak met een cynische loonvorming. Volgens hem is er geen enkele economische wet van toepassing op de voetbalwereld. Onwaarschijnlijke jaarsalarissen, die onvoldoende belast worden, vormen de reinste discriminatie. Waar komt dat grote geld vandaan? Niet zelden van misdaadgeld en petrodollars. We hebben allemaal vragen bij hoge bonussen voor bankiers en bedrijfsleiders, maar we kunnen ons schijnbaar goed vinden in het waanzinnig geldverkeer in de voetbalwereld. Dubieuze makelaars brengen jonge voetballers uit Afrika naar hier. Om deze mensenhandel en het misbruik te stoppen, zorgde Dedecker ervoor dat het minimum- jaarsalaris voor niet - EU sporters verhoogd werd tot een redelijk bedrag.
Pamperland In dit hoofdstuk geeft Dedecker zijn cynische visie over de huidige toestand van de Belgische sport, na de Olympische spelen in Londen. Hij vindt de balans erg negatief. Hij wijdt dat aan de gemiddelde ouderdom van onze BOIC staf, die al tevreden is met een status quo en die zich meer bekommert om communautair evenwicht dan om prestaties. Vijf ministers voor sport vindt hij te veel. Hun sportportefeuille blijft altijd ondergeschikt aan hun andere verantwoordelijkheden. Ook de begeleiding is niet wat ze moet zijn. Journalisten zijn al tevreden met een Olympisch diploma. Aan geld is er nochtans geen gebrek. Subsidies worden door toppolitici overvloedig uitgedeeld aan hun favoriete clubs. Ook aan de sportinfrastructuur ligt het niet: zwembaden, een indoor- atletiekpiste, weinig gebruikte wielerbanen en een dozijn topsportscholen, die onvoldoende rendement opleveren. Er is nochtans talent voorhanden maar het moet ontwikkeld worden door een sportcultuur. Wat er nog moet gebeuren? De topsportfederaties moeten professioneler worden en aangezet worden tot het nemen van verantwoordelijkheden. De financies moet gedepolitiseerd en gecentraliseerd worden. Begeleiders, trainers, coaches en sportbobos moeten vergoed worden per prestatie en moeten daarop afgerekend worden.
Een steen op de maag In het laatste hoofdstuk van zijn boek overloopt Dedecker zijn verwezenlijkingen en zijn ontgoochelingen. Zijn eerste politieke actie was zijn verzet tegen de hakbijlpolitiek van Ruimtelijke Ordening, met name tegen de afbraakpolitiek van zonevreemde woningen van Steve Stevaert. Regelneverij leidt tot pestgedrag, vindt hij. Hij is er fier op dat hij enkele kleinere successen geboekt heeft bij de controle van de uitvoerende macht: doorsturen van de directeur van Flanders House in New York, op basis van belangenvermenging, ontslag van minister Fientje Moerman wegens wanpraktijken, schorsing van politiebaas Koekelberg wegens onterechte benoemingen met als gevolg het aftreden van Patrick Dewael als minister van binnenlandse zaken, onderzoek naar onregelmatigheden bij verkoop van overheidsgebouwen, aanklachten wegens mensenhandel in de sport, protest tegen de meedogenloze zeehondenjacht in New Foundland, wet op inkomenscompensatie na sluiten van handelszaak wegens werken. Hij heeft ook enkele mislukte pogingen ondernomen om beweging te brengen in bepaalde dossiers, die wel brandend actueel blijven: dieren slachten zonder verdoving mag nog steeds, zijn wetsvoorstel voor een eenheidsstatuut van arbeiders en bedienden zit in de ijskast. Op de autostrade de pechstrook gebruiken als rijstrook wordt soms toegepast. Dedecker heeft ook kritiek op het koningshuis dat hij vergelijkt met een operettegezelschap dat niet kan zingen. Prins Laurent noemt hij Prins woef. Jean-Marie heeft echter ook veel ontgoochelingen opgelopen in de politiek, in zoverre zelfs dat hij eigenlijk achteraf moet toegeven dat hij nooit in de politiek had moeten gaan. Zijn grootste ontgoocheling is de vaststelling geweest dat het parlement zichzelf machteloos en overbodig heeft gemaakt. De leden zijn vazallen van hun partij en van de regering. Een tiental politici van diverse pluimage zijn de bazen. Er is ook geen verschil meer tussen de uitvoerende en de wetgevende macht. Dedecker valt ook de verzuiling van onze politiek aan. Onze ganse maatschappij wordt ingedeeld in de kleuren blauw maar vooral rood en groen. De vakbonden, de politiek benoemde rechters en de politietop zijn daar voorbeelden van. Wil je een betrekking bij de staat, dan heb je best een partijkaart. Zelfs het bedrijfsleven is grotendeels afhankelijk van de politiek. Jean-Marie is wel blij dat hij dat allemaal heeft kunnen meemaken van op de eerste rij. Hij heeft er wel een enorme prijs voor betaald en moet vaststellen dat het systeem eigenlijk weinig veranderd is. Toch vindt hij dat hij toch iets betekend heeft in de politiek. Hij is ook blij getuige geweest te zijn van wat zich in de sportwereld afspeelt. Natuurlijk kon in dit boek de relatie/vete tussen Dedecker en Vande Lanotte niet onbesproken blijven. Jean-Marie beweert dat het boek De keizer van Oostende bewijst dat hij gelijk had in zijn Oostendse strijd tegen de meerderheid in de gemeenteraad en tegen de maffiose politiek (in immobiliën, bij de Vinci- groep die een monopolie heeft in het parkeerbeleid, in de energiesector, in de haven en straks ook in de luchthaven). Maar hij betreurt dat hij geen gelijk krijgt en dat er dus niets verandert. Hij moet toegeven dat Vande Lanotte een maat te groot is voor hem maar hij betwist dat het keizerboek volledig van zijn hand komt, zoals zijn tegenstander beweert. Dedecker kan het niet laten om nog wat verder in te gaan op de wanpraktijken die aan de rode voorman kunnen toegeschreven worden maar waartegen niets ondernomen wordt, bijvoorbeeld zijn bescherming van fraudeurs in het Autonoom Gemeentebedrijf Vismijn. Hij klaagt aan dat Publiek Private Samenlevingsvennootschappen opgericht worden om de macht van de politiek te bestendigen. Het zijn politiekers die de raden van bestuur en de directiecomités daarvan bevolken, uiteraard vergoed met zitpenningen. Dedecker berijdt ook nog zijn stokpaardje Dexia, dat zoals De Lijn, Belgacom en Elektrabel overigens, geleid en bevolkt wordt door gezagsonderhorige aan de politieke partijen, met bancair analfabetisme tot gevolg. Hij betreurt dat klokkenluiders niet gehoord maar eerder verketterd worden. Jean-Marie Dedecker beëindigt zijn boek met een stukje over zijn privéleven: zijn verhuis naar Middelkerke, zijn scheiding na 40 jaar huwelijk waarvoor hij de schuld op zich neemt. Hij noemt zichzelf een slechte huisvader, ontrouw en overmoedig.
Hij beweert zich nu, aan de waterkant, met zijn tweede vrouw, een gelukkig mens te voelen.
Commentaar: Nog een vergeten hoofdstuk We herinneren ons allemaal hoe Dedecker zich in 2000 in de zaal De Kroon opwierp als de redder van Westende, dat de strijd aanging tegen het asielcentrum. Later durfde hij er zijn gezicht niet meer vertonen. Erger nog, hij probeerde zelfs mee te werken aan de integratie van het centrum in het dorp, zij het dan met het oog op de centen van het integratiefonds. Over de zaak rond de ijsbaan in Middelkerke: De Brugse procureur Guy Billiouw zei dat 'alles erop wijst dat men de exploitatie van de ijspiste wilde gunnen aan de firma Kiosk-on-Ice van Dedecker en om dat te verwezenlijken werd er valsheid in geschrifte gepleegd.' In januari 2007 achtte de correctionele rechtbank van Brugge die beschuldigingen bewezen. Burgemeester Landuyt kreeg twaalf maanden voorwaardelijk en een boete van 1.487 euro voor valsheid in geschrifte. Toerismedirecteur Germonprez kreeg dezelfde straf en gemeentesecretaris Leo Coulier werd tot tien maanden voorwaardelijk veroordeeld. Marc Gunst en Ernst Van Crugten kregen acht maanden. Maar wie kreeg helemaal niks? Wie stond in Brugge zelfs niet voor de rechter? Jean-Marie Dedecker. Heel vreemd, want hij had wel financieel voordeel gehaald uit dit - door de rechter als bewezen verklaarde - geknoei met aanbestedingen.
Maar, er werden ook boeken geschreven OVER Jean-Marie Dedecker
Mijn jaar bij Jean-Marie Dedecker door Thierry Debels
<ALIGN="CENTER">
De Vlaamse verkiezingen van 7 juni brachten niet het verhoopte succes voor Lijst Dedecker (LDD). In plaats van de voorspelde 16% van de stemmen werd het nauwelijks de helft ervan. Een overwinningsnederlaag werd die dag een feit. In dit politiek belangwekkende boek analyseert Thierry Debels hoe dit komt. De aanvaring tussen Dedecker en reclamemaker Wim Schamp, de uitschuiver van kamerlid Rob Van de Velde in de pers, de uitzetting van secretaris Jo Claus... Debels analyseert vlijmscherp en biedt telkens weer nieuwe verrassende elementen aan die een ander licht werpen op de gebeurtenissen. Debels was gedurende een jaar parlementair medewerker bij Lijst Dedecker en zat in die hoedanigheid op de eerste rij van het schouwspel. Hij zag hoe het er aan toeging in de verschillende provincies bij het samenstellen van de kieslijsten. Wat is er werkelijk gebeurd met de privédetective die Karel De Gucht schaduwde? Wat was de motivatie van Kamerlid Dirk Vijnck om over te stappen naar OpenVLD en waarom sloot hij zich kort nadien opnieuw aan bij LDD? Wie heeft de kandidatuur van Antwerps spoedarts Luc Beaucourt vroegtijdig gelekt in de pers? En vooral, wie is Jean-Marie Dedecker echt: een bullebak of een slimme politicus? Slaagt Lijst Dedecker erin uit te groeien tot een partij waarmee de gevestigde waarden vanaf nu terdege rekening moeten houden, of is het momentum definitief voorbij? Op deze en vele andere vragen geeft dit boek een verhelderend antwoord.
Volgende tekst staat op de achterkaft van het boek: Jean-Marie Dedecker is het politieke fenomeen van de afgelopen jaren. Om hem zullen volgende jaren de verkiezingen draaien. De vraag is niet zozeer of hij een aanzienlijk deel van de kiezerskoek naar zich toe zal halen. De vraag is eerder: hoe verpletterend wordt zijn overwinning? . Tot nu toe vulde Jean-Marie Dedecker het grootste deel van zijn leven met sport en business. Hij was judoka, judocoach en verzekeringsagent. In 1999 stapte hij in de politiek. Binnen een mum van tijd werd hij een van de bekendste koppen in Vlaanderen en schoof hij steeds verder op naar rechts: eerst binnen de VLD, daarna daarbuiten. Zijn mateloze populariteit heeft hij te danken aan zijn antipolitieke houding, een gespierd rechts populisme en vooral aan veel schandalen, hele, halve, echte, vermeende, het doet er allemaal niet zoveel toe. Van een dubieus celbezoek aan Marc Dutroux met een journalist van VTM aan zijn zijde tot mysterieuze EPO-slikkende coureurs.
Commentaar: Deze korte inhoud van het boek is wel heel braaf en vriendelijk voor Dedecker. In werkelijkheid wordt hij er eigenlijk afgekamd tot tegen de grond. Hij wordt erin afgeschilderd als een wat schimmige zakenman, een man van centen en procenten, met niet altijd even hoogstaande morele principes en financiële scrupules. In verband met zijn judoverleden lezen we er dat hij weliswaar zijn atleten motiveerde om de tegenstander te vloeren maar dat Jean-Marie zelf zijn atleten vloerde. Op het tijdstip van het verschijnen van het boek, werden ook artikels daarover gepubliceerd in Humo. nummers 17 (JMD: De Buffel uit het gelijknamig boek van Raf Sauviller) en 18/2009 (De Schandalen van JMD) en het artikel Integratie on Ice in P-magazine. Als slechts de helft waar is van wat daarin allemaal geschreven wordt, dan zou men zich kunnen afvragen of Dedecker wel degelijk een politicus-moraalridder is waarvan kan verwacht worden dat hij de bestaande partijen, parlementen en regeringen zal uitmesten.
Op zijn Dedeckers: enkele straffe uitspraken Pubers met de ruggengraat van een braadworst Mijn vader had meer teer in zijn longen dan op zijn oprit (2x) Bescheidenheid was nooit mijn sterkste eigenschap. Straks ga ik nog denken dat de evenaar door mijn reet loopt. Pissen tegen de broek van een tjeef? Het loopt er zo af!
Artikels geschreven over Jean-Marie Dedecker
Het zou me natuurlijk te ver leiden als ik alles wat ooit over Jean-Marie geschreven werd hier zou vermelden. In de persdatabank Mediargus zouden namelijk niet minder dan 34.489 artikels staan van allerlei inhoud, belang en kwaliteit. Ik heb er hier dus maar enkele geselecteerd.
Naast scholen voor gewoon onderwijs in de verschillende deelgemeenten, zijn er in Middelkerke ook twee scholen voor buitengewoon onderwijs gevestigd.
Waarom buitengewoon onderwijs? Het is onderwijs voor kinderen die het gewoon onderwijs niet kunnen volgen vanwege leer- of gedragsproblemen, vanwege een lichamelijke, een zintuiglijke of een verstandelijke beperking. Vanaf de leeftijd van dertien jaar, uitzonderlijk vanaf twaalf jaar, kan/mag een kind naar het buitengewoon secundair onderwijs mits een CLB* attest te hebben. *Centrum voor leerlingenbegeleiding (zie verder)
De maximumleeftijd is 21 jaar maar dat kan verlengd worden tot maximum 25 jaar, na goedkeuring van de Commissie van Advies voor het Buitengewoon Onderwijs. De bewuste persoon krijgt in een gespecialiseerde instelling aangepaste lessen en deskundige begeleiding op zijn/haar maat. De klasgroepen zijn kleiner dan in het gewone onderwijs, men beschikt er over speciale leermiddelen en over hulpverleners (logopedist, kinesitherapeut, psycholoog, ergotherapeut, orthopedagoog, verpleegkundige, tolk Vlaamse gebarentaal). Dat maakt ook dat de kostprijs per leerling en per jaar in het buitengewoon onderwijs heel wat hoger is dan in het gewoon onderwijs. Ziehier de bedragen voor 2011 voor het buitengewoon secundair onderwijs, per leerling, in euro: (GO = gemeenschapsonderwijs, VGO = vrij gesubsidieerd onderwijs)
Let wel, dat zijn niet de prijzen die een leerling moet betalen, maar het is de kostprijs voor de instelling/ de overheid.
Opleidingsvormen De opleiding wordt aangepast aan de aard en ernst van de beperking van de leerling. Er worden vier opleidingsvormen georganiseerd:
Opleidingsvorm 1: geeft een sociale vorming met het oog op integratie in een beschermd leefmilieu. Leerlingen die deze opleiding afronden stromen door naar een dagcentrum of bezigheidstehuis of blijven gewoon thuis.
Opleidingsvorm 2: geeft een algemene en sociale vorming en een arbeidstraining. Zij wil leerlingen integreren in een beschermd leef- en arbeidsmilieu. De opleiding bestaat uit twee fasen.
Opleidingsvorm 3: (is buitengewoon beroepsonderwijs) geeft een algemene, een sociale en een beroepsvorming met het oog op integratie in een gewoon leef- en werkmilieu.
Opleidingsvorm 4: (wordt niet georganiseerd in Middelkerke) bereidt voor op een studie in het hoger onderwijs (ho) en wil de leerlingen integreren in het actieve leven. Deze opleidingsvorm richt zicht tot leerlingen met voldoende intellectuele vaardigheden om de programma's van het gewoon onderwijs te volgen, op voorwaarde dat er pedagogische methodes en middelen worden aangeboden die zijn aangepast aan hun beperking.
De opleidingsvormen in het secundair worden aangeboden voor leerlingen behorend tot één van de 7 omschreven types. Het type heeft te maken met de aard van de beperking of probleem van de leerling.
type 1: lichte mentale beperking
type 2: matige of ernstige mentale beperking
type 3: socio-emotionele en/of gedragsproblemen
type 4: fysieke (= lichamelijke) beperking
type 5: langdurig zieke jongeren
type 6: visuele beperking
type 7: auditieve beperking
Centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) Je mag alleen naar het BuSO als je een inschrijvingsverslag hebt bestaand uit een attest en een protocol van een erkend CLB. Er staat in welke opleidingsvorm en welk type buitengewoon onderwijs het meest geschikt is voor de jongere.
Een CLB kan de leerlingen helpen met leren en studeren, met het kiezen van een geschikte studierichting, met psychische en sociale problemen en met hun gezondheid. Niet enkel de leerling, maar ook de ouders en de school kunnen er terecht bij een team dat bestaat uit onder andere artsen, psychologen, pedagogen en maatschappelijke werkers.
De Middelkerkse scholen
School
Adres
Net
Hoofdzetel
CLB
Ter Strepe
Westendelaan 39
Vrij gesubsidieerd onderwijs
Katholiek Buitengewoon Onderwijs Oostende-Gistel in Middelkerke
Frére Orbanstraat 145 Oostende
De Zeeparel
Dennenlaan 2A*
Gemeenschapsonderwijs
Ter Zee Oostende
Hennepstraat 53 Oostende.
*Sinds 2003 op het vroegere domein van basisschool de Zeepaardjes
Opleidings-vormen
Types
Afdelingen
Ter Streep
3
1 + 3
Grootkeukenmedewerker, bakkersgast, tuinbouwarbeider en onderhoudsassistent (schilderwerk, hout, sanitair- en laswerk)
*voor leerlingen vanaf 13 jaar met een CLB attest BuSO OV1of OV2 type 2,4
De twee scholen zijn dus geen concurrenten van elkaar aangezien zij onderwijs verstrekken in verschillende opleidingsvormen. Ze behoren wel tot een verschillend onderwijsnet. Het zijn beide scholen voor buitengewoon secundair onderwijs.
Ter Strepe
Ingericht door vzw Katholiek Buitengewoon Onderwijs Oostende-Gistel (Kaboog). Deze vzw heeft nog twee scholen van buitengewoon lager onderwijs namelijk de H. Hartschool uit Oostende en de Rietzang uit Gistel/Zevekote. De school maakt deel uit van de scholengemeenschap Petrus en Paulus Oostende (samen met VTI, Sint-Andreas, Sint-Godelieve, Sint-Lutgardis, Sint-Jozef en OLV-college).
Hoe verloopt de vorming? Ter Strepe verstrektalgemene, sociale en beroepsvorming met het oog op integratie in een gewoon leef- en werkmilieu aan leerlingen met een lichte mentale achterstand en emotionele- en gedrag stoornissen. Het eerste jaar is een observatiejaar waarin 4 opleidingen verstrekt worden (bakkersgast, grootkeukenmedewerker, onderhoudsassistent en tuinbouwarbeider). Het dient om de leerlingen kennis te laten maken met de vier beroepen. Naast 16 uur algemene en sociale vorming (ASV) (taal, rekenen, godsdienst, creatieve activiteiten en lichamelijke opvoeding) zijn 16 uur beroepsgerichte vorming (BGV) voorzien. Daarop volgt de opleidingsfase van 2 leerjaren waarin de leerling één van de hier bovengenoemde opleidingen kiest. Elf uur ASV (waaronder nu ook 1 uur informatica) en 21 uur BGV maken het weekprogramma uit. In het 4de en 5de jaar, kwalificatiefase genoemd, doorlopen de leerlingen stages, 3 weken in het eerste jaar en 6 weken in het 5de jaar. Tien uur ASV en 22 uur BGV zijn voorzien. Na het beëindigen van de opleiding kan de leerling, indien gewenst, een Alternerende Beroepsopleiding (ABO) volgen, in samenwerking met de VDAB. Tijdens dit schooljaar komen de leerlingen twee dagen per week naar school waar ze verder begeleid worden naar een effectieve tewerkstelling, de andere drie dagen werken ze in een bedrijf.
Interne zorg Tijdens hun verblijf in de school worden de leerlingen pedagogisch ondersteund door leerlingenbegeleiders/opvoeders, leerkrachten, jojo-medewerker. (Het JoJo project is een tewerkstellingsproject van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming. Het project richt zich in het bijzonder tot laaggeschoolde, allochtone en kansarme jongeren. De inzet van de startbaners in scholen(gemeenschappen) gebeurt via drie projecten: waaronder preventieproject. Er is tevens paramedische ondersteuning voorzien door een sociaal verpleegster, die zorgt voor medische hulp en voor de contacten met de externe organisaties die specifieke hulp kunnen bieden aan de leerlingen. Door een kinesitherapeut en logopediste die tijdens het lesgebeuren als hulp in de klas meewerken. Binnen de instelling werd ook een GOK- team * (Gelijke Onderwijs Kansen) opgericht, dat bestaat uit leerkrachten, een opvoeder en een directielid).
Het doel is dat via ondersteuning alle leerlingen dezelfde mogelijkheden en kansen krijgen om te leren en zich te ontwikkelen. Er wordt gewerkt rond 2 grote thema's: "leerling- en ouderparticipatie" en "preventie en remediëring van studie- en gedragsproblemen". Concreet doen ze inspanningen voor de leerlingenraad, leren leren, schorsingen, langdurig afwezige leerlingen Door hun initiatieven verbeteren ze het beleid op school voor die leerlingen die er nood aan hebben, maar dit komt uiteraard ten goede aan alle leerlingen op school. Nauwe samenwerking en overleg met de leerlingbegeleiding dragen hier ook toe bij.
De school werkt nauw samen met het Comité Bijzondere Jeugdzorg (dat zorgt voor de rechten van het kind: bescherming, diensten, participatie), de Dienst Geestelijke Gezondheidszorg, de Sociale Dienst van de Jeugdrechtbank, het JAC (Jongeren Adviescentrum), VDAB ). Dat is eveneens het geval met de Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst Brugge. DPBkiest voor een doorgedreven werking aan de basis en dit liefst in de context van de hele school. Prioritair in hun begeleidingswerk is en blijft de aanwezigheid van school- en vakbegeleiders in de scholen zelf, dicht bij het schoolbestuur, de directie, de leraren en de opvoeders. Aantal leerlingen in het Nederlandstalig buitengewoon secondair onderwijs in Ter Strepe Middelkerke volgens onderwijsniveau, type en geslacht in het schooljaar 2011-2012.
Type 1*
Type 3**
Jongens
Meisjes
Totaal
Jongens
Meisjes
Totaal
Jongens
Meisjes
Totaal
55
16
7
15
2
17
70
18
88
* type 1: kinderen met een lichte mentale handicap ** type 3: kinderen met karakteriële problemen (gedrags- en emotionele stoornissen, ADHD*, autisme, ) ***ADHDstaat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder. Het wordt ook wel aandachtstekort - hyper kinetische stoornis of aandachtstekort - hyperactiviteitstoornis genoemd.
Hoeveel leerlingen slagen erin door te stromen naar het gewoon arbeidscircuit? Zoals hierboven reeds gezegd heeft de opleidingsvorm 3 tot doel de integratie in een gewoon leef- en werkmilieu te bereiken. Van de leerlingen type 1 met lichte mentale achterstand slagen 65% erin om die doelstelling te bereiken. Van de leerlingen type 3, die moeilijker handelbaar zijn, zijn er slechts 15% die in dat opzet slagen.
Wat zal de toekomst voor de school brengen? Hoewel daar nog geen termijnen bij genoemd worden, zouden er plannen bestaan om de school voor BLO (buitengewoon lager onderwijs) uit Gistel en/of Oostende naar Middelkerke over te brengen. In de toekomst zou de school er ook een internaat bijkrijgen.
Ik bedank de directrice mevrouw Martine Rabaey voor de hartelijke ontvangst en voor het ter hand stellen van de nodige documenten.
De volledige naam van de school luidt: School voor individueel begeleid en aangepast buitengewoon secundair onderwijs (BuSO) voor jongeren van 13 tot ca 21 jaar met een matige tot zware mentale retardatie en/of met Autisme-Spectrum-Stoornis (ASS).
Hoe verloopt de vorming? Het is individueel begeleid onderwijs omdat er in principe geen klassikaal programma bestaat. Alle lessen worden opgevolgd op basis van de persoonlijke kennis, inzet, vorderingenen vaardigheden van de jongere. De term Aangepast onderwijs slaat op het veelvuldig gebruik van hulpmiddelen en/of technieken om de mogelijkheden van de student maximaal te ontplooien of om eventuele beperkingen tot een minimum te reduceren.
OV1 Leefgroep Opleidingsvorm 1 bereidt jongeren van het type 2, 3 en 4 voor op een zinvolle dagbesteding in een dagcentrum en/of op beschermd wonen thuis of in een andere woonvoorziening. Daarbij worden de accenten vooral gelegd op dagdagelijkse communicatie, (zelf)redzaamheid, sociale vorming, zinvolle vrijetijdsbesteding en (senso)motoriek (= koppeling tussen het vermogen om te bewegen en het opdoen van zintuiglijke prikkels, zoals zien, horen, voelen, bijvoorbeeld om een bal te kunnen vangen moet je die kunnen zien)
Bij de samenstelling in (kleine) klasgroepen wordt rekening gehouden met de mogelijkheden en het sociaal functioneren van de leerlingen.
OV2 Leef- & werkgroep Opleidingsvorm 2 bereidt jongeren van het type 2 en 4 voor om te kunnen functioneren in een beschermende leef-, woon- en werksituatie. We onderscheiden 2 fasen. In fase 1 maken de leerlingen op een eigen tempo, samen met de leerkracht, de overgang van het lager naar het secundair onderwijs. Aan de hand van een individueel stappenplan werken de leerlingen aan de uitbreiding van hun mogelijkheden en leren de basistechnieken aan die ze nodig hebben om in fase 2 zich verder te kunnen ontwikkelen.
Communicatie, (zelf)redzaamheid, sociaal-maatschappelijke vorming, zinvolle vrijetijdsbesteding en (senso)motorische ontwikkeling vormen dan ook de basis van hun algemene vormingsuren. Het wekelijks koken van hun eigen middagpotje bevestigt hun groei naar zelfstandigheid. In fase 2 worden de leervaardigheden en werkattitudes functioneel uitgebouwd om zo tot een optimale integratie in een beschermende leef-, woon- en werksituatie te komen. Vooral de arbeidsgeschiktmaking komt daarbij aan bod. In deze fase wordt ook de mogelijkheid ingebouwd tot stage lopen in een beschutte werkplaats of andere dienstverlenende of sociale voorziening in functie van een eventuele latere tewerkstelling. De mogelijkheid om op school kennis te maken met houtbewerking, metaalbewerking, (groen)onderhoud, opknapwerk of een administratieve opdracht en dit zowel in groepswerk of 'aan de band' is dé voorbereiding op een latere tewerkstelling en/of vrijetijdsbesteding. Leerlingen lopen daarom stage in enkele lokale instellingen en bedrijven: OCMW, containerpark en werkplaats gemeente, carwash, Kleine klasgroepen bieden de mogelijkheid tot individuele benadering van de leerlingen. Aangepast leer- en werkmateriaal beantwoordt aan de individuele noden van de leerlingen en bevordert de sociale- en denkvaardigheden, de noodzakelijke werkattitudes. Zowel in de opleidingsvorm 1 als 2 worden de jongeren zowel individueel als in groep paramedisch (logo, kine, verpleging) begeleid en extra (ortho)pedagogisch ondersteund door speciaal opgeleid personeel. De aanwezigheid van een bibliotheek, sportzaal, zwembad, cultuurzaal en winkels in de groene 'achtertuin' van de school maakt dat de leermomenten volledig aansluiten bij concrete leefsituaties binnen en buiten de school. De school is verder nogal vooruitstrevend inzake het welbevinden en de maximale ontplooiing van de jongens en meisjes. Extra-murosactiviteiten, relationele vorming, bewegingstherapie volgens Veronica Sherborne (zie http://www.multiplus.be/literatuur/Sherborne.pdf ), aangepast gebruik van de computer, leefsleutels (zie http://leefsleutels.be/cms/secundair/ ), gebruik van visuele communicatieprogramma's zoals Beta (zie http://www.betavzw.be/) en Vijfhoekpicto's (zie http://www.ictwijs.eu/index.cfm?ee=2|327) geven een extra dimensie aan het dagdagelijks structuurprogramma. Naast een aantal dagdagelijkse projecten in verband met een betere voorbereiding op de aangepaste arbeidsmarkt en het later leven in de maatschappij hebben we ons dit jaar vooral verdiept in een project om de eenvoudige menselijke (zintuiglijke) waarden van onze jongeren te stimuleren en/of verder te ontplooien. Hieruit ontsproot de senso-tuin gedachte.
Wat is autisme eigenlijk? Autisme is een pervasieve ontwikkelingsstoornis (zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Pervasieve_ontwikkelingsstoornis) die zich kenmerkt door beperkingen in de sociale interactie, de communicatie en door zich steeds herhalend gedrag. De stoornis is al aanwezig vóór de geboorte, maar is op zeer jonge leeftijd vaak nog niet duidelijk te diagnosticeren. Vaak is dat pas vanaf het derde levensjaar mogelijk, maar het kan ook pas op latere leeftijd duidelijk worden, afhankelijk van de alertheid van ouders, verzorgers en artsen. De stoornis kan niet genezen worden. Een persoon met een ernstige vorm van autisme kan niet zelfstandig leven. Vroeger dacht men dat alleen mensen met een verstandelijke handicap autistisch konden zijn. Tegenwoordig wordt autisme als grotendeels onafhankelijk van de intelligentie beschouwd. Wat de oorzaken van autisme betreft, zijn er nog maar weinig wetenschappelijk goed onderbouwde conclusies. Autisme is afgeleid van het Griekse woord αὐτός, zelf. Autisme is een ingrijpende stoornis in de ontwikkeling van het kind, met gevolgen voor de rest van het leven. Bij personen met autisme kan de ontplooiing van onder andere de sociale relaties, de taal en de verbeelding heel verstoord verlopen.
