Wij zijn al rond 08:00 in Oudenaarde. Vrezen de zomerse warmte waar Annieken en ikzelf wegens astma-aanvallen nogal wat hinder van ondervinden. Boerenzoon Chris is zich van geen kwaad bewust. Naast zijn twee poezen in huis wordt hij de laatste weken wel geconfronteerd met twee blaffende hondjes, maar die bijten niet. Anny wil de 28 km lopen, letterlijk, als voorbereiding op een Bellingse vijftiger later deze maand, de mannen houden het bij een rustige 21 km. Na de begroeting van vele bekenden waaronder de immer goedlachse Mario Carton gaan wij op pad.
Het haasje is er meteen vandoor, wij stappen langs het prachtige stadhuis en kerk de binnenkoer van het oude ziekenhuis op en vervolgen met … de brousse. Heerlijk slingeren door een wild natuurgebied, inclusief donkere tunneltjes waar we schoorvoetend doorheen waden. Lekker wandelen ‘op een zakdoek’ tot de Scheldeboord die we meten weer verlaten voor de volgende strook groen van ’t Spei. Minder wild nu maar met aangelegde paden, gras of door de droogte gebarsten grond zelfs in de lommerd. Zo bereiken we na 6 heerlijke kilometer het stemmige kerkje van Leupegem en begeven ons met z’n allen in gestrekte draf naar de overvolle parochiezaal Sint-Amandus. Ons haasje vertrekt net voor meer als wij aankomen. Na de pauze een kort strookje naar Etikhove. In volle zon en langs den ijzeren weg. Gaat over in een tegelpad en verderop kasseitjes langs de Ladeuzemolen. Voorbij de dorpskerk nog een paadje langs een diepliggende beek, halven dans meteen. Tijd voor het aperitief vindt Chris en wie ben ik om hem tegen te spreken. Intussen gezellige babbel met Cécile & ‘cowboy’ Luc (où est mon chapeau ?).
De terugweg dus. Even wat huisjes kijken en dan door het hete zomerse akkerland met nog laag maïs, haast dorre weilanden en zelfs worteltjes. Vlaamse kasseitjes horen er uiteraard ook bij en stoffig grind. Ons parkoers blijft opvallend vlak met uitzicht op de uitlopers van de Vlaamse Ardennen en de immer aanwezige pronte kerktoren van Oudenaarde. We lopen weer een eind langs de spoorbaan die Oudenaarde met Ronse verbindt en moeten dan de gelijknamige viervaksbaan over. Niet bepaald veilig dit ! Aan de overkant opnieuw akkers en een paar kerkwegels. Nog eens als bange haasjes de snelweg over en voorbij de Nonnenmolen en het Sportkot terug naar de eerste rustpost. Conform deze duvelse tijden drink ik mijn eerste …
Annieken is intussen tot bij ons gehuppeld en we starten samen aan de laatste 4 km. Dwars door het dorp gaat het naar de Maagdendaal Abdij waar onze gastheren hun klanten verwennen met een lekker koel bruintje, Adriaan Brouwer. Lekker verder wandelen over de fraai bebloemde Scheldedijk en de parkoersmeester weet van geen ophouden. Het Liedtspark en zijn kasteel komen nu aan bod, gevolgd door volkstuintjes waar mijne maat meer dan gewone aandacht voor heeft. Is het hier ook zo droog als in Giesbaarge ? Ja dus, een hele geruststelling. Uitbollen nu tot de te hete startzaal en wij zoeken een terrasje.
Kunnen nog lekker bijbabbelen met vele bekenden en gelaafd terug naar de auto. Bij verkeerslichten nog even de charmantste van alle Glimburgers begroeten, Marina & René. Ik had een goed gevoel vanmorgen en dit was inderdaad een prachtige wandeltocht. Morgen trekken mijn maatjes naar Montigny-le-Tilleul, ik plan een Adeps in Tamines, het land van Les Kangourous de Falisolle.
Met hoog gespannen verwachtingen vertrek ik te voet van het Brusselse Centraal station richting Wetstraat. Stap door langs Schumann en Montgomery, de avenue de Tervueren af tot het trammuseum. Adeps blaast er vandaag verzamelen. Meteen een eerste nostalgisch moment. Het eerste voertuig blijkt een authentieke bus 42 te zijn in de uitvoering die mij drie jaar van Bosvoorde naar school bracht hier een eindje verderop. Dwaal even door het museum en zijn prachtige voertuigen die zowat een eeuw Brussels openbaar vervoer weergeven.
