De Driedaagse van De Panne-Koksijde startte nog een keer in Middelkerke.
Verleden jaar heb ik een paar dagen na de start van de Driedaagse een blogartikel daarover geschreven. Omdat het uitzonderlijk slecht weer was, was de publieke belangstelling toen aan de lage kant. Aangezien het zonnetje dit jaar wel van de partij was, wilde ik toch eens weten of de massa nu wel de weg naar het Epernayplain gevonden had om er de start bij te wonen. Er was inderdaad meer volk. Ik vroeg me toch wel af hoeveel procent daarvan gewone wielerliefhebbers zijn die het evenement absoluut niet willen missen en die hun idolen willen toejuichen. Er zijn inderdaad ook enorm veel mensen die beroepshalve op die koersen aanwezig zijn. Als je langs de dijk loopt, vanaf het kursaal naar Westende toe, zie je de tientallen autos van de volgers staan. Langs de andere kant, naar Oostende toe, staan de bussen van de deelnemende ploegen, elk met 2 à 3 autos met reservefietsen en wielen. Al die chauffeurs en begeleiders (meestal 4 per wagen) lopen over en weer, VIP kaart op de borst. Tel daarbij het bestuur van KVC Panne Sportief vzw, de plaatselijke politie en de provinciale wegenpolitie, de pers en de lokale politici en genodigden en je komt al aan een belangrijk pakket aanwezigen. Misschien zelfs meer dan er supporters- toeschouwers zijn!
Ik heb trouwens de indruk (en ik niet alleen, natuurlijk!) dat wielerkoersen, zowel op de weg als in het veld, meer en meer VIP evenementen geworden zijn. Kijk maar eens op http://users.skynet.be/fa204276/doc/PR-2011.pdf Daar zie je welke publicitaire en public relations - activiteiten er allemaal opgezet worden. Zulke prijzen zijn geen spek voor de bek van de gewone wielerliefhebber. Dat is ook de bedoeling niet. Je betaalt namelijk, naargelang het gekozen volgerspakket tussen 1.150 (btw excl.) en 1.400 euro voor 4 personen voor een ontbijt met voorstelling van de renners in het casino te Middelkerke. Geld, geld en nog eens geld! De VIPs en sponsors zijn natuurlijk wel de geldschieters die de wedstrijd mogelijk maken, maar dat de sport en de vele liefhebbers tegenwoordig op de allerlaatste plaats komen, zal ooit niet meer in dank afgenomen worden. De kranten staan nu al vol met fotos van die VIP tenten omdat ze vele de ogen uitsteken. Op http://www.toerismemiddelkerke.be/toerisme/ontbijt-KBC-3-daagse.aspx kon je een individueel aanbod lezen om de start van een sportieve hoogvlieger met alle grote namen uit het wielercircuit van op de eerste rij mee te maken tijdens een uitgebreid ontbijtbuffet voor 30 euro per persoon. Niets dus voor de doorsnee-wielerliefhebber! Eén ding klopt alvast niet. De organisatoren zullen dit waarschijnlijk niet graag horen, maar hier reed niet het kruim van de renners. Op de 181 renners waren er slechts 34 Belgen. Ik ben nu wel niet zon groot kenner maar van 15 van deze laatste had ik nog nooit gehoord. Geen Tom Boonen, Philippe Gilbert, Fabian Cancellara, Hushovd, Van Avermaet, Hausser, Jürgen Van den Broeck, Robby McEwen, Lars Boom, Nick Nuyens, Tyler Farar, Oscar Freire, Flecha, Leukemans, Zoals vorige jaren hebben de sterren schrik dat ze anders zondag te moe zullen zijn om de Ronde van Vlaanderen te rijden. De gewone wielerliefhebber moest zich dus tevredenstellen met het bekijken van voornamelijk onbekende renners, soms met onuitspreekbare namen, die kriskras door elkaar reden tussen de nadar - afsluitingen en tenslotte via een smalle schuine helling het kursaalterras opreden. Via een grote poort moesten ze binnen het inschrijvingsblad ondertekenen. Veel was er dus niet te zien behalve dat op- en afrijden en dat afwachten van de beurt. Een speaker zei af en toe een naam van een renner, nadat hij zijn rugnummer gezien had en zijn lijst geraadpleegd had. Hij stelde toen ook een paar vragen aan enkele vedetten, zoals Balan, in het Italiaans natuurlijk. Ik heb helaas niets verstaan van het gesprek met Alessandro.
s Anderendaags zag ik op de televisie de start van de tweede rit in Oudenaarde en die vond ik veel beter georganiseerd. Daar reden de renners om beurt een podium op om zich in open lucht in te schrijven. Ze werden daarbij aan het publiek voorgesteld en de supporters werden beloond voor hun applaus met een groet van hun renner. Waarschijnlijk mocht dat hier niet door dat betalend ontbijt met voorstelling van de renners.
Mijn vraag blijft dus: is dit een meerwaarde voor Middelkerke? Weegt de hoge financiële bijdrage van de gemeente om de start hier te houden wel op tegen de spektakelwaarde en de interesse van de inwoners en tweedeverblijvers? Is dat een topdag voor de horeca of blijft het bezoek aan restaurants en tearooms eerder beperkt? Na de start heb ik, zoals vele andere, het plein verlaten en misschien heb ik de horecazaken niet zien vollopen, maar ik vermoed dat dit ook bij de meeste niet gebeurd is. Het startuur, vlak op de middag, zit er misschien ook wel voor iets tussen. Wil het gemeentebestuur enkel meer bekendheid voor Middelkerke? De naam wordt wel even vermeld op TV, natuurlijk. Is het doel daarmee bereikt? Is dit echt wel 36.000 euro waard (=prijs 2010)? Misschien is het in 2011 nog duurder geworden?
Vergeten we niet dat de Driedaagse van West-Vlaanderen hier op 4 maart 2011 ook al startte met een proloog. Het deelnemersveld bevatte toen nog veel minder namen (zelfs geen Devolder, Balan, Chavanel, Greipel, Steegmans, Roelandts, Pozzato, .) Kijk maar eens op http://www.3dwvl.be/documents/3dwvl_uitslag_middelkerke_2011.pdf
Op 12 februari 2011 werd hier ook al een eindeseizoen - superprestige veldrit gereden, helaas zonder inzet, voor een weliswaar talrijk publiek.
Maar, moeten wij nu echt een wielergemeente worden? Er zijn ook nog andere sporten, hé? Toch wel de moeite waard om even over na te denken! Maar misschien wil men dat gewoon niet!!
Hevig stormen in Middelkerke? Dat gebeurt toch maar om de 250 of zelfs om de 1000 jaar!
Mensen van onze generatie zullen alvast nooit één van de belangrijkste gebeurtenissen uit hun leven en uit de twintigste eeuw vergeten. Als tiener maakten wij immers de overstromingsramp of watersnood mee, in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953.
Hoe kwam dat eigenlijk? Een stormdepressie veroorzaakte zuidwestenwinden, die later naar het noordwesten draaiden en die snelheden bereikten van ruim boven de 100 kilometer per uur, terwijl het waterpeil opgestuwd werd tot ver boven het verwachtte peil (normaal springtij).
Springtij of springvloed is een vloed die het gevolg is van getijdenwerking, die veroorzaakt wordt door de zwaartekracht van de zon en de maan die elkaar versterken. De maximale hoogte van het water is hierdoor hoger dan bij een normale vloed, die vrijwel alleen door de maan wordt veroorzaakt. Springtij treedt op bij nieuwe maan en bij volle maan wanneer de zon, de aarde en de maan min of meer op één lijn staan.
Nederland en Groot-Brittannië werden weliswaar veel zwaarder getroffen dan ons land, maar toch Afgaande op het windveld was de storm van 1 februari 1953 niet de sterkste van de eeuw. Dat het toch de meest verwoestende werd was te wijten aan de duur van de storm en aan de stormrichting. Daardoor werden enorme waterhoeveelheden naar de kust getransporteerd, die in combinatie met het heersende springtij voor de overstroming zorgden. Er wordt gezegd en aangenomen dat zon storm slechts om de 250 jaar voorkomt. Dat zal dus zeker onze laatste geweest zijn?
Welke waren de gevolgen voor onze kust? Het centrum van Oostende werd overspoeld en ook in Nieuwpoort stonden enkele straten onder water. In België werden in totaal 28 slachtoffers geteld, waarvan 7 in Oostende en 1 op zee. Wie zich een idee wil vormen van wat een overstroomde stad voorstelt, moet maar eens de powerpoint show ostende oender woater bekijken op de tonen van La petite diligence gezongen door Bertino. Jullie kunnen die downloaden op http://www.lauweres-brutyn.be/powerpoints.htm
Destijds woonde ik in de Langestraat in Nieuwpoort. Het water van de haven stroomde over de kaaimuur naar de lager gelegen gedeelten van de stad. Een bres geslagen in de dijk van het Kattesas maakte de toestand nog hachelijker. In een mum van tijd bereikte het water op sommige plaatsen een hoogte van 1m10. Kelders liepen vol en het water stroomde de woonplaatsen binnen. Wij stonden er op de trap naar het eerste verdiep van ons huis naar te kijken en konden natuurlijk niets doen. Wij waren opgebleven omdat wij het ergste verwachtten en zo hebben wij veel huisraad kunnen redden door het naar boven te verhuizen of het op de tafels te plaatsen. Om tien minuten na twee s nachts loeiden alle brandweersirenes. Een nooit eerder (en ook later niet) gezien beeld was dat van de brandweer die zich in reddingsboten door de straten verplaatste. Van de opgeroepen brandweerkorpsen kwam dat van Veurne eerst ter plaatse om dat van Nieuwpoort te versterken. Omstreeks 4u30 begon in enkele straten het water af te nemen. De brandweerpompen traden in actie. Voorrang werd gegeven aan bakkerijen, beenhouwerijen en andere handelszaken omdat die de gewone bevoorrading van de bevolking moesten verzekeren. In de loop van de vroege morgen kwamen nog andere gevraagde brandweerkorpsen hulp bieden. Na het terugtrekken van het water, boden de straten van de stad een troosteloze aanblik. Overal waren er grondverzakkingen, de rijwegen en voetpaden waren bezaaid met balken, planken, ledige vaten, vuilnis enz. dat met de watervloed was aangespoeld. In de huiskamers, kelders en ander vertrekken van de geteisterden was het niet beter gesteld. Meubels, koopwaar, machines, autos, alles was in zo een korte tijd volledig vernield of grotendeels waardeloos geworden. De geestelijke overheid van Nieuwpoort droeg zijn steentje bij om het leed te lenigen en de slachtoffers ter hulp te snellen. Er moesten lijsten opgesteld worden van verloren gegane eigendommen. Het zouden geen Belgen zijn als daarvan niet geprofiteerd werd om meer huisraad te vernieuwen dan wat verloren ging in de overstroming.
En hoe was het in de gemeente Middelkerke gesteld? In Lombardsijde werd een bres geslagen in de zeedijk langs de IJzer op de oostelijke oever, die beschadigd werd over een afstand van 30 meter. Het terrein tussen de Zeelaan, Koninklijke Baan en de Schoolstraat, waar de gemeente nu woningen plant, werd volledig onder water gezet. In Westende werden 182 meter zeewering beschadigd. In de omgeving Bellevue-Krokodille/Paul Hoyouxstraat sneuvelden 800 à 1.000 m zeewering.
Welke maatregelen werden er daarna getroffen? In Lombardsijde werden strandkribben gebouwd.
Dit zijn korte strandhoofden (50 tot 100 meter) gelegen op het droogstrand en opgebouwd uit gesloten of open metselwerk. Strandkribben zijn aan de landzijde verankerd in het duin of in de dijk.
Strandhoofden zijn dwarse structuren op het strand die reiken tot op de onderwateroever (lengte tot 600 m) en die de (erosieve) getijstromingen uit de kustlijn moeten "duwen". Door hun dwarse structuur kunnen strandhoofden ook het langtransport van zand vertragen. Strandhoofden en -kribben hebben een vrij ondiepe fundering (0,5-1 m), al dan niet uitgerust met zinkstukken. Het metselwerk van strandhoofden is meestal opgebouwd uit 2-tons arduinblokken. Strandhoofden kunnen uitgerust zijn met enkelvoudige of dubbele paalrijen (breking van stromingen). Recent zijn ook strandhoofden met zand- en steenasfalt gebouwd. Niet te verwarren met golfbrekers, want strandhoofden breken de golven niet.
Hieronder zien jullie links een strandhoofd en rechts een versterkte golfbreker.
De duinvoet werd verstevigd en een beperkte zandsuppletie werd uitgevoerd.
Zandsuppletie is het proces waarbij meestal zand opgespoten wordt om bestaande stranden te verbreden of nieuw aan te leggen en/of om de gehele kust (ook onder water) van extra zand te voorzien.
Langs de stranden tussen Westende en Mariakerke werden de bestaande strandhoofden opnieuw gekalibreerd en er werden ook nieuwe strandhoofden bijgebouwd.
De duizendjarige storm
Zullen wij dat wel nog beleven? Eén keer in de duizend jaar wordt de kust getroffen door een uitzonderlijk zware storm. Nog zwaarder dus dan de 250 jarige. Wanneer de volgende storm zal toeslaan, weet men niet. Waarom men dan over een duizendjarige storm spreekt, is mij niet duidelijk. Ik zal hier maar de voorwaardelijke wijze aanhouden, want misschien gebeurt het niet eens en het is goed mogelijk dat wij het niet meer meemaken. Als we honderd jaar oud worden dan zouden we één kans op tien hebben om slachtoffers te worden van een duizendjarige storm. Golven van vijf meter en een zeespiegel vier meter hoger dan normaal, zouden ons anders te wachten staan. Het stormgeweld zou duizenden mensenlevens kunnen eisen en miljarden euro's schade kunnen berokkenen.
Maar, men bereidt er zich toch ernstig op voor In samenwerking met de Universiteit Gent, studiebureau IMDC en het Waterbouwkundig Laboratorium, maakte Ingenieur Tina Mertens van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust (MDK), een studie om de kust ertegen te beschermen en de schade te beperken. Er wordt onderzocht waar de zwakke plekken zijn in de kustverdediging, hoe deze kunnen versterkt worden, hoeveel deze maatregelen zouden kosten en wat de impact op het milieu zou zijn. De kust werd onderverdeeld in 255 secties van elk ongeveer twee- à driehonderd meter breed. Van elke zone werden de risico's ingeschat. Ruim één derde van de kustlijn zou onvoldoende beschermd zijn. Alle plaatsen langs de kust die enigszins vooruitspringen, zouden uitermate zwak zijn. Wat ons betreft, gaat het natuurlijk over de zeedijken. Als maatregel stelt de studie voor om de stranden te verhogen en te verbreden. Deze zouden dan een soort eerste verdedigingslinie vormen . Dat zou ook voor de toeristen een voordeel inhouden. Ze zouden niet meer als sardienen samengepropt zitten op overvolle stranden. Dat zegt de sussende overheid. Misschien zal die toerist toch niet zo blij zijn als de kinderen niet meer zo goed in het oog kunnen gehouden worden. Ook de ouderen zullen met lede ogen zien dat zij moeilijk nog tot aan het water geraken of erger nog, tegen een berg zand opzien als zij daarvan terugkeren. Ziehier een foto dat het waargenomen beeld weergeeft vanaf het verhoogd strand. Een spelend kind op het lager gelegen gedeelte, is dus niet zichtbaar.
Op de foto links hieronder zien jullie dat het opgevoerd strand heel wat hoger ligt dan de rest.
Maar, hoe verbreedt men eigenlijk een strand? Eigenlijk is dat een verhoging naar de zee toe. Een andere oplossing zou erin bestaan om op bepaalde zeedijken muurtjes te plaatsen. Die kunnen aangekleed worden als zitbanken. Aan het Sint-Laurentiusstrand zorgen de muur van de Atlantikwal (wat er nog van overblijft!) en de duinen voor een goede zeewering.
Ook de wandeldijken moeten worden verbreed. Dat zullen de kustburgemeesters en horecazaken dan weer graag horen, want dan is er plaats voor grotere terrassen. De CD&V- oppositie in Middelkerke is dat laatste voorstel zeer genegen. Gemeenteraadslid Liliane Dewulf vindt dat de verbreding zoals zij al jaren voorstellen, nu meer dan ooit aan de orde is. Volgens haar zou die verhoogde houten constructie exclusief voor de talrijke wandelaars voorbehouden moeten blijven. Zij zou al contact gelegd hebben met bevoegd Vlaams minister en partijgenote Hilde Crevits, zodat er snel werk van gemaakt kan worden. Ja, want anders gaat dat niet, hé? De CD&V vindt trouwens dat de burgemeester hun idee recupereerde en nu met hun veren pronkt. Michel vindt echter dat dan op dat nieuwe gedeelte terrassen kunnen komen die de gemeente in concessie kan geven. Ja, dan kunnen ze in de zon zitten, hé? Nu gaat dat niet door de 10 verdiepingen-hoge appartementsblokken. Mijn vraag is echter hoe die terrassen de duizendjarige storm zullen tegenhouden. De beveiligingswerkzaamheden zijn reeds aangevat en zouden tegen 2015 moeten uitgevoerd zijn.
Jullie zien hierboven hoe klein het niveauverschil tussen dijk en strand geworden is in Westende-bad? In Nieuwpoort is er zelfs geen niveauverschil meer. Ik heb Michel Landuyt ooit eens horen zeggen dat het contact tussen dijk en zee moest bewaard blijven. Zullen de cabines op het verhoogde strand nu het zicht niet belemmeren? De tien kustgemeenten hebben zich begin maart 2011 akkoord verklaard met het plan dat Vlaams minister van Openbare Werken Hilde Crevits (CD&V) hen heeft voorgesteld om de kust te beschermen tegen de zogenaamde duizendjarige storm'. En dat op een ogenblik dat de werken dus al bezig waren!!
Men moet het maar groot zien!! Als het van Vlaamse en Nederlandse bagger- en planningsbedrijven zou afgehangen hebben, dan zouden de werken er totaal anders uitgezien hebben. Hun project heet Vlaamse Baaien 2100. Tegen 2100 willen zij voor de Belgische kust een handvol kleine eilanden aanleggen boven op de bestaande zandbanken. Volgens Bernard Malherbe van baggerbedrijf Jan De Nul zou hun project de kust ook beter beschermen tegen grote stormen. Nu zijn de dijken en steden bestand tegen een grote storm die maar eenmaal in 100 jaar voorkomt. Na de aanpassingen zou de kustlijn veel grotere stormen kunnen weerstaan, ook deze die maar eenmaal in 1.000 jaar voorkomen. Bovendien zouden de eilandjes ook dienst doen als natuurreservaat en zouden het toeristische trekpleisters wordenmet hotels en winkels. Volgens hen zou dit tevens een oplossing zijn voor de volgebouwde kust. Mariene biologen benadrukken echter dat er meer studies nodig zijn om de impact op vissen en andere zeedieren te onderzoeken. Het lijkt er dus geenszins op dat de eilandjes er ooit komen. En toch je weet maar nooit. Het jaar 2100 is nog ver weg!
En ja, voor ik het vergeet . De kust had, naast 1953, nog te lijden van stormvloeden in 1682 (Oostende zwaar getroffen), in 1883 (18 vissers uit Blankenberge en Heist verdronken), in 1909 (slachtoffers in Oostende en Blankenberge), in 1924 (13 vissersschepen stranden op de kust van Oostende en Wenduine, 26 doden, 1 dode in Nieuwpoort. In 1977 was er een kerststorm met windstoten tot 124 km/u. Tenslotte had het ganse land te kampen met zware stormen in 1983 en in 1990.
Op 17 maart 2008 (Verteld op zijn Westends") en op 03 januari 2010 (Wat ejugieddr gedoan me kestdach en nieuwjoar?) bracht ik reeds een stukje in de Westendse streektaal. Ik ben van plan dat één keer per jaar te blijven te doen. Omdat ik vind dat ons dialect tot onze cultuur behoort en dat het niet mag uitsterven. Veel ouders vinden dat hun kinderen betere kansen in het leven krijgen als ze er altijd AN (Algemeen Nederlands) tegen spreken. Als je dat doet, moet je die taal natuurlijk zelf wel grondig beheersen. En zo talrijk zijn zulke ouders nu ook weer niet. Als vader en moeder een verschillende streektaal spreken, is het aangewezen de kinderen aan te spreken in de standaardtaal. Als de ouders, al dan niet gemengd wat streektaal betreft, in een andere regio gaan wonen, is het wel beter het eigen taaltje niet verder te gebruiken tegen een kind, dat op de speelplaats op school weer wat anders te horen krijgt. De kinderen horen ook Nederlands op de televisie. Een correcte taal is dat zeer dikwijls niet. Op veel scholen wordt verkavelingsvlaams aangeleerd in plaats van correct Nederlands. Wie in het dialect opgevoed is, heeft het soms gemakkelijker om in te zien dat verkavelingsvlaams geen standaardtaal is. Wie opgevoed is met de idee dat verkavelingsvlaams de standaardtaal is, beseft gewoon niet wat er mis is.
Hier volgt mijn verhaal in mijn streektaal
Je wit gieder al lange dangkik geërn goan wangeln en memu vielo goan rieën. Tis gezoend en je zieët u bitje van alles. Kdoeën da nateurlik nie od ut kattejoengn of mollejoengn regent, mo lieëfst ot er gin spiere wiend is en nog lieëver ot de zunne schient. Zomer of wienter, da makt gin verschil. Oewel da me nantave nie vele deugt, kiekknk voa dank vertrekkn o mu frings nog werkn, o mu gardeboe nie slipt, o je mu belle nog van verre oart, o mu keetn we goeëd ingesmeërd is en onk mu pompe mee en. Kzettn mu zoate up de juustogte en ton zienk ribbedebie. De diek komt biekan altied voarn in mu toertje. In de wienter ister nie gezellig, iezig koed en ard woain met upstuuvnd zand. Moar in de zomer . Je zieët er alle soartn van menschn, van madams met kak anunder g.., sommige doavan kleën met u slunsje, soms met u kleeën slunsje, toe unupgetiematoait schermienkel en toe de grotste oarmoezoaiers. Nie dank up mien oederdom nog okkoasie zoen en van u snelle mokke, mo kiekn toch nog geërn ekè nor eeëne die goeëd voarzien is van poatn en oarn. Je zieët ook vintn die sliekke vet zien met u buuksje, sommige met u zunneklaksje an, lik sjieke tiepn. Up de bankn zittn der noga vele oede menschn of soms ekèr umadamtje in posiesje of u poar kommeern of menschn met unoend die nie up tstrange meugn. Nateurlik speeln der ook kienders, knechtjoengens en meisjoenges. Ze rieën met u trontinette of met u billekarre. Sommige stoan bie under oeders te krieëpn omdaan ze gin crèmtje of u lekkestok krieggn voer an te lekkn of gin sjieklitte voer up te sjiekn. Je zieët dierikt danze bedorvn zien lik str . O jomoge kiekt no die oge blokkn zieëjeder up under terrasse zittn, preus lik veeërtig, mo ja misschieën zien ze we smoarrieke. Om doa te meugn zittn moe je we dieëpe in je beuze tastn. Up tstrange oedn de toeriestn under me vanalles bezig: u drake uploatn, duukn in twoater van de zeeë, pittn graavn, u kasteeël bouwn met unoptje zant, of met u bolle speeln of zëfs tuumelettn maakn. Tzien derook die up de brieslam mussels trekkn of krabbn vangn. Sommige en under stuuttedoze of under frigoboks mee en ze drienkn uut under flesche coca of uut u bottel fruutsap. Je zieët alle meuglikke badkostuums: madams met groate of kleeëne soetjiens, of zêfs zoender, met kleeëne zwembroekjes. Ze zittn achter u zil of voar under kabiene of liggn up groate antoekn. De roakruuspost stoa noait stille. Tkomt allekèr utwieën omdatr ubitje zant in zien of eur oge gewoait is. Mo tis deneeën achter denandern die gebeetn is van u kwalle, die u gabbe et an zun ooft of an zu bille of die met de zeule van de voeët in u stik glas of up u stik scherpe schêpe gestampt et. U bitje tenterdjot of zoave met u plakker derup, doeën woendern. Tis erger nateurlik ot dereeën van zu sus gevoln is of u zunneslag gekreegn et of zun ellepuuppe verstuukt et. Ook de WC madam et eur werk, soms driengend ot eeën is met u keunebloaze of eeën die den ofgank et Wil jetwat eetn? Eje oenger lik u pêrd? Of wil je juuste mor u sloksje drienkn? Zie ju sneukeloare of u smoefloare? Wil justik toarte? Terrasjes genoeg! Tkat u kè teegnvoln dajup u dommekoente van u serveuse volt, of upezewever of unertefretter van ugarsong. Je moet u bitje sjanse en. Meeëstal zien ze nie controarie. O jetasse kafje sturt, komn ze subiet ofgelopn met u schutteldoek. O jusandriejee vraagt oje doa mag smoorn teminsten, brieng zem steppenôf. O je rap wegwilt, oed ton mo je kluttergeld kloar. Deurt ut u bitje te lange, ton moeje niet vroed van kolere zien anders vlieg je nog meju kliekn en klakkn buutn. Je moet ook van u schete gin dunderslag maakn en ju schuppe ofkuuschn. Dedieë die tuus nieëtn te pieëpn en, kun beter ossan up tiet zien en antieddn vertrekkn. O je in tdorp weunt, riedje toch in unoai en in udroai van de bings no tdorp. Tewoare daje nog eeërst u commisje moet doeën. Up de weg noar uus, moejuplettn voe de tram. Joart em biekan nie ofkommn. Met al da verkeeër! Trieën toch vele sportkarrn en sjieke feteurn é? En vele metu vrimde plak! Somtieds zieëje nog unoed karjot mo met u moteur die nog zoeëte droait mo tzien derook met u kapotte chargebuuze die vele leevn maakn.
Vertalingen van sommige woorden uit de tekst als je = o je mij = mu de, je, ze, te, er = blijft zoals in AN een = u (lidwoord), een (iemand) = eeën kijken = kieken, zieën, rijden = rieën mijn = mien jou, jouw = joen jouw = ju jullie (persoonlijk voornaamwoord) = gieder, jullie (bezittelijk voornaamwoord) = junder wij, zij = wieder, zieder hun (bezittelijk voornaamwoord) = under, onze = uuzze, ons = uus koe = koeë, moe = moeë, doen = doeën, schoen = schoeë, voet = voeët op = up graag = geërn koud = koed, oud = oed, goud = goed, gezond = gezoend goed = goeëd, hoed = oeëd kleine = kleeëne kleden = kleën daar = doa, naar = noa, paar = poar, staan = stoan, gaan = goan nooit = noait, van voor = van voaren, soorten = soarten, poten = poaten, oren = oaren vooraleer = voa smeren = smeëren geen = gin vuil = vuul, muil = muule, kuisen = kuuschen tot = toe dat ik = dank paard = pêrd zelfs = zêfs hebben: ken, jet, net,men,jet,zen zijn (hulpwerkwoord): kzien, je ziet, nis, mezien, ge ziet, ze zien mogen = meugen zool = zeule
Het autonoom gemeentebedrijf (AGB) van Middelkerke, bloeiend en winstgevend bedrijf, of !?
Hebben jullie al gehoord van een autonoom gemeentebedrijf? Neen? Jullie hoeven zich daarover niet te schamen. Er wordt ook weinig over dat geval gecommuniceerd. Het is namelijk een zonderlinge en tevens ingewikkelde bedoening. Of wij dat ook hebben in Middelkerke? Natuurlijk, en jullie kunnen er meer over lezen op http://www.middelkerke.be/AGB.aspx Daar staat: De oprichting van het Autonoom Gemeentebedrijf Middelkerke is goedgekeurd door de gemeenteraad d.d. 8 december 2005 en goedgekeurd bij ministerieel besluit d.d. 20 maart 2007. Na goedkeuring van de statuten werd op 18 december 2007 gestart met de exploitatie van het AGB. Ja, Middelkerke is natuurlijk niet achtergebleven bij de vele andere gemeenten. Antwerpen was de eerste gemeente die een AGB oprichtte voor het beheer van zijn haven.Waarom wordt dat gedaan? Een openbaar bestuur dat een bedrijf opricht! Ziehier een poging om een tipje van die sluier op te lichten.
Wat is eigenlijk een AGB? Het is een dochteronderneming van de gemeente met eigen rechtspersoonlijkheid. Dit betekent dat een AGB kan optreden als een volwaardig en handelingsbekwaam persoon in het rechtsverkeer, behept met rechten en plichten zoals een natuurlijk persoon dat kan doen. Dat wil zeggen, een rechtspersoon kan bezittingen en schulden hebben, contracten sluiten, rechtszaken aanspannen of aangeklaagd worden. Een AGB valt onder het Belgisch vennootschapsrecht. Dat betekent dat het een organisatievorm is met als primair hoofddoel het verwezenlijken van winst voor de eigenaars. Tussen het AGB en de gemeente werd een beheersovereenkomst opgesteld die goedgekeurd werd door de gemeenteraad op 18 december 2007 waarin de wijze waarop het AGB zijn taken moet vervullen en een hele reeks andere zaken vastgelegd worden.
