Links contra Rechts. Twee kemphanen nemen het tegen elkaar op
Joël De Ceulaer, 51 jaar, is sinds januari 2016 senior writer* van ‘De Morgen’**.
Wat presteerde hij al? Hij behaalde een licentiaat Germaanse filologie en wijsbegeerte (1982-86) en een kandidatuur filosofie aan de Katholieke Universiteit Leuven. Vanaf 1989 begon hij te werken als (freelance) journalist voor het weekblad Panorama. Ondertussen deed hij 20 maanden burgerdienst in plaats van legerdienstomdat hij vreesde voortdurend te zullen botsen met de hiërarchie. Van 1995 tot het opdoeken van het tijdschrift in december 1997 was hij hoofdredacteur bij Panorama. Na enkele jaren freelance werk voor De Standaard, De Morgen en Knack kwam De Ceulaer in 1999 in vaste dienst bij het weekblad Knack (1999-2011)***, bij ‘De Standaard’ en opnieuw ‘Knack’, sinds 2013.
* Dat betekent dat hem grotere verantwoordelijkheden toegekend werden, zoals het leiden van een groep journalisten. De hoofdredacteuren Lisbeth Imbo en An Goovaerts zijn verheugd over zijn komst: "Wij kijken er enorm naar uit. Het vertrouwen is groot. We zijn er vast van overtuigd dat de pen en de inzichten van Joël De Morgen zullen verrijken en verdiepen." Op https://sanctorumblog.wordpress.com/2019/12/27/joel-de-ceulaer-de-man... lees ik “een grappige titel, het klinkt als iemand die te oud is om nog te functioneren maar te duur om ontslagen te worden, en dus ergens in een bureeltje zonder vensters zit te wachten op zijn pensioen.
** Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/De_Morgen Welke de groep ook mag zijn waarin de krant vandaag opgenomen is, ze heeft nog steeds de reputatie te behoren tot de linkse pers.
*** Hij ging er weg omdat hij niet onder de nieuwe hoofdredacteur Johan Van Overtveldt (nu Europees parlementslid voor N-VA) wenste te werken.
Joël De Ceulaer schuwt de controverse niet. Hij roept die ook op. Hij is van mening dat journalisten de politici en zichzelf onvoldoende kritisch benaderen.
In 2019 won zijn boek 'Hoera! De democratie is niet perfect' de boekenprijs van de liberale denktank Liberales.
De Ceulaer schrijft voor de Morgen elke week de column ‘Uitkijkpost’. Ik heb de titels van zijn schrijfsels vanaf de start eens overlopen en zonder de aantallen te moeten tellen, kan men zien dat het Vlaams Belang en N-VA (De Wever en Francken) zeer vaak op de korrel genomen worden. Ook de CD&V en Open VLD komen regelmatig eens aan de beurt, Jean-Marie Dedecker slechts twee keer. Over de SP-A, de Groenen en de PVDA vond ik er nauwelijks een paar terug. Misschien vindt De Ceulaer dat zij altijd het goede pad bewandelen en dat dat zij geen kritiek verdienen? Of schrijft hij enkel negatief over wie een andere mening heeft dan de zijne?
‘Doorbraak’, de Vlaamsgezinde opiniewebsite, die zich toespitst op de maatschappelijke en politieke kanten van de Vlaamse Beweging, die "een bijdrage wil leveren aan de opinievorming en discussie over actuele onderwerpen m.b.t. binnen- en buitenlandse politiek, staats(her)vorming, mediakritiek, samenleving en identiteit”, beweert dat hij en zijn krant, bij verschil van mening, zowel in woord als in beeld, keihard op de persoon spelen in plaats van op de inhoud.
Evert van Wijk noemt hem op 6.2.2019 in zijn artikel ‘Hoogste tijd voor een brief aan Joël De Ceulaer’ het ‘Orakel van De Morgen’, 'de grote pitbull-journalist’ waarvoor iedereen moet rillen'en die aan hottentottenjournalistiek doet. Hij verklaarde ooit dat hij in een interview met Gwendolyn Rutten niet doorvroeg uit piëteit omdat hij haar in bescherming wilde nemen. Is dat de man die vindt dat veel journalisten de politici onvoldoende kritisch benaderen? Van Wijk beweert dat De Ceulaer elitaire opvattingen heeft en dat hij neerkijkt op hardwerkende Vlamingen die geen universitaire scholing hebben genoten. Waarom dit artikel? Jean-Marie Dedecker heeft dus al twee keer mogen ‘genieten’ van de ‘aandacht’ van De Ceulaer. De eerste keer was op 21 maart 2020. De titel luidde: “Beste coronavirus, u bent erin geslaagd Jean-Marie Dedecker van mening te doen veranderen.” Zijn tekst: “Beste coronavirus In normale omstandigheden lijd ik aan een lichte, relatief onschuldige en soms zelfs vermakelijke vorm van smetvrees. Nooit zal ik een liftknop, geldautomaat of publieke klink - laat staan toiletklink - met de blote hand aanraken. Als iemand in mijn buurt niest, maak ik mij terstond uit de voeten. Als ik iemand wiens hygiëne ik niet vertrouw de hand heb geschud, zal ik mijn gezicht niet meer aanraken voor ik mijn eigen hand terdege heb gereinigd. Daarom verlaat ik het huis nooit zonder alcoholgel. Sinds u in het land bent, heb ik dat gedrag nog een tikje aangescherpt. Toen ik maandag - dus nog vóór social distancing de supermarkten had bereikt - boodschappen deed in de Colruyt, durfde ik bijkans niet in te ademen. Terwijl ik met mijn kar door de gangen slalomde, gutste het zweet mij over de rug. Het voelde aan alsof er achter elke hoek, in elke diepvriezer en op elke stap dozen sluipschutters hadden postgevat, met het plan om zomaar in het wilde weg een paar dodelijke slachtoffers te maken. U moet weten: in de grond ben ik een anti-apocalypticus. De krant staat elke dag vol met catastrofes die ons boven het hoofd hangen - qua doemscenario's hebben we keuze zat, als betrof het een staalkaart met kleuren voor nieuwe gordijnen. Maar na enige aarzeling heeft een rationele angst mij deze keer wél bij de keel. Ik dacht in de Colruyt dus maar één ding: ik moet hier zo snel mogelijk weer buiten geraken. Tot ik aan de kassa kwam en bijna tot tranen toe bewogen werd omdat ik ineens besefte: deze mensen, die de ene kar na de andere leegmaken en afrekenen, liggen de hele dag onder vuur. Zij zijn frontsoldaten in deze oorlog. Conform de tijdsrekening volgens Mark Eyskens beleven wij momenteel de Vierde Wereldoorlog - na de Derde, die een aanvang nam met 9/11. Op dit slagveld bent u de vijand, de indringer die met kille discipline maar één ding doet: zoveel mogelijk kopieën van zichzelf verspreiden. Aanvankelijk waren er nog veel enthousiaste gastheren die u graag een handje toe- staken - de lockdownparty als moderne collaboratie, zeg maar. In dat verband: ook in de Belgische politiek zorgt u voor knetterende oorlogsretoriek.
Met aan de ene kant: een regering die met haken en ogen aan elkaar hangt maar die wel van een democratische meerderheid het commando heeft gekregen.
Aan de andere kant: een partijvoorzitter die dolgraag - met alle onverantwoorde vertragingen vandien - zelf generaal was geworden, en nu als een bolletje zelfbeklag onder een deken in zijn zetel ligt, een Cola Zero binnen handbereik en Bambi op de televisie - terwijl hij zijn favoriete commentatoren voortdurend van sms'jes voorziet die als input kunnen dienen voor hun kolkende en klotsende opiniestukken. Sommige dingen veranderen zo nu en dan wel eens. Andere dingen blijven krék hetzelfde. Eén van uw prestaties, als ik dat zo mag noemen, is tot dusver onbelicht gebleven: u bent erin geslaagd om Jean-Marie Dedecker van mening te doen veranderen. Vorig weekend liet hij in deze krant nog weten dat hij op de dijk van Middelkerke gratis soeplepels van zijn eigen lichaamsvochten uitdeelde aan alle belangstellenden, vandaag geeft hij toe dat u toch één van die zakes bent waar we ons veel zorgen over mogen maken. Zelf stel ik het vooralsnog goed. Ik houd mij flink, maar bereid me voor op het ergste. Op televisie zie ik soms dingen die mij de indruk geven dat u mij te pakken hebt en dat ik lig te ijlen op de spoedafdeling, terwijl ik langzaam in een coma wordt gebracht. Zo meende ik maandag in De afspraak Marc Coucke te zien, de man die ooit een miljard incasseerde zonder langs de fiscus te passeren en zei dat belastingen betalen hetzelfde is als je geld in een 'bodemloze put' gooien. Maandag hoorde ik dat hij zich heeft ontpopt tot - hou u vast - public influencer en pleit voor een 'sterke overheid' en een 'ongeziene solidariteit'. Oké, dacht ik, zo hallucineer ik dus vlak voor mijn dood, laat ik afscheid nemen van mijn naasten en zeggen dat ik van hen hou - zachtjes gleed ik weg in een diepe slaap. Tot mijn geliefde mij wakker schudde met het goede nieuws dat ik nog leefde, maar het slechte nieuws dat wij Coucke écht hadden gezien, en dat hij dat allemaal écht had gezegd. Ook Marc Van Ranst zat die avond trouwens in De afspraak, als een baken van rust en degelijke informatie - inclusief twijfels, onzekerheden en voortschrijdend inzicht. Ook hij is in deze oorlog een frontsoldaat. Net zoals het warenhuispersoneel, de apothekers, artsen, verplegers, postbedienden, buschauffeurs, mensen die kinderen opvangen en vele anderen. Ik weet dat u niet luistert, maar toch: mag ik u vragen om hen te sparen? Eén ding is zeker: zodra we u getemd hebben, zal de wereld er anders uitzien. Ik zal in elk geval mijn zegeningen tellen en blij zijn met wat mij vroeger soms irriteerde. Elke dag weer gewoon Rik Torfs in De afspraak: mijn God, wat kijk ik ernaar uit. Antivirale groeten.”