Op pad dan voor mijn 20 km. Het is berendruk op de steenwegen vanwege een Brusselse fietshappening. De brug over en ik duik het stevig golvende park van Woluwe in. Wordt vervolgt met een uitloper van het Rood Klooster en de parken Bergoje, Senty en Ten Reuken. Jeugdsentiment in zijn zuiverste vorm, ik ben in mijn nopjes ! Bij Charles Albert de klassieke stevige klim het Zoniënwoud in. Alleen de langste afstand komt hier en ik ben dus de enige wandelaar midden heel wat joggers. Het is heerlijk weer en zalig wandelen door het frisse groen. Maak een hele, perfect gepijlde omzwerving tot in de buurt van het kapelletje van Welriekende en weer terug naar het Rood Klooster. Potig klimmetje om bij de Avenue de Tervueren het bos te verlaten. Enkele straten landhuizen bewonderen en dan tussen de Etangs Mellaerts door. Bewonder vertedert meerdere families jonge watervogels, de eindmeet is in zicht. Feliciteer de organisatoren voor hun waarlijk schitterende tocht, exact wat ik hoopte vanochtend. Schrijf een woord van dank in hun dagboek en praat met een Duveltje in de hand bij met de wandelaars rondom mij. Een frêle gamine van een jaar of acht heeft voor het eerst 10 km gestapt en loopt als een fiere pauw rond in de zaal terwijl ook haar mama straalt.
Rond 15:00 vat ik de terugweg aan. De beruchte laatste helling van de 20 km loop op naar het Montgomery park. Er heeft een gratis Portugees festival plaats met zang, dans en heel veel eettentjes. Blijf er een tijdje plakken en stoom dan door naar Bruxelles Central. Heb 34 wonderlijk mooie kilometers in de kuiten. Op de Antwerpse De Keyserlei trakteer ik mezelf op een Popolo pizza, rucola en artisjok, ook een wonderlijke combinatie maar erg lekker.
Heb een heerlijk zomerse en plezante zondag achter de rug. Ben nu klaar om als nieuwbakken vrijgezel de MESA 2018 tot mij te nemen.
Tijdens deze eerste post-Straumann I (want er kan nog een II komen) dag heb ik vier treinritten nodig om mijn bestemming te bereiken. De laatste, tussen Ottignies en Louvain-la-Neuve duurt exact 7 minuutjes. Trapjes op vanaf het perron en meteen een eerste pijl richting startlocatie. De ervaren wandelaar weet dan dat ie goed zit. Beetje groezelig, de startzaal, studentikoos. Rood bonnetje en parkoerstekening oppikken, we kunnen op pad. De tekening oogt erg groen, ik ken de streek niet echt, laat mij dus verrassen.
Le parcours commun loodst ons tussen de studentenhomes, een gevolg van Leuven Vlaams van jaren geleden, door. Als de 5 & 10 km net na elkaar weggaan ben ik plots alleen maar ook nog eens in een soort bospark, heerlijk groen dus. Stap le Bois de Lauzelle in, loofbos met heerlijk lange lanen, meestal vlak soms op en neer. Tientallen vrolijke gevederde vriendjes houden mij gezelschap. Dokker over een kasseitje tot een golfterrein, er is aardig wat activiteit. Dwars tussen de ‘lanes’ door loopt een tegelpad met boompjes afgezoomd en dat mogen wij volgen. Bij het Arboretum de Lauzelle gaat de 20 km er alleen vandoor. Niet over het grasveld dat spierwit ziet van de paardenbloem in pluis maar over een tarmacje. Kom zowaar op grondgebied Wavre uit en zijn villa’s van le Bois du Manil. Lange rechte weg en dan een onverharde duik richting graanakkers. Merkwaardig zicht overigens want recht vooruit een joekel van een helling met bebouwing tussen sparren en links het gejoel van de Walibi-jeugd.
De parkoersbouwer draait richting Walibi en een stevige helling, holle weg tot wat behuizing. Opnieuw onverhard de heuvel af en dan tussen akker en woonhuizen stevig klimmen. Ruil Wavre in voor Limelette en zijn kasseibaantje. Amuseer mij al ruim twee uur met een echt leuk parkoers. Bois des Quèwées nu en een tegelpad gewoon rechtdoor langs de bosrand. Kom weer bij de Bois de Lauzelle aan en pik de 15 km op. Heerlijk flaneren nu in het frisse groen met waterpartijen ‘down under’ inclusief kwakende kikkers. Volg een vlot stromend beekje dat Blanc Ry noemt en begin dan aan de zoveelste klim in bos. Niet echt zwaar in % maar wel lang tot in gehucht La Croix.
