Zopas las ik in Het Nieuwsblad dat schepen Lode Maesen van het Progressief Kartel besprekingen heeft aangeknoopt met het NV-A met het oog op een overstap. Reden genoeg dus om daarover enkele vragen te stellen en enkele bedenkingen te formuleren.
Klopt het eigenlijk wel dat hij gaat overstappen naar NV-A? Ik vroeg het hem zelf. Ziehier zijn antwoord: Eerst en vooral vind ik het spijtig dat het nieuws voortijdig uitgelekt is. De tijd was daarvoor nog niet rijp. Blijkbaar had iemand aan tafel andere bedoelingen om dit te lekken. De NV-A is ook niet de enige partij die in mij geïnteresseerd is. Er waren er meerdere die eens wilden praten of een verkennend gesprek voeren over politiek, over mijn politieke toekomst, over mijn idealisme. Achter mij staat trouwens nog een groep gemotiveerde mensen, die ook de politieke interesse van anderen opwekken. Wij stonden bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen met 6 SLPers op de lijst van het Progressief Kartel. Hieronder zien jullie daarvan een groepsfoto.
Van links naar rechts Ann Vandekerckhove, Jan Gebbert, Wim Dewulf, Doris Ducheyne, Lode Maesen, Geert Lambert, Stijn Desplenter.
Vooruitzien is regeren Dat is inderdaad een bekende uitspraak in politieke middens. Natuurlijk weten de lezers van deze blog ook dat we in 2012 alweer naar de stembus moeten/ mogen om een nieuwe gemeenteraad te kiezen. Wie succesvol en vernieuwend leiding wil geven, moet naar de toekomst durven kijken. De kunst bestaat erin zijn kanonnen vroeg genoeg in stelling te brengen om tijdig te kunnen reageren als de vijand aanvalt. Van een andere wijze man hebben wij geleerd dat men het ijzer moet smeden als het heet is.
De NV-A is vandaag een partij die in de gunst staat van de kiezer Het ijzer is hier de grote populariteit van de partij op dit ogenblik, het smeden betekent dat sommige uiteraard geneigd (zullen) zijn om zich op die gunstige stroom te laten meevoeren. Of kan/mag men dat misschien ook opportunisme noemen? De partij wil in 2013 2018 natuurlijk overal vertegenwoordigd zijn in de gemeenteraden en het is dus niet meer dan normaal dat gezocht wordt naar valabele kandidaten om die droom of dat plan, (wie zal het zeggen ?) waar te maken.
Wie is Lode Maesen? Ik laat hem zichzelf voorstellen. Op 19 juli 1972 werd ik geboren als zoon van Herman Maesen, een echte Westendenaar die op 14 september 2010 overleed, en van Irène Deschieter. Ik ben de jongste telg van zes kinderen en stam uit een flamingant nest. Ik woon samen met Ann Pille, hoofd van het IBO (Initiatief Buitenschoolse Opvang) aan de gemeente Middelkerke. Wij hebben twee dochters, Lise 16 en Kato 10. Jarenlang was ik actief bij Chiro Ter Streep Westende. Als voorzitter van de jeugdraad was ik mee de stuwende kracht achter de oprichting van het jeugdhuis De Paravang. Ik nam jarenlang actief deel aan diverse besturen van de Volksunie en na de splitsing bij Spirit . Diezelfde verantwoordelijkheid neem ik nog op in tal van verenigingen. Als schepen heb ik volgende bevoegdheden: jeugd en senioren, preventie en straathoekwerk, toegankelijkheidsbeleid en sociale zaken, ontwikkelingssamenwerking en markten en foren. Volgens mij is Lode inderdaad een valabele kandidaat die niet zou misstaan op veel lijsten. Hij is een idealist, initiatiefrijk, sociaal geëngageerd en niet bang om de handen uit de mouwen te steken. Nu zijn eigen partij opgehouden heeft te bestaan, kan ik maar al te best verstaan dat hij loslopend wild geworden is.
Aan politiek doen in het spoor van Geert Lambert Lode heeft in de voorbije jaren de politieke lijnen, uitgezet door Geert Lambert, uit Oostende, gevolgd. Lambert startte zijn loopbaan in de Volksunie in 1991. Die partij viel in 2001 uiteen, wegens onenigheid over het al dan niet goedkeuren van het Lambermontakkoord over de verdere staatshervorming. Enerzijds waren er Bert Anciaux en Els Van Weert, die samen met Geert Lambert de links-liberale partij Spirit (Sociaal, Progressief, Internationaal, Regionalistisch, Integraal-democratisch en Toekomstgericht) oprichtten. Anderzijds was er Geert Bourgeois die een nieuwe partij stichtte, de N-VA of Nieuw-Vlaamse Alliantie. Na een referendum mocht de NV-A zich de erfgenaam van de Volksunie noemen, zonder echter de naam te mogen overnemen. Spirit werd later nog omgedoopt tot Vlaams Progressieven en nog later tot SLP of Sociaal-Liberale Partij. Dat werd geen succesverhaal. Het vervolg al evenmin want Lambert stapte over naar Groen, stond daar tweede op de senaatslijst in 2010 maar werd niet verkozen.
Welke principes huldigt Lode? Welke idealen koestert hij? Ik neem redelijkerwijze aan dat Lode Maesen, als gewezen parlementair medewerker van en propagandist voor spirit-voorzitter Geert Lambert, ook steeds een aanhanger geweest is van diens ideologische opvattingen. Ziehier wat hij daar zelf over zegt of enkele jaren geleden (in 2007) gezegd heeft. Misschien denkt hij daar nu wel anders over. Ik blijf trouw aan mijn idealen, namelijk een sociaal en progressief Vlaanderen. Dat beschouw ik trouwens als de enige constante in mijn leven. Ik blijf ijveren voor een Vlaanderen met veel bevoegdheden maar ik ijver niet voor de onafhankelijkheid. Ik wil een Europa van regios waardoor België sowieso verdwijnt. Ik heb geen Belgisch gevoel, nog nooit gehad en ik zal het nooit krijgen. Maar ik steek geen energie in een conflict. Ik ben Vlaming en dan Europeaan. België komt bij mij niet op. Verder wil ik mensen overtuigen van de rijkdom van diversiteit in onze samenleving. Ik streef naar gelijke kansen voor iedereen, voor vrijheid maar ook voor verantwoordelijkheid. Ik doe niet aan politiek voor de postjes anders was ik al lang ingegaan op voorstellen van veel grotere partijen dan spirit. Ik ben een republikein. Het koningshuis is nog altijd ondemocratisch en familieleden ervan vertoeven regelmatig in de schandaalsfeer. Zonder te spreken van de schandalen in Kongo. De koning heef trouwens altijd al gekozen voor de katholieken en voor de Franstalige en dat vanaf 1830. Verder vind ik dat stilstaan eigenlijk achteruitgaan betekent. Ik kijk naar de wereld en naar de nieuwe evoluties. Alleen op die manier blijf je, volgens mij, wakker en blijf je voeling hebben met de samenleving.
Lode in de gemeentelijke politiek als aanhanger van de SVHV Hij was in 1993 medeoprichter van de Volksuniejongeren Groot-Middelkerke (VUJO). De Volksunie was hier als partij ook wel actief. Maesen behoorde daarin tot de linkervleugel, in het zog van Oostendenaar Jaak Vandemeulebroucke, die later koos voor het NV-A. Eigenlijk kon Lode zijn partijpolitieke voorkeur niet voluit demonstreren. De Volksunie nam namelijk niet deel aan de verkiezingen onder die naam maar wel als SVHV (Stem van het Volk). Waarom? Was niet iedereen misschien Vlaamsgezind genoeg? Feit is dat die partij in Middelkerke jaren ongenaakbaar was. Met als achtereenvolgende leiders André Inghelram (1971-1982+), Julien Desseyn (1983 - 1988) en Frank Verlinde (1989-2000) leverde ze 30 jaar de burgemeester waarvan 23 in de fusiegemeente. Ze behaalde nooit de absolute meerderheid maar was toch zeer succesvol in het aantal zetels. (8 in 1982, 10 in 1988). In 1995, na de herverkiezingen behaalde ze nog slechts 7 zetels maar door een overeenkomst met CVP en SAMEN (op de wip) bleven ze toch aan de macht, tot ze in 2000 de klop van de hamer kregen en terugvielen naar 4 zetels. Net in die verkiezingen stond Lode Maesen voor de eerste keer op de lijst, als negende. Hij werd wel zevende in de ranglijst van de behaalde stemmen, maar dat volstond deze keer dus niet meer.
Kiezen tussen Spirit en NV-A In 2001 moest hij kiezen tussen Spirit en NV-A. De SVHV in Middelkerke werd alsmaar onbelangrijker omdat Frank Verlinde fel ontgoocheld was over zijn verkiezingsresultaat en zijn partij in de steek liet. Was hij ook niet eerder liberaal dan Vlaamsgezind? Toen Verlinde dan definitief afhaakte, werd Lode dan toch gemeenteraadslid. Zijn partijgenoten konden maar geen keuze maken. Lode werd dus politiek dakloos (zijn eigen woorden). Ging het over een verscheurende keuze voor hem? Ik neem aan van niet, gezien zijn voorkeur voor links, die we ook vermoeden bij Anciaux, Lambert en Van Weert. Het volstaat, volgens mij, daarvoor te vermelden dat Anciaux nu socialist is en dat Lambert later de sociaal- liberale partij (SLP) oprichtte, ook wel eens links-liberalen of progressieve liberalen genoemd. Spirit nam in 2003 ook met zeer groot succes deel aan de federale verkiezingen in een kartel met de socialisten (met stemmentrekker Stevaert). Lode koos voor Spirit en niet voor NV-A. Was dat misschien omdat Bourgeois eerder tot het rechtse kamp behoort? De volledige NV-A zou ik toch minimum een centrum-rechtse partij noemen.
Gemeenteraadsverkiezingen in 2006 In 2006 kwamen er dus weer verkiezingen aan. Lode streed toen nog onder de SPIRIT vlag. Een valabele lijst opstellen voor die partij zou niet eenvoudig geweest zijn en zou hem weinig kansen op succes geboden hebben. Dan maar gegrepen naar de kartelformule. Met wie anders dan met de socialisten van Geert Verdonck, hoewel die wel onthoofd waren door het wegvallen van de familie Desseyn. Om het linkse kamp volledig te maken, werden de groenen er ook maar bij genomen, de partij die ooit beweerde geen kartels te willen/ mogen sluiten maar die deze keer een kans zag om de eerste verkozene ooit in Middelkerke een mandaat te zien bekleden. De drie samen noemden zich het progressief kartel. Die oplossing vond Lode de beste garantie voor de toekomst van Middelkerke. Hij vindt ook dat de drie partijen veel gemeen hebben want dat een kartel anders niet werkbaar is. Hij kreeg de verkiesbare tweede plaats. De kartelformule heeft blijkbaar niet gewerkt op het gebied van het aantal stemmen, want de partij behaalde slechts twee zetels, maar de groene Erika Blomme kreeg een zitje in de OCMW raad. Om de meerderheid in de gemeenteraad te behalen had de VLD met zijn 12 zetels op 25 niet genoeg en dus waren ze verplicht een coalitie aan te gaan. Maar met wie? Met de CD&V? In de vorige legislatuur was hen dat zuur opgebroken! Met het Vlaams Belang mocht niet wegens het cordon sanitaire, dus kiezen dan maar voor de onnatuurlijke coalitie met de progressieve partij, die logischerwijze standpunten zou moeten verdedigen die tegengesteld zijn aan de blauwe.
Waarom deed Lode daar eigenlijk aan mee? Ziehier wat hij daar in 2007 over zei: Waarom ik meeheul met de VLD? Om hen misschien te overtuigen het enigszins anders te doen. Natuurlijk moet ik wel toegeven dat de kiezer het niet echt anders wil. Temeer besef ik ook dat je vanuit de oppositie echt niets kan doen, behalve ambetant zijn en je negatief gedragen en dat ligt niet in mijn aard.
Hoe is de verstandhouding binnen het kartel? Ik voel mij goed in het kartel. Elk doet zn ding in volle respect voor de ander. Ik krijg steun van sp-a wanneer ik ijver voor het zingen van de Vlaamse Leeuw op 11 juli in Middelkerke of wanneer ik eis dat de burgemeester op 11 juli zelf nog initiatief neemt om de gemeente te bevlaggen met leeuwenvlaggen in plaats van Tour de France - vlaggen,
En de hogere politiek? Lode stond als eerste opvolger van Geert Lambert op de lijst SLP voor de verkiezingen van de Vlaamse raad in 2009 en haalde als dusdanig 722 voorkeurstemmen, een degelijk resultaat in een partij die slechts 1,09 % van de stemmen haalde en die er dus niet in slaagde een mandaat binnen te halen.
Waarom hij Geert Lambert niet volgde naar Groen? Ik maakte na de stopzetting van SPIRIT/SLP niet de keuze voor Groen!. Ik koos ervoor om eerst voor mezelf uit te maken wat mijn toekomst kon zijn en ondertussen van op afstand de nationale politiek te volgen. Ik was dus toch geen socialist zoals sommigen dachten en ook geen groene. Neen, ik koos voor mijn sociaal Vlaams engagement. Dat betekende echter geen breuk met Geert Lambert, die ik nog steeds als een goeie vriend beschouw. Ik zie daarin het bewijs dat aan politiek doen met visie en idealisme dan toch geen vijanden oplevert. Of misschien toch wel... de tegenstanders.
Waarom nu wel de NV-A? Gezien mijn verleden kan die partij op mijn sympathie rekenen. Zeker door de manier waarop ze momenteel trouw blijven aan hun idealen, die deels de mijne zijn. Het zal er natuurlijk op aankomen of ze dat ook zullen blijven doen, met andere woorden of de zo gezegde compromissen die men in de politiek moet sluiten, geen afbreuk zullen doen aan die mooie principes.
Hoe is progressief te verzoenen met NV-A? We weten allemaal dat conservatisme en progressief denken, volgens de definities in woordenboeken, tegengestelde begrippen zijn. In de werkelijkheid schijnt dat anders te zijn. Het eerste betekent behoudsgezind, het tweede 'geavanceerd, links, radicaal, vooruitstrevend', de samenleving op een vernieuwende manier willen verbeteren. Politici zijn zeer inventief als ze hun denkwijze uiteenzetten en ze voegen daarom bijwoorden toe aan conservatief en progressief. Bart De Wever beweert conservatief te zijn. Hij ergert zich aan de vervuiling van het begrip. Op 16 mei 2009 verklaart hij aan Het Nieuwsblad. Ik betreur dat iedereen hip progressief wil zijn. Conservatief is tegenwoordig een scheldwoord. Ik ben niet tegen emancipatie, moderne kunst of vreemdelingen. Ik ben mensvriendelijk conservatief. Ik geloof namelijk niet in het individualisme, in de vrijheid -blijheidfilosofie, maar in gemeenschapsvorming. Het progressieve denken op ethisch en economisch vlak heeft ons veel miserie opgeleverd. Er zijn nog nooit zoveel depressies, zelfmoorden, vulgariteiten en seksuele immoraliteiten in de samenleving geweest, en de gevolgen van de liberale hebzucht kennen we ondertussen. Sorry, maar we zijn aan een correctie toe. Die correctie is inderdaad een pak conservatisme aan de dag leggen door de huidige waarden en de normen tegen het licht te houden en opnieuw verbanden te leggen tussen mensen. Het sociale weefsel is weg. Op zijn blog beweert NV-A volksvertegenwoordiger Paul Dedecker dat hij denkt (ethisch gezien!) in het progressieve kamp thuis te horen. Adoptierecht door holebis lijkt hem vanzelfsprekend, terwijl het zelfbeschikkingsrecht over het eigen leven hem een grondrecht lijkt, ook voor minderjarigen en dementerende. In verband met abortus vindt hij dat de wetenschap moet uitmaken vanaf wanneer het om een gezond en levensvatbaar kind gaat, of om een onvolgroeide vrucht, en daar desgewenst een zekere marge bij te nemen. De vraag is hoever dat allemaal kan en mag gaan.
Besluit Je kunt dus ethisch progressief, Vlaams progressief, economisch progressief maar ook economisch en mensvriendelijk conservatief zijn. De vakbond ABVV roept op om een progressief front te vormen tegen het NV-A. Kunnen jullie nog volgen? Het is allemaal natuurlijk heel complex en niet te vatten in een aantal zinnen. Hoe verzoen je diversiteit en ik heb geen schrik van vreemdelingen? Hoe voldoe je tegelijk aan vrijheid en verhoogde veiligheid? En zo zou ik nog een tijdje kunnen doorgaan. Moeten we de eventuele overstap van de progressieve Lode Maesen naar het conservatief -progressieve NV-A misschien ook in dat licht bekijken? Of wordt dat opgelost door deels dezelfde meningen en idealen te hebben?
Lang geleden! toen we nog op de schoolbanken zaten in Westende
Kennismaking met de school Toen wij nog maar pas vast op onze benen stonden en onszelf nauwelijks voldoende konden behelpen, werden wij al naar de kleuterafdeling van de nunneschole gestuurd. Zo werd inderdaad de vrije Sint-Lutgardisschool genoemd. Het grootste deel van het onderwijzend personeel bestond inderdaad uit nonnen, zusters van de congregatie Sint-Vincentius à Paulo uit Kortemark. Toen was er nog geen sprake van school kiezen: iedereen werd katholiek opgevoed, en daarmee uit! Hieronder zien jullie een foto van een gemengd klasje uit de periode vóór 1948. Fred Diet, die me de foto stuurde, beweert dat hij de kleuter is vooraan, links van de bloempot. Zijn er nog Westendenaars die iemand kunnen thuiswijzen?
Naar de jongensschool Het was toen nog niet allemaal in wetten of decreten vastgelegd op welke leeftijd een kind naar het eerste studiejaar mocht en zo mocht ik op mijn vijfde naar de lagere jongensschool. Inderdaad, vanaf toen (normaal 6 jaar) werden de jongens en meisjes gescheiden. De meisjes bleven bij de zusters en de jongens moesten/ mochten naar de gemeentelijke jongensschool. Dat was dus in september 1943, volop in de tweede wereldoorlog. Zoals iedereen begonnen wij het schooljaar 1943-44 met het eerste studiejaar. We zaten daarvoor samen met het tweede jaar in één klas omdat er maar één onderwijzer voorzien was voor de twee.
Een wirwar van leerkrachten Er waren op dat ogenblik drie onderwijzers benoemd aan de school. De eerste, August Dewulf, benoemd in 1914, was op 01.08.1920 schoolhoofd geworden. De tweede was Albert Bloes, in dienst gekomen in 1935 en de derde was niemand minder dan André Inghelram. Deze laatste werd in het schepencollege van 23.12.1941 als ziekelijk vermeld. Dat belette hem wel niet een zeer actieve rol te spelen in het VNV (Vlaams Nationaal Verbond van onderwijzer Staf de Clercq) en zelfs oorlogsburgemeester van Middelkerke te worden. Door een besluit van het schepencollege van 30.07.1943 werd hem een verlof toegekend van 1 jaar tot 03.08.1944. Ik heb hem dus nooit gekend als leerkracht, want hij is daarna nooit meer als dusdanig naar Westende teruggekeerd. Na opeenvolgende schorsingen werd hij bij beslissing van het college van 14.09.1943 (en op 28.09.1944 afgezet) vervangen door Georges Bloes, die dus onze eerste meester werd en die ons door het eerste en het tweede studiejaar loodste. Op de fotos hieronder, van links naar rechts: André Inghelram, August Dewulf, Albert Bloes en Georges Bloes. Zo zagen ze er toen uit. Ze zijn alle overleden.
De samenstelling van het onderwijzend kader heeft tijdens onze lagere schooltijd heel wat wijzigingen ondergaan. Veel leerkrachten geloofden tijdens de tweede wereldoorlog in een nieuwe orde. Zoals Inghelram en Baeckelandt in Middelkerke, hadden we hier August Dewulf en Albert Bloes. Zij zouden een onvaderlandsche houding aangenomen hebben, antinationale doelen nagestreefd hebben en propaganda gevoerd hebben ten gunste van de vijand. Er werden toen enkele tijdelijke aanwervingen gedaan om beide bovenstaande plus Inghelram te vervangen. André Titeca uit Middelkerke, Iréne François en Marcel Verstraete uit Ieper waren de interimarissen. Aan deze leerkrachten heb ik echter geen enkele herinnering bewaard. Op 12 september 1944 werd Westende bevrijd en onmiddellijk werd begonnen met de repressie. August Dewulf en Albert Bloes werden opnieuw door de gemeenteraad geschorst vanaf 27 september 1944 tot einde februari 1945.
Zij werden vervangen door Albert Lambein uit Westende en René Govaert uit Lombardsijde.
Een bewogen jaar 1944
Op 4 maart 1944 werden de scholen van Westende gesloten. Het onderwijzend personeel werd gebruikt voor het opmaken van de ontruimingsfiches, bestemd voor het Hoog Commissariaat van de Ontruiming. Op 8 september 1944 werd de school voor de tweede keer beschadigd door beschietingen. Dat bracht mee dat wij tijdelijk les kregen in villa La Dune in de Duinenlaan, het huidig schoonheidssalon van Fabienne Coucke, waarvan jullie hier links de voorkant (zonder torentje dat er toen nog niet was) en rechts de achterkant zien.
s Middags gingen we, onder begeleiding van de meesters, vruchten van de duindoorn plukken omdat die veel vitamine C bevatten waarmee men slecht gevoede kinderen en volwassenen versterkte.
In het derde leerjaar Na de vakantie van 1945 mochten wij dus van klas veranderen en kwamen wij in het derde leerjaar. Dat had bij de normale titularis August Dewulf moeten zijn, maar die was nog geschorst. Vanaf 28 juni 1945 werd Albert Bloes vervangen door Gustaaf Debleeckere en vanaf 3 juli 1945 werd Gustaaf Mornauw de vervanger van August Dewulf. Ik heb enig opzoekwerk verricht naar die beide Gustaafs en ik stelde vast dat Debleecker (foto hieronder links) overleden is en dat zijn weduwe nog in de Witte Nonnenstraat in Oostende woont. Mornauw (foto hieronder rechts) leeft wel nog en verblijft in een serviceflat van rusthuis Sint-Monica in Oostende, waar ik hem een bezoek bracht.
De infrastructuur De gemeenteschool geleek enkel in die zin op de vrije meisjesschool dat er op de speelplaats ook een betonnen schuilplaats gebouwd werd. Dat was nodig gebleken omdat op 8 september 1940 reeds een luchtaanval had plaatsgehad waarbij ernstige schade aangebracht werd aan de gebouwen van de school, vooral aan de turnzaal die omzeggens in puin gebombardeerd werd. Wij hebben dus nooit de luxe van een turnzaal gekend aangezien die pas begin 1950 hersteld werd. Ik ben reeds jaren vruchteloos op zoek naar een foto van de school met schuilplaats en met kapotgeschoten turnzaal. Voorlopig moet ik mij echter tevreden stellen met onderstaande foto.
Begin 1947 werd in de gemeenteraad beslist dat de schuilplaats moest verdwijnen. De prijs voor het opruimen werd geraamd op 6.478,22 BFr. Hadden wij dan helemaal geen lichaamsbeweging? Natuurlijk wel! Terwijl de drie meesters de speelplaats op en neer wandelden, speelden wij er boare (lopen van de ene kant van de koer naar de andere en ervoor zorgen dat je niet aangetikt werd door diegene die in het midden van de koer opgesteld stond) of gendarm en dief (ook een loopspel waarbij kruisgewijze via waterafvoergeultjes moest ontsnapt worden aan de gendarm in het midden.) De weg van en naar de school legden wij natuurlijk ook te voet af en na de schooluren konden wij niet snel genoeg op ons voetbalpleintje zijn. Nadat we ons huiswerk gemaakt hadden, natuurlijk!