Jean-Marie Dedecker heeft in het begin van de coronacrisis inderdaad getwijfeld aan de ernst en de gevolgen van het virus. Ik heb dat destijds ook al afgekeurd. Hij heeft zich daarvoor verontschuldigd en daarmee was de kous voor mij af. Die ommekeer was zeer waarschijnlijk de aanleiding tot bovenstaand artikel. Dedecker heeft er niet op geantwoord.
De tweede keer, op 18 juli 2020, was de titel van De Ceulaer ‘Beste Jean-Marie Dedecker, u bent de rechtse Tom Lanoye maar dan uit de Lidl’.
Zijn tekst: “Een boze, bezorgde of blije brief aan de (m/v/x) van de week Terwijl we lijdzaam en machteloos afwachten tot de tweede golf van dat smerige virus ons de adem afsnijdt, zou ik nog heel even een moment van ontspanning willen inlassen, door samen met u eens te kijken naar een raadsel dat mij al jaren intrigeert. Dat raadsel bent ú. Meer bepaald - hoe zal ik dat zeggen - het curieuze contrast tussen uw orale en uw schriftelijke eloquentie. We hebben het daar vroeger al over gehad, maar ik moest er opnieuw aan denken toen u zondag, in De Zondag, onze premier een 'takkewijf' noemde. Dat was geweldig onbeleefd, maar wel opmerkelijk. Ik verklaar mij nader. Sommigen onder ons zijn al jaren vertrouwd met uw columns, zoals Knack.be die lang placht te publiceren. Soms zijn die niet oninteressant - u legt de vinger weleens op de wonde - maar meestal zijn ze hopeloos voorspelbaar en drammerig. In plaats van zich verlekkerd in de handen te wrijven bij het vooruitzicht kennis te kunnen nemen van uw inzichten, beeld ik mij in dat de modale lezer het na de eerste zinnen al op een geeuwen zet. U bent, als ik dat zo lelijk mag zeggen, de rechtse Tom Lanoye - maar dan zonder 's mans virtuoze taalbeheersing. U bent de rechtse Tom Lanoye uit de Lidl. Er is één ding waar uw columns wel in uitblinken. Nieuwe woordjes. Die verzint u aan de lopende band. Ik som er, uit de losse pols, een paar op: pretletterbrigade (opiniemakers met wie u het oneens bent), selfiekop (van Conner Rousseau), rolluikvolkje (de Vlaming), taterprogramma's (die spreekt voor zich), enzovoort. Wie een rookverbod bepleit, is een gezondheidsfascist. Wie geen trotse Vlaming is, lijdt aan identiteitsschaamte. Wie bang is dat het nazisme terugkomt, is geen roeptoeter, maar een droeftoeter. En dan zijn er nog het fatsoensmoeras (waarin de linkse inktkoelies wegzinken), de muesli-denkers (van Groen) en het zaaddodend proza (van wollige christendemocraten). De lijst is lang. Een prijs voor stilistisch vermogen zult u daarmee natuurlijk nooit winnen. Maar het is niet slecht voor een oud-bankdirecteur die via het judo in de politiek belandde. Heel wat columnisten en romanschrijvers kunnen een puntje zuigen aan uw lexicale geestdrift. U hebt er ook veel aan te danken. Dat u met uw selfiekop voortdurend de roeptoeter mag spelen in taterprogramma's komt daardoor. U bent een van die stripfiguurtjes die in De Afspraak en De zevende dag geregeld het rechtse alibi mag leveren. Maar! Ziehier komt nu het raadsel dat mij maar niet wil loslaten: als u in zo'n praatshow zit, dan komt u doorgaans maar met moeite uit uw woorden. U zit daar dan te puffen en te hijgen en te knoeien en te stuntelen. Voor de camera bent u ineens niet meer in staat om een min of meer afgewerkte zin te produceren. En dat, mijnheer Dedecker, zijn zakes die ik toch niet goed begrijp. Zo bevlogen als u soms bent aan het klavier, zo ineengezakt klinkt u aan de deugtafels bij de VRT, om het nog eens met een van uw termen te zeggen. U lijkt een gewichtheffer die ons per e-mail doet geloven dat hij 100 kilo kan tillen, maar die, zodra hij op het podium staat, bezwijkt onder een zakje krielaardappelen. Ik heb u er ooit van verdacht stiekem een ghostwriter in dienst te hebben. Maar uzelf en anderen in uw omgeving hebben mij ervan overtuigd dat ik dwaalde. Waarvoor alsnog mijn excuses. Toch blijft het mij verbazen: die neologismespuwende vulkaan achter het klavier versus die onbeholpen formuleerduts in de televisiestudio. Wat mij bij de vraag brengt waar u dat 'takkewijf' haalde. Was het een opwelling van het moment, of hebt u de term pas bedacht en ingevuld bij het nalezen en corrigeren van het interview? Had u mevrouw Wilmès tijdens het gesprek zelf misschien - ik denk nu even hardop na - een kxtwxxf genoemd, een dxmmx kxllx of een sxkkxl? Hoe het ook zij, het was ongepast. U mag zeggen dat de premier, en vrijwel alle ministers die haar omringen, ons allemaal de dood in jagen. U mag erop wijzen dat de Belgische bevolking, met de tragische hulp van experts, is voorgelogen over het nut van mondmaskers en daar de prijs nog dik voor zal betalen. U mag eisen dat álle huidige ministers straks, na de vorming van een nieuwe regering, de Wetstraat verlaten. Mag allemaal. Maar u mag niet op de vrouw spelen. Wij noemen u toch ook geen takkevent, pokkegozer, bickyburgerbink, brulboy, zaagzak, zakkenwasser, zeiksnor, kloteknul - enfin, u snapt wat ik bedoel. Vermaak u gerust met de Nederlandse woordenschat, maar hou het netjes. U bent volksvertegenwoordiger. Tot zover het advies van een inktkoelie die lid is van de verbale zindelijkheidsbrigade. O ja, ik zou het nog bijna vergeten. Behalve met een eigen woordenschat hebt u ons ook opgezadeld met het politieke concept Gezond Verstand. Aangezien deze crisis heeft bewezen dat dát toch iets te dun gezaaid is om nog bruikbaar te zijn, zou ik stilaan eens iets nieuws bedenken. Dat mag schriftelijk.”
Dit was dus wel een vijandig en hatelijk artikel en Jean-Marie beantwoordde het deze keer wel met ‘Journalisten zijn geen boekhouders meer van de waarheid, maar influencers ervan’ “Recht van antwoord
Beste Joël De Ceulaer, Mijn lodderoog heeft mijn blik doen vallen op je schotschrift aan mijn adres op pagina 2 van de krant De Morgen van 18 juli onder de rubriek 'Uitkijkpost'. Daarin begon je met op te merken dat er een curieus contrast is tussen mijn orale en mijn schriftelijke eloquentie. Het zal-door mijn prostaatleeftijd -wel aan de toenemende schemer in mijn hoofd te wijten zijn dat mijn snedigheid in de gesproken taal omgekeerd evenredig geworden is met mijn geschreven woordenschat, maar een column schrijven geeft me meer genot in bellettrie dan een oneliner in een politiek interview van gemiddeld 17 seconden. Het siert je scherpe geest dat je dit hebt opgemerkt, want - in tegenspraak met wat je insinueert - ben ik in 2020 nog maar twee keer uitgenodigd geweest aan de deugtafel van een of ander kletsprogramma, laat staan in Ter Zake of in De Afspraak.
Ondertussen zijn er in de laatste zes jaar wekelijks al zo'n 300 van mijn schrijfsels verschenen op Knack.be. Ik heb er alle begrip voor dat je last hebt van opspelende schrijfnijd omdat een omhooggevallen judocus met één boekje ook meer exemplaren verkocht dan jij kon slijten met je ganse literair oeuvre, maar mijn leespubliek van de Lidl - zoals je het zo subtiel verwoordt - heeft blijkbaar diepere zakken dan de linksgedraaide quinoa-denkers van jouw biowinkel. Ik heb ondertussen geleerd dat de beloning voor een journalist stilaan verworden is tot het gevoel belangrijk te zijn, macht te hebben over mensen en tot het pogen zaken mee te sturen. Geen boekhouders meer van de waarheid, maar influencers ervan. Maar als zelfverklaarde hogepriester van een postmoderne religieuze kaste die de waarheid in pacht heeft en de politieke correctheid als geloofsleer predikt, heb je het afzeiken van andersdenkenden daar bovenop ook nog tot kunst verheven. Leedvermaak om zo veel mogelijk te kwetsen met denigrerende en lamentabele opmerkingen, en zwelgend in gietijzeren zelfgenoegzaamheid. Eerder pogingen om je frustraathart wat te luchten dan doordachte analyses.
De meeste van je slachtoffers blijven stilzitten als ze geschoren worden, maar als jij schrijft tel ik eerder de vullingen in mijn tanden. Mijn eigenwaarde laat ik immers niet meer bepalen door het doorgeschoten ego van een inktkoelie, tot spijt of jolijt van de pretletterbrigade. Ik heb inderdaad premier Wilmès een takkewijf genoemd omdat ze als Vlamingenhater hautain weigert te antwoorden op alle vragen over bijvoorbeeld de mondmaskerade en de verbranding van miljoenen mondkapjes waarvoor ze als toenmalig minister van Begroting verantwoordelijk was. Als volksvertegenwoordiger is het mijn verdomde grondwettelijke plicht om de uitvoerende macht te controleren, maar als dat initiatief van rechts komt of een Vlaams geurtje heeft, viseren pennenridders als jij liever de boodschapper dan de pyromaan.
Ik moet het erkennen, beste Joël, in subtiele vuilbekkerij ben jij een meester en voel ik mij nog een koorknaap. Vleesgeworden arrogantie kent geen fatsoen. Als karaktermoordenaar ken je hier te lande je gelijke niet. Elk (ave)rechtse politicus wordt in een schietkraam geplaatst die je dan vrij mag bekogelen, en elke linkse op een statiefje in een vitrinekast. Een bloemlezing uit de koosnaampjes die je wekelijks bezigt in je giftige brieven aan de goegemeente, behoort tot de canon van het betere scheldproza. Van kwakzalver, charlatan, brulboei, kloteknul, pispot tot het vileine Viktor Orbán van de Aldi voor Bart De Wever (je hebt blijkbaar iets met Duitse winkelketens). Bij elke noot van de Strangers, leuke Antwerpse bekroonde bejaarde barden, hoorde je het tromgeroffel van de Pruisen in het struikgewas. Je schaamtegrens ligt blijkbaar ver onder het waterpeil van de Schelde. Het is echter wel nog niet zo gortig als in het dameskapsalon van Twitter, waar ik onlangs nog "een vuile Vlaamse rat met een kankerteef" genoemd werd, maar ik heb een hekel aan potten die de ketels verwijten dat ze zwart zien.
