Wandelen lijkt vandaag voor mij niet zo’n goed idee. De aanhoudende kniepijnen van de laatste maanden bereiken een hoogtepunt, beide kleine teentjes knellen van de wratten en daarbij is het zwerk eerder bewolkt dan zonnig. En toch neem ik de bus richting Rijkevorsel, het noodlot een beetje tartend.
Om 10:00 begin ik aan de geplande 20 km Streek Gr Kempen. De temperatuur is aangenaam, de zon overheerst, dit komt vast wel goed. Kan door stille straatjes en voorbij de speelplaats van de dorpsschool de weerbarstige knie warmlopen. Loopt door dezer dagen obligate wegenwerken langs oudere hoeves bij Merret de bebouwing uit. Betonbaantjes loodsen mij door het vlakke Kempenlandschap, langs weilanden en maïs. In de verte pronkt prominent de kerktoren van Sint-Lenaarts. Na een uurtje stappen zoek ik mijn eerste bankje op. Open winderig terrein met uitzicht op een reeks moderne windmolens en dichter bij wat ik vermoed varkensstallen te zijn. Na de pauze nog meer beton en tarmac langs weilanden met opvallend veel nog kleine klaveren. Vanaf een rotonde loop ik achterafjes tot het plantsoen achter de kerk van Sint-Lenaarts. Heb er acht kilometer opzitten en pauzeer al voor de tweede keer. Heb mijn dagje niet.
Opnieuw loop ik langs de dorpsschool de bebouwing uit, richting brug 9 en de Turnhoutse vaart. Rivierboten worden gelost, aanvoer van kiezel en zand voor betoncentrales. Even verder wandel ik in het groen langs het water. Bij Klein Veerle verlaat ik het nat, kuier door de straten van het gehucht richting volgend groen. Een zanderig bospad loodst mij langs de plassen van Hoofsweer, oude kleiputten en nu een fraai biotoop. Dan ga ik een graspad op dat kaarsrecht het open landschap in tweeën snijdt. Bij gebrek aan een bankje pauzeer ik in het wulpse groen, de zon op mijn lijf en leden doet deugd.
Met een verse portie moed stap ik het tarmacje op bij de Brechtse Heihoeve. Elke boerderij heeft hier zin eigen naam van banaal tot soms wel grappig. Terug naar zandpaden en de rust van het land en zijn akkers tot het volgende bankje. Moet zowat bij de 14de kilometer aanbeland zijn. Het zwerk wordt donker, ik schuil onder mijn plu voor een pittig buitje. Als ik opnieuw vertrek blijkt 500 meter verder geen druppel regen gevallen te zijn ! Ik loop over een tarmacje parallel een reeks schoorstenen tot de kerk van Westmalle in het vizier komt. Eén veldweg scheidt mij van het dorp, ik kan er meteen een extra voorraad drank bunkeren.
Dacht ik even hier te stoppen, er is geen bushalte en dus vat ik de laatste 4 km naar Oostmalle aan. Prachtige dreven met kassei loodsen mij rond een kasteel verborgen achter mastodonten van bomen. Dan stap ik een laatste keer de weidse akkers in. Krijg een prachtige eikendreef onder de sloffen geschoven, hoog gras nauwelijks bewandeld. Bemerk twee guitige oogjes, kleine spitse oortjes en een donkerbruine vacht op mijn weg. We bekijken mekaar vanop zo’n 20 à 30 meter en het diertje spurt weg. Wat overblijft is een vogel zonder kop, de bosduif groter dan diegene die er zijn diner van ging maken. Een merkwaardige ontmoeting. Krijg nog een smal paadje met netels die gemeentjes prikken aan de beentjes cadeau bij de Wolfskapel. Bereik het busstation van Oostmalle, mijn eindpunt voor vandaag. Vlotte terugreis over Antwerpen, ben al om 17:00 terug thuis. Eigenlijk te moe voor de weinig gelopen kilometers, kan alleen maar beter worden.
|