Er waren drie klaslokalen. Op onderstaande foto kan men zien hoe die er uitzagen. In het midden stond de kachel met daarnaast een kolenbak. Per bank konden twee kinderen plaatsnemen. Ze waren voorzien van een voetsteun en vooraan uitgerust met een ligplaats voor de inktpot en gleuven om de griffel of de pen in te leggen. Deze klas stond onder de leiding van August Dewulf. Vooraan rechts zien we Fred Diet en Oscar Roose (+), daarachter rechts Willy Hochmont.
Nieuwe spelling In 1946 kregen wij een nieuwe hindernis te overwinnen: de nieuwe spelling werd ingevoerd. Dat zou zogezegd een versimpeling zijn van de vorige. We moesten voortaan alleen nog sch schrijven waar de klank sch werd gehoord, behalve in het achtervoegsel isch: mensch werd mens, maar komisch bleef. De lange klinkers ee (heeten) en oo (zoo) in open lettergrepen moesten voortaan als e (heten) of o (zo) geschreven worden. Die overschakeling liep niet bij iedereen van een leien dakje.
Klasgenoten De school was dus uitsluitend voor jongens bestemd. De totale bevolking van de school bedroeg ongeveer 80 leerlingen, een goeie vijfentwintig per klas en per onderwijzer voor twee studiejaren. Terwijl het ene jaar les kreeg, moest het andere jaar rekensommen maken, mooi leren schrijven of zinnetjes maken met pas geleerde nieuwe woorden. Wie daarmee vroeg klaar was en in de lagere klas zat, kon meeluisteren naar de les van het hogere jaar en zo vooruitlopen op zijn tijd. En wie zat er allemaal in onze klas? Op het gevaar af van er één te vergeten: Willy Castelein, Jules Christiaen, Guido Criel, Gilbert Denolf, Willy Devriendt, Maurice Dewulf, Lucien Lefevere, Frank Loones, Herman Maesen, Camiel Quartier, Walter Thyvelen, René Vermet, Désiré Verslype. Andere namen uit die tijd, maar die ik niet meer in de juiste klas kan plaatsen: Romain Clemens, Camiel Corteel, Gilbert Janssens, Robert Morel, Carlos Osaer, Jean Vanhooren, Daniël Vanmoortel, Laurent Verbeeke, Willy Wyckaert en een zekere Godfried waarvan de vader aan de tram was en die in het tramhuisje van Westende-bad woonde. Spijtig genoeg is er geen archief over onze gemeenteschool bewaard gebleven.
Naar de hoogste klas Albert Bloes trad pas begin 1947 weer in dienst. Hij had het vijfde, zesde, zevende en achtste studiejaar. Die laatste twee telden slechts weinig leerlingen en bestonden enkel omdat er sedert 1921 een leerplicht bestond tot 14 jaar. Wie niet verder wilde studeren en liever ging werken moest dus, in afwachting, eerst nog een paar jaren zijn broek verslijten op school. Ik ben al een hele tijd op zoek naar een foto van onze klas uit die tijd en ik heb de helft ervan gevonden. Hieronder zien jullie beter wat ik bedoel. De fotograaf stond dus vooraan in de klas en zal er wel niet in geslaagd zijn om de gehele klas ineens op de gevoelige plaat te krijgen. De linkse helft (hieronder, waarvoor dank aan Gery Osaer, gans vooraan) toont enkele klasgenoten uit het zesde leerjaar (o.a. René Vermet naast ?, Walter Thyvelen en Désiré Verslype, ? en ? maar de rest van het leerjaar en de enkele leerlingen uit het zevende en achtste leerjaar staan dus op die (onvindbare) rechtse helft.
Godsdienstige opvoeding Het godsdienstonderricht voor iedereen werd verzorgd door de pastoor of onderpastoor van Westende. Pastoor Prosper Soete (links hieronder) deed het tot 13 augustus 1945, daarna was het pastoor Rafaël Vanden Weghe. (rechts hieronder)
Misdienaars mochten bij begrafenissen en huwelijken de les verlaten om hun plicht in de kerk te vervullen. Vooral de trouws deden ze bijzonder graag want ze strikten of stropten de trouwkoppels met een lint en lieten ze pas door als ze met drinkgeld over de brug kwamen. Misdienaar zijn had dus wel voordelen. Je mocht ook de klokken luiden, je bleef s avonds na het lof rond de kerk spelen, je mocht niet aan de wijn zitten maar je deed het toch, .
Ik deed mijn plechtige communie op Sinksen 5 juni 1949. Dat was niet het geval voor het merendeel van mijn leerjaar, omdat die in een vorig kalenderjaar geboren waren. Om je communie te mogen doen, moest je bewijzen over een ruime kennis van de catechismus te beschikken. Die werd ons bijgebracht in de lering die plaats had in de kerk zelf. Tegen elke zitting moesten wij een deel van de leerstof instuderen en die kennis werd dan door de pastoor getest. Wie zijn les niet of onvoldoende geleerd had en dus niet kon antwoorden op een vraag, moest een stoel achteruit en werd voorbijgestoken door zijn buur, als die het antwoord wel kende. Zo kon de beste catechismuskenner tegen zijn plechtige communie de eerste stoel veroveren. In die tijd werd de eerste zitten op school of in de lering zeer belangrijk gevonden, vooral door de ouders, die hun spruiten fel daartoe aanmoedigden.
Na de lagere school Wie wilde verder studeren na het zesde lagere, had de keuze tussen de rijksmiddelbare school of het college in Nieuwpoort, ofwel het atheneum of het college of de vakschool in Oostende. Als je, zoals ik, koos voor de rijksschool, dan werd dat je niet in dank afgenomen. Westende- dorp werd toen nog volledig gedomineerd door de kerkelijke overheid en vond katholiek onderwijs dus vanzelfsprekend. Misschien vragen sommige zich af of wij schade leden onder de lessen in oorlogstijd en de wisselende (maar zeer bekwame) leerkrachten met elk twee klassen? Mij heeft het geen kwaad gedaan en ook in het middelbaar kon ik meer dan mijn mannetje staan.
Bronnen Scriptie van Stefaan Ingelbrecht Verslagen van de gemeenteraad Service Marc Feuille 11 Courrier du 13.3.1944
Aanpassing 19.12.2010 om 18 uur Fred Diet, een Westendenaar die destijds emigreerde naar Canada (zie mijn artikel over hem en zijn familie) laat mij weten dat hij elke week mijn blog leest om op de hoogte te blijven van wat zich in Westende afspeelt. Hij stuurde me ook nog een foto uit de tijd dat hij, zoals ik enkele jaren vroeger, school liep bij de nonnekens.
Het is natuurlijk al bijna veertig jaar geleden en dus dateert het van de goeie tijd dat Westende nog een zelfstandige gemeente was. Waarschijnlijk zullen de meeste onder diegene die toen al in Westende rondliepen, zich niet meer herinneren dat hier ooit een blaadje uitgegeven werd met bovenstaande titel. Toch heb ik het de moeite gevonden om het even onder jullie aandacht te brengen.
De politieke toestand na de fusie Westende-Lombardsijde De teerlingen waren geworpen, de fusie tussen Westende en Lombardsijde was uiteindelijk zonder bloedvergieten verwezenlijkt. Tijdens de verkiezingen van 11 oktober 1970 werden de politieke kaarten geschud en de eerste gemeenteraadszitting greep plaats op 2 januari 1971 om 8 uur s morgens. Er stonden twee partijen tegenover elkaar, de Gemeentebelangen en de Fusiebelangen. De eerste had 11 zetels veroverd tegenover 4 voor de tweede. Aannemer bouwwerken Julien Soetaert (Westende-dorp) zou burgemeester worden. De verkiezing van de schepenen gaf volgend resultaat: brouwer Albert Vandenkerckhove (Klein-Westende) werd eerste-schepen, landbouwer Long Dewulf (Lombardsijde) werd tweede schepen en ir mijnbouw Omer Huyghebaert (Westende-bad) derde schepen.
De gemeenteraadsleden waren Dr Louis Loones, Frans Tack, Gabriël Vannecke, Edmond Deswaef, Raymond Servais, Luc Astaes en Christiane Mortier-Delaere voor de Gemeentebelangen en Raoul Bouve, Gilbert Maertens, Joseph Muyle en Valère Germonpré voor de Fusiebelangen. Zoals de namen van de partijen het aangeven was het niet onmiddellijk duidelijk wie tot welke nationale partij behoorde. Soetaert was duidelijk een CVPer. Vandenkerckove werd in 1952 en 1958 verkozen op de lijst Van Huffel die toen opkwam tegen de lijst Soetaert. Hij was eigenlijk een soort liberaal. Dewulf en Huyghebaert droegen de signatuur Volksunie. Servais bemachtigde in 1964 een enige zetel op een soort rode lijst tegenover de acht van Van Huffel, Soetaert, Vandenkerckhove, De verkozen oppositieleden waren liberalen, behalve dan Muyle die in 1964 op de lijst van de huidige meerderheid stond. Vinden jullie dat verwarrend? Dat is het ook en dat zal ook zo zijn in de gemeenteraad!!
Hoe De Belleman van Westende geboren werd De kopman van de lijst Fusiebelangen was Raoul Bouve. Deze had tijdens de verkiezingscampagne beloofd dat hij de bevolking op de hoogte zou houden van wat er zich in de gemeenteraad afgespeeld had, met name over elke gebeurtenis die de Westendenaar kan interesseren. U krijgt het in Uw bus telkens de noodzakelijkheid zich voordoet. Zo beschik ik over 8 nummers, tot en met 16 juli 1971. Is er soms iemand die er meer heeft?
Wat mogen jullie verder verwachten van dit blogartikel? Ik kan uiteraard geen volledige en gedetailleerde verslagen brengen van de acht besproken gemeenteraadszittingen. Daarom zal ik een keuze maken van de leukste, de heftigste en de belangrijkste punten.
De zitting van 2 januari 1971 Deze zitting is de geschiedenis ingegaan als diegene die reeds geschorst werd vooraleer ze startte. De meerderheid kwam namelijk verspreid en te laat aan. Toen de burgemeester vroeg om te wachten tot iedereen er was, verzette de oppositie zich waarop de secretaris Henri Tack de burgemeester toefluisterde dat hij dan maar de zitting moest schorsen. Een fraai begin dus. De verkiezing van de schepenen liep ook al niet van een leien dakje. Huyghebaert die nochtans minder voorkeurstemmen haalde dan Frans Tack en Edmond Dewaef, werd toch verkozen. Uit onvrede ging Deswaef dan maar bij het publiek zitten. Toen Dewulf de eed moest afleggen en daarbij Belgische volk weigerde uit te spreken, moest de burgemeester hem aanmanen te herbeginnen. De fusiegemeente moest ook een nieuwe gemeentesecretaris krijgen. Henri Tack haalde het met 9 stemmen tegen 5 voor Camiel Vallaeys. De oppositie weigerde in te gaan op het voorstel van de burgemeester om hem dan maar direct te benoemen, omdat dit punt niet op de agenda stond. De meerderheid had natuurlijk zijn zin kunnen doordrijven, als ze het tenminste zelf eens geweest waren. Lombardsijdenaar Dewulf vond namelijk dat Lombardsijdenaar Vallaeys zich had moeten kunnen verdedigen en ook Loones vond dat de benoeming beter later gebeurde. Er moeten nog afvalligen geweest zijn want de benoeming van Tack werd uitgesteld.
De zitting van 18 januari 1971 Hier ontspon zich een discussie omdat Astaes op het bewuste ogenblik zijn militaire dienst vervulde in het kamp van Lombardsijde. Germonpré haalde een nummer van het Staatsblad aan waarin stond dat een dienstplichtige niet mag zetelen tijdens zijn legerdienst maar de klacht werd verworpen omdat kon aangenomen worden dat Astaes op elke zitting aanwezig kon zijn. Omdat Vallaeys, die secretaris was in Lombardsijde, nu werkloos was, vond de raad dat voor hem een plaats van gemeenteontvanger moest opgericht worden. Tijdens de discussie (misschien zijn er nog andere kandidaten met de nodige kwaliteiten en diplomas?) scheen iedereen het er nochtans over eens te zijn dat geen vreemde mocht benoemd worden.
De zitting van 5 febuari 1971 De bewijzen werden nu geleverd en Astaes mocht dan toch niet zetelen als milicien en werd vervangen door Georges Morel. Deze zitting werd rijkelijk begoten met bier. Soetaert bood twee bakken aan omdat zijn benoeming als burgemeester binnengekomen was maar de oppositie dacht dat het eerder de bedoeling was de verhoogde belastingen gemakkelijker te doen slikken. Raadslid Bouve wilde niet achterblijven en liet even later ook twee bakken aanrukken. Er barstte daarna een discussie los over het belasten van kampeerterreinen en kampeerhuisjes. De ene vond dat de taks op de kampeerterreinen moest verhoogd worden zodat die op de huisjes kon verlaagd of zelfs afgeschaft worden. Omdat schepen Dewulf dat voorstelde zag de oppositie daarin een manoeuvre om zijn intieme vriend, een eigenaar van kampeerhuisjes, te bevoordelen. Een opmerkelijk punt van deze zitting was ook de vermelding dat op de aanpalende grond van het A. Meyneplein binnen de 5 à 6 jaar een nieuw gemeentehuis zou gebouwd worden. In afwachting zou het huidig gemeentehuis verbouwd worden aan de prijs van 2.500.000 BFr. Schepen - architect Huyghebaert was trouwens reeds de plannen voor de verbouwing aan het opmaken. Belangenvermenging bestond toen zeker nog niet!!
De zitting van 12 maart 1971 De oppositie wilde meer volk op de zittingen door deze via de pers aan te kondigen, zodat de inwoners beter de inzet konden zien van de raadsleden: Er zijn er, na 4 zittingen, die nog hun mond niet openden en half slapend of suffend de vergadering bijwonen.
De zitting van 26 april 1971 Er werd gevraagd dat de gemeente dringend een bekwaam technisch bediende zou aanwerven, omdat omzeggens geen controle uitgevoerd werd op de aan de gang zijnde werken die tientallen miljoenen kostten en omdat er ook geen schepen van openbare werken aangesteld werd. Soetaert had namelijk deze bevoegdheid en zijn firma voerde ook werken uit in de gemeente. Zijn onpartijdigheid werd wel niet in twijfel getrokken maar de raadsleden wensten toch inzicht te krijgen in de stukken, dossiers en verslagen.
De zitting van 14 juni 1971 De plannen voor het verbouwen van het gemeentehuis werden uitgedeeld, maar twee raadsleden van de meerderheid vonden, zonder gevolg overigens, dat hun schepen Huyghebaert niet als architect voor de gemeente mocht werken. Men sprak ook over de uitbreiding van het gemeentehuis, met name over het huren van een huis dicht bij het gemeentehuis om er de politie in onder te brengen. Toen schepen Van de Kerckhove gevraagd werd, wat hij erover dacht, zegde hij Ik peins er niets van, want ik ken er niets van.
De zitting van 2 juli 1971 De rekening van de gemeente voor het dienstjaar 1970 werd vastgesteld. Het dossier werd rondgegeven maar schepen Van de Kerckhove wilde niet kijken want hij had zijn bril niet bij. In geheime zitting was er sprake van onderhandelingen voor de overname van de nevenliggende Au Relais inclusief grond, totaal 300 m² aan de prijs van 2.900.000 BFr. De oppositie vond dat te veel en de burgemeester werd aangemaand om opnieuw te onderhandelen voor een maximum prijs van 2.500.000 BFr. Toen Dr Loones opmerkte dat er meer dan de wettelijke minimum twee dagen zou moeten voorzien zijn tussen de ontvangst van de dagorde en de raadszitting om dergelijke belangrijke dossiers te bestuderen, reageerde de burgemeester heftig met Dokter, als U geen tijd hebt om U met de gemeentezaken bezig te houden, moest U er ook niet mede begonnen zijn.
De zitting van 16 juli 1971 Dat was schijnbaar ook een historische zitting omdat er geen ruzie gemaakt werd. Leden van de COO (nu OCMW) legden de eed af, er werd een voorzitter COO gekozen, er werd (voorlopig) een secretaris en een ontvanger COO aangesteld. De raad gaf aan de firma Soetaert opdracht een pompstation met persleiding te bouwen, teneinde de afwatering te verzekeren van de rioolleidingen in de Badenlaan, Oostendelaan, Dorpsstraat en Duinenlaan. En zeggen dat er daar nu nog steeds een probleem is met die waterzieke grond.
Werd daarna een einde gesteld aan de uitgave van De Belleman van Westende? Ik weet het niet! Misschien was de te rustige zitting van 16 juli 1971 er de aanleiding toe? Wie zal het zeggen?
We herdenken de 'Zon en Zee' - ramp, 10 jaar geleden
Zes december 2000 zal in de Westendse annalen geboekstaafd blijven als een rampzalige dag. Hoe zouden wij dat ooit kunnen vergeten? Er werd toen namelijk een bom gedropt op ons dorp met zware financiële schade voor de handelaars en eigenaars. Er werd ook een aanslag gepleegd op het rechtvaardigheidsgevoel, op de morele waarden en op het vertrouwen in de politiek van veel andere inwoners. De ministerraad besloot die dag, onder impuls van onze socialistische streekgenoot Johan Vande Lanotte, een deel van Zon en Zee, eigendom van het ACW, aan te kopen voor de prijs van bijna 14 miljoen euro om er een opvangcentrum voor 750 asielzoekers in te richten.
Wij denken met weemoed terug aan ons bloeiend toeristisch dorp van vroeger Een toeristisch centrum dat in het jaar 2000 nog 144.000 overnachtingen mocht boeken, moest plots verdwijnen om plaats te maken voor een centrum met (onbemiddelde) asielzoekers. Buitenstaanders, die er jarenlang druk het zwembad bezochten, waren er plots niet meer echt welkom. Dat viel allemaal niet in goede aarde bij de Westendenaars. Die vonden trouwens dat er nog heel wat andere redenen tot ontevredenheid waren. Westende zou minder aantrekkelijk worden voor toeristen met minder inkomsten voor de handelaars tot gevolg. De eigendommen zouden in waarde verminderen. Het aantal voorziene asielzoekers was veel te hoog in verhouding tot 1000 dorpbewoners. Het leefmilieu van de dorpsbewoners zou geschonden worden. Het familiaal karakter van het dorp zou verdwijnen. Er werd gevreesd voor hogere onveiligheid (door criminaliteit en op medisch gebied). Bovendien vonden de mensen het opvangen in zon luxueus centrum en het onredelijk veel (belastings)geld besteden aan personen, waarvan de meeste vluchtten uit economische redenen, ongepast. Er werd dan ook een actiecomité opgericht dat hardnekkig weerstand bood met pamfletten, boeken, fakkeltochten, symbolische acties maar vooral via een klacht bij het gerecht op basis van het feit dat Zon en Zee een centrum was voor verblijfsrecreatie waar niemand mocht wonen, terwijl asielzoekers dat wel deden.
De antihelden van de Zon en Zee story
Wij kunnen en zullen de talloze blunders van Michel Landuyt niet vergeten De steun van de gemeente verlenen aan het asielcentrum zal ook de Westendse geschiedenis ingaan als de allergrootste blunder van burgemeester Michel Landuyt. Als jurist meende hij natuurlijk alles beter te weten. Hij vond het niet nodig ook maar één keer met de leden van het actiecomité te overleggen. Integendeel, hij strooide eerst zand in hun ogen door te doen alsof hij zich tegen de vestiging van het centrum zou blijven verzetten. Daarna maakte hij een bocht van 180 graden en werd hij de aartsvijand van de actievoerders. Hij gedroeg zich als Judas tegenover de Westendenaars. Dat hij juist op zijn eigen (gerechtelijk) terrein gevloerd werd, bewijst natuurlijk dat zijn inschattingsvermogen te wensen overlaat. Dat bewees hij nogmaals toen hij de leden van het actiecomité wilde intimideren door ze in de gaten te laten houden, ja zelfs inlichtingen over hen te laten inwinnen door de politie. Zijn klacht bij het 'Centrum voor Gelijkheid van Kansen' tegen de schrijver van de boeken over het asielcentrum, werd door iedereen weggelachen, zelfs door Johan Leman. Hij verkoos de vriend te blijven van de socialistische minister, zogezegd in het belang van Middelkerke, door een verschrikkelijk en waardeloos protocolakkoord met hem af te sluiten. Bovendien kwam daar nauwelijks iets van terecht. Geen enkel pestmiddel tegen de Westendenaars was hem trouwens te min. Het mooiste voorbeeld daarvan was de 'farce met de afsluiting van de vakantiestraat, die later vervangen werd door een onverlichte afval- en onkruidstraat met slecht wegdek. Landuyt bleef altijd maar volhouden dat de ontevredene slechts een kleine groep vormden. Niettegenstaande de feiten het tegendeel bewezen, met als pijnlijk hoogtepunt een beestachtige overval door een asielzoeker op een winkel in Nieuwpoort- bad, waarbij de winkeljuffer gruwelijk mishandeld werd, bleef hij beweren dat er helemaal geen criminele feiten gepleegd werden door bewoners van het centrum. Hooguit een paar zwartrijders op de tram. Toen het kalf verdronken was, werd dan maar een schijnveiligheidsplan opgesteld. Michel vond bij de pers gretige afnemers toen hij het centrum een toeristische voltreffer noemde, de renaissance van Westende, een positieve balans. Aan de oppositie werd nauwelijks een antwoord gegund. Toen het comité een kortgeding inspande, moest het bewijzen dat er schade geleden werd. Maar wat doet een rechter als de burgemeester het tegendeel blijft beweren? Dat heet op zijn minst ondermijning van de gerechtelijke acties door het comité.
Wij moesten helaas ook opbotsen tegen de arrogante acties van de directrice van het centrum Michel Landuyt vond in Claudia Larsen een fanatieke medestander. Zij gedroegen zich beide als kampioenen in de desinformatie. De directrice vatte alles (veel te) groots op en zette alle middelen in maar vooral financiële, om in de belangstelling te komen. Een goede pers was haar voornaamste betrachting. Er kwam maar geen einde aan haar peperdure integratieprojecten. Door ijspistes te installeren en informatiedagen en opendeurdagen met dure attracties te organiseren, goot ze telkens olie op het vuur. Om toch maar succes te hebben, liet ze autobussen met asielzoekers uit andere centra aanrukken om haar werk te bewonderen. Begreep ze dan niet dat ze de actievoerders daarmee een grote dienst bewees? Door haar ondiplomatieke, arrogante en misprijzende houding wakkerde ze onrechtstreeks hun motivatie aan. Dat Vande Lanotte de handen boven haar hoofd hield, dat was voor iedereen duidelijk. Initiatieven die veel kwaad bloed zetten, waren het plaatsen van een nutteloze maar dure afsluiting rond het centrum, de naamswijziging in De Passage en de invoering van educatief - sociale vakanties. Deze laatste moesten de indruk wekken, in het vooruitzicht van de volgende rechtszaken, dat Zon en Zee nog steeds een centrum voor verblijfsrecreatie was. De deelnemers moesten deelnemen aan het leven in het centrum om aldus een beter inzicht te krijgen in de asiel- en migratiepolitiek en in de internationale solidariteit. Zoals voorzien werd daarmee enkel een weliswaar groot maar reeds geïnformeerd en reeds geëngageerd/ overtuigd publiek bereikt. Daarnaast meldden zich ook, maar in veel mindere mate, gewone toeristen- profiteurs aan.
