Inhoud blog
  • Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Kronieken van Leest
    bij Mechelen
    25-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Frans Coeckelbergh -  De Band nr. 7 van 1956 :

    “...Alhoewel het loten reeds tot het verleden behoorde toen Frans werd opgeroepen om het vaderland te dienen waren er toch nog velen die door de mazen van het net konden glijden en zich vrijmaken van legerdienst.

    Maar bij mij was hier geen sprake van zegt Frans want niettegenstaande ik de oudste en mijn moeder weduwe was, moest ik in 1911 optrekken om mijn dienstplicht te vervullen.

    Hij werd binnengeroepen te Berchem bij het 6e Linieregiment, nu mogen de soldaten wel boffen want met 2 maand opleiding komen zij er van af, maar in onzen tijd was dat 6 maand en dan moet ge weten dat voor ons Vlamingen alle bevelen in de Franse taal werden gegeven en als er waren welke deze niet verstonden bracht dat nog een hele boel moeilijkheden mee, aldus Frans.

     

    En hoe is uwen dienst verder verlopen Frans ?

    Die werd gevuld met wachten kloppen, marchen en manoeuvers doen, het ergste van al was, dat wij als onze 15 maanden om waren nog niet mochten afzwaaien want intussentijd was er in de Borinage een wilde staking uitgebroken, die ons nog 4 maanden langer onder de wapens hield zodat ik slechts in mei 1913 afzwaaide.

    Op 28 juli 1914 werd ik terug opgeroepen om ten strijde te trekken tegen onze Duitse vijand.

    We trokken na een viertal dagen de Duitser tegemoet om eerst slag te leveren te Rotselaar waar wij voor de overmacht van de aanvaller moesten wijken naar Haacht, waar we de vijand nogmaals duchtig repliek gaven en waar ik een van de critiekste ogenblikken van de oorlog meemaakte, even verhalen, we moesten ’s nachts een kasteel te Haacht gaan bezetten maar van het ogenblik dat we de poort openduwden werden we verrast door een bel die plots aan ’t bellen sloeg en toen we het kasteel verder wilden onderzoeken ondervonden wij dat we onmogelijk tot de bovenverdiepingen konden toegang krijgen, onze verrassing werd nog groter toen we plots beschoten werden door de Duitsers die zich verscholen hadden op de kamers, en stond ons niets anders te doen dan de wijk te nemen en de artillerie er op af te sturen, deze maakte met kasteel en Duitsers korte metten.

     

    Na elke slag moesten wij terug naar Lier om onze troepen in slagorde te brengen.

    Van daar moesten wij naar Katelijne Waver waar we weerop slag leverden, maar de Duitser beschoot  met zwaar geschut het fort dat wij te verdedigen hadden.

    Hij slaagde er in het poedermagazijn in brand te schieten, zodat vele van onze Belgische soldaten in brandende toortsen werden herschapen en er een gruwelijke dood vonden, niettegenstaande deze tegenslag hielden we nog een volle dag stand om dan tengevolge van de slechte ravitallering te moeten aftrekken naar Lint waar we nogmaals gevechten moesten leveren tegen de Duitse mitrailleurs die zich in de bomen verscholen hadden en ons aldus konden beschieten terwijl we in de grachten verder kropen. Van zodra wij dat in de gaten hadden losten wij salvo’s in de bomen, de Duitsers aldus verplichtend van de wijk te nemen en niet voor lang echter, want spoedig kregen ze versterking en moesten wij aftrekken naar de Redoute van Deurne, waar de Duitsers twee dagen later eveneens aankwamen en na enkele uren bezit namen van de Redoute.

    Met pak en zak zijn wij dan door de brandende stad Antwerpen getrokken, waar zelfs

    de Schelde in vuur en vlam stond.

    Dan maar steeds verder achteruit naar Sint Niklaas waar we op de trein stapten en naar Oostende gevoerd werden.

    U moet nu niet gaan denken dat we deze transport meemaakten in confortabele wagens !

    Neen, op verre na niet, we werden in beestenwagens geduwd en rijden maar om van uit Veurne te voet naar Ramskapelle te trekken, wat ook nog gepaard ging met tal van moeilijkheden o.a. te Nieuwpoort waar de Duitsers in een bietenveld verstopt lagen en ons van daar uit beschoten. Telkenmale er zich een van onze soldaten durfde vertonen werd hij onmeedogend neergekogeld.

    Zo zijn wij dan te Ramskapelle aangekomen waar we voor goed de slag aan de Ijzer hebben begonnen door eerst de reeds over de Ijzer gekomen Duitsers, ten koste van zeer veel mensenlevens, terug te drijven.

    In dat gevecht zijn voor de eerste maal Senegalezen tussen gekomen.

    Senegalezen zijn werkelijk wreedaardige kerels die op sommige ogenblikken geen onderscheid maakten tussen vriend of vijand en die met de dolk tussen de tanden tot de vreselijkste daden in staat waren. Zo heb ik met mijn eigen ogen gezien, nog steeds aldus Frans, dat één van die mannen enkele dagen na deze slag nog steeds met de kop van een Duitser, die hij tijdens het gevecht afgesneden had, in zijn zak rondliep.

    Deze eerste slag aan de Ijzer heeft geweldig veel doden gevergd. Overal waar wij kwamen lagen wel honderden lijken en krengen.

    Wij waren zodanig afgemat dat wij door het Frans leger afgelost werden en veertien dagen mochten gaan uitrusten om van dan af een vaste sector aan de Ijzer toegewezen te krijgen.

    Zo hebben wij vier jaar lang geploeterd en gevochten in water en slijk...”

    25-02-2012 om 09:15 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Constant “Stanne” Van Den Broeck, de Leestse eeuweling, vertelde me in 1983 :

    “...Ik ben er in geloot, de oorlog was voor ons een verrassing.

    Toen ik werd opgeroepen dacht ik : ’t is maar voor veertien dagen, om weer eens bijeen te zijn...maar ’t was voor vier jaar en half.

    Ik was bij de voorlaatste klas die nog werd opgeroepen.

    Terwijl de anderen in Namen aan het front streden moesten wij pinnekensdraad spannen tegen dat de Duitsers kwamen.

    Toen Antwerpen gevallen was, moesten we weg. Tien dagen mars, te voet, naar Frankrijk. Daar aangekomen werden wij verplicht onze klederen en geweren af te geven, dit om de jonge mannen te kleden die onmiddellijk naar het front trokken.

    Amaai mijn voeten als ik daar nog aan denk, toen we in Ouderlick kwamen.

    Velen van ons hadden onderweg alles wat hen hinderde weggesmeten, zelfs hun geweer.

    Dat was de aftocht !

    De soldaten waren hun eigen baas.

    Ik ben van de klas 1900 en van de jongere klassen maakten ze compagniën om tracees te graven enzo.

    De 5de december 1914 ben ik dan aan ’t front gekomen.

    Daar heb ik afgezien, vooral in ’t begin. Weet ge dat ik zes maand op blokken heb gelopen en zonder kapootjas ? En wij waren ook soldaat.

    Kou geleden jong, kou geleden.

    Jaak De Croes, een andere Leestenaar die ik toevallig aan het front ontmoette, heeft mij toen tenslotte een carabiniersvest bezorgd, alhoewel ik nochtans piot was.

    Aan ’t front heb ik veel meegemaakt, veel leed gezien.

    Omdat ik bij de Travailleurs was heb ik overal gezeten.

    We moesten buiten ’t geschut van de vijand blijven want we hadden geen wapens.

    Dag en nacht werkten we aan de tracees, dat was op strategische en dus gevaarlijke punten, herstellen van wegen, nieuwe banen trekken, bomkraters dichtgooien, bruggen leggen...

    Terwijl schrapnels en obussen insloegen rondom ons, moesten wij voortwerken.

    Soms liep het bloed van mijn handen, doordat ik me steeds moest laten vallen...

    Zo heb ik eens twee kamions lijken moeten helpen lossen, waarin per kamion toch zo’n 30 lijken, sommige daarvan met gaten in van een vuist groot, anderen totaal onherkenbaar.

    Alle dagen zagen wij lijken. Gruwelijk !

    Op zekere dag, de Duitsers hadden de gehele dag geschoten, kregen wij opdracht de gaten van bominsalgen te dichten. Wij op weg van Veurne naar Nieuwpoort.

    Net toen wij één put hadden gevuld kwamen er twee Duitse vliegers boven onze hoofden cirkelen en begonnen ons te bekogelen met hun mitrailleurs, ik dacht dat het te Wulpen was, in elk geval wij hebben ons kunnen redden door onder een brug te kruipen.

    Een andere dag hadden wij te Veurne wacht aan een Frans schip.

    Plots zagen we aan de hemel een bestuurbare ballon van de vijand opduiken maar we mochten er niet naar schieten van onze superieuren. Ineens dropte de ballon bommen naar beneden en één der bommen viel op een huis waas een vrouw werd onthoofd.

    Daarvan was ik getuige. Wreed !

    Of hij veel schrik had geleden ?

    Schrik ? Daar waren er bij met meer schrik, natuurlijk hadden wij momenten met water in ons ogen, vooral als wij aan thuis dachten, maar wij waren wilde mensen...

    Bijvoorbeeld als wij ’s nachts gingen melk halen, iedereen die ons dat zou belet hebben was eraan geweest, ook onze officieren. Wij waren wilde mensen hé.

    Wij hadden ook geen medicijnen. Als je ziek werd of gekwetst aan het front was dat dodelijk. Er waren totaal geen medicijnen.

    Eén keer ben ik licht gekwest geweest.

    In een bepaald dorp moesten wij een baan door het land trekken en ineens werden wij beschoten. Wij vluchtten weg en ik liep op zo’n 300 meter van een inslag en een stuk ijzer van een bom boorde zich in mijn bovenarm.

    Het was echter een lichte kwetsuur.

    Ik stond veel liever op 10 meter van zo’n inslag. Immers die ontploffing vormt een boekee en als je er kort genoeg bij stond had je alleen de beschermende losgerukte aarde. Het ijzer spatte verderweg uit mekaar.

    Toen den Duits terugtrok, werden wij, de mannen van de staat, naar Adinkerke gestuurd.

    Ik herinner me nog goed dat daar een plakkaat aan de muur hing.

    Op dat plakkaat stonden de bevrijde gebieden aangeduid. De mensen uit die gebieden mochten dan naar huis. Behalve wij van de spoorweg.

    Ik heb daar nog maanden moeten werken, ook nog na de wapenstilstand.

    Immers, Duitsland was gestraft en moest locomotieven naar Adinkerke overbrengen.

    Daar ik schilder van beroep was op ’t Arsenaal te Mechelen, werd ik daar weerhouden om mijn werk daar verder te zetten tot februari het jaar nadien.

    Twee dagen minder dan vier jaar en half ben ik van huis weggeweest...”

     

    25-02-2012 om 09:11 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1918 – “...De oorlogsbuit door de Duitsche legers in de gemeente achtergelaten bestaat

                alleenlijk in gevelde bomen, die zich bevinden op verschillende eigendommen.

                Onder andere in den vloeibeemd aan de zennebrug, in den vloeibeemd “de

                Halsbergen” tegen de Zenne en nabij het kasteel de Mot in de Biest.

                Het betreft allemaal canadabomen.” (GA-2/1/1919)

    Op defoto : Victoria Coosemans (“Toor”), echtgenote van Jan Huysmans met haar drie kinderen in 1918. Onderaan links Albert, hierna aan het woord en vaak aanwezig in deze Kronieken onder de naam Jacob Albert Huysmans  of onder  zijn pseudoniem Anselms Jedrie, rechts Alfons.

    Moeder “Toor” heeft de pasgeboren Constant in haar armen. Deze zou nog drie jaar moeten wachten om zijn vader te zien.                    LEESTENAARS EN DE EERSTE WERELDOORLOG

     

    Jacob Albert Huysmans in De Band van april 1981 onder de titel “Onvergetelijks” :

    “1914 : Na enkele schermutselingen in ons gewest, naar het einde augustus toe, verhogen de Duitsers, in de streek bezuiden Mechelen, Kapelle op den Bos en Londerzeel, hun overmatige druk tot een ware veldslag, en werden de Belgische Linietroepen, door die pletrol overrompeld of uitgeschakeld...

    Meerdere van deze overspoelde jongens bleven alzo van hun regiment gescheiden achter. Dit bracht voor hen en vele families dramatische problemen...

    Heel de duur der bezetting hing als het ware het zwaard van Damocles dag en nacht over die mensen...

    Van collaborateurs hadden wellicht de Duitsers achterhaalde lijsten van verdachten, en dezen werden thuis meestal ’s nachts onverwachts omsingeld, en van kelder tot zolder uitgekamd.

    Zolang het zomer was zochten sommigen ondergedokenen hun heil in de graanvelden... Doch de oorlog ging verder, en bij het naderen van de winter, werden de Duitsers in de Vlaanderen gestuit, en voor de beide tegenstrevers begon het beslechten daar van ’n vierjarigen loopgrachtenstrijd...

     

    In de zomer 1915 vond ons moeder op ’n morgen een onder de deur geschoven open brief van onze vader, waarin zijn foto als konvooibegeleider aan het front, en een geheel vol geschreven blad, met aanmoedigingen voor ons allen, en de hoop dat alles weer gauw goed zou zijn... Dat was een ontroerende geruststelling voor ons...

    Op een avond, wat daarna, werd er op de achterdeur getokt, en daar komt Gust van den Ossenboer (August Jacobs, zoon van Frans en van Maria Anna Van Loock) binnen, ook een ondergedoken strijder, en zegt : “Toorke, ik ben het die u daar laatst die brief van uwen Jan gebracht heb, als ge soms iets wil terugschrijven zal ik dat morgen komen afhalen. Van af en naar het front worden hier en daar brieven en foto’s van vaders en zonen, langs Holland overgesmokkeld, maar zorg dat gij mij nergens vernoemt. Gij hebt geluk, want al maanden weten wij reeds dat mij broer Louis te Londerzeel is gesneuveld...” (deze sneuvelde op 29/9/1914 bij de eerste schermutselingen)

    Jaren achter dien oorlog, heeft Gust eens aan moeder verteld, dat hij die open brieven door zijn broer Frans en Frans Boonen, ook uit de Kouter, toegespeeld kreeg, langs een geheime inlichtingendienst, en hij herinnerde lachend haar schrijven naar vader : hoe blij zij was te kunnen melden dat hij een zoontje had bijgekregen : Constant !