Waarom zon bedrijf oprichten binnen een gemeente? In het algemeen heeft het tot doel de exploitatie van sport-, cultuur-, toerisme-, jeugd-, parkeer-, en zaalinfrastructuren, evenals de organisatie van toeristische en culturele programmatie te verzekeren. Voor onze gemeente is specifiek de ter beschikkingstelling met dienstverlening van de zalen / lokalen van het Sport- en Gemeenschapscentrum De Branding een opdracht van het AGB. Ook het museum Les Zéphyrs in Westende werd overgeheveld naar het bedrijf. Waarom het museum in de oude post nog niet overgeheveld werd of met andere woorden waarom de formele beslissing daartoe nog niet genomen is, daarop moet ik het antwoord schuldig blijven. Er werd ook reeds een steentje gesmeten teneinde een programmering te kunnen opstarten in de Baccarazaal van het casino maar daar is men uiteraard daarvoor niet te vinden.
Beleid, beheer en controle
De Raad van Bestuur Aan het hoofd van een AGB staat een raad van bestuur. Binnen het AGB vervult die raad de rol van de Gemeenteraad. Er mogen maximaal 12 leden zijn, zijnde vertegenwoordigers van elke politieke groep met minstens twee verkozene, dus niet LDD. Ziehier wie opgenomen is in die Middelkerkse raad. Michel Landuyt is de voorzitter (het moet iemand uit het college zijn), Bart Vandekerckhove, Mario Declerck en Lisette Maurau-Jonckheere zijn de bestuurders-directeur, Lode Maesen, Rony Reynaert, Lieve Landuyt, Francine Ampe-Duron, Liliane Pylyser-Dewulf en Jan Lacombe zijn de bestuurders. Het zijn dus allemaal leden uit de gemeenteraad, vijf van de VLD, drie van CD&V NV-A, één Vlaams Belang en één Progressief kartel. Daarnaast kunnen ook deskundigen worden benoemd. Dat zijn dan Willy Verschueren, bestuurder-directeur en Frederick Spaey, OCMW raadslid, politiek secretaris van de VLD, advocaat, bestuurder deskundige. Pierre Ryckewaert is de penningmeester en Sylvie Vanhoutte de secretaresse. Ten hoogste twee derde van de leden van de raad van bestuur is van hetzelfde geslacht, dus zoals hier 8 mannen en 4 vrouwen. De leden van de raad van bestuur worden benoemd voor een hernieuwbare termijn van zes jaar, samenvallend met de legislatuur van een gemeenteraad. De vergaderingen van de raad van bestuur zijn niet openbaar. De organen van het AGB produceren wel notulen, die op aanvraag kunnen geraadpleegd worden. Welke zijn de bevoegdheden van de raad? Ze treft beslissingen betreffende het aangaan van leningen, het aanvaarden van giften of toelagen, het overgaan tot onteigeningen die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het gemeentebedrijf, het verwerven, aanwenden en vervreemden van zijn goederen, het vestigen of opheffen van zakelijke rechten op die goederen, binnen de grenzen van de statuten en de beheersovereenkomst. De raad van bestuur vertegenwoordigt het autonoom gemeentebedrijf ook in rechte als eiser of als verweerder. De raad van bestuur stelt ook de tarieven voor de door het autonoom gemeentebedrijf geleverde prestaties vast, op de door de beheersovereenkomst vastgestelde wijze. In tegenstelling met sommige andere gemeenten is het personeel dat in De Branding en Les Zéphyrs werkt, gemeentepersoneel dat ter beschikking wordt gesteld van het AGB. Het is dus geen AGB personeel. Dat is natuurlijk belangrijk want dan zijn ze zeker dat niet getornd wordt aan hun statuut.
Het Directiecomité Het directiecomité vervult ten opzichte van de raad van bestuur de rol die het schepencollege vervult ten opzichte van de gemeenteraad. De leden ervan zijn Bart Vandekerckhove, voorzitter van het comité en van de Open VLD Middelkerke, terwijl Michel Landuyt, Mario Declerck, Lisette Maurau-Jonckheere en Willy Verschueren bestuurder-directeur zijn. Pierre Ryckewaert en Sylvie Vanhoutte vervullen ook hier de rol van penningmeester en secretaresse.
College van commissarissen Het toezicht op de financiële toestand en op de jaarrekeningen wordt opgedragen aan een college van drie commissarissen die door de gemeenteraad worden gekozen buiten de raad van bestuur en waarvan tenminste één lid is van het instituut van bedrijfsrevisoren. Met uitzondering van deze laatste zijn de leden van het college van commissarissen lid van de gemeenteraad. Het zijn Linda Feys-Peelman en Tom Lingier, bijgestaan door Peter Vandewalle, bedrijfsrevisor, uit Brugge. Zij werden in de gemeenteraadszitting van 10 mei 2007 aangesteld voor een termijn van drie jaar. Ik heb daar nog geen verlenging van gezien.
Voordelen De verdediging van het oprichten van autonoom gemeentebedrijf wordt natuurlijk gevoerd door de politici zelf. De lezer kan ze evengoed als nadelen ervaren. Burgemeester Michel Landuyt beweert: 'Er zal een efficiënter beheer zijn. Bovendien brengen we alles van erfgoed onder in het AGB en is er een fiscaal voordeel omdat we de BTW kunnen aftrekken van alle investeringen die we er doen.
Zal het beheer doeltreffender zijn? Het AGB zou de mogelijkheid hebben om flexibel in te spelen op de private markt. Het werkt met budgetten in plaats van begrotingen, waardoor eenvoudiger financiële middelen zouden kunnen worden vrijgemaakt wanneer een gelegenheid zich voordoet. De interne besluitvorming en werking zouden vlotter kunnen uitgevoerd worden. Een autonoom gemeentebedrijf heeft eigen bestuursorganen en kan op die manier de vaak langdurige gemeentelijke besluitvorming ontwijken. Bovendien is het mogelijk om interne en externe deskundigen te betrekken in het bestuur van een AGB, wat voor een professionalisering kan zorgen. Moeten we daaruit besluiten dat de begroting en boekhouding van de gemeente niet deskundig beheerd wordt, omdat daar geen deskundige(n) aanwezig zou(den) zijn? En last but not least, belangrijkste (of zelfs enige drijfveer?) voor het oprichten van een AGB zal wel de regel zijn dat het, in tegenstelling tot een stad of gemeentedienst, btw kan recupereren. Omwille van hun industriële en commerciële activiteiten zijn AGBs btw- belastingplichtig, wat hen toelaat de btw op de inkomende facturen te recupereren of te optimaliseren. Dat is natuurlijk interessant bij een grote onroerende investering. Wanneer een gemeente bijvoorbeeld een zwembad bouwt via een autonoom gemeentebedrijf kan ze tot 21% besparen, en ook op de uitbating ervan kan ze de btw recupereren. Het spreekt vanzelf dat de BTW administratie niet opgezet was met die belastingontduiking. Ze stelde die fiscale constructie dan ook in vraag maar (voorlopig?) blijkbaar zonder succes.
Nadelen "Een gemeente is geen bedrijf dat winst moet maken. Een gemeente is een openbaar bestuur dat te allen tijde verantwoording moet afleggen aan de gemeenteraad en, uiteindelijk, aan de kiezer. Dat schreef Karl Van Den Broeck ooit in Knack. Er bestaan wel meer bezwaren van dezelfde aard. Er wordt vooral vaak gezegd dat de oprichting een ondemocratische zaak is. De directie van het Middelkerkse AGB bestaat uitsluitend uit VLDers. Zelfs het progressief kartel, dat nochtans deel uitmaakt van de meerderheid, is er niet in vertegenwoordigd. Twee commissarissen zijn ook blauw gekleurd. En de bedrijfsrevisor, hoe wordt die gekozen? Hij heeft zijn kandidatuur ingediend! Was hij de enige? Misschien heeft die ook wel dezelfde kleur? Waar blijft dan de democratische controle? In de raad van bestuur zijn alle partijen vertegenwoordigd, maar de vergadering is niet openbaar. De voorzitter is de burgemeester, die kan rekenen op de steun van een meerderheid aan volgzame partijgenoten. Een hierbij aansluitende kritiek is dat de druk om niet al te veel tegen te werken in een AGB veel groter is dan in de gemeenteraad. Zoals het een bedrijf past, ligt de nadruk meer op wat verwezenlijkt wordt dan op de democratische besluitvorming. Een ander nadeel van het AGB is dat er nog een keer zitpenningen moeten voor uitbetaald worden. De zittingen zijn inderdaad bezoldigd. Een lid van het directiecomité en de raad van bestuur krijgt per vergadering 175 euro bruto, zoals een gemeenteraadslid. De voorzitter krijgt een dubbele zitpenning of 350 bruto voor elke vergadering. De deelname van de burgemeester en van schepen Lode Maesen is onbezoldigd. De raad van bestuur van het AGB Middelkerke komt maandelijks samen, dus 12x per jaar. Het directiecomité komt 2x per maand samen, dus 24 keer per jaar. Wie een beetje kan rekenen stelt dus vast dat een lid van de raad van bestuur 12 x 175 euro = 2.100 euro bruto per jaar ontvangt. Voor een lid van het directiecomité wordt dat 24 x 175 e = 4.200 euro. De voorzitter van dat comité rijft 8.400 euro bruto per jaar binnen. Enkel aan zitpenningen kost het AGB dus jaarlijks voor de raad van bestuur 10 x 2.100 euro (zonder burgemeester en schepen Maesen) = 21.000 euro. Voor het directiecomité wordt dat 2 x 4.200 euro + voorzitter 8.400 e = 12.600 euro. De commissarissen krijgen een zitpenning zoals iedereen, maar ik weet niet over hoeveel zittingen het gaat. Het bedrag van het ereloon van de commissaris, lid van het Instituut van Bedrijfsrevisoren, ken ik niet, maar dat zal wel een vast bedrag zijn, dat bij de aanvang van zijn opdracht wordt vastgesteld. Ook de twee deskundigen in de raad van bestuur zullen wel meer betaald worden voor hun deskundigheid. Als men dan zowel van de raad van bestuur als van het directiecomité deel kan uitmaken (jullie zien zelf wel over wie ik het heb) en daar nog 10 zitpenningen per jaar voor de gemeenteraad bijtelt en 5 zitpenningen per jaar voor de gemeentecommissie Erfgoed, liefst als voorzitter, dan wordt dat al een mooie jaarlijkse bijverdienste. Sommige van de gemeenteraadsleden nemen ook nog deel aan algemene vergaderingen of directiecomités van intercommunales (zie http://www.middelkerke.be/page29511918.aspx ), of andere verenigingen en organisaties, (zie http://www.middelkerke.be/page29522123.aspx) aan die van huisvestingsmaatschappijen en van de West-Vlaamse Politieschool waarvoor eveneens zitpenningen voorzien zijn. Maar daar kom ik later wel eens in detail op terug. Het zou eens interessant zijn te vernemen hoeveel BTW het AGB jaarlijks kan aftrekken. Weegt die som wel op tegen de kosten (zitpenningen, erelonen en andere)? Er zou ook eens moeten nagedacht worden over de administratieve last die zon AGB meebrengt. Of komt het de dames en heren van het bedrijf beter uit als niemand zich daar vragen bij stelt?
Besluit Het is niet altijd duidelijk waar de grens ligt tussen de verantwoordelijkheden van het gemeentebestuur, van het AGB en van de gemeentecommissie Erfgoed. Het lokaal bestuur wordt erdoor versplinterd. Volgens mij is een AGB totaal overbodig. Ik vind het bovendien zeer ondemocratisch. Jullie oordelen zelf ook wel of bovengenoemde voordelen opwegen tegen de nadelen.
Miami, paradijselijk oord in Florida maar ploeter- en puttenwijk in Middelkerke
Wie Miami hoort, denkt waarschijnlijk aan vakantie en aan de Amerikaanse stad in Florida met zijn tropisch klimaat en zijn dolfijnen! Of anders aan de succesrijke politieseries Miami vice en CSI Miami, die er zich afspeelden? Misschien weten jullie zelfs dat de stad in 2008 verkozen werd als "America's Cleanest City", om zijn goede luchtkwaliteit het ganse jaar door, om zijn vele groen en voor zijn propere straten?
Middelkerke heeft zijn eigen Miami Het spreekt vanzelf dat jullie ook weten dat wij in Middelkerke een Miamiwijk hebben. Ik durf natuurlijk niet veronderstellen dat jullie ooit al eens een bezoek brachten aan een gelijknamige bar met rood licht langs de Westendelaan. Ook het sportpark De Krokodiel ligt er gedeeltelijk in. Zie daarvoor http://www.middelkerke.be/page24305413.aspx Maar, de Miamiwijk heeft nog andere troeven, of moet ik deze keer zeggen, gebreken? Ik heb al een artikel gewijd aan het Kasteel van Middelkerke dat al bijna 10 jaar de trots is van de wijk. Spijtig dat het niet gebruikt wordt, of slechter nog, dat er zelfs niet verder aan gewerkt wordt en . dat het gemeentebestuur er schijnbaar niet wakker van ligt.
De bewoners van de wijk zijn het beu!! De bewoners van de wijk liggen er anders wel wakker van dat hun straten al jaren in een abominabele staat verkeren. Nu was ik daarvan weliswaar ook op de hoogte, maar het artikel in Het Nieuwsblad van 2 maart 2011 van de hand van Dany Van Loo legt dubbel de vinger op deze etterende en stinkende wonde. Niemand kan immers beter het stijgend ongenoegen verwoorden dan een bewoner van de Golfbrekerslaan zelf, Fred Vandenbussche: Hier is in meer dan 35 jaar niets veranderd.Een nachtmerrie. Geen enkele boerenslag in de gemeente is er erger aan toe dan de straten in onze wijk. We wachten nog steeds op degelijke wegen en riolering. Wij vragen geen bloembakken van tweeduizend euro per stuk of designverlichting. We willen alleen straten waarover we deftig kunnen rijden zonder risico op schade aan onze voertuigen. Ook voor fietsers is de toestand gevaarlijk. De gemeente heeft er niets beter op gevonden dan de talloze putten in de straten op te vullen met een soort zwarte gruis. Ik noem het vuilnis die de toestand alleen maar erger maakt. Aansluiting voor riolering is er niet, alleen een buizenstelsel dat naar een gracht leidt. Een andere doorn in het oog van de bewoners is de toestand van het bovengronds elektriciteitsnet. De palen vertonen ernstige betonrot en de kabels hangen soms te slingeren. Ik hoef niemand duidelijk te maken hoe gevaarlijk dat is.
Moest ik het niet zelf gelezen en gezien hebben en fotos ervan genomen hebben, dan zou ik het nauwelijks kunnen geloven. Zoiets in Middelkerke?? De gemeente waar de burgemeester en de eerste schepen er zich dagelijks op beroemen dat zij zon prachtig werk leveren door wegen en pleintjes te vernieuwen.
Spijtig genoeg vallen ze regelmatig eens van hun voetstuk. Denk maar aan de Leopoldlaan en de Oostendelaan! Denk maar aan de miljoenen die zij uitgeven voor talloze prestigeprojecten. En nu dit weer!
Het gemeentebestuur kent de toestand natuurlijk ook Lezen jullie maar eens wat Michel Landuyt op 20 september 2006, dus vier en een half jaar geleden, schreef op zijn blog http://michellanduyt.skynetblogs.be/
"Het is eindelijk zo ver. De riolerings- en wegenwerken op de wijk 'Miami' (fase 1) zijn gestart op maandag 18-09-06. De werken worden uitgevoerd door Devaere nv uit Dentergem, voor een totaal bedrag van 617.416,42 euro (btw incl.). De uitvoeringstermijn bedraagt 72 werkdagen. Eerder werden ook al werken uitgevoerd aan de nutsleidingen. De Miamiwijk was tot voor kort het zorgenkindje van de gemeente Middelkerke. Gebouwd als een privéverkaveling werden bij de bouw van de villawijk een aantal belangrijke zaken over het hoofd gezien, met name de aanleg van riolering en van deftige wegen. Tijdens deze legislatuur werd eindelijk een aanvang genomen om deze tekortkomingen weg te werken. Daarvoor moest het gemeentebestuur eerst eigenaar worden van straten en de ondergrond. De onderhandelingen die hieraan vooraf gingen, namen flink wat tijd in beslag. Eens de werken afgerond zal het voor de bewoners van de wijk heel wat comfortabeler wonen zijn. Het is de bedoeling om, in de toekomst, stelselmatig ook de andere delen van de Miamiwijk op een gelijkaardige wijze aan te pakken. Omwille van de omvang van het werk, ook op budgettair vlak, is een fasegewijze aanpak noodzakelijk. De voorbereidingen voor de verdere fasen zijn volop aan de gang."
Begrijpen jullie nu waarom bovenaan Michels blog staat Een voorstelling van de burgemeester van Middelkerke: wie is hij en wat hij doet ... We zullen dat maar niet al te letterlijk opnemen, zeker?
En, wat zegt de burgemeester nu? Nu er weer eens over geschreven wordt, belooft de gemeente ook nu beterschap. De vraag is of er deze keer wel iets van in huis komt. Ook nu beweert de burgemeester: 'Een onaangename erfenis, dat is het zeker. De verkavelaar verkocht de gronden destijds als bouwgrond, maar zonder aansluitingen op de openbare weg of riolering te voorzien. We konden inderdaad een eerste fase langs de Westendelaan realiseren omdat de aanpalende eigenaars allemaal bereid waren om grond af te staan voor de nutsleidingen en wegen. Het is de bedoeling om nog dit voorjaar een akkoord te bereiken met de bewoners. Maar dan moeten we nog subsidies van de Vlaamse overheid loskrijgen voor de rioleringswerken.'
De wijk ligt natuurlijk niet op het Epernayplein of langs de Leopoldlaan, noch maakt die deel uit van een toeristische uitvalsas, die vertrekt van het marktplein, maar hier moet dringend, zeer dringend werk van gemaakt worden. De wijk maakt deel uit van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP nr 4 ) Miami. Dat werd goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 16 mei 1979. In 2009 werd het herzien om het af te stemmen op het RUP nr 3 IJzerlaan omdat het sportpark gedeeltelijk in beide gelegen is. Een nieuwe gedeeltelijke herziening werd op 10.2.2011 in de gemeenteraad goedgekeurd. Deze is nodig om een tweede ontsluiting op de Westendelaan mogelijk te maken teneinde een optimale bereikbaarheid van de verschillende recreatieve voorzieningen te verzekeren. Hieronder links zien jullie een uittreksel uit RUP nr 4 Miami versie 1979. Rechts een plan met het huidig sportpark, plus voetbalstadion, manège Derby, tennishallen, pit lane,
Het RUP nr 4 dat men kan downloaden van de website van de gemeente op http://www.middelkerke.be/miami.aspx lijkt mij nog steeds dat van 1979 te zijn. In tegenstelling met wat in het krantenartikel staat, kan ik daarop geen nieuw wegentracé terugvinden. Ook van de twee aangehaalde wijzigingen is daarop geen spoor. Wie bezorgt mij eventueel een recent model, als het toch zou bestaan? Dan kan ik mijn twijfels opbergen. Zes jaar geleden heeft men wel een deel, grenzend aan de Westendelaan, bouwklaar gemaakt. Daardoor was er geen doorgaand verkeer meer mogelijk via de Golfbrekerslaan naar de Duinenweg. Om van het ene stuk van de laan naar het andere te rijden, moet je een omweg langs vier andere straten maken. 'Zelfs de hulpdiensten die in de wijk moeten zijn, geraken zo in de problemen, beweert Fred Vandenbussche. Jullie zien op de foto hieronder dat dit inderdaad het geval is.
Die omweg langs andere straten leidt de autobestuurder inderdaad langs archislechte straten, waarvan hieronder enkele voorbeelden.
Besluit Hier kan men dus duidelijk spreken van een verwaarloosde wijk. Men kan zelfs stellen dat het sportpark, hoe nuttig en verdienstelijk ook, schijnbaar absolute voorrang heeft op de straten van de wijk. Waarom toch altijd die beloften en daarna flauwe excuses van het gemeentebestuur? Waarom willen ze toch altijd zichzelf in het (figuurlijk)zonnetje zetten?
Middelkerke: belastingen verminderen en/ of opvrijactie in het vooruitzicht van gemeenteraadsverkiezingen in 2012?
Er wordt veel gepraat over belastingen. We betalen ze niet graag maar gewone mensen zoals wij ontsnappen er niet aan. Waarschijnlijk gaat jullie bijzondere interesse bij de jaarlijkse afrekening, ook vooral naar het bedrag dat jullie terugkrijgen of moeten bijbetalen. Maar, kijken jullie dan ook eens naar het bedrag dat aangerekend werd ten voordele van de gemeente? In De Sirene Nr 122 van januari-februari 2011 lees ik op pagina 6 Middelkerke verlaagt opnieuw personenbelasting. De aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting, want daarover gaat het, wordt vanaf 2011 verlaagd van 6 naar 5,5 %. In het begin van de legislatuur bedroeg die nog 7 %. In tegenstelling tot veel omliggende gemeenten is er hier slechts één belasting op het openbaar domein. Dit, samen met een lage personenbelasting, maakt Middelkerke fiscaal interessant voor nieuwe inwoners en investeerders. Daarnaast wordt het tarief van de onroerende voorheffing 1.750 opcentiemen niet verhoogd. De bedoeling is om de belasting verder te verlagen naar 5% tegen 2012. Om beter de weerslag van deze beslissing te kunnen inschatten, is het misschien niet slecht even uit te weiden over de aard, de grootte en de geschiedenis van die gemeentebelastingen in de voorbije 10 jaar. Ik heb ooit eens gelezen dat burgemeester Landuyt vond dat het geen zin heeft belastingstarieven te vergelijken met die van andere gemeenten met een nul of laagtarief omdat deze dit dan compenseren met verhoogde andere belastingen. Laten wij eens nagaan of dat eigenlijk wel klopt.
De aanvullende belasting op de personenbelasting (ABP) Iedereen betaalt jaarlijks belastingen, in functie van de grootte van zijn inkomen en in functie van de gegevens op zijn aanslagbiljet. Stel dat iemand (iedereen kan zijn persoonlijk bedrag op zijn afrekening terugvinden) na de voorziene aftrekken (bedrijfsvoorheffing, .) komt tot een verminderde basisbelasting van 10.000 euro. Op dat bedrag moet een aanvullende gemeentebelasting betaald worden, die verschilt van gemeente tot gemeente. Bij hun aantreden in 2001, verhoogde de VLD meerderheid, samen met de CD&V, de belasting van 6,5 % naar 7 %. Zo bleef het 5 jaar, daarna bleef die 2 jaar op 6,5 % staan om daarna geleidelijk aan, in het vooruitzicht van de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 zeker (?), naar 6 % en nu naar 5,5 % te gaan. Welke weerslag heeft een vermindering met 0,5 % in mijn voorbeeld? Voor 6% betaal ik dus 600 e, voor 5, 5 % is dat 550 euro dus 50 euro minder. Altijd de moeite natuurlijk!! We zullen echter verder zien welk tarief de andere kustgemeenten toepassen.
Onroerende voorheffing/ Opcentiemen (OV) Ben je eigenaar van een onroerend goed, dan wordt daarop een belasting geïnd. De grootte daarvan hangt af van het kadastraal inkomen (KI) van dat eigendom. Het KI is een fictief inkomen dat voor elk onroerend goed vastgelegd wordt door de hogere overheid. Het is het gemiddelde netto-inkomen dat dit onroerend goed (woning, appartement, perceel, ) jaarlijks zou opbrengen. Omdat men zich nog steeds baseert op de gegevens met als referentietijdstip 1 januari 1975, wordt het KI sinds 1991 geïndexeerd. Stel dat jouw kadastraal inkomen 808 euro bedraagt. Dat bedrag wordt geïndexeerd naar het huidig aanslagjaar, door het te vermenigvuldigen met het indexcijfer op de kleinhandelsprijzen (1,5461 voor het aanslagjaar 2010). Dat geeft afgerond 1.250 euro. Dat bedrag wordt verdeeld tussen het Vlaams gewest, de provincie en de gemeente. Het Vlaams Gewest krijgt het basistarief, zijnde 2,5 % (1,6 % voor sociale woningen), dus 31,25 euro. De opcentiemen van de provincie bedragen 355 en die van de gemeente Middelkerke 1750. Het is de gemeente zelf die de opcentiemen vastlegt. De bedragen in euro worden bekomen door het basistarief te vermenigvuldigen met de grootte van de opcentiemen en daarna te delen door 100. Dat geeft dus Aan de provincie 31,25 euro x 355/100 = 110,94 euro Aan de gemeente 31,25 euro x 1750/100 = 546,87 euro
Ook hier past het te vermelden dat de VLD meerderheid in 2004 de opcentiemen van 1400 naar 1600 bracht om ze daarna nogmaals te verhogen naar 1750 vanaf het dienstjaar 2007. De Sirene spreekt van niet verhoogd, maar vermeldt er bovenstaand gegeven niet bij.
Vergelijking van de ABP en de opcentiemen met de andere kustgemeenten (in mijn voorbeeld)
Opcentiemen
ABP
Totaal te betalen
+- tov Middelkerke
GEEN eigendom
Bredene
1775
7
1.253,80
+156,93
+150
Blankenberge
1745
6,5
1.195,31
+98,44
+100
Middelkerke
1750
5,5
1.096,87
-
-
De Haan
1400
5
937,50
-159,37
-50
Nieuwpoort
1700
5
1.039,75
-57,12
-50
Knokke
1900
0
593,75
-503,12
-550
De Panne en Koksijde
1950
0
609,37
-487,50
-550
Er zijn dus maar twee kustgemeenten waar de totale last van de belangrijkste twee vormen van gemeentebelastingen ongunstiger is dan in Middelkerke, namelijk in Blankenberge en in Bredene. De verschillen worden natuurlijk nog aanzienlijker voor diegene die geen eigenaar zijn van een onroerend goed.
Zijn er dan misschien andere belastingen die het evenwicht herstellen in bovenstaande negatieve balans? Ik heb eens een vergelijkende tabel gemaakt van die andere belastingen die de lokale bevolking moet betalen. Dat is niet zo eenvoudig omdat de aard van de geïnde belastingen soms verschilt van gemeente tot gemeente en omdat bovendien de criteria per soort belasting zeer vaak verschillend zijn. Aangezien het gaat over lokale bevolking komen de belasting tweede verblijven en de belasting kampeerterreinen daar niet op voor. Ook de belastingen die specifiek zijn voor één van de gemeenten, zoals bijvoorbeeld alles wat met de vissershaven in Nieuwpoort te maken heeft, werden niet opgenomen. De invloed van de nog resterende kleinere belastingen is wel niet verwaarloosbaar maar toch minder belangrijk dan voor de totnogtoe besproken taksen. Ze vormen trouwens ongeveer slechts 10% van de totale belastingen, waarvan de helft voor rekening van de milieubelasting. De enige vaste belasting die de gewone sterveling jaar in jaar uit moet betalen is inderdaad die milieubelasting en daaraan gekoppeld het aankopen van vuilniszakken. Dat Middelkerks tarief mag relatief gunstig genoemd worden. Verder zijn er de zeldzame of unieke taksen, namelijk deze op de afgifte van administratieve documenten en deze op het begraven en ontgraven. Voor wie zijn wagen niet kwijt kan op een gratis parkeerplaats, zou je daar nog het parkeren kunnen bijnemen. Interventies en preventieactiviteiten door de brandweer behoren daar ook bij. Dan zijn er de uitschieters die wij hier niet moeten betalen: belasting op honden, op luxepaarden, op wapenvergunningen, Er zijn ook boetebelastingen, op verkrotting van woningen en op het niet- bebouwen van gronden. In één gemeente moet men soms wat minder, in een andere wat meer betalen. Dat alles zal nochtans relatief weinig veranderen aan onze balans hierboven. Het al dan niet heffen van een belasting en de laagte van een belasting zijn niet noodzakelijk troeven van een gemeente. Ze dienen dus niet noodzakelijk positief beoordeeld te worden. Misschien had men een taks beter wel voorzien of misschien moest het bedrag wel hoger geweest zijn om misbruiken te voorkomen of lager om te stimuleren. Misschien heeft het bestuur daarover wel een verkeerde inschatting gemaakt. Om maar één voorbeeld te noemen: waarom is er geen taks op kermiskramen en circussen?
Slechts één belasting op het openbaar domein??? In De Sirene wordt er ook beweerd dat er in Middelkerke slechts één belasting geheven wordt op het openbaar domein, in tegenstelling tot veel omliggende gemeenten. Gelukkig heb ik dat naar goeie gewoonte niet zo maar aanvaard. Wat houdt die belasting eigenlijk in? Het openbaar domein wordt vaak ingenomen voor stellingen, kranen, containers, bij het uitvoeren van werken (nieuwbouw, afbraak, ) aan gebouwen of bij verhuizingen. De horecazaken willen er terrassen of een windscherm op plaatsen. Ook markten (inclusief de antiek- en brocantemarkten) nemen delen van de openbare weg in. Om deze inname in tijd en ruimte zo veel mogelijk te beperken, kan hiervoor een belasting opgelegd worden. Bij het overlopen van de lijst van de geïnde belastingen in Middelkerke, stel ik dus vast dat niet één belasting op het gebruik van het openbaar geheven wordt, maar drie. Er is een belasting op het plaatsen van terrassen, windschermen, stoelen, banken, seizoenartikelen, fruitbakken, enz. , er wordt een belasting geheven op het innemen van een gedeelte van de openbare weg voor inlijving bij een bouwwerf en tenslotte wordt ook het gebruik van de openbare weg voor publicitaire doeleinden belast. Ik heb een twaalftal dagen geleden aan de financiële beheerder van de gemeente gevraagd wat die enz inhoudt, maar hij zal het zeker te druk hebben om daarop te antwoorden. Ik heb eigenlijk recht op een antwoord maar ik wil deze keer niet vasthouden aan mijn recht op openbaarheid van bestuur gezien het gering belang van mijn vraag. Waarom in De Sirene sprake is van slechts één belasting op het openbaar domein, is mij een raadsel. Waarom er bovendien gezegd wordt dat dit, samen met een lage personenbelasting, ervoor zorgt dat Middelkerke fiscaal interessant is voor nieuwe inwoners en investeerders, begrijp ik nog veel minder goed. Een informatieblad is toch geen propagandablad, hé?