We betreuren nog steeds de dubbelzinnige tussenkomsten van Jean-Marie Dedecker Bij het vernemen van het nieuws dat in Westende een asielcentrum zou gevestigd worden, vond de ex-Lombardsijdenaar, dat het beter op zijn plaats zou geweest zijn in het voormalig militair hospitaal van Oostende, maar dat dit handig in het duinendecreet gemanoeuvreerd was, zodat enkel veldmuizen en konijnen er nog konden logeren. Hij moest toch ook iets zeggen!!! Op de stichtingsvergadering van het comité in De Kroon beweerde de toenmalige senator nogmaals dat een asielcentrum in Westende - dorp niet kon en dat hij zich achter de inwoners zou zetten. Maar Jean-Marie vergat zijn mooie beloften en liet zich nooit meer zien, behalve toen hij de reuk van het geld van het integratiefonds opsnoof en de kans zag ijspistes te leveren, eerst aan het centrum en daarna aan de gemeente. Ik heb nooit begrepen waarom hij niet lastig gevallen werd in de rechtszaak tegen Michel Landuyt.
Wij zullen Johan Vande Lanottezijn vijandige acties nooit vergeven Vande Lanotte was de initiatiefnemer en de gangmaker van het asielcentrum in zijn achtertuin. Hij wilde maar niet toegeven dat hijzelf daartoe het initiatief nam en niet het ACW, dat weliswaar graag op de kar sprong. Hij geloofde niet meer in sociaal toerisme wegens te duur en wegens betere buitenlandse alternatieven. Hij was/ is ervan overtuigd dat een minister de wet mag omzeilen. In zijn eigen stad wilde hij zon centrum niet wegens te dicht bij Engeland. Hij zorgde er voor dat de directrice over overvloedige financiële middelen kon beschikken en dat voor alles en nog wat een beroep kon gedaan worden op allerlei fondsen, waaronder vooral het Europees integratiefonds. Hij vond de opvang in het luxecentrum sober. Hij beweerde dat hij de wet zou wijzigen als het gerecht hem ongelijk gaf en dat hij het centrum nog liever zou laten verkrotten dan er opnieuw vakantiegangers in te steken. De Westendenaars hebben bij vorige parlementsverkiezingen al met hem afgerekend. Misschien blijven ze dat ook in de toekomst doen.
En toch werd het asielcentrum uiteindelijk gesloten Het actiecomité was overtuigd van zijn gelijk en hield voet bij stuk. Ook nu heeft de aanhouder gewonnen. In tegenstelling tot wat Michel Landuyt hoopte, nam de weerstand niet af en na verschillende rechtszaken in Veurne, Brugge, Gent en Brussel werd dan toch op 19 juni 2003 een rechtvaardige rechter gevonden die oordeelde dat het centrum dicht moest binnen de 6 maanden (namelijk op 19 december 2003). Het feit dat de asielzoekers woonden in een centrum voor verblijfsrecreatie gaf dus de doorslag. Er was die dag grote blijdschap en opluchting in het dorp. En nu maar uitkijken naar een nieuwe toekomst voor Zon en Zee!!! Kon het ooit weer een toeristisch centrum worden???
en ook verkocht, maar na onwaarschijnlijk veel hindernissen genomen te hebben In de zitting van 14 oktober 2003 verklaarde de Ministerraad zich akkoord met de verkoop in 2003 van het opvangcentrum voor zover de verkoopprijs de geschatte waarde van 9.660.000 euro bereikte. Maar de bodemattesten, als die al ooit bestaan hadden, bleken verstreken te zijn. Zonder geldige attesten kon de verkoop niet doorgaan. Op 31 januari 2004 schreef Het Laatste Nieuws dat het een vergetelheid betrof. Zodra de attesten er waren, werd verondersteld dat het centrum nu wel te koop zou aangeboden worden. Weer mis!! Op 21 mei 2004 liet de kalfvleessector via de rechter beslag leggen op het domein omdat ze eerst een tegoed aan te veel betaalde belastingsgelden wilden terugkrijgen. De overheid tekende daartegen verzet aan en dat betekende weer uitstel. Het Federaal Agentschap voor de opvang van Asielzoekers (Fedasil) bleef tot eind oktober 2004 verantwoordelijk voor gebouwen en personeel. Op 3 november 2004 werden de sleutels overhandigd aan de Regie der Gebouwen. Zij betaalden het personeel verder tot 1 januari 2005. Op 2 november 2005 werd eindelijk beslist dat Zon en Zee mocht verkocht worden. De kandidaat-kopers dienden tegen 1 december 2005 een schriftelijk bod uit te brengen. Diegene die dat deden, werden uitgenodigd op een mondelinge opbieding op 12 december 2005. Het hoogste bod bedroeg 9.005.000 euro. Aangezien dit bod de geschatte waarde van 9.660.000 euro niet bereikte, moest het voorgelegd worden aan de Ministerraad. Deze aanvaardde tenslotte toch het 655.000 euro lagere bod in de zitting van 14 december 2005 zodat de verkoop kon doorgaan. Tegenover een aankoopprijs van 13,6 miljoen euro, betekende dat dus een verlies van meer dan 4,5 miljoen euro. Reken daarbij nog gedane investeringen (194.428 euro) en onderhoudskosten (94.970 euro) en verwarming tijdens leegstand (47.924 euro) en gerechtskosten (13.071 euro), dan komt het totaal geleden verlies volgens het Rekenhof op 5.177.724 euro (meer dan 200 miljoen BFr!). of 37%. Bij akte van 22 december 2005 heeft de Belgische Staat het centrum verkocht. Een feestelijke dag voor Westende!!! Amper één dag na de verkoop en na het feesten werd het enthousiasme in Westende echter alweer bekoeld. De Brugse rechtbank van eerste aanleg besliste namelijk dat de verkoopsovereenkomst niet mocht goedgekeurd worden. Er was immers een klacht van de nv Parsifal Ontwikkeling uit Wilrijk. De klager had op 1 december een offerte ingediend. Op 5 december zouden de verkoopsvoorwaarden eenzijdig gewijzigd geweest zijn waardoor de rechten van Parsifal zouden geschonden zijn. Er moet dus gewacht worden tot de rechter daarover een uitspraak ten gronde gedaan had. Op 8 maart 2006 besliste een rechter in Brugge dat de federale overheid eindelijk het centrum mocht verkopen. Het is haast niet te geloven dat zoiets allemaal mogelijk is!!
Wie zijn de nieuwe eigenaars? Op 8 januari 2007 verscheen de verkoop in het Staatsblad, met de volgende tekst
Art. 8. De akte van 22 december 2005 houdende verkoop door de Belgische Staat aan : - de NV "leperse Bouwmaatschappij", afgekort "IEBO", koper voor 25 %; - de NV "IMMOGROUP JOYE", afgekort "IMMO JOYE", koper voor 12,50 %; -de NV «TWIN INVEST», koper voor 50%; -de NV IMMO KAMAR», koper voor 6,25%; -de NV «SISSAU IMMOBILIËN», koper voor 6,25% van een complex van gronden, gebouwen en constructies gelegen Vakantiestraat 1, +1, en 2 te Middelkerke, met een totale oppervlakte van 5 ha 28 a 94 ca voor de prijs van 9.005.000 EUR.
Met al die groepen/ vennootschappen is het nooit eenvoudig om te weten wie daar juist achter zit. De Ieperse (?) bouwmaatschappij NV (IEBO) heeft zijn zetel in de Albert I laan 234 in Nieuwpoort. Volgens de notulen van de jaarvergadering van 4 mei 2005 is ze samengesteld uit de volgende rechtspersonen tot aan de jaarvergadering van 2011: BVBA IMMAD, met zetel in de Albert I laan 234 in Nieuwpoort, met als vaste vertegenwoordiger Luc Wille, Emile Verhaerenlaan 34 in Nieuwpoort. NV FABIOLA, met zetel in de Lagaenestraat 5 in Diksmuide, vast vertegenwoordigd door Guido Declercq, Generaal Notermanlaan 22 in Oostduinkerke. NV NOORDZEEPARKEN, met zetel in Duinenweg 493 in Middelkerke, met als vaste vertegenwoordiger Louis Dobbelaere, wonende op hetzelfde adres. NV ZEEPARKEN, met zetel in Generaal Notermanlaan 22 in Oostduinkerke, vast vertegenwoordigd door Guido Declercq op hetzelfde adres. De NV FABIOLA werd benoemd tot voorzitter van de raad van bestuur, de andere werden benoemd tot gedelegeerd bestuurder.
De NV Immogroup Joye (IMMO JOYE), met zetel in de Normandielaan 13 in De Haan, is gevormd rond de onafscheidelijke tweelingbroers André en Roger Joye, twee West-Vlaamse selfmade men die ooit waren begonnen als arbeiders op een scheepswerf en later furore maakten met de eerste lunaparken en dancings aan de kust. Casinobazen zijn ze ook geworden, met de hulp van die andere grote naam aan de kust, Luc Rammant (+ maart 2010), ooit uitbater van het Middelkerks casino.
Charles Depoorter is de man achter de NV Immo Kamar Middelkerke, zeedijk 63.
De NV «TWIN INVEST», Albert I laan 96 Oostduinkerke, soms ook vermeld als Twin Properties, maakt deel uit van de NV Gromabel, een gerenommeerde vastgoedholding, actief in projectontwikkeling met jarenlange ervaring in nieuwbouwprojecten, tweede verblijven en vakantieparken aan de Westkust, Limburg en Noord-Frankrijk. Daarachter gaan ook de voormalige Unilin investeerders (Quickstep) schuil, die gespecialiseerd zijn inisolatie, laminaten en isolerende daksystemen.
De NV «SISSAU IMMOBILIËN», Zeedijk 127 of Leopoldlaan 101 Middelkerke.
Ik dacht eerst dat de groep Caenen ook mede-eigenaar was, maar de heer Gregory Caenen antwoordde mij dat dit niet het geval is. Misschien zijn er nog wel andere. Ik heb ze echter niet teruggevonden.
Einde februari 2007 verkondigden de kranten dat de gebeden van de Westendenaars zouden verhoord worden. Het consortium van nieuwe eigenaars zal het gele hoofdgebouw uitbesteden aan een koppel van echte Westendenaars, Jan Dobbelaere en Stefanie Surmont, die actief zullen zijn onder de naam Zeester Vakanties. Zij zullen zich specialiseren in de korte verblijfsformule en zullen tegen de paasvakantie 2007 starten met het Aparthotel Zon en Zee met 22 appartementjes en 8 studios. Door op het volgende URL adres te klikken kunnen jullie kijken naar het filmpje dat de regionale zender Focus draaide ter gelegenheid van de opening. http://www.youtube.com/watch?v=54KuEvPIDis&feature=related
Buiten het hoofdgebouw en één gebouw in de Matthieulaan werd alles afgebroken en zo ligt het er nog steeds op het einde van 2010, 7 jaar na de sluiting. In een volgende bijdrage zal ik eens uitleggen welke de redenen daarvoor zijn.
Ondertussen is Westende dorp nog slechts de schaduw van weleer. Dat de verantwoordelijken daar maar eens over nadenken!!
Rechtzetting ingevolge een email ontvangen vanwege Jan Dobbelaere
De groepen die de gronden en gebouwen aankochten vormen op heden de NV Zon en Zee. Louis Dobbelaere zit in de firma IEBO via Kriss Vakantieservice BVBA, Henri Jasparlaan 179. Deze laatste firma kocht kort na de openbare verkoop de hotelgebouwen (gele gebouwen) over van de NV Zon en Zee. Jan Dobbelaere en Stefanie Surmont baten dus het Aparthotel uit in opdracht van Kriss Vakantieservice BVBA, waarvan vader Louis Dobbelare de zaakvoerder is.
Op vrijdag 26 november 2010 s avonds had een volksfeest plaats ter gelegenheid van de officiële inhuldiging van het zopas vernieuwd stuk van de Henri Jasparlaan tussen de kerk van Westende-dorp en de Doornstraat, zijnde een afstand van 370 meter. In allerijl werden dinsdag, in de plassende regen, nog boompjes geplant, kwestie van goed voor de dag te komen op de plechtigheid. Zoals iedereen zeker, kreeg ik daarvoor onderstaande uitnodiging in de bus.
Groots opgevat dus. Volgens mij te, maar goed. Dat evenement moet ik bijwonen, dacht ik. De weermaker was de organisatoren niet gunstig gezind. Een rot, winters weer was het! Spijtig! Met braseros of met kolen gestookte kacheltjes werd geprobeerd dat te doen vergeten. Mobiele, verlichte kerstbomen getuigden van het feit dat kerstmis nog veraf is. Het aantal aanwezigen lag hoger dan wat ik eigenlijk verwacht had. Ze konden beschutting zoeken tegen de sneeuw onder luifels en werden verwend met warme sprotjes en zoals te zien op de uitnodiging hierboven, met twee gratis drankjes per gezin in Ter Gunst. Waarom alleen daar is mij een raadsel. Of verleenden de andere horecazaken in de Henri Jasparlaan zelf, hun medewerking niet? Toch geen favoritisme, zeker? Vanaf een tribune zorgde de fanfare voor een goede stemming, daarin bijgestaan door huppelende en dansende meisjes in lichte kledij, die zich niet lieten afschrikken door het barre weer. Tenslotte richtten de eerste schepen en de burgemeester (waarom beide?) nog het woord tot de aanwezigen. Naast een dankwoord voor iedereen die aan het project meewerkte, zetten ze zichzelf ook in het zonnetje door de huidige werken te bewieroken en ook nog andere werken aan te kondigen: de markt, een park op het vroegere stort in de Hofstraat en de Essex Scottishlaan in studiefase. Waarom niet eigenlijk, de gemeente heeft toch geld genoeg! Niets over de Westendelaan echter, maar dat is een gewestweg en minister Crevits heeft geen geld meer. Maar de gemeente heeft het wel beloofd. De burgemeester schoot de hoofdvogel af, door te verklaren dat hij zich vroeger altijd afgevraagd had wie Henri Jaspar eigenlijk was. Hij zou er goed aan doen wat regelmatiger mijn blogartikels te lezen, als hij dat nog niet doet. Dan zal één van de belangrijkste Belgische politici ooit, hem beter bekend zijn.
Henri Jasparlaan open (Het Nieuwsblad 16.11.2010 vln) De Henri Jasparlaan is dus weer open voor het verkeer. Vroeger heb ik er mij vaak over beklaagd dat er zelfs geen voetpad was. Ik vond dat, zoals vele onder jullie waarschijnlijk, bijzonder erg omdat veel jonge kinderen, eventueel met ouders, er langs moeten om zich naar de gemeenteschool te begeven. Een andere reden om die laan te vernieuwen, naast noodzakelijke periodieke werken aan de riolering en energiekabels, was het feit dat er onvoldoende parkeergelegenheid was om de ouders toe te laten hun kinderen aan de school af te zetten. Die laan is nu afgewerkt en daaraan is nu voldaan, dus juichen wij die vernieuwingen toe.
De aankondiging van de werken In tegenstelling tot de werken aan de Leopoldlaan en aan het marktplein in Middelkerke, die dagelijks wel door iemand beschreven en besproken werden/ worden, heeft de Henri Jasparlaan eigenlijk weinig aandacht gekregen in de voorbije weken. Het is natuurlijk een veel minder belangrijk werk. Op 13 juni 2010 verklaarde Janna Opstaele, schepen van openbare werken, dat de werken goed opschieten en dat het stuk tussen de Doornstraat en de Westendelaan een prachtige laan zou worden. De riolering wordt vernieuwd en alle huizen worden aangesloten op het stelsel waarbij regenwater en vuilwater gescheiden worden*. Ook de bovenbouw wordt vernieuwd en er komen brede trottoirs en aan beide zijden een fietspad. We willen de Jasparlaan ook een gezellig karakter geven en daarom komen er bomen en groen. Er is ook speciale aandacht voor de omgeving van de gemeenteschool. Daar komt een kiss-and-ride-zone zodat ouders hun kinderen veilig kunnen bezorgen en afhalen. Er komt op bepaalde plaatsen ook geschrankt parkeren waarbij de auto's schuin tegenover het voetpad staan. * Op dit moment zijn er in Vlaanderen nog veel gemengde rioolstelsels. Het hemelwater wordt samen met het afvalwater afgevoerd. Dat heeft echter heel wat nadelen. Bij droog weer bezinkt het vervuilde slib van de huishoudens in de riolen. Als het hevig begint te regenen, kunnen de riolen de grote hoeveelheid water niet meer aan. Dat loopt dan via over - storten in beken en rivieren. Het afvalwater wordt sterk verdund wat het zuiveren van het water moeilijker maakt, zodat de waterkwaliteit er fel onder lijdt. Hemelwater dat meteen via de rioleringen wordt afgevoerd, komt dus niet in de bodem terecht. Nochtans is dat nodig om de grondwatervoorraden aan te vullen. De Henri Jasparlaan is de eerste straat in Middelkerke met gesplitste stelsels.
Op 23 juni 2008 om 20 uur had er een infovergadering plaats in de Calidris. Ik kon daarop helaas niet aanwezig zijn en ik kan jullie dus niet vertellen hoeveel bewoners er aanwezig waren, welke suggesties er gedaan werden en of er daar wel rekening mee gehouden werd. De werken waren trouwens toen al meer dan twee maanden bezig. In Het Nieuwblad van 25 juni 2008 lezen we ongeveer hetzelfde maar efo schrijft dat er een kus- en rijzone komt, dat zijn enkele parkeerplaatsen die tijdens de spitsuren voorbehouden zijn voor het veilig afhalen en afzetten van kinderen. Op het Arthur Meynneplein konden we tijdens de duur van de werken informatie daarover aflezen op volgend bord.
We zien daarop dat de prijs van de werken 1.248.084,14 euro bedraagt. Hoeveel er nadien meestal nog bijkomt, dat zal wel niet meegedeeld worden. Voor diegene die houden van cijfers, betekent dat 3.373 euro of 134.928 BFr per lopende meter. De bouwheer is de gemeente Middelkerke terwijl TMVW Aquario uit Gent de werken meefinanciert. TMVW stelt haar ledengemeenten het AquaRio-project voor als oplossing voor de hoge kosten voor rioleringswerken. Deelnemende gemeenten betalen jaarlijks een werkingsbijdrage aan de TMVW. De gemeente kan ervoor opteren een deel van deze bijdrage via de waterfactuur, als een extra belasting, aan de burger door te rekenen. Ik vind dat er bij elk werk zon bord zou moeten staan.
Kritisch bekeken Zoals altijd heb ik de afwerking van de laan kritisch bekeken. Daarbij is mij één en ander opgevallen.
Schuine parkeerplaatsen Er werden schuine parkeerplaatsen aangekondigd. Die zijn er ook maar dan tussen de Duinenlaan en de Doornstraat waar slechts een paar woningen staan. En nu maar hopen dat ze toch regelmatig bezet worden! Door bezoekers van de Westendia of van de jaarlijkse aperitiefconcerten? Als die tenminste niet op het A. Meynneplein blijven!
Waarom werden er parkeerstroken voorzien vóór de garages? Daarover heb ik het al gehad toen ik de werken in de Zuidstraat beoordeelde.
Ik stel nu vast dat men het hier opgelost heeft door de parkeerplaatsen te markeren om er inritten van te maken.
Op de bovenstaande fotos zien jullie links de parkeerstrook zonder markeringen, in het midden een oprit zoals er volgens mij aan elke garage één had moeten zijn en rechts een gemarkeerde zone vóór een garage.
Te laat klaar? Te vroeg in gebruik genomen? De lokale firma Norré Behaeghel had dus 100 werkdagen om de werken op te knappen. De juiste dag van de start van de werken ken ik niet, maar onderstaande foto dateert van 23.03.2010.
Laat ons (ruim) aannemen dat de werken startten op 15 maart 2010. Het steekt nu ook wel niet op één dag. Dat zou dan betekenen dat die 100 werkdagen voorbij zouden zijn op 3 augustus 2010. Misschien was het wel de bedoeling dat de laan klaar zou zijn vooraleer het schooljaar 2010-2011 aanving. Dat is dus bijlange niet gelukt want de verkeerstekens werden slechts op 17.10.2010 geplaatst. Tot dan werd de inrit aan de kerk op halfslachtige manier verboden, maar niemand trok zich daar iets van aan. Ondertussen werd nog maar verder gewerkt aan de fiets- en voetpaden en aan het leggen van de laatste bovenlaag. De bewoners zullen dus wel niet enthousiast geweest zijn over die laattijdige afwerking maar ze gebruikten de laan toch maar, alsof ze zou afgewerkt zijn. Wat ik echter helemaal niet goedkeur, is het feit dat de laan reeds gebruikt werd zonder dat alle verkeersborden aangebracht waren. Stel u voor dat bijvoorbeeld een fietsend kind doodgereden zou worden in die periode. Wie is verantwoordelijk? Zouden de gemeentelijke bestuursmensen dit met hun geweten in overeenstemming kunnen brengen? Ik denk het niet en dus is dat een zeer zware fout. Jullie zien hieronder twee fotos, één van 13.10.2010 en één van 17.10.2010.
Wie plant (van het werkwoord plannen) en wie betaalt?Om daarover te kunnen uitweiden, heb ik inlichtingen moeten inwinnen bij de bevoegde diensten. Daarom vroeg ik aan Wegen en Verkeer, Secretariaat Ingenieurs in Brugge de lijst van de gewestwegen in Middelkerke. Daarop vond ik ook de Henri Jasparlaan tussen de Grossettilaan en de Westendelaan, die ooit de naam van N388 meekreeg. Op de website http://wegen.vlaanderen.be/communicatie/wegentelefoon.php kan men lezen dat het Agentschap Wegen en Verkeer (MOW) instaatvoor de aanleg (voorbereiding, ontwerp, plannen, bouw, uitvoering, ..) en het onderhoud van de Vlaamse gewest- en autosnelwegen. Daarom wou ik wel eens weten wie die werken moest betalen. De reeds genoemde gewestelijke dienst heeft mij dan uitgelegd wat een mobiliteitsconvenant is. Omdat bij zon project gemengde verantwoordelijkheden in het spel zijn, moeten daarover afspraken gemaakt worden. De Vlaamse overheid is bevoegd voor haar gewestwegen op het gebied van ruimtelijke ordening maar de gemeentelijke overheid is bevoegd inzake lokale ruimtelijke ordening en parkeerbeleid. Ze beheert ook het gemeentelijk wegennet, dat verstrengeld is met het gewestelijk net en is tevens bevoegd op politioneel gebied. Ook de verdeling van de kosten wordt in zon convenant vastgelegd. Daarom heb ik aan de technische dienst van de gemeente gevraagd wat er daaromtrent afgesproken werd. Zeer groot was mijn verwondering toen de mobiliteitsambtenaar van de gemeente mij meedeelde De Henri Jasparlaan was vroeger een gewestweg, maar werd door de gemeente overgenomen waardoor het een paar jaar geleden een gemeenteweg geworden is. Er konden dus ook geen convenanten afgesloten worden voor de herinrichting van de straat. Alle kosten zijn voor de weginrichting zijn dus ten laste van de gemeente. De gemeente heeft gelijk want bij besluit van de gemeenteraad van 12 december 2002 werd de Henri Jasparlaan, samen met vier andere gewestwegen, overgenomen door de gemeente, omdat het gewest die overdracht wenste. Men kan zich nu natuurlijk de vraag stellen waarom de gemeente een gewestweg overneemt en dan later zelf en alleen voor de renovatie moet opdraaien. Zo is het echter niet! Voor het geheel van de overgenomen wegen kreeg de gemeente een investeringssubsidie van (afgerond) 7,5 miljoen euro. Bovendien wilde de gemeente optreden als bouwheer voor het in goede staat brengen van het over te dragen wegvak, in combinatie met eventuele andere geschiktmakingswerken.