Bij een drukke steenweg pik ik de 10 km op. Onze gastheer is een groene jongen en stuurt ons meteen een fietspad op naar le Bois des Rêves. Heel leuk bos met pseudo holle wegen en steeds maar op en neer tot de Piste de Robin (des Bois ?). Even vlak langs een beekje en dan weer klimmen in het bos naar Bruyeres. Bos wordt akker, onverhard beton langs weer een andere beek tot Bloctry. We doen zowat alle gehuchten van Ottignies aan. Een breed fietspad loodst ons naar Le Lac (een langwerpige vijver). Lopen er voor 80 % rond uitkijkend naar jong grut van Canada ganzen en recente bebouwing in de heuvels. Weg van het water dan en via een verhard pad door weilanden naar een nieuwbouw stad Bruyeres. Stevig golvend parkoers overigens. Passeer een moderne kerk gebouwd met onder meer Ardeense natuursteen. Stap dan door een golvend parkje tot Biereau, weet de finish vlakbij. Nog wat kasseitjes en trappekes, een prachtige tocht zit er op.
Zal de trein van 14:02 missen van zo’n 30 seconden. Halfuurtje wachten en nagenieten van weer eens les magnifiques resources naturelles du Brabant Wallon. Heb lekker gelopen vandaag en dat laat het beste verhopen voor wat komen gaat … de Driedaagse van Zuid-Limburg in Heerlen.
Na een paar eigen tochtjes richting Koekenstad pik ik vandaag de Adeps-draad terug op. Het oorspronkelijke plan was Ukkel-Stalle maar donderdag staat er plots ‘annulé’ naast. Kies dan voor het mij beter bekende Pecrot. Heb telkens in Berchem en Leuven 8 minuutjes overstaptijd, ideaal dus. Helaas wordt de trein naar Ottignies afgeschaft wegens defect. Uurtje wachten dus. Zo’n drie kwartier later komt alles tot stilstand wegens personen langs het spoor. Eén trein kan wel vertrekken … en ja ik heb mazzel.
Een kwartiertje later ben ik al in Pécrot en kom de eerste wandelaars tegen. Samen met Frans (Langdorp) nemen we poolshoogte. Blijken de laatste 4 à 5 km van het parkoers te zijn. We starten dus met het einde. Meteen richting Etang de Pécrot. Vissers turen er naar hun dobbers. Wij vervolgen langs de marécages de la Dyle Romane , de moerassen van de Dyle die we stroomopwaarts volgen tot Florival. Ben vrij snel alleen met tientallen zangvogels die katoen geven op de maat van koning koekoek. Stap lange rechte paden langs bos en natte weiden. Paardenbloemen staan al in pluis, boterbloempjes tieren welig. Vanaf de imposante hoeve van Florival keren we op onze stappen terug langs een pas gemaaid pad dat overgaat in zand. Tunneltje onder de spoorbaan en ik ben bij de start, een wat bizar cafeetje in een hoekhuis.
Pik een routebeschrijving op en ga op pad. Even parallel met de spoorbaan terug richting Florival en dan het bos in. Aanvankelijk vals plat langs enkele chalets en dan een joekel van een klim. Had ik hier verwacht. Op de top gaan 15 en 20 km hun eigen weg. Heerlijk wandelen door het frisse groen, het is een stralend mooie zomerse dag. Op het plateau wandel ik langs pas ingekuilde patat, nog geen blaadje te zien. In de verte priemt het kerktorentje van Bossut. Veldleeuwerikjes fladderen hoog in de lucht. Wat hou ik van deze streek ! Rechtsom nu en terug het bos in voor een wat technische afdaling, een uitgehold pad. Kom bij de imposante kerk van Archennes uit. Neem een korte pauze op een bankje in de zon, moet zowat halve dans zijn.
Pittige klim met stevige rosse kassei tot op het plateau. De boeren zijn aan het hooien, het nog natte gras geurt heerlijk. De 20 km krijgt een ommetje over golvende betonwegjes langs een grote hoeve. Komen bij het kerkje van Bossut langs en duiken terug de akkers in. Frans komt uit een andere richting, heeft de afslag naar Archennes gemist. Ik laat een grotere groep wandelaars achter me en stoom alleen door tussen donkergroene granen door. Een dot van een diepe holle weg dan. Varens priemen opnieuw door de bermen die duidelijk recent gemaaid zijn. Ik kom in een stil dorp uit, opnieuw bij een kerkje. Blijkt Nethen te zijn. Een hobbelend eenmanspaadje loodst mij parallel de vallei door weilanden. Het is opletten geblazen niet te struikelen. Tarmacjes sturen mij langs villaatjes. Een pittige klim langs een weg als een lappendeken, verweerd asfalt en kassei. Pfff, de beentjes verzuren. Mag nu heerlijk flaneren over een breed zandpad door een bos van beuk en spar, het geurt er heerlijk naar zomer.
Bij het uitkomen van het bos rest mij een steil aflopende straat tot het station. Bankjes zijn er niet en dus gebruik ik de betonnen trap als rustplaats tot de trein een halfuurtje later. Heb genoten van een waarlijk schitterende zomerse tocht.