Middelkerke en Westende: restaurants beoordeeld door experts in zomer 2016
Een woordje uitleg over het initiatief Tijdens het ganse zomerseizoen heb ik, zoals in 2013, 2014 en 2015, zowel in ‘Het Nieuwsblad’ (tot en met 29.8) als in ‘Het Laatste Nieuws’ (tot en met 20.8) de rubrieken gevolgd waarin bekende koks of andere culinaire specialisten elke week in de verschillende kustplaatsen hun oordeel gaven over één welbepaald zelfde gerecht in verschillende restaurants/tearooms/handelszaken. Er was geen enkel top- of veelgeroemd restaurant bij en het waren ook geen gastronomische menu’s die de revue passeerden. ‘Het Nieuwsblad’ kondigde zijn initiatief ‘De Grote test aan Zee’ opnieuw als volgt aan ‘Met een expert en veel honger’ trekken ze van kustgemeente naar kustgemeente om er de culinaire klassiekers te proeven en te beoordelen.' Volgens ‘Het Laatste Nieuws’ heette het dat redacteur Stefan Vanderstraeten en tweesterrenchef Luc Bellings de eetzaken aan een onverwachte smaaktest onderworpen, ‘vaak streng en scherp en beargumenteerd’. Zeven zaterdagen lang proefden zij in België en in Nederland een mix van nieuwe én heropgeviste kustklassiekers’.
De beoordelingen
Beoordeeld
Op 10
Prijs
Wachttijd (')
Samenvatting beoordeling
Scampi Da Vinci Koning Ridderdijk 27 (1)
7,5
16
22
Prijs-kwaliteit de beste
Rode huiswijn Het Lindehuys P. de Smet de Naeyerlln 4 (2)
6
3
-
Dit is bijna Glühwein, zo warm
Stoofvlees Friet (3)
-
-
-
Dame Blanche Bristol Zeedijk 64 (4)
Floris hk Distellaan-Arendlaan
7
4,5
6,5
6,7
-
-
Een Dame Blanche is geen magnum
Is dit de bakker van de kerk?
Kabeljauw in mousselinesaus met aardappeltjes (3)
_
_
_
Kinderspaghetti BaccaraMKoning Ridderdijk 30
7,5
7,5
8
Bij de Italiaan krijg je geen groentjes
Carpaccio van rund (3)
-
-
-
Slaatje geitenkaas (6)
-
-
-
Dame Blanche (3)
-
-
-
Hamburger (7) Barenzo Essex Scottishlaan
7,5
22
18
Dit is geen fastfood meer
Steak met béarnaise-en/of pepersaus en frietjes (3)
-
-
-
Kreeft (8)
-
-
-
Tomaat-garnaal (3)
-
-
-
Vegetarische schotel Focus Koning Ridderdik 44K
Veneziana Leopoldlaan 48 (9)
5,5
6
12
7
18
5
Een caloriebommetje
Een vegeariër besteldt dit niet
Mossel-friet (10)
-
-
-
Beoordeeld door (1) Sterrenchef Axel Colonna-Cesari van restaurant Centpourcent in Sint-Katelijne-Waver Het Nieuwsblad 2.7.2016 (2) Wijntester Alain Bloeykens (Het Nieuwsblad 9.7.2016) (3) Luc Bellings, tweesterrenchef van ‘Aan tafel bij Luc’ in Hasselt, in ‘Het Laatste Nieuws’ (altijd hij) (4) Dominique Persoone, Brugse topchocolatier (Het Nieuwsblad 16.7.2016) (5) Claudia Allemeersch + kinderjury Sam (8) en Lune (7) (HNB 23.7.2016) (6) Kaasmeester van Tricht (HNB 30.07.2016) (7) Bart De Pooter, de enige chef met twee restaurants in de Michelingids: ‘De Pastorale’ (**) en WY (*) (Het Nieuwsblad 6.8.2016) (8) Danny Horseele van ‘Royale’ sterrenrestaurant in Ghelamco Arena (Het Nieuwsblad van 13.8.2016) (9) Matthieu Beudaert, Kortrijkse sterrenchef van ‘Table d’Amis’ (Het Nieuwsblad 20.8.2016 ) 10) Stephane Buyens, ‘Le Fox’ De Panne 2 sterrenchef (Het Nieuwsblad 27.8.2016)
Waarom zo weinig testen in Middelkerke? Voor de eerste keer stel ik vast dat Middelkerke zo weinig aan bod komt bij de testen. In meer dan de helft van de bezoeken werd onze badplaats niet aangedaan. Moeten we daar iets achter zoeken? Weten ze dat ze hier minder welkom zijn? Dat kan toch nooit een algemene regel zijn! Zeer opvallend is het feit dat dat de hier zeer gevreesde (en gehate?) Luc Bellings dit jaar geen enkel restaurant bij ons bezocht. Ik heb er geen verklaring voor en ik heb de vraag niet willen stellen aan de redacteurs van beide kranten omdat ik denk dat ze een eventuele reden toch liever niet zouden bekendmaken.
Is dat een eerlijke en juiste beoordelingsmanier? Ik twijfel er geen ogenblik aan dat de sterrenchefs steeds rechtvaardig en zeker onbevooroordeeld hun mening neerschrijven. Gezien hun sterrenstatuut zijn ze daarvoor beter geschikt en bekwamer dan wie ook, zelfs als ze in hun eentje optreden. Ik weet het, men kan ze niet tot de nederigste bevolkingsgroep rekenen. Maar, wie zijn klanten goed bedient, krijgt lof en wie er met zijn klak naar gooit uit onbekwaamheid of uit winstbejag, wordt bij manier van spreken de grond ingeboord. Er valt toch niets te verdedigen als uw zaak met één van volgende uitspraken beoordeeld wordt!: "Nul smaak dus nul punten" "Dit is geen stoofvlees maar pap om kroketten te vullen" "Patatjes recht uit de microgolf, saus recht uit het ‘pakske' " "Zurige smak van spaghetti en sop in ons bord" "De sla zwemt in de vinaigrette, één grote pap, ze heeft een reddingsvest nodig." "Hou het bij pannenkoeken en ijsjes (i.p.v. hamburgers)" "Rund dat naar varken smaakt" "Oneetbare milkshake" "Meer fruitmand dan ijscoupe"
Ik kan best wel begrijpen dat deze kleurrijke en strenge taal niet in al te beste aarde kan vallen, maar het kan alleen maar een stimulans zijn om beter te doen. Worden ze ongenadig met de grond gelijk gemaakt? Is dat negativisme of sensatie? Is dat maar een momentopname? Gaat het om kritische oneliners? Moet er meer genuanceerd worden? Zo luidt namelijk de taal van de verdediging. Ziehier nogmaals de woorden van topchef Stéphane Buyens van tweesterrenrestaurant ‘Le Fox’ in De Panne, waarmee hij de afbrekers van de testen in 2014 van antwoord diende: “Ik kan mensen toch niet ergens naartoe sturen als het op niets trekt. Er zijn nu éénmaal veel nestbevuilers aan de kust: horecazaken die met een minimum aan investeringen een maximum aan geld uit de zakken willen kloppen. Die ga ik nooit verdedigen.” Natuurlijk kan ik hem enkel maar gelijk geven!!! Ziehier hoe de beoordelingen van de chefs in de krant verschenen
Voor Middelkerke
Voor Westende-bad
Voor Westende-dorp (spijtig genoeg ondertussen uitgebrand)
Besluit Geen enkele positieve uitschieter! Alweer niet! Wel drie 'halve' met 7,5 op 10. Ik blijf dat testen van onze ‘kustklassiekers’ een heel goed initiatief vinden. De’ chefs moeten volgens mij niet nuanceren. Daarnaast zijn er drie kampen. Het eerste is dat van de ‘zeer goede’ restaurants die een hoog cijfer kregen en daarmee reclame maken. Het tweede is dat van de uitbaters met een onvoldoende of die zelfs met de grond gelijkgemaakt worden (= met cijfer NUL). Die vinden dat natuurlijk onterecht en vinden dat de kranten hun initiatief stante pede moeten beëindigen. Het derde kamp is dat van de tolerante klanten of met de uitbaters verwante of bevriende klanten. Die sluiten zich min of meer aan bij het tweede kamp en vinden dat dit geen goed doet aan de beoordeelde eetgelegenheid en dat de testers te streng of zelfs oneerlijk geweest zijn. Ik heb zelfs iemand gehoord die beweerde dat de sterrenchefs in de ‘goede’ restaurants wel wat onder tafel toegestopt kregen. Laten we eerlijk blijven en hopen dat alle kustrestaurants door die test een positieve injectie krijgen.
Bronnen Het Nieuwsblad elke zomerzaterdag van 2 juli tot 29 augustus 2016, verzameld door Chris Snick, foto’s door Kurt Desplenter Het Laatste Nieuws redacteur Stefan Vanderstraeten en tweesterrenchef Luc Bellings, zeven zomerzaterdagen vanaf 9 juli tot 20.8.2016
Verkeerd of te lang parkeren, een ernstig vergrijp In deze tijd zal er zeker wel geen enkele verkeersregel bestaan die zo streng gecontroleerd wordt als die voor het parkeren? Je mag rustig met de fiets aan de verkeerde kant van de weg rijden, niemand maakt zich daar nog zorgen over. Je mag gerust doen alsof het geven van voorrang aan wie van rechts komt, niet meer van deze tijd is, dat maakt niets uit. Steek je de pinker niet uit als je een rond punt wil verlaten, dan tilt daar nauwelijks iemand zwaar aan. En zo zou ik nog een tijdje kunnen doorgaan! Maar parkeren!! Natuurlijk mag men niet toelaten dat men parkeert op fietspaden of voor de inrit van eigendommen. Natuurlijk zijn er plaatsen waar het parkeren gereglementeerd moet zijn om geen chaos te creëren. Dat is zeker het geval in de schoolomgevingen, soms in straten rond de wekelijkse markten, misschien in winkelstraten, aan bankautomaten, aan nachtwinkels of aan postkantoren. Het ‘beboeten’ (of een retributie aan zijn/haar been lappen) van een parkeerovertreder is tegenwoordig ‘onpersoonlijk’. Het wordt meestal niet meer gedaan door politiebeambten; maar door ‘parkeerwachters’ (en straks misschien zelfs door robotten?). Degene die een retributie uitdeelt, neemt een foto en komt dus niet oog in oog te staan met het slachtoffer, want daar wordt hij/zij liever niet mee geconfronteerd. Misschien is er wel nog wat concurrentie van de snelheidscontrole, maar aangezien de meeste flitspalen toch niet bemand zijn, kan ook die verkeersregel het niet halen tegen het parkeren. O wee, wie 5 minuten te lang blijft staan of ‘vergeet’ een ticket aan te schaffen! Haal maar je portefeuille boven!! Zijn dat misschien regels die het verkeer veiliger maken? Maar neen … maar de controle brengt geld op en dat is toch de hoofdzaak!
De parkeermeter is dus een nuttig instrument voor de overheid, maar … Een paar weken geleden maakte ik er drie keer gebruik van of zag ik er gebruik van maken. In één geval schudde iemand moedeloos met het hoofd om daarna gewoon weg te gaan met ‘ik probeer niet meer, want ik zal het toch nooit kunnen’. In een tweede geval hoorde ik zoiets van ‘god….’ wat erg goed op ‘potverblomme’ geleek. In een derde geval ben ik er na zeer aandachtig alles te lezen, toch in geslaagd een ticket te voorschijn te toveren… ook al was het maar om een half uur gratis te parkeren. Ja, het lijdt geen twijfel: vooral oudere en ongeduldige mensen hebben in Middelkerke (en elders ook zeker?) heel wat last om een betalingsbewijs uit dat ‘machien’ te halen om ‘boetevrij’ te kunnen parkeren.
Ik dacht … misschien bestaat daarvoor wel een duidelijke handleiding!! Gedisciplineerd als ik ben, stelde ik die vraag, naar voorschrift, aan de secretaris van de gemeente en 'graag met figuren ... en natuurlijk in het kader van openbaarheid van bestuur'. In een razendsnel antwoord (bedankt!) liet die mij echter weten dat de gemeente daarover niet beschikt. Ze verwezen mij naar de website van Parkeon, de fabrikant.: www.parkeon.be/nl/products_taxonomies/on-street-parkeren/ Ik wacht nog steeds op een antwoord! Ik vroeg dan nog maar eens aan het gemeentelijk parkeerbedrijf of ze mij geen uitleg konden bezorgen over hoe men bij ons kan parkeren met munten of bankkaart. Spijtig genoeg ook geen antwoord!! Maar ja, het was niet in het kader van de openbaarheid van bestuur!! Ik moest dus maar mijn toevlucht nemen tot zelf foto’s maken tijdens de uitvoering van de operatie. Er is één type dat momenteel gebruikt wordt en dat is de ‘Strada T-Pal’. Werkt op zonne-energie. Ik las op internet dat steeds meer steden hetzelfde type gebruiken. Gelukkig maar! Ziehier een foto van zo’n toestel op de Koning Ridderdijk, ter hoogte van Sint-Laurentius.
Ik weet natuurlijk wel dat hetgeen nu volgt geen boeiende lectuur is, maar zoals de scouts het destijds elke dag moesten doen, wil ik ook eens een ‘goede daad’ verrichten en misschien/hopelijk hebben jullie er toch iets aan.
Hoe ga je te werk? Of hoe betaal je? Er zijn verschillende mogelijkheden. We moeten een onderscheid maken tussen betalen met of zonder gebruik van de betaalautomaat.
ZONDER gebruik te maken van de automaat
Parkeren met ‘Parkmobile’ De fabrikant vindt dat wel ‘snel, veilig en eenvoudig’! Jullie vinden de te volgens werkwijze op de zijkant van de meter.
Via App Jullie kunnen de nodige app downloaden op http://www.parkmobile.nl/nieuws/windows_app_nieuw_inloggen_en_beheer_gegevenshttp://www.parkmobile.nl/nieuws/windows_app_nieuw_inloggen_en_beheer_gegevens De eerste keer dat je de Parkmobile App start, moet je eenmalig inloggen. De Parkmobile App is beschikbaar voor iPhone, Android en Windows. De volgende keer dat je de App start wordt je automatisch ingelogd. Ik onthoud me ervan om daarover meer uitleg te geven. Ik wil de meestal ervaren en handige gebruikers van smartphones namelijk niet beledigen.
1. Parkeeractie starten Zodra je bent ingelogd in de App toont Parkmobile je een suggestie voor de parkeerzone op basis van jouw GPS locatie. In Middelkerke zijn er 6 verschillende parkeerzones. Je controleert en bevestigt de parkeerzone (bijvoorbeeld in de Kerkstraat = MID 1) en drukt ‘start’. De parkeeractie is gestart zodra de teller begint te lopen. MID 1 = Kerkstraat Leopoldlaan of m.a.w. de straten van Middelkerke waar betalend parkeren van kracht is MID 2: Arendlaan, Meeuwenlaan, Distellaan Incl hoek Priorijlaan + Portiekenlaan, parking vóór toerismebureau MID 3: tussen Henri Jasparlaan – Flandrialaan – Herfstlaan – Franselaan en parking vóór Lac-aux-Dames MID 4: Koning Ridderdijk Personenwagens MID 5: Koning Ridderdijk Caravans De parkeercontroleur ziet aan de hand van jouw nummerplaat of je betaald geparkeerd staat met Parkmobile. 2. Parkeeractie stoppen Bij terugkomst bij jouw auto open je de App. Je ziet jouw lopende parkeeractie en je drukt op ‘stop’. Daardoor verplaats je de parkeeractie naar de geschiedenis en is jouw parkeeractie gestopt. 3. Factuur Aan het eind van de maand rekent Parkmobile de gemaakte kosten af via automatische bankdomiciliëring of creditcard.
Wachtwoord vergeten? SMS 'pm[spatie]login' naar 4810 en je ontvangt direct jouw inloggegevens per sms.
Via SMS Ook hier vinden jullie een uitleg op de zijkant van de meter. 1. Parkeeractie starten De parkeerzone vindt je op de parkeerautomaat en/of het zonebord. Sms ‘[parkeerzone][spatie][nummerplaat]’ naar 4810 om jouw parkeeractie te starten. Bijvoorbeeld ‘MID1 1abc123’. *
De parkeercontroleur ziet aan de hand van jouw nummerplaat of je betaald geparkeerd staat met Parkmobile. Heb je zowel een privé als een zakelijk account? Eindig jouw bericht met #P voor het starten van een privé parkeeractie. Gebruik #Z voor een zakelijke parkeeractie. Bijv. ‘ANT1 1abc123 #P’. 2. Parkeeractie stoppen Als je de parkeeractie wilt stoppen stuur dan ‘Q’ naar 4810.* Heb je zowel een privé als een zakelijk account? Eindig jouw bericht met #P voor het stoppen van een privé parkeeractie. Gebruik #Z voor een zakelijke parkeeractie. Bijv. ‘Q #P’. 3. Factuur Aan het eind van de maand rekent Parkmobile de gemaakte kosten af via automatische bankdomiciliëring of creditcard.
Betalen (of NIET betalen) MET gebruik van de automaat Bovenaan de automaat kan je in alle zones lezen: - hoe je moet starten - dat je de parkeerkaart moet zetten als het toestel defect is - dat gehandicapten en motorrijders niet vrijgesteld zijn van betaling. De vierde rubriek is verschillend. Die geeft aan wanneer men op een bepaalde locatie moet betalen. Jullie zien hieronder de richtlijnen voor de zones 1 – 3 (bovenaan) en voor de zones 4-5 (Koning Ridderdijk – onderaan):
GRATIS parkeren Op de dijk van Westende-dorp bijvoorbeeld, moet gedurende de minder drukke periodes van het jaar (van 1 september tot 30 juni) niet betaald worden. Wie dat niet weet en toch plichtbewust de parkeermeter start (door op ‘Start te drukken!) krijgt een vriendelijk bericht ‘Periode vrij parkeren’.
Algemeen 1. Regelmatig verschijnen schermen met de tekst ‘Een moment geduld aub’ 2. Na het kiezen van een wijze van betalen (gratis 30 minuten, uurtarief, dagticket, mobilhomes) verschijnt je keuze op het scherm (‘Tarief 1, 2, 3 of 4") 3. Als je een procedure onderbreekt of te lang aarzelt om een keuze te maken, krijg je ‘Gestopt niet betaald’
30 minuten GRATIS parkeren In de betaalperiodes, zijn in Middelkerke de eerste 30 minuten van de parkeertijd gratis. Dat betekent niet dat er geen ticket aan de voorruit moet geplaatst worden. Dat kan als volgt uit de parkeermeter gehaald worden: Druk op ‘start’.
Je krijgt een scherm waar je de optie ‘Gratis ticket 30 minuten’ kunt kiezen.
Kies eventueel de taal die je wenst te gebruiken: NEDERLANDS FRANS ENGELS DUITS.
Druk op 3 voor alle zones personenwagens. Je krijgt het bericht dat je het plaatnummer van je voertuig moet invoeren.
Voer dat nummer in met het toetsenbord.
Om te corrigeren, ga 1 karakter terug met de oranje pijl naar links. Om te annuleren, druk op de rode knop.; doe je dat niet, dan krijg je het bericht: ‘GROEN’ valideren. Na een bericht ‘Bezig met controle parkeeraanvraag’ en de klassieke vraag om geduld krijg je het bericht ‘Gratis tijd op uw rekening: 30 minuten’
Zoals aangegeven wordt een gratis ticket afgedrukt door op de groene knop te drukken. Daarop staat de nummerplaat afgedrukt. Na ‘Een moment geduld aub’ krijg je volgend bericht: ‘Printen in werking’ en daarna:
De procedure als er echt moet betaald worden voor langer parkeren Laten we even proberen een ticket voor langdurig parkeren (> 30 Min) uit de automaat te halen in de zones 1-3
Betalen met bankkaart of met munten Als je langer wenst te blijven staan dan 30 minuten, dan druk je ook eerst op ‘Start’ om het bericht ‘Een moment geduld aub’ te ontvangen en daarna onderstaand scherm te zien verschijnen. Zoals daarop te zien is, moet je op het toetsenbord op 1 drukken (voor alle zones personenwagens) . Voor de mobilhome: druk op 4.
Je krijgt nu de keuze van betaalmiddel
Betalen met munten Je krijgt dan volgend scherm: eerst zonder bedrag. De tarieven staan rechts: 45 Min = 0,75 e, 1 uur = 1,00 e, 1u15 = 1,25 e, 1u30 = 1,50 e, 1u45 = 1,75 e, 2 u = 2,00 e Naarmate je meer munten invoert, verschijnt het ingevoerd bedrag tot een maximum van 2 euro. Onderaan staat “OK Druk op groene knop’
Betalen met betaalkaart Het vermeldt ook de betaalkaarten die je kunt gebruiken: Bancontact , Visa of Maestro Zodra de kaart ingevoerd is, verschijnt weer bovenstaand scherm, maar deze keer staat als betaald bedrag 0,60 euro. Je krijgt dan het volgend scherm dat je vraagt de tijd te selecteren gedurende dewelke je wenst te parkeren.
Je kan het bedrag en dus de tijd verhogen met de knop + (en eventueel verlagen met -) op het toetsenbord. De tijd verspringt telkens met 15’ en het bedrag met 25 eurocent. Druk dan op de groene toets om die keuze te bevestigen.
Je krijgt het bericht: ‘U heeft betaald Neem kaart terug’ Als je daarop niet onmiddellijk reageert of het gewoon vergeet, dan word je daaraan herinnerd met het bericht
Bericht: ‘Printen in werking’ Bericht ‘Ticket uitnemen’
Werkwijze voor ‘Dagticket’ en voor ‘Mobilhomes’ Het is voordelig een dagticket, van 9 tot 19 uur, te nemen voor de prijs van 5 euro. Dat geldt enkel voor personenwagens. Druk op het toetsenbord op 2. Je krijgt dan zoals voor tarief 1 het bericht ‘Betalen met munten of kaart’. Het bedrag ligt vast. Je hoeft dus buiten de munten of je betaalkaart niets in te voeren. De procedure verloopt op gelijkaardige wijze. Hetzelfde geldt voor de mobilhomes op de Koning Ridderdijk na een druk op 4 op het toetsenbord. De prijs daarvoor bedraagt 8 euro per halve dag en 15 euro voor de ganse dag.
Besluit Ik hoop dat ik met dit artikel heb mogen bijdragen tot het vermijden van een retributie. Vergeten jullie immers niet dat wie geen ticket aan de voorruit van de auto heeft, 15 euro per halve dag betaalt, zijnde van 9 – 14 uur en nogmaals van 14 tot 19 uur.
Het samenstellen van dit artikel en de testen die ik daarvoor uitvoerde hebben mij veel werk gekost. Ik kreeg hiervoor absoluut geen medewerking, noch van de gemeente, noch van de firma ‘Parkeon’. Tegen mijn gewoonte in, want al mijn teksten en foto’s mogen vrij gebruikt worden, wens ik dan ook dat diegene die deze tekst eventueel in een brochure wenst te gieten, dit slechts doet met mijn toelating.
Mijn excuses voor de soms mindere kwaliteit van de foto’s!
Heeft Middelkerke met ‘Olnetop’ wel een origineel uniek modern kunstwerk van Ervinck gekocht?
Het zou een bevraging kunnen zijn met als eerste vraag: welk kunstwerk vinden jullie het mooiste?
Een tweede vraag zou kunnen zijn: waar bevinden zich deze kunstwerken? Ik neem aan dat jullie weten dat het linkse, OLNETOP, in het Middelkerks beeldenpark in de duinen nabij de 'Belle Vue’ staat. Het tweede, TSENABO, hangt in de inkomhal van het Sint-Andriesziekenhuis in Tielt en het rechtse, EGNABO, staat in één van de binnentuinen van het woon- en verzorgingscentrum ‘Yserheem’ in Diksmuide. Jullie zien hierna hoe ze eruitzien op hun huidige standplaats:
De derde vraag zou kunnen luiden: wie is de kunstenaar van de drie werken? Dat is dezelfde: Nick Ervinck! De vierde en laatste vraag is zeker belangrijk en uiteraard niet zo eenvoudig te beantwoorden: wat stellen de drie werken eigenlijk voor? Het zijn moderne kunstwerken en die zijn gekenmerkt door de drang om te experimenteren en het scheppen van een grotere afstand tussen het kunstwerk en de zichtbare werkelijkheid, bijvoorbeeld door een verregaande abstractie of de nadruk op het kunstwerk als idee. De kunstenaar, al dan niet in opdracht, wil weliswaar betekenis geven aan zijn werk maar men kan de vraag stellen of de toerist of de bezoekers van hospitaal en woonzorgcentrum daarmee wel bereikt worden. Zelfs de kenners van moderne kunst zullen het wel moeilijk hebben om de bedoeling van de maker terug te vinden in zijn schepping. En de gewone sterveling dus zeker! Om de knoop door te hakken beweren sommige dan maar dat iedereen in zo’n modern kunstwerk iets anders kan/mag zien. Over ‘OLNETOP’ zegt Ervinck zelf: “Het heeft iets monsterlijk. Het werk laat zich niet echt in één woord omschrijven, maar het is geïnspireerd op de natuur en techniek." Sommige mensen van goede wil zien de kracht van de zee en het schuimende water in het werk. TSENABO is een beeldhouwwerk dat letterlijk en figuurlijk zijn wortels heeft in het hospitaal. Het werk is specifiek voor zijn standplaats en elke tentakel of vangarm heeft een betekenis. De kunstenaar liet zich hiervoor inspireren door de afdeling neurologie van het hospitaal die gelegen is aan dezelfde zijde van het gebouw als de inkom. Mogen we dan veronderstellen dat tsenabo een hersenmassa voorstelt? EGNABO, een anagram van verschillende woorden die de kunstenaar inspireerden, werd op 11 november 2011 ingehuldigd door wijlen Jan Hoet. Deze erkende dat kunstwerken ook voor hem soms een groot raadsel inhouden. Maar hij vond dat ze zorgen voor emoties en voor ruimte. Wie zo’n modern kunstwerk bekijkt, kan wel onder de indruk zijn, van de grillige vormen of vertakkende structuur. Zelfs zonder de hele context te kennen, kan men het wel mooi vinden. Bij Ervinck dragen het glanzend materiaal en de gele expressieve kleur zeker bij tot de poging om de bezoeker te fascineren en te intrigeren.
Kan men hier nog wel spreken van originaliteit? De werken vertonen enkele gemeenschappelijke kenmerken: De buitensculptuur is volledig digitaal ontworpen maar werd niettemin ‘ambachtelijk’ uit polyester vervaardigd. De structuur lijkt het resultaat van een spontaan, natuurlijk erosieproces - zoals zeewater rotsen kan uithollen. De gaten creëren een nieuwe dimensie. Dat is niet mijn mening, maar die van kenners! Zeer veel sculpturen van Ervinck zijn glanzend en geel van kleur. In het geval van Olnetop, Tsenabo en Egnabo kan men bovendien zeggen dat ze erg op elkaar gelijken. Men kan zich de vraag stellen of het creëren van kunstwerken die zo op elkaar gelijken, bijna alle glanzend en geelgekleurd, niet een beetje gelijkt op ‘massaproductie’ Men zou haast zeggen dat ze van plaats kunnen wisselen. Mag Middelkerke nu nog fier zijn op dat werk van Ervinck? Dat het uniek is, is niet zo vanzelfsprekend!! Of maakt dat ook deel uit van de ‘moderne kunst’? Ik vind toch dat daarmee niet mag overdreven worden!