Voor wanneer Fase 2? De vernieuwing van het stuk Henri Jasparlaan tussen de Doornstraat en de Westendelaan wordt Fase 1 genoemd. Ik neem dus aan dat er nog een tweede fase komt. Wat ik niet begrijp en nooit zal begrijpen is dat men nieuwe wegen aanlegt terwijl de fietspaden er, 100 meter verder op het stuk tussen de Grossettilaan en de Doornstraat, uitzien zoals op de fotos hieronder. Waarom wordt toch geen (kortstondig) herstelwerk uitgevoerd?
Is er nu nog wat geld over voor fase 2?
Een nieuw kerkpleintje Samen met de Henri Jasparlaan heeft men ook het kerkpleintje vernieuwd. Het monument ter ere van de gesneuvelden in beide wereldoorlogen werd verplaatst (en wordt hopelijk later ook eens opgekuist?) . De bus heeft nu een ruime stopplaats en de kerkelijke plechtigheden, begrafenissen en huwelijken, zullen daardoor misschien vlotter verlopen. Of het werk absoluut onontbeerlijk was of gewoon deel uitmaakt van een prestigeproject vernieuwing van dorpspleintjes, daar kunnen de meningen verdeeld over zijn. Als er later nog zitbanken komen en als de geplande verlichting ** werkt, dan kunnen enkele dorpbewoners daar plezier aan beleven. In het parochieblad Kerk en Leven drukt pastoor Lagast alleszins zijn tevredenheid uit over het puik werk. In de kerk achteraan is nu een mooie tentoonstelling te bekijken van fotos van de Henri Jasparlaan en van het pleintje in de loop der tijden, opgezet door Marc Constandt en Els Bloes.
** Aanvulling Het gaat over een sfeerverlichtingsinstallatie, die goedgekeurd werd in de gemeenteraad van 14 januari 2010 en die geraamd wordt op 36.662,06 euro ( = 1.466.482 BFr) Zouden onze raadsleden nog wel weten hoeveel dat wel is? Ik vrees van niet!
Gordel dragen is Ellende besparen Sommige personeelsleden van de gemeente dragen niet altijd hun gordel in de wagen. Dat bleek uit een recente en gerichte controleactie van de politie. Ja, ik dacht wie zijn g.. verbrandt, moet op de blaren zitten. Betalen dus maar Dacht jij dat ook? Vijftig euro bedraagt de boete daarvoor. Maar nee, de overtreders werden er duidelijk op gewezen dat ze zich veel ellende zullen besparen als ze hun gordel dragen. De politie blijft overigens controleren en blijft er 'duidelijk op wijzen'. Ook voor niet-personeelsleden van de gemeente?
Bron: artikel in Het Nieuwsblad van 04.11.2010 van vln
Kijken en zien is niet hetzelfde
De Calidris en Sint-Laureins blijven moeilijk vindbaar In één van mijn vorige blogartikels wees ik er op dat een bordje dat de weg aanduidt naar de Calidris en de Sint-Laureins er nog steeds hangt, maar dat het helaas in de verkeerde richting wees. Een detail, ik weet het Een paar dagen later had iemand (?) echter het noorden teruggevonden en ervoor gezorgd dat de mensen weer de goede weg opgestuurd werden. Wie mag dat gedaan hebben? Heeft die man/vrouw dan niet gezien dat zich aan de overkant van de straat hetzelfde voordoet?
Welke bestemming krijgen de werk- en opslagplaatsen van de firma Soetaert? De opslagplaats van de firma Soetaert in de Steenstraat heb ik ooit als vuil hoekje bestempeld. Hieronder zien jullie fotos van vroeger en nu.
Opgeruimd staat dus netjes. Ook de opslagplaatsen/ werkplaatsen aan beide zijden van de Heidestraat is men aan het opruimen. Bij navraag bij de firma Soetaert Soiltech, nu gevestigd in Oostende, heeft men mij geantwoord dat nog geen nieuwe bestemmingen voor de drie terreinen voorzien werden.
Acrobatische arbeiders gevraagd Je ziet het tegenwoordig overal. Op elke bouwwerf wordt een openbaar toilet geïnstalleerd. Het toekomstig watersportcentrum met aannemer Vanlerberghe is daarop geen uitzondering. Er is wel een verschil met andere werven. Enkel zeer acrobatische arbeiders kunnen er gebruik maken van deze faciliteit. Kijk maar eens naar onderstaande foto.
Banken genoeg, maar De wandelaar die een ogenblik wil verpozen na een lange dijkwandeling vanaf Westende-bad naar Sint-Laurentius, kan zich zeker niet beklagen over een gebrek noch over een tekort aan zitbanken. Om de drie tot vijf meter staat er wel één. Er is er altijd wel één vrij maar niet altijd bereikbaar. Voorbeelden?
De Hofstede van de Augustijnen van Ieper, alias de ‘Rode Poort’
Wie langs de Westendelaan van Westende naar Middelkerke rijdt, kan er moeilijk naast kijken. Juist voorbij de Badenlaan, aan de rechterzijde, ligt de hofstede ‘Rode Poort’. Ze staat officieel bekend als ‘kadasternummer 10/732’ en is nu bewoond door Gery Bulcke. Waarom ik erover wil schrijven en daarmee jullie aandacht ervoor wil vragen? Natuurlijk omdat de hoeve een heel rijke geschiedenis heeft. Ze bestaat namelijk reeds sinds 1628 en was toen 76 gemeten 22 roeden groot, omgerekend 33,6324 hectare. Maar wat hebben de Augustijnen daarmee te zien? Dat was een orde die gevestigd was op een abdij in Zonnebeke bij Ieper. Zij zijn lange tijd de eigenaars geweest van de hoeve. Hoe ze ertoe gekomen zijn een hoeve te bouwen of te kopen in Westende, heb ik nog niet kunnen uitvissen, maar dat komt nog wel.
Het einde van de Augustijnenabdij Van november 1792 af voerde Frankrijk gedurende anderhalf jaar een oorlog met Oostenrijk om de verovering van Vlaanderen. De Fransen vielen ons land binnen in 1794. De kerkelijke goederen werden aangeslagen en verkocht, geestelijken werden verdreven of verbannen. Te Zonnebeke gebeurde dit op 21 december 1797. De abdij van de Augustijnen werd openbaar verkocht. Jean-Baptiste de Laveleye, een nijveraar uit Parijs, kocht de abdijgebouwen en gronden. Na zijn dood werd zijn broer de nieuwe bewoner. Na diens overlijden op 14 september 1839 verkocht de weduwe in 1841 het kasteel met park en vijver, moestuin en windmolen, een boomgaard en een distilleerderij, de hoeve met bijgebouwen.
De familie Iweins wordt de nieuwe eigenaar van het kasteel in Zonnebeke Op 20 oktober 1841 kochten Henri-Iweins d’Eeckhoute-Fonteyne en Emmanuel-Henri Iweins-Hynderick uit Ieper de gebouwen en de gronden van het kasteel en het park. De laatstgenoemde familie ging het kasteel bewonen. Emmanuel-Henri Iweins overleed in de leeftijd van 70 jaar op 17 maart 1866. Ik weet niet of de hoeve in Westende van het verkooppakket deel uitmaakte. Ik dacht eerst van wel maar Dirk Ooghe, voorzitter van De Zonnebeekse Heemvrienden vzw, betwijfelt dat ten stelligste en denkt dat de rijke familie Iweins de hoeve ergens in de negentiende eeuw kocht. Ik kom er nog wel achter. Eugène Iweins, zijn jongste zoon, werd de nieuwe eigenaar. Hij huwde op 24 augustus 1869 met Louise-Marie-Ghislaine Hynderick de Ghelcke uit Ieper. Op 1 januari 1871 werd hij liberaal burgemeester van Zonnebeke. In het gezin werden twee kinderen geboren: een dochter Ida op 27 februari 1876 (die kloosterzuster werd) en een zoon Emmanuel op 24 januari 1881. In 1885 wordt Eugène Iweins in de adelstand verheven met de titel van ridder.
De hoeve in Westende vernield De beschietingen tijdens de eerste wereldoorlog, legden gans Westende plat, dus ook de hofsteden. De ‘Rode Poort’ werd in 1920 heropgebouwd. De architect was de bekende Bruggeling Theodore Raison (1869-1937). (foto hieronder) Deze werd op hetzelfde ogenblik ook belast met de bouw in Zonnebeke van een nieuw kasteel in Normandische stijl.
Familie Bulcke wordt nieuwe eigenaar
Tot in het jaar 2005 bleef de familie Iweins, met name André Iweins uit Elsene, eigenaar van de hoeve. Daarna ging ze over in de handen van de familie Bulcke. Tot dan ook was het een melkveebedrijf. Daarna werd het een mestveebedrijf. Voor de niet-ingewijden, zoals ikzelf: in het eerste geval wordt de koe gekweekt voor de productie van melk, in het tweede geval wordt het vee vetgemest om daarna geslacht te worden. Het is ook het vermelden waard dat boer Gery Bulcke in de ‘Rode Poort” meewerkt aan het instandhoudingsproject van het rood ras van West-Vlaanderen. Hieronder zien jullie een stier en een koe van dat ras. Zelfs de niet-kenners zullen de koe wel herkennen, zeker?
De rode koe is een groot, lang en zwaar dier. Toch moet het geheel een indruk van fijnheid en adel geven. Het is een vroegrijp ras dat ook gekend is om zijn grote groeikracht en zijn uitstekende vleeskwaliteit.
Beschrijving van de hoeve ‘De Rode Poort’ ziet er vandaag als volgt uit.
In de ‘Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed’, uitgegeven in 2005 door de Vlaamse Gemeenschap, wordt de hoeve op pagina 227 als volgt beschreven (bewerkte tekst) Kwaliteitsvolle wederopbouwhoeve, aansluitend bij de traditionele, regionale hoevebouw. Halfgesloten opstelling rondom een rechthoekig geasfalteerd erf, waarop een conisch hondenhok. Bereikbaar via een asfaltoprit en een rondbogige toegangspoort met versneden hoeksteunberen, om de muur te versterken, uitlopend op piramidale topstukken. Lage verankerde bakstenen hoevegebouwen onder zadeldaken (mechanische pannen) met typerende zijuitgevels met aandaken * en muurvlechtingen **. Boerenhuis ten noorden: vijf traveeën met verspringende nokhoogte voor opkamer; dakvensters met tuitgevels; rechthoekige vensters, verdiept in korfbogige omlijsting met deels aangepast en vernieuwd houtwerk; korfbogige deur aan noordgevel. Stallingen ten westen (onderbroken door poort) en ten zuiden, onder meer met klimmende laadvensters. Schuurvleugel ten oosten.
*Aandak: bovendeel van den gevel, dat voorbij de dakschilden (d.w.z. de bedekte hellingen) schiet; ook de randen die buiten de dakschilden uitsteken.
**muurvlechting =
De hoeve was destijds gelegen langs weerszijden van de Westendelaan, het zuidelijk deel waarop het hoevegebouw is 34 ha groot, het noordelijk deel, weiden en akkerland, waar zich nu de camping ‘Poldervallei’ bevindt, strekt zich uit over 12 ha en wordt uitgebaat door Paula Houthoofdt, de weduwe van Raphaël Bulcke, de jongste van de kinderen van Cyriel, (zie verder)
Hierna zien jullie een oude foto van de hoeve.
De periode van de Coene’s, voorlopers van de Bulcke’s in de 18de en 19de eeuw
In 1807 neemt Benediktus COENE, geboren in Slijpe op 7 november 1751 en overleden in Westende op 22 juni 1814, zijn intrek op de hoeve. Hij was gehuwd in Middelkerke op 28 december 1792 met Isabella Jonckheere. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Franciscus Ludovicus COENE, geboren in Westende op 24 februari 1802. Hij huwde in Sint-Joris (Nieuwpoort) op 28 mei 1827 met Catharina Denecker. Daarna trad nog een derde generatie Coene’s aan in de persoon van Frans Leopold COENE geboren in Sint-Joris op 23 september 1832, overleden in Nieuwpoort 25 juni 1903, gehuwd met Nathalia Iperman.
De periode van de D’Hulster’s, voorgangers van de Bulcke’s Op 1 oktober 1900 werd een pachterscontract afgesloten voor negen jaar tussen jonkheer Henri Iweins d’Eeckhoutte, toen volksvertegenwoordiger en wonende in Ieper en Auguste D’Hulster* (Gistel 1842 – Westende 1911), gehuwd met Rosalie Kimpe (Moere 1857 – Westende 1925). Na verloop werd het contract verlengd tot 30 september 1918. Auguste overleed voor de vervaldag maar Rosalie mocht blijven wonen samen met haar ongehuwde zonen Louis (geboren in Gistel in 1868, overleden in Varsenare 1940), René (° ), Emile (°) en dochter Eugenie (°) Vermoedelijk werd het contract nog verlengd want zoon Eduard* (° Gistel 29 januari 1865 - ° Westende 23 mei 1935) werd de nieuwe boer, bijgestaan door de bovenvermelde familieleden. Maar in 1920 overleed Eduard’s echtgenote Philomena De Cuyper en aangezien hij hertrouwde met Stephanie Reynders, mocht hij contractueel de hoeve niet langer bewonen. Zijn broers en zuster, onder de leiding van Louis, ook voorzitter van de Westendse kerkfabriek, mochten dat wel en bleven er tot in 1938.
Een nakomeling van de D’Hulsters, Stijn D’Hulster (°1965) baat in Sint-Pieterskapelle de hoeve “ ’t Hof” uit, een melkveebedrijf met stamboekbeesten. Zijn ouders Jozef D’Hulster en Cecile Ceuterick wonen eveneens op de hoeve.
*graven bestaan nog op het kerkhof van Westende
De periode van de Bulcke’s De meest recente pachters zijn drie generaties ‘Bulcke’ en dat sinds 1938. In dat jaar kwam Cyriel Bulcke, geboren in Reninge op 17.08.1886 van Nieuwkapelle en gehuwd met Renilde DEWITTE (Gyverinckhove 07.02.1893 – Oostende 30.06.1969), zich op de hoeve in Westende vestigen. Na zijn dood op 02.08.1949 werd de oudste zoon Frans, geboren in Nieuwkapelle op 08.12.1923), gehuwd met Nelly Debandt, die nog leeft, de nieuwe boer. De overdracht naar de derde generatie, Gery Frans Cyriel Bulcke, geboren in 1964, greep plaats bij Frans’ dood in 2003.
Gekende pachters in de zeventiende en achttiende eeuw 1628: Cornelis COOLEN 1697: Jacob VERWERAERE, gehuwd met Anna HOUTSCHAVER, overleden in Westende op 2 januari 1703 1705: Cornelis de ZAEYER1751: Niklaas HELLYNCK
Hoevefeesten De ‘Rode Poort’ is ook nog bekend door het feit dat er van 1975 tot 1989 ’s zomers hoevefeesten plaatsgrepen. Hieronder zien jullie hiervan een paar foto’s, namelijk burgemeester Soetaert met echtgenote, de koer tijdens de voorbereidingen, een optreden van Luc Appermont, Frans Bulcke en Nelly Debandt die poseren voor hun bebloemde hoeve een zicht op de binnenkoer tijdens de feesten en burgemeester Desseyn tijdens zijn toespraak..
Bronnen ‘De afstammelingen van Arthur Yron Coene, familiekroniek in woord en beeld van 1550 tot 1999’ door Maurice Coene ‘Bijdrage tot de geschiedenis van Westende’ onuitgegeven, door De Riddere
Burgemeester Landuyt gelinkt aan onwettige praktijken. Alweer?
In het Het Laatste Nieuws van 19 december 2007 konden wij lezen dat het rommelde bij de blauwe partij. Enkele Open VLD raadsleden waaronder Tom Dedecker hadden toen een andere mening dan de kopstukken over de aankoop van een flitstoestel. De opstand werd toen zeker met de mantel der liefde bedekt, in de mening dat het stil is waar het nooit waait. Drie jaar later rommelt het echter opnieuw en harder en zijn de wolken veel zwarter. De titel van mijn huidig artikel werd niet door mij maar door Het Nieuwsblad gekozen, behalve de korte vraag erachter. Na de zaak met de aanbesteding voor de ijspiste voor de asielzoekers, waarvoor Landuyt door het Hof van Beroep vrijgesproken werd bij gebrek aan bewijzen maar waartegen het Openbaar Ministerie cassatieberoep aantekende (uitspraak verwacht einde 2010 *), is Michel alweer het onderwerp van een onwelriekende zaak.
De feiten De gemeente is eigenaar van het casinogebouw in Middelkerke. De uitbating ervan is in handen van de NV Micas. Je kunt er de meest populaire tafelspelen beoefenen zoals Roulette, Blackjack en Casino Stud Poker. Met een minimuminzet vanaf 2 eurocent kan men er tot 25.000 euro winnen. Micas moet hiervoor per jaar aan de gemeente 91.000 euro betalen en zou jaarlijks een winst opstrijken van 1 miljoen euro. Tom Dedecker verwijt burgemeester en (Open VLD) partijgenoot Michel Landuyt dat hij de uitbaters van het casino op een onwettige manier bevoordeelt. Hij kreeg daarover een tip toegestuurd. Was hem dat anders niet opgevallen? Zo luidt de beschuldiging: Zo int de gemeente al vier jaar de variabele concessievergoeding - een taks op de automatische kansspelen - niet meer. Dat betekent een aderlating van liefst 364.000 euro voor de gemeentekas. En dat met medeweten van het schepencollege. Micas trekt die kosten wel fiscaal af in zijn boekhouding. De burgemeester wil er bovendien voor zorgen dat Micas een nieuwe concessie krijgt nog voor de huidige vervalt en onderhandelt met slechts één partij. Eind 2009 richtte het schepencollege trouwens een 'Onderhandelingscomité Concessie Casino' op waarin naast de burgemeester ook schepen Geert Verdonck (Progressief Kartel) en financieel beheerder Pierre Ryckewaert zetelen.Vreemd als je weet dat de huidige concessie pas in 2016 vervalt, zo zegt Dedecker. Op 9 juni 2010 stuurdehij een mail met vragen naar het schepencollege. Burgemeester Michel Landuyt liet hem weten dat hij alle informatie onmiddellijk zou krijgen, maar dat gebeurde pas op 8 oktober. Dedecker: Blijkbaar had de paniek toegeslagen. Nader onderzoek bevestigde mijn vermoedens. Tom begrijpt niet (en wij ook niet!) dat de burgemeester steeds weer verklaart dat er geen financiële ruimte is voor een versneld verlagen van de aanvullende gemeentebelasting op de persoonsbelasting van de staat terwijl anderzijds 364.000 euro cadeau gedaan wordt aan het casino.
Wie is Tom Dedecker? Tom is de zoon van Luc, die de 1 jaar jongere broer is van Jean-Marie. Vader en zoon baten een accountant bureau uit (D&D adviesbureau) in de Lombardsijdelaan in Westende. Luc was tot in het jaar 2000 twaalf jaar schepen van Middelkerke als lid van de SVHV (Stem van het Volk) met Volksunie signatuur. Hij verliet de politiek om handelsrechter te worden, functie die niet gecombineerd mocht worden met de politiek. Dit jaar is hij (eindelijk, na lang twijfelen) voorzitter geworden van de lokale Lijst Dedecker en zal hij in 2012 opnieuw opkomen voor de gemeenteraadsverkiezingen voor die partij. Volgens Luc zouden hij en zijn broer Vlaams- liberaal - republikein zijn. Tom is voor zijn blauwe partij voorzitter van de directiecomité Vereniging voor Vreemdelingenverkeer (VVV) vzw, een goed betaalde functie voor een beperkt aantal zitdagen (heeft hij zelf ooit verklaard) Iedereen weet dat de familie Dedecker vastberaden, wilskrachtig en strijdlustig is.
Het verweer van Michel Landuyt Op de regionale zender Focus gaf Michel Landuyt op 22 oktober 2010 een (weinig overtuigend) antwoord op de aantijgingen van Dedecker. In de zomer van 2004 werd de kwijtschelding van het betalen van de taksen door de gemeenteraad goedgekeurd. Toen is de regeling van de belastingen op kansspelen gewijzigd en dan zagen wij dat andere verrichtingen in de gemeente mogelijk werden. De casinodirectie was daar niet gelukkig mee, omdat ze vond dat daardoor de concurrentiepositie aangetast werd. De gemeenteraad heeft toen het voordeel van de twijfel gelaten aan het casino en de taksen voor 2004 en 2005 kwijtgescholden. Landuyt betwist de beschuldiging dat het schepencollege van plan zou geweest zijn om vroegtijdig de concessie, die nog loopt tot december 2016, te verlengen. Het college heeft beslist na de vervaldag van de concessie een aanbesteding uit te schrijven. Over de taksen voor 2006 2009 rept hij met geen woord.
De politieke toekomst van Tom Dedecker Tom De Decker is een personage uit de soapserie Thuis. Tom Dedecker is een gemeenteraadslid van de Open VLD in Middelkerke. Er is bij mijn weten geen verband tussen beide, behalve dat de tweede stilaan verwikkeld geraakt in de Middelkerkse Open VLD - soap. Welke zijn inderdaad de kenmerken van een soap of hangserie? De emotionele interacties en de relaties tussen de hoofdpersonen staan in het middelpunt van de aandacht. Er komt nooit een einde aan de verwikkelingen. De verhaallijnen zijn voorspelbaar. Maar hier gaat het wel over onwettige handelingen. Ofwel is Michel Landuyt schuldig en dan moet hij aftreden als burgemeester. Ofwel zijn de beschuldigingen van Dedecker aan het adres van zijn partijgenoot van de Open VLD vals en dan moet hij natuurlijk uit de partij verwijderd worden. Als Tom zeker is van zijn stuk, moet hij vanzelfsprekend klacht neerleggen bij de gouverneur en/ of bij het parket. Ik heb opgevangen dat men de procedure zou opstarten om mij uit de Open VLD te zetten. De omgekeerde wereld is het: wie wantoestanden aanklaagt, gaat eruit', zegt Tom Dedecker. Ik weet niets af van een procedure om Tom uit de partij te zetten', weerlegt Stijn Van Loock, voorzitter van de Open VLD- afdeling. Ik ben er trouwens door niemand binnen de partij over aangesproken.' Vele, om niet te zeggen iedereen, vragen zich reeds lang af of en zo ja wanneer Tom de overstap naar de lijst Dedecker zal zetten.
Ik had nog wat vragen Omdat ik graag nog wat verduidelijking zou gekregen hebben, richtte ik mij tot Tom met enkele vragen. Ik moest dat doen via Luc Dedecker want twee mails naar adressen die ik op internet vond, kwamen onbesteld terug. Bovendien stelde ik vast dat op de website van de gemeente de e-mailadressen van de raadsleden niet meer vermeld staan. De vragen waren de volgende: 1. Welke vragen werden op 9 juni 2010 gesteld aan het schepencollege en wat werd er geantwoord? 2. Welk is uw antwoord op de uitleg die Michel Landuyt gaf voor de camera van Focus? 3. Kunt u bewijzen dat de burgemeester van plan zou geweest zijn om vroegtijdig de concessie, die nog loopt tot december 2016, te verlengen of baseert u zich enkel op het feit dat het schepencollege eind 2009 een 'Onderhandelingscomité Concessie Casino' oprichtte? 4. Wat gebeurt er verder met uw klacht? Werd de gouverneur en/ of het parket reeds op de hoogte gebracht? 5. Is er al meer duidelijkheid over uw politieke toekomst? U beweert iets gehoord te hebben over een in gang gezette procedure om u uit de partij te zetten terwijl Stijn Van Loock uit de lucht valt. Ik kan best begrijpen dat Tom het misschien, voor diverse redenen, niet opportuun vindt om op al die vragen te antwoorden, maar voorlopig mocht ik nog helemaal niets ontvangen. De belastingbetaler heeft toch recht op informatie, of toch niet?
Besluit Mag de Middelkerkse bevolking er nu op rekenen dat deze zaak tot op het bot zal uitgespit worden, dat recht zal geschieden en dat de gemeente alsnog het bedrag zal kunnen incasseren?