Toch, sans rancune. Als je zin hebt in een lekker bakje koffie in plaats van je dagelijkse kopje vitriool of azijn, blijf je nog altijd welkom in mijn nederig stulpje aan de Noordzee. Mijn uitnodiging van 8 februari 2015 blijft nog altijd geldig, want het is niet de eerste keer dat je last hebt van chronische geldingsdrang op mijn kap. In de zilte zeelucht zou je je er eindelijk van kunnen vergewissen dat ik al mijn opiniestukken nog altijd eigenhandig met de vulpen schrijf. Soms wel uit de buik, maar altijd zonder buikspreker. Alhoewel... wat baten kaas en bril als de uil niet zien wil.
Ik wens je een acute aanval van gezond verstand in deze barre coronatijden.”
Mijn commentaar: 1. Contrast tussen mondelinge en schriftelijke welsprekendheid: ik heb de bewuste uitzending niet gezien maar ik vind hoegenaamd niet dat er iets hapert aan de manier waarop JMD zich mondeling uitdrukt. Natuurlijk kan een schriftelijke tekst beter opgebouwd worden en de woordkeuze kan vlotter en schilderachtiger, omdat men meer tijd ervoor heeft. 2. Beledig je de premier als je haar een ‘takkewijf’ noemt? Een takkewijf is een zeer vervelende vrouw die vaak ruzie zoekt of een ‘trut’ of venijnige vrouw. (zie https://nl.wiktionary.org/wiki/takkewijf). Het is een synoniem voor kutwijf of pokkenwijf. Dat had een lelijker of beledigender benaming kunnen zijn. Ik gebruik zulke woorden nu wel niet, maar ik zie er niet echt graten in. Als ik op internet de lijst van de scheldwoorden overloop, dan staat ‘takkewijf’ er nog niet eens bij. Een politicus mag zogezegd niet op zijn/haar persoon beoordeeld worden maar als JMD haar zo noemde omdat ze alleen maar minachting vertoonde voor de Vlamingen, en hun vragen niet wilde beantwoorden, dan verdiende ze niet beter. Het ‘schrijven van haatbrieven’, zoals De Ceulaer doet, staat wel bij de beledigingen. Hij is bovendien niet schuw bij het gebruik van koosnaampjes zoals kloteknul en pispot om er maar een paar te noemen. Ik vind het trouwens veel zwaardere beledigingen als hij Bart De Wever de ‘Viktor Orban van de Aldi’ noemt en Jean- Marie Dedecker de ‘rechtse Tom Lanoye van de Lidl’. Hij vindt dat trouwens zelf ook lelijk. 3. Jean-Marie is inderdaad een meester in het gebruik van nieuwe woordjes. Ik heb daarvan zelfs al drie reeksen van 50 gepubliceerd. De Ceulaer heeft niet begrepen dat Dedecker juist zo’n succes heeft en zoveel stemmen haalde op 26 mei 2019 omdat hij zegt wat de gewone mensen denken. Politici op de korrel nemen is in vandaag omdat ze er inderdaad nauwelijks iets van terecht brengen. Dat hij dat vaak doet in een taal die hem eigen is, met goed gevonden vergelijkingen op een humoristische en schilderachtige manier, dat bevalt de meeste van de gewone mensen, op één of andere zuurpruim na. Ik denk niet dat de modale lezer het daarbij op een geeuwen zet. Hij is ook één van de weinige die niet schrijft om in de gunst te komen van de pers of van collega-politici. Dat hij niet koningsgezind is, dat weet iedereen. 4. Ik ben het ook niet altijd 100% eens met wat hij schrijft maar ik vind hem een aanwinst voor Middelkerke en voor de federale kamer. Ik hou niet van grijze muizen. Hij 'neemt inderdaad nooiteen blad voor de mond’. Hij ‘trekt aan de bel’, 'hij windt er geen doekjes om’, ‘hij zet een luis in de pels van zijn tegenstanders’, ‘hij noemt man en paard’, ‘hij noemt het beestje bij zijn naam’. Hij schiet meestal wel raak. Hij zal wel nooit meer veranderen. Dat is nu éénmaal ‘de aard van het beestje’. 5. Is Jean-Marie Dedecker een ‘drammer’? Dat zou betekenen dat hij niet van ophouden weet en steeds weer dezelfde mening verkondigt. Is het voorspelbaar wat hij zal schrijven? Daarin zal De Ceulaer misschien een klein beetje gelijk hebben, maar dat is te dan enkel te verklaren door het feit dat hij te weinig gehoor krijgt.
Jullie hadden toch niet gedacht dat ik me tijdens mijn zogezegde vakantie zou laten in slaap wiegen door de hittegolf die ons bijna in het rood brengt zonder daarom gevaarlijker te zijn dan een ‘tweede coronagolf’? Gelukkig hebben we aan de kust voor de strandgangers ook nog de frisse weldoende golven van de Noordzee. Ik blijf zelf toch liever in mijn kot! Ik heb hier wel geen zwembad maar ik hoef hier geen sociale afstand te eerbiedigen en mondmaskers heb ik genoeg, mocht dat nodig blijken. Ik heb wel één probleem … mijn bubbel.
Jullie weten toch dat dit het Westends is voor ‘bobbel’ wat synoniem is voor blaar, blaas, buil, bultje, gezwel, hobbel, oneffenheid, opzwelling, peukel, puist, pukkel. Die zijn voorlopig uitgebleven want de hittegolfmaatregelen gebieden mij gewoon binnen te blijven en me dus ook niet bloot te stellen aan insecten die mijn bloed zouden kunnen rieken … en uitzuigen. ‘Bubbel’ wordt ook gebruikt in de standaardtaal voor ‘blaasje met lucht of koolzuur dat in een vloeistof omhooggaat’. Het is ook een luchtbel. Maar neen, die bubbels bedoel ik niet. Mijn probleem gaat over de sociale coronabubbel. De sociale contacten werden onlangs drastisch teruggeschroefd. Een gezin mag nog slechts contact hebben met vijf andere volwassenen. Kinderen worden niet meegeteld. En vooral: die bubbel moet de komende vier weken dezelfde blijven. Mijn mogelijke bubbel bestaat namelijk uit 11 personen, kinderen en volwassen kleinkinderen. Ze wonen allemaal minstens op 90 km. Wie moeten wij toelaten in onze bubbel? Moet ik een wedstrijd bedenken? De eerste vijf die in Westende aankomen na mijn startsein? Dat zou oneerlijk zijn wegens het verschil in afstand. Diegene kiezen die we al het langste niet meer gezien hebben? Neen, we zullen maar nog wat geduld uitoefenen tot het coronamonster onder dwang gehouden kan worden. Ik weet het: "het geduld is bitter, maar de vrucht zal zoet zijn."
Ik ga met vakantie! Neen, niet naar het buitenland, niet naar Antwerpen, zelfs niet naar een andere provincie. "Ik blijf in mijn kot"!
Voor zover ik weet ben ik niet ziek, gelukkig maar. Ik probeer het zo te houden, hoewel men dat niet zelf in de hand heeft. Ik ben het niet beu om wekelijks een artikel te schrijven, integendeel, mijn schrijfcurve gaat nog steeds in stijgende lijn. Mijn inspiratie is nog niet uitgeput en spijtig genoeg is dat vooral te wijten aan het coronavirus en het daarmee gepaard gaand geklungel van de federale en van de Vlaamse regering. Ik kan anders ook nog schrijven over onze burgemeester die zich niet graag laat commanderen, maar toch op bevel of niet, spijtig genoeg het ene evenement na het andere moet verschuiven of afschaffen. Ik kan in de kranten zijn ‘straffe’ uitspraken opzoeken en daar mijn commentaar bijschrijven. Ik kan het hebben over de druk die weegt op de lokale politici vanwege het toerisme, de horeca of over alle categorieën van inwoners die getroffen worden door de schade die aangericht wordt door corona. Ik kan me afvragen of dat eigenlijk wel zo is, als ik zie hoeveel verkeer er is op onze wegen, hoe gevuld onze dijken zijn en hoe de toeristen via Oostende met de trein toestromen … en zelfs geen plaats vinden op die trein om weer te vertrekken.
Waarom ik dan toch twee rustweken inlas, op een kort artikel, zoals het huidige, na?
Ik heb namelijk eindelijk iemand gevonden die enkele karweien aan mijn huis wilde uitvoeren en ik had daar wel wat voorbereidend werk aan. Het is ook zeer warm, geen weer om achter een computer plaats te nemen. ’s Zomers krijg ik altijd bezoek van mijn kinderen en kleinkinderen die niet aan de kust wonen. Dat is in 2020 zeker zo, want we zagen ze nog maar nauwelijks … door de allesoverheersende corona!
We zien en horen elkaar weer, als jullie dat willen, vanaf 17 augustus.
Nebula is het latijn voor mist, vandaar deze titel.