Middelkerke heeft voor ‘Olnetop’ 80.000 euro betaald. Vraagt Ervinck voor elk werk een gelijkaardig bedrag? Dat brengt goed op, zou ik zeggen. Natuurlijk moest de kunstenaar daarvan nog de firma of de medewerker betalen die het kunstwerk vervaardigt aan de hand van zijn digitaal ontwerp.
Survivalparcours, zonder vergunning, is verhuisd naar Wenduine
Op 10.8.2015 lanceerde ik op deze blog in de map ‘Gemeentebestuur’ het artikel ‘Middelkerke: recreatie in landbouwzone’. Na mijn bezoek aan de nieuwste ontspanningsmogelijkheid voor kinderen was ik vol lof over het doolhof doorheen een maïsveld, over het touwenparcours, over de aanvullende attracties waaronder twee springkastelen, een speeltuin, een zandbak, een speleobox en een voetbalveldje. Uiteraard was er ook een zelfbedieningsbar waar drankjes, wafels , hotdog, pizza…. aan niet overdreven hoge prijzen konden gekocht worden. Bijkomende troeven waren tevens de grote parking en de uitstekende toegankelijkheid via drie toegangswegen.
Het zag er dus allemaal veelbelovend uit, maar … ik spaarde ook mijn kritiek niet omdat een recreatiepark op landbouwgrond mij zonevreemd voorkwam. Bij nader nazicht kwam ik tot de vaststelling dat daar het gewestplan Oostende-Middenkust van kracht was en dat de gebruikte percelen volgens dat plan bleken te liggen in agrarisch gebied ‘met landschappelijke waarde’.
Hoe zat dat eigenlijk met die vergunning? In november 2014 kreeg de uitbater VOF Intense Activities van het schepencollege een principieel akkoord. In januari 2015 stond er al publiciteit in het Middelkerks toeristisch programmaboekje. In mei-juni werd de bouw gedoogd. De verantwoordelijke schepen Dewulf trad niet op. Op 26 juni 2015 (of 10 juli zelfs, al naargelang de bron) wordt een bouwaanvraag ingediend … als het parcours er al staat en uitgebaat wordt. Op 11 augustus keurt het schepencollege de bouw goed, niettegenstaande een ongunstig verslag van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 10 augustus. De gemeente reikt dan ook een vergunning uit, maar wel één ‘met voorwaarden’. Aangezien het park in landbouwzone lag, mocht de constructie slechts 3 maanden blijven staan. Ze moest dus elk jaar in september afgebroken worden en in juni weer opgebouwd worden. Dat kwam weliswaar overeen met de bloeitijd van maïs. De hoogte van het gewas moet namelijk voldoende zijn, anders verdwaalt er niemand in het doolhof. De maïs wordt normaal begin mei gezaaid. En eind september wordt ze geoogst.
Maar … het is uiteraard ondenkbaar dat de organisatoren elk jaar dat reusachtig werk van afbraak en heropbouw van het touwenparcours zouden uitvoeren. Dat zou de uitbating zeker onrendabel maken!
Jullie weten misschien ook nog dat het in de bedoeling ligt van optimisten dat er ooit nog een verbinding zou komen vanaf de snelweg naar het rondpunt aan de Westendelaan. Tussen haakjes, eigenlijk zou dat rondpunt dan pas zinvol worden. De uitgereikte vergunning was 4 (of 5?) jaar geldig. Indien die verbinding snelweg – rondpunt er vroeger zou komen, zou de vergunning opgeschort worden.
De gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar ging in beroep tegen het uitreiken van de vergunning omdat het geen landbouwgebonden activiteit was. De aanvragers van die vergunning gingen ook zelf in beroep en dat om twee redenen: jaarlijks moeten afbreken en de duur van de vergunning. De deputatie vernietigde daarop de vergunning. Dit jaar dienden de eigenaars/uitbaters een nieuwe aanvraag in, maar die werd geweigerd door de gemeente. Op 18 september 2015 legde De Kegel X-treme klacht neer tegen het project bij de Bestendige Deputatie. Het rapport van de Provinciale Stedenbouwkundige ambtenaar van 20 november was vernietigend. De afbraak werd bevolen, maar niet zonder dat eerst nog gepoogd werd om het op een akkoordje te gooien met de OVLD Deputé van Ruimtelijke ordening.
Verhuizen dus maar… De firma Intense Activities heeft natuurlijk stevig geïnvesteerd in het Middelkerkse park. Dat ze ijverig op zoek ging naar een andere locatie, is haast vanzelfsprekend. Die heeft ze dus nu schijnbaar gevonden in Wenduine, op de site ‘Ter Zee’ in de Ringlaan.
Waarom dan niet op een andere locatie? Omdat hij voorstander was van dat hoogteparcours (waarom niet trouwens want dat zou zeker een aanwinst geweest zijn voor Middelkerke) stelde JM Dedecker voor het park te plaatsen aan de Calidris (sportstrand) of in het sportpark van de krokodille. Hij is van mening dat deze mooie attractie naar Wenduine verhuisd is ‘door de onkunde en de leugens van onze plaatselijke bewindvoerders‘. Hij beweert dat de uitbater bedrogen werd door de valse beloftes van de burgemeester en van schepen Liliane Dewulf.
Besluit Missen is menselijk, natuurlijk, maar om tot zo’n toestand te komen, moeten de blunders zich wel opstapelen. Aan dit project hangt een reukje. Waarom trad de gemeente niet vroeger en kordater op alhoewel ze volgens welingelichte bron op de hoogte moeten geweest zijn dat er gebouwd en geïnstalleerd werd zonder vergunning? Waarom werd de vergunningsaanvraag pas op 10 juli 2015 ingediend? Wist de gemeente dan niet wat de gemeentelijke en gewestelijke ambtenaar van stedenbouw wel wisten? Of wisten ze het weer beter? Of trokken ze er zich niets van aan? Waarom hebben de parcoursbouwers zich niet eerder en beter geïnformeerd? Of waren ze zo zeker dat ze die vergunning wel zouden krijgen?
Aanpassing op 9.8.2016 Aan het Progressief Kartel vroeg ik ook, maar wat laat, hun mening over het verdwijnen van het maïsdoolhof. Na zijn terugkeer uit verlof, antwoordde Geert Verdonck mij het volgende: “Dit is een spijtige zaak voor onze gemeente. het aanbod aan all-weather attracties in Middelkerke is immers al genen vetten. Bij mijn weten was er geen probleem ivm de vergunning voor het maïsdoolhof (bestaat al jaren), omdat het over een niet permanente activiteit ging die in de winter werd afgebroken. Wat de vergunning voor het hindernisparcours betreft, dat is/was een ander paar mouwen. Het betreft een recreatieve activiteit zonder link met de landbouw, in landbouwgebied. Zelfs als tijdelijke wegneembare constructie was een vergunning krijgen al twijfelachtig. De uitbaters waren hiervan ook op de hoogte, en hebben daarom contact opgenomen met het schepencollege en de burgemeester. Volgens hen heeft de burgemeester hen toen verzekerd dat alles in orde zou komen (lees ‘geregeld worden’), iets wat de burgemeester overigens ontkent. Blijkbaar is er ook een klacht gekomen van een uitbater van een andere all-weather attractie in de buurt, met het gekende gevolg: de uitbating van het hindernissenparcours werd verboden. Persoonlijk denk ik dat het college de aanvrager beter objectief had ingelicht over de risico’s (wat de stedenbouwkundige ambtenaar wél heeft gedaan) en men had hen beter een alternatieve locatie voorgesteld, in het sportpark bijvoorbeeld, dan gebeurt daar ook nog eens wat. Als ik vaststel dat de gemeente het Dinopark financieel steunt (via reclame op de tram en reclame op het rond punt bij de Brico), dan had men de mensen van het hindernissenparcours ook een duwtje in de rug kunnen geven door hen tijdelijk het sportpark te laten gebruiken als alternatieve locatie.”
Westende: Is dit de start van een heropleving van het ‘Zon en Zee’ domein?
Eerst was men van plan het aloude vakantiedomein Duinenzicht, het vroegere ‘Ons Rustoord’, te slopen zoals ook gebeurd was met de paviljoenen en het oudste gedeelte van ‘Zon en Zee’. Nadat de gebouwen vier jaar leeg gestaan hebben, heeft projectontwikkelaar Twin Properties met een investering van 10 miljoen euro het roer totaal omgegooid en 109 nieuwe vakantielogies gecreëerd, die uitgebaat worden door dochtervennootschap ‘Holiday Suites’.
Een zeer korte geschiedenis van het gebouw Duinenzicht in de Vakantiestraat is een begrip in Westende, maar dan onder een andere naam. Op 8 november 1932 vond de Christelijke Mutualiteit dat iedereen de kans moest krijgen om op een betaalbare manier vakantie te nemen, Zowel volwassenen als kinderen moesten van een luchtkuur kunnen genieten. Met dat doel werd ‘Ons Rustoord’ opgericht. Het centrum kende veel bloeiende jaren maar op het einde van de jaren ‘70 kwamen steeds minder kinderen naar het home en in 1980 werd het opgenomen in het gezinsvakantiecomplex van het Algemeen Christelijk Werknemersverbond (ACW): ‘Zon en Zee’. Toen brak de glorietijd aan voor het centrum maar ook voor Westende-dorp.
‘Duinenzicht’ en ‘Formatio’ Einde 2000 werd ‘Zon en Zee’ echter weer gesplitst. Er werd een omheining geplaatst op de grens met het vroegere ‘Ons Rustoord’ dat nu eigendom werd van de grootste politievakbond van het land, de NSVP (Nationaal Syndicaat van het Politie- en Veiligheidspersoneel) en de militaire vakbond ACMP, Algemene Centrale van het Militair Personeel. De bouwheer NV Formatio had volle vertrouwen in een nieuwe en bloeiende toekomst. Daarom werd op geen miljoen euro gekeken. Enerzijds bestond het nu uit een vakantiecentrum en anderzijds uit een internationaal congres- en vormingscentrum voor seminaries, congressen, productvoorstellingen, feesten,... met alle denkbare voorzieningen (auditorium, cabines voor simultaanvertaling en vergaderzalen met een capaciteit tot 200 personen. Alle bestaande gebouwen werden vernieuwd, met nieuwe ramen en de graspleinen werden heraangelegd. Er kwam een restaurant voor 180 personen. Helaas werd dat alles een flop van jewelste. En een ongehoorde geldverspilling. Het zal wel voor een gedeelte te wijten geweest zijn aan het beheer of aan de hoogheidswaanzin van de directie. Misschien zaten de buren (het asielcentrum in ‘Zon en Zee’) er ook wel voor iets tussen maar er kwam maar geen schot in het groots opgevat project. Het terrein met tennisvelden bleef ongebruikt en zelfs verwaarloosd en er werd zelfs een nieuw gebouw opgericht, een zogenoemd clubhuis dat nooit afgewerkt geraakte, totaal verkommerde en tenslotte moest afgebroken worden. Op de openingsplechtigheid noemde burgemeester Landuyt het centrum nochtans ‘de Renaissance van Westende-dorp’. Michel is nooit bang geweest van grote woorden en spijtig genoeg is zijn voorspelling alweer eens niet bewaarheid geworden.
Wie hierover nog meer wil lezen: ik heb op dat onderwerp al een toetsenbord versleten met volgende artikels, die jullie terugvinden in de map ‘Zon en Zee’:
2003 Nieuwe dreun voor Westende-dorp? 23-11-2007 Help, na ‘Zon en Zee’ wordt ook ‘Duinenzicht’ verkocht 12-06-2011 Hoogheidwaanzin, slecht beheer en verspilling doen een mooi project ineenstuiken 30-6-2014 Heeft een nieuw (sociaal?) centrum in Westende dan toch nog een toekomst?
Wat gebeurde er met het gebouw? Het markante hoofdgebouw werd volledig gestript. Het onthaal onderging een complete make-over en er werd rekening gehouden met de nieuwe eisen inzake akoestiek en isolatie. Het vijf hectaren groot domein zal ook een speelplein hebben en er komt voldoende parkeergelegenheid. Het gebouw werd tevens geoptimaliseerd, de buitengang werd getransformeerd naar een centrale middengang. De ontwikkelaars wilden het domein zijn oude glorie teruggeven met respect voor de bestaande architectuur. Ziehier vier foto's van het nieuw vooraanzicht en twee van de achterzijde. Mooi gedaan, zou ik zeggen!
Alles werd blijkbaar in het werk gesteld om klaar te zijn tegen het bouwverlof/zomerseizoen. Dat alles nog niet piekfijn in orde kon zijn, dat is wel begrijpelijk, maar was het dan zo veel werk meer om de omgeving wat op te ruimen?
En blij dat de burgemeester alweer is! Burgemeester Janna Rommel-Opstaele (Open Vld) is tevreden met de gang van zaken. "Een kustgemeente heeft nooit genoeg vakantiewoningen en dit project betekent zeker een meerwaarde voor Westende. Het aantrekken van jonge gezinnen als tweede verblijvers is heel belangrijk voor ons", besluit de burgemeester.
Besluit Ik had jullie graag wat meer verteld over het nieuw gebouw. Daarom vroeg ik aan Twin Properties of ik eens een bezoek mocht brengen met de bedoeling er daarna iets over te schrijven. Spijtig genoeg was ik geen antwoordje waard. Ze hadden toch niets te verbergen, zeker? Of hebben ze een vorig artikel van me over hun project gelezen? Of zijn alleen de bezoekers welkom die 100.000 euro op zak hebben?
Wisten jullie dit reeds? Of hebben jullie dit zelf ooit al eens meegemaakt?
Verkeerslichten! Goed, maar toch maar beter goed oppassen! Wie voor een rood verkeerslicht komt, moet stoppen en bij groen mag je doorrijden. Een waarheid als een koe! En dat deed ik dus ook, komende van Middelkerke, in Westende-bad, op het kruispunt Henri Jasparlaan – Badenlaan - Arendlaan. Toen heb ik even verschoten, want je ziet dat toch niet elke dag: er kwam vlak voor mijn neus een auto uit de Badenlaan gereden! Het was wel niet de eerste keer dat chauffeurs zich onwennig voelen op dat kruispunt. Voor wie uit de Badenlaan of uit de Arendlaan komt, is er namelijk geen verkeerslicht maar staat een ‘Stop – bord B5’. Die kerel moest dus stoppen! Wie dat niet doet is verstrooid of dom, in elk geval verkeerd. Het dient gezegd dat wanneer er niemand op de Henri Jasparlaan uit de richting Westende-dorp gereden komt, is de verleiding groot om wel even te stoppen, maar dan toch maar door te rijden. Zo’n verkeerssituatie is toch wel ongewoon en gevaarlijk! Waarom moet dat? Wie doet er iets aan? Of vindt men dat daarmee niets verkeerd is?
Ziehier het overzicht van dat kruispunt
Tram met tekst ‘Op het strand hoort enkel zand’ Zelfs al heeft ze er geen benul van waar het verzadigingspunt ergens ligt (wie wel?), beleeft de burgemeester van Middelkerke naar het schijnt mooie dromen waarin steeds meer toeristen in massa de weg naar Middelkerke inslaan. Ze voert er zelfs campagnes voor in de centrumsteden. Zij en haar schepen van toerisme, vinden dat daarin nooit genoeg kan geïnvesteerd worden. Immobiliënkantoren moeten volgens hen, om ter snelst en om ter meest, nieuwe appartementen bouwen. Er kunnen geen Beaufort’s genoeg georganiseerd worden om kunstwerken aan te kopen die de toeristen (en sommige inwoners ook weliswaar) kunnen bewonderen. Middelkerke moet één groot stripdorp worden omdat ze weten dat de toeristen toch zo houden van stripfestivals, striprommelmarkten, stripbeelden en straks ook stripgevels. Dat de wegen en de parkings hun maximum capaciteit beginnen te benaderen (of al bereikt hebben?), dat moet iedereen er maar bijnemen. Die toeristen, vooral dan de tweedeverblijvers brengen immers zaad in het bakje. De kusttram wordt beschilderd om het strip-paradepaardje te bewieroken. Dat is niet goedkoop, maar nu haalt dat toch wel de wind uit de zeilen van Janna en Michel, zeker!. Op zondag 10 juli 2016 zag ik namelijk een tram voorbijrijden die beschilderd was met een ongelooflijke leuze. Zie hieronder wat ik bedoel.
Spijtig genoeg moest ik al te rap een foto nemen en er stond zo veel volk voor de tram, dat ik de volledige leuze miste. Ik vroeg daarom of ‘De Lijn’ mij soms geen foto wilde opsturen en ja, dat gebeurde. Bedankt daarvoor!
'Op het strand hoort alleen zand!'
Je zou je misschien kunnen afvragen of de toeristen dan nog wel welkom zijn op het strand en … dat is uiteraard nog het geval.
Voor wie daar mocht aan twijfelen: ik weet natuurlijk dat dit deel uitmaakt van een campagne tegen zwerfvuil op het strand!
Enkele vaststellingen/berichten/mededelingen
Wijziging aan mountainbikeroute Op de nieuwe mountainbikeroute werd nog maar pas het glas geheven of de omloop werd al gewijzigd. Het is juist dat die maar bitter weinig weg heeft van een echte MTB – route, wegens te veel verharde weg. Nu stelde ik vast dat bijkomend ook de duinen tussen de Doornstraat en de Grossettilaan over een 150 meter doorkruist worden vanaf de Essex Scottishlaan tot aan de Doornstraat om dan via die straat terug te keren naar de vroegere route via de Bassevillestraat. En nu had ik altijd gedacht dat aan dat deel van de duinen niet mocht geraakt worden!
Vier strandbars, toen waren ze nog met twee en half!! Op 16.3.2015 heb ik een blogartikel gepubliceerd met als titel “Middelkerke en Westende: Provincie keurt plannen goed voor ‘hippe’ bars op onze stranden”. Jullie kunnen dat lezen in de map ‘Strand en Dijk’. Er werden bij de start vier vergunningen gegeven voor Westendse strand: op de Koning Ridderdijk één ter hoogte van de Meeuwenlaan en één ter hoogte van de Flandrialaan, op de Zeedijk één ter hoogte van de samenkomst van Reigerslaan en Wulpenlaan en één in de verlenging van de Ooievaarslaan. Vanaf de start heb ik mijn vrees uitgesproken dat wie niet in het centrum van de badplaats lag, het moeilijk zou krijgen om te overleven. De eerste die afviel was rechtover de Wulpen – en Reigerslaan, die bovendien niet uitblonk op het gebied van meubilair en uitrusting. Op 8 augustus 2015 stelde ik een vraag om wat uitleg aan de concessionaris Piet Dobbels, omdat zijn ene bar er nog niet gekomen was en de andere er niet meer was. Hij antwoordde mij:
“De reden dat de flandrialaan niet gekomen is door tijdsgebrek. De reden dat de 2de is afgebroken is omdat het financieel niet haalbaar was om uit te baten en na de storm afgelopen zaterdag de schade te groot was om te herstellen.”
De geschiedenis herhaalt zich dus weer want gemeenteraadslid Lode Maesen stelde terecht vast dat het niet kan dat een beachbar op 11 juli 2016 nog steeds in opbouw is en dat verroeste containers ons strand bevuilen. (zie foto links)
Is men daarop in actie geschoten? Op 18 juli 2016 kreeg ik al een halve strandbar te zien (zie foto rechts), vandaar mijn aantal van twee en een half in het totaal. Volgens de website van de gemeente zijn er nog maar twee overgebleven in Westende. Het zal toch geen ‘Tien kleine negers … en toen waren ze nog met …’ – verhaal worden, zeker? Het is toch merkwaardig dat een concessionaris die een langlopend contract heeft met de gemeente en daarvoor 2.800 euro per seizoen betaalt, zich pas later realiseert waaraan hij begonnen is en zich kan veroorloven om een strandbar zo te verwaarlozen!!
Werken in Westende-dorp Wat een luxe! Wat een verademing! Wat een opluchting! Sinds 16 juli 2016 is de Westendelaan weer open voor het doorgaand verkeer. Dat betekent vooral dat het kruispunt aan de kerk/markt weer open is. Iedereen spreekt met lof over de inzet van de werklieden, die daarna met bouwverlof mochten vertrekken van 18 juli tot en met 5 augustus. Spijtig genoeg is de luxe daarna weer voorbij en wordt het stuk tussen de kerk en de Essex Scottishlaan aangepakt, wat ook het afsluiten van de Langestraat en de Duinenlaan betekent. Je zou haast hopen dat het bouwverlof langer mag duren. Boutade, natuurlijk!
Middelkerke wil zich nog veel meer profileren als stripgemeente
Wie regelmatig gebruik maakt van het openbaar vervoer of wie ze ziet voorbijrijden, weet dat de trams, die onze kuststrook op en af rijden, tegenwoordig reclame maken voor allerlei bedrijven en dat in allerlei kleuren. Middelkerke investeert ook in deze vorm van publiciteit om nog meer (!) toeristen naar hier te lokken. Van mei tot eind september 2016 rijdt er een kusttram, met volgende advertentie.
“De kusttram is een ideale manier om veel toeristen te bereiken. Wie aan de kust verblijft, kan op een goedkope en vlotte manier de kusttram nemen en afstappen aan een halte in Middelkerke of Westende", zegt burgemeester Janna Rommel-Opstaele. “Tijdens de zomer rijden er ook bussen in een vijftal centrumsteden met dezelfde bestickering. Wie een bus of tram ziet rijden, mag gerust een foto nemen en doorsturen naar onze digitale kanalen", aldus nog de burgemeester.
Het stripfestival Elke zomer en dat sinds 1987, grijpt een stripfestival plaats. In 2016 is dat van 15 tot en met 25 juli, dus voor de dertigste keer (!!). Een dubbel jubileum! Het staat namelijk deze keer ook nog in het teken van 70 jaar Lucky Luke. Jullie kunnen er meer over vernemen op http://stripfestivalmiddelkerke.be/index.php/nl/ Hieronder zien jullie de affiche met de sponsors
Het festival wordt georganiseerd door de vzw Stripfestival met als bestuurders Chris Cordier, diens echtgenote Martine Verhaeghe, beide tewerkgesteld door de gemeente, respectievelijk bij de ‘schilderdienst’ en bij de ‘dienst bevolking’ en hun zoon Jens. De organisatoren konden vanaf de start rekenen op een vlotte medewerking van de gemeente, destijds bestuurd door een Volksunie - burgemeester, partij waartoe Chris zelf ook behoorde. Dat was zeker geen nadeel. Ook onder het huidig bestuur zijn de samenwerking en medewerking optimaal. Een succesvolle organisatie mag daar natuurlijk eerder op rekenen, maar het zal iedereen wel opvallen dat voor het stripfestival (ongewoon) veel reclame gemaakt wordt, soms drie reclameborden op 100 meter. Ik wil niet beweren dat de gemeente die borden betaalt of plaatst, dat weet ik niet, maar sommige tekens wijzen er toch op dat we hier te doen hebben met het troetelkindje van ons gemeentebestuur. Voor de komende drie jaar gaat het festival, samen met de gemeente Middelkerke, waarschijnlijk in zee met de 3D events van Patrick Mortier.
Striprommelmarkt Van 30 juli tot en met 6 augustus 2016 van 7 uur tot 18 uur staat vanaf de Alexandre Ponchonstraat tot aan de Louis Logierlaan ook nog een striprommelmarkt. Meer info daarover heb ik niet gevonden.
De stripbeelden Iedere toerist die in onze gemeente verblijft of er even op bezoek is en ja, misschien ook elke inwoner, zal wel al de 17 stripbeelden op de zeedijk, het ene al mooier of sprekender dan het andere, bewonderd hebben. ‘Zeedijk’ betekent Middelkerks gedeelte van de dijk en ja, de traditie (?) wil volgens Michel Landuyt dat ze daar geposteerd werden sinds 1997 waardoor ons bestuur onze gemeente nu al bijna 20 jaar ‘een stripgemeente’ wil/mag/kan/durft noemen. Is de reeks stripfiguren nu misschien uitgeput geraakt? Helemaal niet! Om er slechts enkele te noemen: ‘Asterix en Obelix’, de ‘Kampioenen’, ‘Kuifje’, ‘Sjors en Sjimmie’, ‘Knabbel en Babbel’, ‘De Blauwbloezen’, ‘Kwik en Flupke’, … De volledige alfabetische lijst van alle stripfiguren vinden jullie op https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_stripfiguren Waarom ‘Filiberke en Pekkie’, aangekondigd door de artieste Monique Mol op 15 mei 2015 er nog steeds niet staat, dat weet ik niet. Nu komt dus jaarlijks een bedrag van circa 25.000 euro vrij. Wie alle beelden wil bekijken, vindt er een afbeelding van op http://users.skynet.be/martinod/stripbeeld-nl.html of op de website van de gemeente http://www.middelkerke.be/nl/stripstandbeelden
De stripgevels Origineel is de idee nu wel niet want Antwerpen en vooral Brussel hebben het voorgedaan: gevels van gebouwen en huizen beschilderen met stripfiguren. Zie op http://users.skynet.be/martinod/stripmuur-nl.html hoe die gevels er in onze hoofdstad uitzien. Een voorbeeld: Antwerpen (links) en Brussel (rechts)
Volgens Janna Rommel-Opstaele brengen duizenden toeristen daarvoor een bezoek aan Brussel en daarom hoopt ze ‘dat heel wat stripliefhebbers ook een ommetje naar Middelkerke zullen maken om onze stripgevels te bewonderen’. Zowel de gemeente Middelkerke als Toerisme Middelkerke vzw trekken de komende jaren belangrijke budgetten uit om te investeren in het stripgebeuren. Zie je wel? Nog dit jaar worden de eerste twee stripgevels beschilderd. Daarmee start het gemeentebestuur een nieuwe traditie, zeg maar ‘gewoonte’, waarbij er jaarlijks een nieuwe gevel zal worden onthuld. Daarop zal telkens een tafereel staan met een bekende stripfiguur. Daarna zullen ze met elkaar verbonden worden door een kindvriendelijke fietsroute. De eerste gevelschildering (op de gevel van ‘De Branding’) zal Lucky Luke als onderwerp hebben als nog een bijkomend eerbetoon aan de 70ste verjaardag van het wereldwijd bekende strippersonage van Morris.
De tweede wordt Robbedoes, op de muur van de ‘Calidris’. Dat laatste is merkwaardig want dat is in Westende! Daarmee wordt dus afgestapt van die fameuze zogenaamde traditie dat het stripgebeuren beperkt moest blijven tot Middelkerke. Deze nieuwe projecten zullen weer niet goedkoop zijn. “We willen een kwalitatief verhaal vertellen dat jaren mee gaat. Een stripgevel kost ongeveer evenveel als een stripstandbeeld op de dijk. Voorlopig komen er geen stripstandbeelden bij. Het budget dat zo vrij komt, wordt besteed aan de stripmuren.” aldus schepen van toerisme Michel Landuyt, die verder uitlegt dat zowel de muur als het schilderwerk behandeld worden met graffitiwerend product. Ik neem aan dat het niet de bedoeling is dat Michel zelf de handen uit de mouwen zal steken om de kosten te drukken, alhoewel ik hem op de website van wtv klaar zie staan met de verfborstel in de hand. Maar ja, wat doet een politicus niet allemaal om sympathie op te wekken bij de toekomstige kandidaat-kiezers?