Toevallig was ik de websites van Michel Landuyt en van de Open VLD aan het doorlopen en op beide stond dat de burgemeester op 4 juni 2010 door het Hof van Cassatie vrijgesproken werd.
De burgemeester legde op 18 maart 2010 de eed af omdat het cassatieberoep, aangetekend door het parket-generaal, zijn benoeming niet in de weg stond.
Mijn welgemeende excuses voor mijn onjuiste mededeling.
Kennen jullie het Middelkerks boeven- en schelmenverhaal 'De Zeven Fenomenen'?
Er was eens een Middelkerks gemeenteraadslid Hij was de leider en voortrekker van de BSP of Belgische Socialistische Partij. Hij was zeer plichtbewust en kende zijn dossiers van binnen en van buiten. Volgens zijn eigen woorden stelde zijn partij niet zo veel voor en haalde die daardoor nooit voldoende stemmen om een schepenmandaat te veroveren. Het raadslid voelde zich daarvoor medeverantwoordelijk, want populair was hij nooit maar dat was ook zijn betrachting niet. Ik bengeen volksfiguur, zei hij zelf, Ik kan mij in bepaalde situaties of omgevingen niet inleven. Ik ben nu eenmaal zo.Mijn ideologische visie over een aantal zaken is vrij rechtlijnig. Hij noemde zichzelf ook nog den ambetanterik. Hij moest het dus altijd doen vanuit de oppositie en iedere politicus weet hoe moeilijk dat is. Het is vechten tegen de bierkaai. Maar hij was eerlijk en had gedurende meer dan 20 jaar het beste voor met Middelkerke. Vooral over de gemeentelijke financies maakte hij zich regelmatig zorgen. Zo vind je er niet veel! Meer inspraak was één van zijn voornaamste streefdoelen. Over wie ik het heb? Over Gaspar Ryckewaert, natuurlijk!
Lijsttrekker van de lijst Inspraak In het vooruitzicht van de gemeenteraadsverkiezingen van 10 oktober 1982, schreef Gaspar zoals iedereen zijn kiespamfletten. Dat gebeurde nu niet meer als kopman van de BSP maar van een lijst Inspraak met allemaal socialisten, Hij deed dat in wat hij een luchtige trant noemt, maar hij vond toch dat hij daarin een aantal onweerlegbare manipulaties van de regerende meerderheid (1976-1982) moest bekendmaken. Zo ontstond Een oud maar onuitgegeven BOEVEn- en schelmenverhaal in drie delen uit het land van de zee. Hij gaf het de titel De zeven fenomenen mee. De tekst hieronder is de weergave van wat in de drie pamfletten geschreven staat, hier en daar met de nodige aanvullingen waar het volgens mij nodig is voor een beter begrip door de lezer van vandaag.
Wie zijn die zeven fenomenen? De eerste gemeenteraad van de fusiegemeente Middelkerke op 1 januari 1977 was samengesteld uit 8 CVP, 3 BSP, 7 Stem van het Volk (SVHV) en 5 Gemeentebelangen (=PVV, later VLD). Met een nipte 12 op 23 vormden de laatste twee partijen een meerderheid tegen de partij van de CVP-burgemeesters (Vermander, Soetaert en Pittery) en tegen de BSP (Ryckewaert, Astaes en Debeuckelaere). Inghelram werd burgemeester met 2 schepenen uit zijn partij, Leon Dewulf en Roland Vanhercke. Voor de Gemeentebelangen werden de eerste drie van de lijst Muylaert, Bouve en Ghesquière schepen.Julien Desseyn was gemeentesecretaris. En daarmee heb ik meteen de De zeven fenomenen genoemd. De beginnende maar steeds invloedrijkere Willy Declerck viel toen nog juist buiten de prijzen en werd slechts gewoon raadslid. Hij wordt door de schrijver van de pamfletten de grote vriend van de zeven fenomenen genoemd. Hij beschrijft hem als een sympathieke maar nogal bescheiden man, die nooit op een foto stond En ik vul aan: hij lag aan de basis van de politieke loopbaan van enkele huidige Open VLD mandatarissen en hij is, na zijn zelfmoord, voor die partij nog steeds het lichtend voorbeeld gebleven.
Deel 1: Willy en de zeven fenomenen In een eerste onderdeel wordt vooreerst het fenomeen Dewulf alias Long Wulf besproken. Deze wordt ervan beschuldigd zes jaar lang het gemeentepersoneel honderden werkuren te hebben laten uitvoeren om de wegen naar boerenhoven of naar de woningen van Jan, Pier of Pol te herstellen of te verharden. Zelfs om de grondstoffen hoefden de begunstigden zich niet te bekommeren. Dat alles gebeurde natuurlijk op de kosten van de Middelkerkse gemeenschap. De schepen verwachtte daarna natuurlijk wel dat hij daarvoor in het kieshokje zou beloond worden. De kritiek van Ryckewaert werd weggewuifd met een laconiek Je makt van u schete u dunderslag. Na verloop van tijd hadden de andere fenomenen toch ook door dat er iets niet pluis was. Ze beslisten daarop in de gemeenteraad de werken ten gunste van particulieren niet meer helemaal te betalen, maar nog slechts voor twee derden. Dertien en een halve maand later gaf dat besluit aanleiding tot een schorsing door de gouverneur. Vroeger kon niet, omdat de beslissing van de raad hem slechts een jaar nadien bereikte!!
In een tweede onderdeel vertelt Gaspar over de geschenken waarmee Willy Declerck door de fenomenen bedeeld werd. Op 7 juni 1979 werd in Puurs door een zekere Vandermeulen een naamloze vennootschap NV Casino- Parking opgericht. Dat was een zakenpartner van Willy. Drie maanden later zeiden de blauwe dat zij een parking wilden bouwen onder de put voor het casino in Middelkerke!!! Dat werd vlug officieel en administratief geregeld zonder dat de concurrentiefirmas een schijn van een kans kregen. De prijs die Vandermeulen moest betalen aan de gemeente bedroeg 90.000 BFr per jaar. Dat bedrag was niet enkel beschamend laag, maar bovendien werd het vaak pas na lang aandringen betaald, met vertragingen die opliepen tot 1 jaar, zonder dat daarvoor enige interest aangerekend werd. De zaken floreerden en daarom werd op 19 juni 1982 in Puurs een nieuwe vennootschap, deze keer de Mouchotte-parking opgericht. Op 26 juli 1982 beslisten Willy en zijn vrienden een parking te bouwen onder het Mouchotteplein. Deze keer was er zelfs van concurrentie geen sprake. Voor beide parkings kreeg Vandermeulen het recht om die garages 99 jaar lang uit te baten en voor beide werden de jaarlijkse stortingen aan de gemeentekas verlaagd van 90.000 naar 70.000 BFr.
Deel 2: De fenomenen sporten, eh tennissen!! Zoals de titel van dit deel het zegt, wordt daarin de liefde beschreven die de fenomenen koesterden voor de tennissport. Het gaat over de miljoenenverslindende aanleg van drie tenniscomplexen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen tennisterreinen in het westen (Westende) en die van de andere kant (Middelkerke). De eerste waren eigendom van misschien wel stinkrijke particulieren. Deze stelden in de jaren 80-81 vast dat hun velden niet veel meer opbrachten en lieten ze dan maar verkommeren. De gemeente leende toen maar wat miljoenen en nam het boeltje over. Voor de heraanleg van de tennisvelden aan de Parklaan werd in maart 1981 een lastenboek aangelegd en in september 1981 werd het aangepast of beter gezegd de prijzen werden verhoogd. Dat is tevens het verhaal van wat studiebureaus zich allemaal mochten permitteren. De geschatte prijs bedroeg tenslotte 1.441.800 BFr. Die andere waren eigendom van de gemeente, die heel het complex (tennis, minigolf, woning en café) tussen Leopoldlaan en Koninginnelaan verhuurde voor een ongelooflijk schappelijk prijzeke. Op 5 maart 1979 vroeg de voorzitter van deze club aan de fenomenen om van oktober tot maart een opblaasbare hal over drie van de buitenvelden te plaatsen. De gemeente ging daar niet enkel mee akkoord, maar besloot bovendien die halle zelf aan te kopen. Door verzet van eigenaars van omliggende gebouwen en omdat de bouw niet in overeenstemming was met het plan van aanleg, kwam de halle er uiteindelijk toch niet, maar .. dan moest het maar op een andere manier. Op 31 maart 1981 kocht de gemeente voor 600.000 BFr een stuk grond achter het voetbalveld van Gold Star. Zes weken later richtte de tennisclub een aanvraag aan de gemeente om daar een tenniscomplex te bouwen. De aanvrager had zelf al uitgerekend dat het maar 10 miljoen zou kosten. De gemeenteraad keurde later de bouw goed voor 16 miljoen. Achter de Lakodam, vlak bij het huis van Bouve, werden tussen de jaren 80 en 82 nog vier tennisvelden aangelegd, wat het totaal bedrag, besteed aan de tennissport, op 35 miljoen frank bracht. De andere sporten stonden natuurlijk watertandend toe te kijken. Smeekbeden van allerlei sportverenigingen en adviezen van de sportraad werden gewoon in de wind geslagen.
Deel3: Zij hielden hun woord Hierin klaagt schrijver datgene aan waarvan wij vandaag het schrijnende resultaat zien: het steeds maar toenemend toerisme ten koste van alles. In plaats van landbouwgrond zien we nu kampeerparken en kampeerterreinen. De auto en zijn inzittenden, de toeristen, hebben onze dijken en straten ingenomen. Om even letterlijk de tekst van Gaspar over te nemen: ze zouden de overgebleven stukskes duinen met beton volgieten en onder de duurste en bestgelegen percelen zouden ze privégarages mogen bouwen om niet alleen grof geld te scheppen, maar om tegelijkertijd de gemeentebelastingen op de ontbrekende garages in hun appartementsgebouwen niet te moeten betalen.
Deze keer is fenomeen Bouve, die daarin een belangrijke rol speelde, aan de beurt: zijn ijver om aan iedereen wel te doen was zelfs zo groot dat hij per malheur met het geld, het materieel en het werkvolk van de gemeente ook voor hem zelf werken liet uitvoeren. Tenslotte somt Gaspar de beloften op die de fenomenen deden in hun kiespamfletten van 1976. Ze zouden elke vierkante meter goede land- en tuinbouwgrond verdedigen. Ze zouden een aangepast grondbeleid voeren om de aankoop van bouwgronden tegen sociale prijzen te bevorderen. Ze zouden hoorzittingen per wijk houden en er zouden wijkraden opgericht worden. Er zou strenge controle uitgevoerd worden op de opruiming na bouwwerken en openbare werken. De nodige parkeerruimte in de toeristische centra zou geschapen worden. Minder - validen zouden tot de sport toegelaten worden. De duinen zouden beschermd worden door beplanting ervan. Er zou een milieu- en groencomité opgericht worden. Er zouden ontmoetingscentra ingericht worden voor bejaarden en minder- validen. Er zou een busdienst ingelegd worden zodat elk punt van de gemeente kon bereikt worden. Er zouden kinderdagverblijven, peutertuinen en speeltuinen opgericht worden. Allemaal uitstekende voornemens . waarvan helaas niets in huis kwam, meent Gaspar.
Besluit Spijtig genoeg voor Ryckewaert leverde zijn offensief geen winst op, integendeel, want zijn partij verloor op 10 oktober 1982 één zetel. Ja, partijen van de meerderheid mogen zich veel (te veel) veroorloven.
Bronnen Artikel in De Zeewacht van 23 november 1984 door Dirk Marteel Kiespamflet Voor iedereen INSPRAAK MET RYCKEWAERT Drie pamfletten De zeven fenomenen
Het kampeerterrein Kompas in de Bassevillestraat in Westende is, zoals zijn grotere tweelingbroer in Nieuwpoort, eigendom van de vzw Pasar. Dat is de Vlaamse sociaal-culturele vereniging, sinds 2008 opvolger van het in 1938 opgerichte Vakantiegenoegens, dat werkte binnen het Algemeen Christelijk Werknemersverbond (ACW). Ze hebben een mooie website waarin ze aan de kampeerders, die bij hen klant zijn of worden, een ontspannende, energieopladende vakantie beloven, tussen duinen en polders, met het Noordzeestrand op minder dan 10 minuten wandelen.
Hoe wordt de camping beoordeeld? Volgens de reclame zou de camping tot de beste van België gerekend worden. De kampeerterreinen worden onderverdeeld in vijf categorieën waaraan een aantal sterren (van 1 to 5) vasthangen. Ik vraag me dus af waarom Kompas ooit drie sterren had en nu nog slechts één, het laagste niveau. Zo staat het tenminste in de lijst van Toerisme Vlaanderen op http://www.toerismevlaanderen.be/showpage.asp?iPageID=959 Hoewel dat volgens het kampeerdecreet aan de ingang moet aangegeven worden op een bord, samen met het aantal plaatsen, heb ik daar nergens een spoor van gevonden. De camping beschikt wel over een ANWB (Algemene Nederlandse Wielrijdersbond) erkenning en is door de inspecteurs van die bond beoordeeld met een waarderingscijfer van 8,5. De criteria daarvoor vinden jullie in de bron onderaan. Het betreft een beoordeling op het gebied van sanitair, standplaats en terrein. Volgens nog een andere quotering, die van Zoover vakantiebeoordelingen zou Kompas 7 op 10 waard zijn, onderverdeeld in Ligging 7,7 - Prijs / kwaliteit 7,1 - Kindvriendelijk 8,0 - Eetgelegenheden 7,4 - Staat van het sanitair 6,8. De Nieuwpoortse broer scoort daarin 7,6 op 10. Westende krijgt een hoger cijfer voor Eetgelegenheden, maar een lager voor Staat van het sanitair. Nieuwpoort lijkt me beter verzorgd, in het algemeen, maar veel slechter gelegen, veel verder van zee en duinen en ver van de bewoonde wereld. Is dat de reden waarom het terrein daar beter uitgerust is, bijvoorbeeld op het gebied van speelpleinen? Ze hebben daar zelfs een zwembad! Ze krijgen daar toch geen voorkeurbehandeling, hoop ik?
Is het echt een groene camping? Dat zouden we moeten aannemen want gedurende één jaar mag de camping zich nu ook drager van de Groene sleutel noemen. Met dit kwaliteitslabel willen de Bond Beter Leefmilieu en Toerisme Vlaanderen uitbaters van toeristische accommodaties belonen voor de inspanningen die ze leveren voor het leefmilieu. Om daarvoor in aanmerking te komen, moeten de toeristische logies en attracties die zich kandidaat stellen, voldoen aan een hele reeks criteria inzake energie, water en mobiliteit. Groene Sleutel - laureaten hebben een ambitieus milieubeleidsplan, milieubewuste medewerkers, springen zuinig om met water en energie, doen aan afvalpreventie en -sortering en sporen hun gasten aan tot milieubewust gedrag. De uitbaters organiseren activiteiten in het thema duurzaamheid en hebben oog voor groenonderhoud, voldoende open ruimte en duurzame mobiliteit. Een onafhankelijke jury met vertegenwoordigers van de overheid, milieuorganisaties en de toeristische sector kent het label toe. Hoe moeilijk of gemakkelijk het is om dat te krijgen, is mij niet duidelijk. Er is wel veel groen op de camping, maar dat is slecht onderhouden. Over gans de camping ziet men (door de wind of door vandalen?) afgebroken heesters. De struiken/ bomen langs de gemeenschappelijke omheining met de camping Cosmopolite hebben meer dode of dorre takken dan levende. De vroegere zitbanken zijn overgroeid. De beken langs de Strandjuttersdreef en langs het weggetje langs dezelfde hierboven genoemde omheining, zijn volledig vervuild en overwoekerd. Vroeger kon je daarin een grote eendenpopulatie aan het werk zien, maar die schijnen nu andere oorden op te zoeken. Omdat ze voor een deel aan de buitenkant van de omheining gelegen zijn (rechtse foto), valt het misschien ook gedeeltelijk buiten hun verantwoordelijkheid maar de directie moet dan maar die verantwoordelijken daarover aanspreken nadat ze hun eigen deel van het werk gedaan hebben (foto links)
Aan het einde van de Strandjuttersdreef, aan de kruising met het grintweggetje dat achter de Cosmopolite en Kompas doorloopt, is een groot stort. Het bevond zich vroeger op de plaats waar nu de stacaravans staan en werd dus noodgedwongen verhuisd. Toen destijds bermen afgegraven werden, zat daar veel glas in. Dat alles vindt men nu ook op dat stort terug, samen met gras en takken. Ik begrijp niet hoe nog iemand op standplaats nummer 333 of in de omgeving daarvan wil staan, omgeven door twee stukken beek die totaal verwaarloosd zijn en op nauwelijks 50 meter van dat stinkend stort.
Vijf onderhoudsmensen, die nochtans hun uiterste best doen, is duidelijk te weinig voor zon groot domein. Als ze dan soms nog geroepen worden omdat er andere prioriteiten zijn (o.a. helpen met de poetsvrouwen in de vakantiewoningen), dan kan ik begrijpen dat sommige echt wanhopig zijn. Maar, eigenlijk heeft de betalende campingbewoner daar geen boodschap aan.
Het algemeen uitzicht Het domein is 11 ha groot en telt 433 afgebakende kampeerplaatsen voor mobiele caravans, die vanaf begin november tot aan de paasvakantie de camping moeten ontruimen. Trekkers kunnen met hun tentje terecht op de kampeerweide. De camping verhuurt ook ruime vakantiewoningen en trekkershutten. Er zijn ook nog 52 stacaravans. Het terrein waarop ze staan, voor een stuk de vroegere tennisvelden, werd daarvoor afgestaan aan Roompot, die met 150 vakantieparken en 18 campings de grootste aanbieder van vakantieverblijven in Nederland is. Het nieuwe park heet Kustpark Strand Westende. Maar laten wij ons beperken tot Kompas Camping. Wegens een gebrekkige afwatering door onbereikbare want te hoog gelegen rioleringsputten en wegens verkeerd hellende weggetjes en een slechte riolering, staat de camping regelmatig onder water. Onderstaande fotos getuigen hiervan.
Er bestaat absoluut geen zichtbare verkeersregeling op de camping. Borden die een zeer lage snelheid opleggen (5 kilometer volgens het reglement) zijn er niet te bekennen, evenmin als teksten om tot traag rijden aan te zetten. Het wegdek is op sommige plaatsen in slechte staat. Op acht plaatsen is de straatverlichting defect. Men is bezig de houten paaltjes voor de verlichting te vervangen door metalen. Elektrische leidingen (beschermd of niet?) liggen in talloze gegraven putjes te wachten voor verdere afhandeling. (toestand 18 oktober 2010) Sinds het aanhangsel stacaravans er gekomen is, zijn er ook grote problemen met de pompen die de uitwerpselen moeten wegpompen. Ik vraag mij af wat er zou gebeuren als iemand eerste zorgen nodig heeft? Naar het schijnt is het nodige materiaal aanwezig op de receptie. Is het wel gemakkelijk toegankelijk en weten de verantwoordelijken daarmee om te gaan? Het brandweermateriaal werd in 2010 gekeurd en goed bevonden. Aan blok 3 is wel geen brandmelder en aan blok 4 zijn er wel geen poederblussers!! Op mijn vraag antwoordde de brandweer mij dat er controlebezoeken uitgevoerd worden in opdracht van de burgemeester, die daarmee vooral ingaat op een vraag van de uitbater of van toerisme Vlaanderen. De laatste controle dateert van 2008 waarbij een positief verslag werd afgeleverd. Op 4 juni 2008 leverde toerisme Vlaanderen daarop ook een brandveiligheidsattest af. Ik vroeg ook of er ook soms een grote oefening gehouden wordt op de camping. Deze vraag bleef onbeantwoord, maar volgens sommige bewoners die er al jaren hun caravan neerzetten, hebben ze dat nog nooit meegemaakt.
De kampeerplaats Kompas beweert ruime kampeerplaatsen van ongeveer 100 vierkante meter groot, aan te bieden. Voor elk daarvan is er een elektriciteitsaansluiting van 10A voorzien en voor zij die er één willen huren, zijn er 67 eigen watertappunten. De standplaatsen zijn van elkaar afgescheiden door een (soms half verdorde) haag. De directie zou van plan zijn de hoogte daarvan te beperken tot ongeveer één meter, Dat verontrust een groot aantal bewoners, die vrezen daardoor een deel van hun privacy te verliezen. Die hagen dienen daarvoor toch? Of niet? Zullen de kampeerders dan zelf windschermen moeten plaatsen? De zorgzame campingbewoner wil zelf een goed onderhouden standplaats en doet daar ook wat aan: gras maaien, haag onderhouden. Wie nog verder wil gaan en ook een bloemetje wil planten langs de haag, wordt terechtgewezen, reglement in de hand, tenminste de ene wel en de andere weer niet. Dat een camping zonder bloemen een verblijfplaats zonder ziel is, dat schijnt de directie nog niet begrepen te hebben.
Andere faciliteiten Op het terrein zijn vier sanitairgebouwen aanwezig. In sommige staat een was- en droogmachine, in andere niet. In sommige zijn de toiletten en de douches en wasbekkens met een deur van elkaar gescheiden, in andere weer niet, in sommige is er verwarming, in andere weer niet. Er is wel een mooie sanitaire installatie op kindermaat. Voor andersvaliden zijn er degelijke aangepaste voorzieningen. Er is een winkel met broodservice. De taverne en frituur zouden ongezellig en onaantrekkelijk zijn. Het aanbod zou soms ondermaats zijn en de orde en zuiverheid zouden soms te wensen overlaten. Veel kampeerders beweren dan ook dat ze er liever wegblijven. Het containerpark is rommelig en onverzorgd. Het zou dringend eens moeten opgeruimd worden.
Ontspanning mogelijk? Er is heel wat infrastructuur voorzien voor de ontspanning van kinderen. Er is vooreerst een speelveld voor minivoetbal, volley en strandvolley. Er is een kiki avonturenclub, waar heel wat animaties voorzien worden. Er is een speelterrein, dat echter onverantwoord dicht bij de ingang ligt, waar veel autos in- en uitrijden en aldus een gevaar kunnen opleveren voor de kinderen. Er is een 220 m² grote overdekte speelruimte met een ballenruimte (de ballen liggen s zomers verspreid over gans de camping!!) en op de verdieping een 88 m² grote animatiezaal om te knutselen en optredens bij te wonen. Er is ook een airtrampoline of springnet, dat schijnbaar zeer druk (soms tot 13 uur per dag) besprongen wordt. Voor wie zijn verblijf in de nabijheid daarvan heeft, kan het geluid wel eens op de heupen werken. Tenslotte is er in het midden van de camping nog een speelweide, die echter te dicht bij de petanquevelden gelegen is, zodat kinderen soms ongewenst tussen de spelers doorlopen. De directie zorgt in de topmaanden nog voor bijkomende animatie. Iedereen weet dat dit slechts succesvol kan zijn als men daarvoor speciaal opgeleid, bekwaam en gemotiveerd personeel ter beschikking heeft. Naar het schijnt was dit in het voorbije seizoen niet het geval, zodat het succes dan ook navenant was.
En voor de ouderen? Buiten de petanque (voeten tezamen in het Vlaams) is er niets. Er zijn vier velden, die bij erge regenval voor langere tijd onder water staan omdat er geen afvoer voorzien is. Ze worden hoofdzakelijk onderhouden door de gebruikers zelf. Het petanquespel is zeer populair zodat er soms meer liefhebbers zijn dan er aanbod is. Er zijn ook te weinig zitplaatsen (banken, stoelen en tafels). De zeer nabije aanwezigheid van de trekkershutten belet dat de ruimte voor de spelers en toeschouwers wat uitgebreid wordt. Dat zou anders een mooie verbetering zijn. De directie zou van plan zijn bijkomende velden aan te leggen. De petanquespelers worden echter niet geïnformeerd over de locatie daarvan en vrezen dat dit wel eens in de open vlakte naar de Strandjuttersdreef toe zou kunnen zijn waar vaak een hevige wind waait. Deze zou de gezelligheid, de rust en dus ook het succes zeker niet bevorderen. Niemand zal ook kunnen ontkennen dat het verdwijnen van de kinderboerderij alsook van de tennisvelden, die moesten plaats maken voor de stacaravans, de camping veel minder aantrekkelijk gemaakt heeft.