Ik bedank de heer Eric Sorel en zijn assistente mevrouw Martine Verhaeghe voor de hartelijke ontvangst en de rondleiding in hun school.
Het college, de gemeenteraad en de OCMW raad werden geïnstalleerd in Middelkerke.
Welke voorwaarden moesten eerst vervuld zijn? Indien er geen bezwaar ingediend wordt en als de gemeenteverkiezingen geldig verklaard worden, dan moet de installatievergadering overeenkomstig artikel 7, § 1, lid 1 van het gemeentedecreet plaatsvinden op de eerste werkdag van de maand januari om 20u.
Er werden echter drie klachten ingediend! Overeenkomstig artikel 85ter van de gemeentekieswet, moet elk bezwaar tegen de verkiezing op straffe van verval worden ingediend bij de Raad voor Verkiezingsbetwistingen binnen de 40 dagen te rekenen van de dagtekening van het proces-verbaal van de verkiezing, in ons geval vóór 23 november 2012. De uitslag van de verkiezingen is definitief de 75ste dag na de verkiezingen, deze keer dus op 28 december 2012. De klachten werden ingediend door de lijst Dedecker, door Lucien Niville van de Open VLD en door iemand (?) van de N-VA. De LDD en de illustere onbekende van de N-VA beweren dat in één stembureauau (in De Branding) stembussen niet verzegeld waren en dat sommige stembiljetten niet afgestempeld waren. Lucien Niville van Open VLD, nochtans de partij die vanaf januari de burgemeester levert, kon amper geloven dat hij maar 575 stemmen haalde en vooral dat hij slechts veertig stemmen haalde in zijn eigen buurt in Lombardsijde. Hij zou signalen gekregen hebben dat er zaken verkeerd liepen en wil duidelijkheid. Zijn partijgenoot Michel Landuyt schrijft Luciens klacht gewoon toe aan teleurstelling. De klachten van Niville en van de N-VA werden onontvankelijk verklaard, de klacht van Jean-Marie Dedecker ontvankelijk maar ongegrond. De verkiezingen werden geldig verklaard op 14.12.2012. Dedecker reageerde ontgoocheld. Hij was er echt van overtuigd, na raadpleging van twee advocaten en van een professor staatsrecht, dat zijn klacht zou aanvaard worden en dat er herverkiezingen zouden komen. In Kinshasa verlopen de verkiezingen correcter', zegt hij. Hij weerlegt dat zijn partij voordeel zou halen bij een andere zetelverdeling. Begrijpen jullie dat? Hij verklaart: Ik doe dit niet uit weerwraak. Ik ambieer rechtvaardige verkiezingen zodat er een rechtvaardige coalitie kan gemaakt worden. Dedecker behaalde het grootst aantal voorkeursstemmen en LDD behaalde 24,9 procent van de stemmen en werd de op één na grootste, maar verliezers CD&V en Open VLD vormden toch een coalitie. Ik wil echt opnieuw naar de stembus om te zien wat de bevolking vindt van deze Kortrijkse toestanden. Hij heeft nu klacht ingediend bij de Raad van State. De raad heeft nog een goede maand de tijd om uitspraak te doen. De procedure is dus nu lopende. Burgemeester Michel Landuyt (Open VLD) was blij met de uitspraak van de Raad voor Verkiezingsbetwistingen en noemt Dedecker een slechte verliezer. Zoals hij ooit nog eens beweerde dat de wolf wel zijn haren maar niet zijn streken verliest, raadpleegde hij ook deze keer zijn handboek van verkeerde uitdrukkingen: In de sportwereld is winnen de Olympische gedachte, maar je moet ook kunnen verliezen'. Hij bedoelt misschien zoals de Coubertin, dat in de politiek deelnemen belangrijker is dan winnen? Of toch niet?
De installatievergadering op 2 januari 2013 om 20 uur, verliep als volgt Een honderdtal geïnteresseerde toeschouwers, waarvan de eerste al de dertig zitplaatsen begonnen in te nemen vanaf 19 uur, hadden in de veel te kleine zaal plaats genomen. Het waren vooral familieleden van de verkozen raadsleden en kandidaat-leden OCMW. De pers, die vroeger een bevoorrechte plaats kreeg, moest vanuit een hoekje toezien. Talrijke fotografen legden de gebeurtenissen vast op de digitale cameras. Ik wou al rechtstaan toen het schepencollege, de nieuwe burgemeester op kop, de zaal betrad maar dat schijnt niet tot de geplogenheden te behoren. Of moet ik schrijven niet meer? Gebrek aan respect? Je zou ook verwachten dat alle verkozen leden van het college en van de raad er op hun paasbest zouden uitzien, maar neen zelfs de voorzitter/oud-burgemeester verscheen in vrijetijdskledij zonder das en met open col. Ligt zoiets juist niet (voor een heel klein deel) aan de basis van dat gebrek aan respect? Wat zijn de tijden toch veranderd! Maar ja, ik zal wel weer ouderwets zijn, zeker?
Opening van de vergadering De vergadering werd geopend door uittredend burgemeester Michel Landuyt, die ook uittredend voorzitter was, maar die nu als burgemeester vervangen werd door Janna Rommel-Opstaele, maar die voorzitter blijft. Omdat er helaas geen geluidsinstallatie aanwezig is in de zaal, kon ik met mijn verminderd gehoor, niet alles verstaan. Spijtig! Het werd een chaotische maar al bij al rustige bedoening. Op 2 januari 2001 was het wel anders toen leden van het actiecomité tegen het asielcentrum, na een betoging, luidruchtig hun mening kwamen geven.
Onderzoek van de geloofsbrieven van de gemeenteraadsleden Met het volgend punt op de agenda wordt nagegaan of de verkozen raadsleden nog aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoen en zich niet in één van de gevallen van onverenigbaarheid bevinden. De voorwaarden zijn opgesomd in de artikelen 1 en 1 bis, annex artikel 65 van de gemeentekieswet: Belg of EU-onderdaan zijn, de volle leeftijd van 18 jaar bereikt hebben, ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van de gemeente, niet door een veroordeling ontzet zijn uit het recht om gekozen te worden, niet uitgesloten of geschorst zijn van het kiesrecht als gemeenteraadskiezer, niet veroordeeld zijn in de uitoefening van een gemeenteambt wegens verduistering, knevelarij, aanvaarden van giften of beloften, omkoping en belangenvermenging. In toepassing van artikel 75 van de nieuwe gemeentewet dient voor iedere kandidaat te worden nagegaan of hij/zij geen met het mandaat van gemeenteraadslid onverenigbaar ambt vervult, of hij/zij niet aan een onderneming deelneemt of een beroep of ambacht uitoefent waarvoor hij/zij een wedde of een toelage van de gemeente ontvangt. De onverenigbaarheden zijn opgesomd in de artikelen 72, 72bis, 73, 74 en 331, § 4 van de nieuwe gemeentewet en artikel 11 van het gemeentedecreet. Het verbod voor bloed- en aanverwanten om samen zitting te hebben in de gemeenteraad, is nog steeds beperkt tot de tweede graad (zie W. 12-8-2000, B.S. 26-8-2000). (eerste graad: vader zoon/dochter, moeder zoon/dochter;tweede graad broer zuster; oom - neef = derde graad)
Eedaflegging van de raadsleden Voordat ze hun mandaat aanvaarden, leggen de verkozen gemeenteraadsleden van wie de geloofsbrieven werden goedgekeurd, in openbare vergadering de volgende eed af in handen van de voorzitter van de installatievergadering: Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen. De burgemeester die al de eed heeft afgelegd bij de gouverneur, dient niet nogmaals de eed af te leggen. Janna Opstaele deed dat reeds op 22 december 2012. Van de verkozen leden van de lijst Dedecker zijn er twee die verzaken. Wim Landuyt kon natuurlijk niet zetelen en wel om twee redenen: zijn zuster Lieve had meer voorkeurstemmen en zetelt dus. Bovendien werkt hij bij de gemeente wat onverenigbaar is met het statuut van raadslid. Ook Rosalinde Verlinde stelt haar mandaat ter beschikking. Zij verkiest eveneens haar job bij de gemeente boven een mandaat als gemeenteraadslid. Wist ze dat nog niet voor de verkiezingen? Ik vind dat beide verzakende kandidaten daarmede een vorm van kiezersbedrog plegen. Zij worden nu vervangen door Dirk De Poortere en Diego Demarcke. Omdat ik het zo logisch vind dat iemand die voor iets verkozen wordt (de wil van de kiezer!!), zijn/haar mandaat ook opneemt, ga ik dan altijd eens kijken naar de verkiezingsfolders die de bewuste kandidaten verspreid hebben. Wim Landuyt deed geen grote beloften, enkel Eén stap vooruit, wat dat ook moge inhouden! Rosalie Verlinde: Het casino moet dringend worden gerenoveerd met een internationale architectuurwedstrijd. Zowel de kern- als de deelgemeenten moeten topevenementen aantrekken op sportief en op recreatief vlak. Daarbij mag het hinterland als toeristische troef niet worden vergeten. Zal ze dat nu realiseren vanuit haar bureaustoel in de gemeente?
Vastleggen van een rangorde van de raadsleden Er wordt aangeraden een rangorde van de raadsleden vast te stellen, hoewel dit niet expliciet meer vermeld wordt in het gemeentedecreet. Soms wordt immers een beroep gedaan op het raadslid met de meeste anciënniteit zoals bijvoorbeeld om de voorzitter van de raad te vervangen bij diens afwezigheid (zie art. 8, § 4 gemeentedecreet). Na de afgelopen verkiezingen ziet de ranglijst, beperkt tot de eerste tien, er als volgt uit. Tussen haakjes zien jullie de anciënniteit in dagen/maanden/jaren en in geval van gelijkheid het aantal behaalde naamstemmen. 1) Michel Landuyt (16/11/23), 2) Johnny Devey (23/09/19), 3) Janna Rommel-Opstaele (21/05/17), 4) Gerard Soete (01/04/17), 5) Geert Verdonck (30/08/12), 6) Liliane Pylyser-Dewulf (00/00/12 - 1036), 7) Bart Vandekerckhove (00/00/12 993), 8) Carine De Jonghe (00/00/12 990), 9) Lode Maesen (05/10/10) 10), Lieve Landuyt (10/11/07) . Zien jullie nu waarom ik ooit schreef dat vernieuwing aan de top van de Open VLD zowel voor de partij als voor de gemeente wel eens welkom zouden zijn? Michel al 23, Johnny al 19 en Janna al 17 jaar aan de macht, waarvan 12 jaar in de meerderheid!!!
<ALIGN="CENTER">>
Verkiezing van de voorzitter van de gemeenteraad De verkiezing van de voorzitter van de gemeenteraad door de gemeenteraadsleden gebeurt op basis van een akte van voordracht van de kandidaat-voorzitter. Zij wordt ondertekend door meer dan de helft van de verkozen raadsleden op de lijsten die aan de verkiezingen hebben deelgenomen. Om ontvankelijk te zijn, moet zij ondertekend zijn door een meerderheid van de personen die op dezelfde lijst als deze van de voorgedragen kandidaat werden verkozen. De akte wordt uiterlijk 8 dagen vóór de installatievergadering van de gemeenteraad tijdens de kantooruren aan de gemeentesecretaris overhandigd. Na de eedaflegging door de gemeenteraadsleden, overhandigt de gemeentesecretaris de akte van voordracht van de kandidaat-voorzitter aan de voorzitter van de installatievergadering. Deze gaat na of de voordrachtsakte ontvankelijk is. Hier controleert hij dus zichzelf. Er zal wel geen probleem geweest zijn zeker, want de voorgedragen kandidaat-voorzitter werd verkozen verklaard.
Aanwijzing van de leden van het college van burgemeester en schepenen Artikel 45, § 1 van het gemeentedecreet voorziet een procedure van schriftelijke voordracht van kandidaten voor het schepenambt, naast het ambtshalve schepenambt van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn (verplicht vanaf 2013) en rekening houdend met artikel 44, § 4 van het gemeentedecreet dat bepaalt dat het college van burgemeester en schepenen uit personen van verschillend geslacht dient te bestaan. Het volstaat dat 1 persoon van het andere geslacht in het college zit. Dit kan ook de OCMW - voorzitter zijn. Dat is dus ruimschoots het geval in Middelkerke, waar het college zal bestaan uit 3 vrouwen en 4 mannen. De procedure voor de verkiezing van de schepenen werd gewijzigd. De schepenen worden voortaan verkozen via een verkiezing op basis van een gezamenlijke akte van voordracht met een dubbele meerderheid, een vereiste die voor iedere kandidaat-schepen moet voldaan zijn. Onder dubbele meerderheid verstaan we een meerderheid van de voltallige gemeenteraad alsook een meerderheid van de aan de lijst van de voorgedragen kandidaat-schepen toegewezen gemeenteraadsleden. De gezamenlijke akte van voordracht wordt uiterlijk 8 dagen voor de installatievergadering van de gemeenteraad ten laatste 24 december, aan de gemeentesecretaris overhandigd. Ik vind deze nieuwe procedure minder democratisch. Nadat de gemeenteraadsleden de eed hebben afgelegd, overhandigt de gemeentesecretaris de gezamenlijke akte van voordracht van de kandidaat-schepenen aan de voorzitter van de gemeenteraad. Deze gaat na of de gezamenlijke voordrachtsakte ontvankelijk is. In voorkomend geval worden de kandidaat-schepenen verkozen verklaard. De rang van de schepenen wordt bepaald door de rangorde op de gezamenlijke akte van voordracht:
1) Liliane Pylyser-Dewulf 2) Michel Landuyt 3) Johnny Devey 4) Bart Vandekerckhove 5) Francine Ampe-Duron
De OCMW-voorzitter is steeds de laatste schepen in rang. Overeenkomstig artikel 44 van het gemeentedecreet is de voorzitter van het OCMW van rechtswege lid van het college van burgemeester en schepenen. Hij telt mee om te bepalen of het college rechtsgeldig is samengesteld naar geslacht. Vooraleer hun mandaat te aanvaarden, leggen de schepenen de eed af in handen van de burgemeester: Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen. En hoe verliep verder het optreden van de nieuwe burgemeester Janna? Jean-Marie Dedecker sprak na de vergadering van de stomme van Portici. Jullie kennen toch wel de opera van de Franse toondichter Auber? Tijdens de opvoering ervan op 25 augustus 1830 in de Muntschouwburg in Brussel geraakten de gemoederen van de toeschouwers zo sterk in beweging, dat er anti-Hollandse rellen uitbraken die tot de Belgische revolutie zouden leiden. Een bijzonderheid aan de opera is verder dat de hoofdfiguur stom is. Zij zingt dus gedurende de hele opera geen noot maar in plaats daarvan danst zij en maakt zij veel gebaren met haar armen. Hier kwamen er geen rellen, Janna zong geen noot en danste niet en maakte geen gebaren. We moeten nog afwachten of dat altijd zo zal blijven.
Verkiezing van de nieuwe OCMW raad De OCMW raadsleden en hun opvolgers worden aangeduid door de gemeenteraad. Dit gebeurt ook tijdens de installatievergadering van de nieuwe gemeenteraad. De kandidaturen dienen schriftelijk ingediend te worden en de kandidaten hoeven niet aan de gemeenteraadsverkiezingen te hebben deelgenomen. De verkiezing gebeurt in één stemronde volgens het meervoudig stemrecht. Dit betekent dat elk gemeenteraadslid beschikt over een aantal stemmen dat bepaald wordt door het aantal te verkiezen OCMW- raadsleden. Voor Middelkerke (bevolking van 15 001 tot 50 000 inwoners) is dat:
AANTAL OCMW-RAADSLEDEN
AANTAL STEMMEN PER GEMEENTERAADSLID
11
6
Elk gemeenteraadslid ontvangt dus zes stembrieven, dus in totaal worden er 25 x 6 = 150 brieven uitgedeeld. Op elk biljet mag hij voor één kandidaat werkend OCMW- raadslid kiezen. De kandidaten met het meeste aantal stemmen zijn verkozen. De kandidaat OCMW- raadsleden moeten over een minimum aantal stemmen beschikken om verkozen te worden. Wanneer de voorgaande gegevens verwerkt worden, brengt ons dit tot een resultaat van stemmen om verkozen te worden : 150 : ( 11 + 1 ) = 12,5 = afgerond 13. Dit cijfer wordt de deler. Het deelgetal wordt het aantal stemmen opgedeeld per politieke fractie..
1) CD&V/NVA : aantal gemeenteraadsleden : 5 aantal stemmen : 5 x 6 = 30 aantal verkozen raadsleden : 30 : 13 = 2 overschot 4
2)Progressief kartel: aantal gemeenteraadsleden : 2 aantal stemmen : 2 x 6 = 12 aantal verkozen raadsleden : 12 : 13 = 1 tekort 1
3)VLD : aantal gemeenteraadsleden : 9 aantal stemmen : 9 x 6 = 54 aantal verkozen raadsleden : 54 : 13 = 4 overschot 2
4) Lijst Dedecker aantal gemeenteraadsleden : 7 aantal stemmen : 7 x 6 = 42 aantal verkozen raadsleden : 42 : 13 = 3 overschot : 3
5) N-VA aantal gemeenteraadsleden : 2 aantal stemmen : 2 x 6 = 12 aantal verkozen raadsleden : 12 : 13 = 1 tekort : 1
De stemmen (54 voor Open VLD en 30 voor CD&V) bleven in de eigen partij. De twee ontbrekende voor N-VA en Progressief Kartel werden geleverd door de lijst Dedecker, die het niet meer dan rechtvaardig vond dat alle fracties vertegenwoordigd zijn in de raad. Nu er zoveel heisa is over de gedoogsteun door het Vlaams Belang in Denderleeuw is het misschien interessant even te vermelden dat in 2007 in Middelkerke de CD&V twee stemmen kreeg van het VB.
Wie zal er in de raad zetelen? Zo ziet de raad er dan uit (tussen haakjes het aantal stemmen)
VLD
CD&V
Lijst Dedecker
Progressief kartel
N-VA
Geert Galle (13)
Dirk Gilliaert (15) (Voorzitter)
Bianca Ryckewaert (13)
Ringo Vandermeeren(13)
Sandra Plaetevoet(13)
Liliane Loosbergh -Viaene (13)
Linda Pittery-Cobbaert (0)
Jan Vandamme(14)
Lisette Maurau-Jonckheere (15)
Ronny Devriendt (15)
Eddy Van Muysewinkel (13)
Frederick Spaey (13)
<ALIGN="CENTER">>
Opmerkelijk: 1) geen Erica Blomme meer! Ze werkt voor de gemeente en dat is, sinds vorig jaar, onverenigbaar met het statuut van OCMW raadslid. Je zou dan denken dat de volgende Groene op het gebied van aantal voorkeurstemmen haar zou vervangen. Dat is Claire Van Loo! Maar, die werkt ook voor de gemeente! Gilles Maene dus? Neen, want die studeert in Gent en vindt dat hij daardoor niet in de mogelijkheid is om zijn taak als raadslid naar behoren te vervullen. In zijn verkiezingsfolder lees ik nochtans: Aan de kant blijven staan is niet mijn stijl. Dan was Ringo Vandermeeren aan de beurt. Hij werkt al sedert jaar en dag in de sociale sector en zal dus zeker een meerwaarde betekenen voor de OCMW raad.
2) geen Linda Pittery-Cobbaert meer! De CD&V had dus maar recht op 2 verkozen raadsleden tenzij ze 9 stemmen zouden gekregen hebben van de andere partijen. Dat gebeurde dus niet en Cobbaert behaalde dus geen stemmen. Toch droeg de partij drie kandidaat-werkende leden voor, wat vragen opwierp bij Jean-Marie Dedecker. Volgens Gilliaert legt het OCMW decreet geen beperkingen op inzake het aantal voorgedragen leden. De voordracht van Cobbaert zou ingegeven geweest zijn door de wettelijke vereiste om kandidaten van verschillend geslacht voor te dragen. De CD&V had natuurlijk ook Cobbaert kunnen voordragen in plaats van Devriendt.
3) Geert Galle, voorzitter tijdens de vorige legislatuur, combineert het mandaat van gemeenteraadslid met dat van OCMW raadslid. In tegenstelling tot 6 jaar geleden, zou 1/3 van de gemeenteraadsleden tegelijkertijd ook een mandaat van OCMW raadslid mogen vervullen. Dat gebeurt echter zelden om zoveel mogelijk kandidaten aan een mandaat te helpen. Galle, uittredend voorzitter, brengt natuurlijk zijn ervaring mee, maar had zijn plaats als gemeenteraadslid kunnen afstaan.
4) de lijst Dedecker onthield zich bij de goedkeuring van de verkiezing van de leden van de OCMW raad. Jean-Marie legde tijdens de installatieraad uitvoerig uit (te volgens mij) waarom. De onthouding wordt gebaseerd op fouten van de administratie die zijn partij niet wil legaliseren. Op 27 december werd hij namelijk door de gemeentesecretaris geïnformeerd dat er gebreken kleefden aan de voordrachtakten van N-VA en Progressief Kartel, waardoor de akten zouden kunnen onontvankelijk verklaard worden. Ik wil de lezer niet belasten met alle details maar het ging over indienen en aanpassen ervan op de laatste dag waarop zulks nog kon (24.12) terwijl de administratie vanaf s middags niet meer bereikbaar was. Daarom gebeurde dit dan maar op 27.12. Te laat, dus!
Bronnen Artikel in De Standaard van bvb op 13.11.2012 Drie klachten over verkiezingen in Middelkerke Artikel in Het Nieuwsblad van woensdag 14 november 2012 door efo: Gemaakte fouten zwaar genoeg voor herverkiezing Artikel in Het Nieuwsblad van zaterdag 15 december 2012 door Dominique Jauquet: Klacht ongegrond, Dedecker blijft uitslag aanvechten http://www.ocmwmiddelkerke.be/ocmwraad.asp Foto http://www.middelkerke.be/Gemeenteraad.aspx Foto
Telkens ik vlaggen zie wapperen in Middelkerke, word ik er helaas opnieuw mee geconfronteerd: de huisstijlvlaggen. Niet dat die in mijn weg hangen, maar ik mis een echte gemeentevlag. Ik heb daarover op 26 juli 2009 al een artikel geschreven met als titel Huisstijlvlag maar geen gemeentevlag in Middelkerke! Jullie vinden het in de map Gemeentediensten. Hebben jullie dat misschien gelezen? Dan weten jullie dat ik dat initiatief afgekeurd heb, alle mogelijke intenties van het gemeentebestuur ten spijt. Waarom? Omdat het een toeristische vlag is, geen officiële! Met huisstijl wordt bedoeld dat die vlag visueel de symbolische identiteit van de gemeente zou moeten uitstralen. Dat is nu reeds het tweede model. Jullie zien ze beide hieronder. Het eerste, de witte met het logo, werd later vervangen door een oranje - blauwe waarop volgens de ontwerpers de zee en het strand centraal staan. Negen blokjes zouden de negen deelgemeenten voorstellen, drie blauwe voor de badplaatsen Middelkerke, Westende en Lombardsijde en zes gele voor de deelgemeenten in het hinterland. De golvende lijn stelt de duinen, de kust, het strand en de zee voor en moet een dynamische input aan het logo geven. Samen met de blokjes vormt ze een vlieger, een speels element, wat het kindvriendelijk karakter van de gemeente zou beklemtonen. Onder de gemeentenaam Middelkerke staat het woord gemeente. Dat zou duiden op het gezellige, het vriendelijke, het sociale en het mensvriendelijke karakter (naast de grootsteden(??) in de buurt). Je moet het maar kunnen uitleggen!
Ik vind dus nog steeds dat deze huisstijlvlag onmogelijk kan doorgaan voor de officiële vlag van de gemeente. . Er bestaat namelijk een decreet van 27 april 2007 van de Vlaamse gemeenschap, waar in artikel 2 §1 voorzien is dat elke gemeente een wapenschild en een vlag moet hebben. En die worden niet zomaar gekozen. Een gemeentelijke vlag moet verwijzen naar de kleuren van het wapenschild en moet heraldisch verantwoord zijn. De vlag moet samen met het wapenschild een symbool zijn voor de gemeenschap van al de burgers die men gemeente noemt. Die heeft dus niets met de toerist te zien. De vlag moet goedgekeurd worden door de gemeenteraad en door de Vlaamse Gemeenschap. Ziehier het wapenschild van de gemeente, dat goedgekeurd werd door de gemeenteraad na de fusie van 1977.
Het is een samenvoeging van het schild van Camerlinx Ambacht in het Brugse Vrije, links, en rechts het schild van Lombardsijde, omdat dit geen deel uitmaakte van het Camerlinx Ambacht.
Zelfs de heemkundige kring Graningate speelde het spel van de gemeente mee Toen de heemkring enige tijd geleden, in samenwerking met de dienst Erfgoed, een tentoonstelling * organiseerde over verenigingsvlaggen (en een aantal officiële) zouden veel mensen het een gemis gevonden hebben dat de officiële Middelkerkse vlag er niet bij was. De cultuurdienst zou er nochtans één gezocht hebben, maar zou er geen deftige gevonden hebben. Zie je wel? De voorzitter van Graningate had het toen in zijn toespraak over de vlag en de symboliek daarvan. Vlaggen zijn belangrijke stukjes erfgoed voor verenigingen en voor de hele gemeenschap. Ze vertellen een kleurrijk verhaal over de geschiedenis, de waarden en de inspiratie van een vereniging. Hij sprak over de vlag van de vereniging waar de leden achter staan en van de vlag van de gemeente. Ik blijf dus bij mijn mening dat men die huisstijlvlag gewoon beschouwde als de gemeentevlag. De pers kondigde die destijds ook als dusdanig aan. Waarom zou die anders aan het gemeentehuis gewapperd hebben, naast de Belgische driekleur en de provinciale vlag en met de Vlaamse vlag aan de kerkzijde?
Ook Wikipedia gaapt de gemeente na Jullie moeten maar eens de volgende link aanklikken: http://nl.wikipedia.org/wiki/Middelkerke Dan zullen jullie kunnen vaststellen dat de fameuze huisstijlvlag daar als de vlag van Middelkerke voorgesteld wordt en dat de officiële gemeentevlag hen niet bekend is.
Een nieuwe ontwikkeling Mijn verwachting is nog nooit geweest dat één van mijn artikelen in de gemeente iets zou losmaken, dat men naar mij zou luisteren. Als dat dan toch gebeurt, zelfs al is dat toevallig, dan vind ik dat een goeie zaak. De cultuurdienst van de gemeente heeft mij nu nieuwe informatie en fotos bezorgd, die erop wijzen dat er wel een gemeentevlag bestaat in Middelkerke of tenminste ooit bestaan heeft. De officiële Middelkerkse vlag zou toegekend zijn in 1987 (volgens het ministerieel besluit van 26 mei 1987). Daarin wordt, zoals het ook hoort, verwezen naar het wapenschild. Een officiële voorstelling vinden jullie hier: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/dibe/geheel/20192 Het zilver van het wapen is in de vlag vervangen door wit, overeenkomstig de heraldische kleurregels.
Waarom wordt die vlag dan niet gebruikt? In tegenstelling tot het wapen dat vervat zit in het gemeentezegel gebruikt Middelkerke zijn officiële vlag zelden. Maar er is een periode geweest dat het bestuur het wel intensief gedaan heeft Daarvan getuigen de volgende fotos.
In de periode vóór de officiële (1987) en de huisstijlvlaggen (2003) werden blauwwitte vlaggen gebruikt.
Dat was eveneens het geval in Westende maar hier was de vlag diagonaal ingedeeld in een blauwe en een witte helft. Ik heb er helaas geen afbeelding van gevonden. Is iemand misschien in het bezit daarvan? Ondertussen heeft de gemeentelijke cultuurdienst, in samenwerking met de dienst Informatie, een nieuw ontwerp gemaakt en zijn er twee exemplaren in productie: één om in de raadzaal te zetten en een andere die kan meegedragen worden bij allerhande plechtigheden.
Ik zou graag eens de mening kennen van de lezers van deze blog. Ik ben toch niet de enige verdediger van de echte gemeentevlag, zeker? In de rechtse marge onderaan vinden jullie een keuzevenstertje. Bedankt bij voorbaat voor jullie medewerking!
Aanvulling De dienst 'Cultuurbeleid' van de gemeente, met name Stijn Van Loock, stuurde mij een foto waarop de vroegere vlag van Westende nog gebruikt werd naast de officiële vlag van de gemeente. Onderstaande foto dateert van 2003.
Middelkerke: verdient wijlen Andreas Inghelram, oud-burgemeester en veroordeeld wegens collaboratie tijdens WO2, dat een pleintje naar hem vernoemd wordt?
Het kind moet toch een naam hebben Uittredend schepen Lode Maesen heeft het voorstel hernieuwd om het nog naamloos plein voor CC de Branding te noemen naar voormalig burgemeester en oorlogsburgemeester in 1943 en 1944 Andreas Inghelram. Laten we eens nagaan wat in het voordeel maar ook in het nadeel van dat voorstel spreekt.
Wie was André Inghelram? Andreas Inghelram werd geboren in Middelkerke op 20 september 1901 en overleed er op 24 november 1997. Hij kreeg een vorming als onderwijzer aan de normaalschool van Torhout. In de eerste wereldoorlog zou hij als vrijwilliger actief geweest zijn. Dat moet dan wel helemaal op het einde geweest zijn aangezien hij pas dertien jaar was toen die oorlog uitbrak. Hij trad in dienst in de gemeenteschool van Westende vanaf 1 januari 1924.