Zijn ze nu misschien wat aan het overdrijven? Laat mij vooreerst nogmaals duidelijk maken dat ik de stripbeelden op de zeedijk echt mooi werk vind, dat ik het inrichten van een stripfestival altijd al een goed initiatief gevonden heb. En ja, waarom ook geen striprommelmarkt? Maar ... nu er wat kon gespaard worden, willen de (te?) ambitieuze Janna en Michel niet van opgeven weten. Als het nog bij die twee bovengenoemde gevels zou blijven, tot daar toe, maar als er elk jaar weer een beschilderde gevel bijkomt, zal Middelkerke er dan straks niet uitzien als een kinderdorp? Je kunt je natuurlijk ook zodanig proberen te profileren dat het niet leuk en ook niet ernstig meer is.
Toch nog verder profileren? Nieuwe ideetjes nodig? Misschien kunnen de straten in de nieuwe verkaveling tussen de Zeelaan en de Schoolstraat in Lombardsijde de naam van een stripfiguur krijgen: de Marsupilamistraat de Kwabbernootstraat, de Rode Ridderstraat, de Kiekeboestraat, het Robbedoesplein, …? Misschien kunnen straks historische spelen ingericht worden waarin een spannende strijd geleverd wordt tussen Nero en Lambik in het drinkbuswerpen en tussen Jommeke en Urbanus in een ongenadige strijd in het gsm-werpen? Misschien kan vanaf nu aan elke pasgeborene de naam van een stripfiguur gegeven worden? Wie geeft het voorbeeld? Wat vinden jullie van Cedric Maes of van de ééneiige tweeling Annemieke en Rosemieke Verkest of de twee-eiige tweeling Suske en Wiske Smet of van Fanny Debolle of van Natasja Spilbeen of Smurfin Peeters? Hopelijk krijgt ons politiekorps de microbe niet te pakken! Ze kunnen zich toch niet gedragen als die dikke ‘Agent 212’ of als Lucky Luke die de ‘Dalton Brothers’ achterna zit op Jolly Jumper?
Middelkerke: Dood … maar niet vergeten!? Maar ook dood en verwaarloosd!
We lezen het zeer vaak op bidprentjes: “Dood maar niet vergeten”. Is dat gemeend? Over het algemeen wel natuurlijk. Niet iedereen onderhoudt echter het graf van het familielid door regelmatig onkruid te verwijderen of door het graf te ontmossen of de kalkaanslag op de arduinen graven te verwijderen of ze gewoon eens af te kuisen, of er zelfs eens een plantje of een bloemetje bij te zetten. Sommige doen dat één keer per jaar vóór Allerheiligen. Nog andere kijken er niet meer naar om en zo kan het graf terechtkomen op de gemeentelijke lijst van ‘verwaarloosde en te verwijderen graven’. Lezen jullie daarover maar eens mijn artikel van 3.11.2014 in de map ‘Godsdienst – Kerken’ met als titel “Kerkhof Westende: oude graven in ere houden of niet?” Ja, de gemeente wenst absoluut dat haar kerkhoven er altijd verzorgd en proper bijliggen. Ze doet dat, onder andere, om aan regelmatige of toevallige bezoekers (bij begrafenissen) te bewijzen dat ze de laatste rustplaats van haar overleden inwoners in ere wil houden. Om dat te bereiken heeft het bestuur aan de ingang van het kerkhof van Westende en van Lombardsijde een bord geplaatst met enkele regels voor de bezoekers.
Maar niet enkel de graven moeten onderhouden worden. Dat vergt van de groendienst van de gemeente die de begraafplaats in zijn geheel proper moet houden, heel wat werk: de bloemenweiden en de parkjes moeten regelmatig onder handen genomen worden. De bomen, struiken en gazons moeten gesnoeid, bemest en gemaaid worden. Schadelijke en hinderlijke planten moeten uitgeroeid worden. Columbariumnissen, strooiweiden en urnegraven vragen wel minder werk, maar ze moeten er altijd verzorgd uitzien.
Mooi, zou ik zeggen maar wat komt er daarvan terecht? En, wat stelde ik vast? Al dat werk wordt schijnbaar niet meer uitgevoerd want de door mij bezochte begraafplaatsen van Lombardsijde en Westende bieden een zeer verwaarloosde aanblik. Waarom toch? Insecten of onkruiden werden vanouds bestreden met chemische middelen, maar die zijn wel schadelijk voor het milieu en voor onze gezondheid. Met de campagne “Zonder is gezonder” richt de Vlaamse overheid zich naar openbare diensten, huisgezinnen en land- en tuinbouwers. Omdat openbare diensten een voorbeeldfunctie hebben, verbiedt de Vlaamse overheid hen om vanaf 1 januari 2004 nog gebruik te maken van chemische bestrijdingsmiddelen, tenzij een goedgekeurd afbouwplan kan worden voorgelegd. Dat maakt de taak van de groendienst natuurlijk niet gemakkelijker.
Vooreerst staan de bordjes waarover ik het had in bovengenoemd artikel, er in Westende nog steeds, maar de regen en de wind, hebben de teksten verwijderd. De bordjes hebben dus geen enkel nut meer. Zie hieronder rechts een voorbeeld:
Het onkruid tiert welig in de paden, de hagen werden al een hele tijd niet meer gesnoeid en de grasoppervlakken niet meer gemaaid zodat de klaver en de ‘beddepissers’ er ondertussen bezit konden van nemen. Iemand heeft zelfs een gieter en een emmer achtergelaten bij een graf. Ziehier de toestand op het kerkhof van Westende (op 1 juli 2016)
Wat ooit het dodenhuisje was, nu het bergkot, heeft dringend een schilderbeurt nodig voor de ramen. Ook de omgeving ervan, aan de zijde van het toilet, ziet er niet te best uit.
In Lombardsijde is het iets minder erg, maar toch… De gazonstukken op het nieuw stuk zijn wel afgemaaid, maar naar het onkruid in de paden wordt niet meer omgekeken. Ziehier ook enkele afbeeldingen:
Zonder dat er een verwittigingsbordje bijstaat, zijn ook hier enkele graven in een lamentabele staat.
Als de overheid het voorbeeld niet geeft, dan vrees ik dat al deze nalatigheden een weerslag zullen hebben op het werk van familieleden die verondersteld worden het graf van hun geliefde afgestorvene te onderhouden en te versieren
Ja maar, zeggen de verdedigers In de Facebookgroep ‘Je bent van Lombardsijde’ werd in de voorbije maanden al enkele keren van gedachten gewisseld over de toestand van het kerkhof van Lombardsijde en eigenaardig genoeg niet in de groep ‘Je bent van Westende als’, tenzij ik het overzien heb. Dat de burgemeester die berichten ook leest, dat lijkt me nogal vanzelfsprekend. Wordt er daarom aan het probleem gewerkt? Het is er voor het ogenblik nog niet aan te zien. Iemand suggereerde zelfs dat enkele vrijwilligers die klus eens zouden moeten aanpakken. Dat bleek niet in goede aarde te vallen. Terecht vind ik! Iemand (lid van gemeentepersoneel of aanbidder van de schepen voor Groen Francine Ampe – Duron?) meende de verdediging van zijn idool of idolen te moeten opnemen. Er zou personeel te kort zijn! Zo plots? Werd er dan afgedankt? Toen ik op 4 oktober 2015 tijdens de ‘Open Bedrijvendag’ een bezoek bracht aan de technische dienst van de gemeente werd mij meegedeeld dat daar 100 mensen tewerkgesteld zijn en dat het er 160 zouden worden als de lokale afdelingen van Leffinge en Westende zouden verdwijnen.
Hebben jullie ook reeds de kunstwerken bewonderd in een bloemperk tegenover ‘La Rotonde’ langs de Parklaan en aan het rond kruispunt van de Oostendelaan en de Kalkaartweg? Naar wat ik in 'Bruisend Middelkerke' lees, zou de groendienst ook een rotonde 'omgetoverd' hebben tot Jurassic Park. Mooie reclame voor de uitbaters, natuurlijk., maar ... Hieronder zien jullie twee van die kunstwerken. In Westende-bad:
Aan de Rotonde Oostendelaan – Kalkaartweg:
Met alle respect voor de mensen die dat allemaal ontwierpen en aanmaakten, maar ... het normale werk mag daarvoor toch niet verwaarloosd worden! Of wordt er te veel gemeentepersoneel ingezet voor evenementen, wielerwedstrijden of tenniswedstrijden? Ik hoop dat voor het gemeentebestuur het basiswerk van de technische dienst ten voordele van de lokale bevolking niet op de laatste plaats komt. Men zou het haast denken!
Stelt dat onkruidprobleem zich dan enkel in Middelkerke? Schijnbaar niet, want ik lees in ‘Het Nieuwsblad’ van 6 juli 2016: “Veel klachten over welig tierend onkruid in Veurne’. Daar wordt het verbod op het gebruik van pesticiden natuurlijk ook als de schuldige aangewezen. De tweede schuldige zou de overvloedige regen van de voorbije weken zijn, gecombineerd met zon, waardoor het onkruid sneller bloeit. Eigenlijk gaat het in het bewust artikel over straten en goten en niet over kerkhoven. De verantwoordelijke schepen aldaar zegt dat het bestrijden van onkruid voortaan op een nieuwe, milieuvriendelijke gezondere manier gebeurt. Ze zegt niet hoe, maar ze stelt de inwoners gerust want ze hebben een veeg-borstelmachine op voertuig aangekocht om de aarde op de straten en in de goten weg te vegen om aldus de voedingsodem van het onkruid weg te nemen. En om te eindigen wil ze de inwoners ook aanmoedigen om het onkruid voor de eigen deur te verwijderen. Misschien moeten die dan geen gemeentebelasting meer betalen?
En nu maar hopen dat alle mountainbikers en alle wandelaars wel enig respect kunnen opbrengen voor de natuur
Deden ze dat dan niet, misschien? Daar kan ik gerust en met nadruk NEEN op antwoorden, althans sommige. Ik schreef daar al drie artikels over 23.3.2013 ‘Duinen van Westende: Natuurgebied of Oefenterrein voor Mountainbikers?’ (23.3.2013) in de map ‘Natuur’ “Wat is het toch spijtig dat de natuur zo geringschattend bejegend wordt!” in de map ‘Milieu’ (23.12.2013) “Natuurbescherming op een laag pitje in Middelkerke. Mountainbikers maken duinen proper’ in de map ‘Natuur’ (18.4.2015) Telkens ik een artikel over dit onderwerp lanceer, stel ik vast dat het wekelijks aantal lezers van de blog gevoelig naar beneden gaat. Ik besluit daaruit, (ten onrechte, hoop ik) dat de Middelkerkenaar niet echt van de natuur houdt. Daarom laat ik dat onderwerp natuurlijk niet los, vandaar mijn vierde artikel.
Wat stond daar zo allemaal in mijn vorige artikels? Ik had samen met andere natuurliefhebbers vastgesteld dat sommige mountainbikers kriskras door de duinen reden en dat sommige wandelaars de duinen beschouwden als een stortplaats voor blikjes, bierflesjes en chipszakjes (beide leeg natuurlijk), hondenpoepzakjes, kortom alles wat er niet thuishoort. Dat leidde zelfs tot een opruimactie op 18 april 2015 door twee Middelkerkse mountainbikeclubs onder het motto 'De mountainbikers gebruiken de duinen, maar misbruiken ze niet". Ze wilden namelijk aantonen dat ze wel degelijk respect hebben voor de duinen en dat zij geen afval achterlaten. De clubs kregen de medewerking van de sportdienst en van het gemeentebestuur.
Bovendien was en ben ik er nog steeds niet over te spreken dat het beschermend helmgras vertrappeld werd en dat struiken een langzame dood stierven omdat de één of andere onverlaat het nodig vond takken af te breken. Wat mij verder nogal zuur opbrak was de onverschillige houding van het gemeentebestuur, dat beweerde dat de duinen niet tot hun verantwoordelijkheid behoorden en dat zij dus hun handen in de onschuld mochten wassen.
Mountainbiken … wat houdt dat eigenlijk in? Mountainbiken is een tak van de wielersport, waarbij men over ruige terreinen fietst, meestal met een speciaal daarvoor ontworpen fiets of mountainbike. Het is zowel een wedstrijd- als recreatieve sport, die ontstaan is in de late jaren 60 in Californië. De rijders gebruikten luchtbanden voor op het strand en voorzagen de fiets van versnellingen en een stuur, dat in de motorcross wordt gebruikt. Ze konden daarmee over paden in de bergen afdalen. Pas een tiental jaren later kwam de industriële productie van mountainbikes op gang. Hierbij maakte men gebruik van lichtgewichtmaterialen. Inmiddels lijken ze minder op normale wegfietsen.
Deze omloop werd als volgt beschreven: “De roodomrande gedeeltes van de duinen (vroegere camping ‘Cosmos’ en het gedeelte tussen de Essex-Scottishlaan, de Doornstraat en de H. Jasparlaan blijven gevrijwaard. Het parcours (zwarte lijn) begint ter hoogte van de ‘ surfclub’, gaat daar de St. Laureinsduinen in, een lus vormend via het wandelpad en zo naar de Koninklijke baan, dan verder bijna parallel met de baan in de duinen, voorbij camping Albatros tot aan de ‘trambocht’ in Lombardsijde. Vervolgens gaat het weer de baan over naar de ‘ cristal palace duinen’ en dan via het strand terug naar Westende-bad.” Nergens stond een bord dat aangeeft waar wel mag (en moet) gereden worden en dat het verboden is daarvan af te wijken. Ook aan wandelaars werd niet gevraagd wat respect op te brengen voor de natuur. De andere door 'Sport Vlaanderen' uitgestippelde routes daarentegen werden wel zeer herkenbaar bewegwijzerd met behulp van witte bordjes met een gekleurde (groen, blauw, rood of zwart) driehoek.
Eindelijk …. !!!! Middelkerke hoort er nu ook bij! Middelkerke - Natuurpunt heeft samen met verschillende partners de realisatie van een mountainbikeparcours van 30 km mogelijk gemaakt. Op het parcours, dat onder meer de door Natuurpunt beheerde natuurgebieden ‘de Schapenweide’ en de ‘Warandeduinen’ aandoet, worden fietsers nu gescheiden van wandelaars. De duinen in Westende zijn naamloos gebleven. Doordat mountainbikers nu beschikken over een duidelijk parcours, zou de impact van het mountainbiken op de kwetsbare duingebieden moeten verminderd worden.
De verenigingen en de gemeente Middelkerke hebben zich in een overeenkomst geëngageerd om komaf te maken met het wild rijden in de duinen. Hierdoor zouden deze weer kunnen/moeten ontwikkelen tot waardevolle natuur.
Het parcours werd uitgetekend met de verschillende betrokken partijen: Natuurpunt, sport Vlaanderen, de gemeente Middelkerke, het Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust, WMF koepel, het Agentschap voor Natuur en Bos en de mountainbike clubs van Middelkerke. Hugo Desmet van Natuurpunt Middenkust: “Mountainbikers willen ook kunnen genieten van de natuur in Vlaanderen. Maar in kleine natuurgebieden met kwetsbare orchideeën en in combinatie met wandelaars is dat niet altijd evident. Met deze route, die uitgestippeld werd in overleg met alle terreinbeheerders en de mountainbikeclubs, willen we tonen dat mountainbike en natuur mits duidelijke afspraken samen kunnen gaan.”
Gedeputeerde van Sport Carl Vereecke (Open VLD): “Deze route heeft heel wat voeten in de aarde gehad. Hier is al jaren over onderhandeld en veel werk ingestoken. De bedoeling van dit alles was uiteraard om te zorgen voor duidelijke afspraken en om een oplossing te bieden aan het wildrijden en de navenante problemen dat zoiets met zich meebrengt. Maar daarom was het ook absoluut nodig om de mountainbikers een alternatief te bieden. Maar langs de kust liggen veel beschermde gebieden, zoals de zeewerende duinen en natuurzones. Daarom moesten we – naast de badplaatsen en sommige particulieren –ook een compromis uitwerken met de natuurorganisaties en Vlaamse overheid.”
Op sommige stroken zal je ook mogen wandelen. “Dat mag met de gepaste aanduidingen geen probleem zijn”, zegt Vereecke. “Overtredingen zullen beboet worden. De verschillende mountainbikeclubs aan zee waren meer dan vragende partij en werden ook nauw in het overleg betrokken.”
De route werd genoemd naar wijlen Norbert Dedeckere, ex-wereldkampioen veldrijden uit Middelkerke.
Ik begrijp niet waarom dat zolang moest duren! Blijven discussiëren en ambtenaren die het been maar blijven stijf houden terwijl de natuur verwoest wordt!!! Maar een overeenkomst sluiten waarbij enkele paadjes moesten afgebakend worden en enkele borden moesten geplaatst worden, neen dat niet!!!
Ik ben die route (of een groot deel ervan) eens gaan bekijken en … Ziehier vooreerst het routeplan gepubliceerd door de gemeente:
In onze contreien zijn er nauwelijks routes voor MTB. Echte MTB - routes schijnen zelfs voor onze topveldrijders geen spek voor de bek te zijn. 'Onze' omlopen zijn eerder omlopen voor veldrijden. Dat betekent echter geenszins dat het niet lastig is. Voor iemand van mijn leeftijd op een ouderwets vehikel moest ik wel toegeven dat sommige stukken in de duinen mijn mogelijkheden te buiten gaan. Voor een gedeelte wordt er gereden op de omloop van de Noordzeecross. Er wordt beweerd dat 54% van de wegen onverhard zijn. Het strand wordt daarin niet meegeteld, toch? Of rijden ze dan in het mulle zand? Van 15.9 tot 15.6 mag immers op het strand gereden worden, in plaats van op de dijk! Om een zekere lengte van de afgelegde weg te bereiken, zal er wel geen andere oplossing geweest zijn, zeker? Ik stelde dus vast dat de omloop (die van Middelkerke wordt ‘de blauwe omloop’ genoemd) bewegwijzerd is met behulp van paaltjes waarop in Middelkerke dus blauwe pijlsymbolen aangebracht zijn om de te volgen richting aan te geven. Die cirkeltjes/banden staan voor de wielen van de MTB; dit is het internationaal symbool voor de mountainbikers.
De mountainbikers mogen de voor hen voorbehouden paadjes niet verlaten. Om hen dat te beletten werden draden gespannen en takken opgehoogd vóór een verboden pad.
Zouden die draden echt volstaan? En hoe lang zullen ze hun rol kunnen vervullen? Ik ben daarover nogal pessimistisch! Hopelijk onterecht!
Mountainbikeroute maakt deel uit van het creatieve fietsnetwerk van de gemeente De route wordt beschouwd als een onderdeel van het fietsnetwerk van Middelkerke, dat al meerdere routes voor gewone fietsers omvat. Ik wil daar toch ook wat tekst aan besteden. Niet aan de kwaliteiten van die routes maar aan het feit dat we veel van de bewegwijzering ervan terugvinden op kruispunten waar ook de te volgen weg van de mountainbikers aangeduid staat. Ziehier een voorbeeld, op de hoek van de Essex Scottishlaan en de Doornstraat.
De getallen geven, op de groene achtergrond, (81) het knooppunt aan, een kruising van 2 fietsroutes, in dit geval van de routes 12 en 73 (links) en van de routes 60 en 73 (rechts) Op het kaartje hieronder staan de knooppunten.
En dat verdiende vanwege de provincie West-Vlaanderen een receptie en een plechtig moment ‘met speeches’ op 12 juni 2016!!! Dat mocht ik mij niet laten ontgaan, natuurlijk! Alleen moest ik nog het programma van de feestelijkheden kennen. En je moest ervoor via http://www.west-vlaanderen.be/inschrijven/Paginas/20160612_mountainbike.aspx inschrijven door het invullen van een formulier dat er zo uitzag, naast je naam en organisatie en e-mailadres:
Met hoeveel personen zal je aanwezig zijn? Ik zal met ….. (max. 2) persoon/personen aanwezig zijn. Wanneer zal je aanwezig zijn? Ik zal aanwezig zijn om 8u30 en neem dan deel aan de rit. Ik zal aanwezig zijn om 11u30 om deel te nemen aan het officieel programma.
Eerst had ik een site gevonden waarop als startuur 11 uur aangegeven werd. Voor alle veiligheid begaf ik mij dus om 11 uur naar ‘De Branding’. Daar stonden drie mensen aan de toog en 1 persoon stipte de aankomende aan op een lijst. Wat was er gaande? Het feestje begon pas om 12 uur! Van verwarrende informatie gesproken! Zo lang, tot op het uur van de maaltijd, ben ik ook niet gebleven. Er werd ondertussen al een slideshow uitgetest waarin een oproep gedaan wordt om ook andere MTB – clubs en wandelaars te sensibiliseren om toch maar de regels op te volgen en de natuur te respecteren. Naar het schijnt werd de gouverneur verwacht en dan vooral door Jean-Marie Dedecker. Die wilde namelijk een boekje opendoen over de beslissing van het schepencollege om het 2,5 meter brede historisch jaagpad dwars door het natuurreservaat ‘De Schuddebeurze’, dat er sinds 1640 ongeschonden bijligt, te betonneren met ‘stabilisé’. In hun ‘Uze gazette’ laat de LDD zien hoe het pad er dan zou kunnen uitzien.
Ik heb dat pad eens gevolgd … met mijn gewone Middeleeuwse fiets. Je moet wel af en toe uitwijken voor een plas of een put vol slijk en de berijdbare sporen zijn echt smal, maar al bij al is het pad uitstekend berijdbaar en het kan nauwelijks enige moeilijkheid opleveren voor een mountainbiker. En de totale mountainbikeroute omvat nu al zoveel (te veel eigenlijk) asfalt! De bewoners langs die zijde van de vaart zijn er natuurlijk geen voorstander van, ook de boeren niet die het pad berijden met hun tractor. Wie wil dat dan wel? De lijnvissers? Of alleen de gemeente? Of alleen het college? Of alleen een deel daarvan? Of enkel Liliane Pylyser-Dewulf?
Besluit De scheppers van de route hebben er weliswaar uitgehaald wat er in zit. Hier zijn nu éénmaal geen ‘mountains’, hier en daar een duin die men geen grote hindernis kan noemen voor een geoefend rijder, maar voor de rest … We kunnen nu enkel hopen dat alle gebruikers hun beloften zullen nakomen en dat iedereen zal meewerken aan de bescherming van de natuur. Maar tenslotte de hoofdvraag: wie zal dat controleren?????
De camping bevond zich sinds de jaren 60 onrechtmatig in natuurgebied en niet in recreatiegebied. Ze leunde tegen het strand aan en dat was natuurlijk een grote troef, maar de site is altijd een doorn in het oog van de natuurliefhebbers geweest. De roemruchte camping verwierf internationale bekendheid door de film met de gelijknamige titel, gemaakt door filmrebel Jan Bucquoy en met de rondborstige Lolo Ferrari in de hoofdrol.
Andere campings Vandaag de dag is Lombardsijde zeer rijk aan campings. Het is niet eenvoudig te achterhalen wanneer ze er juist gekomen zijn. De ‘Albatros’ en de ‘Evergreen’ (langs de Lombardsijdelaan) werden gesticht in 1963. Elke politieke partij zag brood in dit modern vermaak of anders gezegd ‘sociale vakanties’ Zo kwamen er de ‘Kompas’ (CD&V), ‘Zomerzon’ (Open VLD) en ‘De Lombarde’ (communisten). Daar zijn ook nog de militaire camping (nu nog de enige tegen het strand), de ‘Riviera’ en de ‘R.A.C.B. Het is logisch dat de opkomst van al die campings, gespreid over meerdere jaren in Lombardsijde, een duidelijke invloed had op de bloei van het toerisme in het algemeen en op het strandleven, in het bijzonder, zelfs al werd door veel kampeerders het strand van Westende verkozen (zie verder)
Deze vorm van sociaal toerisme werd voor de gemeente een belangrijke vorm van inkomsten.
1959 Ik wil hier niet opnieuw uitweiden over de toenmalige koude oorlog tussen Westende en Lombardsijde, maar ik moet het toch even hebben over de discussie in verband met de stranden van de beide gemeenten en hun reddingsdienst. Lombardsijde wilde een stuk van Westende en beweerde toen, als zij geen gelijk kregen, dat de gemeente geen toekomst meer had als badplaats. Twee van de aangevoerde argumenten waren: 1. Het gemeentebestuur van L. is verplicht een badendienst in te richten op het strand aldaar, bijna uitsluitend voor badgasten die logeren in hotels en appartementen op Westende gelegen 2. De kazerne ligt op het grondgebied van L. en breidt zich steeds verder uit langsheen het strand. Westende vond daarentegen (hoe kan het ook anders?) dat er wat de badendienst aangaat, nog slechts heel weinig inwoners of zomergasten van W. naar het strand van L. gingen maar dat veel Lombardsijdenaars en honderden badgasten verblijvende in appartementen en op kampeerterreinen van L. ’s zomers dagelijks het Sint-Laureinsstrand bezochten, er aan alle strandspelen deelnamen en er baadden. De reden daarvoor zou geweest zijn dat er op het Sint-Laureinsstrand een degelijke reddingsdienst ingericht was, met twee ervaren baders-redders, reddingsboot, verbandkast en reanimatietoestel. Iedere zomer zouden die redders personen gered hebben op het nabijliggend onbewaakt strand van L. Dat werd weliswaar erkend door Lombardsijde dat daar ook dankbaar voor was. Stonden er dan misschien geen borden die het baden op bepaalde plaatsen verboden? Natuurlijk wel, maar gezien de veldwachter als enig lid van de politie van Lombardsijde, niet in staat geacht werd daar toezicht op te houden, werd daar niet naar omgekeken. Toch zou het gemeentebestuur van L. stelselmatig de tussenkomst van de Westendse politie op dit gedeelte van haar grondgebied verboden hebben. De agenten mochten zelfs geen toezicht houden op de zedelijkheid in de aanpalende duinen wat naar het scheen wel degelijk nodig was. Wat de kazerne betreft, zou het gemeentebestuur van L. destijds zelf alle mogelijke stappen aangewend hebben om deze op haar grondgebied te krijgen, vermits het de mening toegedaan was dat, waar er militairen zijn, er steeds nering is.
De reddingsdienst aan het Lombardsijdse strand Ik heb het in het eerste deel van mijn artikel maar terloops gehad over de reddingsdienst, over de uitrusting van de redders dan. Hiervoor kunnen jullie lezen dat Westende wel eens moest inspringen omdat hun dienst beter bemand en uitgerust was. Zij zouden verschillende baders gered hebben, maar betekent dit dat het onveilig baden was in Lombardsijde? Jerome Coulier: “Al bij al had Lombardsijde een veilig strand.” Beginnend op een dichterlijke toon, bespreekt hij de verdrinkingen die hem bekend waren omdat hij ze van nabij meemaakte, als volgt (zonder datums): ‘Op die snikhete zomerdag was de zee als één groot meer: de golfjes hadden moeite om te slaan. De zon had er genoeg van en zou dra de kim naken, toen vijf jongelui, bezweet na een zware dagtaak nog rap een pintje kwamen drinken en zich dan in één, twee, drie in badkostuum zetten. Een run naar ’t ebbende water! ‘k Zou de Cristal sluiten, want de toeristen trokken stilaan huiswaarts. En terwijl ik de plooistoelen toeklapte en op ’t terras schikte zag ik de stoeiende zwemmers plots wadend in het water rondspeuren. Eén van hun maats was verdwenen. Hulpgeroep! Al wie benen had snelde toe en zocht mee. Een half uur later dreef Schachtje boven, de broer van onze latere redder Gerard Deschacht. Verdronken door bloedaandrang. Als tienjarige heb ik een hele week ’s nachts dat blauwpurperen gezicht met beschuimde lippen vóór ogen gehad. Een paar jaar later is een Luxemburgse rijkswachter verdronken. Zelfde oorzaak. Kort na het middageten ging hij zwemmen en ’t water reikte pas over de knieën toen hij getroffen werd. Men bracht het lijk in ’t Cristal binnen. Het duurde wel een uur eer hij weggebracht werd. De klanten hebben tot zo lang moeten wachten om hun eten besteld te krijgen.