Controle door directie kampeerterrein Er bestaat een campingreglement waarin alle beperkingen, verboden, voorschriften en aanmaningen opgenomen zijn. Zo zijn wij, hé! Wij voorzien altijd alles, maar dat reglement ook nog doen opvolgen, dat is een andere kwestie. Er zou nauwelijks toezicht zijn want de directie zou niet durven of willen optreden tegen sommige overtreders (toch bloemen toelaten, aanbouw of oversteek vastgemaakt aan de voortenten, partytenten los van de voortent , toch te grote matten, plastiek, ). De meeste campingbewoners willen natuurlijk een zo groot mogelijk woonoppervlak met behulp van een partytent of een aanbouw. Op die plaatsen gaat dan het gras kapot en de volgende bewoner legt dan plastiek om niet in het slijk te zitten. De ene wordt daarvoor terechtgewezen en de andere weer niet. Dat wekt grote wrevel op. De directrice zou niet aanspreekbaar zijn en zou zich niet laten zien onder de bewoners. Sommige daarvan kennen haar zelfs niet. Zij is ook verantwoordelijk voor de gelijknamige camping in Nieuwpoort. Is dat misschien wat van het goede te veel?Waarom krijgen de vaste klanten, die elk jaar terugkeren, geen inspraakmogelijkheid? Waarom bestaat er geen bewonersraad, een soort bedrijfsraad of leerlingenraad? De mensen begrijpen het niet.
Besluit Wie al mijn bemerkingen samenvoegt, zou kunnen denken dat ik overdrijf, vooral omdat in de topmaanden bijna geen standplaats onbezet blijft en dat sommige kampeerders jaar na jaar terugkeren. Het moet er dus toch wel goed zijn? Ik overdrijf nochtans helemaal niet! Wat ik schrijf, krijgt de kandidaat-kampeerder wel nooit te lezen. Anderzijds worden de kampeerders na een tijd echte vrienden die elkaar elk jaar met plezier terugvinden op hun camping, waaraan ze ondanks alles trouw blijven. Ze vragen natuurlijk niet beter dan een verzorgde camping en ze rekenen er ook meestal op dat hun opmerkingen ooit wel zullen gehoord worden zodat hun vakanties daarna weer vlekkeloos en op een aangenamer manier kunnen verlopen.
Ook het imago van Westende zou er beter mee gediend zijn als alle campings onberispelijk in orde zijn.
Wat heb ik deze week weer gezien, gehoord en gelezen?
Kennen jullie de weg naar de Calidris? De werken aan de Paul Grossettilaan en de Koninklijke baan zijn (gelukkig) al een tijd geleden beëindigd. Toen ze bezig waren, was natuurlijk een goede bewegwijzering nodig om de omleiding naar de Calidris en naar het hotel Sint-Laureins aan te duiden. Nu hangen de borden er nog steeds. Dat ware niet erg, als ze maar in de goeie richting wezen . Het bordje is enkel te zien als je uit de Arendlaan komt. Hieronder zien jullie wat ik bedoel.
Stilleggen werken marktplein Middelkerke Op 7 oktober 2010 hoorde ik op de radio en las ik in Het Nieuwsblad van de hand van vln dat de werken aan het marktplein in Middelkerke stilgelegd/ opgeschort werden na een klacht. Eén van de kandidaten voor de werkzaamheden aan de bovenbouw van de markt en de heraanleg van de Populierenlaan is een juridische procedure gestart tegen Dexia, de bouwheer van het project. De klacht zou verband houden met de toewijzing van de werken. De uitspraak van de rechtbank in kortgeding wordt ten vroegste begin november verwacht. Noemt men dit dan kortgeding? Een essentiële voorwaarde voor een kort geding, is namelijk dat er hoogdringendheid is. Er moet met andere woorden een groot risico bestaan op een ernstige, onherstelbare of moeilijk herstelbare schade als er niet snel ingegrepen wordt. De werken aan de ondergrondse parkeergarages en de aanleg van de nieuwe busstrook in de Oostendelaan gaan wel voort. En dat laatste nadat de Oostendelaan zojuist nog maar volledig vernieuwd werd!! Een late ingeving, zeker?
Archief gemeenteschool Duinpieper Omdat ik wat opzoekingen over de gemeenteschool wilde doen voor een artikel op deze blog, maakte ik dus een afspraak voor een bezoek aan de gemeentelijke archiefdienst. Buiten de verslagen van de gemeenteraden waarin de aanstelling en de benoeming en/of schorsing van de leerkrachten vermeld staan, moest ik tot mijn grote spijt vaststellen dat er gewoon geen archief meer bestaat. In de kelder van de school zelf vond ik enkel dienststaten van de drie voorbije decennia, die bovendien in een verzopen staat zijn, omdat de kelder ooit eens onder water gestaan heeft. Waar ik nu nog naar op zoek ben, de samenstelling van de klassen, daarvan is dus geen spoor te bekennen. Mocht iemand mij kunnen helpen Bedankt bij voorbaat!
Slijtlaag vervangen in de Westendelaan Op 7 maart2008 meldde Het Nieuwsblad (efo) dat Vlaams minister van Openbare Werken Hilde Crevits 1,5 miljoen euro opzijgezet had voor de vervanging van de slijtlaag van de N318 tussen Middelkerke en Westende en 2,5 miljoen euro voor rioleringswerken in de doortocht in Westende. Ik vind dat opzij zetten een eigenaardig woord. Heeft zij misschien een grote spaarpot? Is dat geld dat niet in een begroting opgenomen is? Soms noemt men dat ook vrijmaken. Is dat dan misschien geld dat vastligt? De werken zouden ten vroegste in 2010 uitgevoerd worden. Ik hoorde dat ze gestart waren, maar het bleek te gaan over een 200 tal meters ter hoogte van wat ik Het vergeten kasteel van Middelkerke noem. Zou er dan toch geen geld meer zijn voor meer?
Watersportcentrum Ik vroeg mij in een vorige bijdrage af of het speerpuntproject watersportcentrum dat reeds beëindigd had moeten zijn met Pasen 2010, er nu toch nog zou komen? Wel, ik stel vast dat de werken gestart zijn in de week van 11 15 oktober 2010. Het dossier van het watersportcentrum sleepte al jaren aan. 'Ondermeer een nieuw provinciaal uitvoeringsplan rond constructies op strand en dijk en bijkomende voorwaarden in het kader van de kustveiligheid gooiden roet in het eten', zegt Michel Landuyt. Eigenlijk wilde de schepen nog ruimer bouwen. 'Maar uiteraard moeten wij ons houden aan de voorwaarden opgelegd binnen dat provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan.' Hieronder een paar fotos van de uitgraving, zonder burgemeester en schepen van sport.
Bron Het Nieuwsblad van 16.10.2010 (vln)
Het fietspad in de Essex Scottishlaan Tussen de Westendelaan en de Koninklijke Baan, werden nu eindelijk pijlen aangebracht om aan te geven dat het fietspad in beide richtingen mag/moet bereden worden. Het stuk tussen de Westendelaan en de Doornstraat is daarvoor natuurlijk veel te smal, maar in de huidige staat van de Essex Scottislaan is er geen andere oplossing als men wil vermijden dat de fietsers op de smalle en dus gevaarlijke autoweg moeten rijden. De aanhouder wint dus wel degelijk want ik had die toestand al herhaaldelijk aangeklaagd in de voorbije jaren. Maar ja, ze hebben dat natuurlijk niet voor mij gedaan! Hieronder zien jullie links een fietspad dubbele richting met normale breedte, rechts één op halve breedte.
Belangrijke werken aan het rozenpad Herhaaldelijk heb ik al mijn spijt uitgedrukt over de ingreep die men het Rozenpad, een zijpaadje van de Heidestraat, deed ondergaan. Heeft men nu een pleister op de wonde willen leggen? Zo hoog schat ik mijn invloed niet in. Hieronder zien jullie hoe het er uitzag na de werken in juni 2010 en hoe het er nu uitziet. Begrijpen jullie misschien wat de bedoeling is? Een schoonheidsoperatie?
Zo zijn jullie alweer op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in Westende (en in een stuk Middelkerke)!
Politici van de Middelkerkse oppositie, laat u niet meeslepen !
Jullie hebben natuurlijk al van het Stockholmsyndroom gehoord? In 1973 voerde een groep bandieten in Stockholm een bankoverval uit. Ze hielden daarbij vier personen zes dagen lang vast. Ze gingen ervan uit dat de samenleving fundamenteel slecht is en dat die dus mag geplunderd worden. Na afloop bleken de gegijzelden een zekere sympathie opgevat te hebben voor de gijzelnemers. Ze gingen zich inleven in de drijfveren van deze laatste en dachten mee in hun belang. Niet de bankrovers vonden zij de slechteriken maar wel de politie. Twee van de gevangen genomen vrouwen verloofden zich later zelfs met hun gijzelnemers. Psychologen hebben daar toen een syndroom in gezien en het de naam van de Zweedse hoofdstad gegeven. Maar wat houdt dat eigenlijk in? Het is een overlevingsmechanisme voor slachtoffers van misbruik en intimidatie, die weinig of geen contact hebben met derden en waarbij de aanvaller zich langs zijn vriendelijke zijde laat zien en voorziet in de basisbehoeften van het slachtoffer, bijvoorbeeld door het geven van voedsel en bescherming. Er zijn verschillende categorieën, maar bij alle is er sprake van een ongelijke situatie, waarbij één partij duidelijk de macht heeft over de andere: misbruikte kinderen, mishandelde vrouwen (die ondanks alles bij hun partner blijven), slachtoffers van incest, gevangenen in concentratiekampen, sekteleden, mensen in relaties waarin ze geïntimideerd worden.
Enkele bekende voorbeelden De schatrijke Patty Hearst werd door een linkse groep ontvoerd. Haar familie betaalde een enorm losgeld, dat besteed werd aan voedsel voor de armen. Ze beroofde later, samen met haar ontvoerders, een bank en werd daarvoor veroordeeld. De Oostenrijkse Natascha Kampusch werd acht jaar lang vastgehouden in een kelder. Ze zei na haar ontsnapping en na de zelfmoord van haar ontvoerder dat ze tijdens haar opsluiting niets gemist had, dat ze haar basisbehoeften had. Ze was niet boos op haar ontvoerder en had/ heeft moeite met zijn zelfmoord. De Nederlands-Belgische journaliste Joanie de Rijke werd in Afghanistan door de Taliban ontvoerd en verkracht. Ze verklaarde nadien begrip te hebben voor haar ontvoerders. Ze koestert ook geen wrok tegen de Taliban-leider, omdat die haar ook had om kunnen brengen. Opvallend is dat beide laatste slachtoffers ontkennen aan het Stockholmsyndroom te lijden.
Doet het zich ook in de politiek voor? Tussen de overheid en de burgers? De laatste tijd wordt meer en meer gezegd en geschreven dat het zich inderdaad ook voordoet in de politiek. Het is immers ook een psychologisch proces dat ertoe leidt dat een persoon (slachtoffer) zijn beeld van de werkelijkheid afstemt op de verwachtingen van een andere persoon in wiens macht hij verkeert (dader). We hebben het hier dus over de laatste categorie, de intimidatie. Het is merkwaardig dat burgers (slachtoffers) zon volgzame houding aannemen ten aanzien van de overheid (dader). In deze relatie ondergaan de burgers nochtans ook een zekere vorm van gijzeling. Ze moeten een abnormaal hoog deel van hun zuurverdiende centen afstaan aan belastingen. Ze stellen vast dat corruptie en bevoordeling van de elite nog te vaak voorkomen. Banken en multinationals brengen (ongestraft) hun spaarcenten of hun job in gevaar of pakken die zelfs af. De vrijheid van meningsuiting wordt steeds harder en met nieuwe wetten onderdrukt. Voor alles en nog wat heeft men een vergunning van de overheid nodig. Diversiteit en tolerantie tegenover andere culturen wordt aan de mensen opgedrongen, zelfs en vooral via de openbare omroep. Dat alles samen is dus wel degelijk een vorm van intimidatie door de overheid, waaraan de burger niet kan ontsnappen. Diegene die durven procederen tegen de overheid, diegene die durven kritiek uiten (de pers, bijvoorbeeld) op mandatarissen zijn zeer zeldzaam geworden wegens de angst voor de gevolgen. De overheid gebruikt anderzijds het wapen van dienstverlening om de bevolking zoet te houden. Het merkwaardige ligt echter in het feit dat de kiezer in het stemhokje toch positief blijft tegenover de gijzelnemers.
Ook tussen de politieke partijen onderling? Wanneer een nieuwe meerderheid aantreedt, zij het nu op federaal, op Vlaams of op gemeentelijk niveau, dan zien we dat de oppositie geleidelijk aan minder kritisch wordt en dat de verstandhouding tussen beide partijen steeds beter wordt. Hoe langer een meerderheid aan de macht is, hoe scherper zich het probleem stelt. Nochtans is de minderheid overgeleverd aan de grillen, aan de arrogantie, aan de discriminatie vanwege de meerderheid. De oppositie is eigenlijk machteloos. Ze moet zich tevreden stellen met een aalmoes en wordt daarmee in slaap gewiegd. Zonder te willen veralgemenen. De meerderheid legt de regels vast, ankert zich vast in gemeentediensten of in de private sector (cultuur, middenstand, immobiliën, .) en huldigt soms het principe van het hemd is nader dan het rokje. Ze herhaalt steeds weer dezelfde argumenten. De oppositie begint er ten langen laatste zelf in te geloven en speelt zonder morren slippendrager. Soms hebben oppositieleden daar ook persoonlijk belang bij of moeten ze meegaande zijn als ze iets willen gedaan krijgen dat hun kiezers ten goede komt. Dat kan gaan van het mogen gebruiken van een gemeenteterrein of -gebouw tot het mogen uitbaten van een niet-vergunde camping Het kan dus ook een kwestie van overleven zijn.
En tussen de Walen en de Vlamingen? Om volledig te zijn, hoewel het niets met Middelkerke te zien heeft, moet ik ook nog zeggen dat de relatie Walen Vlamingen ook wat weg heeft van een Stockholmsyndroom. Hoewel onze zuidelijke landgenoten , hoewel in de minderheid, steeds de eerste viool gespeeld hebben en op een arrogante manier op de Vlamingen hebben neergekeken, hoewel deze laatste steeds royaal een deel van hun inkomsten hebben moeten afdragen omwille van de solidariteit met Wallonië, hoewel de Vlaming dagelijks ondervindt dat Vlaanderen en Wallonië twee totaal verschillende landen zijn, is hij/ zij steeds zeer verdraagzaam gebleven. En de Vlaamse partijen, op twee en een halve na, laten zich dat allemaal welgevallen, omdat ze aan het syndroom lijden.
De Duitse filosoof Immanuel Kant (1724-1804) heeft naar manieren gezocht om het volk te bevrijden uit alle vormen van zelf opgelegde onmondigheid en dwangmatig gedrag. Hij riep de mensheid op "zo dapper te zijn om nu eens op zijn eigen verstand te vertrouwen."
Omdat ik ervan overtuigd ben dat de Middelkerkse oppositiepartijen (CD&V, LDD en VB) niet kritisch genoeg zijn, omdat ze volgens mij ook gaan lijden aan het Stockholmsyndroom , roep ik ze op om toch maar liever geen slaafse meelopers te worden/ zijn van de meerderheid.
Op vrijdag 24 september 2010 zag ik door mijn vensterraam dat twee heren in hemdsmouwen op stap waren om reclame in mijn brievenbus te stoppen.Wat bleek, toen ik later mijn post ophaalde? Het ging om een zeer luxueuze propagandafolder van de Open VLD. Daarin vond ik een kaartje met daarop de tekst Wij zijn aan de deur geweest. Aangezien er een bel aan mijn huis hangt, die perfect werkt als men erop duwt, kan ik dus met absolute zekerheid zeggen dat dit niet gebeurd is. Onwaarheid, dus!!
Laten we de brochure, met veel fotos en (te) weinig tekst, even doorlopen.
Over de inleiding door Michel Landuyt, burgemeester
Landuyt bedankt de beste inwoners (het zou Open VLD kiezers moeten zijn) overvloedig voor het vertrouwen dat ze in hem gesteld hebben.
Michel zegt Ons team, dat de boekjes huis aan huis bedeelt, staat open voor uw suggesties. Dat bleek dus niet het geval te zijn.
De partij wil met deze actie een tussentijdse balans opmaken. Is dat woord hier eigenlijk wel op zijn plaats? Een balans is een winst- en verliesrekening. Hier is echter enkel sprake van wat de open VLD aan positiefs denkt verwezenlijkt te hebben en belooft nog te zullen uitvoeren. Geen woord van zelfkritiek, één grote zelfvoldaanheid. Het lijkt wel een verkiezingsbrochure. Wij blijven trouw aan onze visie? Zou ik mogen weten wat die visie inhoudt? Ruimte geven, in alle vrijheid werken, te ondernemen, te leren, te relaxen en te genieten is dat de visie? Is dat liberalisme? Meen je nu echt, Michel, dat jullie de inmenging van de overheid beperken? En hoe zit het met de inspraak? En met al de regels die jullie voorschrijven?
Algemeen Om eerlijk te blijven, wil ik onderstrepen dat er inderdaad wel enkele mooie verwezenlijkingen te noteren vallen. Dat is geldig voor alle deelgemeenten. Met de beschikbare budgetten (en subsidies) mochten we dat ook wel verwachten, nietwaar? Ik zou ook maar niet te hoog oplopen met de bouw van ondergrondse parkings en de aanleg van rotondes. Heeft de autochtone bevolking iets aan nog meer van die parkings? En rotondes hebben evenveel nadelen als voordelen. Daar zijn veel specialisten het mee eens. Maar over beide onderwerpen heb ik het al meermaals gehad in vorige artikels. Zitten daar geen verwezenlijkingen bij waarvoor de aanzet gegeven werd in de tijd dat de CD&V de schepen voor openbare werken leverde? De brochure houdt ook heel wat beloften in. We moeten dus afwachten om te zien wat daarvan terecht zal komen?
Eerst een paar punten over de kerngemeente Middelkerke In mijn beoordeling heb ik het hoofdzakelijk over Westende en Lombardsijde, maar toch eerst even wat mij opgevallen is in de tekst over Middelkerke.
Op onze zeedijk werd het historisch onderscheid tussen Middelkerke en Westende weggewerkt. Onze? Zoals het geschreven staat zou de dijk van Middelkerke-kern dus jouw dijk zijn, Michel? Die van Westende niet? Mag ik dan eens vragen waarom de VLD negen jaar nodig gehad heeft om in te zien dat er in één en dezelfde gemeente overal of nergens terrassen mochten komen?
Hebben onze dames en heren van het gemeentebestuur, met zon ruime staf aan ambtenaren, nu echt een studie nodig om de zwaktes en sterktes in kaart te brengen? Het is eerder aangewezen om meer op straat te komen, meer contact te hebben met de bevolking, zich meer te informeren en meer eigen inspanningen te doen om een bepaalde sector onder de knie te krijgen. Is meer kwalitatieve hotels echt het enig besluit dat uit die studie kon getrokken worden? Hoeveel heeft die studie gekost?
En daarmee komen we bij de financiën? Een balans gaat over centen. Zouden we dan eens mogen vernemen hoe het daarmee gesteld is? Hoeveel schulden heeft de gemeente? Zal het streefcijfer van 5% personenbelasting in 2010 gehaald worden? Waarom wordt daarmee gewacht tot het einde van de legislatuur?
Over Westende
Westende-dorp Ons dorp zou in de afgelopen negen jaar een gedaanteverwisseling ondergaan hebben. Weet de Open VLD eigenlijk wel wat dat is? In welke gedaante bevindt het dorp zich dan nu? Natuurlijk zijn er ook hier enkele verbeteringen: trefpunt, kinderopvang, voetbalpleintje aan gemeenteschool, Koning Ridderdijk, kerkomgeving, Er werden en worden ook verschillende wegen vernieuwd: Noordzeelaan, Flandrialaan, Weststraat, . en recent de Henri Jasparlaan van de kerk tot aan de school. Ook dat is positief, zelfs al moest voor sommige de gasleiding dringend vernieuwd worden. Mocht men enigszins rekening willen houden met wat ik daarover in vorige bijdragen schreef, dan zeg ik Proficiat!
Maar wat met al die beloften? Er komt een mooier marktplein. Wat wordt daar mooier aan? Ook een Agora-plein? We kunnen beter spreken van het Arthur Meynneplein (wat ook per akte verplicht is) aangezien er toch geen markt meer gehouden wordt Het is dus gewoon een parkeerplein.
Wordt de veilige doortocht door Westende, die drie jaar geleden aangekondigd werd en die ten vroegste in 2010 zou aangevat worden, nu echt verwezenlijkt?
Zal het speerpuntproject watersportcentrum dat reeds beëindigd had moeten zijn met Pasen 2010, er nu toch nog komen?
Woonuitbreidingsgebied tussen Badenlaan en Henri Jasparlaan? Gaat het hier over die waterzieke zone waarvan al bijna 10 jaar gezegd wordt dat er 54 sociale woningen op zouden gebouwd worden?
Wat wordt bedoeld met systematische vernieuwing van de voetpaden? Mag ik eens een voorbeeld, buiten de nieuwe straten?
Er zijn ook nog enkele punten waar we helemaal niets over horen. Hoe zit het met Zon en Zee? De promotoren weten natuurlijk waarom er nu al tien jaar een leegte is, maar de bevolking helaas niet. Is het een kwestie van vergunningen die de overheid maar niet geeft of is het door de crisis?
Wat gebeurt er met het politiebureau in Westende? Straks vieren we ook daar dat er tien jaar geleden voor het eerst over gesproken werd.
Waarom wordt er nu nog altijd zo weinig gedacht aan meer fietspaden, wat ook al zo vaak beloofd werd?
Waarom zijn er nog steeds onvergunde kampeerterreinen in Middelkerke?
Meer daadkracht is zeker aangewezen, dames en heren!
Westende-bad Mogelijkheid voor eigentijdse nieuwbouwprojecten (natuurlijk!) zonder het waardevolle erfgoed uit het oog te verliezen Dat kan en mag een bestuur toch niet beweren als wij zien dat de Carlton, het postgebouw en villas in cottagestijl op de dijk zonder meer afgebroken werden.
We juichen natuurlijk ook enkele verwezenlijkingen toe, te danken aan investeringen door het Vlaams gewest: het Octave Van Rysselbergheplein en villa Les Zéphyrs Over de roestige caterpillar van Wim Delvoye, het symbool van de strijd van de kustbewoners tegen de zee, lopen de meningen uiteen.
De zinnen Het hart van Westende-bad werd gestaag gerenoveerd. Het Eduard Otletplein. Het Portiekenplein, de Distellaan en andere centrumstraten krijgen (?) een facelift, begrijp ik niet. Is dat niet tegenstrijdig? Slaat dat hart enkel op het plein? Wordt dat gestaag gerenoveerd? De Distellaan en de Meeuwenlaan verkeren toch in een lamentabele toestand? Die zitten toch ook in dat hart?
Heeft het gemeentebestuur echt nog onderhouden, ja zelfs uitgebouwde contacten in Brussel? De CD&V minister Crevits heeft nu toch de zeggenschap over openbare werken? En zal er straks toch nog geld zijn om al die beloften waar te maken? Er moet toch bespaard worden, zegt men? Of geldt dat niet voor Middelkerke?
