Een blik op het openbaar vervoer en zijn aanbod van dit weekend dwingt ons de wandelplannen te wijzigen. Het is lang geleden en we hebben er beiden zin in, lopen een deel van de Scherpenheuveltocht die de Bosgeuzen elk jaar inrichten. Met de trein tot Bouwel duurt nauwelijks een halfuur vanaf Antwerpen-Berchem, zelfs met omleiding. Dus zijn we nog maar een uurtje weg van thuis als we naar de start wandelen, gelegen in een cafeetje onderaf de autobaan bij Grobbendonk. Tonia, Eddy & gezellen zijn dan al onderweg.
Na de koffie maken ook wij rechtsomkeer terug voorbij De Lindekens en dan de bosstrookjes in van de Kempense Heuvelrug, zand en sparren dus. Aan de overkant van de spoorlijn even wat tarmac maar vervolgens een graspad aan de bosrand, een GR route volgend. De landelijke omgeving verderop geurt nadrukkelijk naar ‘beer’, de boer is druk in de weer. Bij de Kapelstraat blijken we intussen al in Herenthout aanbeland te zijn. We gaan er de steenweg volgen richting waterachtige grens van Noorderwijk & Morkhoven. Waden nu door akkers met koren in de aren al was het al juni. De natuur doet gek dit jaar. Na een kleine twee uur wandelen pauzeren we een eerste keer in het Schedelhof, letterlijk te nemen want een museum van dierlijke schedels. Toch wel iets speciaals dit.
We vervolgen onze weg langs paardenweiden. Bertheide noemen de tarmacjes die we doorkruisen tot een waterzuivering. Opvallend toch hoe de paardenbloem nu al uitgebloeid is en in de witte pluisbol staat. Langs velden met opschietende gewassen stappen we richting een landdijk. De Spoorwegstraat is intussen een fietspad tussen bomenrijen geworden. Bij het opsnuiven van nog meer landelijke geuren kiezen we voor de Neerstraat en verderop de Oude Zoerlebaan. Rechtdoor tarmacjes waar Linda het even moeilijk mee heeft want ze zit in een dipje. De verlossing van café De Lindeboom in Zoerle-Parwijs komt dan ook niks te vroeg. Koffie zwart, bestel ik aan de toog. Kan niet anders meneer zegt de garçon, wij hebben geen witte …
Na de zwarte stappen we door het dorp richting café De Kruk en dan het fietspad richting Herselt op tot even voorbij de Nete en De Snepkens. Een breed grintpad stuurt ons rechttoe naar Het Rot en de bewoning van Herselt. Door hooiland dat net wordt binnen gehaald gaat het dan naar de Kapittelberg. Betonbaantjes loodsen ons verder naar Vorstheide en zijn bossen, Varenwinkel ook. Het bekende natte stukje en we zijn bij de kerk van Wolfsdonk. Het cafeetje van de oude uitbaatster staat er te verkommeren, wij doen even verderop een terrasje.
De laatste etappe begint met een afwisseling van bewoning en sparrenbosjes. Even een eerste heuvel op en we mogen chalets bewonderen. Testeltse kerkwegen loodsen ons naar zijn centrum. Het zwerk wordt grijs als we de zandstenen dorpskerk rechts laten liggen. Moeten spoorbaan en Demer over om richting Spellehut te stappen. Duiken er een holle, klimmende weg in naar de Wezelbaan en nog meer buitenverblijven. Bij een open plek komt de basiliek in zicht. Wij weten dat het hier, tussen Zichem en Keiberg nog behoorlijk ‘potig’ kan zijn. De parkoersbouwer spaart ons echter, het is vrij makkelijk lopen tot het centrum van Scherpenheuvel. Even langs de befaamde ‘kraampjes’ en we kunnen uitrusten in de binnenkoer van De Pelgrim.
Onze terugreis verloopt niet vlekkeloos. De bus heeft net te veel vertraging om in Diest de trein te halen. We pikken dan maar een frietje mee. Reizen met de trein doen we over Aarschot, Leuven en Mechelen, een omleiding waarvan ze in Antwerpen geen flauw benul hadden ! Tja, we leven in de eeuw van de communicatie …
|