Siesta voor een ouderpaar, in een strandstoel aan de boord van ’t ebbende tij, terwijl de dochter van 14 op een autoband gezeten in ’t water ploeterde. Ze werden gewekt door een ver hulpgeroep. Het meisje was al een paar honderd meter afgedreven, ’t zeegat in! Niemand kon zwemmen, geen reddingsboot, de redder was gaan noenmalen, geen baders in zee! Radeloos ijlden ze naar ’t Cristal. Vader sprong de fiets op naar ’t dorp en belde de rijkswacht op. Intussen waren band en kind nog slechts een stipje aan de einder. Naderhand vernamen we dat twee vissersboten haar passeerden. Ze had immers onbewust door haar armgezwaai te kennen gegeven dat alles OK was. Een boot van het loodswezen heeft haar dan opgepikt, verkleumd en klappertandend.
Dus twee drenkelingen in zoveel jaren en dan nog buiten bewakingstijd.
Maar dan brak WO II uit! Door de slag bij Duinkerke werden veel boten gekelderd. Enkele Engelse soldaten spoelden hier aan . Een griezelige aanblik, zo’n huidsliert die in ’t water zweeft, nog juist aan de vingernagels vast aan ’t lijk. Ze liggen allen begraven achter onze kerk’. . En wie waren de redders?
Hierboven zien jullie Frans Maes. ‘Sissen’ was eigenlijk velomaker in ’t dorp, maar trad tijdens het seizoen op als redder en toezichter op de badhokjes.
Zijn materiaal: een boei, een trompet en een kurken ‘korset’. Bij slecht weer of weinig baders speelde hij deuntjes op zijn viool in ’t Cristal Palace. Zijn ‘Stradivarius’ heeft hem een aardig centje opgebracht en tevens veel pintjes. Naast Sissen zien we Molly, de rattenpakker. Andere redders waren, vóór Sissen, Hector Annoot uit de Bassevillestraat en na hem Louis Raecke uit Nieuwpoort en Gerard Deschacht die in die tijd ook café ‘De mooie molen’ uitbaatte. Heden ten dage is er nog steeds mogelijkheid tot baden aan het strand van Lombardsijde. Er is een reddingsdienst tijdens de maanden juli en augustus.
Lombardsijde-bad heet u welkom In 1965 kreeg Lombardsijde, in navolging van Westende, ook een welkomboog.
1971: Fusie met Westende En daar hoort (natuurlijk!) een nieuw welkomstbord bij!
1974: er moesten dringend golfbrekers gebouwd worden op de kritieke plaatsen Omdat de regressie van de duinen steeds toenam moest het gemeentebestuur zich voortdurend bekommeren om een afdoende zeewering. De meest kritieke plaatsen waren tussen het Sint-Laureinsstrand, de campings Cosmos en Cristal Palace (ca 200 m) en voor het militair domein (dit over een lengte van ca 2 km). Felle stormen hadden elkaar opgevolgd. Zo waren er de hierboven reeds besproken giertij van 1 februari 1953 maar ook in 1956, in maart 1961, in december 1965, in maart en november 1967, in 1973 en in 1974 hielden stormen lelijk huis. Op de meest kwetsbare plaatsen bedroeg de jaarlijkse gemiddelde regressie en afslag van de duinen ruim drie meter, in tegenstelling met het algemeen gemiddelde van circa 1 meter. Bij de overstromingen van 1953 was al gebleken dat juist daar de zeewering de minste weerstand geboden had, wat voor gevolg had dat, van gans de Belgische kust, het erachter liggend gebied het zwaarst getroffen werd door overstromingen. Het ontbreken van een behoorlijke zeewering was er ook de oorzaak van dat, veel vroeger nog, verschillende villa’s (o.a. Madoux) door de zee werden meegesleurd.
Een periode van strijd, stormen, de zee en het zand Men zou gaan denken dat er in de periode 1974 – 2004 niets gebeurde. Het tegendeel is echter waar. Het was één lange strijd tegen de wind en de zee. Er werd al heel vroeg gesproken over de aanleg van golfbrekers, maar … Er kwam maar geen schot in omdat een gedeelte van de duinengordel in privébezit was. Er moest dus een onteigening gebeuren. Een werk van lange adem! De hele zaak werd nog ingewikkelder door het feit dat de Cristal Palace, dat midden in de bedreigde zone lag, geen exploitatievergunning had. Door de aanleg van een zeewering zou Openbare Werken een illegale camping beschermen.
In 1976 kwamen zelfs bunkerbodems bloot te liggen (foto1 hieronder). De omheining van de camping werd weggesleurd (foto 2), ondergrondse verbindingsgangen tussen bunkers braken door (foto 3), puin werd blootgelegd, grote rotsblokken die achter de duinen aangebracht werden, rolden op het strand, de wering met eiken balken kwam bloot te liggen, het strandpeil zakte met 1 meter omdat tonnen zand wegspoelden (foto 4).
Voor de zoveelste keer moest de schade hersteld worden. Dat houdt in: puin weghalen en achter de wering dumpen, zware grond aanvoeren en bedekken met een laan duinenzand (foto 6 hierboven). Om de vrachtwagens doorgang te verlenen, moest tussen de chalets een weg aangelegd worden. Daarom moest eerst de grond verhard worden. (foto 5 hierboven). Omdat het opwaaiende zand zich ophoopte tussen de chalets, moest een kraan ingezet worden. Waar die kraan niet bij kon moest de kampeerder zelf een handje toesteken met schop en kruiwagen.
Ook de militaire camping, de buur van de Cristal Palace, liep zware schade op. Zes daken van appartementen werden afgerukt en vielen op twee chalets van de Cristal.
Wat wordt daaraan gedaan?
Uiteindelijk werden dan toch twee golfbrekers aangelegd.
2004: Vlaamse overheid koopt de site Cosmos Waarom? 'De zonevreemde inplanting van die camping was niet alleen ongelukkig maar bracht ook de natuurlijke functie van de duinen, om de zee tegen te houden, in het gedrang', legt Nathalie Balcaen van de Afdeling Kust uit De Vlaamse overheid kocht de site in 2004 en besteedde kort daarna ruim één miljoen euro aan het opruimen van het gebied. Het zand werd gezeefd om zoveel mogelijk puin te verwijderen en de duinen in hun oorspronkelijke en natuurlijke toestand te herstellen. Ook uit de beschermde bunkers op het terrein werd een pak rommel gehaald, zelfs asbest.
Na de opruiming kon de herinrichting beginnen en die moest tegen maart af zijn. 'Dan begint immers het broedseizoen.' Erg veel moest er niet meer gebeuren. De hoofdopdracht was om de natuurlijke zeewering te herstellen. Daarvoor werd een duinpanne uitgegraven. Het zand daarvan is gebruikt voor de aanleg van nieuwe duinen. Naast zeewering is ook geïnvesteerd in natuurontwikkeling. In de duinpanne zijn poelen voor vogels en planten aangelegd. 'Dat zorgt voor een grote diversiteit van flora en fauna. Een groot uitkijkplatform biedt een prachtig zicht op het gebied', legt Balcaen uit. Vanaf maart 2012 kon de nieuwe natuursite een grote aanwinst, op de plaats van de schandvlek ‘Camping Cosmos’, bezocht en bewonderd worden. Wandelpaden doorheen het domein maken dat mogelijk.
Cristal Palace houdt op te bestaan Omdat het kampeertoerisme zich steeds verder uitbreidde, werden de duinen te veel betreden en na een aantal jaren verstoorde dat grondig de doelstellingen van zeewering en het uitzicht van de duinenzone. In de verste verten niet te vergelijken met de ‘Cosmos’, een doorn in eenieders oog , was de ‘Cristal Palace’ bovendien ook niet de meest ordelijke. Het heeft jaren aangesleept vooraleer de camping, ondertussen eigendom van Jacques ‘Botte’ en toen ‘Camping Jacques Junior’ genaamd, eindelijk dicht ging. De laatste jaren was het één grote puinhoop. Ziehier een paar van de laatste foto’s, op 23 april 2007 en op 3 mei 2007.
Eind 2008: Vlaamse overheid koopt de site Cristal Palace Op 10 februari 2009 startte de opruiming van de site en op 11 februari 2009 startte de herstelling en vergroting van de zeewerende functie. Net zoals bij de Cosmos moest dit een natuurherstellend project worden. De kosten voor de opruiming werden op 1 miljoen euro geraamd. De duinmassieven werden versterkt als natuurlijke afweer tegen de zee en tegen de stormvloeden, gevolgd door het opruimen van puin en afval. In november 2009 kon de site ‘teruggegeven worden aan de natuur’. De cafetaria werd afgebroken, de bunkers die niet of nauwelijks nog boven de grond uitstaken, werden zo goed mogelijk bedolven onder duinenzand waarin helmgras geplant werd.
Hieronder krijgen jullie een idee van wat de site ‘Cristal Palace’ uiteindelijk geworden is.
Vorige artikels over het onderwerp “Terug naar de natuur (camping Cristal Palace)” 8.11.2009 in map ‘Natuur’ “Hoe is het gesteld met Cristal Palace” 13.8.2012 in map ‘Allerlei’ “Atlantikwal en natuur in eer hersteld in Westende” 24.4.2011 in map ‘Atlantikwal’ “Inrichtingsplan voor de duinen in Westende en Lombardsijde” 23.9.2007 in map ‘Duinen’
Bronnen CONSTANDT M., Het toeristisch verhaal van Westende en Lombardsijde, Middelkerke, 1988. ‘Lombardsijde graag gezien’ De Oudste prentkaartenuitgegeven door ‘De klaproos’ en verzameld door Jules en Berthe Callenaere-Dehouck en Siegfried Debaeke ‘Lombardsijde-bad in de Belle Epoque’ door Marc Constandt ‘Toeristisch verhaal van Westende en Lombardsijde’ door Marc Constandt 100 jaar toerisme ‘Een eeuw vakantie in West-Vlaanderen’ door Marc Constandt ‘Lombardsijde in de Branding’ 1914-1920 door René Coulier ‘Lombardsijde – 7 eeuwen historiek’ door Eddy Viaene Uittreksels uit verslagen Gemeenteraad Westende Wikipedia
Beste bloglezer, Ik had mij voorgenomen mijn tekst over Lombardsijde-strand op te delen in twee artikels. Maar … ik vond nog heel wat meer documentatie (en fotos). Ik weet ook dat sommige bloglezers niet zo houden van heel lange artikels en daarom heb ik dan maar beslist er drie delen van te maken; Het derde deel zal dus verschijnen op 27 juni 2016. Het zal handelen over de opruiming van een paar campings (Cristal Palace en Cosmos) met de bedoeling terug te keren naar de natuur en de zeewering te versterken. Ook over de gemengde gevoelens waarmee dat gepaard ging. Enerzijds waren de natuurliefhebbers daarmee erg in hun nopjes, maar anderzijds betekende dat een mokerslag voor de zelfstandigen die moeten leven van toerisme waarin de campings een grote rol spelen.
Deel 2
In april 1941 spoelde plots haring aan op het strand om zich in de dagen daarna oostwaarts te verspreiden. Onvoorstelbare hoeveelheden paling belandden aldus op onze stranden. Men kon de haring zomaar te voet vanuit de “kellen" met emmers opscheppen! Ook alles wat enigszins kon drijven werd ingezet. De haring voedde de gezinnen (gelukkig!!!) en gaf hen werk. Het seizoen 42-43, van december 42 tot 15 maart 43, was nog beter. Het volgend seizoen deed alle vangsten van de vorige jaren in het niets verzinken. Tussen december 1943 en 15 maart 1944 werd 58.119.500 kilo haring afgewogen. Alle vis moest afgegeven worden aan de corporatie die de vissers dan op basis van hun vangst uitbetaalde. Er werd heel wat gesjoemeld. Zo werd sprot zelf opgeconsumeerd, niet afgeleverd en of verkocht op de zwarte markt. Uiteraard was de strandvisserij niet zo belangrijk als de zeevisserij. Toch slaagden de strandvissers er in 1943 in 1.335.546 kilo vis te leveren. Zo’n 95% was haring. Wie over een roeibootje beschikte, ving er zoveel hij wilde onder het wakend oog van de Duitsers die vreesden dat er enkelen naar Engeland zouden vluchten.
Jerome Coulier zegt dat ook zij in 1942 en 1943 haring vervoerden naar hun klanten in ’t binnenland. Hij beweert ook dat Maurice Denolf op 26 november 1945 op haringvangst zijn bootje overlaadde waardoor het kantelde zodat Maurice verdronk. Was de wonderbare haringvangst toen nog aan de gang? Ik betwijfel het! Feit is dat Maurice toen samen met zijn schoonbroer Fernand Dalle, echtgenoot van Clara Denolf, verdronk. Volgens hun bidprentje ‘kantelde hun bootje door een rukwind, in het zicht van de kust.’
Kort na de oorlog verloor de familie Guilbert twee van haar zonen op het strand. Ze hadden al veel koper en lood kunnen recupereren van de mijnen die de Duitsers aan de versperringen aan zee bevestigden. Maar die dag liep het mis, bij het ontmantelen ontploften er een hele reeks en twee van de gebroeders Guilbert werden op slag gedood, de derde (‘Botte’) was enkele tientallen meters verder aan het werk en ontsnapte aan de dood.
De firma Soete had tijdens de voorbije oorlog heel wat lokale arbeiders tewerkgesteld om bunkers te bouwen voor de Duitsers. Zodra de geallieerden ons bevrijd hadden, kwam er uiteraard een einde aan die werken. Maar er was hier werk genoeg bij de wederopbouw en zo hadden onze arbeiders snel een nieuwe broodwinning.
Een nieuwe start voor de Cristal Palace De Coulier’s, vooral onder de druk van moeder Marie, wilden een nieuwe start voor het ‘Cristal Palace’. En ze kregen het geluk aan hun kant. Vercnocke, die voor de oorlog een frituurtje naast het Cristal uitbaatte had Amerikaanse vliegers uit zee gered en kreeg wegens bewezen diensten, een voorkeurbehandeling. Hij vroeg en kreeg de toelating en de nodige materialen om weer een ‘brakke’ op te zetten, bij de kazerne, waar ze vroeger stond, wat voor anderen toen niet mogelijk was. Toen die barak goed en wel opgebouwd was, sprak hij moeder Coulier aan op straat. Hij had namelijk een brief ontvangen van zijn schoonbroer Omer uit Amerika en hij wilde daarheen met heel zijn gezin omdat men daar schijnbaar rapper en meer meer geld kon verdienen. Vercnocke wilde daarom zijn barak verkopen. Zijn vraagprijs was 25.000 BFr. Vijf minuten later was de zaak geklonken. Barak 2 van de ‘Cristal’ was geboren. De barak werd opgesmukt en Gaston Coulier en Marie Roye konden, eerder dan verwacht, met de hulp van een dienstmeisje en een keukenhulp, de draad van hun vooroorlogs leven weer opnemen. Ziehier barak 2 uit 1946-1948
Foto3: rechts patattenkotje tevens WC Foto4: Interieur - verjaardagsfeestje Foto5: dienster Nicole Ottevaere tussen de keukenpieten mevrouw Christiaens en Lea Levecque. Foto6: zittend Marie Roye met vriendin, staande links kokkin Jeanne Dedeystere en rechts opdienster Marie Osaer
Lombardsijde-bad in de jaren vijftig Er werd een campagne opgezet om Lombardsijde op toeristisch vlak een grotere bekendheid te geven. Ziehier de eerste maar ook enige folder en sticker die de gemeente uitgegeven heeft.
Barak 3 In 1952 liet het ministerie van Landsverdediging de toegang naar de zee via de Zeelaan afsluiten. De grond van de Cristal Palace werd onteigend en de familie Coulier moest verhuizen en dat vóór 1 oktober 1952. Drie honderd duizend frank kregen ze als schadevergoeding aangeboden maar na onderhandeling werd het dubbele uitbetaald en ze mochten zelfs de barak en de inboedel meenemen. Ziehier een herinnering uit dat laatste jaar ‘met zicht op zee’: Elisabeth, dochter van Gaston, bij een groep militairen
Er werd toen op zoek gegaan naar de volgende standplaats voor de barak. Ze wilden zo dicht mogelijk bij de militairen blijven om winter-zomer de zaak draaiende te houden. Zo werd gekozen voor een terrein, op 60 m van het militair domein, gescheiden van het strand door een duin van 45 meter breed, aan het einde van een betonwegje van amper drie meter breed, dat leidde naar drie bunkers van de ‘Atlantikwall’. ‘s Anderendaags al werd met deurwaarder Brys, de zaakwaarnemer van Crombez, de koop afgesloten. Landmeter Etienne Gerard deed de opmetingen en gaf aan de betonweg de naam ‘Idyllenlaan’. Architect Vandemeulebroucke en bouwheer en burgemeester Titeca voerden het project van de Coulier’s uit. Naast de barak werd deze keer ook een camping voorzien. Moeder Marie wilde absoluut dat alles klaar was tegen het nieuw seizoen. En dat lukte ook! Met Pinksteren 1953 was het al zover. De eerste pinten konden getapt worden terwijl timmerman Julien Gunst nog de laatste deurposten aan het plaatsen was en Albert Minne zorgde voor de laatste elektrische leidingen. Ziehier de barak in 1953.
Onderaan links: rechts de grote citerne voor regenwater, links Duitse bunkers die als logement gebruikt werden. Onderaan rechts: “Wat een luxe: reclame op de voorgevel”
De kazerne draait op volle toeren Vanaf 1952-53 kwamen honderden militairen naar het Kamp van Lombardsijde. De bezetting van het kamp bereikte een hoogtepunt in de jaren 1953-1955. Wie herinnert zich niet de weekendrappels van de ‘kampmannen’. Waren ze misschien geen aanwinst voor het toerisme, dan vaarde de horeca er wel bij. Ze bezochten de talrijke cafés in het dorp, maakten er vaak ‘ambras’ maar brachten ook zaad in het gemeentelijk bakje. Veel toeristen stoorden zich aan het geluid van de schietoefeningen tot op het ogenblik dat officieel beslist werd het schieten op te schorten tijdens het seizoen, van 15 juni tot 15 september. Een anekdote: elk jaar liet de burgemeester van Nieuwpoort, Georges Mommerency, in de krant verschijnen dat het dank zij zijn tussenkomst was dat de schietoefeningen gestaakt werden. De Cristal Palace haalde groot voordeel uit de kazerne.
De overstroming op 1 februari 1953 Daar waar de zee elke winter 1 meter duin afknaagde, bracht de springtij van 1.2.1953 een verlies van 15 meter duinen mee. De laatste beschermende duinenrug was daardoor verdwenen.
Dat de zee weer eens een deel van de duinen weggenomen had, bracht veel werk mee: strand proper maken, zware grond aanvoeren en bedekken met overgewaaid duinenzand. Een eeuwig herbeginnen! Tevens een dure grap!
Dat mocht zeker niet te vaak gebeuren anders zou het Cristal Palace nog in gevaar gekomen zijn. Er waren toen nog geen golfbrekers op het strand!!! De gronden van veel hoveniers, zoals die tussen de Zeelaan en de Schoolstraat waar straks woningen zullen verrijzen, werden onder water gezet. De schuld daarvoor werd op het ministerie van landsverdediging gelegd doordat in het kamp de beschermende dijk weggenomen werd.
De moord op Claudine Vandervloet Twee wandelaars, Albert Terwe uit Lombardsijde en Van Rompaey uit Geel, vonden op dinsdag 30 juli 1957, om 5u30 ’s morgens, het lijk van een vrouw op het strand van Lombardsijde. Bij de ontdekking liep nog bloed uit de oren, neus en ogen. Een sjaal was rond haar mond gebonden. Het slachtoffer had geen papieren bij, alleen een trouwring met inschrift "André - Claudine 1955". Ze was gekleed in een nylon avondtoilet. Kousen, schoenen en mantel ontbraken. Ze werd waarschijnlijk op het hoofd geslagen. Het bleek te gaan om Claudine Vander Vloet, geboren in Oostende op 16 juni 1934, enige dochter van Eduard Vander Vloet en van Marcella Cornette. Zij ligt begraven op het kerkhof van Lombardsijde. Er doen verhalen de ronde dat haar lijk met een kruiwagen afgevoerd werd. De misdaad werd nooit opgehelderd.
De camping ‘Cristal Palace’ Zoals gezegd bracht barak 3 ook de aanleg van de gelijknamige camping mee. Het zal wel de trend van de tijd geweest zijn, die aan de basis lag van het initiatief. 1953 – 1960: De camping in de kinderschoenen Bij de start was de tent koning. Opdat de kampeerder met de auto in het mulle zand tot bij zijn tent zou geraken, werd traliedraad (treillarmé) gelegd. Later sprongen lassen los. Die veroorzaakten verwondingen en schade aan de voertuigen. Er zat dus later niets anders op dan de draad met tarmac beleggen.
Een voorloper van de chalet werd ineengeknutseld met behulp van aangespoelde planken en hout van sinaasappelkisten. Twee bunkers uit WO 2 maakten deel uit van de camping. Toen kwamen de caravans. Eerst bleven de tenten nog in de meerderheid maar het aantal caravans groeide voortdurend.
Uiteindelijk kwamen er ook chalets.
In zijn ‘mémoires’ slaat Jerome zich op de borst: “Te laat… Er kwamen nog 20 chalets bij, verschillend van grootte en uitzicht. Geen fraai uitzicht. Jammer! ‘k Had vroeger moeten ingrijpen. Mea culpa…”
Hier zien jullie nog een samenvattende mozaïekkaart, zoals ze in de Cristal Palace verkocht werden.
Een grote aanwinst was een legerautobus.. Die diende eerst als wasplaats, naast de pomp, daarna zelfs als woonst met garage en tenslotte zuiver als woonst.
Tot mijn grote spijt moet ik het vervolg van mijn artikel over Lombardsijde-strand een week uitstellen. Een oogoperatie en het overlijden van mijn zus beletten mij namelijk de gebruikelijke zorg aan mijn artikel te besteden. Jullie weten .... uitgesteld is niet verloren!!! Tot volgende week, graag.
,Bedankt!!! In één van mijn vorige artikels heb ik mijn verzamelde gegevens over het Westends Sint-Laureinsstrand weergegeven, aangevuld met getuigenissen van Westendenaars die het allemaal vanop de eerste rij meemaakten. Ik wil nu hetzelfde doen over het strand van Lombardsijde met die verstande dat ik de vele (helaas op een sisser uitgelopen) initiatieven om van de badplaats een toeristische voltreffer te maken, niet kan negeren. Jullie en dan denk ik daarbij in de eerste plaats aan de Westendenaars en de Lombardsijdenaars, kennen toch wel de boeken die daarover reeds geschreven werden door beter geïnformeerde en bevoegder auteurs? Die zijn namelijk, in de eerste plaats van Marc Constandt en Eddy Viaene. Marc schreef ‘Lombardsijde-bad in de Belle Epoque’, zoals hij dat ook deed voor Westende-bad en ‘Het toeristisch verhaal van Westende en Lombardsijde’. Eddy Viaene is de auteur van ‘Lombardsijde zeven eeuwen historiek’. Ik kan de drie boeken alleen maar aanbevelen. Het ligt geenszins in mijn bedoeling te proberen deze beide bekwame mensen te overtroeven. Ik ben integendeel dankbaar dat ik hier en daar een beroep heb kunnen doen op hun informatie, voor zover die handelde over Lombardsijde-bad en over het strand aldaar. Wat jullie waarschijnlijk niet weten is dat ‘meester’ Jerome Coulier (1922-2004), veel van zijn belevenissen als zoon van de uitbaters Gaston en Marie Joye en later zelf uitbater van de ‘Cristal Palace’, neergeschreven heeft. Zijn pennenvrucht werd niet uitgegeven en ik bedank daarom zijn weduwe, Lisette Houthoofdt, omdat ze mij toeliet één en ander in te kijken en zelfs te kopiëren. Wie Armand Coulier kent, weet dat hij de gave bezit om krantenartikels en foto’s over een bepaald onderwerp, die hij met volharding verzameld of zelf gemaakt heeft, op een uiterst verzorgde manier onder te brengen in een album. Hij deed dat eveneens voor de Cristal Palace en ook hem ben ik dankbaar dat ik daaruit mocht putten om mijn artikel vollediger te maken en op te smukken.
Lombardsijde tijdens de ‘Belle Epoque’ De belle époque is een benaming voor de periode 1870-1914 uit de Franse en bij uitbreiding de Europese geschiedenis. De naam werd geboren na de Eerste Wereldoorlog toen men, getraumatiseerd door de slachtingen, met nostalgie terugkeek op een schijnbaar gouden tijdperk vóór het uitbreken van de oorlog, een tijd waarin onbezorgdheid en grote ontdekkingen Europa in de ban hielden. Zoals gezegd handelt het boek van Marc Constandt over die periode. Hij schrijft in zijn inleiding dat de meeste bronnen tijdens de eerste oorlog vernield werden en dat zijn relaas vooral gebaseerd is op de talrijke prentbriefkaarten, die in grote hoeveelheid teruggevonden werden. Nochtans schrijft René Coulier, ex- gemeentesecretaris bij het begin van WO 1, in het voorjaar van 1959, op pagina 15 van zijn boek ‘Lombardsijde in de branding 1914-1920”: “De bevolkingsboeken, registers der beraadslagingen van de gemeenteraad, schepencollege en armbestuur, alsmede de waardevolle archieven van de gemeente werden in der haast en in bijzijn van de burgemeester, in oude eiken koffers gesloten en omhuld van een dikke laag stro weggedolven in een dikke zandberm in de moestuin van mijn ouders, alwaar zij bewaard bleven.” Hij voegt er aan toe “deze schat werd door de burgemeester, die als vluchteling te Oostende verbleef, en mijn oudere broer, die te Oostende woonde, met toelating van de Duitsers en onder hun geleide in 1916 van uit haar schuilplaats weggehaald en overgebracht naar Oostende, ten huize van mijn broeder. Als bij wonder was alles onaangeroerd gebleven. Het nut en het gemak dat deze documenten na de bevrijding aan het gemeentebestuur verschaft hebben zijn van buitengewoon belang geweest”.
Waar of wanneer mogen die dan wel verdwenen zijn? In 1959 waren ze er nog! Toch niet vernietigd bij de fusie met Westende, zeker?
Het boek van Marc Constandt bevat dus inderdaad veel prentbriefkaarten en nogal weinig tekst, maar dat belet geenszins dat het een goed beeld geeft van wat zich in de ‘Belle Epoque’ in Lombardsijde, en dan vooral op de badplaats, afspeelde. De naam Crombez is daarbij de rode draad.