Een punt ter ontlasting Met zijn negen deelgemeenten, samen een zeer uitgebreid grondgebied en wegennet, heeft Middelkerke natuurlijk wel veel kosten om dat te onderhouden. Ik bedoel hiermee natuurlijk de gewone wegen en niet de prestigeprojecten.
Besluit Middelkerke is dus geenszins een belastingsparadijs. Daar zal de vermindering van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting weinig aan veranderen. We mogen ons dus niet laten verblinden door die (onhandige) poging van het bestuur van de gemeente. Aan het volume van de uitgaven gemeten, moet Middelkerke rijk zijn. Dat heeft de gemeente vooral te danken aan de enorme ontvangsten door de taks op de tweede verblijven. De besproken belastingvermindering is dus maar billijk en zou zelfs nog belangrijker moeten zijn.
Ik kreeg ondertussen wel antwoord van de dienstfunctionaris - kas- en debiteurenbeheer, waarvoor dank. *Indien woonwagens (mobilhomes) op een betalende en reglementaire parkeerzone geplaatst worden, is de retributieverordening op het parkeren van toepassing, zo niet is dit gratis. ** Hier moest eigenlijk vijf staan omdat ook moet betaald worden voor de markten en kermissen, die ook het openbaar domein gebruiken. De dagmarkten zijn in eigen beheer (zie http://www.middelkerke.be/page264304655.aspx) Voor de avondmarkten bestaat een concessie
*** De enz slaat op alle voorwerpen die voor het handelspand op de openbare weg geplaatst worden. Dit kunnen bv. bloembakken, menuborden, fietsrekken, automatische toestellen, zijn.
Nieuwe woonuitbreidingsgebieden in Westende? Bravo!! Ze zijn toch niet waterziek, hé?
Zopas las ik in Het Nieuwsblad en in De Standaard de artikels Betaalbaar wonen in eigen streek, waarin de plannen van de gemeente om meer betaalbare woningen ter beschikking van de eigen inwoners te stellen, besproken worden. "Tussen de Badenlaan en de Duinenlaan is er ruimte voor een project van ongeveer 140 woningen en In Lombardsijde zal in 2012 een gebied van 6,5 hectare tussen de Zeelaan, de Schoolstraat en de Koninklijke Baan bebouwd worden. Eigenlijk gaat het in Westende-badover meer woningen. Het vermelde aantal geeft het mogelijk aantal sociale woningen (koop en huur). De rest zouden kavels en private woningen zijn. In Lombardsijde zou het gaan over een totaal aantal van 195, waaronder een aanzienlijke hoeveelheid sociale woningen. Jullie kunnen zien op onderstaand uittreksel uit het gewestplan Oostende-Middenkust, over welke gebieden het gaat. Ze zijn rood gearceerd, als Woonuitbreidingsgebied.
Laat mij vooraf duidelijk stellen dat ik alle initiatieven, die erop gericht zijn dat de eigen bewoners zich een betaalbare woning kunnen aanschaffen, ten zeerste toejuich. Nochtans was ik wel verrast over het één en het ander. Als niet-specialist van deze ingewikkelde materie, heb ik dus maar liever hier en daar om informatie en verduidelijking gevraagd. Toen ik meende het probleem van de genoemde terreinen te overzien, heb ik een aantal vragen gesteld aan schepen Verdonck. Hij maakte ze binnen de kortste termijn over aan de bevoegde ambtenaar van ordening en stedenbouw, die er al even vlug op antwoordde. Indien er nog vragen overbleven, moest ik niet aarzelen Toen ik op een paar vervelende punten om verduidelijking vroeg, kwam alweer een snel antwoord. Hartelijk dank dus aan beide.
Verkaveling in Westende bad tussen Badenlaan en Duinenlaan
De voorgeschiedenis Het minste wat kan gezegd worden van het gemeentelijk plan om daar te voorzien in een mix van sociale woningen en private woonprojecten, is dat het misschien wat voorbarig is. Er zal inderdaad nog heel wat water naar de zee moeten vloeien, om in de terminologie te blijven, vooraleer het kan verwezenlijkt worden. Vooreerst moet een antwoord kunnen gegeven worden op de vraag of eventuele toekomstige bewoners daar wel op beide oren zullen kunnen slapen. Zullen ze daar al dan niet moeten vrezen voor wateroverlast? Dat terrein heeft inderdaad een voorgeschiedenis op dat gebied. In Het Nieuwsblad van 11.02.2003 kon ik destijds lezen dat het college de geplande verkaveling geschorst had. De bewoners van de Duinenlaan vreesden namelijk voor nieuwe overstromingen (de gemeente houdt niet van dat woord en houdt het op wateroverlast) en ondertekenden een petitie tegen de plannen van het gemeentebestuur. Volgens hen was de zone van het woonuitbreidingsgebied, dat 4 meter lager ligt dan de Duinenlaan, waterziek. Ze maakten zich ongerust over het overwelven van de beek achter hun woning. Ze vroegen zich af of het water daarvan dan niet in hun kelder(s) zou terechtkomen. Hieronder zien jullie dat het terrein doorkruist wordt door beken.
Is dat terrein wel degelijk waterziek? Wat werd ondertussen gedaan om daaraan te verhelpen? Volgens mij is het antwoord op deze vragen te vinden op de website http://www.west-vlaanderen.be/kwaliteit/Leefomgeving/milieu/water1/Documents/Gistel_Ambacht/01-03_ontwerp_DBBP_na_bekkenbestuur_naar_CIW%5B1%5D.pdf Volgens het daar besproken en goedgekeurd 'Deelbekkenbeheerplan GistelAmbacht 2008-2013 zouden nog werken moeten uitgevoerd worden voor een totale kostprijs van 800.000 euro. Deze werken omvatten de verbreding en verdieping van de Valleijebeek afwaarts de Westendelaan (richting Middelkerke), de aanleg van een bufferbekken ter hoogte van de tijdelijke parking, de aanleg van een buffer ter hoogte van de overstort aan de overwelving van de Valleijebeek en het verhogen van de stuwen in de rioleringen. Uit het bekkenvoortgangsrapport van maart 2010 op http://www.bekkenwerking.be/documenten/bekkenvoortgangsrapporten-2009-1/bvr09_ijzerbekken moest ik dan echter weer vernemen dat de voorziene werken stil liggen. Tussen haakjes, ze zijn nooit begonnen Natuurlijk wilde ik graag weten waarom. De gemeente moest het antwoord schuldig blijven en schoof de hete aardappel door naar het bestuur van de Middenkustpolder in Gistel dat de waterloop beheert en dat de taak heeft om de waterbeheersing van de streek te onderhouden en aan te pakken daar waar nodig. Dat is de instantie waaraan ik al jaren, als eigenaar van een klein lapje grond waarop mijn huis staat, jaarlijks 11 euro belasting betaal (volgens artikel 65 van de wet van 3.6.1957) omdat zij zorgen voor een goede afwatering naar de waterlopen van de polder, hetzij langs overstorting van de riolering, hetzij langs doorsijpeling via de grond. Ik heb dan maar de vraag gesteld aan dat bestuur en ik kreeg als antwoord dat die werken inderdaad nog niet aangevangen werden en dat dit pas zal gebeuren wanneer de eigenlijke verkaveling van het woonuitbreidingsgebied zou starten. Dat er wel degelijk wateroverlast is op dat terrein, kan blijken uit onderstaande fotos, drie uit 2008 en de laatste van 7 februari 2011.
En voor de rest, is alles in kannen en kruiken? Naast het probleem van de eventuele wateroverlast en de eventuele werken die nog moeten uitgevoerd worden, zijn er nog wel wat andere problemen op te lossen. Er moet vooreerst nog een inrichtingsplan opgemaakt worden. Dat zou binnenkort gebeuren. Eén derde van de zone behoort toe aan het OCMW van Nieuwpoort, de rest is in handen van private personen. Er is nog geen overdracht gebeurd aan de sociale huisvestingsmaatschappijen. De onderhandelingen worden binnenkort opgestart. Eerst wordt het resultaat van de schatter afgewacht. Deze wordt eerstdaags aangesteld. Ook de financiering en de regeling van subsidies die gekoppeld zijn aan de bouw van sociale woningen, kunnen nog problemen opwerpen.
En, wat met het verkeer in de Duinenlaan? De bewoners van de Duinenlaan vreesden/ vrezen destijds ook dat de wagens van de bewoners van de nieuwe woningen al te zeer het verkeer in hun straat, waar reeds een snelheidsbeperking tot 30 kilometer per uur van kracht was/ is, zouden belasten. De gemeente wijst er op dat de verkaveling waarvan sprake in 2003 een lange rij woningen betrof met een bijkomende straat evenwijdig met de Duinenlaan. Die zone lag volgens hen in een restzone van een "woongebied" volgens het gewestplan (in het rood aangeduid), dus niet in het geplande woonuitbreidingsgebied (rood gearceerd). Deze nieuwe straat kwam uit in de Duinenlaan en daarom werden de bezwaren voor dit project dan ook terecht bevonden. Ter verduidelijking: een woongebied is bestemd voor wonen, voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf, enz terwijl een woonuitbreidingsgebied uitsluitend bestemd is voor groepswoningbouw. Het gemeentebestuur belooft te zullen uitkijken naar de meest ideale ontsluiting(en) van dit gebied, vermoedelijk langs de Badenlaan en/of Duinenlaan. Het is zelf geen vragende partij om dit gebied te ontsluiten langs de Duinenlaan. Het eerste gedeelte van het antwoord van de gemeente lijkt mij onjuist. Het volstaat het gewestplan te bekijken om te zien dat de in 2003 geplande verkaveling wel degelijk in het woonuitbreidingsgebied gelegen was. Enkel de huidige rij woningen en de tuintjes daarachter, liggen volgens mij in het woongebied. Misschien verduidelijkt onderstaand plannetje één en ander.
Wat zal er gebeuren met de twee bestaande parkings aan de Badenlaan? Eén daarvan werd, zoals jullie hieronder zien op een foto van 07.02.2011, nooit geasfalteerd om bijkomende wateroverlast te vermijden. De gemeente antwoordt mij dat de capaciteit van de parkings zal behouden blijven. De juiste ligging (of behoud) zal blijken uit het inrichtingsplan.
Verzet de provincie zich dan niet meer tegen het aansnijden van het woonuitbreidingsgebied? Op maandag 02 mei 2005 las ik dat de provincie zich verzette tegen het nieuw woongebied omdat eerst bouwgronden, verspreid over Middelkerke, aangewend moesten worden vooraleer er sprake kon zijn van het aansnijden van het uitbreidingsgebied. De burgemeester vond dat toen onlogisch omdat de percelen - samen 63 hectare groot - waar de provincie op zinspeelde, niet vrijkwamen om op te bouwen en dit om louter speculatieve redenen van de eigenaars. Op mijn vraag waarom de provincie er nu anders over denkt, kreeg ik volgend antwoord van de gemeente: Door de nieuwe wetgeving inzake ruimtelijke ordening (Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening) (http://www.ruimtelijkeordening.be/Default.aspx?tabid=14764 kunnen woonuitbreidingsgebieden onder bepaalde voorwaarden aangesneden worden ten voordele van sociale huisvesting (dus niet voor private doeleinden). Andere aspecten zoals woonbehoefte of bindende bepalingen in structuurplannen zijn hierdoor geen argumenten meer namens de provincie om het aansnijden van woonuitbreidingsgebieden tegen te houden. http://www.ruimtelijkeordening.be/Default.aspx?tabid=13585&Search=woonuitbreidingsgebieden Welke die bindende bepalingen in structuurplannen zouden mogen zijn, daar heb ik het raden naar. Als je een probleem wenst te omzeilen, dan formuleer je het maar zodat niemand het nog verstaat.
Was daar niet ook een rusthuis gepland? Ik las ook dat op 14 oktober 2008 een vergunning verleend werd voor een rusthuis met 120 woongelegenheden in de Badenlaan. Op mijn vraag of men dat plan nu had laten varen, liet men mij weten: er was in eerste instantie een seniorie voorzien op de plaats van de eerste parking langs de Badenlaan. Door de eventuele bouw van een rusthuis op de site van manège Vandooren kunnende plannen van de gemeente wijzigen. De gemeente zal hier een nieuw standpunt innemen tijdens de opmaak van het inrichtingsplan.
Staat de boerderij Dieleman niet in de weg? Aangezien de boerderij Dieleman, langs de Westendelaan, eveneens eigendom is van het OCMW Nieuwpoort, stelde ik mij ook de vraag of die soms geen belemmerende rol zou spelen voor het gepland woonuitbreidingsgebied. De gemeente ontkent dat. Ze beweert namelijk dat zowel de gebouwen als de omringende grachten landschappelijke elementen zijn die kunnen bijdragen tot de kwaliteit van de omgeving . Ze zouden ook een inspiratie zijn voor de opmaak van het inrichtingsplan en een eventuele toekomstige invulling van de landbouwgebouwen zouden een belangrijke rol spelen voor de ontwikkeling van dit gebied. Is dat niet mooi uitgedrukt?
Woonuitbreidingsgebied in Lombardsijde tussen Zeelaan, Koninklijke baan en Schoolstraat Hoewel dat gebied niet in de belangstelling kwam, zoals dat aan de Badenlaan Duinenlaan, stelde ik mij ook daarover vragen. Meermaals reeds heb ik kunnen vaststellen dat ook op dat terrein, of delen ervan, grote waterplassen stonden. Hieronder twee fotos genomen op 7 februari 2011, na één regendag.
Zou dat misschien ook een waterrisicovolgebied kunnen zijn? Ik meen mij ook te herinneren dat er ooit (wateroverlast)problemen geweest zijn bij de bouw van de huizen op het einde van de Schoolstraat. De gemeente beweert daarvan geen weet te hebben. Ik zie dat het ruimtelijk structuurplan 19B Lombardsijde-centrum het terrein als projectzone wonen voorziet. Daaromtrent las ik op http://www.mervlaanderen.be/uploads/nthnvg1627.pdf Het gebied is volledig omringd door mogelijkoverstromingsgevoelig gebied (vanuit zee) maar niet recent overstroomd. Het Geleed grenst aan het plangebied Bij ontwikkeling van het woonuitbreidingsgebied zal aan dit overstromingsgevoelig aspect de nodige aandacht moeten besteed worden. Hieronder vinden jullie nog een plannetje met de juiste ligging van het besproken gebied. (rood gearceerd deel)
Om het standpunt van de gemeente te kennen over eventuele waterlast in de zone, stelde ik de vraag of het terrein de watertoets, sedert 24 november 2003 voorzien volgens het Decreet Integraal Waterbeheer, doorstaan heeft vooraleer het structuurplan Lombardsijde aanvaard werd? De watertoets is een beoordeling waarbij wordt nagegaan of een initiatief schadelijke effecten veroorzaakt als gevolg van een verandering in de toestand van het oppervlaktewater, het grondwater of de waterafhankelijke natuur. Daarop antwoordt de gemeente dat er ten tijde van de opmaak van het structuurplan nog geen sprake was van watertoets en dat ze dat wel moet doen bij de opmaak van het RUP én bij een verkavelingsvergunning én bij elke bouwaanvraag die op dit gebied aangevraagd wordt. Dat klopt volgens mij niet want de watertoets bestaat sinds 2003 en de RUP van Lombardsijde dateert van 2007 2009. De gemeente beweert echter dat de BPA's van 2007 en 2008 kleine BPAs waren (telkens maar 3 percelen), gelegen in niet-overstromingsgebied, waardoor er geen probleem was met de watertoets. Bij de lopende procedure van RUP Lombardsijde wordt de watertoets wel toegepast. Als besluit (gunstig advies van RWO Brugge en Bestendige Deputatie) werd geconcludeerd dat er bij de ontwikkeling van het woonuitbreidingsgebied de nodige aandacht moet besteed worden aan de mogelijke overstromingsgevoeligheid van het gebied. De gemeente merkt ook op dat dit gebied slechts mogelijk overstromingsgevoelig is en niet effectief overstromingsgebied. Volgens hen worden alle gebieden die niet in effectief woongebied zijn gelegen, aangeduid als mogelijk overstromingsgevoelig (= alle landbouwgebieden, alle recreatiegebieden, alle woonuitbreidinsgebieden, ...). Indien uit de watertoets, na advies van de beheerder (Middenkustpolder, PTD - dienst Waterlopen, VMM - afdeling Operationeel Waterbeheer), zou blijken dat er bijkomende randvoorwaarden moeten genomen worden, zoals bijvoorbeeld vertraagde afvoer, bufferbekken, verhoging van het maaiveldpeil, .. dan moeten/zouden deze werken uitgevoerd worden.
Besluit Beide geplande woonuitbreidingsgebieden verdienen heel zeker de zeer bijzondere aandacht. Ik neem aan dat het gemeentebestuur alles in het werk zal stellen om te beletten dat toekomstige bewoners/ eigenaars of huurders slachtoffers zouden worden van wateroverlast. Dat zou niemand hen in dank afnemen. Zelf zal ik de beide dossiers met argusogen blijven volgen.
Het paarse kerkplein van Westende ! en nog meer lampenkappen
In de tijd vóór de fusie van 1977, maar eigenlijk is dat zo vóór elke fusie, hadden de kleinere gemeenten allerlei dromen en wensen, die ze om financiële redenen meestal niet konden verwezenlijken: een sportzaal, een zwembad een prestigieus kerkplein. Ze legden zich daarbij natuurlijk neer, ze moesten wel als ze de jaarlijkse rekening wilden doen kloppen. Dan werden die gemeenten gefusioneerd en één van de redenen daarvoor was dat ze daar financieel beter zouden van worden. Zo werd hen dat toch ingeprent. In een huisgezin met 9 kinderen mag het ene kind niet meer hebben dan een ander, behalve dan het kernkind. Krijgt de ene gemeente een nieuw kerk- of dorpsplein, dan moet de andere dat ook hebben. Is dat misschien de drijfveer geweest om ook in Westende een nieuw (prestige)pleintje aan te leggen? Heeft de fusie zich dan toch financieel geloond? Ik betwijfel het nog steeds. Men zal me nu verwijten dat ik zeer ondankbaar ben. Ik pleit er namelijk altijd voor dat er meer zou gedaan worden voor Westende en nu dit Ik ben er echter gewoon tegen dat er met ons zuurverdiend belastingsgeld zotte kuren uitgehaald worden. Ik vind namelijk dat dit werk niet onontbeerlijk was, maar ik kan natuurlijk niet spreken in naam van al mijn dorpsgenoten. Hoeveel de aanleg van het pleintje zelf gekost heeft, dat is moeilijk te achterhalen omdat de rekening waarschijnlijk verweven is met deze van de Henri Jasparlaan. Maar wat vinden jullie van de prijs van de sfeerverlichting op het plein? Die heeft namelijk de niet onaardige som van 36.662,06 euro gekost (Referte verslag gemeenteraad van 11 maart 2010, punt 23). Ongehoord veel, vind ik. Onaanvaardbaar veel! Is het pleintje dan toch tenminste een succes? Ziet het er echt mooi uit? Kregen we waar voor ons geld?
Het is mooi geplaveid, er staan vijf zitbanken die hopelijk veel Westendenaars ertoe zullen aanzetten om er ooit (?) een gezellig praatje te gaan slaan in de schaduw van de (nog te groeien) boompjes. Was het de bedoeling de klanten van Ter Gunst ter wille te zijn, zodat ze hun wagen vlakbij hun café kwijt kunnen? Daar lijkt het in elk geval op. Er staat wel niet aangegeven dat men er mag parkeren, maar ook niet dat het er niet mag. En dan is er natuurlijk de sfeerverlichting! Die slaat iedereen met verbazing. Wie heeft het in zijn hoofd gehaald om paarse lampenkappen op die palen te plaatsen?
Er wordt beweerd dat over kleuren en smaken niet te twisten valt en ik heb natuurlijk geen rondvraag gedaan in het dorp, maar ik heb minstens al drie dorpelingen iets horen mompelen over gelijk in mijn slaapkamer op mijn nachttafel. Iemand had het nog over in een wijk van Parijs, ja, maar hier . Ja, waarom toch die kleur? Jullie weten natuurlijk ook wel dat paars een roodachtig blauwe kleur is, tussen violet en magenta. Of moet ik hier eerder zeggen een blauwachtig rode kleur? Heeft het misschien iets te zien met de paarse coalitie die voor het ogenblik de meerderheid uitmaakt in Middelkerke? Of is dat te veel blauw tegenover het rood? En, wie zal er van kunnen genieten? De kerkgangers die naar een vroegmis of naar een nachtmis gaan? De bezoekers van Ter Gunst? De voorbijrijdende chauffeurs die er niet mee voor betaalden? Vóór het publiceren van dit artikel, wilde ik eerst eens de sfeer opsnuiven die de verlichting schept. Toen ik mij op vrijdag 11 februari 2011 om 18u30 ter plaatse begaf, moest ik vaststellen dat het kerkplein in volledige duisternis gehuld was. Ook op zaterdag 12 februari om 19u45 was het er pikdonker. Werkt het (nog) niet? Wil men misschien besparen?
De firma, die de lampenkappen geleverd heeft in Middelkerke, heeft daarmee een mooi bestelorder weggekaapt. We vinden hetzelfde type namelijk ook terug in de Oostendelaan. Misschien had het bestuur er toen nog niet aan gedacht om zijn paarse stempel op de openbare verlichting te drukken, want die kappen zijn wit.
Terwijl ik nu toch in die omgeving was, heb ik dan maar eens goed rondgekeken. De werken aan de Oostendelaan, ter hoogte van het marktplein, zijn werkelijk een schoolvoorbeeld van hoe het niet moet. Wie heeft dat uitgedacht? Waarom die knik in de weg? Voor de veiligheid? Waarom is de bushalte dan juist in die knik? Of wordt die later nog verlegd?Men zou gedacht hebben dat de bus in alle veiligheid dat soort pleintje naast de laan zou oprijden. Maar, waartoe dient dat pleintje eigenlijk? Is het er misschien ter wille van de garage Degrave? Is er nog niemand tegen die stenen bollen gereden? Dat komt dan wel. Vooral omdat de verlichting bij duisternis maar pover is. Dat merkte een omstaander op. Waarom stopt het fietspad dat uit de richting Oostende komt, in die knik? Waarom is er geen fietspad in het drukst bewoond gedeelte van de laan? Waarom heeft men zon breed voetpad voorzien als men vindt dat er geen plaats was voor een fietspad. Weet iemand misschien ook waarom die bijkomende kosten moesten gedaan worden, aangezien de laan nog maar pas afgewerkt was? Had men toen nog zo ver niet gedacht? Tussendoor, ik vind die hele Oostendelaan toch maar niets. Er zijn nauwelijks winkels. Moet die, dixit Michel Landuyt, deel uitmaken van de verbindingsas tussen de dijk en de Kerkstraat naar de toeristische uitvalsbasis op het marktplein? Ik vrees dat de laan, die de naam onwaardig is omdat er alleen aan het pleintje bomen staan, daarvoor te weinig glans uitstraalt en met twee bakkerijen en een dagbladwinkel de wandelaar niet zal kunnen bekoren.
Misschien heeft er wel iemand van het bestuur de moed om op al mijn vragen te antwoorden?
Aanpassing 16.02.2011 Een Middelkerkenaar schrijft mij dat hij zich, door de lampenkappen, in 'Plopsaland' waant als hij door de Oostendelaan loopt.
Onderwijs in Westende: Natuurlijk weet ik dat 1943 niet te vergelijken is met 2011!
Levensomstandigheden in beide periodes De levensomstandigheden in 1943 waren natuurlijk totaal verschillend van deze die we vandaag kennen! Jullie zouden dus kunnen zeggen dat het geen zin heeft de tijd van toen te vergelijken met die van 2011. Toch heb ik gedacht dat het wel eens interessant kon zijn om het toch te doen. Destijds zaten we volop in de tweede wereldoorlog. Het overgrote deel van de Westendenaars had moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Sommige vaders waren afwezig wegens legerverplichtingen of krijgsgevangenschap en heel wat gezinnen kregen een (minimale) steun van de openbare onderstand. Veel kinderen moesten van kindsbeen af meehelpen om het gezin in leven te houden. Soms kwam daar hard labeur aan te pas en veel ouders wilden en konden hun kinderen niet verwennen. Je best doen, hard werken, niet klagen waren de raadgevingen die ons met de papfles meegegeven werden. Zo heb ik van mijn twaalfde tot mijn zeventiende gedurende twee maanden een vakantiejob uitgeoefend, achtereenvolgens bij een bakker en een beenhouwer en tenslotte in een verhuuragentschap/ immobiliënkantoor. Mijn ouders, geboren rond de eeuwwisseling van 1901 hadden zelf als kind en tiener de eerste wereldoorlog 1914-18 meegemaakt. Mijn vader zag Westende vernielen tot de laatste steen, Hij moest op de vlucht slaan en werd daarbij door een ongelukkige omstandigheid van zijn ouders gescheiden. Na de oorlog moest gans Westende heropgebouwd worden. Zowel vader als moeder beleefden een harde jeugd en zouden er dus nooit aan gedacht hebben om hun kinderen als watjes op te voeden. Gelukkig stelt de grote meerderheid het vandaag veel beter. In veel gezinnen werken beide ouders en rijden ze elk met een wagen. Ze gaan jaarlijks op reis, soms in de winter gaan skiën en s zomers naar de zon in het zuiden. Dat sommige een zware hypotheeklening moeten aflossen omdat iedereen zijn droomhuis wil bouwen of bezitten, dat is er meestal niet aan te zien. Kinderen krijgen vaak wat hun ouders destijds niet kregen en toegeven is nu eenmaal gemakkelijker dan verbieden. Maar Overdaad schaadt, met andere woorden, wie teveel heeft of krijgt, is geneigd dat als vanzelfsprekend te beschouwen.
Concurrentie tussen de scholen Die was destijds onbestaande. De kleuterschool bezoeken betekende vrije school of nonnekensschool Gemeenteschool betekende alleen jongens. De meisjes mochten/ moesten in de vrije school blijven. Wie absoluut zelf de keuze wou maken, moest naar Nieuwpoort, waar een rijksmiddelbare school voor jongens en voor meisjes bestond, naast een college voor jongens en Stella Maris voor de meisjes. Maar wie zou dat gedaan hebben? Georganiseerd schoolvervoer bestond niet en de meeste ouders konden hun kinderen ook niet naar school brengen. Een schoolabonnement voor het openbaar vervoer was voor vele gezinnen onbetaalbaar. Wie in Westende school liep, kon te voet gaan en dat was voor iedereen de eenvoudigste oplossing. Nu kunnen de ouders kiezen, voor zonen en dochters, ook voor hun kleuters, tussen één van beide dorpsscholen. Kinderen die te voet of met de fiets naar huis gaan, worden s middags en s avonds begeleid tot aan de kerk, waar ze indien nodig veilig overgebracht worden. Ik erken natuurlijk dat het verkeer vandaag veel drukker is dan in onze tijd, maar wij konden op geen begeleiding rekenen en dat moest onze zelfstandigheid bevorderen.
De schoolinfrastructuur Vroeger waren er drie klaslokalen, één voor het eerste en tweede studiejaar, één voor het derde en vierde studiejaar en één voor het vijfde, zesde, zevende en achtste studiejaar. Er was één onderwijzer per klaslokaal. Op 26.11.1965 besliste de gemeenteraad een vierde klas te bouwen maar door veel administratief slameur gebeurde de aanbesteding pas op 01.08.1968. Naast het bijkomend klaslokaal voorzagen de verbeterings- en aanpassingswerken het inrichten van een stookplaats voor de centrale verwarming, het vernieuwen van buitenramen aan de westgevel met dubbele beglazing, plaatsen van centrale verwarming en sanitair plus de nodige elektriciteitswerken. De mazoutkachels die al de kolenkachels vervangen hadden zouden nu op hun beurt verdwijnen. De leerlingen zouden nu eindelijk kunnen beschikken over stromend water, noodzakelijk voor een hygiënisch sanitair.
In het gebouwtje links woonde het schoolhoofd. Nu zijn daarin o.a. het secretariaat en de leraarskamer gevestigd, die beide niet bestonden destijds. In het midden zien jullie een aangebouwde klas. Op de scheiding tussen het oud en nieuw gedeelte stond vroeger een muurtje van een tweetal meter hoog. Soms, eigenlijk moet ik zeggen vaak, werd al eens een bal over dat muurtje geschopt en hovenier Cyriel Vanovenberghe , eigenaar van de aanpalende grond, kon er niet altijd mee lachen als we over dat muurtje klommen om onze bal terug te halen. Er zijn nu twee speelplaatsen, één voor de basisschool en één voor kleuters. Ze kunnen beschikken over koffers met allerlei speeltuig. Hierboven rechts zien we de koer van de grote.