    En zij ook had gevraagd welke mengeling zij moest bereiden, om zelf limonade te fabriceren !

    Bij het lezen van die brieven, zei Gust, wist ik in mijn schuilplaats mij met de frontmannen en hun thuis wat verbonden.

    Toen wist nog maar één vriend mij levend begraven, grinnikte Gust, mijn zusters en broer vermoedden ’t zelfs niet...Dore van Vleeskens, ’n buur uit onze straat, hovenier op het kasteel Empain te Battel, en onderhoudsman van hun graftombe alhier, die had mij daarvan een deursleutel bezorgd...

    Op een niet heel duistere avond waag ik mij toch uit den grafkelder, om langs den pastorijtuin, door het achterpoortje het veld te bereiken, en eens naar huis te gaan om wat nieuws... Na genoegzaam uitkijkend stap ik buiten, en zag daarginds, toch mij gezien door pastoor Beuckelaers huishoudster, plots buitengekomen uit de sakristie, die even verschrikt stopt, en dan gejaagd naar de pastorij rent...

    Twee dagen nadien bereik ik, nu ongehinderd, den pastorijtuin, en eensklaps roept de spiedende  wat bange juffrouw van achter een heester mij toe : “Och Gust, zijt gij het Gust ?...”

    “Ssst...stiller,” vermaan ik..., en ze fluistert : “Kom jongen onze pastoor is niet thuis, kom iets eten en drinken, och arme.” en de juffrouw vertelde mij haar sakristieavontuur : “Ik was,” zei ze, “in de kerk nog wat bloemen gaan schikken en toen ik buitenkwam, zag ik een man uit dien grafkelder komen, en ik stamelde : “Och God, och God...en herhaalde dit nog binnenshuis, en de pastoor vraagt : “Gij hebt toch zeker geen spook gezien ?” – “Neen, maar daar kwam een man uit de tombe van Empain, echt gezien !”

    - “Emma ! Houd dat voor u, en zwijg er ook stillekens over tegen anderen ! “ zei de pastoor...Maar ik bedacht, ik wil er meer van weten !”

    Alzo, zei Gust, ben ik meermaals daar goed onthaald.”

     

    Viktor De Hondt, ook te boek als ondergedoken krijgsgevangene der Duitsers, woonde in het huisje voor de Rennekouter aan de Tisseltbaan. Die man heeft niet te tellen oorlogsdagen en nachten in hun gereinigde aalput doorgebracht...

    Binnen het kolenhok had hij hun bouwstenen wc afgebroken en vervangen door een te kunnen wegnemen en terug te plaatsen houten model, en de buitenhuistoegang dichtgemetseld...

    Was er verraad, kwam er vreemd of familiebezoek of voelde hij drang naar zekerheid...Viktor dook erin...

    Moeder en kinderen wisten dan enkel : “onze vader is aan het front...”

    Slechts éénmaal heb ik later Viktor eens iets als klacht horen uiten : “Er zijn ook mensen die geen besef hebben wat een opgejaagd dier moet voelen, wanneer het aan klopjachten tracht te ontsnappen...”

     

    In den herft 1918 werden Frans Jacobs en Frans Boonen opgepakt door de Duitsers en verbleven te Mechelen opgesloten, wellicht voor latere deportatie naar Duitse strafkampen, doch zij werden bij den wapenstilstand vrijgelaten...

     

    Na nog ’n tijd van deelname aan de bezetting der Duitse Roergebieden, keerden onze Belgische overlevenden naar hun haardstede terug, en stichtten almeteen een oudstrijdersvereniging. Zij zouden hun eerste verbroederingsfeest geven op 11 november 1919...

     

    Een jongere broer van Viktor De Hondt, Edward is als groot invalide uit den oorlog gekomen...

    Na een Duitse stormloop die door onze jongens was afgeslagen, waarbij aan beide zijden honderden doden en verminkten, werd hij gevonden met een onvermijdelijk, tot bij de knie af te zetten been, en nadien helaas, wellicht bij ontbreken van meerwaardiger materieën, primitief verholpen, met een door riempjes vast te hechten elastische overtrek, waarin een stalen holle stang, met gummi omhulsel, om op te staan en mee te gaan...

    Zo zeilde en zeilde Edward : minzaam ongeknakt moedig...   

    Dagen voor het feest kwam Warre, met zijn goed been de fiets trappend, tot bij ons, om met mij en onze Fons, nog leergasten, maar hij reeds als vroeger muzikant, elk op ’n trompet, onder leiding van onze vader, samen de krijgshymne te repeteren...

    In aanwezigheid van een bijna volle kerk gemeentenaren, begon een dankmis, ter nagedachtenis en als huldebetuiging aan de gesneuvelden...

    Voor de kommuniebank, onder de konsekratie, stonden, ik links, en onze Fons rechts, van den op zijn wandelstok zich dapper rechtende Warre van Jonkers, en bliezen gedrieën het “Te Velde”...onvergeetlijk...

     

    Vanaf den wapenstilstand was het al begonnen : er raasde ’n volkse vreugderoes in crescendo...

    Peer de wagenmaker timmerde een danstent ineen, op zijn woonerf, hoek Tisseltbaan –links Koestraat, met gevolg dat de Leestse kermis in de dorpskom plat ging, en bij Peer, hemelhoog...

    Doch enkele jaren later probeerden de Oudstrijders ten voordele van hun steunfonds, de uitbating van een huurdanstent op de Dorpsplaats en het werd een gouden zaak...

    -“Nieuwe bezems vagen ’t best”, wist en zei Peer, en hij staakte de strijd...

    Onze Oudstrijders van toen weerden zich soms ook, als studentikoze vechtjassen...

    Enkelen opperden eens hardop het plan om bij de komende jaarlijkse ommegang van een toen late Sinksenprocessie, en dan kan het heet zijn ! : dat hun ledengroep, omwille hun aan het front gekregen kaalkop, nu bij mogelijke hitte, het hoofddeksel zouden ophouden...’n hoge raad, bedacht dat zij zulks niet in overweging wenste te nemen, en weerkaatste de bal : dat ieder zoiets zelf in eigen verantwoordelijkheid kon beslissen...

    Na die stunt was het lidmaatschap wat geslonken...

    Edward De Hondt verwierf ondertussen het opengekomen ambt van gemeenteontvanger...

    Toen hij eens, voor die taak, naar het posthuis te Hombeek was geweest, en bij het buitenkomen van den Kouter, moest uitwijken voor een kar, raakte hij met den pedaal van zijn moto een boordsteen aan het smal looppad nevens Meulemans’schuur, en stuikte met het hoofd op de kasseien...en is ervan gestorven.

    Edward liet een vrouw en zeven kinderen achter...

    Oktavie was een meisje uit Aarschot, als vluchtelinge in Engeland beland, en hulpverpleegster in een rustoord voor oorlogsverminkten, en ginds met Warre gehuwd, en beiden vestigden zich na den oorlog, eerst in het oude hoeveke van Verbruggen aan de Tiendeschuurstraat...

    Ik hoor Warre nog zeggen : “-Ons Tavie, is ma vie...”

     

    Seders 1919 wordt na de dankmis, een hulde, aan den voorkant der rechterbeuk van de kerk, bij den gedenksteen met de namen der gesneuvelden, jaarlijks herhaald...

     

    Ik verontschuldig mij, indien soms, in samenhang met voorgaande nog meer “Onvergeetlijk”, tijdens en na die oorlog, zou zijn vergeten...”

    25-02-2012 om 09:07 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1918 – In oktober-november werd door de Duitsers in de Winkelstraat een vliegplein

                aangelegd. De inwoners werden verplicht daarbij te helpen, “verschillende

                hektaren graan en voeder, gelegen op den Kauter werden daardoor vernield.”

                (GA-8/1/1920)   

     

                Op de foto Gerard Somers met zijn paard Juul. Samen hielpen zij bij de aanleg

                van het vliegveld.

                Gerard Somers :

                “Wij koppelden dit paard in een ossespan : twee ossen met het paard in het

                midden. De Duitsers hebben het niet opgeeist, want ze moesten jongere paarden

                hebben, zo mochten wij het behouden.

                Sommige boeren kenden den truuk : ze stuurden hun vrouwvolk met hun paard

                naar de monstering : de Duitsers monsterden de vrouwen en die kwamen met hun

                paard terug thuis...”

                (LG-blz.261)

     

                J.A.Huysmans in DB 1978 “Een rad als telraam”, over het vliegveld :

                “...de kalender wijst nazomer 1918 aan : de Duitsers besluiten in deze streek

                enkele vliegvelden aan te leggen, om van hieruit versterking aan hun linies te

                geven, om een beslissende wending aan het ijzerfront af te dwingen.

                Te Hombeek, bezuiden het dorp bij de Zemstbaan, en te Heffen aan de Leestse

                baan bij de Molenbeek, op beide elk een klein deel.

                Doch aan de Leestse Kouter, heel de vlakte zeker 2 vierkante km.

                Achter de woonerven bij de Winkelstraat, worden 3 loodsen en enkele tenten

                opgetrokken.

                Duitse kontrole eist in onze herberg, wekelijks een voormiddag, voor een

                verplicht zich aanmelden van alle mannen van 18 tot 30 jaar oud.

                Om 10 uur kwamen de opgeroepenen langs de voordeur binnen.

                Meermaals werd iemand zijn als dwarsdoend vergeten pet van het hoofd geslagen

                door de wachtpost.

                Bij het pasnazicht werd menigeen opgevorderd, zich de volgende morgend aan te

                melden op de kommendatur van het Leestse vliegveld, voorzien van spade of

                kruiwagen, voor 7 dagen arbeid van 7 tot 21 uur, bij donkerte bijgelicht met

                stallantaarns, en met dat nieuws kon elk langs de achterdeur naar huis...

                De kommandant, die wat Hollands sprak, had logies op de hoeve van Eceleirs.

                Oktober loopt naar zijn einde als hier reeds een reeks vliegtuigen zijn geland

                en de piloten hebben al enkele oefenvluchten gewisseld tussen de velden...”

     

                 ’t Ridderke van november 2010 : Oorlog in de lucht

     

    “…Het jaar 1918 was heel bijzonder. Interne tegenstrijd in Duitsland en hoog politiek spel van de legerleiding bespoedigden het breekpunt in de “Groote Oorlog”. De Duitsers konden begin ’18 alle aandacht op het westen richten eens ze het vredesverdrag met Rusland op zak hadden. Om in Frankrijk een militair overwicht te krijgen werd het zogeheten ‘voorjaarsoffensief’ of  Kaiserschlacht ontketend; Dit bestond uit vijf gelijktijdige aanvallen en die veroorzaakten ook verhoogde druk op het Belgische front aan de IJzer. Er was ook luchtsteun. Het vliegveld van Evere bestond reeds maar omdat de vliegradius beperkt was, had men ook vijf vliegvelden in België kort achter de frontlijn. Het geallieerde tegenoffensief was zo hevig dat deze in gevaar kwamen en in allerijl nieuwe vliegvelden moesten aangelegd worden. Die zijn er gekomen in Hombeek en Leest. Men had handen en tijd te kort om veel aandacht te besteden aan een degelijke infrastructuur. De lokale bevolking werd verplicht om mee te helpen bij het aanleggen van de vliegpleinen.

    …

    Emiel Nuytiens :” dat vliegveld (noot : in Hombeek) lag tegen de Kattestraat en liep verder tot tegen de steenweg en tot aan den Dries. Wij moesten onze eigen schop meebrengen. De paarden waren van de boeren. Het veld was al opgezaaid. Dat werd allemaal vernietigd; Er mocht geen beekje in zijn. Het moest zeer gelijk geweld worden. Dat deden we met paard en wel. De 42 vliegers zijn er geland toen we daar nog aan het werk waren.

    …

    Het eten was alleen het rantsoen van thuis. De Duitsers betaalden ons wel uit maar het geld moesten we in Leest gaan halen. In Leest waren er 6 vliegers gestationeerd, maar dat was maar een klein vliegveld. In de school waren de mecaniciens van de Duitsers gevestigd en al hun gereedschap was daar.”In de school waren de mecaniciens van de Duitsers gevestigd en al hun gereedschap was daar.”

     

     

    1918 – “In de kerk werd in november 1918 een strafcompagnie Duitsche soldaten

                ingekwartierd en het zwarte kerkgewaad werd alsdan weggenomen.”

                (GA-8/1/1920)

     

    1918 – Op 2 november overleed te Leest de “Fransche verdrevene” Sophie Sarrazin,

                echtgenote Clovis.

     

    1918 – “Bij den aftocht der Duitschers, in 1918, hadden de inwoners veel te verduren

                van die soldaten. Op vele plaatsen namen zij al wat dienstig was aan veevoeder,

                en verstrooiden geheel nutteloos, groote hoeveelheden stroo, hooi, zelfs stool men

                zwijnen in bijzijn der eigenaars, dewelke men bij het minste verzet, dreigde neer

                te schieten.