Wat er toen zo allemaal aangelegd en gebouwd werd Benoit Crombez kocht in 1839 het duinengebied op de rechter IJzeroever. De dorpskern was sinds 1885 bereikbaar met de stoomtram vanuit Oostende en Veurne. Vooreerst liet Crombez een verbindingsweg aanleggen tussen bad en dorp: de ‘avenue Benoit’ of de ‘avenue de la Reine, de ‘Polderdreef’ en tenslotte de ‘Zeelaan’. Crombez wilde van Nieuwpoort-bad en Lombardsijde-bad één grote badplaats maken. Een brug over de IJzermonding zou beide verbinden. Aan het einde van de Zeelaan werd in 1899 een villa gebouwd door Alfred Madoux (1838 – 1904), een brouwer en directeur van de liberale krant ‘L’ étoile belge’ . Er werd hier zelfs een straat naar hem genoemd en die bestaat nog steeds. Op het straatbord staat ‘stichter van de badplaats’. Dat is wat overdreven. Men kan hem wel 'de eerste toerist in Lombardsijde-bad' noemen omdat hij er als eerste een villa bouwde.
26 april 1900 is een andere mijlpaal in de start van het toerisme. Toen keurde de gemeenteraad namelijk het reglement van de reddingsdienst goed. Jules Vanhille zorgde voor de veiligheid van de baders en voor 50 centiemen konden bij hem een badkostuum en een handdoek gehuurd worden. De redder was uitgerust met een hoorn, een vlag en een reddingsgordel. In 1904 kreeg Jules bij contract de stranduitbating toegewezen. Gregoor Vansteeger, één van de toonaangevende figuren in Lombardsijde in die tijd, bakker, schepen, eigenaar van vier huizen in de Dorpplaats en uitgever van prentbriefkaarten over Lombardsijde, stond borg voor zijn familielid Vanhille. Die verkocht ook in een ‘buvette’ met als opschrift ‘Café La Bienvenue aux Etrangers’ verfrissingen aan de strandgangers. Die barak was tevens het ‘Bureau des Coupons’ want de baders die in zee wilden gaan konden of moesten daar een kaartje kopen. Ja, dat was dus niet gratis! Het gebouwtje was gelegen in ‘Lombardsijde Bains’. Alles in het Frans dus!!! Vansteeger in het dorp en Vanhille op de badplaats, ze deden goeie zaken maar ze speelden daardoor beide ook een belangrijke rol in de ontwikkeling van Lombardsijde..
Langs de Zeelaan werden in die periode nog verschillende andere villa’s gebouwd. Om er een bouwgrond te verwerven, moest Crombez je genegen zijn en uiteraard waren dat niet de armen die er bouwden. Ik wil ze niet allemaal opsommen noch foto’s ervan tonen. Die kunnen jullie trouwens bekijken in het boekje met oude postkaarten ‘Lombardsijde graag gezien’. Die prestigieuze villa’s gaven natuurlijk een bijzondere uitstraling aan de badplaats en ze speelden een grote rol voor de ontwikkeling en de bloei ervan. Er was ook een Westendenaar, Pietje Rosseel, die dat inzag en die zette er in 1906 de ‘Patisserie Boulangerie bruxelloise’ neer, een bakkerij met verbruikzaal.
In 1910 installeerde de gemeente 34 cabines op het strand en in 1911 werd een houten trap gebouwd.
In 1908 startten Engelse specialisten in opdracht van Crombez met de aanleg in diens duinen van een golfterrein, bedoeld als bijkomende attractie voor Nieuwpoort-bad. In dezelfde omgeving stond al sedert 1881 een vuurtoren, die er vandaag nog steeds staat maar dan onder een andere gedaante, dit na twee vernielingen. Daar had Crombez ook al zijn villa gebouwd. Na het in gebruik nemen van het golfterrein kwam het veerbootje heel goed van pas. Het meerde aan nabij het oosterstaketsel.
Dat was een groot succes en uiteraard dus een belangrijke bijdrage voor het toerisme.
Vóor het huis liep de ‘Blauwe Kassei’ vanaf de Zeelaan tot aan het staketsel. De baan was namelijk in blauwe klinkers. Ze wordt vandaag door de militairen in de kazerne nog steeds ‘De blauwe baan’ genoemd, hoewel ze nu uit beton bestaat. Een hele vroege realisatie was ook de houten ‘Villa scolaire de la ville de Bruxelles’ die gebouwd werd midden in de duinen in Lombardsijde als schoolkolonie. Er was een slaapkamer met 40 bedden, een speelkamer, een eetzaal en een keuken. Niet te verwarren met ‘Les Marçunvins’ die op het grondgebied van Westende stond/staat.
Die kinderen speelden natuurlijk niet enkel in de duinen, maar bezochten ook het strand van Lombardsijde-bad.
Lombardsijde tijdens de eerste wereldoorlog Alhoewel dat buiten het betoog valt van mijn artikel over Lombardsijde-bad en over het strandtoerisme, wil ik hier toch het bovengenoemd boek van René Coulier aanbevelen. Het werd in maart 2003 uitgegeven door de Dorpsraad Lombardsijde. Het bevindt zich niet in de bibliotheek!!! Hier wil ik nog aan toevoegen dat Lombardsijde-bad vanzelfsprekend ook een onderdeel was van de Atlantikwal. De ‘Heeres Küstenbatterie‘ 3/HKAA 823 bezette het terrein van de ex-camping Cosmos. De site werd een tijdje geleden gerestaureerd. Ter hoogte van de ex-camping Cristal Palace en van de militaire camping bevond zich het steunpunt ‘von Seeckt’. Ook daar treffen we nog enkele bunkers aan maar bij het opruimen van de camping Cristal Palace om er opnieuw een natuurgebied van te maken, vielen de meeste onder de sloophamer. In de militaire camping zijn nog slechts een paar bunkers bewaard gebleven. Op de strook vóór de kazerne tot tegen de havengeul bevond zich de site ‘Ramien’, een andere Duitse eenheid.
Lombardsijde na de terugkeer van de gevluchte bevolking Na WO 1 had Lombardsijde veel troeven in handen om op toeristisch vlak een belangrijke badplaats te worden. Dank zij de snelle wederopbouw van het dorp, kan men dus ook van een vlugge heropstart van het toerisme spreken. De toeristen, de ‘vreemden’ zoals ze werden genoemd, konden dan ook snel weer onderdak vinden. Het waren meestal gegoede personen, uit de onderwijzerswereld, kolonialen, groothandelaars, renteniers en beursspeculanten, die hier één of twee maanden verbleven. Van betaald verlof van de ‘kleine man’ was er nog geen sprake! Trein en tram brachten de badgasten aan. Zeer weinigen beschikten over een auto. De golf werd heraangelegd vanaf 1923 en heropend in juli 1929. Een nieuw clubhuis, tevens hotel-restaurant, werd gebouwd ten zuiden van de huidige blauwe baan ter hoogte van het natuurreservaat. In het dorp waren twee hotels, “A la Belle Vue’ en ‘Hotel de l’Yser’. De uitbater van dat laatste, Philibert Ramoudt, legde een busdienst in naar het strand met een autocar van de firma Ramoudt uit Oostende. In 1927 liepen de geruchten dat de koning te Lombardsijde zijn zomerresidentie zou vestigen, wat zeker de aantrekking van gegoed cliënteel zou verhogen.
De eerste in gebruik genomen herberg na de oorlog, toen nog in de vorm van een barak, verscheen op de Dorpplaats en kreeg de naam ‘De Wedergeboorte’. René Coulier werd de eerste uitbater, maar na nauwelijks een jaar werd hij opgevolgd door zijn broer Gaston en diens vrouw Marie. De barak bleek echter niet bijster goed opgewassen tegen de verschillende weersomstandigheden. Maar Gaston bleef niet bij de pakken zitten. In 1924 werd het huidig gebouw opgetrokken, met achteraan een feestzaal voor dansavonden en toneelopvoeringen.
Barak 1 De Zeelaan liep van het dorp recht tot aan het strand. Aan het einde daarvan liet de waard van ‘De wedergeboorte’ in 1922 – 1924, al naargelang de bron, op het strand door de gebroeders Gunst eveneens een barak optimmeren, met zicht op zee. Die kreeg de naam ‘A La Renaissance’, gewoon de vertaling van de naam van de herberg van dezelfde eigenaar, in het dorp. In de volksmond sprak men van de ‘Brakke’. In het verder verloop zal dat ‘Barak 1’ genoemd worden. De opschriften in beide landstalen werden erop geschilderd door Charles Dufour.
Van Sinksen tot september deed zij dienst als herberg en als verhuurlokaal van ‘costumes de bains’. Naast de dorstige laven moest men er ook de innerlijke mens sterken. Frieten werden er toen gebakken op een Leuvense stoof.. Later werd het menu uitgebreid met soep, boterkoeken, pistolets en boterhammen met hesp en kaas. Slaapgelegenheid was er niet maar een toerist die naar zee was afgezakt en geen slaapgelegenheid vond, kon er wel overnachten in een ligstoel of in open lucht tussen de strandcabines. Men kon er ook prentbriefkaarten kopen. Vóór 14-18 stonden de cabines en zo’n barak beneden op ’t droge strand. Na de oorlog naderde de zee te dicht de duinvoet en de cabines werden dan maar op de eerste duinenrij geplaatst uit vrees weggespoeld te worden. Wie niet rijk genoeg was om een eigen badhuisje te hebben kon zich omkleden in één van de zes gemeentehokjes met daarnaast zelfs een toilet.
Meer nog dan in het dorp moesten de uitbaters van de barak optornen tegen de weersomstandigheden. De brakke kon de nijdige rukwinden bij storm moeilijk verdragen. Om scherven te vermijden, moesten de melkkannetjes regelmatig van de tafels gehaald worden. In zo’n geval was er ook al geen sprake van je sigaret op de boord van de tafel te leggen. De klanten hielpen soms de wankelende wanden rechthouden tot enkele steunpalen het ergste voorkwamen. Ook de dakbedekking liet lang te wensen over. De regen sijpelde soms hier en daar door de golfplaten. De klanten hielden dan maar een tafel of een stoel als paraplu boven het hoofd. Ze wachtten vrolijk en gelaten het einde van de bui af! Probeer dat nu maar eens!!!!! Maar de grootste vijand was de noordwestenwind! Van uit het zeegat blies hij het zand het duin op en via de openingen van de golfplaten, het café binnen. De pintjes werden dan maar afgedekt tegen het stuifzand met bierkaartjes. Voor de noenmalen moest een andere oplossing gevonden worden. De borden werden onderste boven op tafel geplaatst. Toen het eten klaar was om op te dienen, draaiden de klanten ze weer om. Tijdens de maaltijd hielden ze hun hoofd zoveel mogelijk boven hun teljoor. Zo werd de zandmiserie opgelost!!! En toch bleven de klanten trouw! Proppen dagbladpapier stopten de gaten maar ze krompen bij regen en belandden op de vloer. De zandperikelen bleven voortbestaan tot in 1933-34.
Verlichting was er niet gedurende jaren en dus werden wel eens kaarsen gebruikt, zij het dan dat de ‘brakke’ tegen valavond gesloten werd. Water was er genoeg ... maar drinkbaar water! De voorraad die de brouwer 1 maal per week bracht moest door de negenjarige Jerome in kruiken met de fietskar ’s morgens uit het dorp meegebracht worden. De gegalvaniseerde golfplaten van ‘t dak lieten de zonnewarmte gemakkelijk door en alle dranken moesten dus uit de kelder komen, wilde men ze enigszins koel opdienen. Die kelder, dat was eigenlijk een met schoppen uitgegraven put van twee meter op drie en anderhalve meter diep. Met houten palen en planken werd het instorten belet.
De zee wrat iedere winter de duinen aan. Daarom werden de cabines en de brakke afgebroken en ondergebracht in schuren, stallen of zolders, wachtend op de volgende meimaand. Bij het terugplaatsen van de barak, moest die elk jaar wat meer achteruit geplaatst worden. Dat betekende tevens dat ook de kelder elk jaar opnieuw moest uitgegraven worden.
De ratten waren een ander niet te miskennen probleem. Ze waren in grote getale aanwezig en zaten zowel onder de strandcabines als onder de brakke. Aangetrokken door de reuk van droogvis en etensresten, knaagden ze gaten dwars door de plankenvloer. Hoeveel van de beestjes in Gaston’s klemmen ook het leven lieten, toch slonk hun aantal niet! En ‘rentokil’ bestond toen nog niet! ‘Kleine’ Jerome vertelt dat hij geen schrik had als er al eens een rat over hem liep in zijn slaap: “het volstond om even je been te bewegen en het beest was al weg’. (!!!!)
Diefstal met inbraak! De barak was ’s nachts niet bemand. Dieven die eropuit waren sigaretten en drank of ook als eens een badkostuum te stelen, maakten daarvan gebruik. Inbreken in de brakke was kinderspel. Het volstond een eternitplaat in te stampen om binnen te geraken. Meestal waren het de douaniers, op dienst tegen alcoholsmokkel van uit zee, die de eigenaars in ’t dorp gingen verwittigen. Tot aan het einde van het seizoen werd dan een bord voor de opening getimmerd. De tienjarige (!!) Jerome Coulier moest dan, met zijn vaders matrak onder het hoofdkussen, enkele tijd in de barak slapen om de dieven af te schrikken.
“Lombardsijde en avant” De villabewoners staken de hoofden bij elkaar. Er moest een oplossing gevonden worden om meer verstrooiing te bieden en de opkomende jeugd vooral over dag en bij slecht weer bezig te houden. Ze richtten een vriendenkring op die ze ‘Lombartzijde en avant!’ noemden met ‘De Wedergeboorte’ als lokaal en Gaston Coulier als bestuurslid. Van meet af aan kende dit clubje grote bijval met volgend programma: -iedere voor- en namiddag zwemmen in groep op een vast bepaald uur -strandspelen met prijzen ééns per week voor groot en klein -samenkomst in de feestzaal bij slecht weer met spel-, en dansmogelijkheid bij de klanken van een tingeltangel -twee fakkeltochten per seizoen: start in ’t lokaal, de Zeelaan op tot beneden strand, dansen en zingen en ontbinding in de brakke. De hele tocht werd opgeluisterd door accordeon, trom en trompet -tenslotte nog een bal met orkest op elke zaterdag, uitsluitend toegankelijk voor de toeristen. In 1929 uitte de vereniging haar ongenoegen ten opzichte van de naburige gemeente Westende. Het gedeelte tussen de Lombardsijdelaan en de Bassevillestraat, was toen grondgebied Westende. Het Westends gemeentebestuur gaf dit stukje weg de naam ‘Polderdreef’. Volgens Lombardsijde Vooruit zou dit de ‘reizigers afschrikken , welke den weg naar zee wenschten te vinden’. ‘Lombardsijde en avant’ is in de jaren dertig uiteengevallen bij gebrek aan nieuwe bestuursleden. De ene na de andere villa-eigenaar verkocht zijn eigendom. Hun kinderen raakten immers uitgetrouwd. Het doel was bereikt! Toch bleven Gaston en Jerome Coulier de strandspelen verder inrichten.
Strandkermis Elke derde zondag van juli werd op het strand een kermis georganiseerd. Je kon er aan allerhande volkspelen deelnemen. De ‘haantjeskoers’ of ‘kiekenvangen’ boekte het grootste succes. Op het strand kregen een aantal hennen, na dagenlange opsluiting in een duivenmand, hun vrijheid terug. Na vijf tellen konden de deelnemers van start gaan. Wie één der dieren bemachtigde, kon het behouden en kreeg het dubbele van het inschrijvingsgeld terug. Het werd een dolle achtervolging op het strand en in de duinen. Soms werd maar één kieken weer buitgemaakt of sukkelde tegen de avond een kiekenvanger doodop de barak binnen. Zo belandde eens Hector Deconinck tegen middernacht, goed aangeschoten, de ‘A la Renaissance’ binnen met een hen aan zijn knoopsgaten gebonden.
Worstelclub Lombardsijde had een eigen worstelclub ‘De Verenigde Krachters (?)’. Ze trainden in ‘De Wedergeboorte’ onder de leiding van de Gentenaar Minnaert, kampioen van beide Vlaanderen. Met groot succes werden ook worsteldemonstraties in open lucht georganiseerd, op het strand. Ziehier een paar foto’s
Zowel Lombardsijde als Westende hadden een lokale vedette, respectievelijk Charles Levecque (foto hierboven in 1937) en Medard Tottie.(foto hierboven rechts) Op de foto links: Angèle Dierendonck met haar crèmekarretje.
Koninklijk bezoek! Hiervoor laat ik Jerome Coulier aan het woord: (hij voegt er geen jaartal aan toe, maar koning Albert I stierf in 1934) “Drie, vier tafels waren bezet door keuvelende mensen en kaarters en ‘k was van dienst. Een kloek gebouwd persoon kwam binnen “Goeie dag, een grote fles limonade, aub” De man betaalde en vertrok, iedereen groetend. De kaarters, Brusselaars, draaiden het hoofd om: “Mais, c’est le roi!” riep er één verrast. Ongelovig legde elk zijn kaarten neer en oogden hem na. En zowaar, koningin Elisabeth stond hem buiten op te wachten! Ze namen elk een slok uit de fles en liepen het duin af naar zee toe. ’t Was laagtij. Koning Albert nam zijn vrouwtje in zijn armen en waadde door de kellen zonder zijn schoeisels uit te doen. Hand in hand wandelden ze verder richting staketsel. “Tu vois” stelde een der klanten vast “même le roi adore notre plage!””
'A la Renaissance' wordt 'Cristal Palace' In 1932 wordt vastgesteld dat er minder Franse toeristen komen maar meer Engelse. Die vergelijken 'De Brakke' met 'Crystal Palace', een glazen gebouw ontworpen voor de wereldtentoonstelling van 1851 in Hyde Park (Londen). Het was gebouwd in Victoriaanse stijl en bestond uit hout, gietijzer en glassegmenten. De barak krijgt dan maar de nieuwe naam 'Cristal Palace'.
Er komt een nieuwe buur: een militair kamp! In 1934-35 heerste een koortsachtige bedrijvigheid op de onteigende gronden van de huidige kazerne. Er werd een betonnen schietstand gebouwd en zolang de kazernegebouwen niet voltooid waren, logeerden de artilleristen tijdens de schietperioden in tenten. Gaston Couler besloot zijn Cristal Palace vijftig meter meer achteruit te plaatsen om er 's winters en 's zomers te kunnen blijven. De soldaten bleken immers goede klanten zowel voor wat drank als eten betrof.. Hij trok met zakken bier en limo de duinen in om de dorstige werklui te laven. Tijdens zijn vrije dagen loste zijn zoon Jerome hem af. De rust van de toeristen werd wel erg gestoord door ’t ratelen van de mitrailleusen of ’t gebulder van de kanonnen, die mikten op de ‘zak’ van een ronkende vlieger. Maar ze bleven toch naar hun geliefd “Lombardsijde-Bains” komen. Cristal Palace kreeg natuurlijk wel concurrenten: Alex Maene, Vercnocke, Lucien Hessel plaatsten ook een brakke of een frietkraam maar iedereen had toch het hele jaar zijn handen vol. Zelfs na zonsondergang bleef de barak open want toen waren de militairen vrij van dienst. Er werden een paar petroleumlampen opgehangen en de tafels van de kaarters werden verlicht met kaarsen. Werd het kouder, dan werd een grote kolenkachel in ’t midden van ’t café geplaatst.
De laatste dagen van Cristal Palace I 1940! WO II brak uit. De familie Coulier vluchtte over de IJzer naar Oostduinkerke. Tien dagen later – reed Jerome naar de Cristal, maar hij mocht van de Duitsers niet meer binnen! Geen maand later was er van de brakke niets meer te zien: de gevelpanelen overdekten smalle loopgraven, waar bovenop ‘vaderlanders’ (zandzakjes) gelegd werden. ’t Cristal was van de aarde weggeveegd!, tot zijn groot verdriet.
(Wordt vervolgd)
Bronnen CONSTANDT M., Het toeristisch verhaal van Westende en Lombardsijde, Middelkerke, 1988. ‘Lombardsijde graag gezien’ De Oudste prentkaartenuitgegeven door ‘De klaproos’ en verzameld door Jules en Berthe Callenaere-Dehouck en Siegfried Debaeke postkaarten 55,70 ‘Lombardsijde-bad in de Belle Epoque’ door Marc Constandt ‘Toeristisch verhaal van Westende en Lombardsijde’ door Marc Constandt 100 jaar toerisme ‘Een eeuw vakantie in West-Vlaanderen’ door Marc Constandt ‘Lombardsijde in de Branding’ 1914-1920 door René Coulier ‘Lombardsijde – 7 eeuwen historiek’ door Eddy Viaene Wikipedia
In een nieuwe studie van het Vlaams Instituut voor Economie en Samenleving aan de KU Leuven (Vives) wordt een voorstel naar voren geschoven om het aantal Vlaamse gemeenten te verminderen van 308 tot 152. In West-Vlaanderen zouden er nog 27 overblijven van de 64. Een gemeente met minder dan 15.000 inwoners zou volgens de studie van VIVES moeten fuseren/ fusioneren met een grotere, zeker als er veel mensen uit die kleine gemeente gaan werken naar de grotere buurgemeente. VIVES maakte gebruik van data over het aantal pendelaars om te berekenen hoeveel en welke gemeenten zouden kunnen fuseren. De gemeenten in onze regio zijn bijna allemaal tegen een fusie. Enkel de burgemeester van Oostende en natuurlijk die van Koksijde met zijn klassieke onmetelijke drang naar expansie, zijn er voorstander van. Deze laatste vindt zelfs dat de studie nog niet ver genoeg gaat. Hij zou ook nog Nieuwpoort willen inpalmen.
Zo zouden de gefusioneerde gemeenten er uitzien.
Groot-Middelkerke Het ‘kleine’ Nieuwpoort zou dus opgeslorpt, geannexeerd, ingelijfd moeten worden door het ‘grote’ Middelkerke. Toch staan ze ook hier niet te springen voor het idee. "We zijn wel voorstander om nauwer samen te werken met Nieuwpoort, maar we zijn niet overtuigd dat een fusie kostenbesparend zou werken", zegt burgemeester Janna Rommel-Opstaele. Dat verwondert mij wel een beetje, gezien de tomeloze eerzucht die ze gewoonlijk koestert. Ziehier hoe de nieuwe gemeente er zou uitzien.
Inwoners 2015
Oppervlakte km²
Middelkerke
19.302
75,5
Nieuwpoort
11.411
31,0
Groot-Middelkerke
30.713
106,65
Ziehier een voorsmaakje: mijn voorstel voor een logo van de fusiestad. Misschien wordt dat wel de ‘torenstad’!
Wat wil de Vlaamse regering eigenlijk juist? De Vlaamse Regering streeft naar sterke lokale besturen. Schaalvergroting van gemeenten is een manier om dat te realiseren. Lokale gemeenten die vrijwillig willen fuseren worden gestimuleerd en ondersteund. De krijtlijnen voor dit beleid werden vastgelegd in een conceptnota die goedgekeurd werd op 17 juli 2015. Die krijtlijnen werden nu verankerd in een voorontwerp van decreet (eerste principiële goedkeuring) waarin volgende stimuleringsmaatregelen worden uitgewerkt: • een fusiebonus onder de vorm van een schuldovername ten belope van 500 euro schuld per inwoner voor gemeenten die fuseren op 1 januari 2019 met een maximum van 20.000.000 euro • een uitbreiding van de waarborgregeling van het Gemeentefonds zodat de nieuwe gemeente niet minder zal ontvangen dan de som van de aandelen van de samen te voegen gemeenten; • de mogelijkheid om tijdelijk een groter aantal schepenen te voorzien voor de fusiegemeente.
In juli 2016 moeten er reeds politieke beslissingen vallen over concrete fusies. In september van datzelfde jaar starten de lokale voorbereidingstrajecten. In oktober 2018 zijn er de gemeentelijke verkiezingen en in januari 2019 starten de eerste fusiegemeenten. Wensen jullie daar meer over te lezen? Conceptnota van 17 juli 2015 Voorontwerp van decreet houdende de regels voor de vrijwillige samenvoeging van gemeenten (eerste principiële goedkeuring door de Vlaamse Regering op 18 december 2015) Memorie van toelichting bij het decreet houdende de regels voor de vrijwillige samenvoeging van gemeenten Toelichtende nota Bestuurskrachtmonitor en ondersteuningsaanbod
Hebben hun pogingen enig resultaat opgeleverd? Van het dertigtal gemeenten dat geïnteresseerd was in een zelfevaluatie, kregen er negentien een brief in de bus. Zij kregen groen licht om deels op kosten van de Vlaamse regering de komende weken en maanden grondig geëvalueerd te worden. Die evaluatie moet de voordelen aantonen van een verregaande samenwerking of eventuele fusie met de buurtgemeenten. Het is met andere woorden de eerste concrete aanzet naar een mogelijke vrijwillige gemeentefusie in de toekomst. Deze 19 gemeentes zijn Schilde, Sint-Katelijne-Waver, Essen, Heist-op-den-Berg, Wijnegem, Borsbeek, Puurs, Ranst, Hemiksem (Antwerpen), Zutendaal, Meeuwen-Gruitrode (met Opglabbeek), Neerpelt (Limburg), Kaprijke, Eeklo, Knesselare, Wachtebeke (Oost-Vlaanderen), Tienen. Londerzeel (Vlaams-Brabant), Diksmuide Diksmuide is dus de enige West-Vlaamse.
Resultaten in het ‘Gemeenterapport’ over fusies na bevraging van Middelkerkenaars en Nieuwpoortenaars (in %)
Middel- kerke
Nieuw- poort
Wil u uw gemeente laten fuseren? Ja, met grotere gemeentes Ja, met kleinere gemeentes Neen, NIET fuseren
Redenen tegen fusie
10,1 2,5 59,7
2,8 5,2 64,6
Mijn gemeente/stad is reeds groot genoeg
61,7
60,8
De identiteit van mijn (deel)gemeente/buurt zal verloren gaan door de fusie
35,3
17,0
Een kleine gemeente heeft beter zicht op de problemen op het terrein
26,1
30,8
Bovenlokale samenwerking moet aangemoedigd worden in plaats van fusie
25,4
6,1
Er zijn nu al veel problemen die niet worden aangepakt, wat gaat dat zijn als we nog groter worden?
22,0
12,8
De stem van de inwoners van mijn buurt zal minder belangrijk worden in een groter geheel
21,6
29,6
We gaan ons verder moeten verplaatsen voor bepaalde dingen
21,2
21,4
Fusies van gemeentes zal enkel leiden tot meer conflicten
15,7
27,6
Andere reden
12,8
11,8
We gaan niet meer meetellen in een groter geheel
Redenen voor een fusie
12,1
15,9
Een grotere gemeente kan beter de problemen aanpakken
60,9
22,9
Er zal een grotere organisatie ontstaan die meer kwaliteit kan bieden
52,8
33,9
Provincies kunnen afgeschaft worden als de gemeentes groter worden
50,5
22,9
We zullen meer meetellen als we een grotere gemeente /stad zijn
39,7
0
Het zal helpen om het aantal ambtenaren te verminderen
28,8
18,9
We zullen als burger meer waar krijgen voor ons geld
26,7
22,9
Fusie zal zorgen voor meer budgetten voor de nieuwe gemeentes/steden
23,6
54,2
Mijn gemeente/stad mag groter worden
5,2
43,2
Andere reden
5,2
35,3
Als je de cijfers op een gele achtergrond bekijkt, zou je haast denken dat men in Middelkerke wel een fusie wenst!