Wat stelde de Vlaamse beweging voor tijdens de eerste en de tweede wereldoorlog en tijdens het interbellum? De Vlaamse Beweging tijdens WO1 was in twee groepen verdeeld: een groep die niet bereid was samen te werken met de Duitsers en die zo mogelijk naar Nederland vluchtte (de passivisten) en een groep die actief wilde collaboreren (de activisten). Ook aan het IJzerfront kwam het tot hevige taalconflicten: de meerderheid van de soldaten was Vlaams, maar ze kregen bevelen in het Frans. Zij richtten Vlaamsgezinde kringen op, die evenwel verboden werden in 1917. Daarna kwam het echter opnieuw tot een radicalisering en er ontstond een illegale Frontbeweging die contacten zocht met de activisten. In 1919 ontstond de Frontpartij, die in de jaren twintig op groeiend succes kon rekenen. Het was de erfgenaam van de Frontbeweging en van het activisme. De Vlaams-nationalisten legden de klemtoon op de taalgrieven en eisten amnestie. In de Frontbeweging werd ook de basis gelegd van VOS, aanvankelijk Vlaamschen Oudstrijdersbond, later veranderd in Verbond der Vlaamsche Oudstrijders. Vlaamse soldaten wilden een einde maken aan het militarisme en aan de achterstelling van de Vlamingen. Na de oorlog richtten zij het verbond VOS op met als doelstellingen de verdediging van de Vlaamse zaak, het antimilitarisme en de behartiging van de belangen van de oudstrijders. Dat was oorspronkelijk een Vlaams - bewuste, Open pacifistische en Sociaal bewogen ledenvereniging die aan sociaal-cultureel volwassenenwerk deed. Andreas Inghelram werd in Westende secretaris van die Vlaamse Vredesvereniging, kortweg VOS.
Inghelram in de politiek en lid van het VNV Inghelram ging in Middelkerke in de politiek en bij de gemeenteraadsverkiezingen van 9 oktober 1932 kwam hij voor het eerst op met de Vlaams-nationalistische lijst "Elk Zijn Recht". De lijst behaalde ongeveer 10% van de stemmen, maar geen zetel en de liberalen bleven aan de macht. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1938 trokken de katholieken en Vlaams - gezinde met een lijst naar de verkiezingen, als tegengewicht voor de liberalen. De lijst telde hoofdzakelijk katholieken, naast Inghelram en een andere VNV - er. Ditmaal nam echter ook een socialistisch lijst deel. De liberalen wonnen weer de verkiezingen, maar Inghelram haalde nu wel een zetel. Op 8 oktober 1933 richtte Staf de Clercq het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) op, een rechts-radicale (ook soms als fascistisch bestempelde) Vlaams-nationalistische partij. Het VNV koos al snel de zijde van de bezetter. Inghelram werd er lid en tevens afdelingschef van. De geüniformeerde afdeling van het VNV, de Zwarte Brigade werd aangezien als een partijleger, als de voedingsbodem voor het Vlaams Legioen, een militaire eenheid bestaande uit Vlaamse vrijwilligers die aan de zijde van de Duitsers tegen het Sovjetleger (tegen het bolsjevisme) vochten. De Dietse Militie Zwarte Brigade (DM/ZB) was voor de VNV-leiding een belangrijk instrument ten gerieve van de propagandaslag. De geüniformeerde politieke soldaten konden beter dan wie ook de macht van het VNV demonstreren. De DM/ZB was de grootste Middelkerkse organisatie die militair collaboreerde. Inghelram was daarvan het kopstuk. Hij was hopman en gebiedspropagandaleider. Binnen de organisatie had hij de rang van eerste luitenant. Jullie zien hieronder onderdelen van zijn uniform. (sorry voor de kwaliteit van de fotos betere kon ik niet vinden)
Als kenteken of eenheidssymbool had de DM-ZB een zogenaamde wolfsangel. (zie mouw hierboven) De naam zwarten of zwarte brigade is afgeleid van de kleur van het uniform. Na de Duitse inval werd de VOS gepaaid door het Duitse militaire bewind en door VNV-leider Staf De Clercq zich in te schakelen voor een welvarend en vredelievend Vlaanderen dat zich een plek zocht in het Germaanse Groot- Duitsland. Aanvankelijk werd daarop ingegaan. Tijdens de tweede wereldoorlog vluchtten verschillende politici of werden uit hun ambt ontzet door de Duitsers en Duits- en Vlaams - gezinde werden aangesteld. Van september 1943 tot de bevrijding van september 1944 werd Inghelram als vertrouweling van de Duitsers, oorlogsburgemeester van Middelkerke in de plaats van de gevluchte Simon Beheyt. Na de oorlog werd Beheyt weer aangesteld als burgemeester.
Toen begon de repressie Oorlogsburgemeester Andreas Inghelram werd na de bevrijding aangehouden en naar Oostende gebracht, daarna naar een school in Veurne en uiteindelijk naar Sint-Kruis. waar hij verbleef tot 20 september 1947. Na vijf maand internering begon zijn administratief epuratieonderzoek. Op 9 maart 1945 werd hij vervallen verklaard als burgemeester van Middelkerke. Hij diende op 26 april 1946 een aanvraag in tot invrijheidsstelling, maar deze werd niet ingewilligd. Hij werd in totaal 36 maanden opgesloten. Tijdens zijn proces bij vonnis van 24 mei 1947, zat hij in de gevangenis te Brugge. In zijn vonnis werd hij veroordeeld tot vijf jaar gewone hechtenis, tot de militaire degradatie, tot de kosten van het geding, belopende vijfenzeventig frank en tot van rechtswege levenslange ontzetting uit zijn rechten zoals bedoeld bij toepassing van art 2 der BW van 6 mei 1944, zijnde artikel 123sexties SWB, gewijzigd door art 10 der BW van 19 september 1945. De uitspraak werd als volgt gemotiveerd: militair zijnde, verraad te hebben gepleegd 1) door met kwaad opzet vijandelijke propaganda te hebben gevoerd 2) door wetens vijandelijke propaganda te hebben gevoerd als lid en afdelingschef van het VNV, als Hopman en gebiedspropagandaleider van de DMZB, als lid van de Zwarte Brigade met de graad van eerste luitenant, 3)door zijn deelname aan manifestaties, optochten en vergaderingen in uniform 4) door het houden van spreekbeurten voor het VNV 5)door publicatie van artikels in dagbladen met Duitsgezinde strekking zoals de Nationaal Socialist 6)door het aanvaarden van het burgemeestersambt.
Hij werd niet gestraft voor de klacht tegen mogelijke verklikking van Jan Cools, onderwijzer te Middelkerke of andere mensen. Andreas Inghelram heeft geen beroep willen aantekenen tegen zijn straf. Hij zei zelf dat hij tot acht jaar gevangenisstraf veroordeeld werd.
Was oorlogsburgemeester Inghelram werkelijk een collaborateur? Daar moet vanzelfsprekend volmondig JA op geantwoord worden. Over het burgemeesterschap van Inghelram is weinig geweten. Tijdens zijn bestuur van elf maanden werden geen documenten gevonden waaruit bleek dat hij de Duitse overheid tegenwerkte maar ook het tegendeel was niet het geval. Hij zou zijn boekje niet te buiten gegaan zijn tijdens zijn burgemeesterschap en dat werd hem inderdaad niet ten laste gelegd door de krijgsraad. Oud-burgemeester Beheyt bevestigde dit: Ik kan betreffende zijn optreden als burgemeester geen bepaalde laakbare feiten aanhalen. Ook de politiecommissaris (maar was dat niet zelf een VNV er?) bevestigde dit: Hij was sedert vele jaren bekend als vurige Vlaams - nationalist en VNV - er. Hij was nochtans niet gevreesd door zijn medeburgers. Als bewijsvoering is dat natuurlijk een beetje mager! Als burgemeester zou hij geen onrechtvaardig gedrag vertoond hebben jegens de bevolking. Integendeel, hij zou zijn invloed gebruikt hebben om bij de Werbestelle of bij de Kreiskommandant te onderhandelen om de vrijlating van verdachte verzetslieden of verplichte tewerkgestelde te bekomen. Een van de personen die vrij kwam dankzij Inghelram was Camiel Pylyser. Hij tekende zijn levensverhaal op in een boek. Hij werd opgepakt als werkweigeraar, maar kwam vrij door de bemiddeling van de burgemeester: We mochten geen woord spreken tegen elkaar, en zo vooruit naar Brugge. Daar werden we met honderden per klas in een school gestopt, in afwachting, tot er genoeg waren, om een konvooi in de trein te stoppen, met bestemming; het land van belofte. Met de vroege morgen trok mijn vrouw naar Middelkerke, tot bij André Inghelram, toen oorlogsburgemeester. Zodra hij haar zag, waren zijn woorden: Maar Emerance het is toch niet waar zeker? Is Camiel er ook bij? Al wenen knikte zij, het was alles wat ze toen kon zeggen. Troost u zegde hij, ik zal mijn best doen voor u, ik zal hem trachten terug te halen. Ongeveer 11 uur in de voormiddag. Mijn naam werd afgeroepen, ik meldde mij aan, en ik werd op de speelplaats gebracht, en die daar stond, was onze burgemeester. Regelrecht ging ik naar hem toe, die zegde: ik kom u halen. Hij bracht mij voor in een bureel, en die officier daar tegenwoordig vroeg mij enkel niets te ondernemen tegen het Duitse leger, en met die belofte was ik vrij. Dank André, want hetgeen ge deed, was niet voor mij alleen, maar ook voor veel anderen. Ik eerbiedig uw gedacht, elk is vrij van gedachte in ons democratisch land, maar ik veracht die verraders, die men ook aantrof onder de walen. Gans mijn leven, was ik u dankbaar en zal het blijven tot ter dood. Dat u een gedienstig, eerlijk en goed mens geweest zijt, bewijst dit genoeg als het verkiezing is.
Toen begon het eerherstel Na zijn gevangenschap was Inghelram medeoprichter van een plaatselijke Volksunie - afdeling in Middelkerke, maar hij mocht nog niet deelnemen aan de verkiezingen. Uiteindelijk kreeg hij zijn burgerrechten terug De auditeur-generaal te Brussel schreef dat Inghelram in eer hersteld werd door het Hof van Beroep te Gent op 3 maart 1970. Zijn naam staat echter reeds vermeld in de kiezerslijst van 1964. Hij stichtte toen een verzekeringskantoor en werd ook plaatselijk voorzitter van het Davidsfonds. Hij keerde terug in de gemeentepolitiek en bij de verkiezingen van 1970 werd hij lijsttrekker van de lijst de Stem van het Volk". De lijst telde enkele katholieken en enkele VU - politici. Stem van het Volk won de verkiezingen en haalde vijf zetels, waarvan er vier naar Vlaams - nationalisten gingen. Inghelram behaalde 800 voorkeurstemmen. Men maakte een coalitie met de CVP en Inghelram werd burgemeester. Omdat er eerst nog weerstand was tegen zijn aanstelling wegens zijn oorlogsverleden, werd hij pas na negen maanden aangesteld. Bij de verkiezingen van 1976 werd de CVP de winnaar, maar Inghelram werd weer burgemeester toen zijn lijst een coalitie aanging met Gemeentebelangen. Bij de verkiezingen van 1982 werd hij lijstduwer. Lijsttrekker Julien Desseyn werd de nieuwe burgemeester en Inghelram stopte met politiek.
Geschorst als onderwijzer Toen ik in 1943 mocht overstappen van de kleuterschool bij de nonnen naar de gemeentelijke jongensschool, waren er drie onderwijzers benoemd aan de school. De eerste, August Dewulf, benoemd in 1914, was op 1 augustus 1920 schoolhoofd geworden. De tweede was Albert Bloes, in dienst gekomen in 1935 en de derde was André Inghelram. Hij gaf er echter geen les meer want hij werd in het schepencollege van 23 december 1941 als ziekelijk vermeld. Zoals hierboven beschreven, belette hem dat wel niet een zeer actieve rol te spelen in het VNV (Vlaams Nationaal Verbond) van onderwijzer Staf de Clercq en zelfs oorlogsburgemeester van Middelkerke te worden. Door een besluit van het schepencollege van 30 juli 1943 werd hem een verlof toegekend van 1 jaar tot 3 augustus 1944. Ik heb hem dus nooit gekend als leerkracht, want hij is daarna nooit meer als dusdanig naar Westende teruggekeerd. Na opeenvolgende schorsingen werd hij bij beslissing van het college van 14 september 1943 (en bekrachtigd in de gemeenteraad van 27 september 1944) afgezet. Die afzetting werd als volgt gemotiveerd. Hij heeft zich tijdens de ganse duur van de bezetting op onwaardige wijze gedragen. Hij bekleedde een leidende positie en was een hevig propagandist voor groeperingen die onvaderlandsche en antinationale doelen nastreefden. Hij heeft zich in het openbaar vertoond in het uniform van een dergelijke groepering. Hij heeft de belangen van het openbaar onderwijs over het hoofd gezien en zich daadwerkelijk ten dienste van de vijand gesteld door het ambt van burgemeester in Middelkerke uit te oefenen in de plaats van de wettelijk benoemde en door de bezetter afgestelde titularis.
Dit werd niet goedgekeurd door de Gouverneur zolang het gerechtelijk onderzoek lopende was. Er werd toen besloten om Inghelram te schorsen vanaf 28 september 1944 voor twee maanden.
Veel leerkrachten geloofden tijdens de tweede wereldoorlog in een nieuwe orde. Zoals Inghelram en Baeckelandt in Middelkerke, hadden we in Westende August Dewulf en Albert Bloes. Ook zij werden geschorst. Zij zouden een onvaderlandsche houding aangenomen hebben, antinationale doelen nagestreefd hebben en propaganda gevoerd hebben ten gunste van de vijand.
Waarom wil schepen Maesen het plein vernoemen naar Inghelram? Lode Maesen heeft een grote bewondering voor de oud-burgemeester. Zijn grootvader was ook een actief Vlaams - nationalist. Hij verdedigt zijn voorstel met volgende argumenten. Inghelram was burgemeester van 1971 tot en met 1982. Het plein ligt niet ver van de scholen en Inghelram was onderwijzer. Cultuur was voor hem heel belangrijk, waardoor de link gemaakt kan worden met het cultuurcentrum de Branding. Onder zijn burgemeesterschap werd het zwembad op het plein gebouwd. Hij was bovendien de burgemeester die de gemeente de grote fusie in heeft geleid: Geen gemakkelijke opdracht met negen deelgemeenten.
In de laatste jaren kreeg ereburgemeester Julien Soetaert van Westende zijn straat in de deelgemeente Westende. Roger Muyllaert kreeg als ereschepen, maar vooral door zijn heldhaftige daden, een pleintje in Leffinge, ex-burgemeester Valentin Coulier (1953 70) kreeg op 8 maart 2012 zijn straat in Lombardsijde en ereschepen Willy Declercq kreeg zijn straat in Westende. Maesen vindt dus dat zijn voorstel niet meer is dan het verder zetten van deze traditie.
Origineel is zijn voorstel echter niet. Op 19 maart 2012 schreef Het Laatste Nieuws dat Jan Lacombe van het Vlaams Belang gevraagd had dat bij een volgende straatnaamgeving ook eens zou gedacht worden aan Andreas Inghelram. Die vraag staat wel niet vermeld in het verslag van de raadszitting van 8 maart. Waarom werd daar toen niet op ingegaan? Omdat het voorstel van het Vlaams Belang kwam? Of was dat de voorbode van een nieuwe weigering om in te gaan op het voorstel van Lode Maesen?
Blijft het oorlogsverleden van Inghelram een struikelsteen? Het spreekt vanzelf dat het burgemeesterschap van Inghelram tijdens de oorlog en zijn nauwe relatie met de Duitse bezetter geen reden zijn tot fierheid. Afgezet worden als onderwijzer is al evenmin prijzenswaardig. Zijn houding kan in geen geval goed gepraat worden, zelfs al was die ingegeven door idealisme. Ik begrijp nochtans wel dat wie tijdens de eerste wereldoorlog uit eigen ervaring meemaakte dat 80% van de Belgische militairen in de loopgraven Vlamingen waren terwijl er nauwelijks een Vlaams - sprekend officier te bekennen viel (pour les Flamands la même chose!), dat vanzelfsprekend als onrechtvaardig moet ervaren hebben. Hij heeft ervoor gekozen in het interbellum activist te worden en deel uit te maken van Vlaams - nationalistische verenigingen en partijen. Hij werd daarvoor veroordeeld en heeft zijn straf uitgezeten. Hij werd later in eer hersteld. Hij bleef wel een Vlaams - nationalist en werd tenslotte toch gedurende 12 jaar burgemeester van Middelkerke. Moeten we dat uitleggen als zou de bevolking hem zijn verleden vergeven hebben? Als ik lees in de scriptie van Stefaan Inghelbrecht, wat een merkwaardig werk is voor wie meer wil weten over wat zich tussen de twee wereldoorlogen en tijdens de tweede in Middelkerke afspeelde, dat het VNV in Middelkerke tijdens de oorlog 158 leden telde, zijnde 4,4% van de 3.588 inwoners, dan is het natuurlijk mogelijk dat heel wat afstammelingen daarvan tot de aanhang van Inghelram bleven behoren. Hij had schijnbaar wel verdiensten zowel als oorlogs- of als vredesburgemeester. Heel wat Middelkerkenaars en niet in het minst Julien Desseyn hebben er jaren mee samengewerkt. Schijnheiligheid is hier dus niet op zijn plaats! Ik besef maar al te goed dat sommige inwoners er geen goed woord over kunnen horen, vooral diegene die persoonlijk slachtoffer waren van de collaborateur Inghelram. Laten we echter, samen met diegene die vergevingsgezinder blijken te zijn, ertoe besluiten de spons te vegen over het oorlogsverleden van Andreas Inghelram en laten we hem dat pleintje gunnen. En laten we toch maar niet vergeten dat dieper ingaan op de verdiensten van alle personen die in Groot-Middelkerke hun naam gaven aan een straat of een pleintje, ook wel eens tot verrassingen zou kunnen leiden.
Middelkerke en Westende: kunst steunen of verspilling?
Bloembakken op het marktplein?
Gedrochten, afschuwelijk, veel te groot, verschrikkelijk duur geven zowat de omschrijvingen in de volksmond weer van de 25 bloembakken die op het luxe marktplein van Middelkerke geplaatst werden. Ik heb in een vorig artikel een getrukeerde boom in één van de bakken geplaatst en daarmee een schrikbeeld opgeroepen van wat de omwonenden nog meer te wachten stond naarmate de bomen groter zouden worden. De gemeente heeft het dan anders opgelost: er werden bloemen in de bloembakken geplaatst zodat deze nu echt hun naam eer aandeden. Het waren Afrikaanse lelies (geleerde naam: Agapanthus). Zo zag het er dan uit:
Er zijn ook bakken met een fonteintje. Heeft zon klein fonteintje echt zon grote bak nodig? Op 12 juli 2012 las ik op http://www.focus-wtv.be/middelkerke/city-1184688917007.htm dat er in het najaar tamariskenboompjes in de bakken zouden geplant worden. Wat er ook van is, de bloembakken blijven omstreden. Het is niet omdat enkele mensen op de facebookpagina Bruisend Middelkerke beweren dat het mooi is, dat Janna Opstaele mag verklaren dat de positieve reacties op gang zijn gekomen. Ze zegt ook dat men het eindresultaat moet afwachten. Ze heeft dus nog altijd niet begrepen, of ze wil niet begrijpen, dat het niet enkel gaat om de schoonheid van de bakken als ze met de juiste boompjes of bloemen beplant zijn, maar ook over de grootte, de hoeveelheid en de kostprijs van de bakken. Dat fietsende kinderen op het voetpad mogen rijden en dat daarvoor te weinig plaats is en dat enkele exemplaren misschien beter op een andere plaats in de gemeente zouden kunnen opgesteld worden, daar heeft ze ook geen oren naar. Ze blijft erbij dat haar pronkstukken à 3.336 euro per stuk, er voorlopig zullen blijven staan, maar toch beweert ze bereid te zijn om alles naar de toekomst toe te evalueren. Als ze voor elk probleem zoveel tijd nodig heeft om in te zien wat er niet klopt en om de nodige maatregelen te nemen zoals voor dit onnozel probleem, dan is de toekomst van Middelkerke weer verzekerd voor enkele jaren. Maar ja, t is moeilijk bescheiden te blijven voor meiden met zoveel De laatste oplossing, het eindresultaat, de evaluatie naar de toekomst heeft nu het resultaat hieronder opgeleverd. Daar kan mijn schrikbeeld dat ik opriep nog niet aan tippen! Ik ben verbaasd dat er nog geen enkele bewoner van de Populierenlaan het in zijn hoofd gehaald heeft om zijn zaag boven te halen. Ik weet dat het afgezaagd klinkt, maar dit loopt de spuigaten uit. Wat vinden jullie?
Fotos Alain Calcoen
De struiken zijn van het type Osmanthus of Schijnhulst. Het is een groenblijvende heester met talloze kleine, zeer sterk geurende kleine melkwitte bloemen, die aan het eind van de lente verschijnen. Deze struik is makkelijk te snoeien, ongemoeid kan hij uitgroeien tot 2 meter hoogte. De donkergroene bladeren zijn 2-4 cm lang, eirond tot elliptisch en enigszins gezaagd en leerachtig. Aan de bovenzijde zijn ze glanzend donkergroen terwijl de onderzijde meer lichtgroen gekleurd is.
Beaufort evolutie
Beaufort, de driejaarlijkse tentoonstelling van moderne kunst, is één van mijn geliefkoosde onderwerpen. Vaak heb ik al één of meer van de tentoongestelde kunstwerken bewonderd en bewierookt, maar ik spaar soms ook mijn kritiek niet. Eén van de minder rooskleurige aspecten van het project, er zijn er nog andere, vind ik de totale kostprijs en de zeer hoge bijdrage die de gemeente daarvoor levert. Inderdaad! Alleen al voor Beaufort 04 liep die op tot 85.737,44 euro. Het schepencollege besliste op 21 december 2011 dat het bedrag als volgt zou ingedeeld worden: een eerste schijf van 23.815,96 in de begroting van 2010, een tweede schijf van 26.198 in die van 2011 en tenslotte een derde schijf van 35.723,48 in die van 2012. Als investering in het kunstpatrimonium van de gemeente, wordt verder driejaarlijks (behalve in 2006) één van de in Westende tentoongestelde werken, door de gemeente aangekocht. Voor de eerste editie in 2003 was dat Caterpillar 5bis van Wim Delvoye, mooi van constructie maar zo roestig dat meteen ook de zeedijk meters in de omtrek roodgekleurd is. De prijs ken ik niet, maar dat zal niet goedkoop geweest zijn. Gelukkig kon daarvoor gerekend worden op de Vlaamse overheid die betaalde met hetzelfde geld als de gemeente, namelijk het onze. Het werk is opgesteld op de dijk tussen de Rotonde en de Krokodil als symbool voor de zeewering. In 2012 was het I can hear it van Ivars Drulle, twee hoornen die staan op het strand rechtover de Rotonde. Het heeft 85.000 euro gekost. Waar ik het echter speciaal in het huidig artikel over wou hebben, is het kunstwerk dat Middelkerke verwierf in 2009.
Lichtinstallatie Salacia Het gaat om een lichtinstallatie die geplaatst werd in de belvedère van de watertoren aan de wijk 'Krokodil'. Het is een werk van de Nederlandse kunstenares Tamar Frank. De beschrijving ervan die verspreid werd, is de volgende:
Het is niet zomaar een verlichting. Het moet een artistieke meerwaarde geven aan de toren, waarvan de kroon om de zeven minuten een andere kleur krijgt en omgetoverd wordt van watertoren naar vuurtoren. Het ruisen van de zee en het suizen van de wind worden vertaald in een subtiele beweging en langzame kleurschakering van de lichtstralen. Frank gebruikt daarbij ragfijne nylondraad, gespannen om de twee centimeter. De gekleurde draden worden overdag beschenen door de zon en s nachts uitgelicht. Dat spel moet een magische sfeer creëren.
Over kleuren en smaken wordt niet geredetwist, wordt beweerd. In 2009 kocht de gemeente het werk voor het bedrag van 38.000. Ik heb niet teruggevonden of de gemeenteraad daar zeggenschap over gekregen heeft, maar ik vrees dat dit niet het geval was. Schepen voor cultuur Carine Dejonghe beweert nochtans dat alles eerlijk verlopen is. We zullen haar maar geloven, zeker? Dejonghe: 'De bewoners van de wijk waren al langer vragende partij om iets te doen met hun toren en dit is een prachtige gelegenheid hiertoe.
Defecte installatie Op 9 februari 2011 meldde de cultuurdienst dat de lichtinstallatie defect was. Op 16 maart 2012 werd een nieuwe panne vastgesteld. Bij nazicht bleek dat 7 defecte armaturen moesten vervangen worden. De LED lichten konden niet afzonderlijk vervangen worden, omdat ze verwerkt zitten in de printplaat verbonden met de armatuur. Met een nieuwe editie van Beaufort van 31 maart tot 30 september 2012 in het vooruitzicht, moest daarop zeker gereageerd worden. En dan nog hoogdringend! Maar er was daarvoor geen budget voorzien! Wat nu? Gelukkig (?) is daar artikel 157 van het gemeentedecreet, dat zegt: De gemeenteraad kan zonder voorafgaande budgetwijziging voorzien in uitgaven die door dwingende en onvoorziene omstandigheden worden vereist, op voorwaarde dat hij daartoe een met redenen omkleed besluit neemt. In dezelfde omstandigheden en als het geringste uitstel onbetwistbare schade zou veroorzaken, kan het college van burgemeester en schepenen op eigen verantwoordelijkheid in de uitgave voorzien. Het hangt er maar van af wat je onvoorzien en dwingend noemt. Om de werking van de gehele installatie te waarborgen moesten de armaturen zo dicht mogelijk de oorspronkelijke benaderen. In 2009 werden die geleverd door de firma Ledpro &, Exposé, Nederland, en deze firma gaf aan dat hun aanbieding voor 90% identiek was aan de armaturen van de vorige levering. Hun offerte was bovendien de goedkoopste en dat voor een bedrag van 4.479,73 (BTW incl). Dus, bestellen maar! Maar de Tussengemeentelijke Maatschappij der Vlaanderen voor Watervoorziening (TMVW) wil nu toch wel in 2014 die watertoren afbreken, zeker! Die zou vervangen worden door een pompsysteem. Maar niet getreurd, die RGB gestuurde* armaturen kunnen later nog wel ergens van pas komen als belichtingsmateriaal voor de centra De Branding en De Zwerver of als sfeerverlichting voor het zwembad en bij evenementen. Ze hebben tenslotte maar 38.000 + 4.479,73 = 42.479,73 euro gekost en we hebben er, op de periodes waarin ze defect waren na, toch bijna drie jaar deugd van gehad, of hoe je het ook wil noemen. De moraal van het verhaal? Zet geen kunstwerken op andermans eigendom en ga spaarzaam om met centen ook als het de uwe niet zijn!
*Een manier om kleuren uit te drukken door een combinatie van de drie primaire kleuren Rood, Groen en Blauw.
Middelkerke: nieuwe meerderheid nieuwe bevoegdheden schepencollege
Open VLD en CD&V zullen vanaf 2 januari 2013 de nieuwe bestuursmeerderheid uitmaken in Middelkerke. De verdeling van de bevoegdheden tussen beide partijen maakt natuurlijk deel uit van het bestuursakkoord dat afgesloten werd. Wie heeft het leeuwenaandeel naar zich toe getrokken? Hebben ze goed werk geleverd? Laten we dat eens nagaan.
Verkiezing van de voorzitter van de gemeenteraad Sinds de vorige verkiezingen van 2006 is de burgemeester niet meer automatisch de voorzitter van de gemeenteraad. De vergadering kan ook worden voorgezeten door een schepen of een raadslid. Volgens de cijfers van het voorjaar 2012 zou in 121 van de 308 Vlaamse gemeenten de burgemeester niet langer voorzitter zijn van de gemeenteraad. Naar verluidt zou dat bij ons Michel Landuyt worden. Dat wordt mij onder voorbehoud gemeld, want de voordracht moet nog ingediend worden bij de gemeentesecretaris en dat ten laatste op 24.12.2012, namelijk uiterlijk acht dagen vóór de installatievergadering op 2.1.2013. Om voorgedragen te worden, heeft een kandidaat de handtekeningen nodig van meer dan de helft van de verkozen personen op de lijsten die aan de verkiezingen deelnamen. Dat zijn VLD (9) + CD&V (5) + LDD (7) + Progressief kartel (2) + N-VA (2). Het benodigd aantal is dus 13/25 en de meerderheid telt 14 zetels, dus geen probleem! Ze hebben ook nog de steun nodig van een meerderheid van de personen die op dezelfde lijst als de voorgedragen kandidaat werden verkozen (= 5/9 slaafse Open VLDers). Dus evenmin een probleem! De raadsleden moeten op de installatievergadering van 2.1.2013 overgaan tot de verkiezing. Kan/ Zal het nog iemand anders worden? Natuurlijk niet! De oppositie zal er maar bijzitten voor spek en bonen. Aangezien de stemming geheim is, weet je natuurlijk maar nooit, maar laten we maar ernstig blijven. Men kan zich afvragen waarom de andere partijen niemand voordroegen, maar dat zou dus weinig zin gehad hebben, als de meerderheid dat al gedaan heeft. Eigenlijk vind ik dat wel beter ook. De leden van de minderheid kunnen en moeten zich, volgens mij, beter toeleggen op het voeren van oppositie, eerder dan te proberen de kerk in het midden te houden tijdens de debatten in de raad.