Als de gemeente je in deze onveilige periode uitnodigt om een test van een unieke veiligheidscapsule NEBULA bij te wonen, dan maakt dat je op zijn minst zeer nieuwsgierig. Buiten de dagelijkse aanmaningen om vaak je handen te wassen, om de sociale afstand te eerbiedigen en ‘daar bovenop’ (zo noemt Maggie het) om een gasmasker op te zetten, hebben we eigenlijk nog maar weinig nuttige initiatieven mogen begroeten. Veel vind ik dat niet, vooral omdat ik tot mijn ontgoocheling vaststel dat die regels veel te weinig opgevolgd worden. De meeste mensen zijn niet 'geduldig en hoffelijk', zoals sommige beweren. Als ik zie en hoor dat de Veiligheidsraad bijeengekomen is en dat ze beslisten om noch versoepelingen noch verstrengingen te bevelen, dan vraag ik mij af of daar ook mensen in zetelen met gezond verstand. Zien zij dan ook niet dat de nieuwe reeks van besmettingen eigenlijk geen ‘tweede golf’ moet genoemd worden, maar wel ‘nalatigheden met zware gevolgen’ die meebrengen dat we bijlange nog niet verlost zijn van die ‘coronacatastrofe’? Of durven ze niemand pijn doen? Misschien moeten enkele van onze ‘leiders’ en een zekere adviseur de moed hebben om een stap opzij te zetten. Ik dank daarbij vooral aan Maggie en aan de man die altijd een ‘beke’ te laat kwam (hij is niet de enige!) en aan ‘topadviseur’ Marc, met dagelijks optreden, die nu eindelijk de schuldigen voor de coronaverspreiding gevonden schijnt te hebben. Dat zijn volgens hem die van rechts die niet moeten weten van de maatregelen, in tegenstelling tot die van links. Die van rechts zouden zich zo gedragen omdat ze hem persoonlijk niet kunnen luchten. Hoeveel zever gaat die man nog verkondigen? Of zullen er straks in ons land enkele standbeelden van Leopold 2 moeten sneuvelen om plaats te maken voor deze 'redder des vaderlands'? Misschien moeten onze bestuurders eens een bezoek brengen aan een groot warenhuis op een druk tijdstip. Afstand houden is er gewoon onmogelijk … en dat is niet de enige tekortkoming! Als we dan lezen of zien dat er altijd wel één of ander labo te vinden is dat berichten de wereld instuurt dat de testen op hun coronavaccin succesrijk waren, dan hopen we gedurende één kort ogenblik dat het vaccin er straks eindelijk zal komen, om daarna te vernemen dat het nog niet voor 2020 is.
Is NEBULA dan het wondermiddel? Natuurlijk is NEBULA niet de langverwachte redder die in staat is om het coronagevaar uit te schakelen, maar het is alleszins een zeer verdienstelijke poging om de huidige samenleving vrijer en veiliger te maken. Straks kan een einde gesteld worden aan de stuntelige maatregelen die de grote warenhuizen nemen om de zich aanbiedende klant te onderwerpen aan hun controle. Die is immers beperkt tot ‘heeft hij of zij wel een mondmaker aan’, ‘de stuurstang van de winkelkar wordt bespoten met ontsmettende vloeistof’’ maar de vragen ‘is de gecontroleerde persoon niet besmet?’ of ‘waarom moeten de handen in sommige warenhuizen niet ontsmet worden’ blijven nog steeds bestaan.
Hoe werkt Nebula? Het is een ontsmettingstunnel voor heel het lichaam. Je stapt er binnen, alleen, met rolstoel, met kinderwagen, met of zonder valies, met winkelkar, … en je ondergaat: Een controle van de lichaamstemperatuur: snel, in 2 seconden, nauwkeurig tot op 0,3° celsius; zieke mensen met koorts worden onmiddellijk gedetecteerd met rood signaal.. Een contactloze ontsmetting van de handen met een desinfecterende gel (75% alcohol), die voldoet aan alle eisen van de Wereldgezondheidsorganisatie. Een nazicht of je wel een mondmasker draagt, zo niet krijg je een rood signaal. Gezichtsherkenning door infraroodcamera, en registratie van de persoon, zo gewenst, als de privacywetgeving het toelaat. Een contactloze ultrasone (= niet hoorbaar door de onderzochte persoon) besprenkeling van de volledige persoon, via twee uitlaten in het plafond, met een frisse nevelspray, die bacteriën en virussen totaal neutraliseert. Het sproeigebied in een tweede compartiment van de cabine wordt beschermd door een magnetisch PVC – gordijn. De eventuele winkelkar en/of valies wordt volledig gereinigd, zelfs de wielen.
Waar plaats je zo’n cabine? Je zou kunnen zeggen dat de cabine vooral nuttig is aan de ingang van organisaties of gebouwen waar veel volk toegang wenst: stranden, winkelstraten, overheidsgebouwen, scholen, ziekenhuizen, ondernemingen, fabrieken, sportstadions, luchthavens, banken, beurzen, festivals, hotels, restaurants, winkels. De cabine is uiteraard regenbestendig. Middelkerke plaatst, als eerste notabene, een cabine aan de ingang van het administratief centrum, als extra beveiliging voor de medewerkers en voor de bezoekers. Proficiat! Op massabijenkomsten zie ik het nog niet zo snel gebeuren. De 'rampzalige markt' op de zeedijk in Westende heeft inderdaad aangetoond dat er nog wat meer nodig is. De burgemeester heeft ondertussen wel besloten dat voortaan iedereen op een markt een masker moet dragen. Hij verklaart ook 'Aan de ingang van de markt staan ontsmettingsunits.' De gemeente antwoordde op mijn vraag wat hij daarmee juist bedoelt dat het gaat over gels voor ontsmetting van de handen. Niet sensationeel als maatregel, hé? Meer controles en meer boetes voor de overtreders zijn er nodig, vind ik! Maar daar houdt de burgemeester niet van! Zo was Middelkerke de enige badplaats waar op de zeedijk op dagen zonder een evenement, geen masker verplicht maakte. Dat werd daarna wel gecorrigeerd door de gouverneur. Ik vrees dat hij aldus op zeker ogenblik niet meer zal kunnen zeggen dat er geen besmettingen zijn in zijn gemeente.
Besluit Nebula is een toe te juichen poging om een bijdrage te leveren aan onze veiligheid in deze verschrikkelijke coronatijd. Zo zouden er wel meer mogen zijn.
Bron Persbericht van de gemeente Persmap van Nebula
Nog 50 uitspraken van Jean-Marie Dedecker (deel 3)
Hier volgt dan de derde reeks met uitspraken van onze burgemeester. Ik heb ze geplukt uit zijn artikels die hij wekelijks of half-wekelijks schrijft voor ‘Knack’ tot en met 12 juli 2020. Zijn voorraad is dus nog niet uitgeput. Hij legt daarmee vaak de vinger op de wonde. De burgers, niet allemaal, maar vele toch, houden daarvan en als dat dan gebeurt in een schilderachtige taal, dan boek je dubbel zo veel succes.
Dat ik deze uitspraken uitgekozen heb, betekent niet dat ik ze allemaal goedkeur, maar Jean-Marie geeft daarmee nog maar eens weer wat veel of de meeste Vlamingen denken. Ik heb geprobeerd de uitspraken niet uit hun verband te halen. Het is immers niet omdat je de uitwassen van het antiracisme aanklaagt, dat je zelf een racist bent. Het is ook niet omdat je niet goedkeurt wat gebeurde met het Chileens katje, dat je niet van dieren houdt.
Corona 1. Niemand mag nog aan de toog hangen. De ziel van de stamkroeg, de richel waarop het sociale leven wordt uitgewoond, uitvergroot en plat gelald, krijgt de gezelligheid van een operatietafel. (alcohol) 2. Een neut alcohol dient niet meer om te nuttigen, maar om je handen te ontsmetten, het Heilig Oliesel van de viroreligie. 3. De maatregelen voor de kastelein om de tapkraan open te draaien kunnen enkel ontsproten zijn aan de benevelde geesten van de voorzitter van de Anonieme Alcoholistenclub of de prior van de Zwartekousenkerk.* Drooglegging van het gezond verstand. * gangbare benaming voor zeer orthodoxe kerken 4. Bij het hamsteren dachten onze ophokplichtigen niet alleen aan hun mond maar blijkbaar vooral aan hun kont. Het is hoog tijd voor een toiletpapiercommissaris. 5. Het blijft covidik kijken naar een exit-scenario met deze restregering. 6. Onze premier Wilmès heeft het charisma van een ijskoningin die wat ontdooit achter de rug van de epidemiologen. 7. Judassen als CD&V-er Wouter Beke zijn zelfs geen dertig zilverlingen waard. 8. Onze voetbal - profclubs klagen nu putten in de grasmat omdat ze van het veld geschopt zijn door een griepvirus. Ze dreigen hun personeel aan het stempellokaal te zetten en doen alsof de margarinegeur al uit de boterhamtrommeltjes van de spelers komt. 9. Het mondmaskerverhaal is het mooiste voorbeeld. Je zou de verantwoordelijken in de bak moeten steken: valse informatie, de bevolking in gevaar brengen, het medisch personeel geen hulp verlenen. 10.Als ik uit de passage van professor Van Ranst in Terzake en Het ,Laatste Nieuws opmaak dat het dragen van mondmaskers bewust afgeraden is door de Belgische overheid omdat er te weinig voorraad was, lijkt mij dat eerder een crimineel feit dan schuldig verzuim 11. De saga over de mondmaskers leest als een blunderboek met de bladgeur van witteboordencriminaliteit. 12. Terwijl de evenementensector hier op apegapen ligt, betaalt de Waalse overheid toch de gage uit aan elke artiest die moest optreden op een afgelast evenement in een gesubsidieerd cultuur- of Achturenhuis. 13. Op onze bruiloften mogen we niet dansen van onze Nationale Veiligheidsraad, maar we walsen stilaan op de tonen van de dodenmars naar onze economische begrafenis. 14. Onze zieltogende economie wordt kunstmatig beademd en geïntubeerd met miljarden belastinggeld. 15. We bejubelen kritiekloos de virologen en epidemiologen die ons moesten behoeden tegen de Covid-19 pandemie. Als de nationale viroloog van Zweden al zijn excuses aanbiedt voor de helft van het aantal slachtoffers ten opzichte van hier, moet Marc Van Ranst op zijn blote knieën naar Canossa. 16. Ik begrijp de aanbidding van de virologen niet. We zijn wereldkampioen in het aantal doden.
Criminaliteit 1. Na een weekje 'Brusselen' zou je al verheugd zijn dat je er in quarantaine mag blijven om de straat te ontvluchten. 2. Wanneer zal het tot deze moreel superieuren doordringen dat de doorsnee-Vlaming genoeg heeft van die valse gesubsidieerde socio-culturele gezelligheid, van positieve discriminatie voor minderheden, van tolerantie voor religieuze intolerantie, en van kromdenken die van straatcrapuul slachtoffers maakt?