                Vele soldaten waren bedronken...” (GA-8/1/1920)

     

    1918 – Op 5, 6, 7, 8 en 9 november hebben “verscheidene Leestenaars reizen gedaan

                voor het Duitsche leger, met paard en kar, voor vervoer van Leest naar Mechelen

                en van Mechelen naar Diest.” (GA)

     

    1918 – 10 november : Op het Middenveld stonden ongeveer een vijftigtal lichte

                verkenningsvliegtuigen opgesteld. (KH-Hombeekse Kronieken)

     

    1918 – Op 11 november 1918 werd een Duits bericht op de muren der stad Mechelen

                aangeplakt. Het meldde dat de wapenstilstand getekend was. (MK)

     

    1918 – 11 november : De hoeveelheid hooi in de gemeente aanwezig beliep 25.000 kg,

                strooi 200.000 kg en rapen 50.000 kg. (GA

     

    1918 – 11 november : Op de dag van de wapenstilstand overleed Constant Hellemans,

                een zoon van koster Louis en van Victoria Teughels.

                Hij was vijftien jaar.

                Hij kroop op de tas om stro naar beneden te gooien voor een koe die door de

                aftrekkende Duitsers was opgeeist. In het halfduister (het was ’s avonds rond

                zes uur) viel hij zelf naar beneden met de eerste bussel.

                Omdat de dokter van Hombeek niet durfde te komen, moest men een beroep doen

                op een Duitse legerdokter uit Heffen.

                Het geval was echter hopeloos : de dokter stelde een schedelbreuk vast.

                Moeder Victoria Teughels kwam deze slag nooit te boven : ze overleed het jaar

                nadien in 1919.

     

    1918 – 12 november : Diefstal bij Willem Jan Dagobert Slachmuylders, landbouwer uit

                de Kapellebaan.

                “1 os, 2 stieren en 1 vaarsken werden gestolen”.

                De dieren werden later teruggevonden bij een slachter te “Oxdonck-Sempst”, die

                verklaarde de beesten gekocht te hebben van Duitse soldaten. (PV)

     

    1918 – 14 november : Ontploffing te Kapelle-op-den-Bos.

                Op 14 november 1918 om halfacht explodeerde munitie in een treinwagon.

                Twintig personen, jong en oud, kwamen om. Velen werden gewond.

                De Nieuwe Gazet van 18 november 1918 daarover :

                “Daar zij al hun buit niet konden meevoeren verkochten de Duitsche soldaten

                den laatsten dag van hun verblijf te Capellen op den Bosch, in het station al

                wat er in de wagons was opgestapeld, tot meubels toe.

                Een talrijke menigte verdrong zich in ’t gebouw toen plotseling, door een

                onbekend gebleven oorzaak, drie munitie-wagons ontploften, waarbij 20

                kinderen die in de nabijheid speelden, werden gedood en 40 werden gewond.”

     

                Onder de getroffen gezinnen was er twee geboren Leestenaars :

                -Pieter Antoon Verbergt (°Leest 19/11/1862, +14/11/1918) zoon van Filip

                Verbergt en Anna Cornelia Bosman, die samen met zijn echtgenote Veronica

                Houwelijks om het leven kwam.

                Het echtpaar woonde te Kapelle-op-den-Bos, Schuttershof 10. Hij was

                fabrieksarbeider, zij huishoudster

                -Angela Virginia Potums (°Leest 23/2/1871, +14/11/1918), dochter van Jan

                Baptist Potoums en Anna Verdickt. Angela V. Potums was weduwe van Frans

                Filip Peeters.

                Ze kwam om samen met haar man Egied Moens. Hij was staatswerkman, zij

                huishoudster. (’t Ridderke nr.3 1999)

     

    1918 – Op 15 november hebben de laatste Duitse soldaten de gemeente verlaten.

                (GA-15/11/1918)

     

    1918 – 18 november : Om 11u30 kwamen de eerste Belgische militairen zegevierend

                Mechelen binnen. (MK)

     

    1918 – 4 december : De herbergiers Pieter Jan Vanden Eede en Frans Lauwens kregen

                verbod van de burgemeester om “op den 8 en 9de december e.k. in hun huis en

                zaal, bal en danspartijen te houden of te laten houden teneinde moeilijkheden

                en ongemakken te doen voorkomen...”

     

    1918 – 13 december : In de gemeente waren er 2 eigenaars van druivenserren : Dhr

                Moyson uit de Kouter en de burgemeester Jaak Bernaerts.

                (uit een brief aan de rechtstreekse belastingen)

     

    1918 – 18 december : Uit een brief van de burgemeester aan de Procureur des konings :

                “...de afdeeling van Volksopbeuring was ingericht in de woning van Pieter Jan

                Van den Eede, herbergier en winkelier alhier, dewelke de uitverkoopen van

                suiker, honig, enz. gedaan heeft, met behulp van Felix Polfliet en Lodewijk Van

                Loo..

                Vrouwe Frans Scheltiens Verschueren is betrapt geweest met boterverkoop

                aan een Duitsche soldaat.

                ...Den genaamden Stoop Henricus, moet in 1918, als geleider bij een

                Ottovrachtwagen, gevoerd door een Duitsche soldaat, door een Duitsch officier

                aangehouden zijn te Blaasveld.

                De wagen moest beladen zijn met omtrent 4.000 kg aardappelen  die versmokkeld

                werden. De vracht werd aangeslagen.

                ...Er zijn door de Duitschers gevankelijk weggevoerd en gevangen gehouden

                geweest :

                Boonen Frans Hendrik, landbouwer Kauter en Jacobs Frans Jan Baptist,

                landbouwer ook uit de Kauter, voor welke daden zij te verantwoorden hadden kan

                ik niet opgeven, evenmin weet ik niet wie de verraders geweest zijn.

                Er zijn ook eenige personen als werkloozen naar Duitsland overgevoerd geweest,

                alhoewel de gemeente noch Komiteit nooit de lijst van werklozen willen afleveren

                heeft, hetgene doet veronderstellen dat de namen der werklozen door eenen

                verrader moeten aangegeven geweest zijn...”

     

    1918 – Bevolkingscijfer op 31 december 1918 : 1682.

    25-02-2012 om 08:56 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1918 – Op 14 oktober sneuvelde Alfons Hieckeleers.

                De Belgische aanval waarbij  Jan Geerts was gesneuveld, bleef steken aan de

                spoorlijn Oostende – Torhout – Roeselare.

                Op 14 oktober werd een tweede aanval ingezet, om half zes ’s morgens.

                Om 13 uur werden Handzaeme en Roeselare veroverd.

                Diezelfde namiddag valt ook Cortemark in Belgische handen.

                Daar sneuvelde Alfons Hieckeleers. Hij werd ter plaatse begraven.

                Alfons Hieckeleers was te Leest geboren op 15 juni 1885 als zoon van Rosalie

                Hieckeleers.

                Hij was oorlogsvrijwilliger bij het 10e Linieregiment.

                Een zieledienst ging voor hem door te Leest op dinsdag 4 februari 1919.

                Op zijn bidprentje stond o.a. een citaat van Kardinaal Mercier (Herderlijke Brief.

                van 25/12/1914) :

                “...De Heer bekroont de dapperheid van den soldaat, die, zijn lot bewust, zijn

                leven ten beste geeft om de eer van zijn vaderland te verdedigen en de gekrenkte

                rechtvaardigheid te doen eerbiedigen, en de dood – christelijk aanveerd –

                verzekert zijne zielezaligheid !”

                En verder :

                “...Vaartwel, dierbare Moederen geliefde Zusters, die mij zoo innig lief had, zoo

                gaarne ware ik weer gekeerd om voortaan in uw midden te leven, de Heer heeft

                er anders over geschikt, zijn Heilige Wil geschiede.

                Ik stierf jong, maar gelukkig door het vergieten van mijn bloed medegeholpen te

                hebben voor de vrijwording van ons Vaderland. Mijne laatste gedachte was aan

                U, vergeet mij niet in uwe gebeden. Eens zien we elkander weder in den hemel...”

     

    1918 – 15 oktober : De oorlog loopt ten einde. De laatste veertien dagen wordt in

                Hombeek nog een Duits detachement van een bataljon “Minenwerfer” bij

                burgers ondergebracht. Hun opdracht is een noodvliegveld aan te leggen.

                (KH)

     

    1918 – 21 oktober : Aan de gemeente werd 1500 mark boete opgelegd wegens

                nalatigheid van haar landbouwers bij de melklevering. Alle betrokken

                landbouwers betaalden deze boete terug behalve Louis De Rooster uit de

                Blaasveldstraat, die weigerde.

                Zijn deel in de boete bedroeg 64 mark.

     

    25-02-2012 om 08:47 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1918 – 28 september : Op enkele kilometers van Houthulst, te Klercken,  sneuvelde Jan

                Geerts. De eerste dag van het laatste offensief in de Vlaanders was voor hem

                fataal. De aanval werd die dag op drie punten ingezet : Houthulst, Westrozebeke

                en Passendale.

                Jan Geerts was te Leest geboren op 24 november 1895 als zoon van Karel en

                Melanie Verdickt.

                Hij ging binnen als oorlogsvrijwilliger bij het 20 ste Linieregiment.

                Hij zou te Leest begraven worden op 29 januari 1919.

     

    1918 – 30 september : Een speciale aanvraag “tot het bekomen van steenkolen tot

                verwarming hunner serren voor het winnen van bloemkoolplanten, tomaten,

                enz. werd gedaan door :

                -Joseph Vloeberghen, Koeistraat, 4.000 kg voor serre van 21 m lang en 6 m

                 breed.

                -Henri Verbeeck, Tisseltbaan, 8.000 kg kolen voor 4 serren, 2 van 24m35 lengte

                 op 6 m breedte, 2 van 20 m waarvan 1 op 6 m en 1 op 4 m breedte.

                -Lodewijk De Hondt, 2.000 kg voor 1 serre van 7 m breed op 5 m.

                -Petrus Verbeeck, Koeistraat, 2.000 kg voor een serre van 10 m lang op 6 m

                 breed.”

               

    1918 – Op 1 oktober verzocht Jaak Bernaerts “den Bestuurder der Rechtstreeksche

                belastingen en kadaster te Antwerpen” om vernieuwing van de kadasterkaarten,

                daar de kadastrale plans der gmeente niet meer konden geraadpleegd worden,

                zonder gevaar voor misslagen.

     

    1918 – 10 oktober : Lijst van de schapenhouders der gemeente :

                Weduwe De Laet uit de Kouter : 2 schapen.

                Weduwe Hellemans, Dorp : 2 schapen.

                Weduwe Meulemans, Dorp : 1 schaap.

                Cezar Jacobs, Koeistraat : 1 schaap.

    25-02-2012 om 08:42 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1918 – 6 september  :

                Te Foverges (Haute-Savoie, Frankrijk) overleed Ivo Fierens.

                Hij was te Leest geboren op 10 augustus 1894 als zoon van Jozef Remi en Maria

                Louisa Jacobs.

                Ivo Fierens diende bij het 12e Linieregiment.

                Op zijn gedenkprentje stond volgende tekst :

                “Met welbehagen zag de Heer op zijnen nederigen dienaar neer die niet op ‘t

                kruis maar op zijne legerstede lijdend uitgestrekt lag.

                Door verduldig zijne pijnen uit te staan deed hij zijne verdiensten ten hemel

                klimmen gelijk geurige wierookswalmen tot uitboeting van ’t zondig menschdom

                en de bevrijding van zijn dierbaar Vaderland.

                Als een rookwolk ben ik heengegaan

                In den bloei mijner jaren

                In ’t begin mijner levensbaan

                Kwam het levensbootje op de rots te varen

                Broeders, Zusters, Kameraden, Vrienden

                Droogt uwe bittere tranen af

                Eens zal ik u hier wedervinden

                En opreizen uit mijne kille graf

                Mijne blanke ziel is heengevlogen

                Vaarwel zeggende aan dit aardsche oord

                En met mijne ouders bevind ik me hierboven

                In des Heeren zalig Sionsoord.

    1918 – 7 september : Pieter Jan Van Praet uit de Alemstraat werd door de Zivil

                Kommissaris beboet wegens het niet-inleveren van tabak.

                Hij diende 400 mark boete te betalen.

     

    1918 – 16 september : Jan Bt. Van Crombruggen, bakker te Leest, kreeg het bevel

                “tot het houden van een register aanduidende de zelfverbruikersrantsoenen der

                landbouwers en de rantsoenen der personen welke meel krijgen in plaats van

                brood van het Komiteit, hetwelk door de bakkers verbakken wordt.”

     

    1918 – 25 september : Met toestemming van de Provinzial-Erntekommission en van het

                Oogstbureel werd de graanlevering van de gemeente verschoven naar 25

                september.

                De gemeente diende dan minstens 35.000 kg te leveren.

     

    1918 – 26 september : Wegens niet-leveren van aardappelen, in de week van 16 tot 21

                september, kreeg landbouwer Antoon Stoop een boete opgelegd van 1.000 mark.

     

    25-02-2012 om 08:39 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1918 – Op 22 juli sneuvelde Jan Frans Huys op het veld van eer te Nieuwpoort.

                Hij werd daar de dag nadien begraven op het plaatselijke kerkhof.

                Jan Huys was te Mechelen geboren op 11 april 1893 als zoon van Frans Florent

                en Amelie Peeters.

                Hij diende bij het 4de Regiment Carabiniers.

     

    1918 – 3 augustus : Bij middel van plakschriften werd in de gemeente volgend bericht

                verspreid :

                “Bekendmaking.

                De burgemeester van Leest, maakt op bevel der Duitsche Overheid kenbaar dat

                bij geval van vervolging van krijgsgevangenen, het aan de bevolking streng

                verboden is, den vluchtende te vergezellen of hem behulpzaam te zijn tot

                ontvluchting.

                Het vergezellen van de vluchtende belet de belast zijnde, hunne

                vervolgingszending waar te nemen, te meer stellen de burgers zich alzoo bloot,

                aan het gevaar van doodgeschoten te worden.”

     

    1918 – 20 augustus : De weduwe Apers uit de Herstraat kreeg bevel om haar

                “schurfachtig”  paard aan te bieden te Lier op de Grote Markt.

                Een zellfde bericht kreeg Jan Fierens uit de Bist.