Lombardsijde De Golf moet alle kansen krijgen om uit te breiden tot 9 holes. Men zou misschien eens moeten uitleggen wat dit juist betekent. Dat is een club waar lidgeld moet betaald worden, nog steeds tamelijk elitair, met een privé-uitbater, zeer omstreden bij de aanleg, op gronden die eigendom zijn van Toerisme Vlaanderen, Moet de gemeente, wij dus, dan mee opdraaien voor de uitbreidingskosten? Neen, toch? Maar, wat betekent anders alle kansen krijgen?
Mogen we dan toch verwachten dat er een Natuurherinrichtingsproject komt op de plaats van de vroegere camping Cosmos? Moeten we dat nog geloven? Dat werd anders reeds aangekondigd in de Sirene van juli augustus 2007 en nog heel veel vroeger besproken.
Is de doortocht van Lombardsijde, een heikel punt? Je zou het niet zeggen! Moeten de studies voor de hertekening nu nog starten? Het is alleszins een schoolvoorbeeld van gebrek aan doortastendheid van een bestuur. De bewoners willen de huidige toestand bewaren. Waarom wil de VLD het dan anders? Als ze kunnen bewijzen met ongevallencijfers dat de verkeersveiligheid ermee zou gediend zijn, dan moet het natuurlijk. De argumenten evenementen en markten zullen meer bezoekers aantrekken en er zullen meer bussen ingelegd worden stuiten op zware twijfels. Of moet er absoluut een nieuw dorpsplein komen voor het prestige van het gemeentebestuur? Laat u daar toch niet door leiden!
Het sportpark in de Baronstraat kan inderdaad een belangrijk project worden. Ik kijk nu reeds uit naar de totaalkost: huis Dedecker, kleedkamers en kantine voor SC Lombardsijde, speelpleinen, Dat wordt een interessant bedrag!
Een woord blijft een woord staat voor het huidig gemeentebestuur houdt zijn beloften. Ik laat het toch maar beter aan de lezers over om daaraan geloof te hechten of daaraan te twijfelen.
Westendse familie Diet emigreerde naar Canada in 1956 !
Je zal het maar meemaken. Je bent 14 jaar jong en je ouders beslissen om uit te wijken naar Canada. Misschien heb je wel al eens gehoord van de rijke mogelijkheden die dat onmetelijk land biedt, maar wat je vooral bezighoudt is de wetenschap dat je hier in ons klein land in een klein dorp alles moet achterlaten: je vertrouwde huis en school, je familie en vrienden, die je misschien nooit meer terugziet Dat overkwam Fred Diet uit Westende in 1956. Hij woonde toen met zijn ouders Maurice Diet en Marie Schelstraete in de Duinenlaan nummer 106. U ziet hier twee fotos van het huis waar de Diets woonden vooraleer ze naar Canada vertrokken. Op de tweede staat Fred met zijn ouders.
Aan de overzijde van de laan lag toen nog een grote open ruimte en Fred hield van het zicht op de zee en van het doorkruisen van de duinen tot aan de villa van zijn oom in de omgeving van (toen nog) de Relais du Lac. Daarom heet de straat ook Duinenlaan.
Tijdens de oorlog woonde de familie Diet in het wit huis naast het toenmalig café De Tramstatie nu restaurant De Lantaarn.
Fred liep zes jaar school in de gemeenteschool van 1948 tot 1954, op een boogscheut van zijn ouderlijk huis en zette zoals vele andere kinderen zijn studies verder in Oostende. Hij zal zich toen, als veertienjarige en zeker minder volwassen dan zijn leeftijdsgenoten vandaag, wel afgevraagd hebben waarom zijn ouders zon grote stap wilden zetten in het onbekende. Dat is het immers wel, want je weet wat je achterlaat, maar veel minder wat je ginds te wachten staat. Vader Maurice had vast werk als mecanicien. Hij was geen avonturier, maar zoals zoveel andere emigranten van toen was hij bezorgd over de toekomst van zijn zoon. Het Canadees immigratiedepartement wilde dat de Diets zich vestigden in Windsor, Ontario. Laat dit nu net de thuisbasis zijn van het Essex Scottishregiment dat Westende bevrijdde in september 1944.
Hebben emigranten heimwee naar hun moederland? Zeer waarschijnlijk wel, dat kan tenminste blijken uit wat Fred Diet mij daarover per mail meedeelde. In augustus 1964 was hij aan boord van het fregat HMCS Inch Arran, van de Koninklijke Canadese marine. Toen het schip aangemeerd lag in Chatham in Zuid-Oost Engeland, in het Graafschap Kent, maakte hij van de nabijheid van de Belgische kust gebruik om voor de eerste keer terug te keren naar Westende. Dat was 8 jaar na zijn vertrek en Westende moet in die periode niet zo heel veel veranderd zijn, want hij heeft er weinig herinneringen aan overgehouden.
In de zomer van 1982 was Maurice (toen 65), de vader van Fred, pas gepensioneerd en toen wilde ook hij, ongeveer na een kwarteeuw, voor de eerste keer zijn land van herkomst terugzien. Zijn echtgenote, Marie Schelstraete, die meer heimwee had dan Maurice, had toen al een viertal keren de overtocht gemaakt. Het lokaal weekblad De Zeewacht interviewde hem toen en bracht er een artikel over in de editie van 9 juli 1982. Het droeg de titel Na 26 jaar Canada opnieuw de Noordzeelucht opsnuiven. We zien hieronder het familiaal gezelschap in de toenmalige samenstelling: Maurice, Marie, Fred met echtgenote Bev en twee kinderen, Doug en Cindy.
De interviewster Michèle wilde van Maurice natuurlijk weten wat hij allemaal veranderd vond. Hij vroeg zich af waar zijn duinen gebleven waren en vond dat de zeedijk zijn rust en aantrekkelijkheid verloren had door al die hoge gebouwen. Hij was ontgoocheld over het gebrek aan netheid van de straten en over de kadootjes die de honden overal op straat achterlieten. Of dat dan niet gebeurde in Canada, vroeg de journaliste. Volgens Maurice werd daar veel strenger opgetreden zodat eventuele overtreders erdoor afgeschrikt worden. Dat geldt evenzeer voor snelheidsmaniakken. Tenslotte vond hij dat Canadese politici meer met de mensen begaan zijn.
Fred, computerdeskundige van beroep, heeft naast dochter Cindy, een zoon Doug, erelid van het Essex Scottishregiment, vader van vijf kinderen. Hij kwam na 1982 nog vijf keren naar Westende. Bij elk bezoek stelde hij vast dat de open duinen en velden uit zijn jeugd steeds meer werden ingenomen door huizen en appartementsgebouwen. Westende vond hij telkens erg veranderd maar niet verbeterd. Hij staat nog steeds achter wat zijn vader in 1982 daarover zegde.
Zijn recentst bezoek had plaats van 5 tot 12 juni 2010. Hij logeerde in de Westendia recht tegenover zijn oude school.
Hij beweert nu dat hij zich, als opgroeiend kind, nooit had kunnen inbeelden dat hij zich ooit nog in die situatie zou bevinden. Bij het ontbijt zag hij de kinderen naar school trekken. Toen bekroop hem de lust om zich eens ter plaatse te begeven. Hij stelde zich voor als oud-leerling aan iemand, die hij voor het schoolhoofd hield. Hij verbaast er zich nu nog over dat hij met alle honneurs behandeld werd en dat hem zelfs een rondleiding in de school te beurt viel. Omdat hij nog in het bezit is van onderstaande foto van de klas met meester August Dewulf, kon hij best de vergelijking met vroeger maken. Kolenkachels en bijhorende kolenbakken staan er niet meer. Ook de zandbakken om elke zaterdag met zand de vloeren te reinigen zijn verdwenen. De doffe klassen werden kleuriger en levendiger door de versieringen en werkjes van de leerlingen. Ze werden ook vergroot door de bouw van een balkon in elke klas. Op de speelplaats werden nieuwe klaslokalen gebouwd. De schuilbunker werd lang geleden afgebroken.
Op de foto zit Fred op de eerste rij uiterst rechts naast Oscar Roose en vóór Willy Coen. Fred had natuurlijk niet verwacht dat de school maar weinig zou veranderd zijn sinds zijn tijd. Als hij zijn vrienden in Canada vertelt dat zijn school nog steeds bestaat en ook nog gebruikt wordt, kunnen ze hem nauwelijks geloven.
Fred wou zijn familie ook tonen waar hij en de rest van de familie Diet destijds woonde. Hij kon natuurlijk ook maar vaststellen dat de gevel van huis Duinenlaan 106 vernieuwd was en dat het huis ernaast afgebroken is.(zie foto).
Van het huis van zijn grootmoeder in de Duinenlaan worden appartementen gemaakt. Dat van zijn tante onderging vroeger reeds hetzelfde lot. Gedurende zijn dagelijkse ochtendwandeling voor het ontbijt, liep Fred ook door de Westendelaan, die hij de Main Street (hoofdstraat) noemt. Hij zocht tevergeefs naar de pub waar zijn vader en zijn broers al eens een pint dronken. In plaats van De Kroon was er enkel nog een leegte op een onontplofte bom na die nog onschadelijk moest gemaakt worden. Hij was ontgoocheld over het uitzicht van het monument voor de gesneuvelden, dat volgens hem wel wat onderhoud en opfrissing zou kunnen gebruiken. Misschien gebeurt dat nu wel aangezien het zopas verplaatst werd.
En toch ziet niet alles er vandaag anders uit. Er zijn nog vaste waarden. De vroegere boerderij van Deputter, daarna van vader Vanheule en nu van diens zoon, met de treffende naam Duinse Polder, verspreidt nog steeds dezelfde geuren en de koeien loeien er nog steeds op identieke manier. En dat in een laan die naar een badplaats leidt!!
Op de laatste dag van hun verblijf in Westende warden ze nogmaals geïnterviewd, dit keer door Het Nieuwsblad. Er wordt in Canada uitgekeken naar dat artikel.
Aanvulling: het artikel verscheen in de editie van dinsdag 28 september 2010
Het Kamp van Lombardsijde - ontstaan en geschiedenis
Waarom is of was er luchtdoelartillerie nodig? Om grondtroepen of gronddoelen (of schepen bij de zeemacht) te verdedigen tegen aanvallen uit de lucht, natuurlijk. Hoewel er reeds een eerste vliegtuig over België vloog in 1908, en er daarna proeven gedaan werden om er post en passagiers mee te vervoeren werd het eigenlijk vooral als sport- en stuntapparaat gebruikt. De Europese legers interesseerden zich wel reeds in 1911 voor deze nieuwe ontwikkeling maar de Eerste Wereldoorlog bespoedigde natuurlijk de ontwikkeling van het militair vliegtuig. Men begon vliegtuigen in te zetten om te verkennen. Toen de vijanden vervolgens met elkaar in conflict kwamen in de lucht, kwam het jachtvliegtuig in beeld. Het werd uitgerust met mitrailleurs op de motorkap. Door Sikorsky's experimenten met viermotorige vliegtuigen gingen bommenwerpers tot de mogelijkheden behoren. In België duurde het eigenlijk veel te lang vooraleer de ministeries en de militaire staven tot het besef kwamen dat het vliegwezen zich in snel tempo ontwikkelde en dat het dus aangewezen was aangepaste middelen te voorzien om aan deze bedreiging het hoofd te bieden. Luitenant-Generaal Théophile Van De Putte, een koppige West-Vlaming geboren te Leffinge in 1874, speelde daarin een hoofdrol. Hij was trouwens commandant van de luchtverdedigingstroepen van 1929 tot 1936.
De bestaande luchtdoelartilleriemiddelen werden gecentraliseerd en er moest modern materieel aangeschaft worden. De wapens en de eenheden, die zich rond Antwerpen in de forten bevonden, werden samengetrokken in de Sint-Annakazerne te Laken. Weldra werd een regiment Territoriale Verdediging tegen Luchtdoelen opgericht. Dat omvatte onder andere een technische dienst, die vanaf 1921, samen met de school, proefvuren uitvoerde aan de kust vanaf de wijk Crocodile.
Omdat de school in Laken te klein werd voor de luchtdoelartillerie in volle uitbreiding en aangezien alle schietoefeningen aan de kust gebeurden, was het bijgevolg logisch hier bij ons te zoeken naar een vervangoplossing. In 1937 werd besloten een militair kamp te bouwen ten westen van de oude baan Oostende - Nieuwpoort en ten noorden van de baan Lombardsijde dorp strand. Het zou tijdens de winter door Landsverdediging bezet worden en s zomers dienen als sociaal vakantieoord voor het burgerpersoneel van de ministeries van Volksgezondheid en Verkeer. De rest van het jaar konden er infanterie-eenheden, in schietperiode, ingekwartierd worden. Tot dan toe waren deze ondergebracht bij de burgerbevolking wat wel eens aanleiding gaf tot moeilijkheden. Ondanks vertragingen door opeenvolgende regeringswijzigingen en ondanks het verzet van de familie Crombez tegen de onteigeningen, ontstond uiteindelijk toch het huidig kamp. Vanaf 1938 werd er gevuurd met lichte wapens en vanaf 1939 met kanonnen. In dat laatste jaar werd ook de bouw van het kamp NOORD aangevangen. De blokken waren praktisch af doch werden niet in gebruik genomen door het Belgisch leger voor mei 1940. Gedurende de achttiendaagse veldtocht diende de strook tussen het kamp en de IJzer als vervangingsvliegveld. Vanaf september 1939 werden er Duitse krijgsgevangenen vastgehouden. In mei-juni 1940 werd het kamp door de bezetter als krijgsgevangenkamp gebruikt. Het werd einde juni gebombardeerd door de Engelsen en daarna ontruimd. Naderhand werden de blokken gedeeltelijk afgebroken terwijl er versterkingen (bunkers) werden aangebracht als onderdeel van de beruchte Atlantikwal.
In 1946 werd de luchtdoelartillerieschool heropgericht in Helchteren en in hetzelfde jaar overgebracht naar Brasschaat. Op 1 februari 1951 werd ze overgeplaatst naar Lombardsijde waar op 29 november 1951 de BENELUX school opgericht werd. Ze had als opdracht de gezamenlijke vorming van Belgische en Nederlandse jonge artillerieofficieren en onderofficieren. Ze bleef bestaan tot in 1959. De bezetting van het kamp bereikte een hoogtepunt in de jaren 1953-1955. Wie herinnert zich niet de weekendrappels van de kampmannen. Toen waren er in het dorp Lombardsijde heel veel cafés. De militaire politie moest er toen bijna elke avond optreden omdat er altijd wel enkele militairen voor ambras zorgden. De oudsten onder jullie zullen zich waarschijnlijk ook nog herinneren dat er zeewaarts geschoten werd op schijven getrokken door bemande vliegtuigen (o.a. de Spitfire) en vanaf 1953 op schietschijven gesleept door van op de grond met radio gestuurde vliegtuigjes, die bij een crash in zee met een amfibievoertuig moesten opgehaald worden. Dat was de taak van het detachement radiogeleide schietschijven, dat op 5 mei 1954 opgericht werd. Om de veiligheid van de scheepvaart te garanderen wordt dan een gedeelte van de zee (of sector genoemd) ontzegd aan alle scheepvaart. De vissers in Nieuwpoort, die daarvan op de hoogte waren/ zijn, dank zij de 'Berichten Aan Zeevarenden' moesten/ moeten dan rond de sector varen om hun visvangst uit te oefenen. Wie zich daaraan niet hield/houdt, werd/wordt geldelijk beboet. Ik weet niet hoe hoog de boetes nu zijn, maar destijds waren die zo laag dat veel vissers die liever betaalden dan de tijdrovende en brandstofverslindende omweg te maken. De schietende eenheden moesten dus om de haverklap het vuur staken en uren wachten tot de sector weer vrijkwam. Het lawaai dat de kanonnen maakten, afhankelijk van de windrichting, werd door de toeristen niet bijzonder geapprecieerd. De autochtone bevolking stond er iets verdraagzamer tegenover. Omdat ze er gewoon aan geraakten of omdat ze ook de positieve kanten van het kamp inzagen? De politici meenden echter toch actie te moeten ondernemen en zo werd er op zeker ogenblik beslist dat er van 15 juni tot 15 september niet meer mocht gevuurd worden. Kampioen politicus Georges Mommerency, burgemeester van Nieuwpoort, was natuurlijk op de hoogte van die schorsing. Toch verklaarde hij elk jaar voor de start ervan aan de pers dat hij zich beklaagd had bij de minister van landsverdediging en zie . enkele dagen later hoorde men niet meer schieten. Dank zij Georges, natuurlijk!
Het kamp had voor de burgerbevolking, zoals de militairen die noemen, hoewel ze zelf ook burgers zijn, inderdaad niet enkel negatieve kanten. Zeer talrijk zijn de jeugdgroepen die er hun jaarlijks kamp inrichtten. Hoeveel scholen hebben er niet een bezoek gebracht aan de kazerne? Vroeger nog veel meer dan nu, was de militaire leefwereld onbekend voor wie geen militaire dienst deed. Mede door de opendeurdagen die regelmatig plaatsvonden, werden de contacten met de bevolking geleidelijk aan verbeterd. Veel handelaars, ook lokale, hebben kunnen ondervinden dat de kazerne een groot pluspunt was. Hoeveel verenigingen hebben niet een beroep gedaan op de sportinstallaties van de kazerne? (voetbalveld en turnzaal) De kazerne stond ook vanaf 1961 open voor groepen die er sociale vakanties inrichtten. Hoeveel lijnvissers hebben vroeger niet van de doorgang van het kamp gebruik gemaakt om hun geliefkoosde sport te beoefenen? Hoeveel groepen gehandicapten zouden er wel niet ontvangen geweest zijn in de kazerne? (vb Duinhelm uit Oostende). De eenheden van het kwartier hebben er ook altijd een punt van gemaakt om instellingen voor gehandicapten moreel en financieel bij te staan.
Zoals overal in de wereld, zijn militaire domeinen die niet zo maar door iedereen mogen betreden worden, gunstige terreinen waar (voor onze streek zeldzame) vogels graag broeden en waar vaak zeldzame planten en bloemen groeien. Het kamp organiseert ook reeds sinds 1973 met manschappen en materiaal de vierdaagse mars van de IJzer. Dat was einde augustus 2010 opnieuw een topevenement voor Nieuwpoort, Koksijde, Poperinge, Diksmuide en Ieper. Het was niet zo bekend maar een groep militairen baatten van 1968 tot 1982 een geroemd radiostation voor amateurs (ON6AA) uit en konden alzo noodhulp bezorgen aan wanhopige over de gehele wereld.
Het kamp is ook twee keer de inzet gezet van de fusies van de gemeenten, in 1971 tussen Westende en Lombardsijde en in 1977 tussen Middelkerke en Nieuwpoort. Hoewel Lombardsijde destijds zelf vragende partij was om het kamp op zijn grondgebied te krijgen, vond het bestuur in de zestiger jaren dat de tegen de kust aanliggende kazerne eigenlijk de ontwikkeling van de gemeente belemmerde. Eigenlijk werd dat argument gebruikt om zich Westends grondgebied te kunnen toe-eigenen. Bij de fusie van 1977 werd het kamp bij Nieuwpoort gevoegd.
Tenslotte moet ik het toch ook nog wat meer hebben over de militairen die in het kamp gekazerneerd waren of er verbleven. Vanaf 1960 sprak men van de luchtdoelartillerieschool, die steeds de kern of hoofdbrok van de kazerne uitmaakte. Ook andere machten en wapens vonden er in de loop van de tijd een onderkomen. Zo was er van 1958 tot 1983 een marinebasis gevestigd aan de IJzermonding. Het 3de bataljon Para verbleef er van 1962 tot 1967 vooraleer naar Tielen te vertrekken. Van 1969 tot 1970 was het 3de Cyclisten er ondergebracht. Vooraleer naar hun plaats in de HAWK gordel in Duitsland te vertrekken, werden het 43ste artilleriebataljon HAWK (juli 1963 juni 1966) en het 62ste artilleriebataljon HAWK (mei 1967 oktober 1969) er tijdelijk ingekwartierd. Ingevolge een Belgisch Nederlandse overeenkomst over de gezamenlijke opleiding van radar- en raketherstellers voor die HAWK eenheden nam een Nederlands opleidingsdetachement hier zijn intrek van 1965 tot 1978. Vergeten we tenslotte niet dat in totaal 12.000 rekruten, bestemd voor alle wapens, hier een eerste opleiding van 1 maand genoten en dat in de periode 1980 - 1986.
Op 26 april 1991, na een verblijf van 28 jaar in Duitsland verhuisde het 14de Artillerieregiment van Spich naar Nieuwpoort om er geïntegreerd te worden in de Luchtdoelartillerieschool als eerste schoolbataljon van de Landmacht. Op 1 juli 1994 werd de Luchtdoelartillerieschool afgeschaft en het 14de Artillerieregiment omgevormd tot MISTRAL- bataljon met personeel van de Luchtdoelartillerieschool en vele andere eenheden. Zopas werd het bataljon ontbonden maar daarover had ik het reeds in een vorige bijdrage.
Enkele dagen geleden vond ik toevallig in mijn archief een foto van Peter Maenhoudt met begeleidend tekstje van A.V. uit Het Laatste Nieuws van 23 september 1997. Vlaams minister van cultuur Luc Martens had namelijk zojuist vier villas op een rij, gelegen aan de Koning Ridderdijk in Westende-bad, geklasseerd. Het gaat om de gebouwen met de huisnummers 57 (t Janika), 58 (Monna Vanna), 59 (Les Fleurettes) en 60 (naamloos). Ze werden opgericht na de eerste wereldoorlog, in cottagestijl. De `cottagestijl` is een bouwstijl die ontstond in de 19e eeuw in Engeland als romantische tegenreactie tegen de industriële revolutie die toen opgang maakte. Vakmanschap en handwerk stonden centraal. Vanaf 1840 waaide één en ander over naar het vasteland en veel villas aan de Belgische kust werden in die stijl opgetrokken. Ziehier de foto van de vier villas uit 1997:
Ik was dan ook benieuwd hoe ze er dertien jaar later uitzien. Op 3 september 2010 maakte ik onderstaande foto. Verrassing natuurlijk, want er is geen spoor meer van de geklasseerde villas t Janika en Monna Vanna. In hun plaats zijn (natuurlijk) twee mastodonten van appartementsblokken verrezen.
En nu even diep ademen om de naam te kunnen uitspreken van de dienst die zich vroeger en nu in Vlaanderen met het beheer van ons erfgoed bezighoudt. Dat was het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Leefmilieu en Infrastructuur, Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, afdeling Monumenten en Landschappen., maar sinds we een nieuwe Vlaamse regering hebben heet dat Departement Ruimtelijke Ordening Woonbeleid en Onroerend Erfgoed. Stedenbouwkundig Beleid en Onroerend Erfgoedbeleid. Het ressorteert onder minister Geert Bourgeois. Dat beheer is geregeld door het decreet van 3 maart 1976, aangepast door een groot aantal amendementen. Volgens dat voorschrift moet voor elke gemeente een register bijgehouden worden van haar bouwkundig erfgoed. Dat bestaat dus ook voor Middelkerke. Iedereen kan het ook raadplegen op de website www.monument.vlaanderen.be. Daar kan dan in de databank gezocht worden naar Westende. Di inventaris bevat eerst en vooral de beschermde monumenten en stads- en dorpsgezichten. Daar wordt een etiket met bovenlokaal erfgoed op geplakt. De wet voorziet hier in een financiële compensatie onder de vorm van overheidstoelagen voor de instandhouding en het onderhoud van deze monumenten. Daarvoor is ook een fiscale aftrek mogelijk. De inventaris bevat echter ook een groot aantal waardevolle gebouwen die worden beschouwd als zijnde van lokaal belang, maar die niet beschermd worden. De overheid hoopt dat de gemeenten zelf maatregelen zullen treffen om deze gebouwen van de sloop te redden. Zon gebouw kan niet rekenen op financiële steun van de overheid. De twee gesloopte villas op de Koning Ridderdijk worden in de inventaris gerangschikt in de laatste categorie. Er staat ook bij dat ze afgebroken werden. Ik vrees dat de hoop van de overheid ijdel zal blijven. Spijtig!! Aangezien in het krantenartikel hiervoor sprake is van geklasseerd vraag ik mij nu af 'hoezo afbraak'. Betekent geklasseerd dan niet beschermd? Of kwam die klassering de ene of de andere niet goed uit?