Dierenrechten 1. Ik heb een grote hekel aan hondsdolle lapzwansen die mijn kleinkinderen willen contamineren met een nieuw hondsdol virus. Dergelijke types moeten aan de leiband en aan de muilkorf, om dan afgevoerd te worden naar een dementenreservaat. Zo niet, ze zacht laten inslapen. 2. De nieuwsdiarree over het vermenselijken van dieren, waarbij de dierenliefhebbers zich laten leiden door typisch menselijke gevoelens in plaats van door ethiek en moraal, is soms zo wereldvreemd dat ik last krijg van journaalverbijstering. Dit is een aandoening waarbij ik na het bekijken van het nieuws zo verbijsterd ben dat ik nog een keer naar de herhaling moet kijken om zeker te weten of ik het allemaal goed gehoord en gezien heb.
Media 1. Van de rolatorgymnastiek van Saartje Vandendriessche op de treurbuis krijg ik ondertussen bij mijn middagdutje zelfs nachtmerries. 2. Onze pretletterbrigade drukt al een paar maanden onophoudend dunne kranten met dikke chocoladeletters om onze academische witte jassen te lauweren. Straks worden enkelen nog in de adelstand verheven, hermelijn op een witte jaskraag. In de oudheid werd de boodschapper gedood die het slechte nieuws bracht.
Politiek Beste Conner Rousseau 1. Je bent het kerstenkind waar de drie koningen naar op zoek zijn om de regeringsstal te vullen. 2. Op Flupkes uitnodiging stond dat we schoeisel moesten dragen om het paleispluche te mogen betreden. Geen witte sloefkes tussen de hielen(k)likkende krijtpakken, opgetutte sabelslepers, doorgefokte adel en zielige roddelfiguranten die met uiterlijk vertoon hun sprookjesleven een beetje draaglijker proberen te maken. 3. Je hebt nog niet die gegroefde kop van een doorgewrochten dobberman die met opgeheven vuist de Internationale ophoest. 4. Je beseft dat je met de aaibaarheidsfactor van een poedel en de looks van de ideale schoonzoon verder komt in de politiek dan met een tot op de draad versleten ideologie.
Van andere politici 1. Pascal Smet is al sedert 2003 onafgebroken het domste eendje in het ministeriële wak. 2. Somers haalde de N-VA-carnavalsburgemeester van Aalst door de mangel alsof deze zelf de joodse carnavalwagens getrokken had, en hij speelt nu ook nog buitenspel op het terrein van milieuminister Zuhal Demir. Hij wil bomen en hagen planten, maar vooral een mes in haar rug.
Van de regeringsvorming 1. Er kunnen hier zelfs geen democratisch verkozen regeringen meer gevormd worden, enkel kunstmatige samenraapsels uit nostalgisch machtsbehoud. 2. De drie traditionele 11.11.11-partijen (CD&V, Sp.a en Open VLD) zijn altijd bereid om te collaboreren, en om de Vlaamse belangen te verpatsen uit machtsbehoud, ook al zijn ze verschrompeld tot lilliputters van elk 11%.
Algemeen 1. In de wereld van 'ons kent ons' en de durfkapitalistenmaffia gaan de mondmaskers nooit omlaag. Ondertussen zoek ik een teiltje om te kotsen. 2. Van het woord "de gestelde lichamen" alleen al word je ongesteld. 3. Dit land zit niet op zijn tandvlees, het gehele gebit is rot tot op het bot.
Racisme 1. Als we alle standbeelden moeten neerhalen van machthebbers die met slavenarbeid en barbarij hun rijk bijeen gestolen hebben, blijft er zelfs geen wassenbeeldenmuseum meer over. 2. Wie standbeelden van Leopold II wil afbreken, moet de hele Lakense poppenkast mee opdoeken. 3. De nazaten van de slaven en de slavenhandelaars protesteren nu tegen de erfgenamen van diegenen die de slavernij hebben afgeschaft. Het boek van hun historische kennis heeft niet zelden de dikte van carbonpapier. 4. Ik heb geen greintje empathie voor rubberkoning Bokito Pol II van ons bananenkoninkrijkje, telg uit een tweedehands Duitse sprookjesfamilie. 5. Openbare zenders zijn de buiksprekers van de censuurbonzen en de deugelite. De sociale tirannie wordt groter dan de staatstirannie. 6. Als onze bleekwaterpolitici als witte weekdieren hun verontschuldigingen willen gaan aanbieden aan bloeddorstige dictators als Kabila voor koloniale misdaden en bestialiteiten uit het verleden gepleegd door de roversbende van de Saksen Coburgs en allerhande Union Minières... Ze doen maar, maar niet in mijn naam. 7. Wanneer zal het tot deze moreel superieuren doordringen dat de doorsnee-Vlaming genoeg heeft van die valse gesubsidieerde socio-culturele gezelligheid, van positieve discriminatie voor minderheden, van tolerantie voor religieuze intolerantie, en van kromdenken die van straatcrapuul slachtoffers maakt. 8. Wie wijst op de oververtegenwoordiging van dergelijke kansenparels met migratieachtergrond in onze criminele statistieken wordt van etnische profilering met een fascistisch geurtje beschuldigd. In onze steden lijkt het wel alsof er ondertussen meer structureel geweld is tegen de politie dan van de politie. 9. De vergoelijkingscultuur van de gepamperde groenlinkse gelovigen voor de culturele en institutionele onderdrukking van de vrouw staat immers haaks op de duur verworven vrouwenrechten van onze westerse beschaving. Maar wie dit aanklaagt krijgt al vlug een wagonlading rioolbagger over zijn hoofd door doorgeschoten suffragettes die vinden dat godsdienstige middeleeuwse gebruiken voorrang moeten hebben op elementaire vrouwenrechten. Wie discrimineert hier wie? 10. Zou het kunnen dat Jan Modaal stilaan misselijk wordt van jeukwoorden als diversiteit, verbinden en inclusiviteit, of van de zoektocht naar slachtoffers van de alomtegenwoordige discriminatie. Dat hij genoeg heeft van bommenleggers, criminele hangjongeren, plunderaars, kopschoppers, billenknijpers en rotzooitrappers? Lui die met alles wegkomen omdat activistische zwarte toga's een multiculturele blinddoek dragen, en omdat de politietop meer bekommerd is om de goedkeuring van hun progressieve politieke critici dan om de veiligheid van hun eigen agenten. 11. Al wie naar hier komt heeft het beter dan in zijn land van herkomst, maar we moeten kritiekloos blijven aanvaarden dat wij de discriminerende factor zijn, of we worden voor latent en structureel racisme aan de schandpaal genageld. 12. Ons onderwijs is gratis. We hebben ons zelf op achterstand geplaatst en de lat op limbohoogte gelegd opdat ieder nieuwkomer er zou kunnen overspringen. We geven gratis bij- en taallessen, we leveren huiswerkmoeders, wiskundevaders, pamperpedagogen en godsdienstleraren voor elk geloof.
Sport 1. De voetbal - transfermarkt is zelfs geen koehandel meer, waar alles nog beklonken wordt met een handdruk, maar doet meer denken aan een Afrikaanse kamelenmarkt met slavenhandelaars in krijtpak, Rolexen om de pols en een optrekje in Monaco. 2. Mijn wetsvoorstel zal me geen logediner opbrengen, maar draaien naar de wind is voor de haan op de kerktoren, of voor de zogenaamde experten. 3. Op weinig plekken wordt de welvaart en de rijkdom duidelijker naar buiten gekotst dan in de skyboxen en de loges van de voetbalbobo's. Zwart geld en corrupte makelaars schuiven mee aan de dis. Rolexen zijn er de uitwisselingscadeaus tussen het geluid van trillende creditkaarten en ploffende champagnekurken. Het wereldje hangt van jeuk en incest aan elkaar.
Watertekort 1. De droogte is een probleem dat de landbouwers zelf grotendeels hebben veroorzaakt. Alle landerijen zijn immers ondergronds gedraineerd met een ingenieus buizenstelsel dat het water opzuigt en afvoert naar grachten, beken, rivieren, kanalen en riolen tot het uiteindelijk in de zee belandt. Er is geen droogte-probleem maar een water-vasthoud- probleem. 2. Straks moet de kok een anesthesist opvorderen vooraleer zijn kreeft te mogen koken, en moet de dokter een vergunning vragen om een lintworm af te drijven.
Geschiedenis van het magazine ‘Boarebreker’ is, maar dat weten jullie natuurlijk allemaal, het dialect voor ‘Golfbreker’. Dat is een constructie die de kust moet beschermen tegen weersinvloeden en nadelige invloeden van zeestromingen langs de kust.
Tijdens de wintermaanden van 1991, tussen pot en pint, vatten tien jonge mensen uit de horeca*, onder impuls van Peter Desseyn, toenmalig uitbater van brasserie Martinick, het plan op om een eigen gids op te starten. Zij dachten toen niet aan de opwarming van de aarde en de daarmee gepaard gaande verhoging van de Noordzeespiegel, waartegen ze een dam moesten opwerpen. Neen, zij vonden gewoon dat ‘golfbreker’ een typisch kustwoord was en zij vonden ‘Boarebreker’ een uitstekende naam voor hun initiatief omdat daarmee een link gelegd werd naar de zee. In de zomer wilden ze met hun magazine de horeca dichter bij de toerist brengen en in de winter wilden ze ermee de aandacht vestigen op diverse organisaties. Op 21 juni 1992 verscheen hun eerste (gratis) nummer, 38 pagina’s dik, met vooral horecagebonden publiciteit. Culinair journalist Georges Keters zorgde voor de teksten. * Stefan Vander Espt (Boerderij), Jan Vandamme (Falcon), Peter Deleu (Kingston), Stefaak Lauwereins (De Vlaschaard), Johan Sabbe (Chaplin), Franky Demulder (Duinenbad), Gino Lambert (Papillon), Hein Lannoo (Argos), Dennis Alberdienst (Were Di) en Peter Desseyn (Martinick)
Van 1992 tot 2020 is een tijdspanne van 28 jaar en toch heb ik het in mijn titel over ‘een zilveren jubilieum’. Er was namelijk een onderbreking. In 2009 verscheen het magazine op een klein formaat, met een nieuw kleedje, met voor het eerst een algemeen overzicht van de horecazaken. En toch werd het geen succes. Dat leidde er ook toe dat het ondertussen uitgedund bestuur vond dat hun drukke bezigheden al te veel tijd in beslag namen en dat het genoeg geweest was. ‘De Dienst Toerisme Middelkerke deed nog een verwoede poging ‘om het schip opnieuw varend te krijgen, maar het bleef water maken en De Boarebreker verdween uit de vaart.’