     

    1918 – 21 augustus : Vraag van de burgemeester aan de Zivil Kommissaris om een

                geschreven bevel te bekomen tot aflevering van 51 liter afgeroomde melk,

                te leveren door de melkerij van Blaasveld.

                “...de melk heeft gediend tot voeding der aangekomene Franse vluchtelingen

                in de gemeente.”

     

    1918 – Op 24 augustus werd Remi Kets met zes stemmen op zes verkozen tot

                hoofdonderwijzer. Zijn jaarwedde : 1.700 fr plus 100 fr bestuursvergoeding en het

                genot van een woning met hof. (GR)

     

    25-02-2012 om 08:37 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1918 – Dat jaar beliepen de kosten aan steen- en andere wegen door het gemeentebestuur

                gedaan 1.263 fr.

     

    1918 – In 1918 werd Jaak Bernaerts gekozen tot ondervoorzitter van “ ’t Provinciaal

                Landbouwcommice”.

     

    1918 – Begin januari verbleven er te Leest nog 61 vluchtelingen.

     

    1918 – 8 janauri : Vlas- en Kloddenvoorraad der gemeente :

               

                Naam                         Aantal kg

                                                    Gezwingeld vlas    Vlas  Klodden Vlaszaad

     

    Van Den Sande Fr.

    Groteheidestraat.                    73                          128        35           32

     

    Geerts Alfons

    Groteheidestraat                      6                                           2           14

     

    Weduwe Van Roosbroeck

    Groteheidestraat                      9                                                        10

     

    1918 – 8 janauri :

                “...Er zijn schoten gelost geweest door de Duitsche wachtsoldaten op ronde in de

                gemeente, ter plaatse Thisseltbaan, op personen die na aanranding wegvluchten.

                Alfons De Vleeschouwer diende klacht in bij de burgemeester, die proces verbaal

                opmaakte en dit verstuurde naar de kommandant der troepenafdeling 3 te

                Mechelen.”

     

    1918 – Dezelfde dag, 8 januari , deed de gemeente opnieuw een aanvraag voor een lening

                “teneinde gedane voorschotten aan te zuiveren”.

                Deze voorschotten dienden tot “inrichting der soepuitbedeling voor de scholen,

                Vluchtelingen en steuningen sedert het begin der maand augustus 1917”.

     

    1918 – “...In de nacht van 11 januari werd Jan Hendrik Constant  De Win uit de

                Winkelstraat opnieuw bestolen.

                Een ruim 100 kg wegend varken van 6-1/2 maand oud werd uit zijn varkenshok

                gehaald. Het varken werd, samen met de deur van het hok, 500 m verder gesleurd

                en aldaar geslacht.” (PV van de veldwachter)

     

    1918 – 22 januari : Er werden verdachte gevallen van schurft waargenomen in de

                paardenstallen van  Corneel Van den Brande uit de Bist, Polycarpus Verhoeven

                uit de Kapellebaan en Lodewijk Van Aken uit de Kleinheidestraat.

     

    1918 – 24 januari : Nieuwe vraag van de gemeente om petroleum en kolen.

                De petroleum was bestemd voor de wacht van de Duitse soldaten op het kasteel

                “de Mot”.

                De kolen voor de weduwe Lauwers, “voor de werking haren stoomgraanmolen.

                De hoeveelheid kolen nodig voor februari wordt begroot op 4 ton, aangezien er

                veel moet gemaald worden voor inwoners van Blaasveld waar geen graanmolen

                bestaat.

                Bij geval dezen voorraad niet kan verkregen worden, dan zal de bevolking van

                Leest en een groot deel van Blaesvelt zonder brood zijn in de komende maandag    

                februari.

                Om het broodgraan te kunnen malen waarmede de weduwe Lauwers belast wordt,

                zou zij maandelijks een kolenvoorraad noodig hebben van 3.500 kg.”

     

    1918 – 26 januari : Vraag van het gemeentebestuur aan “de Bestiering van het Wet- en

                Verordeningsblad” om te willen doen opnemen volgende aankondiging :

                “Gemeente Leest – Tijdelijken onderwijzer voor de gemeenteschool wordt

                gevraagd. Wedde en woonstvergoeding 1.350 franks. Onmiddellijk aan te

                vragen.”

                Deze aankondiging verscheen ook in de “Morgenbode”.

    25-02-2012 om 08:28 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Twee vluchtelingen uit Moorslede :
    Clement Masschelein en zijn dochter Valerie.
    De foto is genomen te Leest door een Duits soldaat.
    (foto : Paul Snoeck)

     

     

     

     

    1917 – Op 5 augustus kwamen er te Leest 79 vluchtelingen toe.
               Bijna allemaal waren ze afkomstig uit Moorslede West-Vlaanderen.
               Ze werden geplaatst bij inwoners der gemeente.

     

    West-Vlaming Paul Snoeck werkt aan een verhandeling over de vluchtelingen uit Moorslede en bezorgde me, naast de afgedrukte foto van de familie Masschelein-Van Biervliet, in 2014 een (voorlopig nog onvolledige) lijst met namen : 

    1.Mylle Gaston uit Moorslede, verbleef bij weduwe Spruyt in de Winkelstraat.

    2.Rosseel Elodie uit Dadizele, verbleef in de Tiendeschuurstraat.

    3.Sioen Leon uit Moorslede, verbleef in de Tiendeschuurstraat.

    4.Van Neste Cyriel uit Meerslede, verbleef in de Winkelstraat nr. 7.

    5.Messiaan Flavia, echtgenote van Van Neste Cyriel.

    6. Van Neste, dochter van nr 4 en 5.

    7.Van Petegem, dochter van…

    8.Masschelein Clement uit Moorslede Koekuit.

    9.Van Biervliet Eulalie uit Moorslede Koekuit, echtgenote nr. 8.

    10.Masschelein Augusta idem, dochter 8 en 9.

    11.Masschelein Martha, idem.

    12.Masschelein Germaine, idem.

    13.Masschelein Valerie, idem.

    14.Masschelein Lucien, idem, zoon van 8 en 9.

    15.Julia Sioen, gedoopt in Leest 27 oktober 1917.

    16. Helena Sioen, moeder (ongehuwd ?) van Julia.

    17.Leona Loyson, was getuige bij doop nr. 15.

    18.Jules Sioen, was getuige bij doop nr. 15.

    19.Renaat Vanwildermeersch, huwde met nr. 20 (woonde in Heffen).

    20.Flavia Sioen, huwde met nr. 19.

    21. Bruno Sioen, vader van Flavia nr. 20.

    22.Fharilde Sioen, moeder van Flavia nr. 20.

    23.Philippe Vanwildermeersch, vader van Renaat nr. 19.

    24.Mathilde Depoorter, moeder van Renaat nr. 19.

    25.Cyrillus Bonduele, getuige op huwelijk nr 20 en 19.

    26.Guilliam Sioen, getuige op huwelijk nr 20 en 19.

    27. Augusta Vanneste, 1918 communie in Leest.

    28.Palmyra Van Peteghem, idem

    29. Blanche Christiaens, idem.

    30.Melanie Van Dam, 1919.

    31. Leona Sioen, getuige doopsel Helena Sioen.

    32.Julius Loyson, idem.

    33.Germaine Loyson, communie in Leest 1918.

    34. Martha Loyson, idem.

    35. Martha Sioen, idem.

    36.Adriana Van Neste, idem.

    37. Maria Van Neste, idem.

    38.Alegdis Van Peteghem, idem.

    39. Maria Van Peteghem, idem.

    40.Palmira Van Peteghem, idem.

    41.Georges Christiaens, idem.

    42.Walter Christiaens, idem.

    43.Marcel Loyson, idem.

    44.Jules Sioen, idem.

    --Lucien Masschelein, idem reeds vermeld bij fam. Masschelein.

    45. Maria Lattrez, communie 20 mei 1919.

    46. Sylvia Lattrez, idem.

     

     

     

     

    25-02-2012 om 00:00 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1918 – Op 31 januari ontvingen Victor De Laet (zie foto), Mevrouw Frans De Prins en Joseph

                Verlinden uit de Kouter volgend schrijven :

                “Op bevel der Duitsche overheid zijt gij aanzocht en verplicht op den 2 februari

                1918 om 2 ure namiddags (Duitsche tijd) uw ruinpaard aan te bieden te

                Antwerpen, kaai 28, in de nabijheid der noordstatie.

                Het paard moet voorzien zijn van eene halster met goede koord en moet zijnen

                numero aan den kop hebben op zichtbare plaats.”

     

    1918 – 9 februari : In de gemeente werden geschilderde borden uitgehangen waarop de

                verblijfplaats van de Duitse wacht was aangewezen.

                Dit gebeurde in het Dorp, het gehucht de Knip, de Winkelstraat, aan de

                Kauterweg en in de Kapellebaan.

     

    1918 – 18 februari : Remi Karel Lodewijk Kets, geboren te Calcken (Oost-Vl.) op 12 juni

                1888, werd benoemd tot tijdelijk onderwijzer in de gemeentelijke jongensschool.

                Hij verving Jan Constant Moons die door ziekte onbeschikbaar geworden was.

                Remi Kets ontving 1.200 fr per jaar plus 150 fr vestingsvergoeding.

                (GR-11/4/1918)

     

    1918 – 19 februari : Het aantal bewoners der gemeente beliep 1682.

                Het getal vluchtelingen 60.

     

    1918 – 20 februari : Een vermoedelijk geval van schurft deed zich voor bij het paard van

                Pieter Jan Diddens uit de Blaasveldstraat.

     

    1918 – 21 februari : De volgende personen kregen van de Duitsers het bevel om hun

                merriepaard op 27/2 e.k. naar Antwerpen over te brengen :

                -de kinderen Buelens, Tiendeschuurstraat.

                -Polycarpus Verhoeven, Kapellebaan.

                -Karel Verbeeck, Tisseltbaan.

     

    1918 – 12 maart : Polycarp Verhoeven en Pieter Jan Diddens kregen bevel om op 25

                maart, om 10 u, hunne van schurft verdachte paarden aan te bieden ter keuring

                te Lier, op de Grote Markt.

     

    1918 – 14 maart : Elodie Rosseel, geboren te Dadizeele op 26/2/1892 en vluchtelinge uit

                Moorslede, werd naar het “Gasthuis” overgebracht met typhuskoorts.

                Ze was geplaatst in de Tiendeschuurstraat.

                De gemeente Leest droeg de kosten van de verpleging.

     

    1918 – Op 19 maart deed landbouwer Karel Lodewijk Van Aken uit de Kleinheidestraat

                een aanvraag om 105 kg zaaihaver te bekomen, dit omdat hij 150 kg haver had

                moeten inleveren.

     

    1918 – Op 25 maart verliet Leon Sioen, een vluchteling uit Moorslede, de gemeente om

                vrijwillig in Duitsland te gaan werken.

                Sioen verbleef in de Tiendeschuurstraat.

     

    1918 – 11 april : De dokters De Becker uit Tisselt en Van Assche uit Hombeek ontvingen

                volgend schrijven :

                “Op bevel der Duitsche Overheid doen ik u kennen dat alle gevallen van

                aanstekende ziekten door de geneesheren onmiddellijk aan de Duitsche Overheid

                moeten gemeld worden met de Meldekaarten.

                De Meldekaarten zijn verkrijgbaar bij den garnizoenarts te Mechelen.”

                Was ondertekend : de burgemeester van Leest.

     

    1918 – Op 2 mei kreeg pastoor Beuckelaers via het gemeentebestuur volgende brief

                besteld :

                Keizerl.Gerecht                                             Mechelen 26-4-1918

                des Kreises Mechelen

                Dagboek nr. 960 III

     

                                 Aan het gemeentebestuur Leest

                                t.h. van den heer Burgemeester

     

                Ik heb rede erop te verwijzen, dat over ’t uitgaan van Precessien eene aanmelding

                derzelve niet voldoende is, maar dat daarvoor mijne toelating noodig is, dat de

                dees betrekkelijke aanvragen ten laatste 5 dagen voor ’t plaats grijpen der

                Precessien bij mij moeten ingekomen zijn.

                De burgemeesters moeten de Geestelijken hunner gemeente van dees schrijven in

                kennis stellen.

                Ingeval hier nog brieven inkomen, dewelke aan deze bepalingen niet voldoen, zoo

                zal  ik mijne toelating voor ’t uitgaan der Processien niet meer verleenen.”

                Handtekening is onleesbaar.

     

    1918 – 6 mei : Melkhandelaar Lodewijk Frans Polfliet uit de Tisseltbaan werd

                geverbaliseerd door de politiekommissaris van Koekelbergh omwille van de

                verkoop van vervalste melk. Er was water bijgevoegd. (PV)

                Lodewijk Frans Polfliet : (19/12/19)

                “...Ik heb mijne melk dien dag te huis nagezien voor mijn vertrek en al de

                kruiken hadden voldoende gehalte. Ik moet mijne kruiken op den trein in den

                bagagewagen plaatsen en kan dus niet weten of er soms, bij het vervoer, in

                mijne afwezigheid, geene mengeling gedaan is.”

                Zijn kleinzoon Jan Van Rompaey wist te vertellen dat de PV van zijn grootvader
                zonder gevolg werd gelaten omdat hij de Duitse kommandant een haasje kado
                had gedaan...

     

    1918 – “...In den nacht van 18 op 19 mei, zijn op het land van vrouwe Frans Lauwers,

                Bist te Leest, uit de putten gestolen, de plantaardappelen op eene oppervlakte van

                8 aren 40 centiaren, ter plaatse Boschveld.”

     

    1918 – Op 27 mei kreeg weduwe Bonifacius Lauwers verbod van de Duitsers om

                peulvruchten (erwten, bonen, paardenbonen) te malen.

                Indien zij daarmee betrapt zou worden, zou haar molen onherroepelijk worden

                gesloten.  

     

    1918 – 4 juni : Teneinde het stelen en beschadigen bij nacht van aardappelen en andere

                beplantingen te beletten werd een wacht in het leven geroepen.