Men zou zo de indruk krijgen dat bescherming van erfgoed, bescherming van de natuur of van een zone eigenlijk niets blijvends heeft en naar willekeur kan gewijzigd of genegeerd worden. Of vergis ik mij?
PS Mag ik misschien ook de lectuur aanbevelen van mijn artikel Is het Erfgoed van Westende wel in goede handen? Jullie vinden het (natuurlijk) in de categorie Erfgoed
Kleuters en zesjarigen zijn vandaag heel wat gewoon. Meestal werken hun beide ouders en zeldzaam zijn diegene die nooit hun uren doorbrachten in een kinderopvang, al dan niet door de gemeente georganiseerd. Eens gescheiden worden van mama is voor hen niet meer het einde van de wereld. En toch een eerste schooldag is nog steeds iets bijzonders. Dat geldt in eerste instantie voor de kleuter die voor het eerst naar school gaat maar ook nog voor de zesjarige die nu naar de grote school mag of moet. We hebben het allemaal meegemaakt, als slachtoffer (zij het dan in totaal andere omstandigheden) of als fiere ouder.
Op woensdag 1 september was het dan weer zo ver. De 30 km - zones werden weer geactiveerd. En dan kon het beginnen met een (zonnige) halve dag van 08u45 tot 11u30. Bovendien startte het schooljaar met een ontbijt (fruitsap, koffie, sandwiches, ), in open lucht gezien het mooi weer, voor de 50 kleuters en de 90 leerlingen van de lagere school. Ook de ouders waren welkom. Wat worden die kinderen toch verwend, tegenwoordig!
Dat was echter niet de reden waarom ik er absoluut bij wilde zijn toen de gemengde gemeentelijke basisschool Duinpieper zijn deuren weer opende na een lange vakantie met zeer veel zon in de eerste helft en veel wind en regen in de tweede helft.
Maar eerst nog dit: jullie weten toch wat een duinpieper is? Het is een zandkleurige (vandaar duin-), zeer bedrijvige zangvogel van 15,5 cm lang uit de familie van de kwikstaarten. De vogel heeft een lange staart die hij voortdurend op en neer doet wippen. Werd de naam gekozen naar analogie met een kind dat nooit stilzit? Goed gekozen, in elk geval.
De echte reden waarom ik die eerste schooldag niet wilde missen, was de zopas vernieuwde Henri Jasparlaan, die de chaos aan de schoolpoort zou moeten oplossen. Zou het probleem dat ik aankaartte in mijn artikel van december 2008 nu van de baan zijn? Jullie kunnen het hier lezen.
Helaas, driewerf helaas! Wat een ontgoocheling! Ik had het natuurlijk een aantal dagen geleden reeds zien aankomen maar de Henri Jasparlaan was niet klaar op D-Day! Ik neem aan dat het toch de bedoeling zal geweest zijn om tenminste een stuk van de laan te kunnen gebruiken tegen de eerste schooldag. Het gevolg? Nog steeds chaos, zoals twee jaar geleden. Ik had eerder de indruk dat de ouders eigenlijk absoluut in de Duinenlaan willen parkeren om hun kinderen dichter bij de poort te kunnen afzetten en om zelf niet ver te moeten stappen. Er stonden wel nog geen verkeerstekens maar de Henri Jasparlaan was eigenlijk niet echt afgesloten of dat was tenminste niet echt duidelijk te zien. Daarom hadden een paar ouders er toch maar hun wagen geplaatst. De overgrote meerderheid stond echter opnieuw op het fietspad in de Duinenlaan. Jullie zien hieronder links hoe het in 2008 was en rechts hoe het nu is.
Positief was toch dat zij die te voet naar school komen, reeds het nieuw voetpad konden gebruiken.
Als zon nieuw schooljaar start, dan is dat toch voor een groot aantal mensen het begin van een nieuwe episode in hun leven. Dat betekent toch iets. Dan mag je toch verwachten dat ook de omgeving van de school eens extra verzorgd wordt. Twee dagen ervoor zag het er nog slecht uit. Op de dag zelf waren de gemeentewerklieden nog de haag aan het snoeien en hadden ze één stukje tuin, aan de zijde van het speelplein, onder handen genomen. Nu nog de graffiti op de muur verwijderen en het onkruid tegen het muurtje en dan zal het er heel wat beter uitzien. Dank zij het welwillend personeel kon ik ook even rondlopen in de school. De klassen en gangen zien er prima uit. De directrice en haar hoofdzakelijk vrouwelijke leerkrachten schijnen dat goed te doen.
In één van mijn volgende bijdragen zal ik eens mijn eerste schooldag in 1943 en mijn schooltijd in dezelfde gemeenteschool vergelijken met deze van 2010. Jullie zullen daarover wel niet verrast zijn: er is een hemelsbreed verschil tussen beide, op bijna elk gebied.
Het is niet de eerste keer dat ik het zeg, maar er werd de laatste tijd een ernstige inspanning gedaan om een deel van de Westendse wegen een facelift te geven. Ik som ze toch nog maar eens op: de Duinenlaan vanaf de Westendelaan tot aan de Henri Jasparlaan, de Hovenierstraat, de Azaliastraat, de Tulpenstraat, de Noordzeelaan en de Westenlaan, de Koninklijke baan Paul Grossettilaan en recent de Zuidstraat en de Henri Jasparlaan. Er zijn natuurlijk nog talloze andere lanen en straten die een stevige opknapbeurt nodig hebben, maar laten we zeggen dat dit een aardig begin is.
Maar en ik hoor de verantwoordelijke gemeentelijke politici en ambtenaren al vragen Is het dan nooit goed? Telkens er een straat afgewerkt is, moet ik helaas weer vaststellen dat er één en ander op aan te merken valt. De hoop op gescheiden fiets- en voetpaden langs de (gewestelijke, ik weet het!) Koninklijke baan lijkt nu inderdaad ijdel geweest te zijn. Alles blijft zoals het was, buiten de kwaliteit van het wegdek en de (gunstige??) wegversmalling en het verkeersteken dat zowel fietsers als voetgangers welkom zijn. Op dat gebied zijn vooral de overgangen vanuit Nieuwpoort of vanuit Middelkerke merkwaardig. Ze benadrukken ten volle hoe het volgens mij wel had moeten zijn. Hieronder links zien jullie een voorbeeld aan het Grossettimonument.
Ook in de Hovenierstraat heeft men een fietspad overbodig geacht. (zie hierboven rechts) In de Azaliastraat (zie hieronder links), de Tulpenstraat en de Dahliastraat (zie hieronder rechts) kon ik enkel ontgoocheld vaststellen dat men er de boompjes wegnam en dat de min of meer afgescheiden parkeerplaatsen verwijderd werden, zodat de autos nu op het voetpad parkeren. Er is nog maar eens geen fietspad wat gemakkelijk gekund had gezien de (te?) brede voetpaden langs weerszijden.
In de Zuidstraat zie ik alweer geen fietspad, maar wel een voetpad in rode steentjes. Daar is ook een strook voorzien voor het parkeren van autos. Men heeft het zelfs nodig gevonden om er een slalomstraat van te maken, met afwisselend een breed en een smal voetpad en een parkeerstrook. En merkwaardig er zijn in die straat 31 private garages. En wat zien we? De parkeerstrook bevindt zich in 13 gevallen vlak voor een garagepoort. Je mag er dus niet staan en toch is er een parkeerstrook voorzien. Toch niet voor de eigenaar? Die kan toch voor zijn poort zelf staan. Ik had dus de parkeerstrook aan de andere zijde van de straat gezien. Ik mag mij zeker niet afvragen wie dat plan getekend en goedgekeurd heeft? Ook in de juist voleindigde Henri Jasparlaan (zie hieronder links) doet zich dit merkwaardig verschijnsel voor. Begrijp wie kan!
Op weinig centimeters na, hebben al de reeds genoemde gemeentelijke straten dezelfde breedte. Waarom worden ze dan niet allemaal op één en dezelfde manier aangepakt? Zo zou de indeling ervan voor de weggebruikers herkenbaar zijn en dat zou de veiligheid verhogen. Het spreekt vanzelf dat bredere straten anders kunnen en/of moeten ingericht worden.
In de Noordzeelaan (rechts hierboven en links hieronder) en de Westenlaan (rechts hieronder) was er inderdaad, aan de zijde van de Distellaan plaats genoeg om parkeerplaatsen schuin op de weg aan te leggen.
Het kan toch zo moeilijk niet zijn voor ervaren ambtenaren (en politici, als dat bestaat) om, in functie van de drukte in de straat en van de breedte van de straat, een typeoplossing te bedenken, die de veiligheid aanzienlijk zou verhogen: al dan niet een fietspad, al dan niet speciale parkeerplaatsen voor de autos, al dan niet verkeersdrempels of andere verkeersremmers, al dan niet boompjes of bloembakken, fietspad overal in rode steentjes, juist voldoende en duidelijke verkeerstekens, standaardbreedte van voet- en fietspad . Wat ik juist bedoel moeten onderstaande fotos duidelijk maken.
Ik weet het niet echt, maar ik neem aan dat fietspaden normaal in rode steentjes aangelegd worden. Dat is het geval in het stuk vernieuwde Duinenlaan (hieronder links). De voetpaden zijn er oranje-bruin. In de Essex Scottishlaan (hieronder rechts) is het fietspad dan weer in die laatste kleur (!)
In de Zuidstraat (hieronder) is het voetpad in rode steentjes. Langs de Koninklijke baan heeft men het maar bij de zwarte asfalt gehouden, behalve vanaf het monument Paul Grossetti tot in Middelkerke. xxx
Telkens stel ik ook weer vast dat de vernieuwde wegen in gebruik genomen worden zelfs als de verkeerstekens nog niet aangebracht zijn.
Waarom toch overal die brede voetpaden? Denk toch ook eens aan de fietsers!!! Zonder te overdrijven kan men zeggen dat het gemeentebestuur weinig of geen aandacht schenkt aan de veiligheid van de fietsers in Westende.
Het is niet gebeurd in Westende, het heeft niet echt met mijn onderwerp van vandaag te zien, maar op 25 juli 2010 stelde ik vast dat de verkeersdrempels op de zeedijk in Middelkerke, in de aanloop naar de J. Casselaan toch verwijderd werden. Het was daar dan toch te veilig!
Kunnen we na 33 jaar spreken van een gelukkig huwelijk tussen Middelkerke en Westende?
Een eerste overweging na de fusie is ontegensprekelijk dat Westende heel wat aan belang en aan uitstraling ingeboet heeft. De Parel van de Kust heeft veel van zijn glans verloren, vooral dan de dorpen Westende en Lombardsijde die nog slechts een schim zijn van vroeger. Men spreekt nu plots van de kerngemeente en van de deelgemeenten. Dat betekent dus dat men Middelkerke gaat beschouwen als de kern ( = de zon!) waarrond de deelgemeenten (= de planeten) draaien. Op een vergadering in de Calidris, bij de bespreking van een structuurplan, noemde burgemeester Landuyt Westende trouwens eens een aanhangsel van Middelkerke, wat heel wat kwaad bloed zette. Misschien zijn er onder jullie die dat logisch vinden? Bedenkt dan toch maar eens dat Westende bij de samensmelting meer dan 5.000 inwoners telde.
Alle gemeentediensten zijn gecentraliseerd in Middelkerke. Dat geldt niet enkel voor het gemeentehuis, maar ook voor de politie, het OCMW met rusthuis De Ril, het gemeentepark, de brandweer, de technische diensten en het containerpark. Men kan rustig stellen dat de centralisatie algemeen is. Neem nu de sport: de sportinstallaties (zwembad, sportpark De Krokodiel, zaal De Branding) en sportploegen (zoals jeugdvoetbal, volleybal, enz .) Ook de cultuuractiviteit speelt zich vooral in de kerngemeente af: de bibliotheek (luxegebouw in Middelkerke tegenover kleine aanhangsels in de deelgemeenten) en de culturele centra (toneel, zangkoor, muziekschool, stripfestival, feestzaal, ). Ook de private dienstverlening situeert zich in de kern: de markten (donderdagmarkt en boerenmarkt op zaterdag), kind en gezin, de postdiensten (enkel nog een kantoor in de kerngemeente), de shoppingzone en -centra uitgezonderd een kleine Okay en een Delhaize), grote firmas, De burgemeester houdt trouwens niet op met het strooien van zout in de wonden van Westende. Hij zwijgt niet over wat hij zijn mooiste prestatie noemt: de Leopoldlaan (lees hierover mijn artikel) en het Epernayplein. Hij gebruikt het Casino-Kursaal steeds weer om de glans te beklemtonen die Middelkerke-kern uitstraalt. Natuurlijk zijn er ook enkele niet te versmaden organisaties in Westende: sportzaal in Lombardsijde, de Calidris en (vooral voor de toeristen) een golfterrein, tennisvelden, een surfclub. Die kunnen echter geenszins mijn bewering ontwrichten dat Westende benadeeld wordt tegenover Middelkerke. Och ja, dat vergat ik bijna . Westende kreeg ooit zijn asielcentrum, dat Landuyt een toeristische voltreffer noemde. Er werden nog wel een paar kleine antennes in Westende behouden: vroeger op administratief gebied en nu nog op technisch gebied en op het gebied van de politie. Men kan nochtans zeggen dat die antennes van een verwaarloosbaar belang waren of zijn.
Kon het dan anders? Ik wil zelfs mild oordelen en toegeven dat Middelkerke meer een aaneengebouwd geheel vormt dan Westende en daardoor meer een stedelijke indruk geeft. Dat is nochtans grotendeels te verklaren door het concentreren van de gemeentelijke organisaties in de kerngemeente. In Westende zijn bad en dorp ook meer van elkaar gescheiden. Westende had inderdaad een minder geschikt gemeentehuis, maar de huidige comfortabele huisvesting van de gemeentediensten (administratie, technische dienst, politie en brandweer) is er in Middelkerke ook maar gekomen nadat belangrijke infrastructuurwerken uitgevoerd werden. In Westende had hetzelfde kunnen gebeuren. Minimaal zou men kunnen zeggen dat de brandweerkazerne en het containerpark evengoed in Westende hadden kunnen gelokaliseerd worden. Waar ligt trouwens het geografisch middelpunt van de gemeente? Niet in Middelkerke!
Door de fusies is ook een groot stuk van de fierheid weggevallen die de inwoners vroeger koesterden voor hun gemeente. Zo zijn de opeenvolgende burgemeesters (Inghelram, Desseyn, Verlinde en nu Landuyt) steeds van Middelkerkse oorsprong geweest. De politici van de deelgemeenten, veel minder in aantal, kunnen niet optornen tegen de overmacht van de talrijke Middelkerkenaars (bovendien ook nog een familieclan!) en wensen/ durven dat vaak ook niet. Nochtans beweerde Michel Landuyt bij zijn indiensttreding in 2000 dat de twee badcentra en de landelijke centra op gelijke voet aan bod zouden komen (zie o.a. Burgerkrant Nr 1 - 2007). We kunnen deze verklaring/ belofte dus rangschikken bij het hoofdstuk Wie gelooft die mensen nog?.
Men kan zich ook afvragen wat er terechtkwam van de doelstellingen van de fusies: grotere slagkracht, financieel gezonder, beter gevormd en minder personeel, beter gewapend tegen vergrijzing, milieu- en huisvuilverwerking, nood aan culturele centra, sportinstallaties, . Het lijdt geen twijfel dat de hogere overheid beter een kleiner aantal gemeenten kan beheren. Dat argument geldt echter ook voor een gemeentebestuur met een kleiner aantal deelgemeenten. De schaars bevolkte landelijke gemeenten, waren zeker gebaat bij een fusie, vooral op financieel gebied. Denk maar aan het onderhoud van hun wegennet. Maar Westende was financieel gezond en kon in de meeste domeinen zelfstandig best zijn streng trekken.
Tegenstanders van fusies zijn eerder te vinden voor intergemeentelijke samenwerking, bijvoorbeeld voor brandweer, huisvuilverwerking en politie, zodat op die vlakken hetzelfde kon bereikt worden als bij een fusie. Er zullen nog wel enkele (kleinere) voordelen zijn aan een fusie, maar wat ik een groot nadeel vind is de vergrote afstand tussen overheid en bevolking, de geringere betrokkenheid van de inwoners bij een grotere gemeente, waar minder contacten bestaan . omdat men elkaar niet kent. Het is niet bij de offerande van begrafenissen, op aperitiefconcerten of op andere feesten dat een bestuur de noden van de grote massa van de bevolking leert kennen
Jullie hebben het dus al gehoord: ik vind de fusie tussen Middelkerke en Westende niet geslaagd en mocht die ooit weer ongedaan gemaakt worden, dan zou mij dat zeer verheugen. Ik zal echter maar niet te fel hopen op een Copernicaanse omwenteling, zelfs niet op een gewone omwenteling.
Weten jullie dat er alweer over nieuwe fusies gesproken wordt? Voorlopig vrijwillige, dan. De argumenten van de initiatiefnemers zijn dezelfde als in 1976. Gemeenten die met elkaar willen fuseren, moeten dat ten laatste in het voorjaar van 2011 kenbaar maken aan de Vlaamse regering. De nieuwe gemeente krijgt daarvoor, gespreid over zes jaar, een belachelijk lage financiële bonus tussen 500.000 en 1,5 miljoen euro, volgens de omvang van de fusie. Is het antwoord van Middelkerke al bekend? Men zal zeker zelfstandig willen blijven? Anders wil ik wel een voorstel doen. Westende, Lombardsijde, Mannekensvere, Sint-Pieterskapelle en Schore zouden bij Nieuwpoort kunnen aansluiten terwijl Middelkerke , Wilskerke, Slijpe en Leffinge bij Oostende kunnen gevoegd worden. Zijn er nog die er zo over denken?
Op 21 mei 2010 is café De Kroon het slachtoffer geworden van de sloophamer. Spijtig genoeg heb ik het reeds meerdere keren moeten schrijven dit jaar, maar zo is Westende nog maar eens een monument armer.
Meer dan honderd jaar geleden baatte een zekere Van Den Berghe reeds een café In de Kroone uit in de Dorpplaats van Westende. Rechts op de linkse foto hieronder, zien jullie hoe het er toen uit zag, gezien vanuit de richting Middelkerke. Hieronder rechts, zien jullie nog een beeld van de dorpplaats rond 1910, dus exact een eeuw geleden, deze keer uit de richting Nieuwpoort, zodat In de Kroone deze keer uiteraard links op de foto staat. Ingewikkeld, hé?
Ik heb weinig succes gehad bij mijn zoektocht naar die Vandenberghe. Ik vond wel een bidprentje van een zekere Edmond Lievin Vandenberghe, geboren in Westende in 1879 als zoon van Livinus en van Stephania Herrebout. Hij was gehuwd met Augusta Vanhove en overleed in 1964 in Oostende. Hij was machinist bij de Belgische spoorwegen. Was hij ook de uitbater of was het zijn vader? Mocht iemand daar meer over weten, dan zou ik hem/ haar dankbaar zijn voor de informatie.
Kort voor de eerste wereldoorlog namen Medard Derudder, (Jabbeke 1880 Brugge 1953) en Mathilde Cordy (Mariakerke 1881 Westende 1962) het café over. Medard was mecanicien en verkoper en verhuurder van fietsen. Tegen de veertiger jaren (het juiste tijdstip ken ik niet!) baatte Medard Derudder nog steeds café In de Kroon uit. Hij werd daarna opgevolgd door zijn schoonzoon Georges Dewulf (geboren in Schore in 1920 en overleden in Oostende in 2006), die eigenlijk pasteibakker van beroep was, en uiteraard ook door zijn dochter Aline (Westende 1923 leeft nog in een home in Oudenburg) Hieronder zien jullie een paar fotos uit die periode vóór en na de tweede wereldoorlog. Uit mijn jeugd herinner ik mij vooral de periodes van de kermis, waarin het café en de feestzaal van Derudders een grote bloei kenden.
Na het tijdperk Derudder waaide er een andere wind door het dorp. De Kroon kende toen verschillende uitbaters voor kortere periodes: Nicole Niville, Gisèle echtgenote van Frans Mouton en Roland Vandenbossche. Gedurende een zekere tijd was er een socialistisch café, zoals men het noemde, gevestigd. Zeer ongewoon natuurlijk, in een dorp dat nooit anders gekend had dan de heerschappij van de kerk en van de CVP. Het werd uitgebaat door Roger Pattyn.
Toen brak de bloeiende periode met Rony Reynaert aan. Hoe moeten we De Kroon eigenlijk betitelen? Een herberg veronderstelt overnachting met de nadruk daarop. Dat was het dus niet. In een taveerne kan men desnoods ook overnachten. Een staminee ? Het woord stamt af van het Franse woord estaminette, een gezelschap van zwelgende boeren. Dat trekt er al meer op. Een tapperij, een afspanning, een kroeg? Laten we het gewoon maar een café noemen. De zaak was een vergaderplaats voor sportievelingen, vooral voetballers van Davo en wielertoeristen. Menige vergadering werd er gehouden, menig feest werd er gevierd en talloos waren er de koffietafels na begrafenissen. s Zondags werd er ook jarenlang voor gezorgd dat kerkgangers na de mis niet omkwamen van de dorst. Hieronder zien jullie één van de laatste fotos van het gebouw.
Op 3 juni 2010 vroeg ik Rony met e-mail wanneer hij met de uitbating gestart was. Ik weet natuurlijk al lang dat hij geen fan is van deze blog, zoals de meeste vld-ers. Dat moet ook niet, maar ik vind het toch spijtig dat hij het niet nodig gevonden heeft om te antwoorden. Of mocht hij niet van de burgemeester? Op de dag van de gemeenteraadsverkiezingen 2006 stopten Reynaert en zijn echtgenote ermee. De cafébaas ruilde zijn café voor de gemeenteraad waarvoor hij op 8 oktober 2006 verkozen werd op de lijst van de VLD. Of hij vond dat daar minder gezeverd wordt en minder cafépraat verkocht wordt, dat weet ik niet. Na meer dan drie en een half jaar leegstand werd het gebouw uiteindelijk afgebroken op 21 mei 2010. Jullie zien hieronder beelden van de werken en van de leegte die op een nieuwe toekomst wacht.
Het café De Kroon zal later vervangen worden door een nieuwbouwproject van Immo Moenaert met dezelfde naam. Op de onderstaande ontwerpfoto zien jullie de geplande gevel van het nieuw gebouw. Beneden komen drie handelszaken en daarboven 3 x 4 appartementen.
Bronnen De Westkust van toen samengesteld door Georges Devent. Eigen postkaartenverzameling en eigen fotos Foto van Immo Moenaert
Aanvulling
Dank zij een lezer van deze blog, die mij attent maakte op http://www.vrijwilligersrab.be/page2.asp, heb ik nu dus toch de informatie bekomen over de familie Vandenberghe, ooit uitbaters van De Kroon. De herbergiers waren wel degelijk Livinus Vandenberghe (Lombardsijde 1836) en Stephania Heerebout. (Koolkerke 1855). Hartelijk dank.