De schoolomgeving Vooraleer de deuren van de school opengingen, speelden wij op straat. Met deuren bedoel ik een klein groen poortje in de muur langs de zijde van de Duinenlaan. Nu kunnen de kinderen vanaf 8 uur, drie kwartuur vooraleer de lessen beginnen, langs de grote poort binnen zodat ze beschermd zijn tegen het verkeer van de wagens van de ouders die hun kind zo dicht mogelijk bij de poort willen afzetten.
Leerkrachten en hun leerlingen, voorziene lessen vroeger De drie leerkrachten waren allemaal mannen. Het godsdienstonderricht werd gegeven door de pastoor of onderpastoor van Westende. Het totaal aantal leerlingen bedroeg ongeveer tachtig. Lessen lichamelijke opvoeding werden niet gegeven. En toch waren wij geen stijve harken met een ongezonde bleke gelaatskleur! Zwemmen deden wij buiten de schooltijd maar enkel s zomers in zee of in de Lac-aux-Dames. Spelen deden wij op straat, op pleintjes of in weiden.
Aantal klassen en leerkrachten, voorziene lessen nu Vandaag telt de schoolbevolking ongeveer 90 leerlingen in de basisschool en 50 kleuters. Er wordt nu wel aan lichamelijke opvoeding gedaan en er worden ook zwemlessen gegeven tijdens de schooltijd. Daarvoor zijn drie leerkrachten voorzien. Hieronder zien jullie de turnzaal en het speelpleintje naast de school waar ook lessen in lichaamsbeweging kunnen gegeven worden.
Er kan nu gekozen worden tussen lessen in de katholieke of protestantse godsdienst of voor zedenleer. Voor het eerste zorgen 2 leerkrachten, voor de beide andere 1 leerkracht. Destijds waren wij allemaal katholiek. Per klas in de lagere school (1 6) is er een onderwijzer(es) en het is zelfs mogelijk parttime les te geven, zodat één van de klassen een dubbele klastitularis heeft. Elk studiejaar heeft nu zijn eigen klaslokaal. Die zien er heel wat fleuriger uit dan in onze tijd. Ziehier een voorbeeld.
De drie kleuterklassen worden op dezelfde manier geleid door 3 kleuterjuffrouwen en 1 kleutermeester. Er zijn twee kinderverzorgsters en 1 zorgcoördinator/ GOK. Deze laatste is het aanspreekpunt voor zowel kinderen, leerkrachten, ouders, CLB en andere externe hulpverleners. Deze uren zorgbeleid worden gegeven opdat er in de school effectief zorg zou zijn voor ieder kind dat in de school ingeschreven is met ontwikkelings- en leerproblemen en leerstoornissen. Er is tenslotte een directrice, die echter ook de leiding heeft over de school in Leffinge en die in beide scholen bijgestaan wordt door een secretaresse. Dat brengt het totaal in Westende op 23 leerkrachten, 19 dames en 4 heren.
s Middags op school eten! Ondenkbaar in onze tijd! De ouders hebben steeds de keuze uit 3 opties: ofwel neemt hun kind een warme maaltijd op school, ofwel brengt het een eigen lunchpakket mee ofwel gaat het thuis eten. De warme maaltijden bestaan steeds uit soep, een hoofdgerecht en een dessert. Ze worden bereid door een gespecialiseerde firma. Voor een kleuter wordt 2,08 euro betaald, voor een leerling(e) uit het lager 2,48 euro. Als een kind een lunchpakket meebrengt, kan het gratis soep en water krijgen. Hieronder zien jullie de ruime eetzaal.
Alles is werkelijk voorzien De kinderen krijgen op school echt alles wat hun hartje lust. Ik heb de neiging om te zeggen dat ze te veel verwend worden. Ik weet het wel: melk drinken en fruit eten worden door gezondheidsspecialisten warm aanbevolen. Tijdens de speeltijd, in de voormiddag is er water en in de namiddag melk, chocomelk, fruitsap of water. s Woensdags om 10 uur, krijgt elke leerling(e) een stuk vers fruit (appel, peer, kiwi, mandarijn, ) Om de twee weken kunnen de leerlingen met de klas naar de gemeentelijke bibliotheek. En dan zijn er ook nog wat men vandaag de Extra muros-activiteiten noemt. Al naargelang het leerjaar, vanaf het tweede, kunnen dat sportklassen, ingericht door de gemeentelijke sportdienst, of plattelandsklassen of bosklassen zijn. De kinderen gaan op schoolreis, onder andere naar pretparken en brengen bezoeken aan een boerderij, een museum, een tentoonstelling, De enige activiteiten die wij in klasverband buiten de school meemaakten, waren de deelname aan processies en aan de bevrijdingsstoet, maar dan tijdens het weekeinde. De school heeft nu ook een naam en een zeer mooie en duidelijke website http://www.onderwijs.middelkerke.be/duinpieper/ met veel fotos die het leven op school schetsen.
Ook de ouders worden verwend Drie maal per schooljaar geeft de school een krantje uit, dat het relaas brengt van de voorbije activiteiten en dat de ouders informeert over wat komende is. Daarop prijkt ook het logo van de school, zijnde een zangvogel uit de familie van de kwikstaarten.
Vooraleer de schoolbel weerklinkt en na het sluiten van de schoolpoorten hoeven werkende ouders zich geen zorgen te maken over hun kroost. Deze wordt opgevangen in het oud gemeentehuis, dat voor een enorm reusachtig bedrag omgebouwd werd tot de kinderopvang De Strandjutter.
s Morgens brengt het gemeentebusje de kinderen naar school en het haalt ze s avonds op school af. In onze jeugd was het niet de gewoonte dat moeders ook uit werken gingen en dat zou ook moeilijk geweest zijn omdat zij de zorg moesten dragen over een kroostrijker gezin dan de moeders van vandaag. Kinderopvang was dus nergens voor nodig. Het bestond dus niet en wie had het zich trouwens kunnen veroorloven?
Besluit Heb ik mij nu ouderwets uitgedrukt? Heb ik te veel verwezen naar onze tijd? De school is in elke periode de weerspiegeling van de maatschappij. Natuurlijk is er vandaag heel wat verbeterd en bijgewerkt, maar nemen jullie maar van mij aan dat onze schoolperiode ook veel goede kanten had zelfs al besef je dat maar (veel)later.
Denken jullie dat er een behoefte bestaat aan meer en grotere hotels in Middelkerke?
Wie eens maximaal wil genieten van enkele dagen aan de kust en het zich bovendien kan veroorloven, kiest voor een verblijf in een hotel. Niet koken, noch poetsen en bovendien bediend worden, wat wil je nog meer? Op 13 januari 2011 las ik in Het Nieuwsblad het artikel Nieuw hotel openen kan momenteel niet, van de hand van Dany Van Loo, die vooral schepen voor lokale economie Janna Opstaele aan het woord liet. Zij beweert daarin dat de huidige ruimtelijke plannen het praktisch onmogelijk maken om hier een hotel op te starten. Nochtans beweert zij voorstander te zijn van meer en grotere hotels. Vooraleer daarover een standpunt in te nemen , wil ik jullie eerst wat (noodzakelijke) basisinformatie meegeven over het hotelwezen in het algemeen en over de Middelkerkse hotels in het bijzonder.
Welke overnachtingsmogelijkhedenmogen hotel genoemd worden? Een hotel beschikt over minstens vier kamers. De kamers en de sanitaire voorzieningen worden dagelijks onderhouden. Er is ontbijtmogelijkheid. Andere maaltijden dan het ontbijt worden in een afzonderlijke ruimte geserveerd. Toeristen hebben geen toegang tot de keuken. Het hotel is tijdens de openingsperiode permanent toegankelijk. De exploitant of iemand van het management staat permanent ter beschikking van de toeristen tijdens hun verblijf. Gastenkamers en bed & breakfast, zoals The Pipers Pub met slechts drie kamers, worden dus niet als hotel beschouwd. Ook De Wandelaar met kamers zonder ontbijt is geen hotel. Dat is wel het geval voor de zogenoemde Ap(p)arthotels (De Wielingen en Zon en Zee). In theorie zijn dat appartementen maar die het hotelboekingssysteem gebruiken. Het komt daar op neer dat je een appartement huurt maar zonder vast contract. De huurder kan opzeggen als hij/zij dat wenst. Het verblijf is volledig uitgerust. Een aparthotel of appartementenhotel heeft alle voordelen van een hotel (schoonmaak, service en ontbijt, mogelijkheid tot lunch en/of diner) en bestaat uit appartementen in plaats van kamers. Het zou, volgens mij, aangewezen zijn dat de gemeente op zijn website http://www.middelkerke.be/page219114047.aspx#1 de lijst van de hotels zou aanpassen en enkel diegene als hotel zou vermelden die aan de normen voldoen.
Hoe belangrijk is het hoteltoerisme voor onze kust? Er wordt aangenomen dat jaarlijks 15 tot 16 miljoen overnachtingen geboekt worden in de commerciële verblijfsector. Van de daarmee geboekte omzet mag 250 miljoen euro op rekening van de hotelsector geschreven worden. Hotelgasten worden beschouwd als toeristen die de meeste euros verteren: ze doen‟ op de middag een terrasje, ze tafelen s avonds uitgebreid. Ze leveren dus een ruime bijdrage aan de lokale economie/ werkgelegenheid en het lijdt dus geen twijfel dat de hotelsector de bijzondere aandacht verdient van een bestuur van een kustgemeente.
De hotelcapaciteit aan de kust gaat achteruit Begin 2007 zei Vlaams minister voor toerisme Bourgeois reeds dat de hotelcapaciteit aan de kust in dalende lijn ging en dat hem dat zorgen baarde. Hij vroeg de kustburgemeesters toen om daar in hun ruimtelijke uitvoeringsplannen rekening mee te houden. Stefaan Gheysen, afgevaardigd bestuurder van Westtoer, het autonoom provinciebedrijf voor toerisme, trad hem daarin bij op 28 december 2010 met zijn bewering dat die daling moet worden gestopt. Het probleem vindt vooral zijn oorsprong in het verdwijnen van de kleinere hotels. Vaak gaat het om familiezaken waarvan de eigenaars einde loopbaan zijn. Die bedrijven houden op te bestaan, vooral onder druk van de vastgoedsector, die bereid is hoge prijzen te betalen voor de betrokken panden. Geert Bourgeois voegde er tenslotte aan toe dat het verschijnsel niet nieuw is. Het aantal hotels aan de kust is de voorbije jaren constant blijven afnemen. Volgens hem dreigen de hotels verdrongen te worden door bouwpromotoren en tweede verblijven. Hij stelt verder dat de kust niet zal kunnen blijven standhouden zonder overnachtingsmogelijkheden voor korte vakanties, congressen en evenementen.
Hoeveel hotels telt Middelkerke eigenlijk en hoe verhoudt dat aantal zich tot dat van andere, vergelijkbare badplaatsen? Hoe is het gesteld met de kwaliteit? De kust biedt hotels aan van zeer uiteenlopende kwaliteit. Wens je een zwembad of een whirlpool, een fitness, een sauna, een jacuzzi, een douche of een ligbad, een zonnebank, een Turks bad of een kuur volgens hydromassage? Is er een tennisveld? Hebben de kinderen een (liefst overdekte) speelruimte? Is er een restaurant bij het hotel? Mag het huisdier mee? Wens je TV, telefoon en een kluis? Wil je toegang tot internet? Moet het hotel op de zeedijk gelegen zijn, met of zonder zeezicht of mag het in het centrum of nog meer naar buiten? Grote of kleine kamer? Harde of zachte matras? Moet het nieuwbouw zijn, gerenoveerd of hoeft dat niet echt? Wens je een private parking/ garage? Heb je nog meer bijzondere wensen? Alles is mogelijk! Als je het maar kunt betalen ..
Toerisme Vlaanderen wil het de toerist zo aangenaam mogelijk maken en hem/ haar een kwaliteitsvol verblijf waarborgen. De regelgevingen in de logiessector beogen de bescherming van de consument. Ze willen ook een impuls zijn voor de toeristische ondernemers, om hun bedrijf regelmatig te vernieuwen en marktgericht uit te bouwen. Afhankelijk van de graad van comfort kent Toerisme Vlaanderen sterren of een comfortvermelding toe aan de hotels die het vergunt. Dat gebeurt op basis van normen die de overheid heeft vastgelegd. Voldoet een hotel aan de basisnormen (openings- en exploitatievoorwaarden), dan ontvangt het één ster bij de vergunning. Download hier de basisnormen voor de categorie hotels (pdf)
De indeling in een hogere comfortclassificatie (twee tot vijf sterren) gebeurt op basis van verplichte en facultatieve normen. Per classificatie moet een hotel een verplicht pakket aanbieden. Daarnaast verzamelt het punten via allerlei facultatieve comfortnormen. Per classificatie is een minimum aantal punten opgelegd. Hoe hoger de classificatie, hoe meer comfort en service de normen opleggen en hoe kleiner het facultatieve aandeel. Download hier de classificatienormen voor de categorie hotels (pdf)
Op www.toerismevlaanderen.be vinden jullie de lijst van de vergunde hotels, met aantal sterren/ kamers.
De 24 vergunde Middelkerkse hotels zijn gelegen in de badcentra (8 in Middelkerke en 13 in Westende) en op het platteland (Abdeshof, Meeuwenhof en Schoorbakkehoeve).
Badplaats
*/k
**/k
***/k
****/k
Tot Kamers
Bredene
1/7
3/83
-
-
90
De Haan
1/9
9/98
15/294
2/39
440
De Panne
2/56
11/228
6/134
3/81
499
Koksijde
3/39
4/40
7/153
4/40
272
Middelkerke
2/27
16/251
6/98
-
376
Nieuwpoort
3/220
1/9
3/115
-
344
We merken dus op dat Middelkerke zich in de middenmoot bevindt. Het heeft wel geen enkel viersterrenhotel. Het totaal aantal beschikbare bedden in Middelkerke bedraagt 1.250 waarvan 464 behoren tot de groep Kriss Vakantieservice BVBA, waarvan Louis Dobbelaere de zaakvoerder is. Hieronder zien jullie de fotos van de Westendse hotels. Bovenaan zien jullie Zeester Suitehotel, Hotel de la Poste, Isba, Splendid en Melrose. In het midden worden Zeeparel Budget, De Wielingen, Sint-Laureins en La Rotonde afgebeeld. Tenslotte vinden jullie onderaan Westendia, The Cottage Inn, Zon en Zee en Roi Soleil.
Bestaat er wel degelijk een behoefte aan meer en grotere hotels in Middelkerke? Schepen Janna Opstaele zegt We kregen al heel wat vragen om grotere hotels te bouwen en niet alleen in onze badplaatsen zelf, maar ook in het achterland. Zo was er een aanvraag voor een hotelcomplex in de Leopoldlaan en ook de IBIS-keten wil al jaren een hotel bouwen aan de luchthaven, op grondgebied Middelkerke. Meer hotels zorgen voor meer werkgelegenheid, meer toerisme en uiteraard meer impulsen voor de lokale economie. Om die uitspraak beter te kunnen beoordelen moeten jullie het volgende weten. De Europese hotelketen Ibis is een dochteronderneming van het Franse Accor. De Ibis-hotels zijn bedoeld als doorreishotel voor korte verblijven en bevinden zich in de directe omgeving van stations en vliegvelden. De keten richt zich op zakelijke reizigers op doorreis of als overnachtingsfaciliteit bij een vliegveld. Wat zegt Janna? De lokale economie bevorderen? Ze heeft het over grotere hotels. Anderzijds verklaart ze Met het initiatief komt het gemeentebestuur ook tegemoet aan de vraag van het autonoom provinciebedrijf voor toerisme Westtoer, dat volop werkt aan het project 'Hotelinnovatie, een golf van vernieuwing', waarmee het de kleinere hotels aan zee betere kansen wil geven, onder meer met investeringstoelagen en advies rond kwaliteit en professioneel beheer. Westtoer wil met de badplaatsen samenwerken om de hotelaccommodatie uit te breiden. Westtoer zet samen met Toerisme Vlaanderen een project op om de bestaande hotelaccommodatie nieuwe impulsen te geven. Hoteliers zullen investeringsprojecten kunnen indienen op het gebied van professioneel management, thematisering, kwaliteitsverbetering en doelgroepen. Er moet volgens hen gemikt worden op de bestaande hotels, aangezien er aan de kust weinig plaats is voor nieuwe vestigingen. Je bent niet te best ingelicht, hé Janna? En zullen de grote ketens de lokale kleintjes niet dooddoen?
Hoe staat het eigenlijk met de bezetting van de kusthotels? Als je zegt grotere hotels, dan moeten ze ook renderen of met andere woorden een hoge bezetting kennen. Volgens de bekendgemaakte cijfers van 2009 zouden de hotels in augustus 2009 een gemiddelde netto bezettingsgraad van 82% gekend hebben, wat een stijging betekende tegenover augustus 2008. Ondanks de hogere bezettingsgraad kende de kust een status quo in volume van hotelovernachtingen in juli -augustus. Dit is vooral te wijten aan de daling van het hotelaanbod aan de Kust met 5% minder beschikbare hotelkamers tegenover vorig jaar. Volgens één van de geraadpleegde lokale hoteliers is het nu reeds absoluut niet evident om de hotels hier vol te krijgen. Er moeten dus inderdaad vooreerst initiatieven genomen worden ten voordele van de bestaande hotels. Hierboven blijkt dat reeds een verhoging van de kwaliteit beoogd wordt. Maar ook de aangeboden mogelijkheden in de hotels moeten misschien verbeterd worden. Dat blijkt ook uit een studie van Toerisme Vlaanderen die groeikansen ziet voor congres- en wellnesshotels. Er is inderdaad de groeiende groep van medioren* en senioren, die gemiddeld genomen bemiddeld zijn en die jong oud willen worden. Ze schatten gezondheid hoog in en willen hun gezonde, vaak ook sportieve levenshouding doortrekken in hun vakantie. In die zin is de vergrijzing een opportuniteit, want uitgerekend in tijden van vergrijzing is wellness crisisbestendig. *modern woord voor 50 tot 60 jaar
En wat denken de lokale hoteliers daarvan? Guido Bogaert en Sabrina Goethals, uitbaters van hotel Sint-Laureins in Westende, zien de komst van nieuwe hotels best zitten, zeggen ze in het aangehaald krantenartikel. 'Zeker en vast. Dit is geen concurrentie, integendeel. Hoe meer aanbod, hoe meer volk en dat is voor iedereen goed', luidt het. Zij vertegenwoordigen echter maar 10 kamers van de 331 en mogen dus zeker niet spreken in naam van de lokale hotelsector. Er zijn inderdaad ook andere geluiden. Eén hotelier wijst erop dat dit hier maar Middelkerke is en niet Gent, Brugge, Oostende of Ieper. Een andere wijst erop dat het nu reeds niet evident is om hier de hotels volzet te krijgen. Dit lukt enkel in de zomermaanden, en dan nog als de goeie weermaker voor langere tijd van de partij is. Er zijn hier aan de kust maar 3 maanden seizoen meer (en dan nog). De rest van het jaar is het pompen of verzuipen Vaste kosten en personeelskosten lopen het hele jaar door. Er zijn met andere woorden ook risicos aan dit beroep verbonden en kleine hotels hebben het soms moeilijk om hun rekeningen te doen kloppen
Wat is er reeds gepland? Vooraleer aan hotelketens te denken, moet het gemeentebestuur beseffen dat ook Middelkerkenaars in de lokale hotelsector investeren en dit al jarenlang. Zij verdienen als eerste gesteund te worden. De gemeente moet eerst zijn eigen hotels promoten en bezoekers niet naar de grote hotels in Oostende sturen. Er is hier plaats genoeg!! Ook Kriss Vakantieservice BVBAis nog één en ander van plan. Zo denken zij eraan de capaciteit van Zeegalm (nu goed voor 88 personen) met 5 kamers uit te breiden. Zon en Zee, dat nu reeds plaats biedt aan 256 personen, geeft, na enkele vergeefse aanvragen voor een zwembad, de moed niet op om zich ooit als luxehotel met zwembad te kunnen profileren. Zij plannen binnenkort ook nog de bouw van een nieuw hotel.
Maar nu terug naar Janna Opstaele en haar verklaringen in het reeds vermeld dagbladartikel. Zij zegt daarin: De stedenbouwkundige voorschriften stellen onder meer dat de hoofdbestemming wonen moet zijn, met eventueel horeca als nevenbestemming, maar dan op een zeer beperkt aantal vierkante meter. Kortom: niemand kan een hotel bouwen in Middelkerke. Zo kan het niet verder. Is dat wel zo? Als ik de BPAs of RUPs met de nummers 16 (Westende - dorp) en 17 (Westende - bad) en 19 (Lombardsijde) bekijk, dan lees ik inderdaad overal dat de zones algemeen een woonbestemming hebben; eveneens kunnen er voor maximaal 30% van de toegelaten vloeroppervlakte . en horeca worden voorzien en dit met een maximum van 300 m² per handelsuitbating van de gerealiseerde vloeroppervlakten. Opstaele vindt dat een absurde situatie, waarin dringend verandering moet komen. Dat verrast mij natuurlijk en dan vooral de dringendheid. Haar partij is inderdaad reeds 10 jaar aan de macht in de gemeente. Heeft er zich dan in al die tijd geen enkele VLDer afgevraagd of er wel (grote) hotels genoeg zijn in Middelkerke? Of doet de behoefte aan hotels zich nu pas voor? Zou het misschien kunnen dat het huidig bestuur daarin tekortgeschoten is? Toen Geert Bourgeois in 2007 verklaarde dat sommige gemeenten al maatregelen genomen hadden om hun hotelcapaciteit op peil te houden, dan had hij het over Knokke-Heist, Bredene en De Haan. Middelkerke werd daarbij dus niet vernoemd. Heeft de blauwe partij dan nooit aan de uitbreiding van de hotelcapaciteit gedacht toen in de voorbije drie à vier jaar al die RUP s met strenge beperking voor de hotels, herzien en voorlopig of definitief aanvaard werden?
En wat denkt Janna daar nu aan te doen? De schepen heeft een ontwerper aangesteld (nog één!!!) om voor de centrumgebieden een Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) Horeca op te maken. 'Daarmee kunnen we de beperkingen wegwerken, waardoor het mogelijk wordt om nieuwe en grote hotelprojecten te realiseren. Het opmaken van zon RUP duurt gemiddeld twee jaar en dat is dan al in de volgende legislatuur! Misschien moet ze zich wat beter informeren of met andere woorden haar oren te luisteren leggen bij meer dan één lokale hotelier vooraleer stoere verklaringen af te leggen aan de pers?
Waar de sterre bleef stillestaan OF Vijgen na kerstmis God zond de engel Gabriël naar de stad Nazaret in Galilea, naar een meisje Maria dat was uitgehuwelijkt aan een man die Jozef heette. Gabriël ging haar huis binnen en zei: "Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je. Hij heeft je zijn gunst geschonken. Je zult zwanger worden en een zoon baren en je moet hem Jezus noemen. Maria vroeg aan de engel: "Hoe zal dat gebeuren? Ik heb immers nog nooit gemeenschap met een man gehad." De engel antwoordde: "De heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw bedekken. Daarom zal het kind dat geboren wordt, heilig worden genoemd en Zoon van God.
In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. Jozef ging van Nazaret in Galilea naar Betlehem om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was. Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan en bracht ze een zoon ter wereld. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad.
Niet ver daarvandaan lagen de herders bij nachte in het veld. Ze hielden vol trouwe de wachte en hadden hun schaapjes geteld. Toen hoorden zij dengelen zingen en één engel zei hen "Ik kom jullie goed nieuws brengen, vandaag is voor jullie een redder geboren. Hij is de messias, de Heer. Tegen het nieuwe jaar gingen de herders naar Bethlehem.
In die tijd kwamen de drie koningen, Balthazar, Caspar en Melchior, het waren eigenlijk magiërs of wijzen uit het Oosten, in Jeruzalem aan. Ze vroegen: "Waar is de pasgeboren koning van de Joden? Wij hebben namelijk zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om hemeer te bewijzen." Toen gingen ze op weg, en de ster ging voor hen uit, totdat hij stil bleef staan boven de plaats waar het kind was. Daarna openden ze hun kistjes met kostbaarheden en boden hun geschenken aan: goud, wierook en mirre.
Jullie kennen natuurlijk allemaal het kerstverhaal wel. Gelukkig zijn Jozef en Maria en de herders en de wijzen toen naar Bethlehem getrokken. Het was in elk geval niet naar Westende. Tenminste, daar zijn ze nooit aangekomen. Er stond wel een kerststal tegen de kerkmuur, maar die bleef de hele kersttijd leeg: geen voederbak met stro, geen os noch ezel. Weet iemand waarom?
Overigens, aan iedereen, maar vooral aan de lezers van deze blog, een voorspoedig en gezond 2011.
Kan dat ook bij ons? Als ik al die overstromingen zie op TV, te wijten aan het aanhoudend slecht weer met sneeuw en ijzel en als ik tonnen zout zie strooien dat invreet op asfaltwegen met gevaarlijke putten tot gevolg, dan vraag ik mij vaak af of zoiets ook bij ons mogelijk is. Kunnen hier ook overstromingen plaatsgrijpen? Door de golven van de zee die de dijken overspoelen of door vaarten of beken die buiten hun oevers treden? Ik heb daarover een specialist geraadpleegd en ik zal het onderwerp eens uitgebreider behandelen in één van mijn volgende artikels. Vandaag wil ik het enkel hebben over die scheuren of kraters of putten in de wegen, die een gevaar vormen voor de autobanden. Je moet zowaar slalommen tussen de kraters! Wegspringende steentjes durven ook wel eens een autoruit doen barsten. Jullie weten toch wel dat jullie de eventueel geleden schade vergoed kunnen krijgen? Zijn die putten er bij ons ook? Natuurlijk! Hieronder zien jullie enkele voorbeelden. Er zijn er nog meer, hoewel het al bij al nog meevalt. De hoofdwegen (Henri Jasparlaan, Grossettilaan, Koninklijke Baan) werden immers recent vernieuwd. Sommige secundaire wegen moeten echter dringend hersteld worden.
We weten natuurlijk wel dat onze bewindvoerders, op welk niveau dan ook, liever nieuwe wegen aanleggen dan kapotte te herstellen, omdat ze daarvoor met meer eer beladen worden. Maar, is de herstelling op dit ogenblik wel mogelijk? Putjes vullen met koude asfalt? Dat wordt afgewimpeld met De autos zouden dat direct weer losrijden. De wegen grondig herstellen met warm asfalt? Dat kan pas in de lente. Andere beweren over een te laag budget te beschikken voor al dat oplapwerk. Maar, in het schatrijke Middelkerke zal dat wel geen probleem zijn!!
Had ik het niet voorspeld? Maanden geleden heb ik eens een artikel gewijd aan het slalomverkeer in de Heidestraat. Geen enkele bewoner aldaar vindt dat de werken die zijn/haar straat veiliger moesten maken, geslaagd zijn. Bijna niemand kent immers de regel, dat wie eerst in de vernauwing komt, voorrang heeft. Bijna iedereen ontwijkt de tegenligger, niet door te stoppen, maar door het voetpad op te rijden. Ik wil nu geen victorie kraaien, noch mij gedragen als helderziende maar iemand (?) heeft ervoor gezorgd dat ik het destijds bij het rechte eind had, door één van de haagjes die de slalomhindernissen vormen, plat te rijden. Misschien had de dader wel wat te diep in het glas gekeken, ik weet het niet, misschien heeft een vandaal gewoon de haag platgetrapt, dat kan ook, maar het blijft alleszins een feit dat er geen bord staat bij de afgebeelde platte haag en dat deze hindernis s avonds slecht zichtbaar is.
De meest onlogische, minst toegepaste maar zeer gevaarlijke verkeerssituaties voor fietsers
Het ligt geenszins in mijn bedoeling mij op deze blog het etiket van leermeester in de wegcode op te kleven, noch dat van zedenpreker. Als regelmatig fietser, wijs ik nochtans graag op de gevaren die een fietser bedreigen, zelfs als ik daarmee in herhaling val. Ik heb nu wel niet de bedoeling het volledig reglement voor fietsers hier te bespreken. Ik wilde er slechts een paar bijzondere of eigenaardige punten uit lichten.
De fietsinfrastructuur Laat ons vooraf even overlopen hoe de wegenstructuur bij ons rekening houdt met de fietser: waar moet die rijden, hoe moet die een straat oversteken en welke plaats krijgt hij/ zij toegewezen aan verkeerslichten.
Het fietspad Fietsers en bromfietsers klasse A rijden uiteraard op fietspaden. Ze moeten dat altijd doen als het pad rechts in hun rijrichting ligt. Een fietspad langs de linkerkant van de weg mag niet gevolgd worden, tenzij het een tweerichtingsfietspad is. Een fietspad maakt geen deel uit van de rijbaan en wordt aangegeven door twee evenwijdige witte onderbroken strepen, zoals we hieronder kunnen zien. Autos mogen dus niet op het fietspad rijden, stilstaan of parkeren. Soms is de strook gevormd door de onderbroken strepen ingekleurd voor een betere zichtbaarheid, meestal rood-roze. De kleur heeft echter geen betekenis. Bij ingekleurde fietspaden is het soms zo dat de inkleuring onderbroken is op een kruispunt, maar dit heeft dus geen invloed op de voorrangsregels.
Een fietspad kan ook aangeduid worden met een D7 of D9 bord, die jullie hieronder zien.