Maar … in horecamiddens, bleef men naar de magazine vragen. Georges Keters, schrijver van het eerste uur, had al vroeger een eigen magazine ‘Gastronomie en Toerisme’. Het verscheen vijf maal per jaar en was een realisatie van de vzw Horizon, Astridlaan 90 b1, 8620 Nieuwpoort en vzw Reizen & Smullen, Bassevillestraat 101, 8434 Westende, met als doel de horeca, het toerisme, vrije tijd, lifestyle, auto en interieur in al hun vormen te promoten. De redactie bestond uitsluitend uit vrijwilligers. Op bloggen.be/gastronomietoerisme vinden jullie een archief met alle blogartikels van januari 2007 tot maart 2020. Deze reportages waren wekelijks te beluisteren op de FM 106,1 Radio Beach, elke vrijdagvoormiddag even na 10 u
Iedereen weet dat Georges zich thuis voelt in toerismemiddens en zeker in de wereld van de gastronomie. Tijdens zijn bezoeken aan de diverse Middelkerkse horecazaken werd regelmatig gesproken van de goede tijd van De Boarebreker. Van het één kwam het ander en na een diepgaand gesprek met Stefaan Lauwereins en Stefan Vander Espt – de laatste der Mohikanen – deed de vzw De Boarebreker afstand van de naam en kwam het magazine in de handen van ‘Gastronomie en Toerisme’. George Keters: “In november 2011 schoten we uit de startblokken. De twee magazines werden samengevoegd en kregen de naam ‘De Boarebreker’ met als ondertitel ‘Gastronomie & Toerisme’. In mijn eentje bezocht ik ruim honderd handels- en horecazaken en we werden overal goed ontvangen. Het kostte heel wat tijd, maar elke dag zagen we de Boarebreker groeien.”
Het magazine Georges: “Het magazine wil vooral een leidraad zijn voor zij die enerzijds hun vertrouwd restaurant willen opzoeken en anderzijds een nieuwe culinaire belevenis willen invullen. Of dit nu voor een snelle hap, een mooi glas, een gezellige lunch, een zakendiner, een tête à tête of zo maar een leuke tafelavond is, iedereen vindt hier zeker zijn gading.
De Boarebreker wil zich onderscheiden van de andere magazines die tijdens de zomer verdeeld worden: we leggen alleen het accent op de HORECA , TOERISME, en LEUKE PLAATSEN. Geen publiciteit of publi-reportages over kledij, schoenen, meubels enz....”
Ziehier de kaft van de laatste vijf uitgaven. Krijgen jullie nog geen honger?
De uitgave 2020 bevat 132 pagina’s (Incl kaften): 58 over Middelkerke en deelgemeenten, 20 over Oostende, 18 over Nieuwpoort, 11 over Frankrijk, 4 over Koksijde, 4 over Diksmuide, 3 over Bredene, 2 over Poperinge, 2 over Kemmelberg, 2 over het Cruisegebeuren, 2 over De Panne, 2 over Veurne, 1 over Brugge 1 over Culebel, 1 over Eernegem, 1 over De Haan.
De Boarebreker is gratis en is te bekomen bij de adverteerders en in de voornaamste toeristische kantoren. De foto’s komen van de adverteerders, van diverse Toeristische Diensten, van het Archief Dries Van de Weghe, van Luc Cassiman en van Georges Keters zelf. De layout en de druk werden verwezenlijkt door Drukkerij Pattyn uit Veurne.
Steun van de gemeente In 2012 beschreef toenmalig burgemeester Michel Landuyt de figuur van Georges Keters als positief ingestelde journalist die Middelkerke en de kust graag culinair in de kijker stelt. ‘Zijn stijl is te plukken uit honderd andere: steeds correct, uitnodigend en met een link naar het toerisme en de gastronomie. Hij is voor ons hier dan ook de Culinaire Ambassadeur van de Kust.
In de uitgave van 2020 kunnen we zien dat ook het huidig bestuur enthousiast reageert op het werk van Georges Keters. 'Zijn magazine is pure propaganda voor Middelkerke', zo schrijft de burgemeester: ‘We beleefden de jongste maanden hachelijke tijden, veroorzaakt door een ongrijpbaar virus. Voeg daarbij de soms meest onbegrijpelijke communicatie van de bevoegde instanties.” Het lijvig magazine is voor de burgervader een bewijs dat er nog heel wat moois te beleven valt in de gemeente. Zo blijkt daaruit dat de horeca en de middenstanders klaar staan om de toeristen warm te ontvangen. De burgemeester en zijn schepencollege worden door de hoofdredacteur in drie pagina’s onder de aandacht gebracht voor hun talloze verwezenlijkingen, om duidelijk te maken ‘wat er in de gemeente nog te gebeuren staat’: opening van nieuwe gemeenteschool, een nieuw casino, een nieuwe sportlong ‘Vita Krokodiel’ met een nieuw zwembad, een sporthal en een speelpark, heraanleg van de zeedijk en van het Rauschenbergplein, nieuwe fietspaden, verbeterde landelijke wegen, frisse toeristische campagnes, inspanningen voor kinderopvang, extra aandacht voor de jeugd, steun voor de lokale economie.
Tom Dedecker, schepen van financiën legt ook uit ‘wie dat allemaal gaat betalen’. Het artikel wordt geïllustreerd met een foto waaruit ik opmaak dat de werken eigenhandig door het college zullen uitgevoerd worden. En met de glimlach! Dat zou natuurlijk fel de kosten drukken.
Het artikel eindigt met een krachtuitdrukking van Jean-Marie: ‘Het is duidelijk, Middelkerke wordt een toplocatie, een paradijs voor gastronomen en levensgenieters, waar het goed wonen en verblijven is, elke dag van het jaar. Samen kunnen we veel.’
Ook de eerste schepen en schepen voor toerisme Tom Dedecker wordt in een aparte bijdrage nog geïnterviewd door de hoofdredacteur.
De figuur Georges Keters
Iedereen die Georges kent spreekt over hem als DE horecaspecialist. Dat is hij ongetwijfeld. Wie al meer dan 30 jaar artikels schrijft over alles wat met het restaurantgebeuren samenhangt en er al die jaren een verzorgde luxueuze magazine over uitgegeven heeft, verdient zeker geloofd te worden voor zijn kennis en voor zijn bezorgdheid om de lezer te helpen bij de keuze van een gezellige en fijne tafel, ‘zonder dat er een aanslag op je beurs wordt gepleegd' Het mag niemand verwonderen dat hij volop gesteund wordt door de gemeente want een betere promotor zal Middelkerke nooit meer vinden. Hij buigt zich, zoals het in de ondertitel van zijn magazine staat, ook over het kusttoerisme. Hij wijst de bezoekers van onze badplaats op interessante culinaire evenementen en helpt ze leuke hoekjes of interessante adressen ontdekken waar men aangenaam kan shoppen. Wie ernaar uitkijkt om een aangenaam uitstapje in de Middelkerkse omgeving te ondernemen, is bij ‘de Boarebreker’ aan het juiste adres. Hij verstaat uiteraard, als journalist, de kunst om dat alles in een leuke en correcte stijl voor te stellen. En … niet te vergeten, hij slaagt er al die jaren steeds weer in om voor zijn prachtig magazine de medewerking te verkrijgen van de gemeenten, van de handelaars, de horeca, de middenstand en diverse toeristische diensten. Dat is niet vanzelfsprekend! Zijn magazine is na zoveel jaren de ideale gids, een klassieker en al lang niet meer in Middelkerke alleen maar over de hele kust.
Visit Zomer 2020, volgens mij een prachtige uitgave
Zopas viel in onze bus een nieuwe uitgave van de gemeentelijke magazine ‘Visit’, de tweede van 2020. Het is inderdaad zo dat er één gewijd wordt aan elk jaargetijde. De eerste uitgave was deze voor de zomer 2018, nu reeds acht exemplaren (geen winternummer in 2018), waarvan jullie hieronder de kaften zien.