                41 dorpelingen gaven zich op om deze nachtwacht te verzekeren.

     

    1918 – 4 juni : Uit een brief van de burgemeester tot de kontroleur der rechtstreekse

                belastingen :

                “...bij deze doen ik u kennen dat er tijdens den oorlogsduur geene feesten van

                kermissen noch jaarmarkten in de gemeente gehouden geweest zijn.”

     

    1918 – 7 juni : Op een verkoopdag te Heffen werden drie Leestenaars betrapt “bij het

                opbieden en kopen van hooi zonder machtiging”.

                Jaak Troch, Lodewijk Frans Polfliet en Joannes Siebens.

                De gezamelijke aankoop werd op bevel van de Duitsers in beslag genomen.

     

    1918 – 13 juni : Bij Henri Van Eecke uit het Dorp werd het “tabaksnijmachien”

                verzegeld door de burgemeester, dit op bevel van de Duitsers.

     

    1918 – 19 juni : Verdachte gevallen van schurft bij de paarden van Jan Fierens uit de

                Bist en weduwe Apers uit de Hertstraat.

     

    1918 – 21 juni : Overlijden van Jan Constant Moons, de hoofdonderwijzer van de

                gemeentelijke jongensschool.

                Jan Moons was te Leest geboren op 19 november 1878.

     

    1918 – “...In den nacht van 24 op 25 juni zijn er ter plaatse Kauter, nabij de Winkelstraat

                op het land van Jan Lauwens, aardappelen uitgesteken door 2 dieven, die verrast

                werden door de patrouillerende nachtwacht en de gestelen aardappelen, 35 kg,

                moesten achterlaten.

                Een der dieven is herkend, het betreft de vluchteling Cyriel Van Neste, alhier

                verblijvende met zijn gezin, Winkelstraat nr. 7.”

                Burgemeester Bernaerts verzocht de Ortskommandant te Mechelen om dergelijke

                diefstallen te bestraffen, daar hij zelf niet bij machte was om dit te doen en het

                Belgische gerecht onwerkzaam was.

     

    1918 – 1 juli :

                “...De hengsten in de gemeente bestaande, zijn besneden op bevel der Duitse

                overheid, behalve het hengstje (pony) van vrouwe August De Prins uit de

                Alemstraat.”

     

    1918 – 4 juli :

                “...De genaamden Coppens Pieter uit Vilvoorde werd heden op heterdaad betrapt

                bij het stelen van aardappelen.”

     

    1918 – 6 juli :  Vraag van de burgemeester aan de Duitsers om levering van 1.000 kg

                carbuur, “voor de verlichting van de gemeente, waaronder huizen, gemeentehuis,

                kerk, scholen, enz..”

     

    25-02-2012 om 00:00 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1917 – 3 november : Een spionagenetwerk werd opgezet door de Hombekenaar Louis

                Nuytiens en de Leestenaar  Frans Jacobs. Het bestond er in de legertrafieken  over

                het spoor te noteren. Ze deden dit werk in de herberg “De Leeuw van

                Vlaanderen” te Hombeek, die zeer gunstig gelegen was tegenover de bareel en

                het station. De dochter Trees Stroobants (zie foto) bood hun haar diensten aan.

                Op 8 mei 1918 zou zij echter gearresteerd worden als spionne en op 20 september

                veroordeelde het krijgsgerecht te Antwerpen haar ter dood.

                De familie schakelde relaties in om haar te redden en met de hulp van de gravin

                de Merode kwam ze op 11 november op vrije voeten. (KH)

                Tot de  Leestse tak van dit spionagenetwerk hoorde buiten Frans Jocobs ook

                diens broer Gust Jacobs en Frans Hendrik Boonen, allen landbouwers uit de

                Kouter..

                Gust had een deursleutel van de grafkelder van de Empains op het Leestse

                kerkhof  en hij gebruikte deze locatie als schuilplaats.

                De Leestenaars smokkelden ook brieven naar het front en terug.

                Frans Hendrik Boonen en Frans Jan Baptist Jacobs werden in de lente van 1918

                aangehouden en als spionnen opgesloten in de gevangenis van Antwerpen.

                Eerstgenoemde werd al na enkele weken vrijgelaten wegens ziekte,

                laatstgenoemde kreeg enkele dagen voor de wapenstilstand de doodstraf, maar

                die werd gelukkig nooit uitgevoerd.          

     

    1917 – 13 november : Lijnzaadvoorraad in de gemeente :

                Frans Vanden Sande 32 kg

                Pieter Van Roosbroeck 12 kg

                Alfons Geerts 12 kg.

     

    1917 – 27 november :

                “...Op het gemeentehuis werden neergelegd door de gendarmeriepost van

                Hombeek, omtrent 20 kg rogge (graan) en 2 pakjes gedroogde tabaksbladeren,

                dewelke volgens hun verklaring in beslag genomen werden bij een vluchteling

                verblijvende in de gemeente, in de Molenstraat.”

     

    1917 – 30 november :

                “...De personen hier onder aangewezen worden bericht dat zij op den 30

                november 1917, om 2-1/2 ure namiddag (Duitsche tijd) te Antwerpen, kaai nr.

                28 (nabij de Noordstatie) aan de Duitsche Overheid moeten aanbieden, hunne

                paarden waarvan de nrs hieronder zijn aangewezen.

                De paarden moeten een goed halster aanhebben, waaraan eene 2 meters lange

                sterke touw gehecht, den numero van het paard moet aan het halster gehecht

                zijn.

                Nr. van het paard :

                7 – ruin ; vaal van Spruyt Jan Baptist, Laerestraat.

                23 – merrie; bruin van Scheers Joseph, Tinneschuurstraat.

                26 – merrie; witgrijs van kinderen Buelens.

                75 – ruin, bruin, poney van Verbruggen Eugeen, Thisseltbaan.

                69 – merrie, bruin van Verbeeck Karel.

                223 – ruin, blauwgrijs, van Verhoeven Polycarpus, Capellebaan.

                            Leest, den 28 november 1917.”

     

    1917 – 3 december : De kolenvoorraad van de weduwe Alfons Maes was geheel uitgeput.

                De weduwe deed een dringende vraag aan burgemeester Bernaerts die ze doorgaf

                aan de Zivil Kommissaris te Mechelen.

                De kolen moesten dienen tot werking van hare graanmolen.

     

    1917 – 3 december :

                “...de woningen in deze gemeente tijdens den oorlog in 1914 afgebrand of

                beschadigd zijn hersteld en in gebruik genomen, ter uitzondering van 2 woningen,

                staande Molenstraat, nrs 2 en 3, waarvan deels de muren nog rechtstaan.

                Deze zijn eigendom van Jan J. Vloeberghen, landbouwer te Leest en

                rechthebbenden...” (GA-3/12/1917)

     

    1917 – 6 december : Jozef Selleslagh werd aangesteld als opvolger van de overleden

                Lodewijk Wauters, als nieuwe patentzetter.

     

    1917 – 7 december : De wacht van de Duitse soldaten, bestaande uit 13 manschappen en

                gevestigd in Steinemolen, zat zonder kolen.

                Daar ook de gemeente in kolengebrek verkeerde, vroeg de burgemeester de

                Duitsers om levering van 1.000 kg, om 10 zakken hout en 5 liters petroleum.

     

    1917 – 8 december : Burgemeester Bernaerts verzocht de Zivil Kommissaris om levering

                van “kussens teekeningen en ander gerief”, voor vijf kantwerksters uit Moorslede,

                die zich het kantwerken kunnen herbeginnen waardoor ze meer loon zouden

                bekomen en ook de aankomende vrouwelijke jeugd het kantwerken kunnen

                aanleren.”

     

    1917 – Op 17 december werd Frans De Muyer, “ontsmetter uit Mechelen”, door het

                gemeentebestuur gecontacteerd om het huis van Alfons Apers te komen

                ontsmetten. In dat gezin was een kind overleden aan kroep.

     

    1917 – 18 december : Frans Selleslagh, koopman uit de Kapellebaan, kreeg een

                uitnodiging van het gemeentebestuur om op woensdag 19 december

                “Om 9-1/2 ure (torenuur), aankomst van den stoomtram aan de katelijne poort

                te Mechelen, zijn schurfachtig paard tot onderzoek aan te bieden aan Mr

                Colette opziener veearts d.d. provincie Antwerpen.”

     

    1917 – 21 december :

                “...8 schriftelijke reklamen zijn ingediend tegen de gedane schattingen op

                tabaksbeplantingen.

                Alle andere tabakplanters der gemeente hebben mondeling gereklameerd

                tegen de schatting van de opbrengst hunner tabakplantingen.

               De plantingen zouden te laattijdig gedaan zijn en de gronden niet erg geschikt

                om opbrengst te leveren, ook zijn vele plantingen niet volwassen geworden en

                door de wind stukgeslagen.” (GA-21/12/1917)

     

    1917 – Op 31 december werd Emiel Meulemans, bankbeambte te Leest, benoemd tot

                ontvanger van het plaatselijk Weldadigheidsbureel met 120 fr jaarwedde.

                Frans Joseph De Maeyer volgde Lodewijk Wauters op als gewoon lid.

     

    1917 – Einde dat jaar ging de gemeente een lening aan bij de “Spaar- en Leengilde”,

                teneinde verschillende oorlogsonkosten te kunnen vereffenen :

                6.500 fr voor onkosten in de soepbedeling aan schoolkinderen en vluchtelingen.

                1.725 fr voor aankoop van  suiker.

                1.700 fr voor aankoop van geleien en marmeladen.

                2.500 fr voor onderhoud van het wachthuis der Duitse soldaten op ’t kasteel

                          “de Mot.”

                2.600 fr voor wedden en lonen van de gemeentebeambten en onderwijzend

                          personeel.   

                (GA-31/12/1917)

     

    1917 – De onderhoudskosten gedaan door de gemeente aan steen- en andere wegen

                beliepen voor het jaar 1917  608 fr. (GA-16/3/1919)

     

    24-02-2012 om 17:54 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1917 – Op 15 oktober 1917 sneuvelde te Diksmuide aan de Ijzer de Leestenaar Theofiel

                Ferdinand Albert Van Hoof.

                Hij werd geboren te Leest op 11 januari 1892 als zoon van Frans Edward “Sooi”,

                de waard uit “de Groene Linde” op de Dorpsplaats en Marie Louise “Wiske”

                Huys.

                Theophiel was vrijwilliger bij het 6e Linieregiment en werd begraven te Oeren, nu

                Alveringem West-Vlaanderen.

     

    1917 – Op 16 oktober diende het gemeentebestuur een naamlijst in van de plaatselijke

                schapenhouders met aangifte van de wolvoorraad.

                Frans De Laet, Jozef Rheinhard, Cesar Jacobs en de weduwen Meulemans en

                Hellemans waren goed voor 6 schapen en 13-1/2 kg wol.

     

    1917 – 20 oktober : De gemeente Leest kreeg van de Haverzentrale het bevel tot levering

                van 4.000 kg haver.

     

    1917 – 26 oktober :

                “...De Raad, overwegende dat de schaarsheid der huisbrandkolen groot is, besluit

                de gezinnen welke zullen bevonden worden van kolen voorzien te zijn, kunnen bij

                de algemene verdeling van kolen, niets meer genieten, zo lang bij hen voorraad

                zal gevonden worden. Misbruiken zullen bestraft worden.” (GR)

     

    1917 – 30 oktober : Aangifte van vlaswinning, in het oogstjaar 1917, werd gedaan door

                volgende personen :

                Frans Vanden Sande, Groteheidestraat 33 aren 700 kg.

                Alfons Geerts, Groteheidestraat 12 aren 100 kg.

                Piet Lodewijk Van Roosbroeck, Groteheidestraat 9 aren 50 kg.

               Samen 54 aren en 850 kg geschatte opbrengst ruw vlas. (GA)

     

    1917 – Op 31 oktober kwam er nog een vluchteling uit Moorslede toe. Het betrof Gaston

                Mylle, een landbouwwerkman. Hij trok in bij de weduwe Spruyt in de

                Winkelstraat.

     

    24-02-2012 om 17:32 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1917 – 12 mei : Louisa (Wiske) Van Hoof-Huys landbouwster en waardin van “In de Groene Linde”op het Leestse dorpsplein diende bij burgemeesterBernaerts volgende klacht in :

    “...Op 11 mei 1917, omtrentrent 10 uren voormiddag ging mijn zoon Jozef  Van Hoof, landbouwer, naar ons land, en in den Kauter heeft zekeren Edward Coeckelbergh, landbouwer te Leest Dorp, die in den Kauter aan het werk was, zijn zoon toegeroepen, wacht ik moet u spreken. Bij mijn zoon gekomen wilde Coeckelbergh hem doen bekennen dat hij den dader was van de teekeningen en smaad die op de poort van Coeckebergh geschreven stonden.Mijn zoon loochende, en Coeckelbergh heeft verwondingen toegebracht aan mijn zoon zijne hand en aan zijn oor, met een aspergiemes.In de nabijheid waren Frans Boonen, August Spruyt, Jozef Verlinden en Isidoor Vloebergh, allen landbouwers te Leest.”

    Burgemeester Bernaerts stuurde de klacht naar de procureur des konings te Mechelen. De afloop is ons onbekend.  

     

    1917 – “...in den nacht van 16 op 17 mei is uit het kot van Constant De Wit, landbouwer Winkelstraat, een zwijn van 6 maanden oud, wegende omtrent 60 kilos, gestolen.Uit het vooronderzoek bleek dat het kot bij middel van valsche sleutel moet geopend zijn.

    Het dier is op omtrent 600 meters afstand van de woning, in het veld, ingevolge de bevonden overblijfsels, geslacht geworden. Alle gedane zoekingen hebben geenen uitslag van ontdekking gegeven.”
               (Proces-Verbaal van veldwachter Van Hoof)

     

    1917 – “In den nacht van 17 op 18 mei was pachter Ferdinand Van der Hasselt uit de Kapellebaan het slachtoffer, althans zijn stierke van omtrent 7-1/2 maanden oud, werd hem ontstolen.”
               (Proces-Verbaal veldwachter Van Hoof)

     

    1917 – 18 mei : “...de tarwe, circa 40 aren, van landbouwer Karel Verbeeck uit de Tisseltbaan, is bevroren en zal geene opbrengst geven.

