Ik ben weer in Jeanneke-City deze ochtend. Even opletten bij het station want de GR5 en de Streek GR lopen ook hier even samen. Mijn te volgen route loopt langs de Kleine Nete en het Begijnhof tot de kapellekes op de heuvel. Het omgekeerde van dinsdag dus. Net voor de Toeristentoren dender ik terug de helling af en de steenweg over. Duik de bossen in naar … de boskapel. Opvallend hoe droog de grachten er ook hier bij liggen. Wandel door halfopen terrein langs weilanden vol boterbloempjes. Groepen schoolkinderen zijn blijkbaar op uitstap. Als de leraar vraagt opzij te gaan voor de wandelaar doen de Vlamingen dat netjes. Alleen de donkere exemplaren blijven tot twee keer toe voor mijn voeten lopen. De eerste keer blijf ik rustig, de tweede heeft meer pech. Wie niet horen wil moet voelen. Krijg geen commentaar en loop aan een gezwind tempo verder. Ben alweer een poosje de markeringen kwijt. In de volgende zanderige bosstrook blijk ik toch nog op het juiste pad te lopen. Nu het warmer wordt laten de kikkers zich ook gaan en kwaken er op los. Ik stoom maar door, immer gerade aus. Sta plots bij een kampeerterrein. Blijkt Korte Heide te noemen met aan de overkant van de baan Bobbejaanland. Vind een bankje bij een vijver voor de ‘casse croute’. Onwillekeurig mijmer ik over vervlogen tijden, de souvenirs aan fantast Fels komen terug. Het wandelgild heeft aan die tijd toch mooie dingen over gehouden.
Ik vervolg langs Villapark, dat doet wat zijn naam zegt : statige landhuizen met een parkje en ronde vijver in het midden. Het Boterpottenpad loodst mij naar de Papendijk. Loop nu lange rechte zandwegen door de stille Kempen tot bij de Kleine Nete. Geen markeringen meer bij de Schoorsebrug, de tekst wordt er bij gehaald. Snap wat er aan de hand is. Op een groen metalen paaltje hangt geen enkele aanduiding meer. Ik mag de oever van de rivier volgen, een graspad weelderig afgezoomd met bloeiende brem. Dan komt de Zeggendijk aan bod. Ellenlang rechtdoor lopen over een tarmacje een gracht volgend. Bij de gelijknamige windmolen neem ik mijn tweede pauze, de beentjes worden moe.
Slingertarmacjes langs hoeves en paardenweiden worden nu mijn deel tot de Bocholtse vaart. Bij Sas 9 stap ik naar de overkant en duik een smal graspad in. Halfopen terrein met her en der een woning ingepland. Bij het volgende tarmacje is het markeringen zoeken. Het lukt mij een hele tijd, vooral door achterom te kijken. In tegenovergestelde richting blijken de roodgele kleinoden wel regelmatig aanwezig. Tunneltje onder de ringweg door en dan gebeurt er wat te verwachten was. Ik ben het spoor bijster. Weet het Geelse station niet ver af en loop op het gevoel door stille straten verder. Bij een bushalte bevestigt de kaart mijn vermoeden, het station ligt één bocht verder. Pik warempel zelfs terug markeringen op. Eind goed, al goed dus en ik neem de eerste trein terug naar de Koekenstad. Nog even en het is weer weekend en kan ik met Linda op stap.
|