> >
Zoals jullie hieronder zien, signaleren wegmarkeringen op de grond een tweerichtingsfietspad.
Zijn er genoeg fietspaden in onze gemeente? Ik heb reeds meermaals mijn beklag gemaakt omdat er te weinig fietspaden zijn in onze gemeente. Het bestuur heeft gewoon geen hart voor de fietsers heb ik onlangs nog geschreven. Waarom? Telkens een weg vernieuwd wordt, vergeet men er ook een fietspad aan toe te voegen. Bedoel ik daarmee dat er in elke straat een fietspad moet voorzien worden? Natuurlijk niet! De overheid moet zich afvragen welke wegen een scheiding tussen autos en fietsen noodzakelijk maken. Waar is het meeste verkeer? Waar rijden veel fietsers, als ontspanning of op weg naar het werk, winkel of school? Laat de totale breedte van de weg het wel toe? Hoe breed moet een weg dan wel zijn? Autos die in beide richtingen rijden, moeten elkaar natuurlijk kunnen kruisen. Vaak blijft er dan nog wel plaats over voor een fietspad als de voetpaden maar niet zo breed waren!! Wegen met enkele richtingverkeer laten meestal ruimte genoeg voor een fietspad. Om een idee te hebben van de huidige toestand in Westende, heb ik eens de inventaris opgemaakt van de Westendse straten die wel een fietspad hebben en van diegene die er geen hebben. Ziehier het resultaat. De gewestwegen N318 (Westendelaan - Lombardsijdelaan - Nieuwpoortlaan) en de N034 (Parklaan - Paul Grossettilaan - Koninklijke Baan) hebben een fietspad. Dat is eveneens het geval voor de volgende Westendse gemeentewegen: Henri Jasparlaan, Essex Scottishlaan, Strandlaan, het stuk Duinenlaan vanaf de Westendelaan naar de Essex Scottishlaan en naar de Henri Jasparlaan. Ik heb niet in detail nagezien in welke andere straten er een fietspad zou kunnen aangelegd worden. Eén van de vele ambtenaren van de gemeeente zou dat misschien eens kunnen doen? Op het eerste gezicht zou ik zeggen dat de Badenlaan, de Langestraat (vanaf de Westendelaan tot aan de Noordstraat) en de Zeelaan alvast in aanmerking komen. Er zijn er zeker nog meer.
De fietssuggestiestrook Soms wordt op de weg een (meestal) gekleurde strook, gelijkend op een fietspad, aangebracht om een plaats voor de fietser op de rijbaan te suggereren en om de automobilist attent te maken op de aanwezigheid van de fietser op de rijbaan. De strook kan ook uitgevoerd zijn in een ander materiaal, zoals hieronder te zien is. Zon strook wordt logischerwijze een fietssuggestiestrook genoemd. De reden waarom er geen fietspad aangelegd wordt in plaats van zon strook, is meestal de te geringe breedte van de weg.
Het fietsopstelvak Het is een zone, aansluitend op een fietspad, afgebakend door twee stopstrepen met een wit fietssymbool. Het duidt de plaats aan die voorbehouden wordt aan de fietsers en bromfietsers klasse A. Automobilisten moeten vóór deze zone stoppen.
Fietsoversteekplaats Een oversteekplaats geeft aan waar je de rijbaan moet oversteken om een fietspad aan de overkant van de straat te bereiken. Ze wordt aangeduid door middel van twee onderbroken strepen gevormd door witte vierkanten of parallellogrammen. Je bent als fietser bij het oversteken verplicht deze oversteekplaats te gebruiken. Je hebt als fietsergeen voorrang op deze wegmarkering. Je moet dus wachten totdat het verkeer is gepasseerd voordat je oversteekt. Dat wordt trouwens aangegeven door haaientanden.
Hieronder zien jullie, links het bord A25 dat een oversteekplaats voor fietsers en tweewielige bromfietsers aankondigt en rechts het bord F50 dat naast de oversteekplaats voor fietsers staat.
Enkele bijzondere of eigenaardige regels voor fietsers Hoewel het naar het schijnt slecht is voor het hart, erger ik me vaak omdat er voor fietsers enkele verkeersregels bestaan die me totaal onlogisch lijken. Misschien kan iemand me er de diepere onder- of achtergrond van verklaren. De eerste wordt duidelijk gemaakt op onderstaande foto. Aan een voetganger die op het punt staat de oversteekplaats voor voetgangers te betreden, moet de autobestuurder voorrang verlenen op plaatsen waar het verkeer niet geregeld wordt door een bevoegd persoon of door verkeerslichten. Dat geldt nochtans niet aan de fietsoversteekplaats. De autobestuurder moet deze weliswaar met matige snelheid naderen teneinde de weggebruikers die er zich op bevinden, niet in gevaar te brengen en ze niet te hinderen wanneer zij het oversteken van de rijbaan met normale snelheid beëindigen.
Stellen jullie zich dus voor dat op de plaats van bovenstaande foto, aan de gemeenteschool van Westende, een voetganger en een fietser klaarstaan om de weg over te steken. Er komt een auto afgereden en de voetganger neemt dood gemodereerd zijn voorrang maar de fietser moet wachten tot de auto voorbij is. Die fietser doet dat wel niet, want enerzijds weten vele fietsers niet dat ze geen voorrang hebben en anderzijds profiteren ze mee van de voetganger. Er zijn trouwens heel wat autobestuurders die teken doen van Doe maar! omdat ze ook niet weten dat de fietser geen voorrang heeft. Ik raad iedereen aan daar niet op in te gaan. Een misverstand gevolgd door een ongeval zijn vlug gebeurd. De schuldige zal dan de fietser zijn, die de regels niet gevolgd heeft. Een goede oplossing voor de fietser bestaat erin te voet via het zebrapad over te steken. Deze regel is dus zeer verwarrend en dus gevaarlijk.
Voorrang van rechts Op een fietspad heeft de fietser voorrang. Als deze wegmarkering doorloopt op een kruispunt waar de normale voorrangsregel van rechts geldt, heb je voorrang op alle bestuurders die van rechts komen.
De groene auto die van rechts komt moet over een FIETSPAD rijden. De bestuurder van de auto moet stoppen en de fietsers en/of bestuurders van bromfietsen die zich op het fietspad bevinden voor laten gaan De fietser die in dezelfde situatie rijdt maar op een fietssuggestiestrook, heeft GEEN voorrang op de groene auto. Als dat allemaal niet verwarrend is!!!
Gezond verstand! Regels kennen is één. Je verkeersvaardig gedragen is nog iets anders. Tracht oogcontact te maken met de andere weggebruiker als je een manoeuvre uitvoert. Neem nooit zomaar blind je voorrang,
Meer info Wie graag de verkeerswetgeving volgt of raadpleegt, kan hiervoor terecht op www.wegcode.be. De wegbeheerder die fietsinfrastructuur met correcte en ondubbelzinnige signalisatie wil aanleggen, volgt de aanbevelingen van het Vademecum voor Fietsvoorzieningen.
Mijn suggestie aan het gemeentebestuur Doe eens een ernstige inspanning op het gebied van fietsinfrastructuur. Staan er borden D7 waar het moet? Wordt de voorgeschreven breedte van de fietspaden gerespecteerd? Voldoen de fietsoversteekplaatsen aan de normen? Maak eens een wegenplan met meer fietspaden om aldus te bewijzen dat jullie wel een hart hebben voor de fietsers.
Het zal even wennen worden Voor iedereen! Natuurlijk in de eerste plaats voor Eddy Clarysse en Monique Landschoot, die op 31 december 2010, na 40 jaar dagbladhandel in de Essex Scottishlaan, gekozen hebben voor een rustiger leven. Zo noemt men immers het pensioen, maar is dat wel terecht? Jullie kennen toch ook de uitspraak Ik heb weinig tijd, want ik ben gepensioneerd! Zij zelf hebben het over stoom afblazen, over eindelijk s morgens eens kunnen uitslapen, over gezellig samen ontbijten, over het is welletjes geweest, over aan alle mooie sprookjes en liedjes komt een einde en over de fakkel overgeven.
Maar zij zullen ook een grote leemte achterlaten voor hun klanten. Natuurlijk zullen wij Monique en Eddy missen achter hun toog als wij en stuk speelgoed, een geschenk, sigaretten, wenskaartjes of één en ander tijdschrift of dagblad willen kopen of met de lotto of met euromillions willen spelen! Persoonlijk heb ik het er bovendien ook moeilijk mee dat alweer twee monumenten uit het Westends handelsleven verdwijnen. Maar natuurlijk is het hen van ganser harte gegund.
Toen begon het allemaal Waar is de tijd dat Marcel Vandebroucke en Winnie Arnoys een souvenirwinkel stichtten in de Essex Scottishlaan? Waar is de tijd dat Willy Roose en Rachel Bloes hun dagbladwinkeltje in de Westendelaan ruilden voor één in de Essex Scottishlaan? Maar toen, in 1970, rukten twee jonge dynamische krachten aan, die nieuw leven in de brouwerij brachten en de zaak van Willy en Rachel overnamen. De jonge Eddy, opgeleid als schrijnwerker, was werkzaam in de bouwsector, maar hij liet de bouw voor wat het was om al zijn krachten te wijden aan een nieuwe toekomst. Een vastberaden Monique, die steeds goed wist/ weet wat ze wil, bouwde de winkel meteen uit. Het was toenmalig burgemeester van Westende en bijna-buur Julien Soetaert die de plechtige opening leidde. We zien hieronder hoe hij het lint doorknipt onder het goedkeurend oog van het jonge paar, terwijl dochter Ann Clarysse het kussentje aanreikt. Het lint wordt gedragen door Filip en Jan Devey, zonen van zus Thérèse Clarysse. (Foto GKM)
Wat brengt een dagbladhandel allemaal mee? De klant vindt het vanzelfsprekend dat zijn krant of tijdschrift elke dag stipt op tijd in de bus gedeponeerd wordt, maar daar gaat heel wat aan vooraf: elke ochtend om 5 uur opstaan, onder hun beidjes kranten en weekbladen sorteren volgens adres en dat bij een stevige kop koffie. En dan trok Eddy de weg op, elke dag maar liefst 25 kilometer fietsen, weer of geen weer, bij regen, storm of sneeuw of ijzel, ook als het geen weer was om een hond door te jagen. De bijna 200 klanten verwachtten immers dat hun dag- en/of weekblad er bij het ontbijt lag. En dat veertig jaar lang! Je moet het maar doen! Vroege vogels noemt men dat dan En ondertussen, vanaf 07u30, hield Monique alleen de drukbeklante winkel open tot Eddy rond 8.30 uur of 9 uur, al naar gelang de weersomstandigheden, terug was van zijn ronde en zijn eega bijsprong. We hebben er dan al zowat vier uur werk opzitten, daar waar de meesten nog moeten starten. Maar ja, je hoort ons niet klagen want het is fijn elke dag tussen de mensen te zijn en hen te kunnen voorzien van hun geliefde lectuur.
De klanten . De krantenverkoop heeft natuurlijk in de loop van die veertig jaar grondige wijzigingen ondergaan. Ook de klant onderging een hele gedaanteverwisseling. Eddy vertelt: Waar vroeger éénzelfde krant van vader op zoon werd verder gezet, kiest men vandaag eerder sporadisch voor de ouderlijke krant. De jeugd heeft het vandaag meer begrepen op magazines en weekbladen. En de dames kiezen resoluut voor de roddelbladen waar het liefdesleven van prinsen en prinsessen en de BVs in het lang en breed uitgesmeerd wordt. Jongeren lezen duidelijk minder kranten en wisselen nogal vaak. Het zaterdagaanbod met de interessante bijlagen bepaalt meestal welke krant men lezen zal. Politieke strekking van een krant als die er nog zijn speelt hier geen rol. De lezer is een flink stuk gemakzuchtiger geworden. Het gebeurt dat we er soms een weekje tussen uit zijn, Dan is er dus geen dagbladronde en dan moeten onze trouwe klanten hun krant elders kopen. Sommige lezen dan eenvoudig een week lang geen gazet. Men is duidelijk op zijn gewoontes gesteld. Wat primeert is het streeknieuws. De verkoop van losse nummers van De Zeewacht en Het Wekelijks Nieuws stijgt naarmate er lokaal nieuws te lezen valt. Dat gaat als een lopend vuurtje. t Staat in De Zeewacht is nog steeds een slogan die het doet als vooral Westende aan bod komt. Jammer dat Het Wekelijks Nieuws niet regelmatig het nieuws voor Westende en Middelkerke meeneemt. Het wordt hier soms kiezen tussen De Zeewacht en Het Wekelijks Nieuws. En Monique voegt daar aan toe: leuk is vooral dat je veel mensen leert kennen. Voor velen is het komen afhalen van hun krant of weekblad de enige uitstap en mogelijkheid voor een praatje. Veel van onze klanten zijn goede vrienden geworden.
Wat betekende sport voor hen? In 1970 richtten zij de volleybalclub Blue White op. Ik herinner me nog goed de tijd dat mijn dochter in de sportzaal van het ter ziele gegaan complex van Zon en Zee goesting kreeg om een balletje op te slaan, onder de strenge leiding van Monique en Eddy. Naast deze zaalsport speelt ook voetbal een dominerende rol in Eddy s leven. Hij is een fervent supporter (en sponsor) van Davo Westende, supporter van SC Lombardsijde en soms zelfs van SV Nieuwpoort. Hij pikte ook elke match op TV mee, als zijn drukke bezigheden het toelieten, natuurlijk. Nu zal niets hem daarvoor nog in de weg staan. Tenzij Monique Fysisch actief is Eddy zijn hele leven gebleven. Die dagelijkse ronde van 25 kilometer zorgde daarvoor. En zo blijft hij vandaag een jonge en fitte 65 er.
En toen viel er een bom in hun omgeving Johan Vande Lanotte liet die op 14 december 2000 vallen. Dertig jaar lang draaide de winkel voor 30 percent op de vakantiegangers die verbleven in het centrum Zon en Zee. En toen werden die vervangen door asielzoekers. Zes honderd extra potentiële klanten werden hen plots ontnomen. Dat zette veel kwaad bloed. Samen met de drie omliggende getroffen handelaars en met al wie zich op de één of andere manier geraakt voelde door die maatregel, verenigden ze zich in een actiecomité om hun geschade belangen te verdedigen. Het duurde lang, regelmatig werd verkregen hoop weer de kop ingeslagen maar uiteindelijk kwam de sluiting van het asielcentrum er toch. Er kwam wel een aparthotel in het hoofdgebouw, maar de grote verwachtingen over de verdere uitbouw blijven nog steeds uit. Monique en Eddy zullen het nu met andere ogen van op een paar honderd meter afstand moeten volgen. De foto hieronder toont hoe de zaak er twintig jaar geleden uitzag. Toen werd het gebouw opgetrokken tot wat het nu is. Door het wegvallen van Zon en Zee worden natuurlijk minder strand- en badartikelen verkocht.
Het verhaal van de gestolen fiets Eddy moest op een morgen vaststellen dat zijn fiets verdwenen was, zijn geliefkoosde werkfiets dan nog!! En dat op klaarlichte dag! En voor zijn eigen deur! Een grap was het niet, de fiets bleef weg, tot op vandaag nooit teruggevonden. Eddy bleef er dan ook weken lang over zagen, maar geraakte tenslotte toch over het verlies heen hé, beweert Monique, die pas heel wat later met het feit kon/ durfde lachen. Eddy moest echter evengoed zijn dagelijkse ronde afleggen. Op een nieuwe fiets, dan maar. Niet direct een ramp, maar wel ongemakkelijk. We zien Eddy op onderstaande foto met zijn beide geliefkoosde.
En wat nu ? Laten we Monique en Eddy zelf aan het woord: We nemen een sabbatjaar dat we gaan invullen met reizen en genieten van elke dag. Wij zullen geen probleem hebben om een totaal ander leven te gaan leiden. We verhuizen naar de overkant van de straat in ons nieuwbouw appartement, hebben dan tijd om het in te richten. Het zal raar doen, maar het feit dat we naast de inrichting van ons appartement ook al oog hebben op de organisatie van een paar leuke reisjes, zal onze zinnen verzetten. We zullen denken we de knop makkelijk kunnen omdraaien. We gaan heus niet elke dag in onze winkel gaan staan om te kijken of alles goed gaat of om een babbeltje te slaan met de klanten. Onze tijd is er voorbij.
De nieuwe uitbaters Dat zijn Sofie en Rudy uit Turnhout, actieve 40-ers uit Turnhout. Hun ouders hebben een flat in Westende-Bad en zo kwamen zo er achter dat er een potentiële koper voor de dagbladwinkel gezocht werd. Na een paar gesprekken kwam het tot een akkoord. Sedert maandag 3 januari 2011 zorgen zij voor de verdere uitbouw van de winkel die Dagbladhandel Clarysse zal blijven. Half november kwamen Sofie en Rudy al wat oefenen om dan de zaak volledig naar hun hand te zetten na de overname van de inventaris, eind 2010. Wij zullen nog gewoon moeten worden aan Sofie en Rudy maar dat komt wel. Ik hoop dat Eddie en Monique hen reeds een mondje West-Vlaams leerden. Zij gaven hen alvast een stevige duw in de rug bij de start en dus zal dat wel lukken. Volgens Monique en Eddy geloven de nieuwkomers er in en dat maakt de vertrekkers blij.
Afscheid in schoonheid Op zaterdag 8 januari 2011 wachtte in de winkel voor alle klanten een hapje en een drankje, aangeboden als toost op de nieuwelingen en als afscheid aan al de vrienden-klanten. Het werd een drukke bedoening met veel volk dat door beide koppels verwend werd.
Monique Landschoot en Eddy Clarysse prijzen op de foto nog een laatste keer De Zeewacht aan en sluiten daarmee, in de eerste plaats voor henzelf maar ook voor talloze Westendenaars en andere klanten, definitief een hoofdstuk van hun leven af. (Foto GKM)
Bron Met dank aan Georges Keters voor het gebruik van drie fotos en aangehaalde teksten Artikel uit De Zeewacht van 4 november 2005 door Georges Keters Artikel in De Zeewacht van 28.10.2010 door Georges Keters.
Als de burgemeester van Middelkerke zich blootgeeft!
Politici schreeuwen moord en brand als hun privéleven (vooral hun misstappen) in de openbaarheid gebracht wordt.
Tenzij het hen goed uitkomt, dan is er plots geen vuiltje meer aan de lucht. Dat is bijvoorbeeld het geval als er verkiezingen in aantocht zijn. Plots moet iedereen weten met wie ze (gelukkig) gehuwd zijn of samenwonen en hoeveel kinderen ze met hun partner op de wereld gezet hebben.
Vele kunnen gewoon niet weerstaan aan de lokroep van de pers. Als ze maar in de belangstelling staan.
Micro zonder zout
Begin september 2005 stelde de Middelkerkse burgemeester Michel Landuyt zich, (na lang aandringen, zegt hij) beschikbaar voorMicro zonder zout, een programma op de regionale zenders WTV en Focus.
Elke week werd een West-Vlaamse burgemeester gevolgd en dat was dagelijks te zien na het weerbericht, gedurende vier à vijf minuten en dat vier avonden per week. Aangezien met iedere burgemeester doorgaans een 10 à 12 uren opgetrokken werd, leverde dat verschillende uren beelden op.
Wat toen niet getoond werd, kunnen jullie nu nog steeds vinden op de blog
Ik kan maar niet begrijpen hoe men zich zo kan/ wil blootgeven en zulke flauwekul kan vertellen aan iemand die beweert journalist te zijn.
Zeven burgemeesters weigerden mee te doen. Volgens de makers omdat ze het programma te licht, te luchtig of gewoon belachelijk vonden, of omdat ze bang waren om af te gaan als een gieter. Anderen deden het wel, maar waren niet op hun gemak. Ze spraken heel gereserveerd en waren uiterst behoedzaam. Maar ze waren te veel politicus om neen te zeggen. Vier keer jezelf laten zien, vier minuten aan een stuk, op WTV en FOCUS, daar zeg je niet zomaar neen tegen. Vooral ook omdat ze merkten dat het programma druk bekeken werd.
Op de vermelde blog, wordt de tekst in dialoogvorm weergegeven, maar ik heb daarvan een doorlopende tekst gemaakt, waarin ik zo getrouw mogelijk de woorden en zinnen uit de dialogen overgenomen heb.
Omdat ik vaststel dat Michel ook graag wat over zichzelf vertelt in andere bronnen, heb ik die informatie dan ook maar in mijn tekst verwerkt. Al wat ik hier schrijf, is dus weinig origineel, want het is allemaal op internet te vinden.
Ik neem ook geen verantwoordelijkheid op voor de gebruikte taal en de zinsconstructies.
Maar, ik laat maar liever Michel zelf aan het woord.
Mijn jeugd Dat zal bij jullie ook wel het geval zijn, zeker, maar ik denk graag terug aan mijn jeugd. Ik vertel er ook graag over, ook al zullen weinige daarin geïnteresseerd zijn. Ik werd geboren in Middelkerke op 8 mei 1959, als zoon en enig kind van Robert Landuyt en Magda Dejonghe. Ik ben dus een stier. Mijn grootvader langs moederszijde was August Dejonghe, broer van Charles die de grootvader was van Carine Dejonghe, schepen van cultuur in onze gemeente, van Marc Dejonghe, brandweercommandant, en van Edwin Van Troostenberghe, bibliothecaris in Middelkerke. Mijn volle nicht Ann is gehuwd met Roland Rommel, die afstamt van Louis Rommel, ook voorvader van Willy Rommel, man van eerste schepen Janna Opstaele. Allemaal familie van elkaar dus! Mijn moeder had een klein sigarettenwinkeltje, mijn vader was taxichauffeur. Op de gemeenteschool in Middelkerke, in het eerste leerjaar, schreef ik met de linkse hand. Maar dat werd me rap afgeleerd. Hoe? Door slagen van de meester met de regel op de knokels! Mijn rechtse politieke strekking stamt uit die tijd. Alhoewel, ik schreef toen wel rechts, maar al de rest bleef ik links doen. Ik was dus een beetje tegendraads en ik begon mij al vragen te stellen over het leven. Ik begon mij ook af te vragen wat ik kon doen om de dingen wat beter te regelen, al was het maar op de speelplaats. Ik weet niet of men mij daarom een haantje de voorste kon noemen, maar ik organiseerde graag. Ik was een leiderstype: clubjes maken, groepjes maken, kampjes maken, bijeenkomsten van kinderen organiseren, samen gaan spelen in de put van Middelkerke, het huidige Epernay-plein. Toen ik zeven, acht jaar was, in de tijd dat de zomers nog beter, ja zelfs veel beter waren, zat ik van s morgens vroeg tot s avonds laat op het strand. Met eten en alles. En bruin dat ik toen was! Pas op mijn negende leerde ik zwemmen. Waarom zo laat? Wel, een zwembad, dat is nu geen grote luxe meer, dat bestaat nu overal, maar vroeger was dat het geval niet. Ik herinner mij nog als wij gingen gaan zwemmen met school, dan was dat in feite dat we onder de douche gingen.En de leraar toonde hoe dat we moesten leren zwemmen onder de douche.Echt waar.Dat is verleden tijd, maar vroeger was dat dus zo.Er was dus geen zwembad. Er was de zee, natuurlijk. En ik heb leren zwemmen in de zee. Ik ben ook niet echt een atletisch type, moet ik eerlijk zeggen. Ik werd ook groepsleider bij de scouts. In Middelkerke bestond er in mijn jeugd, grote rivaliteit tussen twee benden, die van de dijk en die van rond de kerk. Aan beide zijden zaten er die tot het schorremorrie van Middelkerke behoorden, maar ook leden van de upperclass. Omdat ik op de Leopoldlaan woonde, behoorde ik tot de dijk-bende. Elke bende maakte een kamp in de duinen en iedere woensdag was er een gevecht, een soort minioorlog waarbij wij meestal aan het kortste eind trokken. Waarom er gevochten werd? De kinderen van rond de kerk, wat wij het blok noemden, wilden op de dijk komen spelen, maar dat was ons territorium. Dat konden wij natuurlijk niet dulden en dus zat het er bovenarms op. Tijdens de vakanties oefende ik een job uit: ik heb altijd billenkarren verhuurd.Mijn nonkel was eigenlijk een billenkarrenverhuurder, en ik heb van mijn veertien altijd hetzelfde gedaan: billenkarren verhuurd en fietsen verhuurd.Geholpen met alles buiten en binnen te zetten s avonds, en allemaal.Ik verdiende toen drieduizend frank per maand. De eerste keer dat ik 3000 frank kreeg, voor mij was dat een berg geld hé. Na een zware storm gingen wij altijd dan gaan zoeken achter geld op het strand. En achter leeggoed.Colaflesjes en zo.En dat konden wij dan inwisselen, voor een halve frank of zo, en dan was onze dag goed, want we konden, met een paar colaflesjes konden we een crèmetje eten.Nostalgie.Hé.Ze doen dat nu niet meer hé.Ze gaan nu een grote crème gaan eten van honderd frank. De tijden zijn veranderd hé. Ik had het al over de put van Middelkerke: die was legendarisch. Omdat hij een beetje verloederd was (omdat wij er te veel in speelden?) werd het plein later in het nieuw gestoken. Wij hebben er ook veel beleefd. Toen we wat ouder waren, hebben we er grote optredens meegemaakt. In de jaren 70-80 was er een verschijnsel van catchen, een soort boksmatchen, dat was dus, dat noemde dus de catch. Ja, dat was worstelen, hé. Dat waren topavonden, hé voor mij, ik moest daar bij zijn hé.Ik was daar gek van hé, van zulke spektakels. Dat is ook allemaal verdwenen tegenwoordig, meestal vervangen door muziekspektakels.
Toen werd ik volwassen Na mijn humaniora in het Koninklijk Atheneum van Oostende, economische afdeling, tot 1977, vatte ik mijn universitaire studies in de rechten aan in de VUB. Ik was een behoorlijk student en zo werd ik advocaat in 1982 aan de balie van Brugge. Waarom ik die richting koos? Omdat ik totaal geen jota begrijp van alles wat te maken heeft met wiskunde, fysica, biologie, scheikunde, techniek, enzovoort.Ik was daar altijd voor gebuisd trouwens.Het enige dat ik eigenlijk kan is iets vlug assimileren en het uitleggen, maar voor de rest, vraag aan mij Ik ben gehuwd met Rita Ramoudt. Zij is burgerlijk ingenieur en als dusdanig medewerker op het architectenkantoor van Ronny Van Troostenberghe, baas van A+RO+MI. Samen met Dierckx Invest BVBA uit Oud- Turnhout richtte zij deLARAMI INVEST BVBA op. Zij is beherend vennoot in de gewone commanditaire vennootschap Immo Landuyt-Ramoudt Middelkerke (LARA+MI). Ik ben daarin de stille vennoot. Ik heb twee kinderen, Stijn en Griet. Ik heb echt bewust gekozen voor kinderen.Omdat ik graag kinderen zie.En het is goed uitgevallen: een jongen en een meisje.
Toen werd ik politicus
Het eerste jaar nadat ik afgestudeerd was, werd mij gevraagd of ik soms niet geïnteresseerd was in de politiek. De betreurde Willy Declerck, de liberale voorman destijds, dacht dat het misschien iets voor mij kon zijn. Het eerste contact is mij bevallen en ik zit er nu nog steeds in.
Ik ben eerst een aantal jaren actief geweest in het bestuur van de toenmalige PVV, gemeentelijk en kantonnaal, vooraleer ik mij kandidaat stelde voor de gemeenteraad.
In 1989 ben ik dan verkozen en dat hoewel ik als voorlaatste op de kieslijst stond.
Dat is eigenlijk een onverkiesbare plaats maar ik gebruik dat nog altijd als argument naar nieuwelingen in de politiek. Iedereen wil een plaats in de top vijf van een lijst, maar van op elke plaats kun je verkozen worden. Het ging inderdaad allemaal erg snel voor me. Na het overlijden van Willy Declerck werd ik, tegen heug en meug, in 1992 fractieleider.
Ik kijk toch met gemengde gevoelens terug op die tijd. Je kan weliswaar alles zeggen en kritiek geven, maar je kan vanuit de oppositie weinig realiseren.
En toen werd ik burgemeester
Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 9 oktober 1994. stond ik als tweede op de lijst, achter Raoul Bouve. Ik haalde weliswaar meer naamstemmen dan mijn lijsttrekker, maar door de lijststemmen bleef ik toch tweede. De VLD haalde toen 8 zetels, tegen 6 voor de CVP, 5 voor de SP-OVB en 6 voor de SVHV.
Wij konden dus, cijfermatig, met elke partij een meerderheid vormen.
Op 5 april 1995 werden de verkiezingen nietig verklaard, zodat we op 30 april 1995 opnieuw naar de stembus moesten. Deze keer trok ik de lijst van mijn partij en we behaalden 9 zetels tegenover 7 voor de SVHV, 5 voor de CVP, 3 voor de SP en 1 voor SAMEN van Vermander. De SVHV, CVP en SAMEN (op de wip) vormden een meerderheid waardoor wij van het bestuur uitgesloten werden en ik dus geen burgemeester werd. Maar uitgesteld is niet verloren. In 2001 werd ik het dan wel.