    Karel Verbeeck vraagt toelating om die 40 a te mogen beplanten met raapkool.”
               (Brief gemeente)

     

    1917 – 26 mei : De schoolhoofden Moons en Hellemans ontvingen volgend schrijven :

    “...Ingevolge bevel der Duitsche Overheid moeten alle plakschriften door deze Overheid uitgegeven, gedurende 3 maanden aangeplakt blijven.Ik verzoek u dus, van aan de leerlingen uwer school te willen mededeelen, dat

     alle beschadigingen van plakschriften streng zullen gestraft worden.”

     

    1917 – Op 31 mei vroeg de burgemeester aan de Zivil Kommissaris om levering van :

    “ 1750 kg carbure voor de verlichting van woningen en 250 kg carbure voor de verlichting van werkhuizen van schrijnwerkers, klompenmakers, smederijen en handelshuizen, en voor de verlichtingen van rijtuigen van melkhandelaars en andere vervoerders.

    Voor de verlichting van openbare gebouwen zoals burelen van het gemeentehuis,kabinet des burgemeesters, kerkgebouwen en scholen : 125 kg carbure...”

     

    1917 – Juni 1917 : Een Duits bevel over “Wol, matrassen en kussens”, luidde : “...Gij zijt hierbij uitgenodigd de voorwerpen die gij in bezit of in bewaring hebt en die, krachtens de verordening van 23 mei 1917, van den Generaal-Gouverneur en krachtens mijn uitvoeringsbekendmaking van 22 juli 1917 moesten afgeleverd worden, tegen gereed geld al de tot vulsel van matrassen en kussens gebezigde wol, hetzij zuiver of met andere bestanddelen, bv.paardshaar, zeegras vermengd, af te leveren...Wordt aan deze uitnodiging geen gevolg gegeven, dan zullen de af te leveren wol,     matrassen en kussens door dwang afgehaald en de in gebreke zijnde personen gestraft worden.Tot huiszoekingen zal worden overgegaan.”

    De Generaal-Gouverneur van België, Dr von Kohler. (MK)

    Te Leest verschenen in juni 1917 plakschriften om opgave te doen van het aantal matrassen.

    Burgemeester Bernaerts was de enige die hier op inging. Hij gaf zeven matrassen aan -in wol met paardhaar gemengd.

     

    24-02-2012 om 00:00 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1917 – 1 juni : Op bevel van de Duitse Overheid werd Henri De Prins uit de

                Blaasveldstraat verplicht zijn vlas onmiddellijk te bewerken.

                “Ingeval van weigering moet het vlas door het vlasbureau van Lokeren opgekocht

                worden en na de bewerking moet het juiste gewicht ten gemeentehuize

                aangegeven worden...”

     

    1917 – Dezelfde dag 1 juni hernieuwde burgemeester Bernaerts zijn dringende vraag om

                kolen :

                “...de kolen zouden moeten komen van de mijn Strepij-Bracquegnies, en per spoor

                tot in Hombeek-Statie.

                Aangezien den kolenvoorraad van weduwe Bonifacius Lauwers, maalderes,

                geheel uitgeput is, en zij het broodgraan der gemeente-inwoners moet malen

                met haren stoomgraanmolen, vragen wij om toelating tot verzending van 15

                ton kolen...

                Moest de verzending voor 15 juni niet gedaan worden, dan zal het grootste deel

                der bevolking in broodnood zijn...”

     

    1917 – 7 juni : Om 11 uur zou in het gemeentehuis een vergadering plaatsvinden, waarin

                aan alle Leestse handelaars en winkeliers mededeling zou gedaan worden

                “omtrent de modaliteiten van de voortzetting van hunne handel”.

                Niemand kwam echter opdagen.

                Nochtans had de burgemeester bij middel van plakschriften en via afkondiging na

                de  hoogmis de plaatselijke neringdoeners verwittigd dat er “tot voortzetting van

                hunnen handel, aanvraag diende gedaan te worden”.

                Het betrof hier maatregelen om de woekerij in levensmiddelen tegen te gaan.

     

    1917 – Op 9 juni vroeg Corneel De Wit toelating tot het omploegen van 5 are tarwe die

                door de vorst vernietigd was, en deze oppervlakte te herplanten met koolraap.

     

    1917 – 14 juni : Aardappeldiefstallen –

                Op het land van Frans Van Roey, tegen de Winkelstraat aan, werden 2-1/2 are

                oppervlakte aardappelen (Krugers) te velde gestolen en op het land van Pieter Jan

                Gobien ter plaatse Rennekouter, 4 are 60 ca (vroege).

     

    1917 – 30 juni : Brief van het Gemeentebestuur Leest : Philip Jaak CORTEBEECK,

                geboren Leest 11 april 1878 wonende Koeistraat nr. 8 vestigde zich in ‘t

                gesticht De Cuyper te Stabroek.

     

    1917 – In juli werden de landbouwers van Leest verplicht aanmelding te doen

                “wanneer zij beginnen met het dorsen van hun graan...”

     

    1917 – 14 juli : Het gemeentebestuur verkocht 20 kg aangeslagen aardappelen aan 22

                centiemen het kg.

     

    1917 – Op 26 juli werden op het gemeentehuis 55 aangiften van tabakplantingen

                neergelegd.     

     

    1917 – “...Op 1 Oogst 1917 zijn er 669 kilos Soda vervoerd van Willebroek naar Leest.”

     

    1917 – Op 5 augustus kwamen er te Leest 79 vluchtelingen toe.

                Bijna allemaal waren ze afkomstig uit Moorslede West-Vlaanderen.

                Ze werden geplaatst bij inwoners der gemeente.

     

    1917 – Op 8 augustus werden er te Leest verschillende bomen aangeslagen van volgende

                eigenaars : Weduwe Cnops-Wauters, Notaris Van Melckebeke uit Mechelen,

                Baron de Wykersloot Brussel, Alfons Piessens Leest, Weduwe Vloeberghen en

                kinderen Leest, Baron de Vinck Brussel, Benoit Van Ingelgem Mechelen,

                Graaf de Ramaix Antwerpen, Coemans Mechelen, Montens Antwerpen en

                W. Apers Leest.

     

    1917 – 15 augustus : Begin van het zomerverlof  voor de Leestse gemeentescholen en dit

                tot 20 september.

     

    1917 – 16 augustus : De burgemeester stuurde een lijst met 98 aangiften van

                tabakbeplantingen naar de Ontvanger der Rechtstreekse belastingen te Mechelen.

     

    1917 – Op 21 augustus  stelde veearts Van Passen een vermoedelijk geval van schurft

                vast bij “den poney” van  Louis Van Aken.

     

    1917 – 22 augustus :

                “...in de gemeente Leest bestaan er geene lukshonden, wel waak- en trekhonden

                waarop nooit ene belasting is gehouden.”

    1917 – 23 augustus : Bevel van de bezetter :

                “...Afgekeurd vlees van noodslachtingen moet onmiddellijk overgebracht worden

                naar de krengbenuttiging.”

     

    1917 – Eind augustus werden er eindelijk maatregelen getroffen tegen de nachtelijke

                diefstallen op de velden.

                Burgemeester Bernaerts stuurde een lijst met 50 namen van landbouwers naar de

                Zivil-Kommissaris “dewelke aanvraag gedaan hebben om toelating te bekomen

                om bij nachte de velden te bewaken.”

     

    1917 – 12 september  - Aardappelsmokkelaars :

                “...de gemeente Leest heeft heden 400 kg aardappelen aangeslagen.

                200 kg daarvan werden vervoerd door een zekere Jan Frans Verdoodt, wonende

                Pikkerij Hombeek en 200 kg vervoerd door Victor De Boelpaep, wonende te

                Humbeek Dorp.

                Deze aardappelen waren gekocht aan 65 fr de 100 kg.

                Volgens de verklaringen van de smokkelaars hadden zij deze aardappelen gekocht

                bij Petrus Van den Eede uit de Tisseltbaan.”

     

                Daags nadien werden 1150 kg aardappelen aangeslagen.

                500 kg ervan werden vervoerd door een zekere Edward De Boelpaep. Ze waren

                afkomstig van de weduwe Vloeberghen uit de Koeistraat.

                De overige 650 kg werden door de burgemeester aangeslagen bij twee Duitse

                soldaten, die ze vervoerden met een wagen bespannen met twee zwarte paarden.

                De aardappelen waren 25 fr de 100 kg betaald.

     

    1917 – 20 september : De Leestse kolenverkopers werden heden ten gemeentehuize

                geroepen, alwaar hen mededeling werd gedaan van de voorschriften der Duitse

                Overheid.

                De kolenhandelaars in die dagen waren :

                Alfons Apers uit de Tisseltbaan.

                Vrouwe Joseph Apers, Mechelbaan.

                Weduwe Laurent Meulemans, Dorp.

                Pieter Van den Eede, Tisseltbaan.

                Karel Van Praet, Tisseltbaan.

     

    1917 – 30 september : Te Leest verbleven, vluchtelingen inbegrepen, 310 gezinnen.

     

    1917 – Vanaf 1 oktober 1917 werd door het “comiteit” aan de bevolking voedsel

                uitgedeeld : bloem, rijst, vlees en spek uit Amerika “Wilsonspek” genoemd.

                Ook waren er soepbedelingen, deze werden door de gemeente begroot op 20 liter

                per dag en 108 fr per week.

                Om deze onvoorziene onkosten het hoofd te bieden besloot het gemeentebestuur

                een lening van 4.000 fr aan te gaan bij de Spaar- en Leengilde, aan 4% per jaar

                en terug te betalen een jaar na het sluiten van de vrede.

                (GR-26/10/1917)

     

    23-02-2012 om 18:13 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

     

    1917 – 31 januari : Pieter Corneel Brugghemans en Henri Van Praet, landbouwers

                uit de Alemstraat, deden aangifte van de verkoop van vlas en klodden aan de

                aangestelde opkoper.

                “...respectievelijk 38 kg vlas (gezwingeld) en 14 kg klodden door Brugghemans en

                23 kg gezwingeld vlas en 15 kg klodden door Van Praet.” (GA)

     

    1917 – 1 feburari : Meester Jan Dumont verliet Leest voorgoed en vestigde zich te Evere.

                “...vanuit Leest vertrok hij met 300 kg aardappelen waarvan 100 kg

                plantaardappelen en 8 kg boter, door hem sedert augustus ingezoten.

                Zijn gezin zal te Evere bestaan uit 4 personen...”

                Met zijn patatten vergezelde hem een dankbrief van het Leestse gemeentebestuur:

                “...onzen oprechten dank voor Uwe zoo nauwgezette als eervolle waarneming van

                het ambt van hoofdonderwijzer onzer gemeenteschool, gedurende omtrent veertig

                jaren. Wij zeggen eervol, en met rede, want de opvoeding der jeugd was steeds

                uwe grote bezorgdheid, ook uw school was altijd bij wedstrijden op de eerste

                plaatsen.

                Nogmaals dank dus, en welverdiende rusttijd gunnen wij u van harte nog vele

                jaren...” (GA)

     

    1917 – Op 12 februari deed de burgemeester de gemeentescholen sluiten “tengevolge

                van het volkomen gebrek aan steenkolen...” (GA)

     

    1917 – 15 februari : Brief tot de Zivil-Kommissaris :

                “...tot antwoord aan uw schrijven, zo doen ik U kennen dat de Vlaamsche taal

                altijd gebruikt wordt in de vergaderingen van gemeenteraad en schepencollege

                en in de andere handelingen en geschriften des bestuurs.

                Dit gebruik is in voege sedert 16/1/1822 en niet eene beraming werd genomen,

                dit gebruik verplichtende daar al de raadsleden alleen het Vlaamsch kundig

                zijn.

                Het Vlaamsch is ook de voertaal in de school, voor de leerlingen der hoogste

                afdeling wordt er weinig Fransche taal aangeleerd.

                Het gemeentebestuur gebruikt nooit de Fransche taal, dan tot beantwoording van

                brieven, uitgaande van gemeentebesturen van de franssprekende streken...”     

     

    1917 – Op 16 februari kreeg maalderes “Vrouwe” Alfons Maes schriftelijke machtiging

                van de Ernte Commission tot het malen van graan.

     

    1917 – Op 21 februari werden er gevallen van schurft waargenomen bij de paarden van

                August Cnops, Corn. Van den Brande en Jozef Scheers.

                Daarvan stuurde het gemeentebestuur een kennisgeving naar de gemeentebesturen

                van Mechelen, Hombeek, Heffen, Blaasveld, Tisselt en Kapelle o/d Bos.

     

    1917 – 23 februari : Burgemeester Bernaerts werd verplicht een maandelijks verslag in te

                dienen over de toestand van de oogst te Leest en ook in de omliggende

                gemeenten.

     

    1917 – 24 februari : Te Leest opereerden 35 verschillende “melkopkoopers”, waarvan 14

                Leestenaars. De melk werd uitgevoerd naar Mechelen, Antwerpen en/of Brussel.

                (GA)

     

    1917 – 25 februari : De burgemeester richtte een dringend verzoek tot de Zivil

                Kommissaris tot het bekomen van kolen. Als losplaats werd Statie Hombeek

                aangeduid.

     

    1917 – 27 februari : “Door de overvloedige regens zijn de aardappelkuilen onder water

                gelopen en de aardappelen verrot.” (Brief Jaak Bernaerts)

     

    1917 – 4 maart : Leest sloot zich aan bij de andere gemeenten van “den kreis” Mechelen,

                “tot het doen van gezamentlijken aankoop van levensmiddelen en andere   

                benoodigheden voor de bevolking.” (GR)

     

    1917 – Op 6 maart werd bij hoogdringendheid en op bevel van veearts Van Passen, een

                koe afgemaakt “ingevolge een ongeval bij ’t kalven”.