Waarom wordt Michel Landuyt voorgedragen? Het feit dat een burgemeester ook de gemeenteraad voorzit, is niet altijd een garantie op een diepgaand debat. Hij / Zij voelt zich vooral geroepen om het eigen beleid te verdedigen en heeft minder aandacht voor het mogelijk maken van een goed debat, waar ook de oppositie voldoende ruimte krijgt. Aangezien het hier een kopstuk betreft van dezelfde partij als de burgemeester, zal die sowieso ook dat eigen beleid verdedigen. Het is dus een illusie te denken dat er meer en beter debat zou komen bij ons. Daarvoor werd de maatregel ook niet genomen. Landuyt leidde namelijk in de vorige legislatuur ook al de vergaderingen, toen nog als burgemeester. Persoonlijk vind ik dat de burgemeester persoonlijk de leiding van de beraadslaging in handen moet houden. Dat het Michel wordt, is nochtans absoluut geen verrassing voor mij. Ik heb dat trouwens al een paar keer voorspeld in vorige blogartikels. Daar zijn verschillende redenen voor. De voornaamste zou, volgens welingelichte bronnen, zijn dat Janna daar niet toe in staat zou zijn. Dat verwondert mij niet na het debat van de lijsttrekkers in De Branding. Er wordt ook gezegd dat het de bedoeling is om de politieke verhouding tussen Janna en Michel in evenwicht te brengen. Dat is hier zeker het geval. Vanaf het ogenblik dat ik las dat niet Michel maar Janna lijsttrekker zou worden op 14 oktober 2012, heb ik mij daarover al vragen gesteld. Hoe kan een burgemeester zomaar akkoord gaan om zijn plaats af te staan, niettegenstaande het feit dat hij in 2006 de meeste stemmen behaalde? Janna wou toen al, zoals jullie weten, onterecht burgemeester worden. De vrede moest echter bewaard worden en de toekomstige oplossing houdt wel compensatie in en komt daar voor een groot deel aan tegemoet. Janna draagt de sjerp zonder al te belangrijke bevoegdheden maar Michel zit de raad voor als tweede schepen met behoud van de portefeuille van Financiën. De functie van voorzitter van de gemeenteraad mag geenszins onderschat worden. Volgens het gemeentedecreet is die voorzitter, onder andere, bevoegd voor de volgende handelingen. Hij leidt de installatievergadering. Hij roept de gemeenteraad bijeen. Hij stelt de aanvullende agenda voor de gemeenteraad vast. Hij ondertekent de notulen van de gemeenteraad, samen met de secretaris. Hij ondertekent, samen met de gemeentesecretaris, reglementen, verordeningen, beslissingen, akten van de gemeenteraad en alle andere stukken of briefwisseling die specifiek betrekking hebben op de gemeenteraad. Hij neemt de voordrachten voor lidmaatschap van gemeenteraadscommissies in ontvangst. Hij start de tuchtonderzoeken op, stelt het tuchtverslag en het tuchtdossier samen als de gemeenteraad als tuchtoverheid optreedt, behalve wanneer dat tegen de secretaris gericht is. Het bekleden van dat voorzittersambt krikt ook het imago van de titularis op en in dit speciaal geval hier maakt het misschien de val van burgemeester naar tweede schepen voor Michel minder pijnlijk. Op financieel gebied brengt het hem geen voordeel bij. Daar waar een gewoon raadslid door het bekleden van het ambt zijn presentiegeld zou verdubbeld zien, is dat niet het geval voor een schepen. Deze mag inderdaad volgens artikel 70 paragraaf 3 van het gemeentedecreet, buiten zijn wedde, niet genieten van presentiegelden ten laste van de gemeente.
Verkiezing van de schepenen en hun bevoegdheden Schepenen worden verkozen door de gemeenteraad, onder de gemeenteraadsleden, op basis van een gezamenlijke akte van voordracht van de kandidaten, die ondertekend werd door minstens de helft van de gemeenteraadsleden. De mening van de rest is slechts bijzaak. Dat was ooit wel anders toen de stemming nog geheim was. Het gebeurde toen wel eens dat een lid van de meerderheid niet stemde voor de door de partij voorgedragen kandidaat. Om ontvankelijk te zijn moet die gezamenlijke akte van voordracht voor elk van de kandidaat-schepenen tevens ondertekend zijn door een meerderheid van de personen die op dezelfde lijst werden verkozen als de voorgedragen kandidaten. Aangezien de uitslag van de democratische verkiezing al op voorhand gekend is, kan nu reeds gezegd worden dat volgende schepenen zullen deel uitmaken van het college: 1e schepen Liliane Pylyser-Dewulf, 2de schepen Michel Landuyt 3de schepen Johnny Devey, 4de schepen Bart Vandekerckhove en 5de schepen Francine Ampe-Duron plus de OCMW - voorzitter Dirk Gilliaert.
Intern werd, onder voorbehoud, in het gemeentehuis een nota verspreid waarin de bevoegdheden van de verscheidene schepenen werden vermeld. Het voorbehoud heeft te maken met het feit dat het nieuwe college nog geen beslissing heeft genomen en niet met de mogelijkheid dat de verkiezingen eventueel moeten over gedaan worden. De klacht van Dedecker werd ondertussen trouwens ongegrond verklaard.
Bevoegdheden van het schepencollege: (tabel later)
Ik had een mooie vergelijkende tabel voorzien over drie legislaturen. Was die te groot? Ik weet het niet, maar Seniorennet aanvaardt die schijnbaar niet. Ziehier dus de verantwoordelijkheden voor de komende legislatuur alleen.
Janna Rommel-Opstaele: Algemene Coördinatie, Archief, Bescherming en Preventie op het werk,
Wat stel ik vast? Een aantal sociale bevoegdheden, vroeger bij het progressief kartel, werden niet meer opgenomen in de tabel: samenlevingsopbouw, preventie en straathoekwerking. Er werden schijnbaar enkele bevoegdheden toegevoegd om de pil van de degradatie van Michel Landuyt nog wat te verzachten. Hij wordt namelijk bevoegd voor citymanagement (= profileren van de gemeente naar buiten) en voor punten in verband met Vrede en Europese samenwerking. Grote woorden! Volledig in de lijn!
Is dat een logische verdeling van de verantwoordelijkheden? De CD&V heeft waarschijnlijk, gezien zij nodig waren voor een meerderheid, hoge eisen kunnen stellen aangezien zij onder andere OCMW, openbare werken, ruimtelijke ordening en mobiliteit in handen krijgen. Hun positie in het schepencollege is dus steviger dan die van het progressief kartel in de voorbije legislatuur. Zij zullen ook drie schepenen hebben tegenover nu twee voor het progressief kartel. Er wordt gezegd dat zij, om hieruit ook daadwerkelijk voordeel te puren, eerst zullen moeten proberen aan hetzelfde zeel te trekken. Naar het schijnt zou het uitverkoren CD&V - trio niet bepaald beste maatjes zijn. Dat wordt dus ongetwijfeld nog een hele klus. Ik mis in de tabel de verantwoordelijken in de volgende domeinen: Pers & externe betrekkingen, Lokale handel en economie, Aankoopdienst, Bevolking en burgerlijke stand, Huisstijl, Economaat, Emancipatie, Grondbeleid, Landschapspark, Monumentenzorg, Muziekschool, Onderhoud gebouwen, Dorpskernvernieuwing Zijn die misschien niet meer nodig? Of zijn ze ondergebracht bij een ander domein? Dan zou dat wel duidelijk moeten vermeld worden. Maken de bibliotheek en de muziekschool dan geen deel uit van de portefeuille Cultuur? Mogen we zeggen dat Janna belangrijke bevoegdheden heeft? Ik vind dat hoegenaamd niet! Zij heeft uiteraard als burgemeester de bevoegdheid over de politie, maar verder zie ik enkel Secretariaat en Personeel, maar de secretaris zal daar wel de hoofdrol spelen.
Hoe zien de gemeenteambtenaren die verdeling? Het lijkt me ook nog nuttig te vermelden dat op 10 oktober aan de respectieve lijsttrekkers een verlanglijstje werd bezorgd, opgesteld door een managementteam van leidende gemeentelijke ambtenaren. Volgende gewenste combinaties stonden daarop vermeld:
1 toerisme en locale economie (incl. landbouw) 2 sport en jeugd (incl. kinderopvang, onthaalouders, ) 3 cultuur, musea, erfgoed, bibliotheek, onderwijs 4 openbare werken, groen, mobiliteit 5 stedenbouw, ruimtelijke ordening,huisvesting, milieu, duurzaamheid (incl. reinigingsdiensten) 6 welzijn en samenleven (incl. OCMW) 7 veiligheid (politie, brandweer, reddingsdiensten) en handhaving (incl. Preventie), veiligheid
Het managementteam voegde er verder nog aan toe: daarnaast is het ook sterk aan te bevelen om bijzondere aandacht te besteden aan een aantal ondersteunende functies en bevoegdheden: personeel, financiën, evenementenbeheer, gebouwenbeheer, facility (incl. informatica). Het managementteam is tevens van oordeel dat bepaalde dossiers met algemene reikwijdte zoals gebouwenbeheer, best gedragen worden door de burgemeester. Het zou ook goed zijn dat een aantal taken en functies die nu bestaan, zowel binnen de gemeente als bij het OCMW, evolueren naar één centrale functie of dienst (overheidsopdrachten, personeel, )
Wat baten kaars en bril als de uil niet zien en wil! Behalve voor de bevoegdheden van Dirk Gilliaert werd er weinig of geen rekening gehouden met die onderbouwde voorstellen. Waarom eigenlijk niet? Een leek, zoals ik, denkt dan al rap dat het komt door het feit dat verschillende schepenen eerder aan hun eigen belang denken dan aan goed bestuur van de gemeente? Maar de uitleg is nog meer verfoeilijk, alhoewel ze wel niet geldt voor alle schepenen. Ik verneem namelijk, uit welingelichte bron, dat Dirk Gilliaert alles al voordien bedisseld had met Michel Landuyt en dat de andere schepenen niets in de pap te brokken hadden en dus allerminst tevreden zijn met die verdeling van de bevoegdheden. Neem nu Francine Ampe-Duron. Ze wou huisvesting omdat ze al jaren bezig is met deze dossiers in de sociale huisvestingsmaatschappij Woonwel. Maar neen, Gilliaert moest en zou dit krijgen. Heel wat projecten die voorbereid werden door Geert Verdonck, zullen nu uitvoering krijgen. Komt dat Gilliaert misschien goed uit en is dat de verklaring? Francine Ampe-Duron, weliswaar een beetje gulzig, wou ook toerisme en lokale economie. Maar Landuyt nam dat voor zijn eigen rekening. Dat maakte ook dat Devey razend kwaad was/is op Landuyt want zijn toerisme, dat hij toch al twee legislaturen beheerde, werd hem nu ontnomen. Zoals ik vroeger al schreef had Dirk Gilliaert als CD&V - lijsttrekker met de meeste stemmen in zijn partij de functie van eerste schepen moeten opnemen. Dat interesseerde hem echter niet en aangezien Landuyt zijn wensen vervulde De toekomstige burgemeester Opstaele had graag meer bevoegdheden gekregen of anders gezegd meer van haar vroegere bevoegdheden behouden. Dat was echter buiten Landuyt gerekend. Die kon zichzelf toch maar moeilijk die mooie verantwoordelijkheden toe-eigenen, nietwaar? Daarom verkocht hij die dan nog liever aan de CD&V ten voordele van de eerste schepen, Liliane Pylyser-Dewulf. Het schijnt dat deze laatste nu verklaart dat ze er eigenlijk alleen maar zit om het de toekomstige burgemeester moeilijk te maken. We kunnen dus, zonder overdrijven, schrijven dat Landuyt zijn volgelingen verkocht en dat Dirk Gilliaert een mes in de rug van zijn getrouwen stak. En nu maar alles ontkennen!!
Wat wordt dat toch een boeiende legislatuur! Ik hoop dat ik het allemaal nog mag meemaken.
Bronnen Uittreksel uit de pocket Gemeentedecreet ontleed (11e editie)
Over dure projecten maar verwaarloosde wijken en/of straten en dijken in Middelkerke en Westende
De huidige en de toekomstige burgemeesters beroemen zich altijd en bijna uitsluitend op wat ze in de voorbije twaalf jaar gepresteerd hebben op het gebied van openbare werken. Ze hebben inderdaad wel wat gedaan om hun prestige op te krikken. Helaas is de toestand niet zo rooskleurig als zij dat voorstellen. Ziehier een aantal voorbeelden.
Met de groeten van de bewoners van de Golfbrekerslaan in de Miami-wijk Op 6 maart 2011 schreef ik op deze blog Miami, paradijselijk oord in Florida en ploeter- en puttenwijk in Middelkerke. Jullie vinden het in de map Pleinen en Straten. Aanleiding daartoe was een artikel van de hand van Dany Van Loo in Het Nieuwsblad op 2 maart 2011. Hierin kwam een inwoner van de Golbrekerslaan, Fred Vandenbussche, aan het woord. Hij beklaagde zich erover dat de wegen en de riolering in zijn wijk al 35 jaar in dezelfde slechte toestand verkeren. Omdat toen één en ander beloofd werd aan de inwoners, wou ik wel eens weten hoe de toestand is op het einde van het jaar 2012. Ik laat daarvoor liever Fred Vandenbussche zelf aan het woord. Hij is oud-journalist en wie zou dus beter de vooruitgang in de Miamiwijk kunnen beschrijven? Zijn artikel draagt de titel Groeten uit de Golfbrekersbeek (en dat belooft!) Volgend jaar komt dat allemaal dik in orde. Dat is wat de inwoners van de Golfbrekerslaan (Miamiwijk of in t Middelkerks an de Krokodille) nu al zon veertig jaar te horen krijgen. En al die tijd is er geen steen verlegd, alleen maar wat gelapt en getapt en afval gedumpt in de diepste plassen. Nu het najaar weer eens erg nat is, zijn er eindelijk plannen om de zaak pijnloos op te lossen. We herdopen gewoon de Golfbrekerslaan in Golfbrekersbeek. Dan weet iedereen meteen hoe de werkelijkheid eruit ziet in deze villawijk (officieel) of achterstandsbuurt (in realiteit). En het gaat echt niet alleen over de kwaliteit van het wegdek, maar ook bijvoorbeeld over de toestand van de elektriciteits- en kabelleidingen. Die hangen met spuug en ijzerdraad vast aan de palen die verkwijnen onder het betonrot. En het gaat ook over de zogenaamde riolering: een buisje dat al het afvalwater van de wijk onder woningen en andere privé-eigendommen door transporteert naar een open gracht in het veld, alwaar de natuur geacht wordt zelf voor de reiniging in te staan. Zo is de toestand nu al sinds mensenheugenis en er verandert niets, hoewel einde de jaren 70 van de vorige eeuw een Bijzonder Plan van Aanleg met veel toeters en bellen is goedgekeurd. Wanneer wordt dit dus bijna veertig jaar oud plan uitgevoerd? Antwoord: volgend jaar, zoals men morgen ook gratis blijft scheren. De bewoners van de Golfbrekerslaan zijn vroeger in 2012 samengeroepen om deze plechtige gelofte nog eens te aanhoren ze rolden om van het lachen toen ons aller Janna zonder verpinken weer dat magische volgend jaar liet horen. Ze lachten minder toen ze hoorden dat de grond in de straat onteigend wordt tegen de formidabele prijs van zestien euro per vierkante meter in dezelfde straat nota bene waar bouwgrond nu tussen drie- en vierhonderd euro kost. En ja, van tijd tot tijd komen personeelsleden van allerhande ontwerpers en nutsbedrijven langs om de huidige toestand op te meten, want in het gemeentehuis weet blijkbaar niemand nog waar de buizen en leidingen precies lopen. Na al die jaren dat de renovatie van de straat voor volgend jaar geprogrammeerd staat, moet blijkbaar zelfs de meest essentiële informatie nog bijeengebracht worden in een bruikbare inventaris. U ziet van hier dat het inderdaad weer voor volgend jaar zal zijn, nu de notarissen zelfs nog niet eens begonnen zijn met de akten voor gebiedsafstand en onteigening. Toch ziet de Golfbrekerslaan vooruitgang. Ze put troost uit de gedachte dat Janna nu van de zaak zal moeten afblijven. Ze is twaalf jaar lang keihard blijven liegen over de vernieuwing en dat is meer dan genoeg. De nieuwe schepen van Openbare Werken zal tijd nodig hebben om het vertrouwen te herstellen tussen de lokale overheid en de Golfbrekersbekenaars.
Hieronder vinden jullie fotos die aantonen hoe schandalig de toestand wel is. Eerst zien jullie er één van de plaats waar de buis die alle vuiligheid uit de woningen afvoert, in de beek terechtkomt en vervolgens één die illustreert hoe vuil en stinkend dat water wel is. In de volksmond wordt de beek de enige beek in Middelkerke waarin ook bij zeer droog weer nog water stroomt genoemd. (maar dan zeer vuil water!)
Fotos Alain Calcoen
De toestand van veel wijkstraten grenst aan het ongelooflijke. In een tijd waarin men 1 miljard oude Belgische francs uitgeeft voor een marktplein met ondergrondse parkeerplaatsen, mag zoiets eigenlijk niet meer bestaan. Ziehier wat ik bedoel.
Fotos Alain Calcoen
En er zijn nog veel andere straten in slechte staat De Miamiwijk is niet de enige met slechte straten. Ligt het aan de crisis of heeft ons gemeentebestuur andere prioriteiten? Je zou redelijkerwijze aannemen dat onze bestuurders in tijden waarin over niets anders gesproken wordt dan over besparingen en nieuwe belastingen, ook tot bezinning moeten komen en er angstvallig op moeten letten dat de gemeentelijke schuld niet meer aangroeit. Maar neen, ze willen liever een pier bouwen, een jongensdroom (!!) van (ex-)burgemeester Michel Landuyt. Ze dromen verder ook over een verbreding van de zeedijk met een uitbouw aan het casino. Ik heb al zo vaak geschreven dat er volgens mij geen nieuwe projecten meer mogen uitgevonden worden zolang de meest elementaire werken aan een aantal van onze lanen, straten en dreven niet uitgevoerd werden. Ziehier een kleine opsomming die geen voorrangsorde inhoudt. Men wil s zomers van de Distellaan en de Meeuwenlaan in Westende bad wandelstraten maken maar de wandelaar moet goed uit zijn doppen kijken om niet om de paar passen over een uitstekende klinker te struikelen. (niet a, e, i, o, u!!) Dat is het geval in de Distellaan vanaf de Meeuwenlaan tot aan de Priorijlaan en in de Meeuwenlaan vanaf de Oorlogsinvalidenlaan tot aan de dijk. In de Strandjuttersdreef zijn een caravanpark, een golfterrein, een visvijver en een camping gelegen. Dat zouden dus toeristische troeven moeten zijn. Hoe smal de dreef ook is, ze wordt druk bereden door autos en fietsers en druk bewandeld (ook door eenden!). Ze verkeert echter in zon abominabele staat dat het schaamrood naar de wangen van de Westendenaar stijgt als hij/zij daarmee door een toerist geconfronteerd wordt: afgebrokkelde straatranden, opgestoken asfalt door boomwortels, grote waterplassen bij regenval, Ziehier een foto van 1 september 2011 en één van 18 november 2012. Er zijn nog veel andere straten in een gelijkaardige slechte staat verkeren. Ik hoop dat ze dat tenminste ook weten op het gemeentehuis en dat ze toch minstens van plan zijn om er volgend jaar iets aan te doen. Misschien kunnen we anders eens samen gaan kijken naar de parking langs de Strandlaan, vóór de Calidris? Of naar de Sint-Laureinsdijk? Liliane, neem je mijn uitdaging aan?
Sint-Laureinsdijk: hier ben ik alweer! Ik begin me stilaan wat onwennig te voelen. Naast mijn veelvuldige klachten over de slechte staat van de asfaltweg op onze dorpsdijk, heb ik nu al een viertal keer mijn beklag gemaakt over het feit dat de zitbanken op de dijk volledig onder het zand zaten. Nadat ik er zeer lang op aandrong dat deze toestand onwaardig was voor een strandpromenade, werd er dan toch eindelijk actie ondernomen. De 20 banken waarvan er nog slechts 8 bruikbaar waren omdat de overige bedolven waren onder het zand en overwoekerd werden door onkruid, werden nu per twee opgesteld. Deze nieuwe opstelling vormt echter nog steeds geen bevredigende oplossing. Wat ik daar nu nog op aan te merken heb? Ik ben eerst en vooral van mening dat die banken daar staan om de wandelaars toe te laten om even uit te rusten en daarbij uitzicht op iets te hebben. Van op de naar binnen gedraaide bank zie je natuurlijk de autos, caravans, fietsers en wandelaars voorbijkomen. Maar wat zie je van op de tweede bank? Een duin of een struik of een boom op anderhalve meter afstand!! Geen mooi zicht alleszins! De banken staan nog steeds te dicht bij de duinen en zijn alweer aan het verzanden. Mijn oplossingen? Eerste mogelijkheid: zet de banken twee aan twee dwars op de dijk zoals in Westende-bad maar dan een paar meters verwijderd van de duinen en liefst vóór een struik waar geen over en weer geloop is. Tweede mogelijkheid: zet de banken twee aan twee naast elkaar, ook op voldoende afstand. Derde mogelijkheid: zet één bank van elk paar aan de andere zijde van de wandeldijk, zodat men er hetzelfde zicht heeft op de dijk. Vierde mogelijkheid: zet de twee banken rug aan rug in het midden van en dwars op de dijk. Vijfde mogelijkheid: wissel de vorige vier mogelijkheden af, zodat de wandelaar kan kiezen. Wat denken jullie? Beide onderstaande fotos moeten de nieuwe verzanding en het slecht zicht duidelijk maken. En dat is maar één voorbeeld van elk!
Nog drie dagen!! Hebben jullie al een brief geschreven naar sinterklaas? Zijn jullie wel degelijk braaf genoeg geweest? Staat jullie schoentje al klaar? Oh, jullie weten al wie sinterklaas is! Zeker? Ik dacht daarom dat ik misschien eens honderden jaren moest teruggaan in de geschiedenis en ook eens moest nagaan welke de gebruiken van vandaag zijn en of je die nog kunt vergelijken met deze uit mijn kindertijd.
De intrede van sinterklaas in Middelkerke Onze gemeente mocht natuurlijk niet achterblijven! Zoals in een aantal steden en dorpen gelegen aan zee of langs een waterloop, zoals Antwerpen, Oostende en Nieuwpoort, moest de stoomboot uit Spanje ook onze gemeente aandoen. Wat was er toch weer druk zeevaartverkeer op de sinterklaasroute! Spijtig genoeg hebben wij geen haven! Ik wil onze bestuurders natuurlijk niet op slechte gedachten brengen, want ze zijn in staat om naast een pier en een uitbouw aan het casino, ook nog een haven aan te leggen. Weken vooraf, veel te vroeg volgens mij, op 18 november 2012 al, was het dan zo ver! Rond 14 uur legde een amfibieboot aan, ter hoogte van het casino (kant West) met aan boord de heilige man met zijn zwarte pieten. Ik heb dat niet meer zo gevolgd omdat ik al een tijdje weet wie sinterklaas is. Ik laat me daaraan dus niet meer vangen. Ik stond bijgevolg het gezelschap niet op te wachten en ik kan er jullie dus ook niet veel over vertellen. Waarschijnlijk was dit zijn eerste bezoek aan Middelkerke, want de sint maakte eerst een rondrit door de gemeente (op zijn witte schimmel of met de amfibie?) terwijl de huisstijlvlaggen al heen en al weer waaiden. Om 14u30 werd hij ontvangen op het gemeentehuis door de burgemeester en de schepenen, aan wie hij waarschijnlijk een grote zak geld overhandigde omdat hij toch zeer goed weet hoe spaarzaam die daarmee zullen omgaan. Of dat alles opgenomen werd door de VRT of door VTM weet ik ook niet, maar in de grote steden is dat wel het geval. Misschien een ideetje voor volgend jaar? Publiciteit is altijd meegenomen. Maar ja, dat moet ik onze lokale politici niet vertellen! Om 15 uur startte dan een show met randanimatie in De Branding waarop alle kinderen van de gemeente met hun ouders gratis mochten aanwezig zijn. De showorganisatie berustte in handen van de adviesraad lokale economie en alle brave kinderen mochten van sinterklaas, gesponsord door de zeven Middelkerkse handelaarsbonden, een geschenk in ontvangst nemen. Ja, ja, daar staat wel degelijk dienst lokale economie en niet jeugddienst. De schepen van lokale economie is namelijk Janna Opstaele. Wil ze zich nu ook nog voordoen als de gulle schenker en weldoener voor alle kinderen? Vroeger was dit toch (logischerwijze) een opdracht voor de jeugddienst en niet voor het feestcomité? Had de jeugddienst niet geoordeeld dat er al zoveel (teveel) sinterklaasbijeenkomsten waren, dat de kinderen nu reeds overstelpt werden met geschenken en dat een extra feest door de gemeente eigenlijk niet meer gewenst was? Had ik ook niet gehoord dat ze het te commercieel vonden en dat in twijfel getrokken werd of het wel de taak van de gemeente is om te concurreren met de feestjes in de private sector? Ik vind persoonlijk dat sponsoring van de gemeente door de handelaars niet kan. Zeg nu zelf, jullie kennen toch ook de wijze spreuk voor wat, hoort wat?
Maar ja, als Janna iets in haar hoofd haalt,
Wie was die sinterklaas eigenlijk? Sinterklaas werd als Nicolaas geboren in het jaar 270 in Pataras, een streek in het zuiden van het huidige Turkije. Hij is dus nu 1742 jaar oud. Nicolaas was het enige kind van rijke ouders, die heel jong stierven. Hij erfde dus alles maar hij hield het geld niet voor zichzelf, maar hij deelde het uit aan arme mensen. Toen hij ouder was, werd Nicolaas bisschop van de stad Myra. Vanwege zijn vele goede daden werd hij op 6 december 342 heilig verklaard. Vanaf toen heette hij Sint-Nicolaas. In de loop der eeuwen is dat sinterklaas geworden.
Vragen die jullie reeds lang eens wilden stellen
Komt sinterklaas echt uit Spanje? Spanje en Nederland vochten van 1568 tot 1648 de tachtigjarige oorlog uit. Spanje was in die tijd een land dat rijk was aan goud en zilver, aan luxezaken en aan lekkere dingen. De Nederlanders bleven toch nog handel drijven met hun vijanden en ruilden de Spaanse artikelen voor kruiden en sinaasappels ('appeltjes van Oranje'). De mensen dachten daarom dat ook sinterklaas uit Spanje kwam. Bovendien is Nicolaas ook de beschermheilige van de zeevaarders, die toen natuurlijk met hun boten de handelswaar uit Spanje haalden en dus door hem werden beschermd. Waarom rijdt sinterklaas op een schimmel? De oppergod van de Germanen Wodan reed op een groot wit paard. Vroeger vonden hoge heren dat voornaam en apart. En aangezien Sint-Nicolaas ook een voornaam persoon was Welke kleding draagt de heilige man? Sinterklaas is/ was dus een bisschop maar zijn kleding wijkt soms, om praktische redenen, af van die van zijn collegas. Zo draagt hij soms, om paard te rijden, een tot broekrok vermaakte tabberd in plaats van een lang paars priesterkleed. Daarover komt een met kant afgezette albe, die eindigt tussen knieën en enkels en daar bovenop een rode stola, die met een koord met kwastjes rond zijn middel op zijn plaats gehouden wordt. Over alle kledingstukken heen draagt de sint een rode koormantel, meestal met een kap met gouden franjes, die vanaf de schouders tot bijna op de grond hangt en die aan de voorkant vastgemaakt wordt met een ketting en twee haakjes. De mantel is aan de binnenkant goudgeel of wit en is versierd met goud en band. Bisschoppen dragen eigenlijk een witte mijter maar die van sinterklaas is rood Beide mijters verschillen ook van vorm. Ook de staf van sinterklaas heeft een duidelijk andere vorm dan die van een bisschop: de krul is groter en steekt aan beide zijden van de staf uit. De krul is een symbolische slang, teken van wijsheid en oneindigheid, die uitloopt in een verticale lijn naar beneden, de afdaling van geest of wijsheid naar aardse sferen. Verder draagt hij meestal zwarte schoenen en lange witte handschoenen, soms paarse. Een gouden bisschopsring met een robijn siert zijn ringvinger. Deze hoort traditioneel om de rechterringvinger, maar vaak draagt sinterklaas hem links opdat hij niet in de weg zou zitten bij het handen schudden. Een man van zijn leeftijd heeft natuurlijk een lange witte baard van ongeveer 40 centimeter. Als die langer wordt, moet hij naar de kapper. Zijn snor en hoofdhaar werden ook al een tijdje niet meer afgesneden of afgeschoren.
> > >
Waarom draagt zwarte piet dat eigenaardig pak? De kleding van zwarte piet is die van een 16e-eeuwse page. Pages waren de persoonlijke dienaren van hooggeplaatste heren zoals hertogen en prinsen. Waarom zetten kinderen hun schoen? Omdat ieder kind zijn of haar eigen schoen heeft, kan piet zich nooit vergissen bij het uitdelen van de pakjes of geschenken. Waarom wordt sinterklaas geholpen door een zwarte piet en niet door een blanke of gele? Piet is door al die jaren schoorsteenvegen zo zwart van het roet geworden dat niemand meer weet welke huidskleur hij oorspronkelijk had. Wanneer komt de sint nu eigenlijk? Ja, daar kan ik niet op antwoorden want hij is nu al weken in ons land maar zijn huisbezoeken via dak en schoorsteen, legt hij pas af in de nacht van 5 op 6 december. Waarschijnlijk logeert hij al die tijd op zijn stoomboot.
Sinterklaas in mijn kindertijd Volgens mij leefden wij veel intenser naar het feest van Sint - Niklaas toe dan de kinderen van vandaag. De komst van de sint werd nochtans heel eenvoudig gehouden. Wij waren niet veel gewoon en de kleinsten onder ons geloofden heilig dat de brave man met de stoomboot uit Spanje kwam en dat wie braaf was lekkers kreeg en wie stout was de roe. Wij twijfelden er niet aan dat in dat grote boek al onze goeie en slechte kanten beschreven waren en dat de meester op school en onze ouders een goed woordje voor ons zouden doen opdat de sint toch maar onze deur niet zou voorbijgaan. Wij waren echt bang van zwarte piet! Zijn zak was voor ons de hoogste verschrikking. Grotere broers en zussen werden in de periode op het hart gedrukt dat ze zeker niets mochten verklappen aan hun kleinere broer of zus. Sommige konden echter moeilijk zwijgen maar ze werden daarvoor erg streng berispt. Sommige slimme kleintjes lieten natuurlijk niet blijken dat ze op de hoogte waren en wachten daarmee tot de sint voorbij was. Op school schreven wij een brief, die door de meester aan de sint bezorgd werd. De brave man kwam elk jaar alle klassen bezoeken en ons gedrag werd telkens nagekeken in het grote boek. Wie de slimme wou uithangen en in de figuur van de sint een gekend persoon meende te herkennen, werd streng de mond gesnoerd. We leerden menig liedje om de sint blij te maken. Die liedjes hebben de tand van de tijd wel doorstaan en Zie ginds komt de stoomboot, Zie de maan schijnt door de bomen, Sinterklaas, brave baas, Sinterklaas kapoentje en vele andere hebben menige generaties overleefd en zijn nog steeds populair. Daags voor 6 december werd de schoen klaargezet bij de schoorsteen. Langs die weg zouden de sint en zwarte piet immers de huiskamer binnenkomen met hun speelgoed en hun lekkers. Om de weldoeners gunstig te stemmen of om ze te bedanken werd een op school gemaakte tekening, een wortel, hooi of suikerklontjes voor de schimmel in de schoen gelegd.