De verkiezingsoverwinning was fantastisch, maar al gauw kwam inderdaad een koude douche. Ik kwam uit de oppositie en moest meteen de teugels in handen nemen. Ik had geen ervaring als schepen en vooral het eerste jaar is daardoor een leerschool geweest. We lieten ons toen helemaal leiden door de gemeentelijke administratie met lange vergaderingen en vooral veel plannen. Inmiddels heb ik begrepen dat je beter vooraf keuzes maakt en prioriteiten stelt.
Het beroep van burgemeester is, net zoals advocaat, op mijn lijf geschreven maar als ik moet kiezen dan zou ik daar geen moment over twijfelen: het zou burgemeester zijn.
Het is enorm verrijkend om burgemeester te zijn, zeker van een kustgemeente.
Als ge mij vraagt of ik dat zou willen doorgeven aan mijn kinderen, dan vind ik dat eigenlijk niet echt aangewezen.Ik vind dat het geen automatisme mag zijn dat als de vader burgemeester is dat de kinderen dat ook worden.Integendeel, ik ga daar eigenlijk niet mee akkoord.
Ze mogen dat zelf ze mogen dat worden als ze dat zelf verdienen.Maar ik zal dat dus nooit doorgeven.
Als burgemeester word je alle dagen geconfronteerd met andere toestanden, met nieuwe uitdagingen. Middelkerke is een tamelijk complexe gemeente: landbouwgemeenten in het hinterland, dan de toeristische gemeenten, dus om dat allemaal te combineren en op elke vraag een juist antwoord te geven, en iedereen een klein beetje tevreden te stellen, dat is een ganse opgave.
Negen deelgemeenten is wel veel.
Er zijn al pogingen geweest om een gedeelte van Middelkerke te annexeren, maar wij gaan ons daar met hand en tand tegen verzetten, als het zich nog eens voordoet. Ze zullen van ver moeten komen.
Op 1 december 2009 publiceerde Het Nieuwsblad het Rapport van de burgemeester. Ik sloeg daarmee geen goed figuur en werd net niet gebuisd (5,9 op 10)
De mensen zien mij blijkbaar vooral als een burgervader (6,3 op 10), en daar kan ik inkomen. Ik ben weliswaar geen caféganger, maar ik heb een goede voeling met de bevolking. Het valt mij trouwens op dat veel mensen heel vlug en rechtstreeks bij mij terecht komen met hun vragen. Soms is luisteren naar hun probleem zelfs nog belangrijker dan het oplossen ervan. Wat het netwerken (4,9 op 10) betreft: ik heb er destijds bewust voor gekozen om mij te beperken tot gemeentepolitiek, maar we slagen er toch in om heel wat subsidies voor grote projecten naar Middelkerke te krijgen. Men ziet in mij ook geen bemiddelaar (4,7 op 10).
Sinds jaren zijn er in de zomer iedere zondag aperitiefconcerten in Middelkerke. Daar ga ik telkens naartoe, dat is een ideale gelegenheid om eens met de mensen te kunnen spreken en een keer het één en het ander op te vangen in een ongedwongen sfeer.Dus, zeer interessante formule. En ook een zeer succesrijke.De mensen appreciëren dat enorm dat er in hun deelgemeente iets te doen is.
Sedert 2007 ben ik ook voorzitter van de gemeenteraad en in die functie probeer ik zo neutraal mogelijk te zijn en het evenwicht te behouden. Er is wel een duidelijke evolutie in het functioneren van de gemeenteraad. Men wil de burger zoveel mogelijk laten participeren, maar ik ben niet overtuigd dat de democratie moet blijven evolueren naar meer participatie. Het vragenkwartiertje is daar een voorbeeld van. Het idee is niet slecht, maar vaak wordt het toch gebruikt om vooral de ik-problemen van burgers aan te kaarten. Ik vind ook dat gemeenteraadsleden best wel wat meer moeite mogen doen in de voorbereiding van de gemeenteraad. Hun vragen laten soms te wensen over en getuigen dat ze het dossier niet gelezen hebben. De begrotingsbesprekingen tonen ook aan dat er vroeger betere interventies waren.
Mijn ontgoochelingen?
Mijn eerste burgemeesterschap in 2001 kende een valse start. Ik werd al onmiddellijk geconfronteerd met een asielcentrum in Zon en Zee. Ik maakte toen, volgens een groot aantal Westendenaars, een totaal verkeerde inschatting. Ik heb er echter geen spijt van. Mocht het te herdoen zijn, dan zou ik net op dezelfde manier handelen.
De ijspiste, die destijds in het centrum geïnstalleerd werd, leverde me wel een wrange nasmaak op. Ik werd er namelijk van beticht notulen van het schepencollege vervalst te hebben om alzo een leverancier bevoordeeld te hebben. Daarvoor werd ik in eerste aanleg zwaar veroordeeld. Gelukkig waren daarvan onvoldoende bewijzen voorhanden, zodat ik vrijgesproken werd in beroep en in cassatie.
Enkele van mijn vooruitstrevende ideeën liepen op een sisser uit.
Ik vind het nog altijd jammer dat de gemeenteraad de VLD niet is willen volgen om, naar mijn groot voorbeeld Bredene, ter hoogte van de voormalige camping Cosmos, een naaktstrand toe te laten. Dat is een gemiste kans voor het toerisme. De tijd was niet rijp en ik leg me neer bij de meerderheid. Ook een jongensdroom, een pier in Middelkerke, kon ik (nog) niet in vervulling laten gaan.
De Bestendige Deputatie van de provincie was de idee niet genegen. Een pier zorgt er nochtans voor dat het rechtstreekse contact tussen de zee en de dijk niet verloren gaat. Ook de natuur zou ermee gediend zijn en het zou tevens een meerwaarde betekenen op ecologisch vlak.
Ik ben ook nog advocaat
Ik ben in feite ook een soort middenstander, als ge dat zo kunt noemen, vrij beroep, advocaat, dat is in feite ook een middenstander, moet ook met de mensen werken, veel luisteren naar de mensen, in feite juist hetzelfde als in een winkel.Ge moet dus de mensen in vertrouwen nemen.En automatisch komen de verhalen dan boven.En dat is eigenlijk de beste stof, de beste materie als advocaat om dan te gebruiken voor de rechtbank.Gewoon vertellen hoe dat het in mekaar zit, op een eenvoudige manier, op een menselijke manier.En dat lukt meestal het best. Advocatentaal is misschien meestal wel hoogdravend en onbegrijpelijk, maar je hebt dus rechtbanken en rechtbanken natuurlijk hé.De vredegerechten en zo.Daar kun je nog op een eenvoudige manier je zaak uitleggen in feite.Het komt er op neer om in korte maar goeie bewoordingen te zeggen waarover dat het gaat op een menselijke manier.En dat is nog altijd de beste methode, in mijn ogen. Ge moet natuurlijk altijd dossiers goed voorbereiden hé, en altijd de dossiers kennen.
Als advocaat werk ik in het advocatenkantoor Boutens-Landuyt met kantoren in Oostende en in Middelkerke, dat geleid wordt door Philippe Boutens, gemeenteraadslid voor de VLD in Oostende.
Ik kon mijn advocatenpraktijk in een associatie reorganiseren en hou me nu bijna voltijds bezig met Middelkerke.
Mijn hobbies
Ik houd van de zee! Ik mis die al zodra ik met vakantie vertrek.Als ik op reis geweest ben, het eerste wat ik doe, is een keer gaan kijken naar de dijk, of dat de zee er nog altijd ligt. De zee, dat is toch, dat heeft toch iets speciaals. Vooral s winters dan, wandelen langs de vloedlijn, de eblijn, dat is machtig.
Ik ben vooral een wereldburger. een fervent reiziger en ik heb een brede interesse in vreemde culturen. In de zomer van 2009 trok ik naar Roemenië, Tsjechië en de Noorse fjorden. In die geest verbleef er trouwens ooit een volledig schooljaar een Braziliaanse gaststudente bij ons thuis. Na al die reizen in binnen- en buitenland trof mij bij mijn terugkeer echter telkens de schoonheid van mijn kustdorp. De ongerepte pracht van ons zandstrand en ook het speciale licht dat ook zoveel kunstenaars inspireerde is iets dat je alleen hier vindt. Mijn andere hobbys zijn politiek, Franse wijnen en tuinieren. Ja, ik pruts graag in mijn tuin.
Ik mijn schaarse vrije tijd pik ik graag een optreden mee van een stand up comedian.Elk jaar neem ik ook met volle teugen deel aan het champagneweekend in Middelkerke.
Ik eet ook graag, vooral dan niertjes in de mosterdsaus, andouillettes de Troyes, gegrilde gerechten of Italiaanse specialiteiten, overgoten met Chablis of met een rode Bourgogne.
Ik drink ook graag een Picon, vooral die van Schore, want die is zeer lekker, maar straf.
Ik heb vroeger gerookt, maar ik heb dat afgeleerd.Ik moet eerlijk zeggen: ik stak dus de ene sigaar aan met de andere.Van s morgens tot s avonds.Dus iemand die in mijn bureau kwam, dat was gelijk in de mist. Gelukkig ben ik daar van af.Ik heb een keer op een nieuwjaar gezegd: kijk voilà, we gaan daar mee stoppen, en dan gewed met iemand en dat is gelukt.Ik ben er op die manier van af geraakt. Gelukkig, want Wedden en beginnen met nieuwjaar!Dat is een ideaal moment. Ge moet zo een datum uitkiezen dat je zegt: voilà, dat is de startdatum, en dan lukt dat
Iedere zomer ga ik een paar keer de zee in. Jajaja. Er zijn mensen die daar vies van zijn en zo.Ik ben daar dus niet vies van. Voor mij is dat een totaal moment van ontspanning.Eerst een keer een goeie fietstocht in het hinterland, goed zweten, goed warm, en dan het sop in, perfect.
Vanaf dat er nog maar iets mis is met dat zeewater, wordt er nu grote paniek gemaakt en zo.Ik heb daar mijn twijfels over, eerlijk gezegd.Moesten we in Turkije en zo eens de metingen doen, waar dat iedereen in de zee gaat, euh ik denk dat dat een klein beetje overdreven is.Uiteindelijk, niet iedereen die gaat zwemmen, gaat ook van dat zeewater gaan drinken hé.Allez, het is maar pootje baden hé, voor de meeste mensen.
Plassen ja, iedereen moet dat wel een keer doen hé.En ik moet eerlijk toegeven: als kleine jongen heb ik dat ook nog een keer gedaan.Dat hoort erbij hé, een keer de broek afsteken in de zee.Waarom niet? Als kleine jongen hé.
Ik kan genieten van rustige muziek, maar helemaal niet van de muziek van vandaag.
Toen mijn dochter zestien jaar jong was, vond ze mijn kledingsstijl ouderwets.
Ze zag die liever een beetje trendy, bijvoorbeeld niet altijd het hemd in de broek en geen witte sokken in sandalen.
Ja, ik ben er ook een beetje fier op dat ik een beetje ouderwets ben.Dat mag wel een keer nu en dan.
In augustus 2009 heb ik een boek uitgegeven: Middelkerke, op de grens van Vlaanderen en de Noordzee.Het is geen historisch werk, maar een originele kijk op het Middelkerke van de laatste jaren. De meeste boeken over Middelkerke handelen over het verleden. Ik vond dat het dan ook hoog tijd was voor een actueel tijdsbeeld. Als burgemeester was ik een bevoorrecht getuige van de intrede van mijn gemeente in het derde millennium. In de loop der jaren heb ik daarover een zeer groot fotoarchief verzameld. Ik wens dan ook het publiek daarvan te laten meegenieten.
Tenslotte moet ik nog zeggen dat ik ook actief ben in de toneelvereniging.
Tijd maken voor het gezin Natuurlijk heb ik als burgemeester en tevens advocaat te weinig tijd voor mijn gezin. Ik denk echter dat het niet de hoeveelheid tijd is die je moet vrijmaken Kwaliteit!De kwaliteit van de tijd dat je besteedt aan je kinderen. De intensiteit, dat is van groot belang. Het is soms niet nodig om veel te zeggen als ge thuis zijt of aan tafel zijt.Het feit dat je er zijt, dat men voelt dat ge er zijt, dat je thuiskomt, dat is van groot belang, vind ik.Ook voor mezelf.Het is niet altijd nodig om ellenlange discussies en woordenwisselingen te voeren.Het feit dat je er gewoon zijt, dat is al van groot belang. Ik probeer, als ik er ben, ook echt aanwezig te zijn, maar ja, dat is niet simpel. Wij proberen toch om drie keren daags samen te eten, minstens. Mijn familie gunt het mij ook wel dat ik zo vaak weg ben.
Bronnen Micro zonder zout 06.09.05 http://microzonderzout.skynetblogs.be/index-1.html Persoonlijke website van Michel Landuyt Den Athenee jun-jul-aug 2009 Artikel in De Standaard van 03.08.2004 van Annelies Loosfeldt Artikel in Het Nieuwsblad van 31.01.09 'Van oppositieleider naar burgemeester was moeilijkste stap'
Zopas las ik in Het Nieuwsblad dat schepen Lode Maesen van het Progressief Kartel besprekingen heeft aangeknoopt met het NV-A met het oog op een overstap. Reden genoeg dus om daarover enkele vragen te stellen en enkele bedenkingen te formuleren.
Klopt het eigenlijk wel dat hij gaat overstappen naar NV-A? Ik vroeg het hem zelf. Ziehier zijn antwoord: Eerst en vooral vind ik het spijtig dat het nieuws voortijdig uitgelekt is. De tijd was daarvoor nog niet rijp. Blijkbaar had iemand aan tafel andere bedoelingen om dit te lekken. De NV-A is ook niet de enige partij die in mij geïnteresseerd is. Er waren er meerdere die eens wilden praten of een verkennend gesprek voeren over politiek, over mijn politieke toekomst, over mijn idealisme. Achter mij staat trouwens nog een groep gemotiveerde mensen, die ook de politieke interesse van anderen opwekken. Wij stonden bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen met 6 SLPers op de lijst van het Progressief Kartel. Hieronder zien jullie daarvan een groepsfoto.
Van links naar rechts Ann Vandekerckhove, Jan Gebbert, Wim Dewulf, Doris Ducheyne, Lode Maesen, Geert Lambert, Stijn Desplenter.
Vooruitzien is regeren Dat is inderdaad een bekende uitspraak in politieke middens. Natuurlijk weten de lezers van deze blog ook dat we in 2012 alweer naar de stembus moeten/ mogen om een nieuwe gemeenteraad te kiezen. Wie succesvol en vernieuwend leiding wil geven, moet naar de toekomst durven kijken. De kunst bestaat erin zijn kanonnen vroeg genoeg in stelling te brengen om tijdig te kunnen reageren als de vijand aanvalt. Van een andere wijze man hebben wij geleerd dat men het ijzer moet smeden als het heet is.
De NV-A is vandaag een partij die in de gunst staat van de kiezer Het ijzer is hier de grote populariteit van de partij op dit ogenblik, het smeden betekent dat sommige uiteraard geneigd (zullen) zijn om zich op die gunstige stroom te laten meevoeren. Of kan/mag men dat misschien ook opportunisme noemen? De partij wil in 2013 2018 natuurlijk overal vertegenwoordigd zijn in de gemeenteraden en het is dus niet meer dan normaal dat gezocht wordt naar valabele kandidaten om die droom of dat plan, (wie zal het zeggen ?) waar te maken.
Wie is Lode Maesen? Ik laat hem zichzelf voorstellen. Op 19 juli 1972 werd ik geboren als zoon van Herman Maesen, een echte Westendenaar die op 14 september 2010 overleed, en van Irène Deschieter. Ik ben de jongste telg van zes kinderen en stam uit een flamingant nest. Ik woon samen met Ann Pille, hoofd van het IBO (Initiatief Buitenschoolse Opvang) aan de gemeente Middelkerke. Wij hebben twee dochters, Lise 16 en Kato 10. Jarenlang was ik actief bij Chiro Ter Streep Westende. Als voorzitter van de jeugdraad was ik mee de stuwende kracht achter de oprichting van het jeugdhuis De Paravang. Ik nam jarenlang actief deel aan diverse besturen van de Volksunie en na de splitsing bij Spirit . Diezelfde verantwoordelijkheid neem ik nog op in tal van verenigingen. Als schepen heb ik volgende bevoegdheden: jeugd en senioren, preventie en straathoekwerk, toegankelijkheidsbeleid en sociale zaken, ontwikkelingssamenwerking en markten en foren. Volgens mij is Lode inderdaad een valabele kandidaat die niet zou misstaan op veel lijsten. Hij is een idealist, initiatiefrijk, sociaal geëngageerd en niet bang om de handen uit de mouwen te steken. Nu zijn eigen partij opgehouden heeft te bestaan, kan ik maar al te best verstaan dat hij loslopend wild geworden is.
Aan politiek doen in het spoor van Geert Lambert Lode heeft in de voorbije jaren de politieke lijnen, uitgezet door Geert Lambert, uit Oostende, gevolgd. Lambert startte zijn loopbaan in de Volksunie in 1991. Die partij viel in 2001 uiteen, wegens onenigheid over het al dan niet goedkeuren van het Lambermontakkoord over de verdere staatshervorming. Enerzijds waren er Bert Anciaux en Els Van Weert, die samen met Geert Lambert de links-liberale partij Spirit (Sociaal, Progressief, Internationaal, Regionalistisch, Integraal-democratisch en Toekomstgericht) oprichtten. Anderzijds was er Geert Bourgeois die een nieuwe partij stichtte, de N-VA of Nieuw-Vlaamse Alliantie. Na een referendum mocht de NV-A zich de erfgenaam van de Volksunie noemen, zonder echter de naam te mogen overnemen. Spirit werd later nog omgedoopt tot Vlaams Progressieven en nog later tot SLP of Sociaal-Liberale Partij. Dat werd geen succesverhaal. Het vervolg al evenmin want Lambert stapte over naar Groen, stond daar tweede op de senaatslijst in 2010 maar werd niet verkozen.
Welke principes huldigt Lode? Welke idealen koestert hij? Ik neem redelijkerwijze aan dat Lode Maesen, als gewezen parlementair medewerker van en propagandist voor spirit-voorzitter Geert Lambert, ook steeds een aanhanger geweest is van diens ideologische opvattingen. Ziehier wat hij daar zelf over zegt of enkele jaren geleden (in 2007) gezegd heeft. Misschien denkt hij daar nu wel anders over. Ik blijf trouw aan mijn idealen, namelijk een sociaal en progressief Vlaanderen. Dat beschouw ik trouwens als de enige constante in mijn leven. Ik blijf ijveren voor een Vlaanderen met veel bevoegdheden maar ik ijver niet voor de onafhankelijkheid. Ik wil een Europa van regios waardoor België sowieso verdwijnt. Ik heb geen Belgisch gevoel, nog nooit gehad en ik zal het nooit krijgen. Maar ik steek geen energie in een conflict. Ik ben Vlaming en dan Europeaan. België komt bij mij niet op. Verder wil ik mensen overtuigen van de rijkdom van diversiteit in onze samenleving. Ik streef naar gelijke kansen voor iedereen, voor vrijheid maar ook voor verantwoordelijkheid. Ik doe niet aan politiek voor de postjes anders was ik al lang ingegaan op voorstellen van veel grotere partijen dan spirit. Ik ben een republikein. Het koningshuis is nog altijd ondemocratisch en familieleden ervan vertoeven regelmatig in de schandaalsfeer. Zonder te spreken van de schandalen in Kongo. De koning heef trouwens altijd al gekozen voor de katholieken en voor de Franstalige en dat vanaf 1830. Verder vind ik dat stilstaan eigenlijk achteruitgaan betekent. Ik kijk naar de wereld en naar de nieuwe evoluties. Alleen op die manier blijf je, volgens mij, wakker en blijf je voeling hebben met de samenleving.
Lode in de gemeentelijke politiek als aanhanger van de SVHV Hij was in 1993 medeoprichter van de Volksuniejongeren Groot-Middelkerke (VUJO). De Volksunie was hier als partij ook wel actief. Maesen behoorde daarin tot de linkervleugel, in het zog van Oostendenaar Jaak Vandemeulebroucke, die later koos voor het NV-A. Eigenlijk kon Lode zijn partijpolitieke voorkeur niet voluit demonstreren. De Volksunie nam namelijk niet deel aan de verkiezingen onder die naam maar wel als SVHV (Stem van het Volk). Waarom? Was niet iedereen misschien Vlaamsgezind genoeg? Feit is dat die partij in Middelkerke jaren ongenaakbaar was. Met als achtereenvolgende leiders André Inghelram (1971-1982+), Julien Desseyn (1983 - 1988) en Frank Verlinde (1989-2000) leverde ze 30 jaar de burgemeester waarvan 23 in de fusiegemeente. Ze behaalde nooit de absolute meerderheid maar was toch zeer succesvol in het aantal zetels. (8 in 1982, 10 in 1988). In 1995, na de herverkiezingen behaalde ze nog slechts 7 zetels maar door een overeenkomst met CVP en SAMEN (op de wip) bleven ze toch aan de macht, tot ze in 2000 de klop van de hamer kregen en terugvielen naar 4 zetels. Net in die verkiezingen stond Lode Maesen voor de eerste keer op de lijst, als negende. Hij werd wel zevende in de ranglijst van de behaalde stemmen, maar dat volstond deze keer dus niet meer.
Kiezen tussen Spirit en NV-A In 2001 moest hij kiezen tussen Spirit en NV-A. De SVHV in Middelkerke werd alsmaar onbelangrijker omdat Frank Verlinde fel ontgoocheld was over zijn verkiezingsresultaat en zijn partij in de steek liet. Was hij ook niet eerder liberaal dan Vlaamsgezind? Toen Verlinde dan definitief afhaakte, werd Lode dan toch gemeenteraadslid. Zijn partijgenoten konden maar geen keuze maken. Lode werd dus politiek dakloos (zijn eigen woorden). Ging het over een verscheurende keuze voor hem? Ik neem aan van niet, gezien zijn voorkeur voor links, die we ook vermoeden bij Anciaux, Lambert en Van Weert. Het volstaat, volgens mij, daarvoor te vermelden dat Anciaux nu socialist is en dat Lambert later de sociaal- liberale partij (SLP) oprichtte, ook wel eens links-liberalen of progressieve liberalen genoemd. Spirit nam in 2003 ook met zeer groot succes deel aan de federale verkiezingen in een kartel met de socialisten (met stemmentrekker Stevaert). Lode koos voor Spirit en niet voor NV-A. Was dat misschien omdat Bourgeois eerder tot het rechtse kamp behoort? De volledige NV-A zou ik toch minimum een centrum-rechtse partij noemen.
Gemeenteraadsverkiezingen in 2006 In 2006 kwamen er dus weer verkiezingen aan. Lode streed toen nog onder de SPIRIT vlag. Een valabele lijst opstellen voor die partij zou niet eenvoudig geweest zijn en zou hem weinig kansen op succes geboden hebben. Dan maar gegrepen naar de kartelformule. Met wie anders dan met de socialisten van Geert Verdonck, hoewel die wel onthoofd waren door het wegvallen van de familie Desseyn. Om het linkse kamp volledig te maken, werden de groenen er ook maar bij genomen, de partij die ooit beweerde geen kartels te willen/ mogen sluiten maar die deze keer een kans zag om de eerste verkozene ooit in Middelkerke een mandaat te zien bekleden. De drie samen noemden zich het progressief kartel. Die oplossing vond Lode de beste garantie voor de toekomst van Middelkerke. Hij vindt ook dat de drie partijen veel gemeen hebben want dat een kartel anders niet werkbaar is. Hij kreeg de verkiesbare tweede plaats. De kartelformule heeft blijkbaar niet gewerkt op het gebied van het aantal stemmen, want de partij behaalde slechts twee zetels, maar de groene Erika Blomme kreeg een zitje in de OCMW raad. Om de meerderheid in de gemeenteraad te behalen had de VLD met zijn 12 zetels op 25 niet genoeg en dus waren ze verplicht een coalitie aan te gaan. Maar met wie? Met de CD&V? In de vorige legislatuur was hen dat zuur opgebroken! Met het Vlaams Belang mocht niet wegens het cordon sanitaire, dus kiezen dan maar voor de onnatuurlijke coalitie met de progressieve partij, die logischerwijze standpunten zou moeten verdedigen die tegengesteld zijn aan de blauwe.
Waarom deed Lode daar eigenlijk aan mee? Ziehier wat hij daar in 2007 over zei: Waarom ik meeheul met de VLD? Om hen misschien te overtuigen het enigszins anders te doen. Natuurlijk moet ik wel toegeven dat de kiezer het niet echt anders wil. Temeer besef ik ook dat je vanuit de oppositie echt niets kan doen, behalve ambetant zijn en je negatief gedragen en dat ligt niet in mijn aard.
Hoe is de verstandhouding binnen het kartel? Ik voel mij goed in het kartel. Elk doet zn ding in volle respect voor de ander. Ik krijg steun van sp-a wanneer ik ijver voor het zingen van de Vlaamse Leeuw op 11 juli in Middelkerke of wanneer ik eis dat de burgemeester op 11 juli zelf nog initiatief neemt om de gemeente te bevlaggen met leeuwenvlaggen in plaats van Tour de France - vlaggen,
En de hogere politiek? Lode stond als eerste opvolger van Geert Lambert op de lijst SLP voor de verkiezingen van de Vlaamse raad in 2009 en haalde als dusdanig 722 voorkeurstemmen, een degelijk resultaat in een partij die slechts 1,09 % van de stemmen haalde en die er dus niet in slaagde een mandaat binnen te halen.
Waarom hij Geert Lambert niet volgde naar Groen? Ik maakte na de stopzetting van SPIRIT/SLP niet de keuze voor Groen!. Ik koos ervoor om eerst voor mezelf uit te maken wat mijn toekomst kon zijn en ondertussen van op afstand de nationale politiek te volgen. Ik was dus toch geen socialist zoals sommigen dachten en ook geen groene. Neen, ik koos voor mijn sociaal Vlaams engagement. Dat betekende echter geen breuk met Geert Lambert, die ik nog steeds als een goeie vriend beschouw. Ik zie daarin het bewijs dat aan politiek doen met visie en idealisme dan toch geen vijanden oplevert. Of misschien toch wel... de tegenstanders.
Waarom nu wel de NV-A? Gezien mijn verleden kan die partij op mijn sympathie rekenen. Zeker door de manier waarop ze momenteel trouw blijven aan hun idealen, die deels de mijne zijn. Het zal er natuurlijk op aankomen of ze dat ook zullen blijven doen, met andere woorden of de zo gezegde compromissen die men in de politiek moet sluiten, geen afbreuk zullen doen aan die mooie principes.
Hoe is progressief te verzoenen met NV-A? We weten allemaal dat conservatisme en progressief denken, volgens de definities in woordenboeken, tegengestelde begrippen zijn. In de werkelijkheid schijnt dat anders te zijn. Het eerste betekent behoudsgezind, het tweede 'geavanceerd, links, radicaal, vooruitstrevend', de samenleving op een vernieuwende manier willen verbeteren. Politici zijn zeer inventief als ze hun denkwijze uiteenzetten en ze voegen daarom bijwoorden toe aan conservatief en progressief. Bart De Wever beweert conservatief te zijn. Hij ergert zich aan de vervuiling van het begrip. Op 16 mei 2009 verklaart hij aan Het Nieuwsblad. Ik betreur dat iedereen hip progressief wil zijn. Conservatief is tegenwoordig een scheldwoord. Ik ben niet tegen emancipatie, moderne kunst of vreemdelingen. Ik ben mensvriendelijk conservatief. Ik geloof namelijk niet in het individualisme, in de vrijheid -blijheidfilosofie, maar in gemeenschapsvorming. Het progressieve denken op ethisch en economisch vlak heeft ons veel miserie opgeleverd. Er zijn nog nooit zoveel depressies, zelfmoorden, vulgariteiten en seksuele immoraliteiten in de samenleving geweest, en de gevolgen van de liberale hebzucht kennen we ondertussen. Sorry, maar we zijn aan een correctie toe. Die correctie is inderdaad een pak conservatisme aan de dag leggen door de huidige waarden en de normen tegen het licht te houden en opnieuw verbanden te leggen tussen mensen. Het sociale weefsel is weg. Op zijn blog beweert NV-A volksvertegenwoordiger Paul Dedecker dat hij denkt (ethisch gezien!) in het progressieve kamp thuis te horen. Adoptierecht door holebis lijkt hem vanzelfsprekend, terwijl het zelfbeschikkingsrecht over het eigen leven hem een grondrecht lijkt, ook voor minderjarigen en dementerende. In verband met abortus vindt hij dat de wetenschap moet uitmaken vanaf wanneer het om een gezond en levensvatbaar kind gaat, of om een onvolgroeide vrucht, en daar desgewenst een zekere marge bij te nemen. De vraag is hoever dat allemaal kan en mag gaan.
Besluit Je kunt dus ethisch progressief, Vlaams progressief, economisch progressief maar ook economisch en mensvriendelijk conservatief zijn. De vakbond ABVV roept op om een progressief front te vormen tegen het NV-A. Kunnen jullie nog volgen? Het is allemaal natuurlijk heel complex en niet te vatten in een aantal zinnen. Hoe verzoen je diversiteit en ik heb geen schrik van vreemdelingen? Hoe voldoe je tegelijk aan vrijheid en verhoogde veiligheid? En zo zou ik nog een tijdje kunnen doorgaan. Moeten we de eventuele overstap van de progressieve Lode Maesen naar het conservatief -progressieve NV-A misschien ook in dat licht bekijken? Of wordt dat opgelost door deels dezelfde meningen en idealen te hebben?