                De koe hoorde toe aan Jn. Jozef Vloeberghen.

                Het vlees is op de vrijbaénk in de gemeente aan de inwoners tegen 2 fr de kilo

                verkocht geworden”.

     

    1917 – 13 maart : Uit een brief van Jaak Bernaerts aan het Belgisch Inlichtingsbureeel

                voor Krijgsgevangenen en geinterneerden, Leermarkt 9 te Mechelen :

                “...tot gevolg van uw schrijven doen ik u kennen dat den genaamden Desmedt,

                geinterneerd te Soltan, geene familie heeft in staat hem het tweede pak

                maandelijks te leveren.

                De gemeente zal dus die kosten tot haren last nemen..

                ...dat de ouders der krijgsgevangenen Selleslagh Egied en Van den Heuvel Frans

                in staat zijn het noodige te doen.

                Dat de ouders van Van Steen Theophiel onvermogend zijn, zodat de gemeente de

                bekostiging van het maandelijksche genogide pak dragen zal voor dezen...”

     

    1917 – 15 maart : Leest telde 3.482 stuks vee.

     

    1917 – Op 24 maart kreeg het schoolhoofd toelating van de Duitse Overheid “de klassen

                te hernemen in onverwarmde lokalen”.

                Tevens werd hem verzocht de klassen tijdens de Paasvakantie open te houden

                om de verloren tijd enigzins goed te maken.

     

    1917 – 29 maart : 13 are tarwe van Karel Steenmans uit de Tisseltbaan zijn door vorst

                geheel vernietigd.

     

    1917 – 1 april : Zwijnenstand der gemeente Leest : 20 kweekzwijnen, 191 mestvarkens

                en 40 scheutelingen (lopers).

     

    1917 – 8 april : Omtrens 16u30 ontstond er brand in het karhuis van Pieter Jan Lemmens

                uit de Scheerstraat.

                Een partij droog hooi en strooi, klein landbouwersgereedschap en 400 kg

                plantaardappelen  werden vernield.

                De oorzaak van de brand bleef onbekend.

     

    1917 – 8 april : De “privaatputten” van de gemeentescholen werden verpacht  aan

                Arthur Buelens voor 15 fr per jaar en Jan Publie voor 34 fr per jaar.

                (Repertorium der gemeenteakten)

     

    1917 – In de nacht van 9 op 10 april stal men uit de schuur van Frans De Prins uit de

                Alemstraat 200 kg aardappelen, 200 kg graan, 15 kg haver en 50 kg guano.

                Van de daders geen spoor.

     

    1917 – In de nacht van 18 op 19 april was landbouwer Scheers het slachtoffer.

                De buit : 400 kg eetaardappelen.

     

    1917 – Op 2 mei kwam er een bevelschrift van de Kreischef uit Mechelen waarin hij

                de inlevering eiste van prikkeldraad en effendraad.

                De weideafsluitingen mochten slechts twee draden behouden.

     

    1917 – 10  mei : De Duitse Overheid weigerde toelating te verstrekken aan Gaston

                Busschot uit de Blaasveldstraat “tot verkoop en vervoer van 6 liters melk

                dagelijks naar Antwerpen.”

     

    23-02-2012 om 18:06 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1917 – 11 januari : Jan Constant Moons werd door de voltallige raad benoemd tot

                hoofdonderwijzer in vervanging van Jan Dumont.

                Daarvoor ontving hij 2.100 fr jaarwedde, het genot van een woonst met hof en een

                bestuursvergoeding van 100 fr. (GA)

                Jan Constant Moons was  te Leest geboren op 19 november 1878 en getrouwd

                met de zuster van Constant Buelens.

                Hij woonde in de Koestraat. Amper gehuwd in 1913, overleden beide echtgenoten

                korte tijd na mekaar in 1918.

     

    1917 – 16 januari : “...bij de weduwe Vloeberghen, Koeistraat Leest, is heden het

                volgende in beslag genomen en nedergelegd ten gemeentehuize door de Duitsche

                soldaten : 750 kg aardappelen, 450 kg rogge, 75 kg haver en 35 kg meel.” (GA)

     

    1917 – 20 januari : De weduwe Spruyt uit de Winkelstraat weigerde 1.450 kg

                aardappelen, bij haar aangeslagen door “Duitsche soldaten Controleurs”, af te

                leveren in het gemeentehuis.

                Als reden gaf zij op “dat zij eerst mijnheer de Zivil-Kommissaris wou spreken.”

                (GA)

     

    1917 – 25 januari : Bij Karel Lodewijk Van Aken in de Kleinheidestraat werd 850 kg

                haver in beslag genomen. (GA)

     

    1917 – 25 januari : Met negen stemmen op negen werd Victor Jozef Selleslagh verkozen

                tot hulponderwijzer.

                Zijn jaarwedde : 1.200 fr plus 150 fr verblijfsvergoeding.

                Victor Selleslagh was tijdelijk dienstdoende onderwijzer te Tisselt. (GA)

    Stan Gobien, zelf hoofdonderwijzer en inspecteur in 1996 in een brochure “Reünie van de Leestse vijftigjarigen” over meester Selleslagh :

    “...Meester Selleslagh was ook een speciale figuur. Hij was een rasechte optimist en een filosoof en daarbij een grappenmaker als geen ander.

    Tijdens de catechismuslessen kon hij uitspraken doen die geen ander kon nadoen.

    Wanneer iemand zijn catechismusles niet had geleerd en toch probeerde een en ander van het antwoord te geven, kon dat natuurlijk niet letterlijk zoals het  in het boekje stond. Was meester Selleslagh in een serieuze bui dan zei hij : “half en half, maar toch niet heel.” Was de meester in een filosofische bui dan werd het een of andere spreuk die voor ons erg aangebrand leek. De hele klas riep dan : “Heu !!!” Nog geen drie seconden later vloog dan de deur open stond meester De Leers daar en hij riep dan : “Wat is dat hier nu weer !!!” of “Is ’t hier weer kermis ???”

    Meester Selleslagh trok zich daar niets van aan en koos – toen meester De Leers weg was – een nieuw slachtoffer waarvan hij met zekerheid wist dat die ook zijn catechismusles niet kende. Toen die zijn tekst wat had gebrabbeld en toen het inderdaad kant noch wal raakte, toverde hij een van zijn andere geijkte spreuken uit zijn mond. De hele klas brulde dan nog luider dan voorheen : “Heu!!! Heu !!!” Meester De Leers kwam toen niet meer opdagen. Dat wist de meester en dat wisten wij ook !

    Er werd destijds nogal wat kattekwaad in de klas uitgestoken. Meester Selleslagh vloog dan naar de boosdoener. Deze zag de wervelwind naderen en sprong de bank uit en rende tussen de banken door de klas. De meester zette natuurlijk de achtervolging in. De andere leerlingen supporterden en joelden en de meester probeerde de belhamel uit te schakelen door hem bij de kraag te pakken en een pak voor zijn broek te geven. Sommige leerlingen waren hem echter te vlug af en toen hij moe werd van de achtervolging probeerde hij een andere tactiek : hij zou het opgejaagd wild uitschakelen door een rake trap. Velen ons ons hebben op deze manier een trap onder hun achterste gekregen.

    Daarna vlogen de stouteriken in de hoek tot aan de speeltijd.
    Wij zullen echter nooit te weten komen of meester Selleslagh het echt meende of toneel speelde. Vermoedelijk beschouwde hij het als een toneelspel.

    De lei en de griffel bleven nog bestaan, maar in het derde en vierde leerjaar hadden we ook al een kladboek om er onze oefeningen in te schrijven. We schreven nog steeds met een ballonpen, waarmee we hadden leren schrijven aan het einde van het eerste leerjaar.

    Ballonpennen moeten er destijds door het Leestse gemeentebestuur met duizenden gekocht zijn en meester De Leers moet hectoliters schoolinkt hebben gemaakt...”

     





    23-02-2012 om 18:00 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

     

    1917 – Dat jaar was de winter zeer streng. De aardappelen bevroren in de kelders en men

                moest rapen eten om de honger te stillen. In deze winter werd men ook

                geconfronteerd  met de zogenaamde “Spaanse griep” die veel slachtoffers maakte,

                ook in Hombeek.” (KH)

     

    1917 – 4 januari : Dertien personen uit de gemeente werden weggevoerd naar Duitsland.

                Het grootste deel zou echter reeds in februari worden weergezonden.

                In het gemeentearchief vonden we daarover volgende gegevens :

     

     Lijst der weggevoerden – Opgeeisten van Leest gedurende de bezetting.

     

    A. Weggevoerden naar Duitsland.

     

    1. Spruyt August, arsenaalwerkman, Tisseltbaan.

    2. Van der Taelen Piet Frans, arsenaalwerkman, Dorp.

    3. Rottiers Joseph, arsenaalwerkman, Tiendeschuurstraat.

    4. Leemans Willem Lodewijk, staatswerkman, Tiendeschuurstraat.

    5. Fierens Emiel,  arsenaalwerkman, Tiendeschuurstraat.

    6. Lauwens Antoon Jozef, landbouwer Kapellebaan.

    7. Van Muylder Victor, staatswerkman, Kapellebaan.

    8. Geerts Alfons Juliaan, landbouwer, Blaasveldstraat.

    9. Geerts Corneel Frans, dagloner te Leest, alsmede landbouwer te Tisselt, Moer.

    10. Alewaters Karel Lodewijk, landbouwer Tisseltbaan.

    11. Teughels Jaak, werkman, Dorp.

    12. Geerts Antoon, arsenaalwerkman, Molenstraat.

    13. Potoms Lodewijk, verhuisde naar Blaasveld.

     

    B.

     

    “Boonen Frans en Jacobs Frans Jan Baptist, landbouwers te Leest Kouter, zijn aangehouden geweest als spioenen voor het Engelsch leger, en opgesloten in ’t gevang te Antwerpen.

    De eerstvermelde is na eenige weken gevang, tengevolge van ziekte vrijgelaten, de tweede gemelde Jacobs, werd eenige dagen voor de wapenstilstand tot de doodstraf veroordeeld, maar zijn vonnis is niet uitgevoerd.”

    (GA-5/10/1920)

     

    “Joseph Rottiers, nr. 3 op bovenstaande lijst, was geboren te Opdorp op 16 mei 1887.µ

    Hij was spoorbaanwerker bij de staatsspoorwegen en werd door de Duitse bezetter weggevoerd naar het kamp van Soltan, alwaar hij drie maanden verbleef zonder te willen werken. Daarna werd hij overgevoerd naar Elsederutten alwaar hij onder bedreiging van slagen en verhongering gedwongen werd te werken in de steengroeven en ijzerertsmijnen tot 8 juli 1917, dit zonder loon.

    Joseph Rottiers  werd weggevoerd omdat hij weigerde voor de Duitsers aan de spoorbaan te werken.

    Te uitgeput om nog te kunnen werken, werd hij teruggestuurd naar België.

    (GA-13/2/1923)

     

    Willem Lodewijk Leemans, nr. 4 op de lijst, werd geboren te Leest op 26/10/1890 als zoon van Antoon en van Maria Clotildis Van den Branden.

    Hij zou weerkomen op 8 juli 1917.

    (GA-13/12/1922)

     

    Voor Antoon Geerts, nr. 12 op de lijst, schreef burgemeester Bernaerts op 6 maart 1917, volgende brief naar de heer Voorzitter van het Meldeambt te Mechelen :

    “...Antoon M. Geerts, werkman en wonende Molenstraat nr.8, is op 4 januari 1917 overgevoerd geworden naar het kamp van Soltan (Duitsland).

    Hij is gehuwd met Van Kerckhoven Joanna Octavia, oud 36 jaren, en was, bij zijne wegvoering, vader van 4 kinderen, die geboren zijn in 1905, 1907, 1912, en 1913.

    Zijne vrouw is op 5 maart 1917 bevallen van een vijfde kind, hetwelk den last van dit gezin nog vergroot en de hulp des vaders in dezen ogenblik vraagt.

    Deze weggevoerde is altijd van goed gedrag geweest, goed huisvader, spaar- en werkzaam, en zijne terugzending wordt door zijn gezin en familieleden zeer betracht.

    Van eene landbouwersfamilie voortspruitende heeft hij altijd zijne bezigheid in de landbouwerij gevonden sedert den duur van den oorlog.

    In de hoop, Mijnheer, dat deze vraag gunstig onthaal verwerve, bied ik u mijne groeten aan...”

     

    Julien Geerts, nr. 8 op de lijst, vertelde later zelf :

    “Ik vertrok op 4 januari 1917 vanop Nekkerspoel en kwam als laatste van allen terug op 15 juli 1917, na 6 maanden en 11 dagen.

    Wie zes maanden had gedaan in Duitsland kreeg na de oorlog een decoratie, ik was er nog juist bij.

    We verbleven in het kamp te Soltan. Daar waren de Leestenaars samen, maar om te werken moesten we uit elkaar.

    Eerst werd ik tewerkgesteld in een steengroeve bij Melsdorf boven Kiel.

    We moesten er kiezel uithalen. Nadien heb ik in een melkerij gewerkt te Mecklenburg en op het laatste zat ik in een houtfabriek te Luneburg waar ze triplex maakten.

    Het eten dat we kregen was niet fameus : van die “groene kraag”, beten gelijk we zeggen, gemengd met mosselen of vis ; daar is geen enkele koe die dat gewild zou hebben. Ze gaven ons ook “Choukroute”, witte kolen uit vaten.

    We kregen ook pap van zogezegde “gebarsten tarwe”, geen enkele maag wou dat verteren : dat kwam er uit gelijk het er in ging !”.

    (LG, blz.264,265)

     

    Jan August Maes, tijdens de oorlog in Hombeek wonend, was te Heffen geboren op 18 april 1885. Later kwam hij naar Leest wonen in de Tiendeschuurstraat.