Sinterklaas vandaag Het grootste verschil met vroeger is natuurlijk de commercialisering van het feest. Vele weken vooraf liggen bergen speculaas (speculoos is in Vlaanderen ook lekker), marsepein, chocoladefiguren en duur speelgoed tentoongesteld in de grote warenhuizen waar ook sinterklazen, gezeten op een troon, kopers met kinderen moeten aantrekken. Daarna moet iedereen op de foto. De kinderen zien massas brave mannen op zich afkomen, allemaal verschillende en toch wordt hen wijsgemaakt dat er maar één sinterklaas is. Reclame op de televisie, in de reclameblaadjes en in de dagbladen doet er nog een schepje bovenop. Er zijn tegenwoordig sinterklazen die zich specialiseren en s avonds bij de kinderen aan huis gaan. De ganse familie wacht hem daar op. De sint krijgt onopvallend de geschenken in de handen geduwd. Daarna wordt op de blijde gebeurtenis een druppel of een pint gedronken. Dat is niet eenvoudig met die snor en die lange baard. Na enkele adressen wordt de brave man alsmaar vrolijker en blijkt hij niet in staat om nog op een dak te klimmen, laat staan langs de schoorsteen andere huiskamers te betreden. Elke vereniging wil een feest voor zijn leden met kinderen. Soms ontmoeten de sinten elkander op straat. Ik las in De Sirene dat in het Dienstencentrum van het OCMW op 19 november een sinterklaasbingo, met geschenk voor de ouderen, ingericht werd omdat niet enkel de kinderen moeten verwend worden. Dat is natuurlijk een afbreuk aan de tradities en dat vind ik eerder het werk van de kerstman. Spijtig! Het valt op dat de sint tegenwoordig niet één maar meerdere personeelsleden heeft. Zijn er meer of zwaardere geschenken uit te delen of meer snoepgoed rond te strooien of is dat een moderne manier om de werkloosheid op te lossen? Sommige scholen richten heuse sinterklaasfeesten in maar sommige beperken zich tegenwoordig tot een bezoek aan de klassen, zoals vroeger. Zo komt sinterklaas op donderdag 6 december om 14u30 uur in de sporthal te Lombardsijde voor alle leerlingen van de gemeenteschool t Lombartje. Nadat alle kinderen gezongen en gedanst hebben voor hun ouders en grootouders, worden ze daarvoor door de sint beloond met speelgoed als ze tenminste ook nog braaf geweest zijn. Hebben sommige sinten nagelaten hun bezoek mee te delen aan de gemeente? Ik zie alleszins geen spoor van dat feest van de gemeenteschool in de gemeentelijke nieuwsbrief van 28 november, noch in de evenementenkalender op de gemeentelijke website, noch in die van de Sirene. In de vrije school Sint-Lutgardis is er een feest op 3 december bij de KVLV vrouwen. De IBOs (kinderopvangcentra) kopen elk jaar rond sinterklaas nieuw speelgoed aan. Zij zetten dat rond 6 december in hun lokalen en zeggen dan dat de sint gekomen is. Ook zij hebben al ingezien dat er een overaanbod is aan optredens van de sint. Wie een persoonlijke brief wil schrijven naar de heilige, kan daar de dag van vandaag een beroep voor doen op bpost. Deze hebben een sintsecretariaat opgericht om alle (ongefrankeerde) brieven op te vangen en te bewerken.Vanaf 8 november tot en met 6 december 2012 kunnen kinderen en klassen naar de sint schrijven. Kenden jullie zijn adres niet? Dat is natuurlijk Sinterklaas, Spanjestraat 1, 0612 Hemel. Elk kind dat een brief schrijft of een tekening naar de sint opstuurt, krijgt een brief en een cadeautje terug: een kleur/werkboekje waar het sintverhaal van de postbode Pol wordt verteld. Ook klassen kunnen een brief schrijven. Er volgt daneen globaal antwoord met een 20-tal kleur/werkboekjes bij. Een modern probleem voor de sint is wel dat er tegenwoordig veel huizen zonder schoorsteen zijn. De schoen wordt dan voor de verwarming, bij de voordeur of bij de achterdeur gezet. Er moet dan wel opgelet worden voor valse sinterklazen en toch moet het huisalarm afgezet worden. Sinterklaas spelen is geen gemakkelijke opgave. Men moet inderdaad geloofwaardig over komen, goed van de tongriem gesneden zijn om het vertrouwen te winnen van de kinderen en ze op hun gemak te stellen. Ik vraag jullie het niet verder te vertellen aan oningewijde, maar onze schepen voor de jeugd Lode Maesen schijnt al enkele jaren een veelgevraagde brave man te zijn. Hij leent zich daar graag toe als het maar niet commercieel is en als het om een echt kinderfeest gaat. Dat hoor ik graag, Lode!
De harde concurrentie voor sinterklaas door de kerstman en door Sint-Maarten Sinterklaas is niet de enige die lekkers en speelgoed uitdeelt aan de kinderen. Enkele jaren geleden kwam de stoomboot uit Spanje reeds op 11 november aanmeren in Antwerpen. Dat was natuurlijk ongepast want op die dag wordt de feestdag van Sint-Maarten gevierd. De kinderen wisten niet meer waar ze het hadden. Twee heiligen die tegelijkertijd om hun aandacht vroegen! Drie weken na de sint wordt de kerstman gevierd. En die wil ook steeds vroeger in de belangstelling komen van de media en van de handelszaken die de klanten moeten verleiden. Maar te veel is te veel! Je zou dan gaan denken dat er regels moeten opgelegd worden die bepalen wanneer het kerstseizoen mag worden ingezet. De Belgische FEderatie van de DIStributie-ondernemingen (FEDIS) beweert dat die er niet zijn. De sector heeft wel zelf de afspraak gemaakt dat er geen sinterklaasreclame, gericht op kinderen, gemaakt wordt vóór 1 november terwijl dit voor de kerstperiode op 1 december vastgesteld is. Ik vrees dat dit een dode letter gebleven is. De strijd tussen de sint en de kerstman blijft hard en ongelijk. In 1931 voor het eerst voorgesteld door Coca-Cola als een goedlachs dikzakje, moest de kerstman niet enkel de kinderen maar ook de volwassenen verleiden. Hij lijkt daar aardig in geslaagd te zijn. Hij dreigt niet met de roe en deelt zijn geschenken uit in de verlofdagen van de kersttijd, wanneer iedereen daarvoor open staat. Hij wint dan ook veld ten opzichte van de sint, die een veel kleiner marktpotentieel heeft en niet beschikt over zon grote propagandamachine. De sinterklaasliedjes kunnen niet optornen tegen de familiefilms waarin de kerstman uitpakt met Jingle bells, jingle bells, jingle all the way en met zijn slede, getrokken door rendieren, door de sneeuw glijdt. Exotisch! Dat wel! Toch blijf ik meer van sinterklaas houden.
Hoe lang kunnen we de huidige sinterklaascultuur nog in stand houden? Misschien vinden jullie dat wel een rare vraag, maar er komt meer en meer kritiek op de katholieke figuur van sinterklaas. Op Antwerpse openbare scholen mag hij al niet meer verschijnen met een kruis op zijn mijter omdat het een religieus symbool is dat de moslims in de klas kan choqueren. In Amsterdam staat al enkele jaren geen kruis meer op de mijter. Een multiculmijter, zoals hieronder rechts afgebeeld, heeft natuurlijk geen zin aangezien het gaat over een katholieke traditie. De mijter is niet het enige twistpunt. Het gegeven dat de pieten van de sint zwart zijn, zou volgens sommige discriminerend zijn omdat de oorsprong ervan zou te vinden zijn in slavernij en racisme. Ook het bisschopsgewaad ligt onder vuur. Bovendien zou dat te travestiet zijn. De baard van de sint zou dan weer te terroristisch zijn! Waar halen ze het toch allemaal?
Besluit Ik hou van tradities. Is dat ouderwets? Misschien wel! Moeten we betreuren dat de viering van het sinterklaasfeest de hierboven beschreven weg opgaat? Ik vind van wel! Wat vooral tegen de borst stoot is de commercialisering van wat eigenlijk gewoon een kinderfeest zou moeten blijven. Een kinderhand is rap gevuld, zegt men. Waarom moet onze kinderen en kleinkinderen dan bedacht worden met zon overvloed aan geschenken met het gevolg dat ze die nog nauwelijks waarderen, zeker als ze niet groot en duur genoeg zijn. Ja, ik vrees vanzelfsprekend ook dat we dat niet meer kunnen stoppen. Zo gaat natuurlijk alles teloor! Jammer toch?
Koken en/of eten op kosten van de regering? Schuif maar aan!!
Op 18 december 2011 verscheen mijn artikel Hoe lekker kan men eten in Middelkerke? (zie map Horeca). Ik ging daarvoor, onder andere, te rade bij de Michelingids, bij de Gault Millaugids en bij de Bib Gourmandgids van Michelin. Ik zocht daarin naar de Middelkerkse restaurants en ik maakte tevens een vergelijking met de andere badplaatsen. Ik wou dit jaar eigenlijk gewoon eens kijken of er veranderingen waren in de Middelkerkse toestand en ik zou die niet de moeite waard gevonden hebben om er nogmaals een volledig artikel aan te wijden, ware het niet dat dit jaar tegelijkertijd enkele artikels verschenen over de kostprijs van een menu in de verschillende niveaus van restaurants en over de grote moeilijkheden die sterrenrestaurants zouden hebben om het hoofd boven water (of moet ik schrijven wijn?) te houden.
Geen echt Middelkerks artikel, dus, maar van één van alle plaatsen!
De evolutie van de toestand Er is nauwelijks evolutie aangezien alle Middelkerkse restaurants in 2013 dezelfde beoordeling kregen als in 2012. De Mange-Tout kreeg er wel een koksmuts bij ( = onderscheidingsteken van Gault Millau)
Restaurant
Gault Millau
Michelin
Bib Gourmand
Mange-tout Eat & Sea Marquize Renty La Tulipe De Vlasschaard
*1 koksmuts ** 2 koksmutsen
2012 15* 13 13
10 10
2013 15** 13 13
10 10
2012 - - -
- -
2013 - - - -
- -
2012
x
2013
x
Ter herinnering voor Gault Millau: 15: brengt een bijzondere keuken 13: goede, verzorgde tafel, betrouwbaar en soms origineel 10: aanbevolen Bib Gourmand: al die restaurants (en het zijn er 138 in 2013) serveren een lekker menu (voorgerecht, hoofdgerecht en dessert) voor een maximumprijs van 35 euro. De prijs- kwaliteitverhouding is er uitstekend.
Er wordt ook telkens een beoordeling in tekstvorm bijgegeven. Jullie kunnen die lezen op de website van Gault Millau.(zie Bronnen)
> > >
Hoeveel kost een etentje in een sterrenrestaurant?
Driesterren Wie gaat eten in het Hof van Cleve, het restaurant van Peter Goossens in Kruishoutem, betaalt 190 euro per persoon voor het goedkoopste menu en 345 euro voor het duurste menu, drank inbegrepen. In Hertog Jan moet men tussen de 85 en 300 euro neertellen voor een menu (drank inbegrepen) en in De Karmeliet tussen de 85 en 200 euro (dranken niet inbegrepen).
Twee sterren Een menu kost gemiddeld tussen de 77 en 129 euro per persoon. In Le Fox van Stéphane Buyens in De Panne is dat tussen 85 en 105 euro.
Eén ster De prijzen voor een menu variëren tussen de 59 en 93 euro gemiddeld. Voor een lunchmenu betaalt men gemiddeld 38 euro.
De door Gault Millau gelauwerde in Middelkerke (zonder dranken) Mange-tout : tussen 30 en 70 euro Marquize : tussen 52 en 70 euro Eat&Sea : tussen 30 en 47 euro La Tulipe : tussen 25 en 69 euro De Vlaschaard : tussen 30 en 50 euro Renty : tussen 35 en 50 euro
Deze prijzen geven een idee maar ik zou er maar niet al te veel belang aan hechten. Ze zijn namelijk functie van wat in elk van die restaurants aangeboden wordt: welk menu (degustatie-, markt-, lunch-, maand-, aantal gangen), interieur, ligging, bediening,
Je kunt er natuurlijk ook nog à la carte eten!
Topchef Peter Goossens slaat alarm: de regering moet zijn keuken redden Gelukkig zat ik neer toen ik in mijn krant las dat de chef van het hoogst gequoteerde en duurste restaurant van België, het Hof van Cleve, op een internationale meeting van topkoks in Monaco aan de alarmbel getrokken had: onder de huidige omstandigheden is de Belgische gastronomie niet houdbaar wegens een te hoge lastendruk. De regering moet ons helpen of anders verdwijnt de gastronomische keuken. Ongelooflijk, toch? Hij wordt in zijn mening natuurlijk ondersteund door zijn collegas - sterrenkoks. Volgens één van hen zou het nodig zijn andere dingen te doen als men zijn restaurant wil laten groeien: meerdere restaurants en/of ernaast een hotel uitbaten, boeken uitgeven, advies verstrekken bij kook- en wijnlessen, lesgeven in koksscholen, meewerken aan tv reportages, producten promoten, Het zou echt heel moeilijk zijn om alleen met de omzet van een sterrenrestaurant goed je brood te verdienen. Goossens staaft zijn oproep aan de regering met het argument dat de gastronomie niet enkel deel uitmaakt van het Belgisch bruto nationaal product maar ook van ons patrimonium.
Hebben de sterrenkoks gelijk? Een eerste argument is de crisis waardoor ook de restaurants getroffen worden. s Middags zouden er minder klanten komen dan vroeger. Zijn de loonlasten te hoog? Een sterrenrestaurant heeft inderdaad meer en beter personeel nodig. Als men meer wil, kan en mag verwachten van zijn personeel, dan moet dat ook beter betaald worden, dus hogere loonlasten. Als men meer kwaliteit wil bieden aan de klant, dan is daar meer personeel voor nodig, in de keuken om de schotels een beter uitzicht te geven, in de zaal om beter aan de wensen van de klanten te kunnen voldoen. De chefs zien ook wel dat er steeds meer kwaliteitsvolle restaurants bijkomen waardoor de concurrentie feller wordt en waardoor nog meer van het personeel moet geëist worden. De restaurants zouden ook meer dan vroeger onderworpen worden aan sociale controles, aan btw controles of aan economische inspecties / voedingsinspecties. De prijzen van de voedingswaren en dranken zouden in België hoger zijn dan in de ons omringende landen. Angelo Rosseel van La Durée in Izegem, zojuist bekroond met een tweede Michelinster, haalt ook nog de strengere fiscaliteit aan als reden waarom het steeds moeilijker wordt voor de restaurants. De bedrijven kunnen tegenwoordig moeilijker kosten voor restaurantbezoek inbrengen. Volgens hem zou de regering moeten inzien dat net op restaurant zaken gedaan worden, die dan weer de economie ten goede komen. Al die redenen maakten dat professor Ghislain Houben van de Universiteit Hasselt in een studie twee jaar geleden al tot de conclusie kwam dat de Belgische restaurants structureel onrendabel zijn wegens de hoge loonlasten en de harde concurrentie als gevolg van overaanbod. En overaanbod is er alleszins! In Vlaanderen zijn die onrendabele restaurants echt als paddestoelen uit de grond gerezen! Er zijn er nu 71 waarvan 26 in West-Vlaanderen, waarvan 8 in Brugge en 5 in Knokke. Ons dichtstbijzijnde toprestaurant is Le Fox van Stephane Buyens, die begrijpelijkerwijze zeer tevreden is dat hij in De Panne afgezonderd is van de rest. Als die allemaal voldoende cliënteel hebben, mij goed, maar dan is er ook geen reden tot klagen.
En wat vindt de gewone mens daarvan? Het artikel van Renout in het Nieuwsblad lokte bijna honderd reacties uit van boze mensen die ongelovig kennis genomen hadden van de uitspraken van de sterrenkoks. Ik maak er hier een resumé van en ik kan niet anders dan me voor een deel bij hen aansluiten. Veel lezers vragen zich af hoe die heren het in hun hoofd halen om steun te vragen aan een regering die weliswaar boven zijn stand leeft, maar nu toch door de crisis gedwongen wordt om besparingen uit te voeren in alle sectoren? Veel bedrijven danken personeel af of moeten dat doen. Om te overleven? Om hogere winsten te maken? Het zal wel dat laatste zijn, aangezien er massaal verhuisd wordt naar landen met een lagere loonkost. Dat betekent in elk geval verlies van banen in Vlaanderen! Veel (kleinere) zelfstandigen komen in de problemen en verdienen die steun eerder dan de luxesector van de gastronomie. Ze vinden dat gedoe van die rijkelui in volle crisisperiode wansmakelijk terwijl alle dagen gewone mensen hun arbeidsplaats verliezen en meer en meer in de armoede geraken. Ze zijn van mening dat die kerels met hun goedgespekte bankrekeningen beschaamd zouden moeten zijn of tenminste toch hun bek zouden moeten houden in plaats van nog een beetje te komen lachen met het werkvolk. Steun vragen aan de regering, zeggen andere, dat betekent dat de goegemeente straks weer zal opdraaien voor een minderheid, die deze dinertjes bereiden en aanbieden aan rijken die zich deze gastronomische hoogstandjes kunnen permitteren en ze wellicht ook nog als zakendiner kunnen inbrengen en aftrekken van hun belastingen. Dat alles terwijl er straks weer maaltijden zullen moeten bedeeld worden aan daklozen en andere armoe lijdende? Ze vrezen dat werknemers die maandelijks hun loonafrekening bekijken weinig medelijden zullen voelen voor de horecasector: en dat de regering er maar eerst moet voor zorgen dat de burgerkeuken betaalbaar blijft. Met het bedrag dat gespendeerd wordt aan één menu bij Goossens moeten veel gezinnen met kinderen een maand lang gastronomie op tafel toveren! Dat geldt natuurlijk evenzeer voor veel gepensioneerden. Iemand vraagt zich af of hij met zijn maandpensioen van 870 euro zou toekomen als hij eens bij Peter Goossens wil gaan eten. Veel lezers zijn van mening dat de regering al genoeg maatregelen genomen heeft om restaurants leefbaarder te maken. Zo werd de btw verlaagd van 21 naar 12 procent, maar de rekeningen bleven even hoog en er werd niet meer gelegaliseerd personeel aan het werk gesteld. Nu zou ook nog de invoering van een beveiligde kassa, om zwartwerk tegen te gaan, uitgesteld worden. Deze sector krijgt dus officieel toelating om 'nog even' verder in het zwart te werken... Iemand haalt nog enkele andere voordelen aan waarvan toprestaurants kunnen genieten: het gebruik van GRATIS stagiairs en van GRATIS personeel van de hotelscholen om hun dure banketten op te dienen. Een andere vraagt zich af waarom de chef van Peter Goossens ontslag neemt en zelf een restaurant begint als de vooruitzichten toch minder rooskleurig worden. Die onzekere toekomst zou, volgens hem, sommige uitbaters ook niet beletten om op zondag hun deuren te sluiten en tijdens de eindejaarsperiode op skivakantie te gaan. Snobisme en dikke nek zijn veelgebruikte woorden in de reacties. Zowel over de koks als over de klanten. Iemand vindt dat Meneer Goossens het te hoog in zijn bol heeft! Een andere drukt dat nog oneerbiediger uit: het probleem is niet de crisis, de loonkost of de fiscaliteit, het probleem is de NEK van de kok. En over de klant: het draait niet om wat men er kan eten, neen, het gaat om 'er geweest' te zijn. Die zogenaamde 'kenners' eten zelfs daar hun bord niet leeg. 'Men is wat men eet'!
Voorstellen om de gastronomiesector te helpen Er zijn ook lezers die met oplossingen komen aandraven, tenminste wat zij als oplossingen zien. Een eerste mogelijkheid is het verhogen van de prijzen. Iemand heeft gehoord dat men in een sterrenrestaurant weken op voorhand moet bestellen en is dus van mening dat de uitbaters gerust een paar honderd euro meer kunnen vragen aan die 'gasten', die er zeker tegen kunnen. Een andere gaat nog verder omdat hij van mening is dat het rijk cliënteel, zonder zich pijn te doen, de gevraagde prijzen kan betalen met de opbrengst van hun vermogens waarop ze, nog steeds, geen belastingen hoeven te betalen. In een tweede voorstel van de lezers worden bezuinigingen vooropgesteld. In tegenstelling met de koks zelf die vinden dat nevenactiviteiten uitoefenen het enige middel is om te overleven, stellen zij voor dat ze juist meer tijd aan hun eigen restaurant zouden besteden waardoor ze misschien een loon kunnen uitsparen. Iemand is van mening dat heel wat bezuinigingen mogelijk zijn: zelf de was doen en zelf het restaurant onderhouden, geen contracten afsluiten met brouwers, de zaak enkel openen als deze vol kan zitten (dus meer sluitingsdagen), beperktere menukaarten.
Sommige van die maatregelen zullen enerzijds waarschijnlijk niet in overeenstemming zijn met de status van een chef en anderzijds zal niemand ze durven nemen als de concurrent ze ook niet neemt.
Besluit Yves Mattagne, chef van een tweesterrenrestaurant, ziet de toekomst van de haute cuisine in België somber in. Hij voorspelt: Je krijgt straks alleen nog restaurants waar de chef werkt met zijn vrouw en twee of drie werknemers. Maar, misschien is dat juist de oplossing. Er zijn er zoveel van die soort waar men uitstekend kan eten en waar de bediening voorkomend en vriendelijk is en waar de prijzen betaalbaar blijven. Ik zie dat echter nog niet zo vlug gebeuren aangezien dat heel wat ontslagen zou meebrengen. Het zou, ook volgens mij, moeten uitgesloten zijn dat de regering op gelijk welke manier deze luxe gastronomische restaurants ondersteunt. Misschien zijn sommige van de hier boven aangehaalde reacties wat overtrokken, maar de uitbaters kunnen, door wat bescheidener te zijn en mits wat meer verbeelding, zeker zelf de nodige besparingsmaatregelen nemen om deel te blijven uitmaken van ons patrimonium.
Middelkerke: Hoezo, dat mag niet volgens het geldend ruimtelijk uitvoeringsplan? Dan veranderen we dat plan toch! Geen probleem!
Allerlei verhalen over een kasteel Eén van de lezers van deze blog (en hij zal ongetwijfeld de enige niet zijn!) stelde zich reeds menigmaal, tijdens zijn wandelingen, de vraag wat het indrukwekkend pand tussen de karting De Kegel X-treme, en het parcours waar het veldrijden van Middelkerke plaatsvindt, daar staat te doen. Ik heb daarover al een artikel geschreven in mijn blog van 27 april 2008 met als titel Middelkerke heeft nu ook zijn kasteel. Jullie vinden het in de linkse kolom in de map Monumenten. Er deden ondertussen al heel wat geruchten de ronde over dat majestueus gebouw dat ik destijds inderdaad als eerste een kasteel noemde. Er was van bij het begin sprake van een privé wellnesscentrum. Het gebouw zou later ook voor die functie aan de gemeente aangeboden geweest zijn, maar zou door de burgemeester geweigerd zijn. Hoe het aangeboden werd en waarom het aanbod afgewezen werd, weet ik niet. Niet zo heel lang geleden deed zelfs het gerucht de ronde dat het gebouw afgebroken zou worden. De gemeente beweert echter nooit iets over een sloping vernomen te hebben. Maar toen zag iemand plots licht aan het einde van de tunnel. Daarom schreef Dany Van Loo op 6 oktober 2012 in Het Nieuwsblad een artikel met de titel Onafgewerkt kasteel wordt nu toch sporthotel.
Waarom heeft dat allemaal zo lang geduurd? Nog even herinneren: op 18 mei 1999 leverde het college van burgemeester en schepenen, onder de leiding van Frank Verlinde bijgestaan door Pol Vermander, Luc Dedecker en Jean Levecque een bouwvergunning af aan Eddy Gryson, een bouwpromotor uit Aartrijke voor het oprichten van een fitness- en sportcentrum op nummer 94 van de Westendelaan, kadastrale omschrijving 2e afdeling, sectie C, nummer 280 c. Onder artikel 10 van de beslissing van het college vinden we zeer duidelijk vermeld De werkzaamheden of handelingen waarvoor vergunning is verleend, mogen niet langer dan tot (er staat niets ingevuld!) in stand blijven. De ruwbouwwerken gingen vrij vlug van start, maar daarna bleef het complex jarenlang quasi onaangeroerd, buiten het plaatsen en aanpassen van omheiningen en poorten en het zaaien van gras. We zijn nu meer dan dertien jaar na het afleveren van de vergunning en het gebouw ligt er nog steeds onafgewerkt. Werd er misschien niets ingevuld om de tijd oneindig te kunnen rekken? Niet te verwonderen dus dat sommige inwoners begonnen te spreken van een spookkasteel. De bestemming van het terrein is volgens het gewestplan Oostende Middenkust van 26.01.1977 gebied voor dagrecreatie. Dagrecreanten zijn mensen die hun activiteiten uitoefenen buiten de onmiddellijke omgeving van hun woning maar die niet overnachten op die plaats. Over het gebied bestaat eveneens een bijzonder plan van aanleg BPA MIAMI. Toen zweefde plots een euroteken voor de ogen van de initiatiefnemer. Waarom op zon groot en goed gelegen terrein geen sporthotel bouwen? Hij wist ook wel dat dit niet kon, gezien de geldende stedenbouwkundige voorschriften, maar wie weet kon er wel iets geregeld worden. Er zijn nu al vele mooie jaren voorbijgegaan en wat er juist schortte met de aanpassing van dat ruimtelijk uitvoeringsplan, dat weet ik niet, maar er kwam maar geen schot in de zaak. En nu, toevallig een week voor de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012, heeft het gemeentebestuur toch een vergunning afgeleverd voor de afwerking en de uitbreiding van het kasteel in de Westendelaan tot sporthotel. De wijziging van de stedenbouwkundige plannen werd dan uiteindelijk goedgekeurd door de provincie en door het gemeentebestuur.
Groter hotel is nodig, volgens de burgemeester Wat heeft die plotse ommekeer veroorzaakt? De overheid heeft eindelijk ingezien dat de private sector zwaar investeerde in de aankoop van de gronden.(!!) Och heere, die arme bouwpromotor uit Aartrijke! En bovendien, maar ik laat liever burgemeester Michel Landuyt(Open VLD) zelf aan het woord: Er was een absolute noodzaak aan een groter hotel in Middelkerke om grotere groepen te laten overnachten. Gelet op het beperkte aantal hotels in Middelkerke is dit project bijzonder waardevol. Hij wordt daarin bijgetreden doorschepen van Ruimtelijke OrdeningJanna Rommel: Het is het eerste project dat ruimte voorziet voor een dergelijk initiatief. We willen in de toekomst nog meer ruimtelijke plannen herzien zodat ook op andere locaties hotels mogelijk zijn. Fred Vandenbussche reageert daarop in Het Nieuwsblad: Zo gaat dat dus in Middelkerke: de vriendjes van de blauwe baronnen mogen bouwen wat en waar ze willen, achteraf wordt toch alles 'geregeld'. In normale gemeenten worden gebouwen aangepast aan de stedenbouwkundige plannen. In Middelkerke worden de plannen aangepast aan wat het de bevriende promotoren belieft te bouwen... Waar ze plots die wijsheid halen, dat weet ik niet. Of is de vraag naar hotelkamers plots zo gestegen? In de voorbije 12 jaar hadden ze het toch voor het zeggen? Is die behoefte toen nooit opgevallen? De plannen lieten het niet toe? Laat me niet lachen! Ik heb daaraan al eens een artikel gewijd op 30 januari 2011 met als titel Denken jullie dat er een behoefte bestaat aan meer en grotere hotels in Middelkerke? (zie map Horeca) Ik kan daar eigenlijk nog weinig aan toevoegen: Middelkerke bevindt zich op het gebied van bestaande kamers in de middenmoot van de kustgemeenten. Een bevraagde hotelier vond dat de hotels hier nu al moeilijk vol geraken, behalve op de topdagen. Maar goed, beter een hotel dan een leegstaand pand! Jullie zien het gebouw hieronder op 13 augustus 2010 en op 1 oktober 2012.
<ALIGN="CENTER">> <ALIGN="CENTER">>
Promotor Gryson wil het complex nu gevoelig uitbreiden. Naast het bestaande hoofdgebouw met onder meer een wellnessruimte, zwembad, feestzaal, restaurant, zen bamboetuin en zestien kamers, komen er nu ook nog twee zijgebouwen met respectievelijk 112 en 80 kamers. De uitbreidingswerken starten nog dit jaar en het is de bedoeling dat het hoofdgebouw en een eerste zijvleugel tegen eind 2013 afgewerkt zijn.
Landuyt, Rommel-Opstaele en Devey zijn schijnbaar bijzonder fier op hun verwezenlijking, te zien aan de foto uit Het Nieuwsblad waarop ze poseren samen met de bouwheer Eddy Gryson en de architect. Ze schamen zich nergens meer voor!
Maar, wie is die Eddy Gryson eigenlijk? Gryson behoort tot een familie uit Aartrijke, die in Torhout enkele firmas heeft, zoals Gryson Immobilière CVBA, Gryson J&C Zakenkantoor en Gryson Building Company BVBA. Hij is natuurlijk niet die arme man uit de privésector die toch zoveel geld heeft moeten besteden aan de grond. Integendeel! Hij is de eigenaar van heel wat panden en gronden in onze provincie, bijvoorbeeld van Het Duynenhuis in Nieuwpoort en van een stuk grond van 5.200 vierkante meter naast het Belgacomgebouw in Brugge, waarop een home voor meer dan 100 studenten gebouwd wordt. En dat is niet zijn enige project in Brugge. Zo heeft hij ook het oude Grand Hotel Du Sablon gekocht op de hoek van de Noordzandstraat met de Kopstraat, met de bedoeling om daar een exclusief winkelcentrum en een hotel met een dertigtal kamers te vestigen.