Lang geleden! toen we nog op de schoolbanken zaten in Westende
Kennismaking met de school Toen wij nog maar pas vast op onze benen stonden en onszelf nauwelijks voldoende konden behelpen, werden wij al naar de kleuterafdeling van de nunneschole gestuurd. Zo werd inderdaad de vrije Sint-Lutgardisschool genoemd. Het grootste deel van het onderwijzend personeel bestond inderdaad uit nonnen, zusters van de congregatie Sint-Vincentius à Paulo uit Kortemark. Toen was er nog geen sprake van school kiezen: iedereen werd katholiek opgevoed, en daarmee uit! Hieronder zien jullie een foto van een gemengd klasje uit de periode vóór 1948. Fred Diet, die me de foto stuurde, beweert dat hij de kleuter is vooraan, links van de bloempot. Zijn er nog Westendenaars die iemand kunnen thuiswijzen?
Naar de jongensschool Het was toen nog niet allemaal in wetten of decreten vastgelegd op welke leeftijd een kind naar het eerste studiejaar mocht en zo mocht ik op mijn vijfde naar de lagere jongensschool. Inderdaad, vanaf toen (normaal 6 jaar) werden de jongens en meisjes gescheiden. De meisjes bleven bij de zusters en de jongens moesten/ mochten naar de gemeentelijke jongensschool. Dat was dus in september 1943, volop in de tweede wereldoorlog. Zoals iedereen begonnen wij het schooljaar 1943-44 met het eerste studiejaar. We zaten daarvoor samen met het tweede jaar in één klas omdat er maar één onderwijzer voorzien was voor de twee.
Een wirwar van leerkrachten Er waren op dat ogenblik drie onderwijzers benoemd aan de school. De eerste, August Dewulf, benoemd in 1914, was op 01.08.1920 schoolhoofd geworden. De tweede was Albert Bloes, in dienst gekomen in 1935 en de derde was niemand minder dan André Inghelram. Deze laatste werd in het schepencollege van 23.12.1941 als ziekelijk vermeld. Dat belette hem wel niet een zeer actieve rol te spelen in het VNV (Vlaams Nationaal Verbond van onderwijzer Staf de Clercq) en zelfs oorlogsburgemeester van Middelkerke te worden. Door een besluit van het schepencollege van 30.07.1943 werd hem een verlof toegekend van 1 jaar tot 03.08.1944. Ik heb hem dus nooit gekend als leerkracht, want hij is daarna nooit meer als dusdanig naar Westende teruggekeerd. Na opeenvolgende schorsingen werd hij bij beslissing van het college van 14.09.1943 (en op 28.09.1944 afgezet) vervangen door Georges Bloes, die dus onze eerste meester werd en die ons door het eerste en het tweede studiejaar loodste. Op de fotos hieronder, van links naar rechts: André Inghelram, August Dewulf, Albert Bloes en Georges Bloes. Zo zagen ze er toen uit. Ze zijn alle overleden.
De samenstelling van het onderwijzend kader heeft tijdens onze lagere schooltijd heel wat wijzigingen ondergaan. Veel leerkrachten geloofden tijdens de tweede wereldoorlog in een nieuwe orde. Zoals Inghelram en Baeckelandt in Middelkerke, hadden we hier August Dewulf en Albert Bloes. Zij zouden een onvaderlandsche houding aangenomen hebben, antinationale doelen nagestreefd hebben en propaganda gevoerd hebben ten gunste van de vijand. Er werden toen enkele tijdelijke aanwervingen gedaan om beide bovenstaande plus Inghelram te vervangen. André Titeca uit Middelkerke, Iréne François en Marcel Verstraete uit Ieper waren de interimarissen. Aan deze leerkrachten heb ik echter geen enkele herinnering bewaard. Op 12 september 1944 werd Westende bevrijd en onmiddellijk werd begonnen met de repressie. August Dewulf en Albert Bloes werden opnieuw door de gemeenteraad geschorst vanaf 27 september 1944 tot einde februari 1945.
Zij werden vervangen door Albert Lambein uit Westende en René Govaert uit Lombardsijde.
Een bewogen jaar 1944
Op 4 maart 1944 werden de scholen van Westende gesloten. Het onderwijzend personeel werd gebruikt voor het opmaken van de ontruimingsfiches, bestemd voor het Hoog Commissariaat van de Ontruiming. Op 8 september 1944 werd de school voor de tweede keer beschadigd door beschietingen. Dat bracht mee dat wij tijdelijk les kregen in villa La Dune in de Duinenlaan, het huidig schoonheidssalon van Fabienne Coucke, waarvan jullie hier links de voorkant (zonder torentje dat er toen nog niet was) en rechts de achterkant zien.
s Middags gingen we, onder begeleiding van de meesters, vruchten van de duindoorn plukken omdat die veel vitamine C bevatten waarmee men slecht gevoede kinderen en volwassenen versterkte.
In het derde leerjaar Na de vakantie van 1945 mochten wij dus van klas veranderen en kwamen wij in het derde leerjaar. Dat had bij de normale titularis August Dewulf moeten zijn, maar die was nog geschorst. Vanaf 28 juni 1945 werd Albert Bloes vervangen door Gustaaf Debleeckere en vanaf 3 juli 1945 werd Gustaaf Mornauw de vervanger van August Dewulf. Ik heb enig opzoekwerk verricht naar die beide Gustaafs en ik stelde vast dat Debleecker (foto hieronder links) overleden is en dat zijn weduwe nog in de Witte Nonnenstraat in Oostende woont. Mornauw (foto hieronder rechts) leeft wel nog en verblijft in een serviceflat van rusthuis Sint-Monica in Oostende, waar ik hem een bezoek bracht.
De infrastructuur De gemeenteschool geleek enkel in die zin op de vrije meisjesschool dat er op de speelplaats ook een betonnen schuilplaats gebouwd werd. Dat was nodig gebleken omdat op 8 september 1940 reeds een luchtaanval had plaatsgehad waarbij ernstige schade aangebracht werd aan de gebouwen van de school, vooral aan de turnzaal die omzeggens in puin gebombardeerd werd. Wij hebben dus nooit de luxe van een turnzaal gekend aangezien die pas begin 1950 hersteld werd. Ik ben reeds jaren vruchteloos op zoek naar een foto van de school met schuilplaats en met kapotgeschoten turnzaal. Voorlopig moet ik mij echter tevreden stellen met onderstaande foto.
Begin 1947 werd in de gemeenteraad beslist dat de schuilplaats moest verdwijnen. De prijs voor het opruimen werd geraamd op 6.478,22 BFr. Hadden wij dan helemaal geen lichaamsbeweging? Natuurlijk wel! Terwijl de drie meesters de speelplaats op en neer wandelden, speelden wij er boare (lopen van de ene kant van de koer naar de andere en ervoor zorgen dat je niet aangetikt werd door diegene die in het midden van de koer opgesteld stond) of gendarm en dief (ook een loopspel waarbij kruisgewijze via waterafvoergeultjes moest ontsnapt worden aan de gendarm in het midden.) De weg van en naar de school legden wij natuurlijk ook te voet af en na de schooluren konden wij niet snel genoeg op ons voetbalpleintje zijn. Nadat we ons huiswerk gemaakt hadden, natuurlijk!
Er waren drie klaslokalen. Op onderstaande foto kan men zien hoe die er uitzagen. In het midden stond de kachel met daarnaast een kolenbak. Per bank konden twee kinderen plaatsnemen. Ze waren voorzien van een voetsteun en vooraan uitgerust met een ligplaats voor de inktpot en gleuven om de griffel of de pen in te leggen. Deze klas stond onder de leiding van August Dewulf. Vooraan rechts zien we Fred Diet en Oscar Roose (+), daarachter rechts Willy Hochmont.
Nieuwe spelling In 1946 kregen wij een nieuwe hindernis te overwinnen: de nieuwe spelling werd ingevoerd. Dat zou zogezegd een versimpeling zijn van de vorige. We moesten voortaan alleen nog sch schrijven waar de klank sch werd gehoord, behalve in het achtervoegsel isch: mensch werd mens, maar komisch bleef. De lange klinkers ee (heeten) en oo (zoo) in open lettergrepen moesten voortaan als e (heten) of o (zo) geschreven worden. Die overschakeling liep niet bij iedereen van een leien dakje.
Klasgenoten De school was dus uitsluitend voor jongens bestemd. De totale bevolking van de school bedroeg ongeveer 80 leerlingen, een goeie vijfentwintig per klas en per onderwijzer voor twee studiejaren. Terwijl het ene jaar les kreeg, moest het andere jaar rekensommen maken, mooi leren schrijven of zinnetjes maken met pas geleerde nieuwe woorden. Wie daarmee vroeg klaar was en in de lagere klas zat, kon meeluisteren naar de les van het hogere jaar en zo vooruitlopen op zijn tijd. En wie zat er allemaal in onze klas? Op het gevaar af van er één te vergeten: Willy Castelein, Jules Christiaen, Guido Criel, Gilbert Denolf, Willy Devriendt, Maurice Dewulf, Lucien Lefevere, Frank Loones, Herman Maesen, Camiel Quartier, Walter Thyvelen, René Vermet, Désiré Verslype. Andere namen uit die tijd, maar die ik niet meer in de juiste klas kan plaatsen: Romain Clemens, Camiel Corteel, Gilbert Janssens, Robert Morel, Carlos Osaer, Jean Vanhooren, Daniël Vanmoortel, Laurent Verbeeke, Willy Wyckaert en een zekere Godfried waarvan de vader aan de tram was en die in het tramhuisje van Westende-bad woonde. Spijtig genoeg is er geen archief over onze gemeenteschool bewaard gebleven.
Naar de hoogste klas Albert Bloes trad pas begin 1947 weer in dienst. Hij had het vijfde, zesde, zevende en achtste studiejaar. Die laatste twee telden slechts weinig leerlingen en bestonden enkel omdat er sedert 1921 een leerplicht bestond tot 14 jaar. Wie niet verder wilde studeren en liever ging werken moest dus, in afwachting, eerst nog een paar jaren zijn broek verslijten op school. Ik ben al een hele tijd op zoek naar een foto van onze klas uit die tijd en ik heb de helft ervan gevonden. Hieronder zien jullie beter wat ik bedoel. De fotograaf stond dus vooraan in de klas en zal er wel niet in geslaagd zijn om de gehele klas ineens op de gevoelige plaat te krijgen. De linkse helft (hieronder, waarvoor dank aan Gery Osaer, gans vooraan) toont enkele klasgenoten uit het zesde leerjaar (o.a. René Vermet naast ?, Walter Thyvelen en Désiré Verslype, ? en ? maar de rest van het leerjaar en de enkele leerlingen uit het zevende en achtste leerjaar staan dus op die (onvindbare) rechtse helft.
Godsdienstige opvoeding Het godsdienstonderricht voor iedereen werd verzorgd door de pastoor of onderpastoor van Westende. Pastoor Prosper Soete (links hieronder) deed het tot 13 augustus 1945, daarna was het pastoor Rafaël Vanden Weghe. (rechts hieronder)
Misdienaars mochten bij begrafenissen en huwelijken de les verlaten om hun plicht in de kerk te vervullen. Vooral de trouws deden ze bijzonder graag want ze strikten of stropten de trouwkoppels met een lint en lieten ze pas door als ze met drinkgeld over de brug kwamen. Misdienaar zijn had dus wel voordelen. Je mocht ook de klokken luiden, je bleef s avonds na het lof rond de kerk spelen, je mocht niet aan de wijn zitten maar je deed het toch, .
Ik deed mijn plechtige communie op Sinksen 5 juni 1949. Dat was niet het geval voor het merendeel van mijn leerjaar, omdat die in een vorig kalenderjaar geboren waren. Om je communie te mogen doen, moest je bewijzen over een ruime kennis van de catechismus te beschikken. Die werd ons bijgebracht in de lering die plaats had in de kerk zelf. Tegen elke zitting moesten wij een deel van de leerstof instuderen en die kennis werd dan door de pastoor getest. Wie zijn les niet of onvoldoende geleerd had en dus niet kon antwoorden op een vraag, moest een stoel achteruit en werd voorbijgestoken door zijn buur, als die het antwoord wel kende. Zo kon de beste catechismuskenner tegen zijn plechtige communie de eerste stoel veroveren. In die tijd werd de eerste zitten op school of in de lering zeer belangrijk gevonden, vooral door de ouders, die hun spruiten fel daartoe aanmoedigden.
Na de lagere school Wie wilde verder studeren na het zesde lagere, had de keuze tussen de rijksmiddelbare school of het college in Nieuwpoort, ofwel het atheneum of het college of de vakschool in Oostende. Als je, zoals ik, koos voor de rijksschool, dan werd dat je niet in dank afgenomen. Westende- dorp werd toen nog volledig gedomineerd door de kerkelijke overheid en vond katholiek onderwijs dus vanzelfsprekend. Misschien vragen sommige zich af of wij schade leden onder de lessen in oorlogstijd en de wisselende (maar zeer bekwame) leerkrachten met elk twee klassen? Mij heeft het geen kwaad gedaan en ook in het middelbaar kon ik meer dan mijn mannetje staan.
Bronnen Scriptie van Stefaan Ingelbrecht Verslagen van de gemeenteraad Service Marc Feuille 11 Courrier du 13.3.1944
Aanpassing 19.12.2010 om 18 uur Fred Diet, een Westendenaar die destijds emigreerde naar Canada (zie mijn artikel over hem en zijn familie) laat mij weten dat hij elke week mijn blog leest om op de hoogte te blijven van wat zich in Westende afspeelt. Hij stuurde me ook nog een foto uit de tijd dat hij, zoals ik enkele jaren vroeger, school liep bij de nonnekens.
Het is natuurlijk al bijna veertig jaar geleden en dus dateert het van de goeie tijd dat Westende nog een zelfstandige gemeente was. Waarschijnlijk zullen de meeste onder diegene die toen al in Westende rondliepen, zich niet meer herinneren dat hier ooit een blaadje uitgegeven werd met bovenstaande titel. Toch heb ik het de moeite gevonden om het even onder jullie aandacht te brengen.
De politieke toestand na de fusie Westende-Lombardsijde De teerlingen waren geworpen, de fusie tussen Westende en Lombardsijde was uiteindelijk zonder bloedvergieten verwezenlijkt. Tijdens de verkiezingen van 11 oktober 1970 werden de politieke kaarten geschud en de eerste gemeenteraadszitting greep plaats op 2 januari 1971 om 8 uur s morgens. Er stonden twee partijen tegenover elkaar, de Gemeentebelangen en de Fusiebelangen. De eerste had 11 zetels veroverd tegenover 4 voor de tweede. Aannemer bouwwerken Julien Soetaert (Westende-dorp) zou burgemeester worden. De verkiezing van de schepenen gaf volgend resultaat: brouwer Albert Vandenkerckhove (Klein-Westende) werd eerste-schepen, landbouwer Long Dewulf (Lombardsijde) werd tweede schepen en ir mijnbouw Omer Huyghebaert (Westende-bad) derde schepen.
De gemeenteraadsleden waren Dr Louis Loones, Frans Tack, Gabriël Vannecke, Edmond Deswaef, Raymond Servais, Luc Astaes en Christiane Mortier-Delaere voor de Gemeentebelangen en Raoul Bouve, Gilbert Maertens, Joseph Muyle en Valère Germonpré voor de Fusiebelangen. Zoals de namen van de partijen het aangeven was het niet onmiddellijk duidelijk wie tot welke nationale partij behoorde. Soetaert was duidelijk een CVPer. Vandenkerckove werd in 1952 en 1958 verkozen op de lijst Van Huffel die toen opkwam tegen de lijst Soetaert. Hij was eigenlijk een soort liberaal. Dewulf en Huyghebaert droegen de signatuur Volksunie. Servais bemachtigde in 1964 een enige zetel op een soort rode lijst tegenover de acht van Van Huffel, Soetaert, Vandenkerckhove, De verkozen oppositieleden waren liberalen, behalve dan Muyle die in 1964 op de lijst van de huidige meerderheid stond. Vinden jullie dat verwarrend? Dat is het ook en dat zal ook zo zijn in de gemeenteraad!!
Hoe De Belleman van Westende geboren werd De kopman van de lijst Fusiebelangen was Raoul Bouve. Deze had tijdens de verkiezingscampagne beloofd dat hij de bevolking op de hoogte zou houden van wat er zich in de gemeenteraad afgespeeld had, met name over elke gebeurtenis die de Westendenaar kan interesseren. U krijgt het in Uw bus telkens de noodzakelijkheid zich voordoet. Zo beschik ik over 8 nummers, tot en met 16 juli 1971. Is er soms iemand die er meer heeft?
Wat mogen jullie verder verwachten van dit blogartikel? Ik kan uiteraard geen volledige en gedetailleerde verslagen brengen van de acht besproken gemeenteraadszittingen. Daarom zal ik een keuze maken van de leukste, de heftigste en de belangrijkste punten.
De zitting van 2 januari 1971 Deze zitting is de geschiedenis ingegaan als diegene die reeds geschorst werd vooraleer ze startte. De meerderheid kwam namelijk verspreid en te laat aan. Toen de burgemeester vroeg om te wachten tot iedereen er was, verzette de oppositie zich waarop de secretaris Henri Tack de burgemeester toefluisterde dat hij dan maar de zitting moest schorsen. Een fraai begin dus. De verkiezing van de schepenen liep ook al niet van een leien dakje. Huyghebaert die nochtans minder voorkeurstemmen haalde dan Frans Tack en Edmond Dewaef, werd toch verkozen. Uit onvrede ging Deswaef dan maar bij het publiek zitten. Toen Dewulf de eed moest afleggen en daarbij Belgische volk weigerde uit te spreken, moest de burgemeester hem aanmanen te herbeginnen. De fusiegemeente moest ook een nieuwe gemeentesecretaris krijgen. Henri Tack haalde het met 9 stemmen tegen 5 voor Camiel Vallaeys. De oppositie weigerde in te gaan op het voorstel van de burgemeester om hem dan maar direct te benoemen, omdat dit punt niet op de agenda stond. De meerderheid had natuurlijk zijn zin kunnen doordrijven, als ze het tenminste zelf eens geweest waren. Lombardsijdenaar Dewulf vond namelijk dat Lombardsijdenaar Vallaeys zich had moeten kunnen verdedigen en ook Loones vond dat de benoeming beter later gebeurde. Er moeten nog afvalligen geweest zijn want de benoeming van Tack werd uitgesteld.
De zitting van 18 januari 1971 Hier ontspon zich een discussie omdat Astaes op het bewuste ogenblik zijn militaire dienst vervulde in het kamp van Lombardsijde. Germonpré haalde een nummer van het Staatsblad aan waarin stond dat een dienstplichtige niet mag zetelen tijdens zijn legerdienst maar de klacht werd verworpen omdat kon aangenomen worden dat Astaes op elke zitting aanwezig kon zijn. Omdat Vallaeys, die secretaris was in Lombardsijde, nu werkloos was, vond de raad dat voor hem een plaats van gemeenteontvanger moest opgericht worden. Tijdens de discussie (misschien zijn er nog andere kandidaten met de nodige kwaliteiten en diplomas?) scheen iedereen het er nochtans over eens te zijn dat geen vreemde mocht benoemd worden.
De zitting van 5 febuari 1971 De bewijzen werden nu geleverd en Astaes mocht dan toch niet zetelen als milicien en werd vervangen door Georges Morel. Deze zitting werd rijkelijk begoten met bier. Soetaert bood twee bakken aan omdat zijn benoeming als burgemeester binnengekomen was maar de oppositie dacht dat het eerder de bedoeling was de verhoogde belastingen gemakkelijker te doen slikken. Raadslid Bouve wilde niet achterblijven en liet even later ook twee bakken aanrukken. Er barstte daarna een discussie los over het belasten van kampeerterreinen en kampeerhuisjes. De ene vond dat de taks op de kampeerterreinen moest verhoogd worden zodat die op de huisjes kon verlaagd of zelfs afgeschaft worden. Omdat schepen Dewulf dat voorstelde zag de oppositie daarin een manoeuvre om zijn intieme vriend, een eigenaar van kampeerhuisjes, te bevoordelen. Een opmerkelijk punt van deze zitting was ook de vermelding dat op de aanpalende grond van het A. Meyneplein binnen de 5 à 6 jaar een nieuw gemeentehuis zou gebouwd worden. In afwachting zou het huidig gemeentehuis verbouwd worden aan de prijs van 2.500.000 BFr. Schepen - architect Huyghebaert was trouwens reeds de plannen voor de verbouwing aan het opmaken. Belangenvermenging bestond toen zeker nog niet!!
De zitting van 12 maart 1971 De oppositie wilde meer volk op de zittingen door deze via de pers aan te kondigen, zodat de inwoners beter de inzet konden zien van de raadsleden: Er zijn er, na 4 zittingen, die nog hun mond niet openden en half slapend of suffend de vergadering bijwonen.
De zitting van 26 april 1971 Er werd gevraagd dat de gemeente dringend een bekwaam technisch bediende zou aanwerven, omdat omzeggens geen controle uitgevoerd werd op de aan de gang zijnde werken die tientallen miljoenen kostten en omdat er ook geen schepen van openbare werken aangesteld werd. Soetaert had namelijk deze bevoegdheid en zijn firma voerde ook werken uit in de gemeente. Zijn onpartijdigheid werd wel niet in twijfel getrokken maar de raadsleden wensten toch inzicht te krijgen in de stukken, dossiers en verslagen.
De zitting van 14 juni 1971 De plannen voor het verbouwen van het gemeentehuis werden uitgedeeld, maar twee raadsleden van de meerderheid vonden, zonder gevolg overigens, dat hun schepen Huyghebaert niet als architect voor de gemeente mocht werken. Men sprak ook over de uitbreiding van het gemeentehuis, met name over het huren van een huis dicht bij het gemeentehuis om er de politie in onder te brengen. Toen schepen Van de Kerckhove gevraagd werd, wat hij erover dacht, zegde hij Ik peins er niets van, want ik ken er niets van.
De zitting van 2 juli 1971 De rekening van de gemeente voor het dienstjaar 1970 werd vastgesteld. Het dossier werd rondgegeven maar schepen Van de Kerckhove wilde niet kijken want hij had zijn bril niet bij. In geheime zitting was er sprake van onderhandelingen voor de overname van de nevenliggende Au Relais inclusief grond, totaal 300 m² aan de prijs van 2.900.000 BFr. De oppositie vond dat te veel en de burgemeester werd aangemaand om opnieuw te onderhandelen voor een maximum prijs van 2.500.000 BFr. Toen Dr Loones opmerkte dat er meer dan de wettelijke minimum twee dagen zou moeten voorzien zijn tussen de ontvangst van de dagorde en de raadszitting om dergelijke belangrijke dossiers te bestuderen, reageerde de burgemeester heftig met Dokter, als U geen tijd hebt om U met de gemeentezaken bezig te houden, moest U er ook niet mede begonnen zijn.
De zitting van 16 juli 1971 Dat was schijnbaar ook een historische zitting omdat er geen ruzie gemaakt werd. Leden van de COO (nu OCMW) legden de eed af, er werd een voorzitter COO gekozen, er werd (voorlopig) een secretaris en een ontvanger COO aangesteld. De raad gaf aan de firma Soetaert opdracht een pompstation met persleiding te bouwen, teneinde de afwatering te verzekeren van de rioolleidingen in de Badenlaan, Oostendelaan, Dorpsstraat en Duinenlaan. En zeggen dat er daar nu nog steeds een probleem is met die waterzieke grond.
Werd daarna een einde gesteld aan de uitgave van De Belleman van Westende? Ik weet het niet! Misschien was de te rustige zitting van 16 juli 1971 er de aanleiding toe? Wie zal het zeggen?
We herdenken de 'Zon en Zee' - ramp, 10 jaar geleden
Zes december 2000 zal in de Westendse annalen geboekstaafd blijven als een rampzalige dag. Hoe zouden wij dat ooit kunnen vergeten? Er werd toen namelijk een bom gedropt op ons dorp met zware financiële schade voor de handelaars en eigenaars. Er werd ook een aanslag gepleegd op het rechtvaardigheidsgevoel, op de morele waarden en op het vertrouwen in de politiek van veel andere inwoners. De ministerraad besloot die dag, onder impuls van onze socialistische streekgenoot Johan Vande Lanotte, een deel van Zon en Zee, eigendom van het ACW, aan te kopen voor de prijs van bijna 14 miljoen euro om er een opvangcentrum voor 750 asielzoekers in te richten.
Wij denken met weemoed terug aan ons bloeiend toeristisch dorp van vroeger Een toeristisch centrum dat in het jaar 2000 nog 144.000 overnachtingen mocht boeken, moest plots verdwijnen om plaats te maken voor een centrum met (onbemiddelde) asielzoekers. Buitenstaanders, die er jarenlang druk het zwembad bezochten, waren er plots niet meer echt welkom. Dat viel allemaal niet in goede aarde bij de Westendenaars. Die vonden trouwens dat er nog heel wat andere redenen tot ontevredenheid waren. Westende zou minder aantrekkelijk worden voor toeristen met minder inkomsten voor de handelaars tot gevolg. De eigendommen zouden in waarde verminderen. Het aantal voorziene asielzoekers was veel te hoog in verhouding tot 1000 dorpbewoners. Het leefmilieu van de dorpsbewoners zou geschonden worden. Het familiaal karakter van het dorp zou verdwijnen. Er werd gevreesd voor hogere onveiligheid (door criminaliteit en op medisch gebied). Bovendien vonden de mensen het opvangen in zon luxueus centrum en het onredelijk veel (belastings)geld besteden aan personen, waarvan de meeste vluchtten uit economische redenen, ongepast. Er werd dan ook een actiecomité opgericht dat hardnekkig weerstand bood met pamfletten, boeken, fakkeltochten, symbolische acties maar vooral via een klacht bij het gerecht op basis van het feit dat Zon en Zee een centrum was voor verblijfsrecreatie waar niemand mocht wonen, terwijl asielzoekers dat wel deden.
De antihelden van de Zon en Zee story
Wij kunnen en zullen de talloze blunders van Michel Landuyt niet vergeten De steun van de gemeente verlenen aan het asielcentrum zal ook de Westendse geschiedenis ingaan als de allergrootste blunder van burgemeester Michel Landuyt. Als jurist meende hij natuurlijk alles beter te weten. Hij vond het niet nodig ook maar één keer met de leden van het actiecomité te overleggen. Integendeel, hij strooide eerst zand in hun ogen door te doen alsof hij zich tegen de vestiging van het centrum zou blijven verzetten. Daarna maakte hij een bocht van 180 graden en werd hij de aartsvijand van de actievoerders. Hij gedroeg zich als Judas tegenover de Westendenaars. Dat hij juist op zijn eigen (gerechtelijk) terrein gevloerd werd, bewijst natuurlijk dat zijn inschattingsvermogen te wensen overlaat. Dat bewees hij nogmaals toen hij de leden van het actiecomité wilde intimideren door ze in de gaten te laten houden, ja zelfs inlichtingen over hen te laten inwinnen door de politie. Zijn klacht bij het 'Centrum voor Gelijkheid van Kansen' tegen de schrijver van de boeken over het asielcentrum, werd door iedereen weggelachen, zelfs door Johan Leman. Hij verkoos de vriend te blijven van de socialistische minister, zogezegd in het belang van Middelkerke, door een verschrikkelijk en waardeloos protocolakkoord met hem af te sluiten. Bovendien kwam daar nauwelijks iets van terecht. Geen enkel pestmiddel tegen de Westendenaars was hem trouwens te min. Het mooiste voorbeeld daarvan was de 'farce met de afsluiting van de vakantiestraat, die later vervangen werd door een onverlichte afval- en onkruidstraat met slecht wegdek. Landuyt bleef altijd maar volhouden dat de ontevredene slechts een kleine groep vormden. Niettegenstaande de feiten het tegendeel bewezen, met als pijnlijk hoogtepunt een beestachtige overval door een asielzoeker op een winkel in Nieuwpoort- bad, waarbij de winkeljuffer gruwelijk mishandeld werd, bleef hij beweren dat er helemaal geen criminele feiten gepleegd werden door bewoners van het centrum. Hooguit een paar zwartrijders op de tram. Toen het kalf verdronken was, werd dan maar een schijnveiligheidsplan opgesteld. Michel vond bij de pers gretige afnemers toen hij het centrum een toeristische voltreffer noemde, de renaissance van Westende, een positieve balans. Aan de oppositie werd nauwelijks een antwoord gegund. Toen het comité een kortgeding inspande, moest het bewijzen dat er schade geleden werd. Maar wat doet een rechter als de burgemeester het tegendeel blijft beweren? Dat heet op zijn minst ondermijning van de gerechtelijke acties door het comité.