    Hij was gehuwd met Maria Jozefina Leemans.

    Omdat hij rijwielmaker was, een beroep dat toen onmogelijk uit te voeren was, en bijgevolg werkloos, werd hij op 4 januari naar Soltan gevoerd.

    Na drie maanden verplaatste men hem naar Elsederutten tot 26 juli 1917, de dag zijner terugzending naar zijn vaderland.

    (GA-6/2/1923)

     

    1917 – Op 8 januari richtte de burgemeester een nieuw verzoek tot de Zivil Kommissaris

                omtrent de herstelling van de Zennebrug.

                “...de tijdelijke brug, door de gemeente aangesteld tot doorgang van voetgangers

                op de vernietigde brug, komt in zeer slechten toestand en loopt dagelijks

                onder water, het hout verrot, zodanig dat er ongelukken kunnen uit voortspruiten.

                Kan de nieuwe brug niet kortelings geplaatst worden om de verantwoordelijkheid

                der gemeente te dekken bij ongevallen...”

     

                Dat jaar zou de nieuwe brug er komen. Ze werd gelegd door de Duitsers, de oude

                werd  ontmanteld.

    23-02-2012 om 17:45 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1916 – Op 7 oktober nam de burgemeester opnieuw de pen ter hand om een versoepeling

                te vragen van een reeks Duitse verordeningen.

                Zo moest het gerst voor 15 september gedorst worden, de late aardappelen werden

                onmiddellijk opgeeist en de levering van 1/3 van het in te leveren graan werd

                bevolen voor 31 oktober. Tevens moesten de Leestse boeren overgaan tot het

                dorsen van het broodgraan.

                “...de naleving van die verordeningen heeft reeds, -en zal nog schade toebrengen

                aan de landbouwers, en ontreddert de gehele landbouwbewerking, te meer, vele

                landbouwers, -alhoewe niet wederspannig tot naleving der verordeningen en

                bevelen zullen kunnen bestraft worden, alle werken kunnen niet gelijktijdig met

                goed gevolg gedaan worden.

                Door die omstandigheden is de winning der veevoedergewassen veel moeten

                verwaarloosd worden.

                De landbouwers worden aangezet tot het bebouwen en beplanten van alle

                gronden en van den anderen kant worden zij belet, - bijzonder door het bevel

                tot het onmiddellijk graandorschen op dezen ogenblik, - hunne landen tijdig te

                kunnen bewerken en bezaaien...”

     

    1916 – 22 oktober : Vergadering in de gemeentelijke jongensschool, Scheerstraat, om aan

                de landbouwers “mededeeling te doen van hunne verplichting van inlevering der

                botervoortbrengst.”

     

    1916 – Dezelfde dag 22 oktober, liet de burgemeester “op de gewone plaats na de

                hoogmis” afkondigen, dat alle mannelijke werklozen verplicht waren zich te

                laten inschrijven ten gemeentehuize.

                Burgemeester Bernaerts handelde hier op bevel van de bezetter.

                Herhaalde malen werd hem om een lijst van de werklozen verzocht. Deze vraag

                werd ook aan het plaatselijk “Hulp- en Voedingskomiteit” en aan de pastoor

                gesteld.

                De Duitsers zouder er echter nooit in slagen te Leest zo’n lijst op de kop te tikken,

                de werklozen werden immers naar Duitsland gestuurd.

     

    1916 – 25 oktober : De eigenaars van door de oorlog zwaar beschadigde gebouwen,

                ontvingen volgende brief :

                “Ingevolge schrijven van den heer Kreischef van Mechelen, zullen er tot de

                herstelling van oorlogsbeschadigde gebouwen, subsidiën tot een maximumbedrag

                van 15.000 franken, zonder verplichting tot schadeloosstelling of terugbetaling,

                toegestaan worden.

                Bij het schatten der toelagen is in den regel daarvan uit te gaan, dat gij

                inbegrepen de kosten van plansopstelling en van architectenhonoaria, hoogstens

                drijvierden der kosten dekt, die tot herstelling van den eigendom in den toestand

                van zijne beschadiging noodig zijn.

                De aanvragen tot ondersteuning moeten persoonlijk bij den huidigen heer Zivil

                Kommissaris te Mechelen ingebracht worden, die den vrager de nadere beslissing

                zal mededeelen...”

     

    1916 – Op 16 november 1916 overleed Jozefina Augusta Selleslagh, geboren te Leest op

                27 maart 1915, aan “tuberculose ontsteking der hersenvliezen”, volgens

                bewijsschrift van dokter De Becker.

     

    1916 – Einde november deed de Duitse Krijgsraad in alle steden en dorpen van ons land

                een bericht aanplakken om de werklieden voor hen te doen werken :

                “ Werklieden,

                de Krijgsraad duldt geen werklozen, of onvoldoende bezigheden meer. Wij raden

                aan u als vrije arbeiders aan te geven, om de dag te voorkomen waarop gij zult

                gedwongen worden.”

                In Mechelen verscheen dit bevel op 23 november langs de straten.

                Niettegenstaande deze oproep kwam zich daar niemand aanbieden, ondanks het

                hoge loon dat verder op het plakkaat vermeld stond.

                Enige dagen later verscheen daar een tweede bevel : “alle burgers, zonder

                onderscheid van 17 tot 45 jaar, moesten zich bij de Krijgsraad aanbieden, op

                straf van met geweld naar Duitsland gevoerd te worden...”

                Vanuit Leest zouden zes personen vrijwillig naar Duitsland vertrekken.

                Twee onder hen waren vluchtelingen uit Moorslede die in de gemeente verbleven.

                Dertien Leestenaars zouden verplicht worden tewerkgesteld in Duitsland.

     

    1916 – 1 december : De Leestse maalders kregen bericht dat er opnieuw mocht gemalen

                worden, dit van 07u00 tot 19u00.

                Overtredingen zouden worden bestraft.

     

    1916 – 8 december  : In de gemeenteraad werd het reglement op het kosteloos

                geneeskundig toezicht in de scholen goedgekeurd.

                Dokter Van Assche uit Hombeek werd benoemd tot geneeskundig opziener in de

                gemeentelijke meisjesschool en dokter De Becker uit Tisselt in de jongensschool.

                De dokters moesten iedere maand de Leestse jeugd onderzoeken en ontvingen

                daarvoor 2 fr per onderzocht kind.

     

    1916 – 13 december : De Duitsers zoeken de jonge mannen op om in Duitsland te werk te

                stellen. Alle jongeren moesten op het “Meldeamt” te Mechelen een stempel halen

                voor vrijstelling. De meesten worden afgewezen. Ze hebben nog het recht hun

                aanvraag voor vrijstelling beter te argumenteren en bezwaar in te dienen.

                (Kroniek van de 20ste eeuw – Hoembekania)

     

    1916 – Op zaterdag 16 december werden de eerste arbeiders per trein naar Duitsland

                vervoerd. Op maandag 18 en dinsdag 19 december  vertrokken nieuwe lichtingen.

                Vertrekplaats : station van Nekkerspoel.

                Meer dan 1000 personen vertrokken vanuit Mechelen.

     

    1916 -19 december : Alweer schurft, ditmaal wat het paard van Louis Van Aken het

                slachtoffer. (GA)

     

    1916 – 28 december -  Gemeenteraadszitting : de pensioenaanvraag van

                hoofdonderwijzer Dumont werd gunstig geadviseerd en zijn ontslag werd

                aangenomen.

                Het schepencollege werd gelast tot het bekendmaken “van het open zijn der

                Plaatse” en de ontslagnemende “in naam des Raads, onze oprechte

                dankbetuiging te doen kennen, voor de eervolle en nauwgezette waarneming

                van zijn Ambt.”

     

    1916 – De eerste levering van late aardappelen in december bedroeg samen 34.933 kg.

                De tweede 40.495 en de derde 53.804 kg. (GA)

     

    1916 – 31 december  : Brief van de burgemeester tot de Provinzial Ernte Kommission,

                Schuttershofstraat Antwerpen :

                “...Martens Louis, landbouwer Bist, zijn graan is uitgegeseld maar niet geheel

                uitgedorscht. Hij heeft een slag gekregen van een paard waardoor hij onbekwaam

                was tot werken.

                Scheers Joseph, Tinneschuurstraat, heeft geheel zijnen oogst niet kunnen

                dorschen. De reden is dat een zijner paarden is opgeeischt door de Duitsche

                Overheid en dat zijn ander paard mankt en in onbruik is.

                Hij dorscht met molen met paardenkracht bewogen.”

     

                Oudere Leestenaars wisten te vertellen hoe sommige boeren, om hun paarden te

                behouden,  zelf deze dieren verminkten,  door een spijker in hun hoeven te

                hameren.

     

    1916 – Einde december verklaarde de burgemeester dat er in de gemeente Leest “geene

                werkeloozen bakkers of geen werkeloozen beenhouwers bestonden, de twee eenige

                bakkers zijn noodig tot het algemeen welzijn der gemeente, en de eenige slachter

                van zwijnen in de gemeente die ook landbouwer is, is noodig tot het algemeen

                welzijn.”

                In de gemeente bevond zich ook geen enkele beenhouwer dixit de burgemeester.

                (GA)

     

    23-02-2012 om 17:43 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1916 – 5 september : Huwelijk soldaat Lansier Louis De Borger (zie foto)

                Omdat Louis De Borger zo’n flinke ruiter was, verbleef hij de ganse oorlogstijd

                in Calais (Frankrijk). Hij moest er de wilde paarden africhten die uit Amerika

                hier toekwamen.

                Enkel het laatste groot offensief maakte hij mee.

                Tijdens de oorlog leerde hij een Frans meisje kennen , Emma Fauquet.

                Hij nam haar tot zijn vrouw op 5 september 1916.

                Na de oorlog vestigde het echtpaar zich te Battel  om  zich uiteindelijk naar

                Sint-Katelijne-Waver te begeven.

                Louis was een zoon van Pieter Frans De Borger en van Maria Elizabeth De

                Maeyer en  de broer van de gesneuvelde Frans De Borger.

                (LG,blz.255)

     

    1916 – “In den nacht van 25 op 26 augustus, ter plaatse Scherpenhoring, nabij de limiet

                met Thisselt, zijn er gestolen op het land van Frans Apers, landbouwer van de

                 Tisseltbaan, omtrent 15 aren late aardappelen (industrie).” (GA)

     

    1916 – 20 september : Verdenking van schurft bij de paarden van de weduwe Spruyt uit

                de Winkelstraat en Frans Apers uit de Tisseltbaan. (GA)

     

    1916 – 22 september : Brief van de burgemeester van Leest gericht aan “den Heere Zivil

                Kommissaris te Mechelen” :

                “...bij deze neem ik de vrijheid namens de inwoners der gemeente Leest, aanvraag

                te doen tot het bekomen van herstelling van de brug over de Senne bij den oorlog

                onbruikbaar gemaakt.

                Deze brug gaf aan onze gemeente rechtstreeks verbinding met Mechelen en nu

                moet men met gespan den omweg doen langs Hombeek

                Door oorlogsomstandigheden werd de Zennebrug verschillende malen vernield.

                Een eerste maal in 1914. Drie jaar lang moest men zich behelpen met een

                houten bruggetje.

                Bij laag water kon men er droogvoets over maar bij hoog water liep het

                bruggetje onder en dan werden de mensen “overgedragen”. De “Witte van

                Nagels”  (Louis Nagels, hij woonde op de Warande) deed dit voor een cent.

                (LG,blz.27)

     

                De gemeente heeft, in de mate harer geldmiddelen, enkel in het verkeer voor

                voetgangers over die brug kunnen voorzien, doch door de strooming bij hooge

                watertij is den doorgang over de brug altijd onmogelijk, ook veroorzaakt de

                overstrooming altijd schade en zijn herstellingen te doen.

                Op het grondgebied van Mechelen zijn de verbeteringswerken aan den weg in

                uitvoering op bevel der Duitsche overheid stop gezet geworden en dien weg blijft

                onbruikbaar.

                De bewoners van het gehucht “Warande” onder Mechelen, bebouwen een groot

                deel land op het grondgebied van Leest, en zijn bijna volkomen afgesloten, om

                hunne te bereiken zijn ze verplicht eenen omweg langs Heffen te maken met halve

                vrachten.

                Het benuttigen van den beerput der landbouwmaatschappij te Leest, overzijde der

                rivier, is onmogelijk te bereiken met beerschuiten tot bevoorrading, ten gevolge

                der brugbelemmering.

                Deze toestanden benadelen grotendeels de landbouw- en groenteteelten, de

                bijzondere voortbrengst der gemeente.

                De herstelling der brug in den zin  dergene van Heffen gedaan, zou veel bijdragen

                tot heropbeuring van de landen, die groot gebrek hebben aan voedingsstoffen.”

     





    23-02-2012 om 17:38 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 18/11-24/11 2024
  • 11/11-17/11 2024
  • 04/11-10/11 2024
  • 21/10-27/10 2024
  • 14/10-20/10 2024
  • 07/10-13/10 2024
  • 30/09-06/10 2024
  • 23/09-29/09 2024
  • 16/09-22/09 2024
  • 09/09-15/09 2024
  • 02/09-08/09 2024
  • 26/08-01/09 2024
  • 19/08-25/08 2024
  • 12/08-18/08 2024
  • 29/07-04/08 2024
  • 22/07-28/07 2024
  • 15/07-21/07 2024
  • 08/07-14/07 2024
  • 01/07-07/07 2024
  • 24/06-30/06 2024
  • 17/06-23/06 2024
  • 10/06-16/06 2024
  • 20/05-26/05 2024
  • 06/05-12/05 2024
  • 29/04-05/05 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 08/05-14/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 24/04-30/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 26/09-02/10 2022
  • 19/09-25/09 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 22/08-28/08 2022
  • 15/08-21/08 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 16/12-22/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!