Toen ik vier jaar geleden aan mijn eerste artikel over ons kasteelgebouw begon, wilde ik natuurlijk graag weten waarom de werken stilgelegd waren. Ik probeerde toen contact op te nemen met Eddy Gryson en met enkele ondernemingen die hun bordje hadden opgehangen aan de omheining rond het gebouw: bouw Martin HOLLEVOET BVBA Eernegemstraat 10 uit 8480 Ichtegem en DELRUE Metaal uit Ichtegem en aluminiumramen SOETE uit Boezinge (zie http://www.soetealuminium.be/images/photolib/121.jpg). Tevergeefs echter, niemand bleek bereid mij een antwoord op mijn vragen te geven. Was er een bankroet in het spel? Ik kan mij niets anders voorstellen want het zal wel niets te zien gehad hebben met de onmogelijke hotelbestemming. Een eigenaar/ bouwpromotor laat toch geen stuk grond met die oppervlakte en met zon groot gebouw zo lang ongebruikt liggen aan de Belgische kust! Dat heeft mij geïntrigeerd tot vandaag en dat zal het blijven doen tot iemand daar meer klaarheid over schept.
Een pand dat meer dan tien jaar leegstaat, dat moet opbrengen voor de gemeente Zon leegstaand, onafgewerkt pand in een badplaats, is natuurlijk geen mooi zicht. Als ik het woord leegstaand hoor of lees, dan denk ik aan taks op leegstand. Een gebouw dat dertien jaar onbewoond en ongebruikt blijft, moet dus in mijn ogen al een mooie som opgebracht hebben voor de gemeentekas. Het leek me dus logisch dat ik mij afvroeg of er taks betaald wordt op dat leegstaand gebouw. Daarom stelde ik enkele vragen aan de lokale dienst huisvesting. Zoals steeds kreeg ik een duidelijke uitleg en waar mevrouw Ravestyn niet kon of mocht antwoorden, deed de sectorfunctionaris dat. Bedankt! De Vlaamse overheid vaardigde het decreet van 19 april 1995 uit om het kader te bieden aan de acties tegen langdurige leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten. Het voorziet in een heffing voor leegstaande bedrijfsruimten van minimaal 5 are en in een subsidie voor projecten die leegstaande sites nieuw leven inblazen. Tevens wordt het bewuste pand in een leegstand - inventaris opgenomen. De gemeente moet de nodige informatie doorsturen naar de Vlaamse overheid. Dat gebeurde dus meer dan 17 jaar geleden. Na verloop van tijd werd de Vlaamse heffing volledig uitgehold. Er waren zodanig veel vrijstellingsmogelijkheden dat eigenaars pas jaren na een eerste opname effectief belast werden. 'Ons kasteel werd om onbegrijpelijke redenen nooit onderworpen aan die heffing! Om korter op de bal te kunnen spelen, voerde ons gemeentebestuur in 2007 een eigen gemeentelijke heffing in, die echter geen retroactieve werking mocht hebben. Het bestuur beriep zich op de gemeentelijke fiscale autonomie. Dit had tot gevolg dat panden op twee verschillende inventarissen konden opgenomen zijn (gemeentelijke en Vlaamse) en dus twee maal heffingsplichtig waren. In 2009 werd het decreet op het grond- en pandenbeleid goedgekeurd, dat gefaseerd in uitvoering ging. Nu werden de gemeentebesturen verplicht een eigen gemeentelijke inventaris van leegstand bij te houden, maar die had Middelkerke al sinds 2007. Deze inventaris dient 1 maal per jaar doorgestuurd te worden naar de Vlaamse overheid. Het gemeentebestuur mag geen panden in de gemeentelijke inventaris opnemen, wanneer deze onder de toepassing van het decreet op de bedrijfsruimten vallen. Dat is het geval voor ons kasteel. Het pand waarover wij het hier hebben werd voor het eerst in de inventaris opgenomen in 2009. Toen werd door de houder van het zakelijk recht (eigenaar) een administratief beroep/verzoek tot vrijstelling ingediend en toegestaan door de bevoegde commissie, op basis van een renovatieschema. Daar het daaropvolgende inventarisatiejaar de nieuwe reglementering van toepassing was, mocht het pand niet meer opgenomen worden en werd het dan ook geschrapt. De heffing kan inderdaad opgeschort worden als een gedetailleerd renovatieschema voorgelegd wordt, waaruit blijkt dat de eigenaar renovatiewerken gaat uitvoeren. Ik kom daar nu wel niet elke dag voorbij maar ik heb daar nooit iets opgemerkt dat geleek op een renovatie. Dat betekent dus dat Eddy Gryson, in plaats van enkele tienduizenden euros leegstandtaks te betalen, nooit ook maar één enkele euro moest neertellen.
Zijn er onder jullie die ooit al eens die taks moesten betalen? Ja, jullie zullen ook wel al lang weten dat de ene wat meer kan/ mag dan de andere, hé!
Wapenstilstand op 11 november: zegt jullie dat nog iets?
De Wapenstilstand op het einde van de eerste wereldoorlog wordt elk jaar herdacht op 11 november. In 1918 werd op die dag om 5 uur 'sochtends inderdaad de Duitse capitulatie in een treinwagon op het westelijk front in Rethondes (Bos van Compiègne) getekend door MaarschalkFoch en de Duitse delegatie. De wapenstilstand ging eigenlijk pas in om 11 uur. De wereld werd eindelijk uit de nachtmerrie van de Grote Oorlog verlost. De wapens van de oorlogvoerende partijen zwegen na vier jaar strijd. Wapenstilstand is sindsdien de dag om alle oorlogsslachtoffers, burgers en militairen, te herdenken, ook de slachtoffers van oorlogen die nadien volgden. Ik zal me in het huidig artikel echter beperken tot de Grote Oorlog. De Eerste Wereldoorlog, zoals we de Grote Oorlog tegenwoordig noemen, betekende immers oorlogsvoering op een tot dan toe ongekende schaal. We mogen gerust van een moordende en onzinnige oorlog spreken. De dodenteller stond stil op een geschatte negen miljoen. Onder de slachtoffers waren zowel militairen als burgers. Franse, Belgische, Duitse, Britse, Australische, Amerikaanse, Canadese en zelfs Afrikaanse en Aziatische (koloniale) troepen hadden aan het front gevochten en grote verliezen geleden. Grote delen van Europa lagen in puin, er heerste politieke chaos en veel mannen die moesten meevechten raakten gewond of gedood. Wapenstilstand wordt tot op de dag van vandaag op heel wat plaatsen in de wereld herdacht. Net zoals in België zijn er een groot aantal landen waar Wapenstilstand een nationale feestdag is. De Britten noemen die dag Remembrance Day of Armistice Day of Poppy Day. In Frankrijk en Wallonië wordt van jour du Souvenir of jour de l' Armistice gesproken. De Verenigde staten kennen 11 november als Veterans Day.
Waarom dit artikel? Ik verbaas me er soms over als in bepaalde quizprogrammas gevraagd wordt of 11 november het einde van de eerste of van de tweede wereldoorlog betekende, dat sommige kandidaten dan het antwoord schuldig moeten blijven. Dat was voor mijn tijd, zei er eens één. Wordt dat niet meer onderwezen in de lessen geschiedenis? Ik vind in elk geval dat een oorlog waarin miljoenen militairen en burgers stierven, nooit mag vergeten worden. Van de Belgische slachtoffers, waren er 65 tot 80% Vlamingen, al naargelang de bron. De Vlaamse soldaten werden weliswaar bevolen door Franstalige officieren, hetgeen later aanleiding gaf tot het ontstaan van de frontbeweging en van het Vlaams bewustzijn. Allemaal belangrijk genoeg om er een blogartikel aan te wijden, vond ik.
De klaproos als symbool voor de eerste wereldoorlog In het Vlaams wordt de klaproos soms kollebloem (toverkol of kol =heks) genoemd. Een andere naam is natuurlijk ook papaver of in het Engels poppet. In onze kinderjaren spraken wij van de kankerbloem. Toen kregen wij steeds weer te horen Niet aankomen, dat zijn giftige bloemen. Sommige klaprozen, die gerekend worden tot de papavers, worden gebruikt omopium en morfine van te maken; morfine is een sterk verdovend middel dat vaak werd gebruikt om de pijn van gewonde soldaten te stillen, soms voor eeuwig. Klaprozen bloeien als andere planten in de buurt dood zijn. De zaden kunnen jarenlang op de grond liggen en pas beginnen te kiemen als de nabije planten en struiken weg zijn, bijvoorbeeld als de grond werd omgewoeld en vervuild. Dat was uiteraard het geval met de grond rond de loopgraven die grondig 'omgespit' en besmet was door de gevechten en bombardementen. De aanblik van de bloem is vervuld vansymboliek, niet alleen zijn de blaadjesrood zoals hetbloedvan de gevallenen maar het binnenste is ook nog zwart, kleur van rouw. In het hart van de bloem is ook eenkruisvormte zien,christelijksymbool van lijden en verlossing bij uitstek.
>
Klaprozen zijn met name in het Verenigd Koninkrijk en in andere landen van het Gemenebest het symbool van de eerste wereldoorlog omdat ze op de slagvelden in Vlaanderen overvloedig bloeiden, zoals de Canadese militaire arts John Mc Crae het in 1915 in Boezinge beschreef in zijn gedicht In Flanders fields. Het gedicht beschrijft de gruwelen van de oorlog, die hij zelf niet overleefde.
Ziehier de originele tekst met daarnaast een vertaling.
In Flanders fields the poppies blow Between the crosses, row on row That mark our place; and in the sky The larks, still bravely singing, fly Scarce heard amid the guns below. We are the dead. Short days ago We lived, felt dawn, saw sunset glow Loved, and were loved, and now we lie In Flanders fields. Take up our quarrel with the foe: To you from failing hands we throw The torch; be yours to hold it high. If ye break faith with us who die We shall not sleep, though poppies grow In Flanders fields.
In Vlaanderens velden bloeien de klaprozen Tussen de kruisen, rij aan rij die onze plek aangeven; en in de lucht vliegen leeuweriken, nog steeds dapper zingend ook al hoor je ze nauwelijks te midden van het kanongebulder aan de grond. Wij zijn de doden. Enkele dagen geleden leefden we nog, voelden de dauw, zagen de zon ondergaan beminden en werden bemind en nu liggen we in Vlaanderens velden Neem ons gevecht met de vijand weer op: Tot u gooien wij, met falende hand de toorts; aan u om haar hoog te houden Als gij breekt met ons die sterven zullen wij niet slapen, ook al bloeien de klaprozen in Vlaanderens velden.
De laatste verzen We shall not sleep, though poppies grow / In Flanders fieldsduiden op de verdovende werking van morfine.
>
Enkele cijfers Het aantal Belgische gesneuvelden in de Eerste Wereldoorlog ligt volgens meerdere bronnen tussen de 10.000 en 40.000. Patrick De Wolf verricht al lange tijd onderzoek naar het werkelijk aantal Belgische oorlogsdoden. Zijn bestand Belgian War Graves bevat ondertussen 35.368 namen van Belgische militairen. Hiervan hebben 19.738 een bekende Belgische militaire of burgerlijke begraafplaats; 23.548 met een gekende geboortedatum en 33.197 met gekende overlijdensdatum. Op de Belgische militaire begraafplaatsen liggen in totaal 19.478 bekende en onbekende Belgische militairen begraven. Op Belgische burgerlijke begraafplaatsen liggen er nog eens 260. Daarnaast zijn in Nederland 378, in Groot-Brittannië 299, in Frankrijk 3.813, in Zwitserland 50 en wereldwijd op CWGC begraafplaatsen 292 Belgische militairen begraven. In het totaal is dat dus 24.310. Aangenomen wordt dat ongeveer een derde van het aantal oorlogsdoden begraven werd als onbekende, een derde een bekend militair graf heeft en een derde overgebracht werd naar zijn woonplaats na de wapenstilstand. Dit zou het totaal aantal Belgische oorlogsdoden dus op ongeveer 24.000 + 12.000 = 36.000 brengen. Volgens De Wolf komen die cijfers dichter bij de werkelijkheid dan de 10.000 die regelmatig opduiken: Ons aandeel (Belgisch leger) wordt nogal dikwijls eens genegeerd ten voordele van de grootmachten. Ik vermoed dat dit wel het nadeel zal zijn van een klein, opgesplitst en weinig chauvinistisch land.
In Westende vinden we op het kerkhof de graven van 5 onbekenden, waarvan één de vermelding 7de Linie draagt. Dat was een regiment dat in november 1914 meestreed in de slag bij Lombardsijde.
Herdenkingsmonumenten In ontelbare dorpen en steden werden na de Eerste en de Tweede Wereldoorlog herdenkingsmonumenten ter ere van de oorlogsslachtoffers (militairen, burgers, verzetsstrijders of gedeporteerden) opgericht. Dergelijke herdenkingsmonumenten boden de rouwende een kader om hun dierbaren te herdenken: net na de oorlog was het leed diep en kon in veel gevallen niet getreurd worden bij een individueel graf. Zowel in Westende (tegen de kerkmuur) als in Lombardsijde (in de Oude Nieuwpoortlaan) staat een herdenkingsmonument. Er wordt vaak gesproken over het Monument van de gesneuvelden. Dat is verkeerd natuurlijk, want sneuvelen betekent eigenlijk Op het slagveld, in de strijd gedood worden terwijl er ook veel burgers onder de oorlogsslachtoffers waren. Op de lijsten hierboven vinden jullie ook vrouwennamen. Hieronder links het Monument voor de Oorlogsslachtoffers van Westende, dat verplaatst werd bij de heraanleg van het kerkpleintje. Rechts dat van Lombardsijde, eveneens verplaatst na de afbraak van het gemeentehuis.
Langs de Grossettilaan ter hoogte van de oude Relais-du-Lac staat ook nog een oorlogsmonument opgedragen aan de 42ste Franse divisie die op 23 en 24 oktober 1914 aan de zijde van de Belgische militairen streed.
>
De slachtoffers van Westende Ziehier de 27 namen die op onderstaande fotos te zien zijn:
Eerste kolom: Henri BOYDENS, Emiel COPPENS, Theodoor CORTEEL, Alexis DALLE, Sabin DEDRIE, Henri DEWULF en Emiel LEVECQUE Tweede kolom: Leopold PYNTE, Jeroom ROYE,Camiel VALLAEYS, Leopold VANCASSEL, VANDECASSERIE, VANDECASTEELE en Celestin VANNECKE Derde kolom: Henri BORDON, Sophie BOUVRY, Albert DALLE, August DALLE, Henri DALLE , August DECAT, en Karel GHEERAERT Vierde kolom: Eugenie OLLIEUZ, Basiel OSAER, Jan ROBERT, Isidoor ROSSEEL (14 jaar, omgekomen bij bombardement op Lombardsijde 20 23.10.1914), VANDENBERGHE, VANWASSENHOVE.
Het monument is goed onderhouden. De voornamen van diegene met een lange familienaam zijn niet vermeld.
> >
en van Lombardsijde Het monument is wel goed onderhouden (=proper), maar veel namen en datums zijn onleesbaar. Hier is ook de datum vermeld van het overlijden. Ziehier wat ik ervan heb kunnen maken. Hier en daar heb ik al wat aangevuld.
Links: Ces DAELE 5-8 -1914, Ch CLOET 18-8-1914, Hen DEWULF 22-8-1914, Jos COULIER 10-1914, Germ GODDERIS 19-10-1914, R VANDECASTEELE 18-10-1914, Alfr UREEL 3-4-1916, Leop VANCASSEL 4-10-1916 (ook op monument Westende), Fer DEWULF 16-5-17, Hen MINNE 8-8-1917, Al DALLE 18-8-1917 , Art VERCOUILLIE 12-5-1918, Med BEDERT 26-5-1918, Al DIERENDONCK 1-7-1918, Osc VERSLYPE 25-9-1918, Cam DEVRY 28-9-1918, Art COOPMAN 4-10-1918, Hen DEWULF 5-10-1918.
Rechts Fr DALLE 20-10-1914, K DALLE 20-10-1914, Is(idoor) GHEWY 20-10-14 (30 jaar), Am DELANGHE 21-10-1914, Pel(agie) VERSLYPE 21-10-1914 (20 jaar), Clem(ence) VERSLYPE 25-10-1914 (75 jaar), Pieter MORTIER 28-10-1914, Ivo DECONINCK 30-10-1914, Bertha BERTELOOT 10-5-1918, God BERTELOOT 10-5-1918, Eug COGGE 10-5-1918, Jean VYNCK 10-5-1918, Maria VYNCK 10-5-1918, Leo SINNESAEL 1-7-1918, K BERTELOOT 1-7-1918, Ivonne DEWULF 5-9-1918, Lucie DEWULF 5-9-1918, Pol DEVRY 20-10-1918.
De eerste zes zijn omgekomen bij een bombardement op Lombardsijde. Ik zal proberen om in een volgende bijdrage meer informatie te geven over de omstandigheden van het overlijden van de 36 slachtoffers.
> >
Erepark op de kerkhoven Op de kerkhoven van Westende en Lombardsijde is ook een zone voorbehouden als erepark. Daar krijgen oudstrijders hun laatste rustplaats, dus niet enkel de gesneuvelden van beide wereldoorlogen. Ik heb op deze blog ooit geschreven dat het park van Lombardsijde beter herkenbaar was omdat er een lage omheining met de Belgische driekleur rond stond. Ik zag nu echter dat die weggenomen is. Beide ereparken zijn nog slechts te herkennen aan de Belgische en Vlaamse vlag en aan een steen opgedragen aan alle overleden oudstrijders.
Oud-strijdersverenigingen Elk dorp had vroeger ook zijn oudstrijdersvereniging, die aangesloten was bij de Koninklijke Vereniging Nationale Strijdersbond van België (NSB). Dat is een vaderlandslievende belangenvereniging, vzw, opgericht in 1919 en sedert 1967 aangesloten bij het Nationaal Eenheidsfront der Oud-strijders en Veteranen vzw (NEFOSV/FUNACV). Ze behartigt de fysieke en morele belangen van de oudstrijders en wil een boodschap uitdragen van vrede, verdraagzaamheid en vaderlandsliefde. De organisatie heeft geen politieke, godsdienstige of ideologische banden, is financieel onafhankelijk en ontvangt van niemand geld of schenkingen, behalve van haar leden. Maandelijks krijgen die leden Het Strijdersblad toegestuurd. Na een oorlog of een militaire missie houden strijdmakkers vaak contact. Onder de veteranen waren er dan ook veel vrienden voor het leven. Veteranen hadden immers een gemeenschappelijk (oorlogs)verleden, dat ze vaak met niemand anders konden delen. Als soldaten hadden zij elkaar in barre omstandigheden erg goed leren kennen en een tijdlang lief en leed gedeeld. Oud-strijdersverenigingen namen traditioneel deel aan militaire optochten, herdenkingen e.a. Binnen sommige verenigingen werden soms ook groepsuitstappen georganiseerd of werd aan liefdadigheid gedaan. Op 11 november 2012 was het 94 jaar geleden dat de wapenstilstand gesloten werd. Niet te verwonderen dus dat er geen oudstrijders van de eerste wereldoorlog meer in leven zijn. Ik las op internet dat de laatste Britse oudstrijder stierf in 2009. Hij moet dus minstens 109 jaar oud geworden zijn. Noch in Westende, noch in Lombardsijde vinden we nog een oudstrijdersvereniging. Volgens de verenigingengids van de gemeente bestaat er enkel nog één in Leffinge en in Middelkerke, uiteraard dus van oudstrijders 1940-45. Dat lijkt me logisch als elke lokale vereniging nog slechts een handvol leden telt. Waar is de tijd dat in elke deelgemeente, naast de oudstrijders met vlaggen en opgespelde eretekens, de burgerlijke, militaire en geestelijke overheden hulde brachten aan de oorlogsslachtoffers na het bijwonen van een eredienst in elke kerk? Ook de schoolkinderen, onder leiding van hun meesters, waren daarbij aanwezig. Nadat een eenzame trompetter een emotionele Last Post liet horen, werd iedereen in het gemeentehuis uitgenodigd, waar eretekens uitgereikt werden en waar daarop een glas geheven werd.
Ook in 2012 vond er op 11 november een herdenking plaats aan het oorlogsmonument aan de kerk van Middelkerke om 11 uur. Ze noemen dat tegenwoordig niet meer Wapenstilstanddag maar Vredesdag (!!!!). Spijtig genoeg kon ik die plechtigheid niet bijwonen. Er ging een goed gevuld programma mee gepaard. Het bestond immers uit een voormiddag in Middelkerke, gevolgd door een namiddag in Lombardsijde.
08.45 u.: Gratis ontbijt in gemeenteschool de Zandloper 10.40 u.: Vertrek in stoet aan centrum De Branding naar het oorlogsmonument 11.00 u.: Hulde aan de oorlogsslachtoffers 11.30 u.: Gemeentelijke receptie in De Branding 14.00 u.: Afspraak aan de gemeenteschool van Lombardsijde voor een begeleide wandeling naar de beschermde bunkersite De Bamburg 15.30 u.: Pauze in de sporthal De Bamburg, met mogelijkheid tot bezoek aan de tweedehandsboekenbeurs, gevolgd door een drankje in de cafetaria De Bamburg 17.00 u.: Cultuurcafé in de bovenzaal van 't Lombartje, waar Toon Hillewaere het programma 'Een graf in Gravelines' brengt. Dat is het relaas van de schrijnende en gruwelijke ervaringen van de Nieuwpoortse familie Osaer tijdens WO II, op basis van de originele teksten uit het dagboek van Roland Osaer 20.00 u.: Afsluiten Vredesdag met een optreden van Grupetto in de Onze-Lieve-Vrouwe- Bezoekingkerk in Lombardsijde, die 'In Flanders Fields' brengt. Een indringend, maar positief muzikaal portret met een mooie verzameling 'traditional trench songs' en klassieke stukken die hommage brengen aan de soldaten van Wereldoorlog I.
Op naar de herdenking van de honderdste verjaardag van het begin van de grote oorlog Er bestaan grote plannen om in 2014 het begin van de eerste wereldoorlog, honderd jaar vroeger, te herdenken, ik las ergens te vieren wat natuurlijk onfatsoenlijk is. Misschien had men moeten wachten tot in 1918 zodat dan het einde van de oorlog kon gevierd worden. Ex-gouverneur Breyne zal Commissaris-generaal van de herdenking zijn. Overal steken nu al initiatieven de kop op, in zoverre zelfs dat gevreesd wordt dat er geen geld genoeg zal beschikbaar zijn om ze allemaal te subsidiëren. Waarom krijg ik toch de indruk dat het sommige initiatiefnemers meer te doen is om het toerisme te bevorderen? Ook de VRT, samen met de provincie West-Vlaanderen, zal vanaf december 2013 uitpakken met een nieuwe televisiereeks In Vlaamse velden dat WOI als thema heeft. 'De provincie West-Vlaanderen zorgt voor 400.000 euro directe financiële steun en voor één miljoen euro aan materiële steun', zegt gedeputeerde Dirk De fauw (CD&V).
Toen bestond de dienstplicht nog Mijn vader werd op 29 mei 1903 geboren. Aangezien het destijds de regel was dat men in het jaar dat men 20 jaar werd zijn legerdienst moest vervullen, maakte hij deel uit van de lichting 1923. Hij werd opgeroepen om zijn plicht te vervullen in het 2de Linieregiment 2de Bataljon 6de Compagnie, dat gelegerd was in de Leopoldskazerne in Gent en dat deel uitmaakte van de 12de Infanteriedivisie. De diensttijd was kort daarvoor teruggebracht tot 10 maanden door de militiewet van 1921. Vier jaar Duitse bezetting en strijd aan de IJzer hadden daartoe geleid. Na zijn actieve periode onder de wapens, mocht de milicien naar huis en werd hij onderdeel van de reserve. Hij was dan met zogenaamd onbepaald verlof. Vervolgens moest hij met een zekere regelmaat deelnemen aan wederoproepingen. Zo'n rappel duurde meestal een dag of tien en vond elke twee tot drie jaar plaats in één van de grote oefenkampen Brasschaat, Beverlo of Elsenborn. De eerste wederoproepingen werden vaak volbracht bij dezelfde actieve eenheid waar de dienstplicht volbracht werd. Daarbuiten had de milicien-reservist maar weinig met het leger te maken. Hij moest zijn uniform in goede staat thuis bewaren en bij elke adreswijziging zijn militair zakboekje netjes laten afstempelen op het gemeentehuis. Om naar het buitenland te reizen voor een lange periode of om te verhuizen was toestemming nodig van de militaire overheden. Ook was het tot het einde van de jaren '20 de gewoonte dat hij zich om de paar jaar, op een vooraf bepaalde dag in de maand augustus, in uniform moest aanmelden bij de plaatselijke Rijkswacht die dan ook weer een stempel plaatste in het militair zakboekje.
En toen vielen de Duitsers ons land binnen Op 1 september 1939 vielen Duitse troepen Polen binnen. Dat betekende meteen ook de start van de tweede wereldoorlog. Drie dagen later, de dag nadat Frankrijk en Engeland de oorlog hadden verklaard aan Duitsland, werd het Belgisch leger gemobiliseerd. In 1937 had men de slagorde ervan in oorlogstijd gereorganiseerd. Naast de gevechtseenheden was er een territoriaal commando dat onder andere vier bataljons omvatte met elk vier compagnies wachtfuseliers Wachters van Verkeerswegen en Inrichtingen. Zoals dat toen (en nog veel later) wel meer het geval was, werd de Franse benaming Gardes de Voies de Communications et Etablissements (GVCE) gebruikt. De Belgische neutraliteitspolitiek bestond er in om bij een vijandelijke inval uit het oosten het veldleger terug te trekken tot op de KW-stelling of KW-linie. Dat was een antitankversperring tussen Koningshooikt en Waver, in hoofdzaak langs de rivier Dijle. Ze bestond uit een aaneenschakeling van gevechtsbunkers, communicatiebunkers, anti-tankgrachten en stalen bouwwerken. Daar zou men met de gevechtseenheden de hulp van de geallieerden afwachten en zo nodig de invaller het hoofd bieden. Om de vitale verkeerswegen en infrastructuur in het gebied ten westen van deze linie te helpen beveiligen, zou gebruik gemaakt worden van de Wachters die in hun eigen woongebied statische bewakingsopdrachten moesten uitvoeren om saboteurs en luchtlandingstroepen te snel af te zijn. De manschappen voor deze wachtbataljons werden geput uit de oudste reservisten. De meeste manschappen waren tussen de 35 en 45 jaar oud. Mijn toen 37 jarige vader werd ingedeeld bij het IIIde bataljon Wachters 2de compagnie, Nieuwpoort genaamd. De meeste van die bataljons werden slechts midden januari 1940 onder de wapens geroepen. Dat lot viel ook mijn vader ten deel op 14 januari 1940. De uitrusting van die eenheden was eerder beperkt en bestond uit verouderde wapens en oorlogsbuit uit de vorige wereldoorlog. De oorlogservaringen van de Wachters van Verkeerswegen en Inrichtingen lopen sterk uit elkaar maar kunnen vaak worden samengevat tot een stapsgewijze terugtocht naar Vlaanderen, vaak zonder precieze instructies van de militaire overheid en in de meeste gevallen zonder bevoorrading of geldmiddelen, gevolgd door de inname van kantonnementen in het achtergebied van het veldleger tot het einde van de veldtocht.
Op 10 mei 1940 vielenDuitse troepen België, Nederland en Luxemburg aan en daarmee schonden ze de Belgische neutraliteit. De algemene mobilisatie werd een feit waardoor nu 600.000 militairen onder de wapens waren, 8 % van de Belgische bevolking. Ondanks het feit dat ons leger nooit een groter effectief kende, vertoonde het veel zwakke punten. De eenheden hadden te weinig kader, de training van de infanterie-eenheden liet soms te wensen over en het leger was helemaal niet voorbereid op een luchtoorlog. Bovendien had de lange mobilisatieperiode en een gebrek aan reactie van de militaire overheden het moreel en de tucht van de troepen ondermijnd. Het Belgisch leger vormde dus geen partij voor het goed getraind, gedisciplineerd en machtig Duits leger en kon slechts gedurende een heel korte periode weerstand bieden. Op 28 mei 1940 capituleerde België. De 18-daagse veldtocht was gestreden. Maar daarmee was de tweede wereldoorlog niet afgelopen. België werd bezet door Duitse troepen. De rest van de Belgische troepen die zich nog in Vlaanderen bevonden, werd gevangen genomen. Het ging hier om bijna 150.000 militairen. Ik ken de omstandigheden niet waarin het gebeurde, maar mijn vader viel in handen van de Duitsers op 2 juni 1940 in Oudenburg.
>
Wie beroepsofficier of -onderofficier was, vloog in regel meteen naar Duitsland om er vijf jaar gevangenschap in een Stalag of Oflag door te brengen. De Duitsers hadden echter meer aandacht voor de nakende gevechten met de Engelsen en de Fransen dan voor de gevangen genomen Belgische soldaten. Daarom konden sommige van deze laatste wegvluchten en trokken ze gewoon naar huis of naar Engeland. Reeds op 5 juni 1940 vaardigde de Duitse overheid een richtlijn uit om de Vlaamse miliciens en bepaalde beroepscategorieën onder de Waalse miliciens naar huis te laten gaan. Dat order werd echter niet consequent uitgevoerd en het gros van de Vlaamse militairen belandde toch nog voor enige maanden in Duitsland. Nochtans maakte die richtlijn deel uit van de Duitse Flamenpolitik (Vlamingenbeleid) dat de Vlaamse bevolking moest overtuigen om zich aan de zijde van de Duitsers te scharen en zo de greep op het bezette België te vergroten. Hiertoe maakten ze gebruik van de spanningen tussen Franstaligen en Vlamingen en het wantrouwen van deze laatste jegens het verfranste Belgische bestuur. Toen de Belgische militairen, waaronder mijn vader, uiteindelijk in groepen van vijftig in treinwagons gestopt werden, waren ze er eigenlijk van overtuigd dat ze naar huis mochten. Ze kregen een militair brood per vijf man en moesten zich als drank tevreden stellen met de inhoud van hun drinkbeker (gourde in het Vlaams). Sanitaire haltes waren niet voorzien. Twee en een halve dag later kwamen veel Belgen, in plaats van in hun geliefde thuishaven, via Berlijn, in het station van Stablack aan. Jullie zien dat hieronder.