Wij moesten helaas ook opbotsen tegen de arrogante acties van de directrice van het centrum Michel Landuyt vond in Claudia Larsen een fanatieke medestander. Zij gedroegen zich beide als kampioenen in de desinformatie. De directrice vatte alles (veel te) groots op en zette alle middelen in maar vooral financiële, om in de belangstelling te komen. Een goede pers was haar voornaamste betrachting. Er kwam maar geen einde aan haar peperdure integratieprojecten. Door ijspistes te installeren en informatiedagen en opendeurdagen met dure attracties te organiseren, goot ze telkens olie op het vuur. Om toch maar succes te hebben, liet ze autobussen met asielzoekers uit andere centra aanrukken om haar werk te bewonderen. Begreep ze dan niet dat ze de actievoerders daarmee een grote dienst bewees? Door haar ondiplomatieke, arrogante en misprijzende houding wakkerde ze onrechtstreeks hun motivatie aan. Dat Vande Lanotte de handen boven haar hoofd hield, dat was voor iedereen duidelijk. Initiatieven die veel kwaad bloed zetten, waren het plaatsen van een nutteloze maar dure afsluiting rond het centrum, de naamswijziging in De Passage en de invoering van educatief - sociale vakanties. Deze laatste moesten de indruk wekken, in het vooruitzicht van de volgende rechtszaken, dat Zon en Zee nog steeds een centrum voor verblijfsrecreatie was. De deelnemers moesten deelnemen aan het leven in het centrum om aldus een beter inzicht te krijgen in de asiel- en migratiepolitiek en in de internationale solidariteit. Zoals voorzien werd daarmee enkel een weliswaar groot maar reeds geïnformeerd en reeds geëngageerd/ overtuigd publiek bereikt. Daarnaast meldden zich ook, maar in veel mindere mate, gewone toeristen- profiteurs aan.
We betreuren nog steeds de dubbelzinnige tussenkomsten van Jean-Marie Dedecker Bij het vernemen van het nieuws dat in Westende een asielcentrum zou gevestigd worden, vond de ex-Lombardsijdenaar, dat het beter op zijn plaats zou geweest zijn in het voormalig militair hospitaal van Oostende, maar dat dit handig in het duinendecreet gemanoeuvreerd was, zodat enkel veldmuizen en konijnen er nog konden logeren. Hij moest toch ook iets zeggen!!! Op de stichtingsvergadering van het comité in De Kroon beweerde de toenmalige senator nogmaals dat een asielcentrum in Westende - dorp niet kon en dat hij zich achter de inwoners zou zetten. Maar Jean-Marie vergat zijn mooie beloften en liet zich nooit meer zien, behalve toen hij de reuk van het geld van het integratiefonds opsnoof en de kans zag ijspistes te leveren, eerst aan het centrum en daarna aan de gemeente. Ik heb nooit begrepen waarom hij niet lastig gevallen werd in de rechtszaak tegen Michel Landuyt.
Wij zullen Johan Vande Lanottezijn vijandige acties nooit vergeven Vande Lanotte was de initiatiefnemer en de gangmaker van het asielcentrum in zijn achtertuin. Hij wilde maar niet toegeven dat hijzelf daartoe het initiatief nam en niet het ACW, dat weliswaar graag op de kar sprong. Hij geloofde niet meer in sociaal toerisme wegens te duur en wegens betere buitenlandse alternatieven. Hij was/ is ervan overtuigd dat een minister de wet mag omzeilen. In zijn eigen stad wilde hij zon centrum niet wegens te dicht bij Engeland. Hij zorgde er voor dat de directrice over overvloedige financiële middelen kon beschikken en dat voor alles en nog wat een beroep kon gedaan worden op allerlei fondsen, waaronder vooral het Europees integratiefonds. Hij vond de opvang in het luxecentrum sober. Hij beweerde dat hij de wet zou wijzigen als het gerecht hem ongelijk gaf en dat hij het centrum nog liever zou laten verkrotten dan er opnieuw vakantiegangers in te steken. De Westendenaars hebben bij vorige parlementsverkiezingen al met hem afgerekend. Misschien blijven ze dat ook in de toekomst doen.
En toch werd het asielcentrum uiteindelijk gesloten Het actiecomité was overtuigd van zijn gelijk en hield voet bij stuk. Ook nu heeft de aanhouder gewonnen. In tegenstelling tot wat Michel Landuyt hoopte, nam de weerstand niet af en na verschillende rechtszaken in Veurne, Brugge, Gent en Brussel werd dan toch op 19 juni 2003 een rechtvaardige rechter gevonden die oordeelde dat het centrum dicht moest binnen de 6 maanden (namelijk op 19 december 2003). Het feit dat de asielzoekers woonden in een centrum voor verblijfsrecreatie gaf dus de doorslag. Er was die dag grote blijdschap en opluchting in het dorp. En nu maar uitkijken naar een nieuwe toekomst voor Zon en Zee!!! Kon het ooit weer een toeristisch centrum worden???
en ook verkocht, maar na onwaarschijnlijk veel hindernissen genomen te hebben In de zitting van 14 oktober 2003 verklaarde de Ministerraad zich akkoord met de verkoop in 2003 van het opvangcentrum voor zover de verkoopprijs de geschatte waarde van 9.660.000 euro bereikte. Maar de bodemattesten, als die al ooit bestaan hadden, bleken verstreken te zijn. Zonder geldige attesten kon de verkoop niet doorgaan. Op 31 januari 2004 schreef Het Laatste Nieuws dat het een vergetelheid betrof. Zodra de attesten er waren, werd verondersteld dat het centrum nu wel te koop zou aangeboden worden. Weer mis!! Op 21 mei 2004 liet de kalfvleessector via de rechter beslag leggen op het domein omdat ze eerst een tegoed aan te veel betaalde belastingsgelden wilden terugkrijgen. De overheid tekende daartegen verzet aan en dat betekende weer uitstel. Het Federaal Agentschap voor de opvang van Asielzoekers (Fedasil) bleef tot eind oktober 2004 verantwoordelijk voor gebouwen en personeel. Op 3 november 2004 werden de sleutels overhandigd aan de Regie der Gebouwen. Zij betaalden het personeel verder tot 1 januari 2005. Op 2 november 2005 werd eindelijk beslist dat Zon en Zee mocht verkocht worden. De kandidaat-kopers dienden tegen 1 december 2005 een schriftelijk bod uit te brengen. Diegene die dat deden, werden uitgenodigd op een mondelinge opbieding op 12 december 2005. Het hoogste bod bedroeg 9.005.000 euro. Aangezien dit bod de geschatte waarde van 9.660.000 euro niet bereikte, moest het voorgelegd worden aan de Ministerraad. Deze aanvaardde tenslotte toch het 655.000 euro lagere bod in de zitting van 14 december 2005 zodat de verkoop kon doorgaan. Tegenover een aankoopprijs van 13,6 miljoen euro, betekende dat dus een verlies van meer dan 4,5 miljoen euro. Reken daarbij nog gedane investeringen (194.428 euro) en onderhoudskosten (94.970 euro) en verwarming tijdens leegstand (47.924 euro) en gerechtskosten (13.071 euro), dan komt het totaal geleden verlies volgens het Rekenhof op 5.177.724 euro (meer dan 200 miljoen BFr!). of 37%. Bij akte van 22 december 2005 heeft de Belgische Staat het centrum verkocht. Een feestelijke dag voor Westende!!! Amper één dag na de verkoop en na het feesten werd het enthousiasme in Westende echter alweer bekoeld. De Brugse rechtbank van eerste aanleg besliste namelijk dat de verkoopsovereenkomst niet mocht goedgekeurd worden. Er was immers een klacht van de nv Parsifal Ontwikkeling uit Wilrijk. De klager had op 1 december een offerte ingediend. Op 5 december zouden de verkoopsvoorwaarden eenzijdig gewijzigd geweest zijn waardoor de rechten van Parsifal zouden geschonden zijn. Er moet dus gewacht worden tot de rechter daarover een uitspraak ten gronde gedaan had. Op 8 maart 2006 besliste een rechter in Brugge dat de federale overheid eindelijk het centrum mocht verkopen. Het is haast niet te geloven dat zoiets allemaal mogelijk is!!
Wie zijn de nieuwe eigenaars? Op 8 januari 2007 verscheen de verkoop in het Staatsblad, met de volgende tekst
Art. 8. De akte van 22 december 2005 houdende verkoop door de Belgische Staat aan : - de NV "leperse Bouwmaatschappij", afgekort "IEBO", koper voor 25 %; - de NV "IMMOGROUP JOYE", afgekort "IMMO JOYE", koper voor 12,50 %; -de NV «TWIN INVEST», koper voor 50%; -de NV IMMO KAMAR», koper voor 6,25%; -de NV «SISSAU IMMOBILIËN», koper voor 6,25% van een complex van gronden, gebouwen en constructies gelegen Vakantiestraat 1, +1, en 2 te Middelkerke, met een totale oppervlakte van 5 ha 28 a 94 ca voor de prijs van 9.005.000 EUR.
Met al die groepen/ vennootschappen is het nooit eenvoudig om te weten wie daar juist achter zit. De Ieperse (?) bouwmaatschappij NV (IEBO) heeft zijn zetel in de Albert I laan 234 in Nieuwpoort. Volgens de notulen van de jaarvergadering van 4 mei 2005 is ze samengesteld uit de volgende rechtspersonen tot aan de jaarvergadering van 2011: BVBA IMMAD, met zetel in de Albert I laan 234 in Nieuwpoort, met als vaste vertegenwoordiger Luc Wille, Emile Verhaerenlaan 34 in Nieuwpoort. NV FABIOLA, met zetel in de Lagaenestraat 5 in Diksmuide, vast vertegenwoordigd door Guido Declercq, Generaal Notermanlaan 22 in Oostduinkerke. NV NOORDZEEPARKEN, met zetel in Duinenweg 493 in Middelkerke, met als vaste vertegenwoordiger Louis Dobbelaere, wonende op hetzelfde adres. NV ZEEPARKEN, met zetel in Generaal Notermanlaan 22 in Oostduinkerke, vast vertegenwoordigd door Guido Declercq op hetzelfde adres. De NV FABIOLA werd benoemd tot voorzitter van de raad van bestuur, de andere werden benoemd tot gedelegeerd bestuurder.
De NV Immogroup Joye (IMMO JOYE), met zetel in de Normandielaan 13 in De Haan, is gevormd rond de onafscheidelijke tweelingbroers André en Roger Joye, twee West-Vlaamse selfmade men die ooit waren begonnen als arbeiders op een scheepswerf en later furore maakten met de eerste lunaparken en dancings aan de kust. Casinobazen zijn ze ook geworden, met de hulp van die andere grote naam aan de kust, Luc Rammant (+ maart 2010), ooit uitbater van het Middelkerks casino.
Charles Depoorter is de man achter de NV Immo Kamar Middelkerke, zeedijk 63.
De NV «TWIN INVEST», Albert I laan 96 Oostduinkerke, soms ook vermeld als Twin Properties, maakt deel uit van de NV Gromabel, een gerenommeerde vastgoedholding, actief in projectontwikkeling met jarenlange ervaring in nieuwbouwprojecten, tweede verblijven en vakantieparken aan de Westkust, Limburg en Noord-Frankrijk. Daarachter gaan ook de voormalige Unilin investeerders (Quickstep) schuil, die gespecialiseerd zijn inisolatie, laminaten en isolerende daksystemen.
De NV «SISSAU IMMOBILIËN», Zeedijk 127 of Leopoldlaan 101 Middelkerke.
Ik dacht eerst dat de groep Caenen ook mede-eigenaar was, maar de heer Gregory Caenen antwoordde mij dat dit niet het geval is. Misschien zijn er nog wel andere. Ik heb ze echter niet teruggevonden.
Einde februari 2007 verkondigden de kranten dat de gebeden van de Westendenaars zouden verhoord worden. Het consortium van nieuwe eigenaars zal het gele hoofdgebouw uitbesteden aan een koppel van echte Westendenaars, Jan Dobbelaere en Stefanie Surmont, die actief zullen zijn onder de naam Zeester Vakanties. Zij zullen zich specialiseren in de korte verblijfsformule en zullen tegen de paasvakantie 2007 starten met het Aparthotel Zon en Zee met 22 appartementjes en 8 studios. Door op het volgende URL adres te klikken kunnen jullie kijken naar het filmpje dat de regionale zender Focus draaide ter gelegenheid van de opening. http://www.youtube.com/watch?v=54KuEvPIDis&feature=related
Buiten het hoofdgebouw en één gebouw in de Matthieulaan werd alles afgebroken en zo ligt het er nog steeds op het einde van 2010, 7 jaar na de sluiting. In een volgende bijdrage zal ik eens uitleggen welke de redenen daarvoor zijn.
Ondertussen is Westende dorp nog slechts de schaduw van weleer. Dat de verantwoordelijken daar maar eens over nadenken!!
Rechtzetting ingevolge een email ontvangen vanwege Jan Dobbelaere
De groepen die de gronden en gebouwen aankochten vormen op heden de NV Zon en Zee. Louis Dobbelaere zit in de firma IEBO via Kriss Vakantieservice BVBA, Henri Jasparlaan 179. Deze laatste firma kocht kort na de openbare verkoop de hotelgebouwen (gele gebouwen) over van de NV Zon en Zee. Jan Dobbelaere en Stefanie Surmont baten dus het Aparthotel uit in opdracht van Kriss Vakantieservice BVBA, waarvan vader Louis Dobbelare de zaakvoerder is.
Op vrijdag 26 november 2010 s avonds had een volksfeest plaats ter gelegenheid van de officiële inhuldiging van het zopas vernieuwd stuk van de Henri Jasparlaan tussen de kerk van Westende-dorp en de Doornstraat, zijnde een afstand van 370 meter. In allerijl werden dinsdag, in de plassende regen, nog boompjes geplant, kwestie van goed voor de dag te komen op de plechtigheid. Zoals iedereen zeker, kreeg ik daarvoor onderstaande uitnodiging in de bus.
Groots opgevat dus. Volgens mij te, maar goed. Dat evenement moet ik bijwonen, dacht ik. De weermaker was de organisatoren niet gunstig gezind. Een rot, winters weer was het! Spijtig! Met braseros of met kolen gestookte kacheltjes werd geprobeerd dat te doen vergeten. Mobiele, verlichte kerstbomen getuigden van het feit dat kerstmis nog veraf is. Het aantal aanwezigen lag hoger dan wat ik eigenlijk verwacht had. Ze konden beschutting zoeken tegen de sneeuw onder luifels en werden verwend met warme sprotjes en zoals te zien op de uitnodiging hierboven, met twee gratis drankjes per gezin in Ter Gunst. Waarom alleen daar is mij een raadsel. Of verleenden de andere horecazaken in de Henri Jasparlaan zelf, hun medewerking niet? Toch geen favoritisme, zeker? Vanaf een tribune zorgde de fanfare voor een goede stemming, daarin bijgestaan door huppelende en dansende meisjes in lichte kledij, die zich niet lieten afschrikken door het barre weer. Tenslotte richtten de eerste schepen en de burgemeester (waarom beide?) nog het woord tot de aanwezigen. Naast een dankwoord voor iedereen die aan het project meewerkte, zetten ze zichzelf ook in het zonnetje door de huidige werken te bewieroken en ook nog andere werken aan te kondigen: de markt, een park op het vroegere stort in de Hofstraat en de Essex Scottishlaan in studiefase. Waarom niet eigenlijk, de gemeente heeft toch geld genoeg! Niets over de Westendelaan echter, maar dat is een gewestweg en minister Crevits heeft geen geld meer. Maar de gemeente heeft het wel beloofd. De burgemeester schoot de hoofdvogel af, door te verklaren dat hij zich vroeger altijd afgevraagd had wie Henri Jaspar eigenlijk was. Hij zou er goed aan doen wat regelmatiger mijn blogartikels te lezen, als hij dat nog niet doet. Dan zal één van de belangrijkste Belgische politici ooit, hem beter bekend zijn.
Henri Jasparlaan open (Het Nieuwsblad 16.11.2010 vln) De Henri Jasparlaan is dus weer open voor het verkeer. Vroeger heb ik er mij vaak over beklaagd dat er zelfs geen voetpad was. Ik vond dat, zoals vele onder jullie waarschijnlijk, bijzonder erg omdat veel jonge kinderen, eventueel met ouders, er langs moeten om zich naar de gemeenteschool te begeven. Een andere reden om die laan te vernieuwen, naast noodzakelijke periodieke werken aan de riolering en energiekabels, was het feit dat er onvoldoende parkeergelegenheid was om de ouders toe te laten hun kinderen aan de school af te zetten. Die laan is nu afgewerkt en daaraan is nu voldaan, dus juichen wij die vernieuwingen toe.
De aankondiging van de werken In tegenstelling tot de werken aan de Leopoldlaan en aan het marktplein in Middelkerke, die dagelijks wel door iemand beschreven en besproken werden/ worden, heeft de Henri Jasparlaan eigenlijk weinig aandacht gekregen in de voorbije weken. Het is natuurlijk een veel minder belangrijk werk. Op 13 juni 2010 verklaarde Janna Opstaele, schepen van openbare werken, dat de werken goed opschieten en dat het stuk tussen de Doornstraat en de Westendelaan een prachtige laan zou worden. De riolering wordt vernieuwd en alle huizen worden aangesloten op het stelsel waarbij regenwater en vuilwater gescheiden worden*. Ook de bovenbouw wordt vernieuwd en er komen brede trottoirs en aan beide zijden een fietspad. We willen de Jasparlaan ook een gezellig karakter geven en daarom komen er bomen en groen. Er is ook speciale aandacht voor de omgeving van de gemeenteschool. Daar komt een kiss-and-ride-zone zodat ouders hun kinderen veilig kunnen bezorgen en afhalen. Er komt op bepaalde plaatsen ook geschrankt parkeren waarbij de auto's schuin tegenover het voetpad staan. * Op dit moment zijn er in Vlaanderen nog veel gemengde rioolstelsels. Het hemelwater wordt samen met het afvalwater afgevoerd. Dat heeft echter heel wat nadelen. Bij droog weer bezinkt het vervuilde slib van de huishoudens in de riolen. Als het hevig begint te regenen, kunnen de riolen de grote hoeveelheid water niet meer aan. Dat loopt dan via over - storten in beken en rivieren. Het afvalwater wordt sterk verdund wat het zuiveren van het water moeilijker maakt, zodat de waterkwaliteit er fel onder lijdt. Hemelwater dat meteen via de rioleringen wordt afgevoerd, komt dus niet in de bodem terecht. Nochtans is dat nodig om de grondwatervoorraden aan te vullen. De Henri Jasparlaan is de eerste straat in Middelkerke met gesplitste stelsels.
Op 23 juni 2008 om 20 uur had er een infovergadering plaats in de Calidris. Ik kon daarop helaas niet aanwezig zijn en ik kan jullie dus niet vertellen hoeveel bewoners er aanwezig waren, welke suggesties er gedaan werden en of er daar wel rekening mee gehouden werd. De werken waren trouwens toen al meer dan twee maanden bezig. In Het Nieuwblad van 25 juni 2008 lezen we ongeveer hetzelfde maar efo schrijft dat er een kus- en rijzone komt, dat zijn enkele parkeerplaatsen die tijdens de spitsuren voorbehouden zijn voor het veilig afhalen en afzetten van kinderen. Op het Arthur Meynneplein konden we tijdens de duur van de werken informatie daarover aflezen op volgend bord.
We zien daarop dat de prijs van de werken 1.248.084,14 euro bedraagt. Hoeveel er nadien meestal nog bijkomt, dat zal wel niet meegedeeld worden. Voor diegene die houden van cijfers, betekent dat 3.373 euro of 134.928 BFr per lopende meter. De bouwheer is de gemeente Middelkerke terwijl TMVW Aquario uit Gent de werken meefinanciert. TMVW stelt haar ledengemeenten het AquaRio-project voor als oplossing voor de hoge kosten voor rioleringswerken. Deelnemende gemeenten betalen jaarlijks een werkingsbijdrage aan de TMVW. De gemeente kan ervoor opteren een deel van deze bijdrage via de waterfactuur, als een extra belasting, aan de burger door te rekenen. Ik vind dat er bij elk werk zon bord zou moeten staan.
Kritisch bekeken Zoals altijd heb ik de afwerking van de laan kritisch bekeken. Daarbij is mij één en ander opgevallen.
Schuine parkeerplaatsen Er werden schuine parkeerplaatsen aangekondigd. Die zijn er ook maar dan tussen de Duinenlaan en de Doornstraat waar slechts een paar woningen staan. En nu maar hopen dat ze toch regelmatig bezet worden! Door bezoekers van de Westendia of van de jaarlijkse aperitiefconcerten? Als die tenminste niet op het A. Meynneplein blijven!
Waarom werden er parkeerstroken voorzien vóór de garages? Daarover heb ik het al gehad toen ik de werken in de Zuidstraat beoordeelde.
Ik stel nu vast dat men het hier opgelost heeft door de parkeerplaatsen te markeren om er inritten van te maken.
Op de bovenstaande fotos zien jullie links de parkeerstrook zonder markeringen, in het midden een oprit zoals er volgens mij aan elke garage één had moeten zijn en rechts een gemarkeerde zone vóór een garage.
Te laat klaar? Te vroeg in gebruik genomen? De lokale firma Norré Behaeghel had dus 100 werkdagen om de werken op te knappen. De juiste dag van de start van de werken ken ik niet, maar onderstaande foto dateert van 23.03.2010.
Laat ons (ruim) aannemen dat de werken startten op 15 maart 2010. Het steekt nu ook wel niet op één dag. Dat zou dan betekenen dat die 100 werkdagen voorbij zouden zijn op 3 augustus 2010. Misschien was het wel de bedoeling dat de laan klaar zou zijn vooraleer het schooljaar 2010-2011 aanving. Dat is dus bijlange niet gelukt want de verkeerstekens werden slechts op 17.10.2010 geplaatst. Tot dan werd de inrit aan de kerk op halfslachtige manier verboden, maar niemand trok zich daar iets van aan. Ondertussen werd nog maar verder gewerkt aan de fiets- en voetpaden en aan het leggen van de laatste bovenlaag. De bewoners zullen dus wel niet enthousiast geweest zijn over die laattijdige afwerking maar ze gebruikten de laan toch maar, alsof ze zou afgewerkt zijn. Wat ik echter helemaal niet goedkeur, is het feit dat de laan reeds gebruikt werd zonder dat alle verkeersborden aangebracht waren. Stel u voor dat bijvoorbeeld een fietsend kind doodgereden zou worden in die periode. Wie is verantwoordelijk? Zouden de gemeentelijke bestuursmensen dit met hun geweten in overeenstemming kunnen brengen? Ik denk het niet en dus is dat een zeer zware fout. Jullie zien hieronder twee fotos, één van 13.10.2010 en één van 17.10.2010.
Wie plant (van het werkwoord plannen) en wie betaalt?Om daarover te kunnen uitweiden, heb ik inlichtingen moeten inwinnen bij de bevoegde diensten. Daarom vroeg ik aan Wegen en Verkeer, Secretariaat Ingenieurs in Brugge de lijst van de gewestwegen in Middelkerke. Daarop vond ik ook de Henri Jasparlaan tussen de Grossettilaan en de Westendelaan, die ooit de naam van N388 meekreeg. Op de website http://wegen.vlaanderen.be/communicatie/wegentelefoon.php kan men lezen dat het Agentschap Wegen en Verkeer (MOW) instaatvoor de aanleg (voorbereiding, ontwerp, plannen, bouw, uitvoering, ..) en het onderhoud van de Vlaamse gewest- en autosnelwegen. Daarom wou ik wel eens weten wie die werken moest betalen. De reeds genoemde gewestelijke dienst heeft mij dan uitgelegd wat een mobiliteitsconvenant is. Omdat bij zon project gemengde verantwoordelijkheden in het spel zijn, moeten daarover afspraken gemaakt worden. De Vlaamse overheid is bevoegd voor haar gewestwegen op het gebied van ruimtelijke ordening maar de gemeentelijke overheid is bevoegd inzake lokale ruimtelijke ordening en parkeerbeleid. Ze beheert ook het gemeentelijk wegennet, dat verstrengeld is met het gewestelijk net en is tevens bevoegd op politioneel gebied. Ook de verdeling van de kosten wordt in zon convenant vastgelegd. Daarom heb ik aan de technische dienst van de gemeente gevraagd wat er daaromtrent afgesproken werd. Zeer groot was mijn verwondering toen de mobiliteitsambtenaar van de gemeente mij meedeelde De Henri Jasparlaan was vroeger een gewestweg, maar werd door de gemeente overgenomen waardoor het een paar jaar geleden een gemeenteweg geworden is. Er konden dus ook geen convenanten afgesloten worden voor de herinrichting van de straat. Alle kosten zijn voor de weginrichting zijn dus ten laste van de gemeente. De gemeente heeft gelijk want bij besluit van de gemeenteraad van 12 december 2002 werd de Henri Jasparlaan, samen met vier andere gewestwegen, overgenomen door de gemeente, omdat het gewest die overdracht wenste. Men kan zich nu natuurlijk de vraag stellen waarom de gemeente een gewestweg overneemt en dan later zelf en alleen voor de renovatie moet opdraaien. Zo is het echter niet! Voor het geheel van de overgenomen wegen kreeg de gemeente een investeringssubsidie van (afgerond) 7,5 miljoen euro. Bovendien wilde de gemeente optreden als bouwheer voor het in goede staat brengen van het over te dragen wegvak, in combinatie met eventuele andere geschiktmakingswerken.
Voor wanneer Fase 2? De vernieuwing van het stuk Henri Jasparlaan tussen de Doornstraat en de Westendelaan wordt Fase 1 genoemd. Ik neem dus aan dat er nog een tweede fase komt. Wat ik niet begrijp en nooit zal begrijpen is dat men nieuwe wegen aanlegt terwijl de fietspaden er, 100 meter verder op het stuk tussen de Grossettilaan en de Doornstraat, uitzien zoals op de fotos hieronder. Waarom wordt toch geen (kortstondig) herstelwerk uitgevoerd?
Is er nu nog wat geld over voor fase 2?
Een nieuw kerkpleintje Samen met de Henri Jasparlaan heeft men ook het kerkpleintje vernieuwd. Het monument ter ere van de gesneuvelden in beide wereldoorlogen werd verplaatst (en wordt hopelijk later ook eens opgekuist?) . De bus heeft nu een ruime stopplaats en de kerkelijke plechtigheden, begrafenissen en huwelijken, zullen daardoor misschien vlotter verlopen. Of het werk absoluut onontbeerlijk was of gewoon deel uitmaakt van een prestigeproject vernieuwing van dorpspleintjes, daar kunnen de meningen verdeeld over zijn. Als er later nog zitbanken komen en als de geplande verlichting ** werkt, dan kunnen enkele dorpbewoners daar plezier aan beleven. In het parochieblad Kerk en Leven drukt pastoor Lagast alleszins zijn tevredenheid uit over het puik werk. In de kerk achteraan is nu een mooie tentoonstelling te bekijken van fotos van de Henri Jasparlaan en van het pleintje in de loop der tijden, opgezet door Marc Constandt en Els Bloes.
** Aanvulling Het gaat over een sfeerverlichtingsinstallatie, die goedgekeurd werd in de gemeenteraad van 14 januari 2010 en die geraamd wordt op 36.662,06 euro ( = 1.466.482 BFr) Zouden onze raadsleden nog wel weten hoeveel dat wel is? Ik vrees van niet!
Gordel dragen is Ellende besparen Sommige personeelsleden van de gemeente dragen niet altijd hun gordel in de wagen. Dat bleek uit een recente en gerichte controleactie van de politie. Ja, ik dacht wie zijn g.. verbrandt, moet op de blaren zitten. Betalen dus maar Dacht jij dat ook? Vijftig euro bedraagt de boete daarvoor. Maar nee, de overtreders werden er duidelijk op gewezen dat ze zich veel ellende zullen besparen als ze hun gordel dragen. De politie blijft overigens controleren en blijft er 'duidelijk op wijzen'. Ook voor niet-personeelsleden van de gemeente?
Bron: artikel in Het Nieuwsblad van 04.11.2010 van vln
Kijken en zien is niet hetzelfde
De Calidris en Sint-Laureins blijven moeilijk vindbaar In één van mijn vorige blogartikels wees ik er op dat een bordje dat de weg aanduidt naar de Calidris en de Sint-Laureins er nog steeds hangt, maar dat het helaas in de verkeerde richting wees. Een detail, ik weet het Een paar dagen later had iemand (?) echter het noorden teruggevonden en ervoor gezorgd dat de mensen weer de goede weg opgestuurd werden. Wie mag dat gedaan hebben? Heeft die man/vrouw dan niet gezien dat zich aan de overkant van de straat hetzelfde voordoet?
Welke bestemming krijgen de werk- en opslagplaatsen van de firma Soetaert? De opslagplaats van de firma Soetaert in de Steenstraat heb ik ooit als vuil hoekje bestempeld. Hieronder zien jullie fotos van vroeger en nu.
Opgeruimd staat dus netjes. Ook de opslagplaatsen/ werkplaatsen aan beide zijden van de Heidestraat is men aan het opruimen. Bij navraag bij de firma Soetaert Soiltech, nu gevestigd in Oostende, heeft men mij geantwoord dat nog geen nieuwe bestemmingen voor de drie terreinen voorzien werden.
Acrobatische arbeiders gevraagd Je ziet het tegenwoordig overal. Op elke bouwwerf wordt een openbaar toilet geïnstalleerd. Het toekomstig watersportcentrum met aannemer Vanlerberghe is daarop geen uitzondering. Er is wel een verschil met andere werven. Enkel zeer acrobatische arbeiders kunnen er gebruik maken van deze faciliteit. Kijk maar eens naar onderstaande foto.
Banken genoeg, maar De wandelaar die een ogenblik wil verpozen na een lange dijkwandeling vanaf Westende-bad naar Sint-Laurentius, kan zich zeker niet beklagen over een gebrek noch over een tekort aan zitbanken. Om de drie tot vijf meter staat er wel één. Er is er altijd wel één vrij maar niet altijd bereikbaar. Voorbeelden?