Wat stellen wij vast na 39 jaar fusie tussen Middelkerke en Westende? De fusie Middelkerke - Westende heeft duidelijk gemaakt wat er na een fusie zo allemaal gebeurt. Alle gemeentediensten zijn gecentraliseerd in Middelkerke. Dat geldt niet enkel voor het gemeentehuis, maar ook voor de politie, het OCMW met rusthuis ‘De Ril’, het gemeentepark, de brandweer, de technische diensten en het containerpark. Men kan rustig stellen dat de centralisatie algemeen is. Neem nu de sport: de sportinstallaties (zwembad, sportpark ‘De Krokodiel’, zaal ‘De Branding’), sportploegen (zoals jeugdvoetbal, volleybal, enz, sportmanifestaties (zoals Noordzeecross, proloog en start Driedaagse)
Ook de cultuuractiviteit speelt zich vooral in de kerngemeente af: de bibliotheek (luxegebouw in Middelkerke tegenover kleine aanhangsels in de deelgemeenten) en de culturele centra (toneel, zangkoor, muziekschool, stripfestival, feestzaal, …).
Ook de private dienstverlening situeert zich in de kern: de markten (donderdagmarkt en boerenmarkt op zaterdag), kind en gezin, de postdiensten (enkel nog een kantoor in de kerngemeente), de shoppingzone en -centra uitgezonderd een Okay en een Delhaize), grote firma’s, ….
Op Janna na (Leffinge) zijn de opeenvolgende burgemeesters (Inghelram, Desseyn, Verlinde, Landuyt) steeds van Middelkerkse oorsprong geweest. De politici van de deelgemeenten, veel minder in aantal, kunnen niet optornen tegen de overmacht van de talrijke Middelkerkenaars (bovendien ook nog een familieclan!) en wensen/ durven dat vaak ook niet. Het is moeilijk om daar verandering in te brengen … als de politici van deelgemeenten geen gunstiger plaats krijgen op de lijst!
Er bleef dus na de fusie niets over in de deelgemeenten! Zo gaat het meestal!
Welke zijn de voor- en nadelen van een fusie? (verzamelde meningen van internet gehaald, die niet reeds of onvolledig aangehaald werden in gemeenterapport Voordelen 1. De hogere overheid kan beter een kleiner aantal gemeenten beheren. Er kunnen meer bevoegdheden van Vlaanderen naar de gemeenten overgeheveld worden. De provincies zouden kunnen afgeschaft worden. 2. Er zijn minder intergemeentelijke samenwerkingsregelingen nodig. 3. De spreiding van de kosten van diensten of processen over meer burgers, doet de kosten per eenheid dalen. 4. Meer budget betekent meer ruimte voor bestuurlijke ambities. Het wegennet, ook in de schaars bevolkte landelijke gemeenten, kan verbeterd worden. 5. De bestuurlijke drukte in een regio neemt af doordat minder gemeenten aan tafel zitten. 6. Grotere lokale overheden kunnen meer gewicht in de schaal leggen. De kans dat je als grote stad wordt gehoord in ‘politiek Brussel’ is groter. 7. Het totaal aantal bestuurders neemt af wat de bestuurslasten doet dalen. 8. Het aantal ambtenaren op een afdeling stijgt waardoor ook een betere arbeidsverdeling mogelijk wordt. Vervanging bij afwezigheid bij verlof en ziekte is soepeler. De diensten blijven continu verzekerd. 9. De vorming van het personeel kan verbeterd worden. Specialisatie wordt mogelijk. De capaciteit en de competentie zullen stijgen. Daardoor kan een betere en efficiëntere dienstverlening aangeboden worden. 9. Nieuwe of complexere opdrachten en uitdagingen, die tijdens de afgelopen jaren ontstonden, kunnen doeltreffender vervuld worden. Denk bijvoorbeeld aan de organisatie van kinderopvang, cultuur, jeugd, sport, mobiliteit, erfgoed, duurzaamheid, ontwikkelingssamenwerking, vergrijzing, enzovoort.
Nadelen 1. Een gemeentebestuur kan beter een kleiner aantal deelgemeenten beheren. 2. Deelgemeenten zijn na de fusie minder of zelfs niet vertegenwoordigd in de gemeenteraad 3. Aangehechte gemeenten verliezen aan belang en uitstraling. 4. Een groot stuk van de fierheid die de inwoners vroeger koesterden voor hun gemeente valt weg. 5. Intergemeentelijke samenwerking, bijvoorbeeld voor brandweer, huisvuilverwerking en politie, zodat op die vlakken hetzelfde kon bereikt worden als bij een fusie. 6. Fusies doen de bestuurlijke ambities alleen maar stijgen. Stijgende ambities kunnen na fusie uitlopen op bestuurlijke grootheidswaan. Het maatgevoel daalt. Fusies leiden vaak direct tot de roep om een nieuw, meestal duur gemeentehuis. 7. Fusies zijn niet kostenbesparend, in het beste geval verbetert enkel de kwaliteit 8. Een financieel gezonde gemeente heeft geen fusie nodig om zich te verbeteren. 9. Fusie leidt niet tot belastingverlaging voor burgers of dalende ambtelijke kosten. Er wordt niemand ontslagen. 10. Schaalvergroting brengt een zeker democratisch probleem met zich mee. De afstand burger – bestuur neemt toe en velen vrezen dat hun stem niet meer gehoord zal worden. De inwoners voelen zich in een grote gemeente minder betrokken. Het vertrouwen in het gemeentebestuur daalt. Er bestaan minder contacten omdat men elkaar niet kent. 11. Het is een bekend gegeven dat voorbij 30.000 inwoners de politieke participatie van burgers daalt 12. Fusies leidt tot een rupsje-nooit-genoeg syndroom: gemeenten blijven na fusie ook weer te klein voor bepaalde kwesties (en te groot voor een ander). De ene goede schaal bestaat namelijk niet. Fusie is per definitie een ‘Unvollendete’. Na fusie zullen nieuwe pleidooien voor fusie volgen.
Nog enkele persoonlijke reflexies Er wordt gezegd dat er best een goede basis voor een fusie bestaat tussen twee kandidaat-gemeenten en dat beide best nu reeds verbonden zijn door een druk werkverkeer. Dat is zeker niet het geval tussen Middelkerke en Nieuwpoort. Men zou zelfs kunnen zeggen dat het elkaars tegenpolen zijn, op veel gebieden: geschiedenis, mentaliteit, politieke voorkeuren, erfgoed, …
Stel u voor ‘u woont in de Simili in Nieuwpoort-bad en u moet naar het gemeentehuis in Middelkerke!!!!!' Een klein reisje!
Kunnen jullie zich de markt in Nieuwpoort voorstellen zonder stadhuis?
Werd er rekening gehouden met het feit dat de bevolkingsaantallen van Middelkerke en Nieuwpoort in de zomer en steeds meer ook tijdens de schoolverloven en de weekends vermenigvuldigd worden? Wordt Middelkerke dan ook een stad als er een fusie komt met de stad Nieuwpoort?
Ik hernieuw mijn voorstellen voor een volgende fusie Westende, Lombardsijde, Mannekensvere, Sint-Pieterskapelle en Schore zouden bij Nieuwpoort kunnen aansluiten terwijl Middelkerke , Wilskerke, Slijpe en Leffinge bij Oostende kunnen gevoegd worden. Dat is een fusie die rekening houdt met de intenties van de Vlaamse regering maar ook met de fouten van de vorige fusie en die meer inspeelt op factoren zoals affiniteit tussen inwoners, afstand naar kern. Waarom Groot-Middelkerke en NIET Groot-Nieuwpoort? Of anders de naam veranderen in Middelpoort of Nieuwkerke-aan-zee? Het centraal gelegen Westende zou toch minstens in de naam moeten opgenomen worden. Wat denken jullie van Westmiddelpoort?
Besluit Ik heb het onderwerp bewust wat luchtig opgevat. Het zal jullie wel duidelijk zijn dat ik een hevig tegenstander zou zijn van een gebeurlijke fusie Middelkerke - Nieuwpoort.
Mijn vorige artikels over het onderwerp 14.3.2010 “Koude oorlog tussen Westende en Lombardsijde, gevolgd door fusie in 1971” 24.7.2010 ‘Waarom mocht Westende in 1976 niet zelfstandig blijven?’ 22.8.2010 ‘Kunnen we na 33 jaar spreken van een gelukkig huwelijk tussen Middelkerke en Westende?
Bronnen Artikel van LEEN BELPAEME, TIMMY VAN ASSCHE: ‘FUSIONEREN? GEEN SPRAKE VAN” http://www.arnokorsten.nl/PDF/Bestuurskracht,%20Gemeente/Voordelen%20en%20nadelen%20van%20fusie.pdf http://feb.kuleuven.be/VIVES/publicaties/briefings/BRIEFINGS/briefing-10072014.pdf
Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is: vinkenzetting in Lombardsijde
Een vinkenzetting? Al veel over gehoord maar nog nooit meegemaakt! Jullie wel? Toen ik vernam dat er één zou gehouden worden op een boogscheut van mijn voordeur, mocht ik die gelegenheid niet missen. Op 14 ,15 en 16 mei 2016 organiseerden de paradijsvogels uit Veurne namelijk 3 vinkenzettingen in Lombardsijde.
Wat houdt dat eigenlijk in? Een vinkenzetting, kortweg zetting genoemd, is een wedstrijd waarbij de vinkeniers (vinkenhouders) gedurende een uur het aantal liedjes van de vink tellen. Deze wedstrijden worden in de periode tussen 1 april en 31 augustus georganiseerd. Dan zingen de mannetjes namelijk om het hardst om zo hun territorium te verdedigen en wijfjes (de "popjes") te lokken. Het liedje duurt maximaal vijf seconden en de mannetjes herhalen het gemakkelijk tot tien keer per minuut. Bij het begin van een vinkenzangwedstrijd, wordt met een vlag gezwaaid als signaal: “Teken de geldige zangen!”. Een uur later wordt opnieuw met de vlag gewapperd om aan te geven dat de wedstrijd beëindigd is. De zetting zelf verloopt volgens een bepaald stramien. Eerst brengen de vinkeniers hun gekooide vinken ‘in reke’. Dat betekent dat ze de kooien met de vogels op een rij zetten op een afstand van ongeveer 2m40 van elkaar, de vinkenier telkens dat mogelijk is, kijkend naar de zon, wind in de rug. Bij een wedstrijd is het de bedoeling dat een vink zoveel mogelijk geldige fluitsignalen (liedjes) laat horen. Telkens de vogel een liedje zingt, maakt de zetter met een krijtje een aantekening op een zwarte houten telstok, die ook wel de ‘regel’ wordt genoemd en die 800 streepjes kan bevatten.
De vinkenier gaat voor de kooi zitten rechts van zijn eigen vogel, luistert en noteert de geldige zangen. Hij moet dus de slagen van de vink van zijn gebuur noteren. Alhoewel alles gebaseerd is op vertrouwen, heeft hij/zij tezelfdertijd een zekere controle over het tellen van de liedjes van zijn/haar eigen vogel. De vink die in 1 uur tijd de meeste liedjes zingt, wint de wedstrijd. Enkel liedjes die op de juiste manier gezongen worden, zijn geldig. Het gezongen lied moet volledig zijn en eindigen op suskewiet (dit gedeelte wordt de vinkenslag genoemd).
Aan sommige wedstrijden nemen meer dan 1000 deelnemers deel. Dergelijke wedstrijd kan dan ook erg indrukwekkend zijn en voor buitenstaanders een bevreemdend schouwspel vormen. Met de zetting is geen winstbejag gemoeid. Het winnen van een felbegeerde titel in de vinkensport brengt weinig, of zelfs geen geld in het laatje. De vinkenier gaat meestal met een ruiker of een beker naar huis. Er wordt dus vooral om de eer gespeeld. Een titel geeft de zetter wel aanzien bij de andere vinkeniers. Bovendien is het uniek dat er in de eerste plaats op vertrouwen wordt gespeeld. De deelnemers moeten er van uitgaan dat hun concurrenten niet vals spelen. Vriendschap staat hier dan ook hoog aangeschreven. De buitensporige bedragen die bijvoorbeeld in de duivensport neergeteld worden, komen in deze sport niet voor. Vinkeniers kweken hun vinken zelf of kopen ze voor een klein bedrag. Soms worden er ook vinken geruild.
Geschiedenis De vinkensport is een Vlaamse volkssport met een eeuwenlange traditie. Ze is ontstaan uit de vroegere vogelvangersgilden uit de Middeleeuwen. Om (roof)vogels te vangen werden goede lokvogels ingezet. Buiten het vangseizoen werden deze in gevangenschap gehouden tot de volgende vangstperiode. De vogelvangers startten met het houden van wedstrijden om te bepalen welke lokvogels het snelste konden zingen. De eerste grote vinkenzettingen in Vlaanderen vonden plaats in de 16e eeuw en werden slechts eenmaal per jaar gehouden. Eén van de vroegste vermeldingen dateert uit 1593 over een vinkeniersgilde in Ieper .
Vanaf de 17de eeuw nam het aantal vinkeniers sterk toe. Vinkeniersgilden waren aanvankelijk vooral een stedelijk fenomeen, omdat het vangen van vogels op het platteland sterk aan banden lag. Vanaf de 19de eeuw werd de vinkensport ook op het platteland zeer populair. Veel vogelsoorten (spreeuwen, leeuweriken, enz.) werden vroeger enkel gevangen om op te eten. Met de vinken was dat echter niet het geval: de gilden vingen ze uitsluitend om vinkenzangwedstrijden te kunnen houden. Met de populariteit van de vinkensport nam ook het aantal vinkenierslokalen sterk toe vanaf de 19de eeuw. Velen waren traditioneel verbonden aan volkscafés.
De vinkensport vandaag De vinkensport valt onder het ministerie van cultuur en van de cel cultureel erfgoed De sport is vooral populair in West-Vlaanderen en delen van Oost-Vlaanderen. Naar schatting zijn er nog zo’n 13.000 vinkenzetters actief. Vooral A.Vi.Bo (Koninklijke Nationale Federatie Algemene Vinkeniersbond) behartigt de belangen van de vinkeniers. Ze stellen uniformiteit in hun sport voorop. Sommige verenigingen, die een lokale variant van de vinkensport beoefenden, konden zich niet vinden in de reglementering die Avibo opstelde. Zo kwam er in de jaren 1970 een afsplitsing, Vi.Mi.Bel (Vinkeniers Midden-België), die zo’n 700 leden telt. .De individuele vinkenzetters zijn gegroepeerd in vinkenlokalen of maatschappijen. Sommige van die verenigingen bestaan al sinds de 19de eeuw. Voorbeelden daarvan zijn “Verheugd in de Zang” uit Aarsele (°1838), “De Lustige Zangers” uit Ardooie (°1897), “Niet Rijk Maar Recht” uit Meulebeke (°1849) en “De Paradijsvogels” uit Veurne (°1840). De verenigingen staan in voor de organisatie van de wedstrijden. De vinkeniers hebben via de vereniging contact met elkaar en blijven na de vinkenzetting vaak nog wat hangen om bij te praten en ervaringen uit te wisselen.
Hoe zien de vinken eruit? De vink (Fringilla coelebs), die de grootte heeft van een mus, wordt ook wel botvink, boekvink of charlotte genoemd. Het is een zangvogel die bekend staat om zijn strijdlust. Je kan twee verschillende groepen botvinken onderscheiden. Enerzijds is er de inheemse boomgaardvink, anderzijds de trekvink. Die laatste zoekt in de herfst vanuit de stamgebieden in Noorwegen, Zweden, Rusland, Finland, Denemarken en Duitsland warmere oorden op. Het opmerkelijkste verschil tussen de twee groepen ligt in de zang. Het liedje van de boomgaardvink eindigt steevast op "sieskewiet" of "suskewiet". Een vink wordt daarom in de volksmond ook wel een ‘suskewiet’ genoemd. Alle vinken zijn gekenmerkt door een dubbele witte vleugelband en witte buitenste staartpinnen. Mannelijke vinken zingen het mooiste lied en hebben ook de mooiste kleuren. Ze hebben een blauwgrijze kop en roodbruine wangen. De onderzijde is wijnrood, de achterhals en een deel van de zijhals zijn leiblauw en het voorhoofd is zwart.
Het vrouwtje is bruiner en de onderzijde is licht grijsbruin, de rug is olijfbruin.
De liedjes van de vink Trekvinken hebben een gezang dat eindigt op "weeuw" of "beeuw". De zang van de inheemse boomgaardvink wordt door de vinkeniers ook wel "Vlaamse zang" genoemd. Alles wat daarvan afwijkt, wordt "Waalse zang" genoemd. "Waals" verwijst hier niet naar Wallonië, maar naar het Oudnederlandse woord voor alles wat vreemd en uitheems is. Jonge vinken kunnen het liedje leren door te luisteren naar een ervaren oudere vink. Heel wat vinkeniers leren de liedjes echter aan door een compact disk met het liedje te laten afspelen in de nabijheid van de kooien.
Blinde vinken Vanaf de 19de eeuw tot aan het begin van de 20ste eeuw werden wedstrijdvinken doorgaans blind gemaakt, omdat er van uit gegaan werd dat ze dan beter konden zingen. Het blinden van vinken gebeurde door de oogleden van de dieren dicht te schroeien. De ingreep was meestal omkeerbaar, maar allesbehalve diervriendelijk. In 1920 maakte de overheid dan ook een einde aan dit gebruik. Het verbod werd ingegeven door protest van oud-strijders, die tijdens WOI blind waren geraakt bij gasaanvallen aan het oorlogsfront.
Vinken vangen Het vinkenzetten was traditioneel verbonden aan het vangen van vinken. Dat heeft niet alleen met de zangwedstrijden op zich te maken, maar ook met het feit dat vinken kweken geen sinecure is. Ieder jaar moesten er dus nieuwe vinken uit de natuur komen om verder te kunnen kweken. Lange tijd mochten de vinkenbonden Avibo en Vi.Mi.Bel vinken vangen volgens bepaalde quota. Om te kunnen kweken, moesten er vooral voldoende vrouwelijke vinken gevangen worden. Sinds 2003 is de vinkenvangst verboden. Om het aantal vinken op peil te houden en zo de vinkensport te behoeden voor de teloorgang, worden er nu kweekprogramma’s voor vinken opgezet.
Kooi Een vinkenier zorgt er voor dat zijn vinken thuis in een volière over voldoende bewegingsvrijheid beschikken. Enkel tijdens de wedstrijden wordt een vink tijdelijk in een kleine kooi of ‘renne’ opgesloten. Na het verbod op het blinden van de vinken kwam er een nieuw kooitype in gebruik, dat tot op de dag van vandaag in gebruik is. Die kooi is geblindeerd door melkglas zodat de vink er enkel licht en donker in kan onderscheiden en niet afgeleid wordt. In het duister kan het diertje zich ongestoord volop toeleggen op het zingen van zo veel mogelijk liedjes. (in de volkstaal wordt dit ook wel kwinkelen, schuifelen of vedelen genoemd Er wordt ook voor gezorgd dat er voldoende luchtcirculatie in de kooi is. ).
Vinkenzetten: een passie Het vinkenzetten is een intensieve bezigheid: een vinkenier moet eerst heel wat tijd en moeite in zijn vinken investeren voor hij de vruchten van zijn arbeid kan plukken. Eerst moeten de dieren gekweekt, goed gevoed en ‘opgeleerd’ worden. Net zoals in de duivensport besteedt een vinkenier veel aandacht aan de verzorging van zijn vogels en geeft hij ze een naam. Pas na enkele jaren zingt een vink op volle kracht om te kampen in de wedstrijden. Vinkeniers raken in die tijd dan ook echt gehecht aan hun dieren. Vroeger werden er soms zelfs overlijdensberichten geplaatst in het contactblad van de vinkeniers als een goede zangvogel stierf.
Familietraditie Vaak is het houden van vinken en het spelen met vinken een familietraditie. De meeste vinkenzetters leerden het vinkenzetten als kind en geven de kennis en de passie vandaag door aan hun eigen kinderen of kleinkinderen. Omdat vinkenzetten geen kracht of uithouding vergt, vinden vele actieve ouderen/gepensioneerden het een aangenaam tijdverdrijf. Net zoals in de meeste volkssporten zijn vrouwen ook bij het vinkenzetten in de minderheid, al neemt hun aantal en invloed wel toe.
De paradijsvogels uit Veurne organiseerden in Lombardsijde De zettingen vonden plaats in de Bamburgstraat te Westende. Inschrijven kon in de voetbalkantine van SC Lombardsijde. Ziehier het volledig programma Zaterdag 14 mei: zetting om 9 uur, inschrijving vanaf 07u15. Prijzen: Kleine attentie voor iedere deelnemer bij de inschrijving 100 euro vooruit + de inleg en ongeveer 50 euro natura Onder de leiding van Alain Calcoen, voorzitter van ‘De Paradijsvogels’ met Belgische vlag in de hand, trotseerden 29 dappere vinkeniers, waarvan één uit Westende-bad en één uit Lombardsijde de ijzige koude en de wind. Er waren er zelfs die op geen kilometer keken om deel te nemen, namelijk uit Wervik, Roeselare, Meulebeke, Denderhoutem, Jabbeke, Zerkegem, Lebbeke, …Er waren ook twee vrouwelijke deelnemers. Natuurlijk durfde ik geen kik geven om de vogels niet te storen in hun gezang. Alain keek daar trouwens streng op toe.
De trofee werd uitgereikt door schepen Bart Vandekerckhove.
Zondag 15 mei om 16 uur: de grote prijs ‘Jean-Marie Dedecker en Alain Calcoen’. Prijzen: 150 euro vooruit + de inleg en 350 euro natura.. Winnaar ontving een trofee uit handen van Jean-Marie Dedecker. Na de zetting werd de innerlijke mens versterkt.
Maandag 16 mei om 9 uur: grote prijs ‘Gebroeders Chris en Lucien Niville uit Westende’. Prijzen: 100 euro vooruit + de inleg en 50 euro natura. Winnaar ontving een trofee uit handen van de Niville Brothers. Elke dag ontving de eerste vrouw een prachtig juweeltje terwijl er tevens een prijs voorzien was voor de eerste jeugdspeler met eigen speelkaart. Er werd een globale rangschikking opgemaakt van de 3 zettingen. De winnaar van de driedaagse was Daniël Pieters uit Oostduinkerke. Eerste Middelkerkenaar was Arthur Coopman. De eerste 5 van die rangschikking ontvingen een prijs. Men was niet verplicht om met dezelfde vogel deel te nemen.
Het bestuur van de paradijsvogels Veurne dankte het gemeentebestuur van Middelkerke en het bestuur van voetbalclub SC Lombardsijde en alle sponsors: Jean-Marie Dedecker, Immo S Westende, Bart Vandekerckhove Middelkerke, Sanitair Eddy Deroo Middelkerke, gebroeders Niville Westende, Ressen Nelly Genk, Argenta Lombardsijde, Jan Gebert Middelkerke, Coopman Arthur en dagbladhandel Laetitia Lombardsijde.
Middelkerke: Mogen wij onze mening nog uiten? Is ‘democratisch’ handelen nog wel aan de orde? Krijgt de burger inspraak?
Er gebeuren de laatste tijd rare dingen! Ik hoorde althans allerlei klachten over ‘doofpotoperatie’, ‘geen inspraak’, ‘ondemocratisch’, ‘… Er hebben zich inderdaad enkele incidenten voorgedaan die tot diep nadenken stemmen en die zouden moeten leiden tot een ernstig gewetensonderzoek door onze politici. Zowel op federaal, Vlaams of gemeentelijk vlak. Dat is natuurlijk geen verschijnsel van deze tijd alleen. Machtsmisbruik, miskenning van minderheden en andere ‘fraaie’ houdingen ten opzichte van oppositieleden hebben zich natuurlijk al altijd voorgedaan en zullen zich zo goed als zeker altijd blijven voordoen. In het ene land natuurlijk wat meer dan in het andere, maar … wij doen goed mee … en Middelkerke doet in Vlaanderen voor niemand onder.
Een slechte start van de Open VLD begin 2001 De Open VLD kwam begin 2001 aan de macht en hun start was een knaller. Ik geef toe dat de vestiging van een asielcentrum in ‘Zon en Zee’ een harde eerste noot was om te kraken. Michel Landuyt en zijn volgelingen hebben zich van meet af aan gemanifesteerd als arrogante bestuurders die weigerden te luisteren naar de Westendenaars die een resem aan bezwaren van allerlei aard hadden tegen dat asielcentrum. Er bestond nochtans geen enkele twijfel over dat het verdwijnen van een bloeiend vakantiecentrum zware, misschien zelfs onoverkomelijke, gevolgen zou hebben voor de toeristische aantrekkelijkheid van Westende-dorp en dus ook voor de bloei van de lokale handel. Het ging niet alleen over miskenning van een paar duizend inwoners maar in hun arrogantie en aangevoerd door een advocaat, die toch beter had moeten weten, weigerden ze te erkennen dat de vestiging van zo’n centrum in een zone voor verblijfsrecreatie onwettelijk was. Ik heb mij verschillende jaren afgevraagd waarom het gemeentebestuur niet eens het initiatief nam om samen te gaan zitten met het actiecomité om na te gaan welke stappen konden gezet worden om de woede van de inwoners te temperen en tegemoet te komen aan enkele verzuchtingen van de actievoerders. IJdele verwachting! Ze hadden schrik om uit de boot te vallen als minister Johan Vande Lanotte geschenken zou uitdelen en daarom verkozen ze diens mouw te vegen en onder één hoedje te spelen met de al even arrogante en daarom door velen gehate directrice, goeie vriendin trouwens van Johan. Het eerste optreden als verantwoordelijke partij van de Open VLD kan dus niet anders genoemd worden dan ‘mislukt’, ‘tegendraads’, ‘onsympathiek’ en ‘weinig goeds belovend’.
En daar bleef het inderdaad niet bij Je zou kunnen en moeten denken dat ze nu wel hun lesje geleerd hadden en dat ze iets goed te maken hadden, maar neen … Ze volhardden in de ‘boosheid’ en dat hebben we in de voorbije 15 jaar menig keer aan de lijve ondervonden. In een eerste legislatuur was er slechts een nogal lauwe oppositie die op de klassieke uitzonderingen na, weinig weerstand bood en die het niet erg in zich had om tegen te spreken, kritiek uit te oefenen of klacht in te dienen. De twee schepenen van het Progressief Kartel die van 2001 tot 2006 deel uitmaakten van het college, zullen misschien nog diegene geweest zijn die het meeste weerwerk boden. Ze zijn er niet voor beloond geweest en hun initiatieven mochten slechts op weinig steun rekenen van hun college-collega’s. In de tweede legislatuur is de oppositie van een heel andere aard. De lijst Dedecker (7 zetels) en het Progressief kartel (2 zetels) en af en toe de onafhankelijken (2 zetels), dat zijn in totaal 11 zetels, moeten natuurlijk optornen tegen een Open VLD – CD&V meerderheid van 14. Het hemd is altijd nader dan het rokje, natuurlijk, en een oppositie krijgt nooit geschenken. Om hun onafhankelijkheid te bewaren mogen ze er volgens mij ook niet voor solliciteren. Maar dat doen ze ook niet! Vooral de lijst Dedecker maar ook het Progressief Kartel werpen zich vaak op als ‘waakhond’.