>
Het krijgsgevangenkamp Stalag Ia Stablack(Stammlager voor Onder-Officieren en Manschappen) Stalag Ia was gelegen op ongeveer 50 kilometer van Kalinigrad dat toen nog Königsberg heette en dat jullie rechts bovenaan onderstaand kaartje kunnen terugvinden. Het was een kamp met houten barakken bedekt met een cementlaag, dat in de herfst en de winter van 1939 gebouwd werd door Poolse krijgsgevangenen.
>
Hieronder zien jullie de ingang van het kamp. >
Het was het grootste kamp waar Belgen verbleven (zon 23.000), tegelijk het verst verwijderd van België maar tevens ook het meest noordelijk gelegen, ter hoogte van Denemarken. Dit is geen overbodig detail, want daar was het dus ijzig koud en aangezien er een groot tekort was aan steenkool Veertig logementbarakken à 500 plaatsen, konden dus 20.000 krijgsgevangenen herbergen. De capaciteit van het kamp was bovendien verhoogd door het opstellen van tentoonstellingstenten op de vrije ruimtes. Verder omvatte het kamp ook dienstbarakken: infirmerie, stortbaden, ateliers voor kleermakers en schoenmakers, kantoren, keukens, postkantoor, ontluizingsbarak, enz Het geheel werd omgeven door een dubbele afsluiting met prikkeldraad en het werd bewaakt vanaf miradors uitgerust met schijnwerpers en automatische wapens. Elke barak was ingedeeld in 2 grote kamers, 25 meter lang en 8 meter breed, gescheiden door een wasgelegenheid. Ziehier hoe zon kamer er uitzag.
>
Het leven in het krijgsgevangenkamp Mijn ouders zijn beide op 49 jarige leeftijd overleden op een ogenblik dat ik als kind nog niet geïnteresseerd was in de voorbije oorlog. Ik heb mijn vader dus nooit gevraagd hoe het dagelijks leven in Stalag Ia verliep en ook mijn moeder heeft mij dus nooit kunnen vertellen hoe het leven op het thuisfront er uitzag tijdens de 11 maanden afwezigheid van mijn vader. De tekst die jullie hieronder kunnen lezen is dus samengesteld op basis van wat ik in de Westendse gemeentearchieven ontdekte en op basis van verhalen op internet door overlevenden en door afstammelingen ervan die wel het geluk hadden hun ouders en/of grootouders daarover te horen vertellen. Na een verblijf van enkele dagen in het kamp zelf om er gefouilleerd, geregistreerd, kaalgeschoren, ingeënt en gefotografeerd te worden, werden konvooien gevormd om de KG (krijgsgevangenen) naar hun werkplaats te voeren, in de Kommandos. Stalag 1a had zo 21 commandoposten verspreid over Noord-Oost-Pruisen. De gevangene werd er geplaatst/gelogeerd voor min of meer lange periodes om er tijdens de dag op het veld of zelfs in fabrieken te werken. Ze keerden nog slechts sporadisch naar het centraal kamp terug. Over het algemeen mochten de gevangenen nogal snel na hun aankomst (binnen de veertien dagen) op voorgedrukte bladen, via het Rode-Kruis, teken van leven geven aan hun familie. Mijn vader verbleef in Stalag Ia van begin juni tot 13 december 1940 en dat samen met dorpsgenoot André Germonpré (1919-1976). Daags vóór hun vertrek kwam daar ook Julien Germonpré toe. Begin 1941, werden nog enkele Westendenaars in het kamp opgesloten: Robert Niville (23.01.1941), Roger Verleye (20.01.1941), René Verbanck (24.01.1941), Firmin Vandepitte (14.02.1941) en André Waeyaert (22.02.1941). De kampcommandant was toen Oberst Hartman, een keiharde die er zich op toelegde om de krijgsgevangenen elke dag steeds weer duidelijk te maken dat zij de overwonnenen waren. Het voedsel was ontoereikend. Van een krijgsgevangene mag dus zeker gezegd worden dat hij echt honger leed. Elke kruimel was goud waard. Een rantsoen kan als volgt beschreven worden: s morgens een tas thee of ersatz koffie, die slecht smaakte en bovendien koud was. s Middags was er een opscheplepel soep (ca ¾ liter). In het begin was de soep dik maar zienderogen verminderde de kwaliteit, zodat de gevangenen tenslotte van afwaswater spraken. s Avonds kreeg iedereen 375 gram brood. In de Kommandos werden de gevangenen in principe gevoed op basis van de rantsoenen die de werkgevers moesten aankopen met ravitailleringszegels. Het eten was er duidelijk beter dan in het centraal kamp, vooral voor diegene die bij een boer werkten. Toch was dat in de meeste gevallen ontoereikend. Gelukkig ontvingen de gevangenen ook pakjes, die hen toelieten te overleven. Die kwamen eerst van de familie, die zich vaak het eten uit de mond spaarde, daarna van particulieren en van het Rode-Kruis. Volgens de conventie van Genève mocht het aantal pakjes niet beperkt worden. Door de bijzondere verzendingsetiketten die erop moesten geplakt worden, werd dat echter niet gerespecteerd. Er waren drie standaardpakjes van het Rode-Kruis: 1 kilogram voor 20 frs, 2 kg voor 40 frs en 5 kg voor 100 frs. Er waren pakjes voor rokers en voor niet-rokers. Ziehier wat die pakketten zo allemaal bevatten. In het rokerspakket van 1 kg zaten 2 pakjes sigaretten, 1 doos sardines, 100 gram marsepein, 2 pakjes snoep Lutti, 1 doos confituur, 250 gram peperkoek of nog 1 doos confituur. Het niet-rokerspakket van 5 kg bevatte: 500 gram vijgen, 300 g droge rozijnen, 1 doos vlees of 2 dozen kaas, 2 dozen sardines, 2 dozen confituur, 2 dozen soep, 1 kg suiker, 2 pakjes Lutti, 2 dozen zwarte bonbons uit Doornik, 400 g marsepein, 1 kg peperkoek of 2 grote dozen confituur. De briefwisseling naar de gevangenen gebeurde met gewone postkaarten of met kaarten van het Rode-Kruis, speciaal daarvoor uitgegeven. Ik vond terug dat die vanaf de eerste weken op gang kwam, zeker vanaf juli 1940 en dat op een normale en regelmatige basis.
Steun voor het thuisfront Tijdens het verblijf van mijn vader in Stalag-Ia kon mijn moeder rekenen op enige financiële steun van de gemeente. Zo ontving ze voor haarzelf en 3 kinderen van minder dan 15 jaar volgende bedragen: juni 1940: 270 fr. juli 1940: 552,50 fr. 4-17 oogst 1940, bedrag 227 fr., voor de maand augustus 455 fr. 5de week september 1940: 114 fr. Hoe die bedragen, gevonden in het gemeentelijk archief, berekend werden, weet ik niet. Was deze informatie onvolledig of moest het gezin het werkelijk stellen met deze steun??????? Het zou ook kunnen dat de krijgsgevangenen betaald werden voor hun werk in de Kommandos. De informatie daarover is echter niet duidelijk.
Erkenning voor onze Westendse oudstrijders en/ of krijgsgevangenen Op de zitting van de Westendse gemeenteraad van 18.01.1943 werd besloten dat al diegenen die tussen 26 augustus 1939 en 28 mei 1940 onder de wapens waren, aangezien werden als oudstrijder van 1940. Mijn vader werd daarvoor vereremerkt met twee medailles: de Herinneringsmedaille van de oorlog 1940-45 met 2 gekruiste sabels (links hieronder) en de Medaille van de Krijgsgevangenen 1940-1945 met één staafje (rechts hieronder).
In het gemeentelijk archief vond ik ook een mozaïek met paspoortfotos van die Westendenaars die zich op de één of andere manier verdienstelijk maakten en daarvoor de vleiende benaming Glorierijke Held toegemeten kregen.
Bovenaan: Marcel Gunst, gesneuveld op 26 mei 1940 (° W, 1913) Rij 1: Achille Kuylle (1906-?), Jules Mortier (1908-1973), William Ossaer (1911 1997), Achiel of Jourdain Lingier? , K Dewulf, (?-?), Henri Tack (1915-?) Rij 2: Arthur Simoens (1905-?), Georges Daele (1902-?), Louis Van Bellingen(1903-?), Albert (?) Deschacht (1915-1988 of 1916-1986), Benoni of Albert Renty?, Stefaan Tack (1908 1978), Corteel Gaston??? Rij 3: Robert Van Biervliet (1913-1970), Henri Cappelle (1906 1996), Camiel Germonpré (1912 1977), Van Praet (?- ?-, Maurice Diet (1917-?), Camiel Verhelst (1909-1985), Jules (?) Beels (1908 1989) Rij 4: Verslype ?, Edmond Lannoye (1911-?), Jules Declerck (1915-1978), A. Last ?, Emiel Engelbrecht (1914-1989 KG), Emiel Quartier, (1904-?), Derudder Rij 5: Gerard Deprez (1901 1969), Jozef Boedt (1920 1974), Daniël Lanssens (1915 1990), Jerome Niville (1922- 1995), of Robert?, Albert of Benoni Renty?, Leon Lefevere (1903 1953 KG), Oscar (?) Dewachter (1900-?) Rij 6: Désiré Hursel (1902 1966), Benjamin Verleye (1905-1969), Albert, Andreas of Georges Lansen?, Palmère Rosseel (1904-1976), André Waeyaert (1920-1941 KG), August Swyngedauw (1911-1999), Chausslain ??
Ik weet eigenlijk niet waaraan deze 42 mannen hun status van Held te danken hadden. Zijn er daar ook bij die gewoon opgeroepen werden, met hun eenheid de terugtocht meemaakten en daarna naar huis trokken? Zijn er geen andere, die krijgsgevangen genomen werden en die niet in de tabel voorkomen? Ik weet het niet. De opsteller van deze mozaïek heeft het alleszins niet nauw genomen met de schrijfwijze van de namen.Sommige van de 42 heb ik niet kunnen identificeren. Misschien is één van mijn aanvullingen niet correct. Herkennen jullie nog iemand? Ik zou dankbaar zijn voor elke bijkomende informatie.
Allerheiligen: welke betekenis heeft dat voor jullie?
Ook dit jaar zullen we rond 1 november op onze kerkhoven weer een massa mensen en niet enkel gelovigen, zien rondlopen. Dat is dan telkens een ongewoon beeld want de traditie is toch niet meer wat ze vroeger ooit geweest is. Waarom wordt dat eigenlijk gedaan? Uit gewoonte? Uit plichtsbesef?
Betekenis van de feestdag De katholieke kerk kent al sinds de eerste jaren van het christendom vele martelaren. Martelaar (van het griekse woord martus = getuige) was de bijzondere eretitel voor degenen die gedurende de christenvervolgingen in het Romeinse rijk hun trouw aan het christelijke geloof met de dood moesten bekopen. Deze martelaren werden oorspronkelijk afzonderlijk herdacht. In grote gemeenschappen, zoals Rome, was het na verloop van tijd niet meer mogelijk om elke martelaar op zijn eigen dag te vieren en zo ontstonden de eerste gemeenschappelijke feesten. In Rome gebeurde dit op 13 mei. In de achtste eeuw breidde paus Gregorius III het feest voor de martelaren uit voor alle heiligen, dus ook diegene die niet waren gestorven voor het christelijk geloof. In 843 vroeg Lodewijk de Vrome aan paus Gregorius IV om de datum van 13 mei te verschuiven naar 1 november, omdat men dit boven de Alpen reeds algemeen deed bij het begin van het winterseizoen. Het woord ALLErheiligen slaat op het feit dat alle heiligen, die niet op een kalender voorkomen, maar in de hemel verblijven, gevierd worden en als voorbeeld gesteld worden voor een goed christelijk leven. Die dag, een vrije dag voor de Belgen*, worden missen opgedragen aan al die heiligen en worden de kerkhoven bezocht. De graven worden met bloemen versierd. Op Allerzielen (2 november, geen officiële feestdag) worden alle doden herdacht. Met "alle zielen" worden die overledenen bedoeld die niet rechtstreeks naar de hemel zijn gegaan, maar naar een fase die daaraan voorafgaat: het vagevuur. Allerheiligen en Allerzielen zijn dus de dagen waarop in de rooms-katholieke kerk de onderwerpen dood en leven na de dood aan de orde komen.
*In Nederland werd deze vrije dag afgeschaft in 1960.
De voorbereiding De dagen vóór Allerheiligen zijn de gemeentearbeiders druk in de weer om de laatste hand te leggen aan de paadjes en perken. In Westende krijgen normaal ook het erepark voor oudstrijders en de begraafplaatsen van drie gesneuvelde Britse militairen een opknapbeurt. Op zondag 28 oktober was daar echter niets van te merken. Maar misschien gebeurt het nog deze week. Voor de families is het verboden werken (# onderhoud) uit te voeren van 25.10 tot en met 5.11. Heel wat nabestaanden trekken vóór 1 november al naar de begraafplaats om de grafsteen van hun overleden dierbaren schoon te maken. Sommigen ergeren zich dood aan de gevallen/ vallende bladeren die hun werk steeds weer ongedaan maken. Maar het is nu eenmaal herfst! Vaak worden dan ook al bloemen op het graf gezet. Meestal wordt gekozen voor chrysanten, omdat dat herfstbloeiers zijn. Traditioneel zijn die wit of geel, al valt het wel op dat er tegenwoordig steeds vaker voor kleurrijkere bloemen wordt gekozen. We onderscheiden twee soorten chrysanten: grootbloemige en kleinbloemige. Vroeger werden uitsluitend witte grootbloemige gebruikt. Ik vind die nog steeds veel mooier.
De naam Chrysanthemum stamt uit het Grieks: 'chrys-' is goud en '-anthemon' is bloem. Sommige chrysantentelers en verkopers beweren dat steeds minder chrysanten verkocht worden, zeker de grootbloemige, ten voordele van bloemen- en plantenstukjes. Een bloemstukje gaat veel langer mee, soms tot drie maanden. Een pot grote chrysanten kan bij vriesweer al na enkele dagen stuk gaan. Ik heb op internet veel gedichten teruggevonden in verband met Alle heiligen. Ze worden uiteraard meestal opgedragen aan een dierbare overledene. Ik heb er eentje uitgepikt (een stukje daarvan), van een zekere Tessa Snellinx.
We brengen bloemen naar je graf, een gele of een witte crysant want dat is de traditionele bloem.
Maar ik breng liever een roos Een roos is het teken dat ik geef aan jou omdat ik van je hou, niet voor even maar voor heel mijn leven! Wie gaat op Allerheiligen nog naar het kerkhof? Vijftig tot zestig procent van alle Belgen zou ter gelegenheid van Allerheiligen nog naar het kerkhof gaan om de overledenen te herdenken. Dat blijkt uit onderzoeken uitgevoerd door het Onderzoeks- en Informatiecentrum van de Verbruikersorganisaties (OIVO). Het kerkhofbezoek op Allerheiligen, dat toenam tussen 2005 en 2008, nam af tussen 2008 en 2009, om vervolgens weer toe te nemen in 2010. Dat is eigenlijk verwonderlijk omdat het een rooms-katholieke feestdag is en het aantal rooms-katholieken gestadig afneemt. Soms hoor je ik wil niet enkel op Allerheiligen het graf van mijn grootouders, ouders, echtgenote, broer of zus of kinderen bezoeken. Ik heb dat niet nodig want ik denk voortdurend aan hen! De traditie leeft sterk in Wallonië en bij vijftigplussers, maar gaat stilaan verloren bij jongeren tussen 18 en 29 jaar. Meer dan acht op de tien kerkhofbezoekers nemen bloemen mee. Ook hier is enkel de leeftijdsgroep van 18-29 jaar minder geneigd bloemen te kopen. Omdat het Allerheiligenverlof samenvalt met de herfstvakantie zoals in 2012 (van maandag 29.10 tot zondag 4.11) bezoeken veel mensen het kerkhof enkele dagen voor de feestdag vooraleer op reis te vertrekken. Dat bezoek is voor veel families een traditie geworden. Voor mij persoonlijk is dat altijd een vanzelfsprekendheid geweest. Als kleine vrome katholieke jongens liepen wij s namiddags mee in de processie van de kerk naar het kerkhof, met de priesters van de parochie en met de hoogwaardigheidsbekleders van de gemeente. Men ziet er veel ouderen maar ook bezoekers in gezinsverband. De bezoekjes duren meestal niet lang. De ene beperkt er zich toe enkele ogenblikken te mijmeren voor het graf van zijn/ haar ouders, de andere lopen langs alle graven in alle rijen en frissen even de herinnering op aan ooit gekende Westendenaars: Ah ja, dat is toch de moeder/ vader van . Was die niet gehuwd met Is die al zolang dood? Tiens, was die maar zó oud toen die stierf? tot zelfs Maar allez, ik wist niet dat die al dood is. Sommige staan toch even stil bij de vergankelijkheid van het leven en worden er nostalgisch door. Tranen ziet men er weinig. Het kerkhofbezoek is ook een sociaal gebeuren. De bezoekers voelen een zekere sociale verbondenheid door hun gemeenschappelijk verlies van een dierbare, lang geleden maar vooral recent. Het gebeurt dat ze er ook een oude kennis terugzien, die lang geleden uitweek naar andere oorden en nu zijn jaarlijks bezoek aan Westende brengt. Als het weer een beetje van de partij is, dan zie je ze hier en daar in een groepje staan keuvelen.
Geschiedenis van het Westendse kerkhof In de zitting van 27.06.1921 keurde de Westendse gemeenteraad de inrichting van een nieuw kerkhof goed. Het oude, rond de kerk, werd door de oorlogsfeiten gans vernield en wat er van overbleef was te klein en de heren (ja, dames waren er toen nog niet bij) vonden ook dat een kerkhof in de dorpskom indruiste tegen de regels van de openbare gezondheid. Het Armbestuur (= huidige OCMW) had reeds op 22.02.1921 grond ter beschikking gesteld buiten het dorp. Einde 1923 werd het kerkhof voltooid na meerdere zittingen daarover (over kruisbeeld, bredere wegels, haag, afsluiting, ingangshekken, enz ) in de gemeenteraad. De begraafplaats heeft in de loop van de jaren een gedaanteverwisseling ondergaan. Tegenwoordig hebben de nabestaanden andere keuzemogelijkheden, naast de klassieke teraardebestelling. Het stoffelijk overschot kan gecremeerd of verast worden. Ook de bestemming voor de as kan gekozen worden. Een klassieke begrafenis zou duurder zijn dan een crematie, vooral door de kosten achteraf, bijvoorbeeld door de installatie van een grafzerk. Een ander voordeel, vinden sommigen, is dat een crematie hygiënischer is. Wat gebeurt er dan verder met de as? Het meest gangbare is dat de urne in een columbarium geplaatst wordt. Dat is een muur of muurachtig bouwsel met nissen waarop een plaatje met de persoonsgegevens (naam en het jaar van geboorte en van overlijden) aangebracht wordt. Elke familie krijgt maar weinig plaats voor bloemen om de Allerheiligen traditie in eer te houden. Er zijn in Westende ook urneplaatsen bijgemaakt in de grond. De as kan ook uitgestrooid worden op een weide of een stuk grasperk. Ik vind dat akelig. Daar wordt dan een zuil bijgeplaatst met koperen plaatjes met de gegevens van de overledene.
>
Ik ben nog steeds voorstander van de klassieke begrafenis maar ik weet dat ik daardoor voor ouderwets versleten wordt of zal worden. In Het Laatste Nieuws lezen we op 27 oktober 2012 dat de nationale federatie van begrafenisondernemers verklaard heeft dat vorig jaar in België voor het eerst meer crematies dan begrafenissen plaatsvonden. Het aantal crematies bedroeg 51.972, goed voor 48,75 procent van het aantal uitvaarten. In 2012 zouden er dat nog meer zijn! Er zijn wel grote regionale verschillen. De ongelijkheid tussen stad en platteland blijft groot. In stedelijke omgevingen staan crematies al gemakkelijk voor 80 procent van het aantal uitvaarten. Verklaringen voor de stijging van het aantal crematies zijn de terugval van het kerkhofbezoek (in tegenstrijd met hierboven vermelde studie!!), het wegvallen van het taboe en het stijgende aantal begrafenissen in een rouwcentrum in plaats van in de kerk.
>
Weerspreuken Allerheiligen "Houden de kraaien voor Allerheiligen school, zorg dan voor hout en kool." "Als het met Allerheiligen sneeuwt, leg dan uw pels gereed." "Met Allerheiligen vochtig weer, sneeuwbuien volgen keer op keer." "Brengt Allerheiligen de winter aan, dan doet Martinus (11 nov.) de zomer staan." "Geeft Allerheiligen zonneschijn, dan zal het spoedig winter zijn." "Na het zomertje van Allerheiligen, kan u voor de winter niet beveiligen." Van Allerheiligen tot adventstijd zijn we wind en regen kwijt. Het laatste weer van oktober reikt Allerheiligen de hand. Na helder weer, nu sombre mist: heeft zeker ook nog vorst in de kist. Sneeuw met Allerzielen,voorspelt een zacht voorjaar.
Gemeenteraadsverkiezingen Middelkerke (9): wat leveren ze op?
Wat is er veranderd buiten Middelkerke? De kracht van verandering was de leuze van N-VA. Overal kon men horen, zien en lezen dat het politiek landschap er na 14 oktober 2012 wel eens helemaal anders zou kunnen uitzien. Daar zou de N-VA voor zorgen. Vlaanderen zou meer Vlaams worden en via de gemeenten zou de partij in 2014 bij de volgende parlementsverkiezingen (de moeder van alle verkiezingen) de grootste worden in Vlaanderen en zorgen voor de volgende en grotere staatshervorming. Is het echt zo uitgedraaid? Over Antwerpen bestaat er natuurlijk geen twijfel. De N-VA is de grootste en Dewever wordt burgemeester. Maar is Vlaanderen nu geel- zwart geworden? Dewever gaf dat als kleur aan voor zijn partij na de overwinning. Klopt dat wel? Waren dat niet de kleuren van het Vlaams Belang? Natuurlijk heeft het N-VA gewonnen, ze zijn inderdaad de grootste geworden in 50 gemeenten en ja, er zullen nu rond de 40 N-VA burgemeesters zijn, en ja tenslotte ze zijn de grootste geworden in de provincieraden, maar ik vind dat het opzet van de partij toch maar voor een deel geslaagd is. Dat ligt voor een stukje aan het feit dat in een aantal gemeenten coalities tegen hen gevormd werden. Ze moeten daar niet kwaad voor worden of kinderachtig over doen, want ze werken toch zelf ook mee aan coalities, die gericht zijn tegen een grootste partij. (vb Kortrijk)
Waar ik eigenlijk wilde toe komen? Ik wil het geval van West-Vlaanderen uit de doeken doen en meer bepaald de toestand in de kustgemeenten en de gemeenten er rond. Op lokaal vlak in West-Vlaanderen blijft de CD&V veruit de grootste. Dicht bij ons is dat ondermeer het geval in Diksmuide. Anderzijds mag de CD&V in Veurne enkel nog deel uitmaken van de coalitie onder leiding van de SP-a. In Gistel wordt de Open VLD buitenspel gezet door CD&V, SP-a en N-VA. In Oudenburg zetten CD&V en SP-a hun coalitie verder. In onze provincie behalen NV-A en VB samen 33%. Dat is de laagste van alle provinciescores al bedraagt het verschil slechts 1 of een paar percenten. In de provincieraad van West-Vlaanderen behaalt de N-VA wel 20 zetels, het Vlaams Belang 5.
In de kustgemeenten is er weinig verandering. In Oostende (samen met Open VLD en CD&V) en Bredene (in coalitie met CD&V) blijft de SP-a aan de macht. In De Panne werd een coalitie gevormd door DAS (De Panne Adinkerke Samen) met CD&V met de socialistische Ann Vanneste (dochter van Willy) als nieuwe burgemeester. Nieuwpoort behoudt een absolute CD&V meerderheid. In Koksijde (lijst van de burgemeester Open VLD/ CD&V/N-VA), Middelkerke en Blankenberge (nu in coalitie met CD&V straks met SP-a) doet de Open VLD gewoon verder. In Knokke-Heist blijven de Gemeentebelangen (Open VLD + CD&V) met burgemeester Lippens aan het roer. In De Haan behaalt Bewust 12 14 zetels, de absolute meerderheid. De lijst van burgemeester Beirens in kartel met Samen + N-VA haalt er 8. Wilfried Vandaele is daarvan de enige N-VAer.
Gemeente/ Aantal zetels
N-VA
12 06 +/-
Vl Belang
12 06 +/-
Blankenberge
6
0
-6
1
3
-2
Bredene
6
0
+6
0
3
-3
De Haan
1
1
-
0
1
-1
De Panne
6
0
+6
0
1
-1
Knokke-Heist
7
-
+7
0
3
-3
Koksijde
7
2
+5
0
2
-2
Middelkerke
2
2
-
0
3
-3
Nieuwpoort
2
0
+2
0
1
-1
Oostende
10
0
+10
3
7
-4
TOTAAL
47
5
+42
4
24
-20
Diksmuide
7
0
+7
0
2
-2
Gistel
4
2
+2
0
1
-1
Oudenburg
2
0
+2
0
0
-
Veurne
6
0
+6
0
1
-1
TOTAAL
18
2
+16
0
4
-4
We zien dus dat het N-VA heel wat zetels overneemt van het Vlaams Belang. Dat is dus wel geen winst voor het Vlaams- nationalisme! Ze boeken wel een serieuze zetelwinst, maar de N-VA maakt enkel in Gistel en Koksijde deel uit van een coalitie, zij het dan nog in een ondergeschikte rol.
Ik weet natuurlijk ook wel dat Rome niet op één dag gebouwd werd, evenmin als Keulen en Aken samen, maar toch
Wat is er veranderd in Middelkerke? Vooreerst wil ik jullie opmerkzaam maken op de brochure van de gemeente die ik al op dinsdag 16 oktober 2012 kon downloaden vanhttp://www.middelkerke.be/2012.aspx
Daar vinden jullie alle gewenste informatie over de voorbije verkiezingen. De coalitie tussen de Open VLD en de CD&V was zodanig rap gevormd dat dit wel de bevestiging moest zijn dat er een voorakkoord tussen beide bestond. En ze hebben Lode Maesen niet nodig! Veel overschot is er niet maar met 9 Open VLD en 5 CD&V vormen ze een werkbare meerderheid van 14 zetels. Er mag er dus maar eentje deserteren. Niet te verwonderen dat we al op dinsdag 16 oktober 2012 in de krant konden lezen hoe de postjes zouden verdeeld worden in het schepencollege. We krijgen dus toch Janna als burgemeester. Liliane Pylyser-Dewulf wordt eerste schepen, Michel Landuyt wordt gedegradeerd van burgemeester tot tweede schepen (maar misschien straks voorzitter van de gemeenteraad?), Devey wordt derde, Vandekerckhove vierde en Ampe-Duron vijfde schepen. Carine De Jonghe werd dus verslagen door Bart Vandekerckhove die 3 stemmen (!!) meer kreeg.De Jonghe werd wel verkozen als provincieraadslid. (zie verder) En Gilliaert dan? De lijsttrekker van de CD&V met de meeste stemmen van zijn partij, die tijdens de campagne verklaarde dat hij burgemeester wilde worden, wordt voorzitter van het OCMW, functie die hij ook al waarnam tijdens de legislatuur 2001-2006. Ik neem nu wel aan dat die job hem misschien goed ligt en dat hij dat graag doet, maar ik vind dat ongehoord en totaal ongepast. Hij is toch verkozen om eerste schepen te worden? Waarom verwisselden hij en Liliane Pylyser dan van plaats op de lijst? Was dat ook al een voorakkoord? Ik noem dat verraad aan de kiezer, noch min noch meer! Dat heeft alvast tot gevolg dat Ronny Devriendt, die niet rechtstreeks verkozen werd, toch in de gemeenteraad komt als hij ook maar niet terugkeert naar het OCMW!!! Ik heb al geschreven dat het gaat over een coalitie van verliezers, maar we moeten natuurlijk aanvaarden dat die coalitie een meerderheid van de Middelkerkenaars achter zich heeft, zelfs al waren er heel wat inwoners die met hun stem aangetoond hebben dat ze niets meer moesten hebben van de Open VLD en van de CD&V. Aan het samengaan van die twee partijen is er natuurlijk niets nieuws, aangezien ze ook al een meerderheid vormden tijdens de legislatuur 2001-2006. Michel was toen wel burgemeester en Liliane Dewulf eerste schepen. Het valt nu nog af te wachten hoe de bevoegdheden zullen verdeeld worden in het college om een definitief oordeel te vellen. Ik schreef al vóór de verkiezingen van 8 oktober 2006 dat ik een verder samengaan tussen beide partijen met geen goed oog zag door hun regelmatig gekibbel. De verstandhouding was inderdaad niet goed en toen was in het coalitieakkoord trouwens voorzien dat de CD&V er in ethische kwesties eenandere mening mocht op nahouden. Ook in de OCMW- raad waren toen regelmatig strubbelingen. Voorzitter Dirk Gilliaert (CD&V) verweet men toen 'cavalier seul' te spelen, met andere woorden de pluimen voor de gezamenlijke verwezenlijkingen op zijn persoonlijke hoed te willen steken. Zal dat nu beter gaan? Met dezelfde personen? Met twee vrouwen aan de top? Als ze elkaar maar niet in het haar vliegen!
Zal het mengsel nog wel naar wijn smaken nadat men al dat water erbij gedaan heeft?