De inhoud van de laatste uitgave In deze coronatijd is het logisch dat die inhoud fel beïnvloed werd door het virus. De kaft is een foto van een deel van het rad van de laatste Beaufortorganisatie, maar inclusief schaduw en een eenzame zonnende dame. Op de achterkaft wordt dat rad dan vervolledigd. Pagina 1 is een herinnering aan de gemeentelijke leuze waar niet genoeg de nadruk op kan gelegd worden: ‘Amuzeer je met gezond verstand’. ‘Amuseren’ moet wel met een ‘s’ geschreven worden i.p.v. een ‘z’ maar dat zal zeker gedaan zijn om ‘zee’ en zon’ in de affiche te brengen. Pagina 2 ‘Heradem’ bevat de andere helft van het kunstrad naast een resume van wat er deze zomer te gebeuren staat aan kleinschalige ‘events’ omdat de grote helaas niet kunnen plaatsgrijpen. Een grafisch mooi werk met de koersfiets die men wil aanraden en met het ‘Roue de Marselle’ waartoe men wil uitnodigen. Pagina 3 toont dan wel die ‘Roue’ – blikvanger in al zijn glorie, die een prachtig zicht biedt over onze badplaats en dat met ‘een vleugje’ romantiek. Pagina 4 is bedoeld om de lokale economie, zowel de ‘non-food’ als de marktkramers een ruggensteuntje te geven. Met de ‘Middelbon’ shop je met 20% korting bij alle non-foodhandelaars. Je kan er ook zien welke markten je kunt bezoeken. Er zullen in juli en augustus wekelijks 2 avondmarkten georganiseerd worden: Elke maandag tot 31 augustus op de Zeedijk vanaf Zwaluwenlaan, richting Middelkerke. Elke woensdag tot 31 augustus op Dorpsplein en gedeelte Schoolstraat in Lombardsijde. Pagina’ 5 en 6 gaan over de ‘Ronde van Middelkerke’, een fiets- en wandelzoektocht met ‘lekkere’ prijzen. Pagina’s 7 en 8 handelen over ‘Zee en Strand’, een mooi beeld vanuit de ondiepe zee op de Koning Ridderdijk ter hoogte van Sint-Laurentius. Er kan een plooifolder daarover bekomen worden aan de toerismebalies. Pagina’s 9 en 10: bieden alle informatie over de kustredders met enkele raadgevingen om veilig in zee te gaan. Daarvoor worden leuke zwembandjes uitgedeeld aan de toerismebalies. Pagina’s 11 en 12 leren alles over ‘Doggy Beach’ of post 15, ook weer met de nodige regels. Pagina’s 13 en 14 zijn er voor de ‘kids’, maar alweer aan de toerismebalies kan daarover een plooifolder afgehaald worden. Pagina’s 15 en 16 gaan over Hupsakee, over leuke spelletjes en leuke plekjes, activiteiten op het strand en in het hinterland, gecreëerd uit noodzaak, wegens Corona. Meer daarover is vervat in een vakantieboek of via www.middelkerke.be/hupsakee En wat gezegd van de Olympische strandspelen die moeten doen vergeten dat de Olympische Spelen in Japan niet doorgaan? Pagina 17 moest er in een stripgemeente absoluut bij zijn. Bewonder, te voet of met de fiets, deze (fortuinen gekost hebbende) stripmuren. Pagina 18 focust op het hinterland van de gemeente met een ‘Expeditie Hinterland’. Haal een gids daarvoor aan de toerismebalies en in de openbare gebouwen of ga naar www.middelkerke.be/expeditiehinterland Pagina’s 19 en 20 wijzen iedereen met een ontwikkeld cultureel gevoel op een bezoek aan het beeldenpark (met foto van de hoorn) aan de mooie landerijen of aan onze pittoreske kerken en authentieke hoeves, of aan 10 kunstvol beschilderde elektriciteitskasten (zie ‘Tour Elentrik met meer uitleg en met de locaties op pagina’s 23 en 24)); ze nodigen ook uit om één van de meeslepende tentoonstellingen te bezoeken. Pagina’s 21 en 22 zijn gewijd aan de trots van Westende-bad, de villa ‘Les Zéphyrs’. Je kunt de villa live gaan bezoeken of een virtuele toer beleven op www.middelkerke.be/villaleszephyrs Pagina’s 25 en 26 handelen over ‘Actief ontspannen’ dank zij ‘Sport aan zee’ (zie pagina 27 zowel indoor als outdoor; kijk voor up-to-date info op www.middelkerke.be, ofwel dank zij ‘Beachclub ‘De Kwinte’. Op kwakkelweerdagen (zie pagina 30) kan genoten worden van aangepaste leuke attracties en van de speeldorpen. Kilometers fiets- en wandelroutes kunnen een welgekomen afwisseling bieden. Pagina 28 toont de mogelijke activiteiten voor kinderen en de familieactiviteiten voor jong en oud beschreven op www.middelkerke.be/olympische-zomerweken maar ook het hindernissenpretpark O²-Run. Pagina 29 bespreekt de mogelijkheid om te kayakken (moet eigenlijk ‘kajakken’ zijn) van Middelkerke naar Leffinge via ‘ ’t Leedje’. Pagina’s 31 en 32 dragen als titel ‘Duin en Polder’. Ze wijzen op de 5 prachtige natuurgebieden die we rijk zijn (zie www.middelkerke.be/natuurgebieden), op de ‘Warandetoren’ in de gelijknamige duinen, met 360° uitzicht en nogmaals op de kilometers fiets- en wandelroutes. Pagina’s 33 en 34 handelen over ‘Het beste van drie werelden: de vakantieparadijzen Middelkerke en Westende, het hinterland en tenslotte de bruisende evenementen, dat alles nogmaals geïllustreerd met het ‘Roue de Marseille’. Pagina’s 35 en 36 zijn een ode aan Westende, waar je zo dicht bij de elementen staat, met perfecte wandelpaden en duinenkliffen en waar het centrum je herinnert aan het rijk verleden van de Belle Epoque. Een prachtige foto van ‘The Navigator Monument’ luistert de pagina’s op. Pagina’s 37 en 38 gaan nogmaals over het uitgestrekte hinterland met zijn pittoreske polderdorpjes, de kabbelende IJzer, unieke natuurplekjes en zelfs met een stukje frontgeschiedenis; je vindt er ook de sporen van de ‘Tempeliers’. Pagina’s 39 en 40 behandelen deze keer uitvoeriger de ‘Warandetoren’. Pagina’s 41 en 42, ‘Indian Summer’ genoemd, kondigen inderdaad enkele september- of nazomeractiviteiten aan: BK Junioren wielrennen (5.9), Leffingeleuren (11-13.9), Landbouwweekend (19-20.9) en Bier aan zee (25-27.9). Pagina’ 43, 44, 45 en 46: bevatten de evenementen voor juli en augustus; er wordt opgemerkt dat dit overzicht vastgelegd werd op 10.6, zonder kennis van de coronaontwikkelingen. Iedere week is er een update beschikbaar aan de toeristische balies of via visit.middelkerke.be op https://www.middelkerke.be/nl/toerisme Pagina’s 47 en 48 geven de 7 getelde strandzones van Westende met hun mogelijkheden (o.a. toiletten). Pagina’s 49 en 50 geven de 8 getelde strandzones van Middelkerke met hun mogelijkheden (o.a. toiletten)
Het moet niet eenvoudig geweest zijn om een vervangingsprogramma op te maken. Als ik de activiteiten van 2019 overloop, dan zou je kunnen zeggen dat het bijna onbegonnen werk is. Topattracties zoals het Countryfestival, het Stripfestival en het Nostalgie Beach Festival, waarvan we nu reeds weten dat ze zeker niet doorgaan, vervang je natuurlijk niet door een fiets- of wandeltocht aan te kondigen. De concerten in het Normandpark die normaal heel wat toeschouwers aantrekken, met nogal wat bekende artiesten, vallen ook weg en dat waren er vorig jaar heel wat. Wat zet je in de plaats van de Lotto’s muziekshows op het Epernayplein? Dat kan je gewoon niet! Voor de kermissen in Lombardsijde, Mannekensvere en Middelkerke mag er niets in de plaats komen. En zo kunnen we verdergaan.
Beoordeling De inspanningen om de toerist toch een waardevol programma aan te bieden, niettegenstaande corona, vind ik geslaagd en dat verdient alle lof. Als je bovendien bedenkt dat dit moest gebeuren in de onwetendheid of de markten zouden mogen doorgaan, of het zwembad geopend zou zijn, of de vier vuurwerken mochten doorgaan, … Om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, zullen de vuurwerken deze zomer NIET diervriendelijk zijn, zoals oorspronkelijk voorzien. Zo zullen er opnieuw hoge vuurpijlen worden afgeschoten die van ver zullen te zien zijn. Er wordt GEEN muziek afgespeeld, zodat je ook van op een grotere afstand van de totale show zal kunnen genieten. Natuurlijk wil ik ook mijn grote waardering uitdrukken voor de kwaliteit van de brochure. De dubbele bladzijden, mooi opgesmukt met prachtige foto’s en een kunstvolle layout, kunnen niet anders dan in de smaak vallen. Toch enkele opmerkingen. 1. De brochure bevat 50 bladzijden en dat is heel wat meer dan bij de vorige edities. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat het wegvallen van veel activiteiten, de makers ertoe aangezet heeft om de overblijvende wat dikker in de verf te zetten. Dat geeft dan wel hier en daar aanleiding tot onnodige herhalingen. 2. Ik stel vast dat de teksten slechts in drie talen weergegeven worden: Nederlands, Frans en Duits. Worden er geen Britten meer verwacht of worden ze uitgesloten wegens de ‘Brexit’? Mag dat niet meer van Europa? Ik heb daar nergens iets over gevonden. Dat belet de opstellers van ‘Visit’ wel niet om nogal veel Engelse termen te gebruiken: ‘Visit’ zelf, ‘event’ i.p.v. gebeurtenis, ‘food-‘ en ‘nonfoodhandelaars, i.p.v. handelaars in eetwaren of niet- eetwaren, ‘safety first’ i.p.v. veiligheid eerst, ‘Doggy beach’ i.p.v. hondenstrand, ‘beachbars’ i.p.v. strandbars, ‘beachclub’ i.p.v. strandclub, ‘Doggy rules’ i.p.v. regels voor honden, ‘Kids’ i.p.v. kinderen, ‘kidsproof’ i.p.v. geschikt voor kinderen, ‘kidsmix’ i.p.v. allerlei voor kinderen, ‘coronaproof’ i.p.v. vrij van of zonder gevaar voor corona, ‘back to basics’ i.p.v. terug naar de basis, ‘walk of fame’ i.p.v. befaamde wandeling, ‘street artists’ i.p.v. ‘straatartiesten’, ‘staycation’ i.p.v. ????, ‘Flatbed trailer’ i.p.v. dieplader, ‘indoor’ en ‘outdoor’ i.p.v. binnen en buiten, ‘outdoor wellness’ i.p.v. ‘welbevinden buiten’, ‘the navigator monument’ i.p.v. surfmonument, ‘indian summer’ i.p.v. nazomer, ‘bootcamp’ i.p.v. trainingskamp, ‘ultimate Frisbee Beach Tournament’ i.p.v. Laatste Frisbee Strandtornooi, ‘apero sundays’ i.p.v. aperitieven op zondag, ‘Start to Westgolf’ i.p.v. leren golfen bij Westgolf, ‘work-outs’ i.p.v training of oefening.
Misschien zal de rechtvaardiging luiden dat al die termen ingeburgerd zijn in ons dagelijks taalgebruik, maar ik vind dat dit niet het geval is. Je zou dat eventueel nog kunnen zeggen van ‘smiley’, ‘up-to-date’, ‘pop-up’, ‘soccer’, ‘acts’, ‘bands’, ‘check’, … Engels is wel een mooie taal, wijdverspreid, maar is onze Vlaamse taal dan niet mooi genoeg? Ja toch!!
Besluit Misschien brengen de corona-versoepelingen nog wat meer mogelijkheden. Misschien kan ons gemeentebestuur nog enkele daarmee gepaard gaande verrassingen uit de mouw schudden. Houden jullie maar de update in de gaten. ‘Amuzeer je met gezond verstand’ zou Middelkerke zeggen. ‘Wees voorzichtig’ zou ik daarop antwoorden.