Hierna vinden jullie een aantal agendapunten waarop tegenstemmen van de oppositie volgden die echter genegeerd werden. Er zijn er zeker nog meer. --achterstallige taksen op de automatische spelen te betalen door de concessiehouder van de casino -huren tussentijdse locatie casino in ‘kasteel Middelkerke’ -verzelfstandiging van de gemeentelijke verenigingen -verdwijnen van ‘Zomerhit’ -de beslissing om het ambt van OCMW-secretaris niet open te stellen maar te laten invullen door de gemeentesecretaris -erfpacht van de Calidris -vraag om de gemeenteraden te streamen -onregelmatige toewijzing van de uitbating van de Westendse kerstmarkt -verkiezing van het bestuur en van de leden van de vzw Toerisme -overtreding tegen artikel gemeentedecreet of tegen huishoudelijk reglement -goedkeuren huishoudelijk reglement -niet bijeenroepen van commissie algemeen beleid -postregistratie -weren van mensen met grote expertise in commissie ruimtelijke ordening -oprichten van nutteloze interlokale vereniging CollaboRegio -goedkeuring uitvoeringsplan bedrijfsterrein -toekenning van subsidies -gemeentelijke administratieve sancties -retributiereglement op uitgevoerde opdrachten van brandpreventie door ‘Hulpverleningszone West-Vlaanderen’ -goedkeuren van betwist verslag gemeenteraadszitting (sporadisch) -kerkfabrieken en Prot Baptistenkerk: negatief advies rekeningen en meerjarenplannen -wie moet kosten voor kerken betalen (overheid, religies?) -instelprijs bij 2e poging verkoop pastorie Lombardsijde -opmerking bij examens voor gemeentelijke functies -leasing overtollig geoordeeld voertuig politie -kritiek op één of ander RUP (vb Ontwerpplan RUP nr2 Zeedijk-Tennis) -uitbating van ‘De Kwinte’ -afkeuren van pop-up stores wegens concurrentie met vaste handelszaken -gratis optreden als VIP van mandatarissen op ‘Noordzeecross’
De meerderheid weet het altijd beter en geeft zelden een duimbreed toe. Bij een eerder zeldzame gelegenheid komen ze achteraf met een uitleg, die de opmerkingen van de oppositie wegwuift en uitzonderlijk hebben ze ook wel eens gelijk. Voorstellen van de oppositie kunnen meestal niet of nooit op de steun rekenen van de meerderheid. ‘Wat wij niet bedacht hebben, kan niet goed zijn’.
Maar de laatste tijd loopt het de spuigaten uit In de voorbije weken hebben zich enkele incidenten voorgedaan die wijzen op een ongezonde verhouding meerderheid – oppositie. Janna Opstaele heeft het zelfs over ‘negatieve ingesteldheid van de oppositie’ ‘ Vooreerst was er de tussenkomst van CD&V - schepen Francine Ampe – Duron in een poging om de aankoop van een huis door haar zoon en zijn vriendin ongedaan te maken door het huis onbewoonbaar te laten verklaren. In haar hoedanigheid van schepen, vindt de oppositie maar ‘een persoonlijke aangelegenheid’ volgens de meerderheid. Een schoolvoorbeeld van een ‘doofpotoperatie’! Met de nodige leugens die bij zoiets ‘horen’! Jullie kunnen er (bijna) alles over te weet komen door mijn artikel ‘Middelkerke: ging een schepen/moeder haar boekje te buiten?’ te lezen in de map ‘Gemeentebestuur’
De oppositie vindt dat ze gemuilkorfd wordt Tot op de zitting van de raad van 14 april 2016 voorzag het huishoudelijk reglement van de gemeente dat op het einde van een zitting van de gemeenteraad mondelinge vragen mochten gesteld worden door de raadsleden. Dat is ook voorzien in het gemeentedecreet (artikel 32). Het is het moment bij uitstek voor de raadsleden om zich te laten horen. Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen de klassieke agendapunten, waarover gestemd wordt, en de vragen ( = interpellaties) en antwoorden waar dat niet het geval is. Op de zitting van april werd aan de raad voorgesteld om de regeling van het vragenrecht aan te passen. "Dit om de procedures te verduidelijken, de regeling eenvoudiger te maken en in het kader van kwaliteitszorg”. In wezen komt het erop neer dat er nog twee soorten vragen zijn. Op schriftelijke vragen zonder directe relatie met een raadszitting wordt schriftelijk geantwoord en vragen die behandeld worden tijdens een raadszitting worden vooraf, 48 uur op voorhand, schriftelijk ingediend zodat er voldoende voorbereidingstijd is om de antwoorden correct en volledig te formuleren. De meerderheid bedoelde daarmee eigenlijk dat ze niet langer verrast wenste te worden bij de onaangekondigde tussenkomsten van de oppositie. Natuurlijk heeft het indienen van een schriftelijke vraag bijlange niet het zelfde effect als een mondelinge, maar anderzijds kan ik er wel inkomen dat de meerderheid verkiest om de antwoorden goed voor te bereiden. De vraagstellers hebben er ook geen voordeel bij als de burgemeester, de voorzitter of een schepen steeds antwoorden, dat ze het ‘zouden moeten opzoeken’ en dan bij een volgende zitting een antwoord geven. De oppositie moet wel erg ontgoocheld zijn over deze wijziging aan het huishoudelijk reglement. Daarvan getuigen hun ‘straffe uitspraken’. Geert Verdonck (Progressief kartel): “Het toont duidelijk hoe bang ze zijn van de oppositie. Niet moeilijk als je merkt hoe pover het schepencollege zijn dossiers voorbereidt. Maar ik zal mij hier niet aan houden. Dit is ronduit het faillissement van de democratie in Middelkerke. We worden doodleuk gemuilkorfd”. En de raadsleden namen dit dan ook letterlijk, want nadat ze even de zaal verlieten, kwamen ze terug met een pleister op de mond.
Jean-Marie Dedecker sprak de voorzitter tijdens het verder verloop van de zitting aan als ‘Erdogan’ en dat is toch een autoritair man, een dictator eigenlijk die de pers censureert, die met geweld optreedt tegen betogers, en nog veel andere ‘heldendaden’ op zijn kerfstok heeft. Zowel Dedecker als Verdonck overdreven natuurlijk fel, want eerst en vooral wordt Landuyt te veel eer aan gedaan als men hem beschouwt als iemand waarmee de democratie staat of valt, terwijl anderzijds natuurlijk heel wat ergere voorbeelden van ondemocratisch handelen kunnen aangehaald worden dan het verbieden van mondelinge vragen op een zitting zelf.
Dulden onze gemeentelijke politici dan misschien inspraak van de bewoners? Titel I artikel 3 van het gemeentedecreet voorziet dat de gemeente zoveel mogelijk de inwoners bij het beleid moet betrekken.’ Wat betekent ‘inspraak’ eigenlijk? Dat is noch min noch meer de mogelijkheid om je mening te geven over iets waarbij je betrokken bent, wel te verstaan dat er ook eens rekening mee gehouden wordt.
Worden er dan misschien soms inspraakavonden georganiseerd waar de mening van de inwoners gevraagd wordt? Wordt er dan echt geluisterd naar hun wensen? Neen! Michel zei namelijk ooit dat hij daar niet van houdt omdat dit echte ‘praatbarakken’ zijn. Worden dan misschien referenda georganiseerd? Natuurlijk zijn die nergens bindend maar als de overgrote meerderheid van de bevolking kiest voor een bepaald standpunt, worden ze dan gevolgd? Neen! De tramroute wordt toch verplaatst niettegenstaande Lombardsijde er (destijds) tegen was. Ik hoor jullie al zeggen dat de bevolking toch geraadpleegd wordt of moet ik ‘geïnformeerd’ schrijven als er wegenwerken in hun straat of omgeving zullen uitgevoerd worden. Dat klopt, maar kan iemand mij een voorbeeld geven van een geval waarin een betrokkene VOORAF zijn mening mocht geven over het algemeen concept.
Je kunt er zelfs niet op rekenen dat je e-mails beantwoord worden. Rechtstreekse vragen aan de gemeentelijke diensten staat de secretaris niet toe. Alles moet langs hem passeren. Toegegeven, op mijn laatste vragen kreeg ik snel een antwoord. Is er in de gemeenteraad nog een vragen-halfuurtje voor de inwoners voorzien? Ik zie er nergens geen spoor van!
Bronnen Artikel in de ‘Krant van West-Vlaanderen’ van Matthias Feyen: ‘Opnieuw animo op gemeenteraad Middelkerke: "Michel Landuyt is precies Erdogan"’ Artikel van Dany Van Loo in ‘Het Nieuwsblad’ “Dit is het einde van de democratie’
Natuurlijk volg ik mijn artikels op! Zou de gemeente dat ook doen?
Als iets mij onregelmatig of verkeerd lijkt, of als ik iets zie dat in slechte toestand verkeert, dan schrijf ik daar meestal over … als het belangrijk genoeg is. Alhoewel ze dat al vaak ontkend hebben, heb ik al meerdere keren kunnen vaststellen dat mijn ‘schrijfsels’ toch gelezen worden door het gemeentebestuur. Ik zeg wel ‘gelezen’, niet ‘goedgekeurd’ en zeker niet ‘in dank aanvaard’. Natuurlijk maak ik mij geen illusies. En het hoeft ook niet! Betekent dat nu dat mijn opmerkingen in dovemansoren vallen? Zouden zij echt altijd doen alsof hun neus bloedt of wordt er ook al eens positief op gereageerd? Ik weet het niet! Let wel, daarvoor schrijf ik mijn artikels niet, maar als ik iets aanklaag dan doet het niettemin plezier als de gemeente in actie schiet om het euvel te verhelpen, bijvoorbeeld door iets te (laten) herstellen of op te (laten) kuisen, bijvoorbeeld aan het wegdek.
Verbeterde weg
Maar … laat mij niet langer rond de pot draaien. Op 7.3.2016 verscheen op mijn blog in de map ‘Pleinen en straten – staat en netheid’ het artikel ‘Het grootste bouwproject ooit in Westende-dorp’. Ik schreef toen over de omleidingen die moeten gevolgd worden: ‘de wegen verslijten veel rapper door het drukker verkeer. De boorden van de asfaltwegen breken af en laten scherpe uitsteeksels achter. Als er een tegenligger afkomt moet je, gezien de beperkte breedte van de weg, in de berm gaan rijden. Als je daarna weer op de weg wil komen, krijgen de banden het hard te verduren vanwege die scherpe asfaltpinnen. Het zou me dus niet verwonderen als de gemeente straks enkele eisen voor schadevergoeding binnenkrijgt. Hieronder zien jullie drie foto’s van de toestand van de Bamburgstraat. Ik had er zo wel 20 kunnen opnemen in mijn artikel.’
Welnu, ik weet niet wie het werk precies uitvoerde maar de bermen werden voor een groot deel opgevuld met grind, keien of steenbrokjes.Of mijn artikel enige invloed gehad heeft, dat zullen jullie mij niet horen beweren. In elk geval: Proficiat! Ze zien er nu zo uit:
Een hele verbetering, toch? Maar er is nog werk, hoor! Ook in de Steenstraat!
Ik feliciteer de verantwoordelijken voor de grote wegenwerken omdat zij die zo draaglijk mogelijk maken. Aan de kruispunten van de Westendelaan met de Heidestraat en de Langestraat is alle verkeer mogelijk (althans op 8 mei 2016 en in één richting, spijtig genoeg elkaar niet aanvullend want beide in dezelfde richting) Volgens de (mobiele) verkeerstekens mag je trouwens de Heidestraat niet inrijden als je van Lombardsijde komt maar wel als je van Middelkerke komt. Aan de Hofstraat en de Steenstraat kunnen fietsers en voetgangers gebruik maken van een voor hen speciaal aangelegd pad. Bovendien staan overal borden die de weg naar het dorp aanduiden.
Hondenpoep is geen kattepis
Het is mijn gewoonte als ik een nieuw artikel op mijn blog zet, te verwijzen naar mijn vorige artikels over hetzelfde onderwerp:. Dat doe ik nu ook weer; Hier zijn ze.:
18.8.2014 Zomerse vuiligheid in Westende … en niet alleen hier, zeker? 04-11-2013 Map Milieu ’t Is maar dat jullie weten wat er roert in Middelkerke en Westende 15-04-2013 Deelgemeente Middelkerke gaat in zijn eentje voor de zoveelste keer een verwoede strijd aan tegen hondenpoep 11-04-2010 De weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens! 26-09-2007 Hondendrollen en Paardenvijgen
Ik weet het, dat is geen verheven onderwerp, maar het Middelkerks gemeentebestuur blijft maar nieuwe maatregelen uit de hoed toveren omdat sommige hondenbezitters maar geen gehoor willen geven aan de smeekbede van de goedmenende overheid.
En … wat houdt de nieuwe campagne deze keer in? Onderstaande leuke affiches worden overal verspreid.
Er zullen ook mobiele hondenpoepborden ingezet worden. Burgemeester Janna Opstaele: "Inwoners die hondenpoep in hun buurt willen aanklagen, kunnen dit signaleren via een mailtje naar onthaal@middelkerke.be en het mobiele hondenpoepbord aanvragen. Het bord zal dan veertien dagen aan het gevraagde adres worden geplaatst en bovendien zal de preventiedienst de buurt extra in de gaten houden. We willen hiermee inwoners sensibiliseren dat hondenpoep op straat veel mensen stoort. Trouwens, wie hondenpoep niet opkuist, riskeert een boete tot 350 euro"
Daar zijn ze weer met ‘riskeert’! Ik herhaal mijn vraag uit vroegere artikels: ik zou graag eens weten hoeveel gasboetes al uitgedeeld werden door de gemeente aan hondenliefhebbers zonder poepzakje of aan diegene die zich niets aantrekken van alle inspanningen die door de gemeente op dat gebied geleverd worden. Er moet toch eens een einde komen aan de ‘preventie’!!
Nu we het toch over ‘pis’ hebben. Na één van mijn vorige artikels over hondenpoep, merkte één van de lezers op: “Eén item werd door u niet behandeld. Inderdaad, de hondenplas. Te pas en te onpas zie je honden plassen tegen muurgevels van huizen, appartementen en zelfs op voedingswaren die worden uitgestald door handelszaken, ook is het triestig hoe het werk van gemeente -werklieden niet wordt gewaardeerd, plassen in de mooi aangelegde bloemen en of plantenparkjes. Mijn hond heeft niet de kans te plassen op mijn muurgevel, dus kan het ook niet op de gevel van iemands anders.”.
En dan blijft er natuurlijk de paardenpoep. Ben ik dan de enige die vindt dat die paardendrollen op straat ook niet zo’n mooi zicht opleveren?
En tover nu maar een glimlach op jullie gezicht want hier volgt geen ‘vuile’ maar een ‘vieze’ mop: Twee vliegen zitten op een hondendrol. Zegt de ene ‘ik ken een leuke mop’. En de andere: ‘vertel op, als het tenminste geen vieze is, want ik ben aan het eten’.
Bronnen http://www.hln.be/regio/nieuws-uit-middelkerke/gemeente-zet-mobiele-hondenpoepborden-in-a2691338/ Artikel van BPM met foto in ‘Het Laatste Nieuws’: ‘Gemeente zet mobiele hondenpoepborden in’
Westende aan de Belgische kust was ooit een van de meest mondaine badplaatsen van Europa. Nu haalt de elite er zijn neus voor op. Zo niet redacteur Bart van Oosterhout, die er al bijna zijn hele leven komt.
24 april 2016 was dus in België ‘Erfgoeddag’. Ik heb het daar verleden week uitvoerig over gehad. Ter herinnering: het thema van de dag was ‘Rituelen’. Dat houdt onder andere 'een opeenvolging van handelingen in een bepaalde volgorde en op een welbepaalde plaats’ in. Nu ontdekte is toch wel op het internet een deel van de jeugdherinneringen aan Westende-bad door Bart van Oosterhout uit Amsterdam, Manager Publishing, Hoofdredacteur ‘Uitkrant’, A-mag, AMS. Zeker de moeite waard om die souvenirs, met zijn toestemming uiteraard, hier te publiceren. Vele onder ons hebben het ook allemaal meegemaakt ... en uiteraard is de tekst goed geschreven.
Ik wil trouwens ook een paar boeken aanbevelen die gelijkaardige souvenirs behandelen. ‘De villa in de duinen’: een jeugdverhaal van Anneriek van Heugten, Nederlandse schrijfster van jeugdboeken, die ‘Les Zéphyrs’ betrekt in haar verhaal waarin ze het heeft over de rijke familie die de zomers in Westende doorbrengt. ‘'Aan zee. Taferelen uit de kinderjaren’ door Eric de Kuyper. Hij beschrijft hoe een Brusselse familie jaren naeen de zomer doorbrengt in Oostende.
* Het is juni 1967. Ik ben vier jaar en ik zit in mijn favoriete gele trapauto met zijspan, omringd door mijn broer en mijn tweelingzusjes. We rijden een blokje rond de flats aan de grote boulevard van Westende. Het is een van mijn oudste vakantieherinneringen. De vergeelde foto hangt nog steeds bij me thuis. Vorig jaar heb ik mijn vrouw en mijn zoon op dezelfde plek gefotografeerd. Ik hoopte misschien dat ik er een bepaalde betekenis aan kon geven, maar dat kan ik niet. Behalve misschien dat je niet aan je verleden kunt ontsnappen.
Kwallen meppen '67 was het eerste jaar dat we naar Westende op vakantie gingen. Toen ik de foto's er weer bijhaalde, zag ik dat we het jaar ervoor in Duinbergen waren geweest. Maar toen waren mijn tweelingzussen er nog niet bij, dus dat telt niet. In mijn herinnering was het altijd Westende. De skelters kon je er overal langs de boulevard huren bij bedrijfjes als Bernadette, Louise of Diane. Voor twintig franc mocht je een half uur wegblijven. Voor meisjes had je ze in de vorm van paardjes of ijscokarretjes. Mijn broer en ik hadden altijd snelle driewielers. De brede boulevard was de ideale racebaan, de madammen achter hun kinderwagens waren de obstakels en de rand van de dijk waar nog geen hek stond, was het grootste gevaar. Je kon er zo met je kar naar beneden kieperen, en dan zat je klem tussen de dijk en de badhuisjes. Zo'n badhuisje huurden we net als ieder gezin voor de hele zomer. Je kon je er verkleden, maar ze dienden vooral als opslagplaats voor windschermen, vliegers, ballen, emmers en tennisblokken. Tennisblokken waren zware houten blokken met een lang elastiek waar een tennisbal aan zat. Zo kon je in je eentje tennissen op het harde gedeelte van het strand. Soms lag het strand met eb vol met doorschijnende kwallen, die gemeen staken als je er op trapte. Na verloop van tijd droogden ze uit, maar voor het zover was, gingen wij ermee tennissen. Dan was je racket een fritessnijder: na een paar keer heen en weer slaan veranderde de kwal in vierkante blokjes.
Soepwagen Op sommige dagen was ik de hele dag in de weer met mijn garnalenschepnet, een lange stok met aan het eind een dwarslat waar een netje achter hing. Je moest hem geduldig voor je uitduwen en na verloop van tijd had je dan een handvol halfdoorzichtige grijze garnalen in je net. Vooral in de buurt van de 'pieren', de golfbrekers van dikke blokken basalt, zaten er veel. Als je geluk had zat er ook een zeester bij. Ik stopte de garnalen in een emmertje en 's avonds kookte mijn moeder ze tot ze roze en eetbaar waren. We aten warm tussen de middag. Om twaalf uur reed de 'soepwagen' klingelend met zijn bel door de straat, en togen de moeders met grote pannen naar beneden. Je had kervelsoep, tomatensoep en dagsoep. We aten de soep met grijs brood, zo heet bruinbrood hier, dat we besmeerden met gezouten hoeveboter. De soepwagen rijdt er nog steeds. Alle vaders bouwen zandkastelen voor hun kinderen. De onze bouwde sphinxen. Hij maakte eerst met zijn schop een ovaal in het zand, waar de gracht kwam. Wij schepten het zand in het midden en hij boetseerde daar een sfinx van. 'Finks', zeiden wij. Wat een sfinx was, wisten we niet, maar dat deerde niet, want we hadden het grootste bouwwerk van het strand. Je moest ze 's ochtends bij eb bouwen. Als de vloed kwam opzetten, liep de gracht vol en zaten we op een sfinxeiland. 'Dit jaar bouwde ik zes sphinxen!' schreef mijn vader in het album van 1967.
Hippodroom In mijn familiegeschiedenis speelt Westende een belangrijke rol. Mijn Belgische opa en oma van moederszijde kwamen er al, zegt mijn vader. Dat was vóór de oorlog, toen het nog een mondaine badplaats was. In het midden lag de chique tennisclub, kortweg 'Le Tennis'. Op de foto's uit die tijd die mijn vader nog bewaart, zie je dames in lange witte rokken en mannen in lange broek, met strohoeden tegen de zon. Het Westende Palace hotel stond er nog in volle glorie bij. Er werkten toen nog piccolo's en eindeloos veel kamermeiden. Op een foto uit 1937 is te zien dat er voor het hotel zelfs dancings in de openlucht werden gehouden. Het hotel was in 1924 compleet herbouwd nadat het oorspronkelijke Westend'Hôtel uit 1898 volkomen in puin was geschoten in la Grande Guerre. Want dáárvoor al was Westende een vakantieoord. De Brusselse industrieel Edouard Otelet had er een dijk laten aanleggen en statige villa's met trapgevels in Brugse stijl. In de kelders huisden de dienstboden die met de familie meereisden vanuit Brussel, Gent of Brugge. Er was een verwarmd zwembad, 'Le Lac aux Dames', vlakbij het strand en zoals in alle grote badplaatsen in die tijd was er een Kursaal waarin een balzaal, een theater en een casino huisden. De Kursaal van Westende is allang verdwenen. Maar Middelkerke en Oostende hebben er nog steeds een. Onze ouders namen ons soms mee naar een Duitse avond met operette en komische sketches. Nog later gingen we wel eens met het hele gezin spelen in het casino. Met honderd franc moesten we de hele avond doen. Dat lukte makkelijk. Een keer won ik vijfhonderd franc. Ik zette het geld in bij de 'bookies' op het 'hippodroom', de paardenrenbaan van Oostende waar vader ons 's zondags mee naartoe nam. Je moest door een tunnel onder de koninklijke loge door naar de overkant, waar de staanplaatsen voor het gewone volk waren. De bookmakers waren oude mannen met petten en sigaren in hun mond, die geheimzinnige tekens kregen vanaf de chique tribune aan de overkant. Daar zaten de heren in linnen pak en dames met hoeden in Ascot-stijl.
Plage tatouage 1937 was meteen het laatste jaar voor het mondaine Westende. Er kwamen bunkers en luchtafweergeschut in de duinen, waarmee steeds vaker geoefend werd. De rijke gasten verhuisden naar plaatsen als Knokke en Blankenberge en 't Zoute ('t zoete zeggen ze hier). Daar komen de rijke gasten nog steeds. Mijn oudere broer is net als mijn vader gehuwd met een Belgische van goede komaf. Zij bewonen er in de vakantie het appartement van haar ouders. Daar hebben de jonge gezinnen nog altijd hun eigen badhuisje en gaan de kinderen gekleed in Le Petit Bateau. Daar nemen ze kreeft met vin blanc tussen de middag in plaats van dikke frieten met bier, zoals bij ons in Westende. Westende is van het volk. Plage tatouage, zeggen ze in Knokke. De madammen met hun schoothondjes zijn er dikker en lelijker dan elders. Je ziet er echtparen in unisex joggingpakken met paarse en roze motieven. De mensen praten plat West-Vlaams. Ze slikken er al hun medeklinkers in. 'Da hao nie haon' (dat gaat niet gaan) zeggen ze als iets niet kan. En de pastoor in de kerk zegt 'de geilige geer' in plaats van de heilige Heer. En als mijn zus en ik voor de gezelligheid meegaan naar de kerk, stoten we elkaar nog steeds aan als hij het gaat zeggen.
Lelijkste kust ter wereld Twee jaar na onze eerste vakantie in Westende kochten mijn ouders er een appartement aan de oostzijde van het tennispark. Ik weet nog dat we het gingen bezichtigen toen het in aanbouw was. Ik speelde in de kelder met mijn broer en zus, waar later de keuken van restaurant Nelson zou komen. Ik keek door het kelderluik naar boven, precies onder de rok van mijn Antwerpse tante Jet, die daar juist met mijn moeder, haar zuster dus, stond te praten. Blijkbaar was dat heel erg, want mijn tante was in alle staten. Zij en haar man Jef kochten er later ook een appartement aan het tennispark, net als de oudste zus van mijn moeder, tante Ria. Nu komen hun kleinkinderen er. Het Westende Palace Hotel aan de overzijde stond er eind jaren zestig nog, maar was al ernstig in verval. Een tweede restauratie in 1950 had niet mogen baten, de internationale beau monde keerde er niet meer terug. Toen wij er tegenover kwamen te wonen, was het al niet meer in gebruik en eind 1972 werd het afgebroken. Er zou een grandioos nieuw gebouw verrijzen dat de naam Westende Palace waardig zou zijn, volgens de folder. Mijn vader besloot meteen dat we daarheen moesten verhuizen. Hij kocht de nieuwe flat met ondergrondse garage op papier. Het werd een ruim appartement met drie slaapkamers 'op 't vierde verdiep'.
Glazen gevels In die jaren werden de meeste oude villa's langs boulevard en tennispark afgebroken en vervangen door lelijke flats met glazen gevels. Geen een is er gelijk, een welstandscommissie schijnen ze in België niet te kennen. Later kwamen er de lawaaiige speelhallen bij en werd Le Tennis grotendeels vervangen door een speelplein voor de kinderen, met draaimolens en een skelterbaan. Zo veranderde de Belgische kust in een Atlantikwal van het nieuwe toerisme en werd ze de lelijkste ter wereld. Wij brachten het jaar erop de zomervakantie voor het eerst door in Spanje, maar we bleven jaarlijks naar 'de flat' terugkeren. Mijn zusters werkten er 's zomers als serveerster op een van de vele terrassen, om wat bij te verdienen. En met Pasen komen we er nog altijd met de hele familie bij elkaar. Dan gaan we naar de mis in het kleine kerkje in Middelkerke, waar de paashaas na afloop vanuit de kerktoren chocolade eieren over de hoofden uitstrooit die we opvangen in paraplu's. Maar ik ben er ook graag in de winter, als alle winkels dichtgetimmerd zijn omdat er toch geen toeristen zijn en de middenstanders 's winters in de visserij werken. Alles komt terug. Onze kinderen zijn de vierde generatie in mijn familie die hier schelpjes zoekt en verloren loopt tussen de families achter hun blauw-witgestreepte windschermen die allemaal op elkaar lijken. Overdag bouwen we een sfinx. Om een uur of vier zetten we ons aan het kriekenbier of een Grimbergen in de zon aan het terras van Bar du Soleil, dat hier al onafgebroken zit van voor de oorlog. En om zeven uur schuiven we aan in restaurant Nelson voor mosselen of tong. Westende mag dan de lelijkste kust ter wereld zijn, het is wel onze kust
De jaarlijkse Erfgoeddag en Open Monumentendag zijn twee evenementen die vet in mijn agenda ingeschreven staan. Ik schenk er ook telkens heel wat aandacht aan in mijn blog en zelden werd ik ontgoocheld door wat er op die dagen aan de deelnemers of bezoekers aangeboden werd. Jullie vinden voor de voorbije jaren het relaas in de map ‘Erfgoed’.
Welk verschil is er tussen ‘Erfgoeddag’ en ‘Open Monumentendag’? Nogal wat mensen verwarren wel eens ‘Erfgoeddag’ met ‘Open Monumentendag’. Daarom eerst nog even het onderscheid tussen beide. OPEN MONUMENTENDAG is de feestdag van het onroerend erfgoed: archeologie, gebouwen, monumenten en landschappen en valt steeds in september. Men noemt het ook materieel erfgoed. We onderscheiden daarin roerend en onroerend erfgoed. Deze laatste categorie bestaat uit tastbaar maar niet verplaatsbaar erfgoed, zoals archeologische sites, landschappen en monumenten. Ook varend erfgoed is onroerend. Objecten die tastbaar en verplaatsbaar zijn, zoals archiefstukken, museale objecten of historische voorwerpen, noemen we roerend erfgoed.