Wat gebeurt/ gebeurde er verder bij de Open VLD bij ons en rondom ons? De lokale partij verliest dus 3 zetels. Ik dacht dat dit te wijten was aan slecht bestuur, waarover ik al zo vaak geschreven heb. Klopt dat wel? Ik krijg namelijk meer en meer de indruk dat de kiezers daar niet wakker van liggen. Misschien ligt het eerder aan de komst van Jean-Marie Dedecker, die Janna in alle debatten lengten achter zich liet. Maar moeilijk was dit nu ook weer niet! Of heeft de blauwe partij het vertrek van Tom Dedecker niet kunnen opvangen? Dat hoorde ik namelijk iemand van die partij verkondigen! Men kan zich ook afvragen of het misschien iets te zien zou kunnen hebben met het resultaat van de Open VLD in Vlaanderen? Hoewel de partij circa 50 burgemeesters behoudt, mag toch wel van een achteruitgang gesproken worden. In Koksijde is de vergelijking niet eenvoudig omdat in 2012 een lijst van de burgemeester aan de kiezer gepresenteerd werd. Als men de afzonderlijke uitslagen van 2006 van de kartelpartijen (Open VLD, CD&V en Groen) vergelijkt met de uitslag van 2012 , dan ziet men dat 4 zetels verloren gaan. In Blankenberge verliest de Open VLD van burgemeester Patrick De Klerck weliswaar geen zetel (10) maar gaat ze toch 2,5 % of circa 200 stemmen achteruit. Maar, in 2006 ging de Open VLD van Middelkerke met 10% vooruit en was daarmee toen één van de grote uitzonderingen in Vlaanderen. Volgens de partij was dat te danken aan zes jaar van kwalitatief beleid en het aanstekelijke enthousiasme waarmee de laatste maanden campagne werd gevoerd. Was dat dan deze keer niet het geval? Het verlies, uitgedrukt in stemmen is toch wel indrukwekkend: Janna (-500), Michel (-675), Carine (-489), Johnny 309), Geert Galle (-222), Lucien Niville (-238), Lisette Maurau-Jonckheere (-253) en Liliane Loosbergh-Viaene (-203). De laatste drie werden niet verkozen. Natacha Lejaeghere neemt de plaats in van Cynthia Pylyser die niet meer opkwam. Geert Galle is dus één van de grote verliezers omdat hij ook zijn voorzitterschap van het OCMW verliest.
Was de lijst Dedecker DE verrassing van deze verkiezingen? Toen Jean-Marie Dedecker aankondigde dat hij zijn intrek zou nemen in zijn huis in Slijpe en zou deelnemen aan de gemeenteraadsverkiezingen, heb ik geschreven dat hij dat niet deed om hier gewoon gemeenteraadslid te worden. Wat je ook over hem denkt en weet, welke verwijten je hem ook kunt toesturen, het is een FIGUUR, zoals er geen tweede is in de gemeente. De kiezer is toch zo vergevingsgezind en dus werd Jean-Marie zelfs de stemmenkampioen van deze verkiezingen. Hij maakte een zeer goede indruk in de debatten en als ex-Lombardsijdenaar, ex-judocoach van de Belgische ploeg en door zijn TV-optredens is hij door iedereen gekend. Ik vermoedde toen al dat zijn neef Tom, die uit de Open VLD stapte en nog een tijdje als onafhankelijke zetelde, de lijst van zijn oom gevoelig zou versterken. Rosalie Verlinde, dochter van ex-burgemeester Frank, tweede op de lijst, bezat zeker heel wat troeven om succes te boeken. Ze behaalde een flink resultaat, zij het minder goed dan de derde (Dierendonck) en de vierde (Lieve Landuyt) en de lijstduwer (Tom Dedecker). Henk Dierendonck, als opvolger in de huidige gemeenteraad geraakt, is een hele tijd geleden uit het kartel CD&V + N-VA gestapt en vond uiteindelijk een nieuwe thuis bij LDD waarvan hij al maanden de belangen verdedigde in de raad. Henk werd deze keer wel rechtstreeks verkozen. Ik had toen enkel nog twijfels over de andere kandidaten. Zouden die een redelijk stemmenaantal kunnen behalen? Jean-Marie kreeg echter de geschenken in de schoot geworpen. Vier bestuursleden van de N-VA verlieten hun partij om een onderkomen bij hem te vinden. Eén daarvan, Chris Niville, behaalde 713 voorkeurstemmen en werd verkozen. Lieve Landuyt zetelde ook al een tijdje als onafhankelijke in de raad. In de legislatuur 2001 2006 bij de SP-a rechtstreeks verkozen en in 2007 als opvolger in de CD&V fractie opgenomen maar uit onvrede daaruit gestapt, vond ze volgens haar bij LDD eindelijk een partij naar haar hart en naar haar temperament. Ze bracht haar broer Wim mee en beide werden verkozen. De andere kandidaten kende ik niet, behalve Dirk Depoortere, welbekend in de gemeente. Op sleeptouw genomen door Jean-Marie en Tom, zorgden ze ervoor dat de LDD als een te kloppen partij naar 14 oktober 2012 trok. Ze verzamelden trouwens een voortreffelijk aantal naamstemmen. Jean-Marie Dedecker verklaarde achteraf wel dat hij zon goed resultaat niet verwacht had. Ik betwijfel dat. Ik vind het goed dat we nu een sterke oppositiepartij krijgen in de gemeenteraad, die hopelijk zijn wafel niet zal houden!!
Hoe moet het resultaat van de CD&V beoordeeld worden? Ik ben er zeker van dat de partij meer verwacht had dan de vijf zetels die ze nu behalen. In 2006 waren ze in kartel met het N-VA dat toen nog als een partijtje beschouwd werd. Ze behaalden samen 8 zetels, en boekten daarmee vooruitgang. Van de N-VA werd weliswaar niemand verkozen, maar Henk Dierendonck (702) en Danny Van Den Broucke (496) betekenden toch een meerwaarde aan stemmen. Nu kan men niet anders dan beweren dat de CD&V een opdoffer gekregen heeft aangezien zij nu 3 vertegenwoordigers minder in de gemeenteraad hebben en enkel door een coalitievorming met een andere verliezer de schijn van succes kunnen ophouden. Freddy Vanden Bussche nam niet meer deel en Linda Pittery-Cobbaert en Ronny Devriendt werden niet verkozen. In 2006 verkozen Dirk Gilliaert, Ronny Devriendt en Francine Ampe-Duron een zitje in het OCMW boven eentje in de gemeenteraad. Ze werden daar toen vervangen door Lieve Landuyt en André Mollet. De CD&V schijnt daar een patent op te hebben want Dirk Gilliaert doet het in 2012 opnieuw (zie boven) waardoor Ronny Devriendt hem kan opvolgen. We zullen later pas zien hoe de OCMW raad samengesteld is. Dat gebeurt pas op de installatievergadering van 2 januari 2013. Het voorval op het lijsttrekkersdebat in De Branding zal de partij wel geen goed gedaan hebben. Hebben zij Lode Maesen proberen te overhalen om naar de CD&V over te stappen, of niet? Zij hebben dat in felle toonaarden ontkend, maar wis zoiets maar eens uit. Het kwaad was geschied en verspreid!
Waarom blijft het Progressief kartel op (maar) 2 zetels zitten? Eerlijk gezegd, ik had toch minstens 1 zetel winst verwacht voor het Progressief Kartel. Ik schreef al in een vorig artikel dat de schepenen Geert Verdonck en Lode Maesen het naar mijn mening in hun beleidsdomeinen verre van slecht gedaan hadden. Ik vond ook het optreden van Geert Verdonck in het lijsttrekkersdebat geslaagd. Blijkbaar hebben de Middelkerkse kiezers, die daarover moesten oordelen een andere mening gehad, vooral in het kieshokje. Misschien hebben sommige dat ook wel beschouwd als natrappen? In 2006 haalde de partij 1.403 stemmen, wat toen een achteruitgang betekende. Nu waren er dat 1.366, dus nog eens minder. Geert Verdonck zag zijn aantal voorkeurstemmen met 64 verminderen terwijl Lode Maesen er 20 meer achter zijn naam kreeg en daarmee Geert Verdonck overtroefde. Verder zijn er drie die nipt de 200 overschrijden en daarmee is de kous af. Het is natuurlijk goed als men de jongeren probeert aan zijn kant te krijgen, maar het kiezerspubliek bestaat ook uit een groot aantal ouderen die zich misschien onvoldoende terugvinden in een dergelijk kartel. Het samengaan met Groen is dus nog steeds geen succes gebleken en moet misschien eens grondig geëvalueerd worden. De lijst blinkt niet uit door bekendheid of politiek verleden en door kwaliteit of verdienste, hoewel ik die laatste twee eigenschappen minder goed kan beoordelen. Niet minder dan 16 kandidaten van 2006 kwamen niet meer op in 2012. Zes jaar geleden stonden er ook reeds 20 nieuwe op de lijst. Dat is misschien wel van het goede te veel! Zoals het meestal gaat in dergelijke omstandigheden, zal het kartel zoals de andere kleine partijen in Middelkerke ook het slachtoffer geworden zijn van de tweestrijd tussen de Open VLD en de lijst Dedecker. Ik neem aan dat de twee verkozene, samen met de LDD, de meerderheid het vuur aan de schenen zullen leggen.
Waarom kwam de doorbraak van het N-VA er niet bij ons? Omdat lijsttrekker Danny Van Den Broucke dictatoriale trekjes zou vertoond hebben, vonden enkele kandidaten dat ze niet langer met hem konden samenwerken. Ze stapten dan maar over naar de lijst Dedecker. Ze behaalden daar goeie resultaten en één ervan (Chris Niville) werd zelfs verkozen. De partij moest toen in extremis nog de nodige kandidaten vinden om een volledige lijst te kunnen indienen. Toen er bovendien nog twee afvielen, die al op een affiche prijkten, toen werd dat een acuut probleem. Er moest toen zelfs een beroep gedaan worden op Hervé vader van Danny en Eddy Van Den Broucke. We kunnen dus gerust stellen dat de lijst te zwak was en met haken en ogen aan elkaar hing. De tijd heeft duidelijk niet in het voordeel van de N-VA gespeeld. Het feit dat de partij moest optornen tegen de LDD, in een tweestrijd gewikkeld met Open VLD, was al een ernstige handicap. Daarenboven boezemde de figuur van de lijsttrekker waarschijnlijk ook geen vertrouwen in. Ik kende hem niet persoonlijk maar zijn optreden op het lijsttrekkersdebat kon mij niet bekoren.
Waarom werd het Vlaams Belang van de kaart geveegd? In eerste instantie moet het verlies van alle 3 de zetels in de gemeenteraad toegeschreven worden aan de klap die in gans Vlaanderen aan de partij toegediend werd door de opkomst van Bart Dewever en zijn N-VA. Een tweede reden moet gezocht worden in het feit dat Jan Lacombe en zijn echtgenote Suzanne Verbeest een streep trokken achter het politiek hoofdstuk in hun leven en zo de partij verweesd achterlieten. Een derde reden zal wel te vinden zijn in interne strubbelingen, waarvan ik geen details ken. Het feit dat Josephine Meersman naar het einde van de legislatuur toe als onafhankelijke in de OCMW raad zetelde, is daar een voorbeeld van. Waarom kwamen zo veel van de kandidaten van de in 2006 ingediende lijst niet meer voor op deze van 2012? Tenslotte kunnen we niet naast de onvolledigheid van de lijst kijken. Slechts 9 kandidaten voor 25 plaatsen en daarbij nog enkele koppels. Dat geeft geen goeie indruk. De partij zal zich dus ernstig moeten herbronnen en proberen de verankering die er in 2006 wel was, opnieuw te verwezenlijken.
Hoeveel raadsleden zijn er per deelgemeente? Ik zou nog een tabel kunnen weergeven die toont hoe de verkozen raadsleden verdeeld zijn over de deelgemeenten. Zolang de definitieve samenstelling van de gemeenteraad niet gekend is, heeft dat echter weinig zin omdat de OCMW raadsleden nog niet gekend zijn en er mag verwacht worden dat sommige verkozen gemeenteraadsleden liever zetelen in de OCMW raad.
Hoe presteerden de Middelkerkse kandidaten voor de provincieraad?
Kandidaten
Partij
Verkozen
2012 2006
Voorkeurstemmen
2012 2006
Carine De Jonghe
Open VLD
JA NEEN
3.058 3.790
Geert Galle
Open VLD
NEEN NEEN
2.475 2.289
Isabel De Soete
N-VA
JA -
3.241 -
Wim Desender
CD&V
NEEN -
1.218 -
Geert Verdonck
SP-a
NEEN -
1.399 -
Erica Blomme
Groen
NEEN -
1.083 -
Alfons Deley
Vl Belang
NEEN NEEN
613 1.231
Jan Lacombe werd in 2006 het enige Middelkerks provincieraadslid. Nu zijn er plots twee. Isabel De Soete, echtgenote van Danny Van Den Broucke, de lijsttrekker van N-VA voor de gemeente, waarvan ik nog nooit gehoord had*, behaalt uit het niets een zetel, met een hoger aantal stemmen dan Carine De Jonghe, die er in 2006 niet in slaagde verkozen te worden, hoewel ze toen 732 stemmen meer haalde dan nu. *Ik lees nu wel dat ze uittredend raadslid OCMW is voor CD&V/N-VA
Nog even vermelden dat de lijst Dedecker niet deelnam aan deze verkiezingen omdat de partij het nut van dit bestuursniveau niet inziet.
Besluit Zo, de verkiezingen liggen weer achter ons. Daarom sluit ik nu ook de reeks artikelen daarover voorlopig af. Na de installatievergadering van 2 januari 2013 zal ik er een vervolg aan breien. Bij leven en welzijn zal ik ook tijdens de volgende legislatuur het reilen en zeilen in Middelkerke op de voet volgen en de beslissingen van de meerderheid kritisch bekijken maar ook nauwlettend in de gaten houden hoe de oppositie daarop reageert.
Bronnen Het Nieuwsblad van 16 oktober 2012 artikel Rommel-Opstaele klaar met huiswerk van Danny Van Loo
Verkiezingen Middelkerke op 14 oktober 2012: Nooit te oud om te leren!!
Alles en nog wat over de verkiezingen Op maandag 8 oktober 2012, van 14 tot 17 uur, bood de gemeente de gelegenheid om in het dienstencentrum "De Stille Meers" aanwezig te zijn op een uiteenzetting over de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen. Willen de kiezers niet geïnformeerd worden? Kan het hen allemaal niet schelen? Of weten ze er misschien reeds alles van? Natuurlijk heb ik sterke twijfels bij dat laatste en daarom vind ik het erg schamel dat slechts vier luisteraars opgekomen waren. Het was anders interessant genoeg. Sprekers waren Pascal Van Looy, bijgestaan door twee vriendelijke, gastvrije jongedames (of jonggehuwden?) van het gemeentepersoneel. De uitleg was klaar en duidelijk. Het ligt niet in mijn bedoeling hier integraal en uitvoerig weer te geven wat er allemaal aan de orde was. Dat was heel wat. Naast de organisatie van het gemeentebestuur (college en gemeenteraad), de organisatie van de verkiezingen (kieslijsten, stembrieven, hoe stemmen, stembureau, telbureau), de bespreking van de resultaten, de samenstelling van de gemeenteraad en van het college, het vormen van coalities, mogelijke functies van de politici na verkiezing in alle mogelijke raden en commissies, de wedden en zitpenningen die ze daarvoor opstrijken werden allerlei bijzonderheden over de kieswet uiteengezet. Ik wil er hier toch enkele punten aanhalen, die mij verrasten.
1. Dat men als bijzitter kan opgeroepen worden, ongeacht de leeftijd. Vroeger werden de oudjes daarvan vrijgesteld. 2. Dat iemand die zijn identiteitskaart en/ of stembrief niet bij heeft, toch kan stemmen als hij/ zij gekend is in het stembureau. 3. Dat wie een vergissing begaat in het stemhokje (bijvoorbeeld op een niet- bedoelde partij stemt), aan de voorzitter kan vragen om een nieuwe stembrief te krijgen, mits de eerste ongeldig te maken. 4. Dat de telling van de stemmen voor de provincieraad eveneens in Middelkerke gebeurt en niet zoals vroeger in Oostende. Bij ons is het rood potlood immers nog steeds het steminstrument terwijl er in Oostende met de computer gewerkt wordt. 5. Dat het niet mogelijk is te vernemen hoe de kiezers gestemd hebben in de Westendse stembureaus. 6. Het huidig system van zetelverdeling, de zogenoemde methode Imperiali, geeft een voordeel aan de grote partijen. Ze werd destijds ingevoerd om de versnippering tegen te gaan en de bestuurskracht te verhogen. 7. Men zou natuurlijk ook de zetels kunnen verdelen in functie van het aantal stemmen in procenten uitgedrukt. In 2006 zou dat volgend verschil uitgemaakt hebben:
Open VLD
Vl Belang
Cd&V
Progr Kartel
Herv�
Imperiali
12
3
8
2
0
%
10
4
8
3
0
8. Er wordt vaak beweerd dat blanco en ongeldige stemmen naar de meerderheid gaan. Theoretisch is dat onjuist want die stemmen worden niet meegeteld bij de zetelverdeling. Aangezien iemand die blanco of ongeldig stemt dat waarschijnlijk doet uit protest tegen de politiek of tegen de partijen die aan de macht zijn, zou hij/zij dus beter stemmen voor een oppositiepartij. Praktisch geniet de meerderheid dus toch een voordeel.
Toen werd ook nog een soort prognose uitgevoerd. Niet om de juiste of waarschijnlijke uitslag te voorspellen, maar om aan te tonen dat er een soort aardverschuiving van stemmen moet plaatsgrijpen vooraleer er een zetelverschuiving optreedt. Interessant!
Dedecker kreeg de meeste spreektijd op de VRT De Morgen chronometreerde de spreektijd van politici in alle VRT- nieuwsprogramma's tijdens de jongste drie weken. Vanaf 24 september, de officiële start van hun verkiezingsprogrammatie, tot en met 11 oktober. De chrono ging in van zodra een politicus het woord kreeg in een nieuwsitem, reportage of debat. De opgemeten tv-programma's zijn: Het "Journaal" om zeven uur, "Terzake", "Niet tevreden stem terug", "De Laatste Ronde", "Reyers laat" en "De Zevende Dag". Ook "Het Grote Debat" op 7 oktober werd verrekend. Voor de scores werd een afronding naar beneden gebruikt. Dedecker bleef 33 minuten aan het woord en was daarmee koploper. Hij reageerde verrast toen hij dat vernam (!). "Dit had ik niet verwacht. Natuurlijk ben ik er niet rouwig om. Invloed op mijn resultaat zal het nauwelijks hebben. Iedereen kent mij ondertussen. Ik kom al sinds 1979 op televisie. Mijn sterkte? Het schijnt dat ik een mening heb. Dat ik mijn punten goed kan verwoorden en gevat kan antwoorden. Dat hebben ze graag op tv. Daarvoor moet je geen electoraal zwaargewicht zijn."
Wie krijgt jouw stem op 14 oktober 2012? Mijn peiling. De stemmen werden als volgt verdeeld: Open VLD 103, N-VA 80, Progr Kartel 69, CD&V 22, LDD 38, Vl Belang 6 Twijfel 5. Als we die aantallen achtereenvolgens delen door 2, 3, 4, 5, ... volgens Imperiali, dan geeft dat:
Natuurlijk heeft deze peiling geen wetenschappelijke waarde. Ik wou echter eens zien hoe daarop zou gereageerd worden. Ik kon mij nauwelijks voorstellen dat de CD&V maar 1 zetel zou behalen en de LDD ook maar 2. Hebben de partijen hun leden/ sympathisanten gevraagd op mee te stemmen voor de perceptie dat ze daardoor in de ogen van de kiezer succesvol zou zijn?
De grote dag is eindelijk aangebroken Vroeger begaf het gros van het "kiesvee" zich naar het stembureau na de hoogmis. Nu de kerkgangers niet meer zo talrijk zijn, is die toevloed sterk afgenomen. Toch blijft 11 uur voor veel kiezers nog het best geschikt tijdstip om de kiesplicht te gaan vervullen. Dat was dan ook de reden waarom ik mij ook op dat ogenblik naar de Calidris begaf. Graag wilde ik namelijk de drukte rond het gebouw zien en daarna de opvang van de massa aan de verschillende stembureaus. Een eerste probleem stak al de kop op aan het kruispunt van de grote baan en de Strandlaan. Het was gewoon verstopt! Toen ik eindelijk de overkant bereikte, moest ik enkel nog een parkeerplaats vinden. Gelukkig duurt een stembeurt niet lang en dus ontruimen veel chauffeurs al na korte tijd hun parkeerplaats zodat ik slechts gedurende een korte tijd moest aanschuiven. Politie om het verkeer te regelen heb ik spijtig genoeg niet gezien. De overuren van het personeel moeten zeker opgespaard worden voor andere, toeristische activiteiten? Toen begon het aanschuiven eigenlijk nog maar. Er stond namelijk een file van kandidaat-kiezers tot halfweg het voetpad tussen de straat en het gebouw. Heel wat mensen trokken zich daar echter niets van aan en begaven zich recht naar de ingang, de stembrief in de hand. Iemand zei "ze zouden dat hier toch moeten afbakenen" maar ik ben de mening toegedaan dat wie goed opgevoed is dat niet nodig heeft en dat de andere zouden moeten terechtgewezen worden. Het was een guur weertje, weliswaar droog maar veel wind. Aan de ingang stonden de bibberende kandidaten, buiten de CD&V en het N-VA en binnen de Open VLD en de LDD. Was dat van de kou of van de angst om niet verkozen te worden? Ik vind dat altijd een beetje zielig. Denken ze op die manier nog iemand te kunnen overtuigen? Ik ben altijd terughoudend om een hand te geven aan iemand omdat je dan geassocieerd wordt met zijn/ haar partij. De organisatie aan de ingang werd door iedereen op de korrel genomen. Waarom in- en uitgang via hetzelfde deurgat? Waarom versperren de kandidaten de ingang? Er is toch een uitgang achteraan! Archislechte organisatie, dus!!
Toch een positief punt, tenslotte: ALLE rode potloden konden zonder problemen opgestart worden.
Gingen jullie niet stemmen? In de artikelen 62, derde lid en 68, � 2 van de Grondwet wordt bepaald dat de stemming verplicht en geheim is. Deze verplichting om deel te nemen aan de stemming is tevens vastgelegd in het Algemeen Kieswetboek. Dat is ook het geval voor de vervolging en de straffen op het verzuim van de stemplicht. (artikelen 209 en 210). Een eerste niet gewettigde onthouding wordt gestraft met een berisping of een geldboete van 5 tot 10 euro (te vermenigvuldigen met 5,5), dus 27,5 tot 55 euro. Bij herhaling is de geldboete 10 tot 25 euro (= 55 tot 137,5 euro). Vervangende gevangenisstraf wordt niet uitgesproken. De woordvoerster van Annemie Turtelboom liet zich donderdag in enkele kranten ontvallen dat het vervolgen van wie niet gaat stemmen niet al te hoog staat op het prioriteitenlijstje van het Belgische gerecht. Tot eind jaren '70 begin jaren '80 zijn er nog juridische sporen terug te vinden van processen, nadien niet meer. Ik vind het ongepast dat iemand van het kabinet van de justitieminister zoiets zegt, drie dagen voor de verkiezingen. De grote partijen hebben natuurlijk liever dat wij niet gaan stemmen dan dat we voor oppositiepartijen stemmen. Vandaar het niet-vervolgen. en ja, het aanmoedigen om niet op te komen.
De telling van de stemmen Iemand van de gemeente had mij gezegd dat men vanaf 15 uur in de foyer van het cultureel centrum "De Branding" kennis zou kunnen nemen van de uitslag. De 23 stembureaus uit de verschillende deelgemeenten doen al hun stembrieven in een bus. Alle bussen worden daarna naar de 8 telbureaus gebracht, die opgesteld stonden in de sporthal van "De Branding". Niet alle bussen uit Westende komen in hetzelfde telbureau terecht. Man verdeelt die over de telbureaus. Uiteraard gebeurt dat ook voor de andere deelgemeenten Ik parkeerde mijn wagen (voor de gelegenheid gratis) in de onderaardse parking, waar ik kon vaststellen dat sommige chauffeurs hun weg daar naartoe wel vinden, als ze maar niet moeten betalen. De -1 was deze keer dus voor iets meer dan de helft gevuld. Toen werd het wachten op de uitslagen. Ik zat daar dus vanaf 14u45 te kijken naar de TV-uitzending over de verkiezingen in afwachting dat de uitslagen zouden binnenrollen. Dat ging echter met zo�n kleine mondjesmaat dat ik daar om 18u25 nog steeds zat te wachten op de resultaten van het laatste stembureau. Misschien kan iemand mij uitleggen hoe het komt dat een ander stembureau de klus al om 16 uur geklaard had? Als het verschil ligt aan de te tellen hoeveelheid, dan moeten de bussen misschien op een andere manier verdeeld worden? Toen ik thuiskwam en verder naar de VRT keek, verscheen onderaan in een bewegende tekst "Jean-Marie Dedecker wint in Middelkerke" (!!!)
De resultaten van de partijen in 2006/ 2012 Aangezien ik slechts over een onvolledige uitslag beschikte, dacht ik die later op de avond te kunnen vinden op www.vlaanderenkiest of www.deredactie.be Het duurde echter nog een hele tijd voor ze beschikbaar waren. Ik heb ze dan maar van het Focus - scherm geplukt.
Aantal stemmen, percenten, zetelverdeling
Partij
Stemmen
2006 2012
% 2006 2012
Zetels
2006 2012 +-
VLD
5.419 4.270
41,3 30,9
12 9 -3
CD&V
- 2.604
- 18,9
- 5 +5
CD&V/N-VA
4.150 -
31,6 -
8 - - 8
N-VA
- 1.686
- 12,2
- 2 +2
PROGR KART
1.483 1.366
11,0 9,9
2 2 -
LDD
- 3.445
- 24,9
- 7 +7
VL.BELANG
1.886 437
14,3 3,2
3 0 - 3
Dedecker noemde zichzelf de stemmenkampioen van Middelkerke omdat hij de meeste voorkeurstemmen haalde. Hij beweerde ook zo'n score voor zijn partij nooit verwacht te hebben. Ziehier het aantal voorkeurstemmen van alle kandidaten. De namen van de verkozene staan vetgedrukt.
Open VLD
ROMMEL-OPSTAELE Janna 2.113, LANDUYT Michel 1.715, DEVEY Johnny 1.280, DE JONGHE Carine 990, GALLE Geert 879, LEJAEGHERE Natacha 665, MAURAU-JONCKHEERE Lisette 641, LOOSBERGH-VIAENE Liliane 648, DECLERCK Mario 726, ANNYS Franky 748, FEYS-PEELMAN Linda 628,REYNAERT Rony 617, DEMOEN Inge 444, BULCKE-VANDENBUSSCHE Cecile 515, VIAENE Eddy 399, COULIER Ann 467, BOUTON Bart 404, MESTDAGH Yentl 362, PEERE Sara 531, DEPLA Isabelle 412, VANHEE Vicky 622, NIVILLE Lucien 575, LINGIER Tom 606, SPAEY Frederick 647, VANDEKERCKHOVE Bart 993
N-VA
VAN DEN BROUCKE Danny 449, D�HONDT Martine 304,GOETHALS Anthony 236, BOUDAER Jeffy 257, PLAETEVOET Sandra 271, VAN CASTEREN Tamara 195, GOOSSENS Claire 176, DEVOOGHT Franky 160, KREBS Thibault 150, VERSTRAETE Didier 178, VAN OVERSTRAETEN Andr� 157, VAN DEN BROUCKE Herv� 218, BERTIER Melissa 177, KNOCKAERT Kurt 159, VAN LOOCK Lydia 171, DE LAUNOU Jacqueline 162, CARLIER Freddy 165, MEERT Sophie 169, SMEUNINX Diane 155, VAN DEN BROUCKE Eddy 244, BAUWENS Brigitte 165, DEFAYS Axel 138, VANDENHEEDE Sylvie 172,TANGHE Patsy 175, GEBBERT Jan 244
Vlaams Belang
DELEY Alfons 104, HOUTHOOFDT-MEEUWS Anita 76, AMEELE Ann 71, VERMAESEN Marita 60, BOYDENS Karine 70, DE JAEGER Nicole 63, VAN MULLEM Paul 62, VAN LOO Jean 70, HOSTEN George 65
Lijst Dedecker
DEDECKER Jean-Marie 2.331, VERLINDE Rosalie 773, DIERENDONCK Henk 938, LANDUYT Lieve 794, DEMARCKE Diego 537, RYCKEWAERT Bianca 588, VAN MUYSEWINKEL Eddy 510, HUART Pascale 420, PRINZIE Claude 492, VANDAMME Jan 504, VAN DEN BOSSCHE Sandra 496, SOETE Annick 472, NIVILLE Chris 713, DILIEN Hendrik 424, VANDENBERGHE Ingrid 455, SABBE Suzie 458, LANDUYT Wim 635, STEELANT Guy 437, DEFRASNES Severine 435, BERTELOOT Lies 427, DERAMOUDT Albert 482, BOULANGER Natacha 407, CHRISTIAEN-DESENDER Rosa 416, DE POORTERE Dirk 611, DEDECKER Tom 1.025
VERDONCK Geert 450, BLOMME Erica 287, MAESEN Lode 482, VAN LOO Claire 215, MAES Kurt 130, PEENE Sylvia 130, VANDEKERCKHOVE Frank 140, VAN DE MEERSCHE Marlies 123, REYNAERT Ronny 127, VAN BECELAERE Filip 125, WEERBROECK Lobke 155, LEYE Bavo 114, DESCHACHT Jasmijn 121, VAN BRABANT Sofie 165, MAENE Gilles 204, VERMEULEN Philippe 96, DUMAREY Nancy 108, VEULEMANS Freddy 86, DOBBELAERE Nadine 99, GOUDSMEDT Ann 114, DE NIL Mieke 98, DESMET Bart 101, VOLBRECHT Sabine 121, VERDONCK Bart 189, VANDERMEEREN Ringo 203
In mijn volgend artikel op 22 oktober 2012 krijgen jullie mijn analyse en commentaar daarop.
Besluit Mijn voorspelling van vorige week blijkt dus uit te komen. Ik zei: "enkele zetels verlies voor Open VLD en voor CD&V die samen een coalitie van verliezers zullen vormen, waardoor er alweer niets zal veranderen."
De kiezer wordt alweer bedrogen!! De verandering begint dus niet in Middelkerke!