Plots heb ik goesting de Vierdaagse van de IJzer nog eens mee te lopen. Het is wel elke dag zes uur reizen en dus kies ik voor het eerst slechts 24 km en niet de klassieke 32 km.
Je wordt ouder papa, geef het maar toe, je wil nog wel maar bent zo gauw moe …
Met de bus tot Antwerpen-Zuid dan de trein tot Oostende en de kusttram tot Oostduinkerke-Bad, ben er pas rond 10:00. Er staat een monsterfile aan inschrijvers, ik moet zo’n 30 minuten aanschuiven. Ontwaar een klein drobberke onder een grote blauwe pet. Blijkt inderdaad ons aller Hennie te zijn, verkleed want zonder de klassieke witte pet. Even dollen en ik ben aan de beurt. Duurt even want de EID lezers blijken het niet zo goed te doen. Krijg een badge en een lintje, een parkoerstekening ook en kan op pad. Hingen er onderweg wat grondnevels, aan ’t Zeitje is het prachtig weer. Mag meteen het strand op, aansluiten bij een lange file. Het is gelukkig aftrekkende zee en dus ligt het zand er nat en goed begaanbaar bij. Ter hoogte van Koksijde gaan we met z’n allen de dijk op en stappen verder tussen niet eens zo gek veel toeristen. Sommige wandelaars hebben al dorst en doen een terrasje, ik loop op kruissnelheid richting Sint-Idesbald. Bij het dagelijks koekje gaat na de 8 km ook de 16 km het hinterland in. Van de ene op de andere meter ben ik plots alleen en dien heel aandachtig te lopen. Net voorbij de klok in Sint-Idesbald draait ook de 24 km het binnenland in. Bij de drukke steenweg een spandoek ‘file mogelijk’. Ik snap het al, we duiken de Houtsaegerduinen in. Smalle zanderige wegeltjes voeren mij tot cultuurcentrum Taf Wallet, ik kom geen mens meer tegen. Medische Component, waterpost en de 32 km draait weg richting Veurne. Ik mag enkele straatjes villaatjes kijken tot het verlossende bord Noordduinen. Ken deze omgeving heel goed van de tochten gehouden door de ter ziele gegane Stormvogels en de Duintrappers. De eerste kleine duintjes dienen zich aan, ik kijk vertederd naar de knap opgewerkte laag gebouwde vissershuisjes in het zand. Na ontvangst van een flesje oranje bereik ik de 10 km markering. Doe er exact 2 uur over. Vat het plan op niet te stoppen en de volle afstand in één ruk uit te lopen aan dit tempo.
Het is heerlijk wandelweer, niet te warm en met een zacht briesje dat voor net voldoende verkoeling zorgt. Passeer het Coxyde Military Cemetery met zijn typische witte kruis en dito zerken. Terug onderaf de duinen dan aan de rand van de weidse polders. Brede tarmac nu, de rand van het vroegere militaire vliegveld. Net voor een prachtige kerk en een kerkhof krijgen we een voetscan. In de verte tekenen de torens van Veurne zich af. Heli’s vliegen af en aan en de boer … hij beerde voort terwijl wij linea recta langs de polderpatat lopen. Ik haal steeds meer mensen in, mijn tempo moet dan toch zo slecht niet zijn, bedenk ik. Waar de 32 km ons vervoegt krijgen we een kartonnetje appelsap, dat smaakt. Ben net drie uur onderweg voor 15 km, nog twee uurtjes te gaan dus.
We duiken met z’n allen Oostduinkerke-dorp binnen. Ook de 8 en de 16 km voegen zich bij ons. De binnenkoer van het visserijmuseum zit afgeladen vol, ik stoom door. Pik even verder Nestor op die zijn dagje IJzer meepikt. Terug de duinen in bij Ter Yde en nu wel een niet aangekondigde file. Het parkoers begint stevig te golven, de uitzichten zijn zalig, het zand los en diep. Ben blij als de 8 en 32 km van ons weggaan, even later gevolgd door de 16 km. Toch blijft het erg druk. Langs prachtige bloemenweides duiken we het Hannecartbos in. Een frisse knaap van amper 9 jaar bepaald het tempo voor zijn bompa. Ze lopen ergens tussen 5 en 5,5 km per uur, knap toch. Na de bossen een eerste potige duin. Ik herken het gele gebouw van toen ik nog piepjong was ‘Le Pays de Charleroi’. Weet wat komen gaat. Dwars door een zandvlakte en dan de tweede potige knaap, velen trappen er op hun adem. Ik stoom gelijkmatig door maar hijg toch stevig als ik langs tarmacjes zachtjes daal naar de Koninklijke Baan. Verdomme, ’t zal niet waar zijn hé ! Samen met de 16 km moeten we een derde zandberg overwinnen. Hoopten we stilletjes langs het strand binnen te lopen, niks is minder waar. Het blijft nog even pittig op en neer gaan dwars door de duinen die mij aan Schipgat doen denken. Hijgend, puffend en badend in het zweet bereikt de meute de zeedijk om uit te bollen.
Net voor de finish krijgen we ons garnalensoepje met groene kruiden … en of dat smaakt. Ik kom ‘cowboy’ Luc tegen die de 32 km maar niks vond. Kan hem vertellen van een schitterende 24 km strand- en duinenloop met het venijn in de staart. Zou een zekere G.D. uit Oostduinkerke hier voor iets tussen zitten, leek verdacht veel op zijn handtekening.
|