ERFGOEDDAG is in Vlaanderen de feestdag van het cultureel erfgoed. Dat is een verzamelbegrip voor alles wat we van vorige generaties overerven en wat we het bewaren waard vinden. We nemen het over, dragen er zorg voor en zullen het weer doorgeven, omdat wij er als gemeenschap of persoon belang aan hechten. Erfgoed vertelt ons iets over de huidige maatschappij en over onszelf. Het geeft onze identiteit mee vorm.voorwerpen, foto’s, oude postkaarten, documenten, feesten, tradities, een theaterkostuum, het recept van oma’s befaamde hutsepot, een processie, de lokale reus, stoere zeemansliederen… Men noemt het ook ‘immaterieel erfgoed’. Cultureel erfgoed omvat echter ook het materieel roerend erfgoed. Erfgoeddag valt steeds op een zondag einde april (16de editie op 24 april 2016).
Waarom twee erfgoedfeestdagen, vraagt iedereen zich af. Om die vraag te beantwoorden moet ik verwijzen naar de manier waarop onze samenleving georganiseerd is. We onderscheiden daarin het Vlaams Gewest en de Vlaamse Gemeenschap. In het algemeen kan je zeggen dat de Gemeenschappen vooral bevoegdheden hebben die samenhangen met personen (onderwijs, cultuur, welzijn, jeugd, sport,...) terwijl de Gewesten vooral bevoegdheden hebben die samenhangen met een territorium (ruimtelijke ordening, openbare werken, openbaar vervoer,...). De Vlaamse Regering beheert zowel de bevoegdheden van het Gewest als van de Gemeenschap. De bevoegdheden over het Erfgoed hoeven dus eigenlijk niet meer gescheiden te zijn, maar de scheiding heeft volgens sommige het voordeel dat het erfgoed twee zondagen in de belangstelling staat. Anderzijds pleit Middelkerke er al jaren voor om afwisselend een ‘Open Monumentendag’ en een ‘Erfgoeddag’ te organiseren. Men vindt dat het voor eerder kleine gemeenten niet altijd evident is om tijdens hetzelfde kalenderjaar een programma te maken over beide onderwerpen. Erfgoeddag is een organisatie van FARO, het Vlaams Steunpunt voor Cultureel erfgoed. Dat heeft als opdracht het aansturen van de publieke beeldvorming over cultureel erfgoed. Elk jaar tekenen honderden musea, archieven, erfgoedbibliotheken, heemkundige kringen en talloze andere erfgoedorganisaties en –instellingen present.
Voor het eerst onder de koepel van de vzw Kusterfgoed Kusterfgoed is een jonge erfgoedcel, opgericht in 2015 om het culturele erfgoed van de kustregio veilig te stellen voor toekomstige generaties. Dit is het eerste jaar dat er een intergemeentelijk samenwerkingsverband bestaat voor het erfgoed van onze kust. De vzw Kusterfgoed wordt gevormd door Oostende, Middelkerke, Blankenberge en De Haan. Kan men dan echt spreken over ‘Kust’? Neen, natuurlijk niet, want slechts 4 badplaatsen maken er deel van uit! Sommige spreken van ‘Middenkust’. Dat is het deel van onze kust tussen de badsteden Middelkerke en Wenduine. Dus eigenlijk hoort Blankenberge daar niet bij. Bredene wenst er geen deel van uit te maken! Het schepencollege vindt dat ze te weinig zekerheid hebben over de uitvoering en over de deelnameprijs. Bovendien is er in Bredene maar een beperkt aanbod aan erfgoed en daarom vindt men dat dit al voldoende aan bod komt met een eigen erfgoedwandeling.
Ik heb op 14 april 2016 aan het bestuur van de erfgoedcel de vraag gesteld waarom De Panne, Koksijde, Nieuwpoort, Zeebrugge en Knokke-Heist niet deelnemen. Omdat ik geen antwoord kreeg op mijn vraag, wat ik wel enigszins begrijp omdat het misschien vertrouwelijk is, heb ik dan maar de vraag gesteld aan de lokale cultuurdiensten. De gemeente Knokke-Heist is nooit uitgenodigd geweest om deel uit te maken van de erfgoedcel Kusterfgoed. Er is nu wel contact tussen de cel en de gemeente. De voor- en nadelen zullen na één jaar werking bekeken worden en daarna kan een eventueel lidmaatschap besproken worden. De gemeente De Panne legt uit dat de werking van een erfgoedcel pas mogelijk is na het indienen bij de minister van cultuur van een aanvraag tot het afsluiten van een erfgoedconvenant samen met een beleidsplan. De initiatiefnemers van de erfgoedcel kust hebben geen contact gehad met De Panne, maar dit is niet echt abnormaal, omdat ‘Achthoek’ (samensmelting van de intergemeentelijke culturele projectverenigingen ‘5-art’ (Alveringem, De Panne, Koksijde, Nieuwpoort en Veurne) en ‘Hout- en Blooteland’ (Diksmuide, Houthulst en Lo-Reninge) van de gemeenten/steden zelf van plan waren een erfgoedconvenant aan te vragen voor hun regio. Gezien de besparingen kunnen momenteel evenwel geen nieuwe aanvragen meer worden ingediend. Koksijde beweert sinds ettelijke jaren inspanningen te doen om een goed onderbouwd erfgoedbeleid te voeren, zowel met betrekking tot onroerend als roerend erfgoed. Verleden jaar heeft dat geleid tot de erkenning als 'onroerenderfgoedgemeente. Het bestuur acht het daarom niet nodig om deel uit te maken van een overkoepelende intergemeentelijke organisatie. Koksijde maakt wel deel uit van Achthoek, een intergemeentelijk cultureel samenwerkingsverband http://www.5-art.be/over-achthoek. De gemeente Nieuwpoort bevestigt grotendeels die uitleg van De Panne maar voegt eraan toe dat het intergemeentelijk samenwerkingsverband 5-art/Achthoek een aanvraag ingediend heeft bij de Vlaamse Overheid maar dat dit werd afgekeurd. Ondertussen zijn hiervoor geen subsidies meer voorzien waardoor een nieuwe poging tevergeefs zou zijn.
Mogen we daaruit nu besluiten dat er toch wat hapert aan de samenwerking tussen de verschillende kustgemeenten op het gebied van cultuur/erfgoed? Betekent dit nu dat de andere kustplaatsen van de Westkust (Nieuwpoort, Koksijde en De Panne) en van de Oostkust (Zeebrugge en Knokke-Heist) niet deelnemen aan Erfgoeddag 2016? Helemaal niet! Ze hebben allemaal een min- of meer uitgebreid programma voorzien.
De financies van de erfgoedcel De vzw Kusterfgoed krijgt vijf jaar lang jaarlijks 246.946 euro van de Vlaamse overheid in het kader van een erfgoedconvenant. De centen dienen voor de oprichting van een kusterfgoedcel, die vooral werkt rond het unieke roerend en immaterieel erfgoed aan onze kust. Daarnaast draagt elke gemeente jaarlijks 0,30 euro per eigen inwoner bij. Dat betekent voor Middelkerke een jaarlijkse bijdrage van 19.300 x 0,3 = 5.790 euro. Samen tellen de vier gemeenten iets meer dan 120.000 inwoners wat neerkomt op een jaarlijkse totale bijdrage van 36.508 euro. Alles samen een fors bedrag waar er heel wat mee kan gebeuren. Is die vzw wel nodig? Er zijn in onze kustgemeenten veel verenigingen, instellingen en personen die zich als vrijwilliger of beroepsmatig inzetten als lokale erfgoedspelers. Sommige spelers beheren een eigen collectie, andere concentreren hun werking rond een bepaald thema of een erfgoedaspect. Men kan zich dus afvragen waarom die absoluut moeten afhangen van een vzw Kusterfgoed. De organisatie geeft daarvoor volgende argumenten 1. Naast het lokale erfgoedveld zijn er ook heel wat bovenlokale spelers met een bepaalde expertise of interessante websites waar je als erfgoedvereniging of -organisatie bij terecht kunt voor advies over diverse thema’s zoals archiefwerking, behoud en beheer, digitalisering, educatie, ontsluiting en communicatie. 2. De erfgoedcel zelf is een rots in de branding waar verenigingen, instellingen en individuele personen terechtkunnen voor ondersteuning op inhoudelijk, financieel en logistiek vlak. 3. De erfgoedcel is een podium: vernieuwende projecten (voorbeeld graag?) plaatsen het lokale culturele erfgoed in de kijker en geven iedereen de kans om het erfgoed te ontdekken en door te geven. 4. Er werd een erfgoedconvenant afgesloten met de Vlaamse Gemeenschap om het lokale erfgoed zichtbaarder te maken en een erfgoedbeleid te ontwikkelen op maat van de kustregio. Wat dat laatste juist betekent, dat weet ik niet.
Het jaarlijks thema Elk jaar wordt een thema vooropgesteld. Dat betekent niet dat de verschillende organisatoren zich daar strikt moeten aan houden. In één van mijn vorige artikels over dit onderwerp, namelijk ‘Erfgoeddag 2012: Middelkerke doet wel mee deze keer … en hoe!!’ heb ik eens teruggezocht welke thema’s sinds 2002 aan bod kwamen. In 2016 werd gekozen voor ‘Rituelen’ met volgende verklaring vanwege de organisatoren: “Een ritueel is een opeenvolging van handelingen in een bepaalde volgorde en op een welbepaalde plaats. Een ritueel is het product van een cultuur. Veel rituelen zijn tot stand gekomen in religieuze gemeenschappen. Ongeacht de specifieke verscheidenheid van sociale rituelen en hun diversiteit in tijd en ruimte, lijkt het bestaan van dergelijke praktijken universeel te zijn. Rituelen worden gekenmerkt door de nadruk op de vorm (de exacte uitvoering van een handeling is belangrijk), herhaling (het is pas een ritueel als het meermaals wordt opgevoerd) en symbolisme (rituele handelingen hebben symbolische betekenis).”
Wat bood de vzw kusterfgoed allemaal aan op Erfgoeddag? Een uitgebreid gamma aan middelen werd ingezet om de Vlaming ertoe aan te zetten aan de geplande activiteiten deel te nemen: filmpjes, brochures, sociale media, …
Wie naar de kust kwam, kon in elke badplaats een aanbod naar zijn gading vinden. Werd het lokale erfgoed daardoor zichtbaarder? Wordt er echt een beleid op maat van de ganse regio ontwikkeld? Of gaat men ervan uit dat het volstaat de verschillende websites van de kustgemeenten te raadplegen? Men kon alvast het volledige programma van Erfgoeddag eenvoudig doorzoeken via de website http://erfgoeddag.be/programma . Via de kaart kon je snel zien wat er bij jou in de buurt te beleven viel. Of je kon het programma doorzoeken aan de hand van een zoekterm. Dit kon de naam van een gemeente zijn of de naam van de organistie, instelling of vereniging. De geselecteerde Erfgoeddagactiviteiten kon je dan bundelen in je persoonlijke Erfgoeddagbrochure. Men kon ook rechtstreeks naar de website http://www.erfgoeddag.be/sites/default/files/bijlagen/Kusterfgoed.pdf surfen waar in 20 onderdelen de bezienswaardigheden van de vier deelnemende gemeente vermeld worden. Dezelfde informatie kon je ook vinden in een handig programmaboekje met identiek dezelfde tekst. Men kan zich de vraag stellen of een kusttoerist die bijvoorbeeld vanaf 10 uur de activiteiten in Oostende bezoekt, zich daarna nog naar Middelkerke zal begeven waar hij/zij nog de tijd heeft om tot 18 uur hetzelfde te doen. Of zal de toerist één gemeente uitkiezen en dan nakijken op de website wat er allemaal aangeboden wordt? http://www.oostende.be/thema.aspx?id=5369 http://www.krantvanblankenberge.be/nieuws2016/krantvanblankenberge_01404.html http://www.visitdehaan.be/nl/doen/evenementen/erfgoeddag/2568/
En Middelkerke? Hoewel ze vermeld staan op de website van de vzw Kusterfgoed, wil ik toch nog even de in onze gemeente aangeboden bezienswaardigheden aanhalen. Om 11 uur was er een wandeling met gids aan het Arthur Degreefplein. Ik reserveerde daarvoor bij Littoralis, een organisatie die wandelingen organiseert. Spijtig genoeg was de opkomst met elf deelnemers eerder mager te noemen. Maar ja, wie geïnteresseerd was moest echt opbotsen tegen een hevige ijzige wind en regen, ja zelfs een hagelbui, trotseren. De voortreffelijke vrouwelijke gids leidde ons langs villa Cogels, de mess officieren, het oude postgebouw, het gemeentepark met zijn twee ingangszuilen, garage Omnia, het beeld 'Tegen de wind in' van Liliane Vertessen, het casino, de Duinenweg, de vlakte van de vroegere tennis en tenslotte naar de kapel Sint-Theresia. Het is niet altijd gemakkelijk 'rituelen' en 'onroerend erfgoed' te scheiden omdat heel wat gebouwen een belangrijke rol speelden in die rituelen.
Het museum ‘Kusthistories’ was geopend van 0900 – 12u30 en van 13u15 – 17u. Ziehier hoe de uitnodiging van de organisatie letterlijk luidde: “Heb je al gehoord van het koffieritueel? Ken je het verhaal van de lokale reus? Wil je meer weten over het bijgeloof van de vissers? Kom naar Kusthistories en ontdek de favoriete rituelen. Je vindt er een interactief touchscreen met korte filmpjes waarin verschillende erfgoedspelers je op hun manier een lokaal ritueel vertellen.”
Wie dat museum nog niet kende, zoals ikzelf, zal in een statig gebouw zeker onder de indruk komen van de prachtige inrichting. Misschien iets te weinig lokale geschiedenis, maar veel foto's en teksten zijn natuurlijk representatief voor alle kustplaatsen. Om 15 uur hield Erik de Kuyper, auteur van ‘Aan zee. Taferelen uit de kinderjaren’, er een lezing over een Brusselse familie die de zomer in Oostende doorbracht. Ik maakte van de gelegenheid gebruik om zowel het museum te bezoeken als de spreker te beluisteren.
Besluit Er kan onmogelijk beweerd worden dat de promotie van Erfgoeddag ondermaats gebleven is. Misschien is de propaganda zo uitgebreid en de hoeveelheid activiteiten zo talrijk dat je er wel eens het overzicht zou kunnen over verliezen.
Dat geldt echter niet voor Middelkerke op zich, maar voor het ganse programma. Als je dan ook weet dat van 22 april tot 8 mei ook nog de ‘Week van de Zee’ gehouden wordt, dan wordt dat misschien allemaal wat van het goede te veel.
We worden allemaal ouder en spijtig genoeg in veel gevallen ook hulpbehoevend. Er wordt naar gestreefd om de bejaarden zolang mogelijk in hun vertrouwde omgeving te laten. Zolang de betrokkenen nog alleen kunnen of mogen blijven, kan men een beroep doen op thuiszorg. Gaat dat niet meer, dan moet uitgekeken worden naar één van de dure en bovendien zeldzame beschikbare plaatsen in een rust- en verzorgingscentrum. Laat ons eens nagaan hoe een ouder mens ertoe kan komen om in zijn laatste levensjaren toch nog te genieten van de nodige verzorging en hoe zijn of haar sociaal leven toch nog enigszins in een aangepaste redelijke plooi kan vallen. Omdat ik in het voorbije jaar zelf daarmee geconfronteerd werd, wil ik jullie op de hoogte brengen van mijn ervaringen. Ik heb mij namelijk ontfermd over een bejaard familielid en ik heb kunnen ondervinden dat daar heel wat bij komt kijken. Misschien komt mijn verhaal voor jullie zelf, een ouder, broer of zuster nog van pas.
Zo begint het …. Misschien hebben jullie ook wel een bejaard familielid dat al jaren in een eigen huis woont met alle nodige voorzieningen, weliswaar lijdend aan kleine of grotere ouderdomskwalen, genietend van een pensioen. Misschien is dat laatste wel (te) klein, maar de behoeften van een bejaarde nemen elk jaar af. Als er geen huishuur te betalen valt en er wat spaarcenten zijn, dan zou men kunnen stellen dat er geen financieel vuiltje aan de lucht is. Maar niet iedereen is zo gelukkig... En dan komt een dag dat je op de hoogte gesteld wordt dat de bejaarde in huis gevallen is en naar de kliniek afgevoerd werd. Daar blijkt dan dat er eigenlijk sprake is van ondervoeding omdat alle levenslust en ook eetlust verdwenen was. Alle vriendinnen waarmee ze al eens een uitstap deed of waarmee ze wekelijks samenkwam, zijn gestorven en het hoeft dus voor haar ook niet meer!!! Ze wil sterven! Moet men de zieke, waarvan men houdt, oppeppen of gewoon laten gaan? Ik heb voor het eerste gekozen.
Wat doen als zij/hij weer naar huis mag? Als leek in zo’n situatie kan je in eerste instantie een beroep doen op de sociale dienst van de kliniek en van het ziekenfonds. Kan de patiënt nog steeds alleen thuisblijven? Als iemand om fysische, psychische of sociale redenen niet meer in staat is om normale dagelijkse activiteiten uit te voeren, maar met de nodige hulp toch nog goed bevonden wordt om alleen thuis te blijven, dan kan een beroep gedaan worden op de thuiszorg. Het ziekenfonds werkt hiervoor samen met professionele thuiszorgdiensten. De bejaarde kan genieten van de derdebetalersregeling voor de terugbetaling. Zo gebeurt de afrekening rechtstreeks met het ziekenfonds zodat de bejaarde niets hoeft voor te schieten.
Hiervoor is echter de tussenkomst van een dokter nodig die moet oordelen of de zelfredzaamheid of het vermogen van de patiënt om voor zichzelf te zorgen voldoende laag is om die hulp te rechtvaardigen. Op https://www.cm.be/diensten-en-voordelen/handicap/inkomen/integratietegemoetkoming/zelfredzaamheidsgraad.jsp kunnen jullie de beoordeelde punten en de berekening vinden. Trappen opgaan lijkt niet meer mogelijk of aangewezen en daarom kan de uitleendienst van het ziekenfonds (tegen betaling uiteraard) een hospitaalbed plaatsen op het gelijkvloers van de woning. Ook een mobiel toilet lijkt aangewezen (aan te kopen!) als het huistoilet meer dan enkele stappen verwijderd is. Iemand kan eveneens langskomen om advies te geven over de schikking van de woning, om de veiligheid en het comfort te verbeteren. De taken van het verzorgend personeel, in blokken van 4 uur/week, bestaan uit de persoonsverzorging (wassen, aankleden, eten en drinken, …) en huishoudelijke hulp (schoonmaak en karweihulp o.a. boodschappen doen, wassen, strijken, gezelschap houden, hulp bij verplaatsingen, verstelwerk, …) Een verpleegster komt één of twee maal per dag langs en regelt de inname van de voorgeschreven medicatie. Warme maaltijden worden thuisgebracht door het OCMW of door een zelfstandige traiteur. Je moet rekenen op ongeveer 7 euro voor een maaltijd. Voor het geval dat de bejaarde plots iets overkomt, installeert het ziekenfonds een draadloos alarmsysteem met een drukknop die de bejaarde goed bereikbaar op de borst draagt en waarmee een centrale kan bereikt worden, die één van drie opgegeven contactpersonen oproept.
Tijd om te denken aan een woon- en zorgcentrum (WZC) Ondanks de voortreffelijke hulp van het thuiszorgpersoneel, wordt de bejaarde toch geconfronteerd met eenzaamheid en ogenblikken waarop ze op zichzelf aangewezen is. Gezien haar hoge leeftijd, de verminderende mobiliteit, de aankomende alzheimer of dementie en de eventuele incontinentie, is het moment gekomen om te denken aan de opname in een woon- en zorgcentrum. Is er wel ergens plaats? Wil de betrokkene dat wel? Zal het verlaten, na zoveel jaren, van de eigen woning met eigen meubels en al die herinneringen om haar intrek te nemen in het onbekende rusthuis, niet te zwaar vallen en haar depressie niet verergeren? Daar komt dus wel wat overtuigingskracht bij te pas. Er bestaan gelukkig twee mogelijkheden voor kennismaking voorafgaand aan de definitieve opname: het dagverblijf en het kortverblijf. Het centrum voor dagverzorging heeft tot doel de thuissituatie van een zorgbehoevende te ondersteunen door overdag de zorg over te nemen. Dat biedt de mogelijkheid om langer thuis te blijven wonen. Het richt zich vooral tot mensen die te kampen hebben met fysieke, psychische of sociale problemen. Het centrum voor kortverblijf biedt een tijdelijke oplossing voor de gebruiker en/of familie voor vakantieverblijf, weekendopvang, nachtopvang, tijdelijke ontlasting van de familie en opvang en/of revalidatie na ziekenhuisopname.
Welk rust- en verzorgingscentrum kiezen? Heel wat factoren kunnen de keuze van een rusthuis bepalen - alleen voor eigen inwoners of voor iedereen (eventueel mits meerprijs)? - beschikbare kamers? - al dan niet in de eigen woonplaats: misschien verblijven er meer bekende? - OCMW of privaat? - katholiek of niet? - prijs van de kamer? - ligging voor wie nog goed uit de voeten kan? Het is niet mogelijk de rusthuizen uit onze streek op elk gebied en onder tabelvorm met elkaar te vergelijken. Daarom beperk ik mij tot het verwijzen naar hun websites die alle informatie weergeven.
Serviceflats Aan de meeste woon- en verzorgingscentra zijn ook serviceflats verbonden. Dit zijn enerzijds woningen die aangekocht kunnen worden door begoede bejaarden maar op veel plaatsen kunnen die ook gehuurd worden. De bejaarde heeft of behoudt er zijn/haar eigen plek met alle comfort maar kan er volop genieten van een waaier aan activiteiten en diensten, van het naastgelegen dienstencentrum.
Hoeveel kost het verblijf in een woon- en zorgcentrum? We mogen aannemen dat een éénpersoonkamer in een WZC per dag tussen 50 en 57 euro kost met een klassieke (private) uitzondering van 69 euro. Enkele tehuizen laten ook niet-inwoners van de gemeente toe en rekenen daarvoor 3 à 4 euro meer. Laat ons voor de rest van het artikel een maandbedrag van 1600 euro hanteren. Daarin zijn volgende kosten inbegrepen, een kleine (zeldzame) afwijking van één of ander tehuis daargelaten: incontinentiemateriaal, verzorgingsmateriaal, bedlinnen + was, alle verzorging, maaltijden en de daarbij behorende drank, onderhoud van de kamer, animatieactiviteiten, tv- en radiodistributie, elektriciteit, water en verwarming, internetaansluiting
Komt er nog bij: medicatie, dokter, kinesist, persoonlijke was, persoonlijke telefoonkosten, kapper/kapster, vervoer naar hospitaal, uitstappen. Je moet daarvoor toch allicht op 200 à 300 euro per maand rekenen. Bijna al deze bijkomende kosten moesten weliswaar ook gedragen worden toen de bejaarde nog in haar/zijn huis verbleef. Daarbij staan er enkele niet-verplichte uitgaven terwijl de dokterskosten gedeeltelijk terugbetaald worden door de ziekenkas.
Ook in de basisprijs van 1600 euro zijn een aantal kosten begrepen die thuis eveneens moesten betaald worden: elektriciteit, internetverbinding, gas, water, maaltijden, (eventueel warme thuisgebrachte), dranken, telefoon. Ook enkele belastingsbedragen vallen weg, zoals provinciebelasting, polderbelasting, milieubelasting, zakken voor restafval, onroerende voorheffing, …
En dat allemaal met dat pensioen(tje)? De bedragen van ontvangen pensioenen zijn natuurlijk zeer uiteenlopend. Laten we even uitgaan van een bedrag van 1.200 euro. Daarmee kunnen de hierboven aangehaalde kosten voor verblijf in het rusthuis dus niet betaald worden. Gelukkig zijn er een aantal premies en tegemoetkomingen. Vooreerst is er de zorgverzekering. Dat is een initiatief van de Vlaamse overheid dat zwaar zorgbehoevende personen die thuis verzorgd worden en rusthuisbewoners financieel steunt. Zij krijgen maandelijks een vast bedrag als tegemoetkoming in de niet-medische kosten (gezinszorg, poetshulp, aankoop hulpmiddelen, mantelzorg, verblijfskosten in rusthuis of instelling, …). De financiering van de zorgverzekering is gebaseerd op het principe van solidariteit. Alle inwoners van Vlaanderen ouder dan 25 jaar dragen hun steentje bij met een jaarlijkse bijdrage. Daarnaast wordt ook belastinggeld aangewend om de zorgverzekering te betalen. Ieder lid betaalt een bijdrage van 50 euro. Wie in aanmerking voor een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering, dat zijn personen met een laag inkomen, betaalt 25 euro. Ongeacht de hoogte van het pensioen bedraagt de ontvangen tussenkomst 130 euro per maand. Daarvan gaat één keer per jaar 25 euro af voor de eigen bijdrage.
Vanaf de leeftijd van 65 jaar kan een persoon met een handicap een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden krijgen. Een erkenning als gehandicapte is niet nodig. Deze bijstand wordt toegekend op grond van welomschreven criteria, zoals: de leeftijd, de nationaliteit, de woonplaats, de inkomsten (inclusief die van de persoon waarmee hij een huishouden vormt), de mate van zelfredzaamheid. Dat laatste wordt doorgaans vastgesteld in een medisch onderzoek. Op basis daarvan wordt het bedrag van de tegemoetkoming berekend waarop de persoon met een handicap aanspraak kan maken. Op http://www.belgium.be/nl/gezondheid/handicap/uitkering_bejaarden/#sthash.tEiOT1Ny.dpuf vinden jullie de bedragen waarop een bejaarde recht kan hebben in functie van de graad van redzaamheid en van de inkomsten. Wie voldeed aan de voorwaarden voor zelfredzaamheid om opgenomen te worden in een rusthuis, zal alvast minstens deel uitmaken van categorie II of III en zal dus minimum 312,28 of 379,68 euro per maand ontvangen. Het kan ook nog oplopen tot een maximum van 550 euro als het nog slechter gesteld is met de zelfredzaamheid.
Dat geeft een totaal van 130 e + 312,28 e = 442,28 euro of 130 e + 379,68e = 509,68 euro
Samen met het door mij fictief vooropgesteld pensioen van 1.200 euro zou dat dus 1642,28 of 1.709,68 euro zijn. In het geval van de door mij vooropgestelde kosten van het verblijf in het WZC (1.600 euro basis + 300 euro bijkomende kosten) volstaat het ontvangen bedrag nog niet.
Besluit De fictieve bedragen voor rusthuisverblijf en voor pensioen die ik in mijn artikel gehanteerd heb, vormen natuurlijk maar één voorbeeld. Er zijn er natuurlijk talloze andere, minder gunstig of gunstiger. Ik hoop nochtans een idee gegeven te hebben van alle facetten die gepaard gaan met de thuiszorg en met de opname van een geliefd familielid in een rusthuis.
PS Graag wil ik de sociale dienst van 'Ten Anker' bedanken voor het nazicht van mijn artikel op fouten of tekortkomingen. Ik stelde dezelfde vraag aan de sociale dienst van 'De Ril' maar ik mocht spijtig genoeg geen antwoord ontvangen.