Burgemeester Jean-Marie Dedecker van Middelkerke is niet zo gelukkig bij de hem opgedrongen seizoenmaatregelen… maar ‘Befehl ist Befehl’!
Burgemeester Jean-Marie Dedecker: “Iedereen weet dat ik een koele minnaar ben van overvloedige reglementering, maar om onze inwoners en vakantiegangers optimale vakantieomstandigheden te bezorgen, werkten we een eenvoudig strand- en circulatieplan uit. We konden ook niet anders, want onze gouverneur legt het ons op.”
Nu ben ik zelf een koele minnaar van al te veel toegevingen. Ik zie altijd maar die verschrikkelijke cijfers: 10.000 doden, meer dan 60.000 besmettingen, de heropflakkeringen in sommige andere landen en de vele besmette die weken nadien nog steeds lijden aan bepaalde symptomen van de ziekte: ademnood, hoesten, pijn in de borststreek. Ik ben natuurlijk geen burgemeester en ik begrijp wel dat sommige sectoren, vooral winkels en horeca, of jonge inwoners of tweede verblijvers met de zweep achter hem staan. Maar toch, ik zou hem wat meer willen drijven in de richting van mijn gedachtegang of met andere woorden hem tot voorzichtigheid aanmanen.
De gemeentelijke leuze ‘Amuseer je met verstand’ kan misschien goed klinken, maar zijn onze mensen daar wel toe in staat? Jullie hebben toch ook op TV de vele beelden gezien van mensen die zich absoluut niet kunnen schikken naar de regels. Vinden ze dat misschien te moeilijk? Natuurlijk is dat minder leuk! Zijn de controles van de in hoge sferen uitgevaardigde maatregelen misschien te veeleisend en vaak te onduidelijk? Of zien ze door de bomen het bos niet meer? Of zijn er te veel bomen? Is de overmacht soms misschien te groot? Is er te weinig personeel? Krijgen de controleurs misschien soms de opdracht om de overtreders met fluwelen handschoenen aan te pakken?
Voor deze zomervakantie kondigt Middelkerke een strand- en circulatieplan aan. De burgemeester: “We wilden een menselijk plan dat zo goed mogelijk past bij de huidige coronatoestand. Zware verkeersmaatregelen en beperkingen op het strand wilden we kost wat kost vermijden, daarom hakten we pas deze week cruciale knopen door. Hoewel ik snel last heb van ‘reglementitis’, kan ik er goed mee leven’. Ik moet trouwens al onze diensten uitdrukkelijk bedanken om zo snel te schakelen”.
De burgemeester maakt zich sterk: “Ons politiekorps is klaar voor een drukke zomer. Alle scenario’s liggen klaar. Het toezicht op het strand- en circulatieplan is nieuw en vergt extra mankracht. Maar mobiliteit blijft de grootste zomerse uitdaging. Als het nodig is, kunnen we voor de dagtoeristen onze twee grote randparkings gevoelig uitbreiden. In Westende is het nieuwe parkeergebouw trouwens al in gebruik.”
Wat mag er wel en wat niet?
Wat mag
Wat niet mag
Dijk
Eénpersoonsgocarts bestuurd door kind < 14 jaar Tweepersoonsgocarts met kinderzitjes, bestuurd door meerderjarige begeleiders (zie bord hieronder links)
Steps en segways
Fietsers: van 1.7 tot en met 31.8 moeten fietsers op de dijk afstappen In Westende: op de Koning Ridderdijk van de Flandrialaan tot aan de Priorijlaan In Middelkerke: op de Zeedijk van de Houyouxstraat tot aan het Arthur De Greefplein.
Grote gocarts: moeten na het huren de dijk verlaten via de eerstvolgende dwarsstraat
Straten
Grote gocarts
Geen gocarts in bepaalde drukke zones tussen 10 en 22u
Strand
Het strand blijft altijd toegankelijk, voor iedereen, via alle toegangen. Onderstaand bord rechts duidt dat aan. Je kan overal plaatsnemen met je bubbel. Je hoeft niet te reserveren. Blijf op het zachte zand altijd op dezelfde strandzone ...tussen dezelfde twee golfbrekers dus.(omdat daar geteld wordt) Langs het strand en langs de waterlijn is wandelen op het 'harde' zand altijd toegestaan.
Op 7 andere bewaakte zones van het strand wordt NIET geteld Windschermen, maar niet verplicht.
Op 8 drukke centrumzones wordt de capaciteit bewaakt. Zie hieronder de getelde strandzones (maximaal tussen 1.800 en 3.500 mensen, volgens de zone, telling op het zachte zand, als maximum bereikt wordt de zone afgesloten)
1. Strand, dijk en drukte Via mobiele telefonie van Proximus (een druktebarometer) wordt online visueel weergegeven hoe druk het deze zomer is in de kustgemeenten. Voor de barometer werden vier kleurencodes vastgelegd. Er wordt gekozen tussen ‘rustig’, ‘gezellig’, ‘druk’ en ‘zeer druk’. Wie dus een dagje aan zee plant, kan op voorhand checken waar zeker genoeg plaats zal zijn. Zo wil de provincie het volk aan zee zo veel mogelijk spreiden.
%%%
Opvallend: er worden ook sensoren gebruikt om de drukte lokaal in de gemeenten te monitoren, maar daar tekenden drie kustgemeenten niet op in: Blankenberge, Oostende en Middelkerke. “Dat is de keuze van de lokale overheden. Sommige gemeenten hadden al instrumenten om de drukte in hun straten te meten”, zegt gedeputeerde Sabien Lahaye-Battheu. Het verschil tussen de mobiele data en de sensoren zit hem in het lokale. De mobiele data geeft de drukte per gemeente weer, de sensoren meten hoeveel procent van de drukke stukken in een badstad bezet zijn. De barometers zijn terug te vinden via www.dekust.be en de app van Westtoer. Ik weet niet welke sensor Middelkerke gebruikt, maar ik ga dat in de loop van de week eens bekijken en ik houd jullie op de hoogte. Aan de ingang van elke strandzone waar geteld wordt, wordt zo’n sensor geplaatst. Aangezien de capaciteit van de verschillende zones verschillend is, wordt éénmalig het aantal toegelaten strandgangers ingevoerd. De sensor controleert het vooraf ingestelde maximaal aantal bezoekers. Bij iedere bezoeker die binnenkomt wordt de waarde met 1 verhoogd. Wanneer een bezoeker de ruimte verlaat wordt de waarde met 1 verlaagd.
2. Strand- en dijkplannen 3. Wat is er te doen in elke kustgemeente? 4. Ontdek onze accomodaties
Heb je nog een vraag over de coronamaatregelen? Op de website https://www.dekust.be/nl/inspiratie/info-kustgemeente ‘Info per kustgemeente’ van Westtoer vind je alle antwoorden! Echt een goed bijgehouden en nuttige site.
Op 26 juni 2020 was ik als vermeend perslid uitgenodigd op de vernieuwde speelplaats van de gemeenteschool ‘ ’t Lombartje’. We werden er hartelijk ontvangen, eerst door de directrice Katrien Wouters, daarna door de schepen van onderwijs Natacha Lejaeghere en wat later door de burgemeester.
Dat project interesseerde mij bijzonder omdat mijn kleindochter ooit deelnam aan een Erasmusproject in Finland en ze ons daarna heel wat vertelde over dat land, bijzonder over de eigenschappen ervan die wel eens kunnen verschillen van die van andere landen, ja zelfs van de andere Scandinavische.
In de uitnodiging werd al een eerste vraag beantwoord. Vernieuwing? Is dat dan iets speciaal? Jawel, omdat ‘hier gaat om een echte trendbreuk: meer groen en verschillende speelzones zoals een klim- en klauterzone, een zeilbootje (waarom nog de naam ‘ ’t Lombootje’ moet geschilderd worden), en een zone waar echte kampen gemaakt kunnen worden.’ Waarom een kampzone op de speelplaats? De leerkrachten en de directrice stapten in op een Erasmusproject en leerden verschillende van de mogelijkheden kennen in andere Europese landen maar Finland moet dus de grootste indruk op hen gemaakt hebben. De 50 leerlingen van de school kunnen beschikken over verschillende materialen (balken, hout, touw…) en daarmee kunnen ze kampen leren maken wat hun inzicht en motorische vaardigheden moet aanscherpen, ook buiten de klasmomenten. Schepen Lejaeghere voegt daaraan toe: ‘ze moeten iets leuks verzinnen, samenwerken, materiaal leren kiezen, draagkracht van wat ze bouwen onderzoeken, …
%%%
Ik vroeg mij eerst af of de ouders hun mening daarover mochten geven, en dat gebeurde ook, maar de nieuwe speelzone is een veilige omgeving, geen hoge speeltuigen, duinenzand onder de toch wat hogere, … De ouders hoeven zich geen zorgen te maken.
De burgemeester knipte dan het driekleurig lint door en dacht ook aan de tijd die hij in deze school doorbracht als kleuter en in de lagere school tot het 6de studiejaar bij meester Benteyn (schrijfwijze?).
%%%
Dat deed mij ook denken aan mijn tijd in de Westendse gemeenteschool voor jongens, toen wij allerlei spelletjes speelden waardoor we leerden omgaan met winnen en verliezen: touwtje springen, bikkelen en knikkeren, verstoppertje, zakdoek leggen, 1-2-3 piano, hinkelen of handstand tegen de muur. Ik neem aan dat ook daarvoor nog tijd gevonden wordt in het Lombartje. De speelplaats biedt immers nog voldoende plaats daarvoor.
Uit mijn gesprek met de schepen voor onderwijs, die volgens mij haar onderwijsbevoegdheid met enthousiasme en verstandige initiatieven waarneemt, bleek dat in het volgend schooljaar in het nieuwste deel van de school, opvang zal geboden worden na de schooltijd. Daarmee wordt onder andere vermeden dat ouders nog langer hun kind naar een Nieuwpoortse (school en/of opvang) moeten brengen.
Het gemeentebestuur van Westende tijdens de tweede wereldoorlog: overtuigde collaborateurs en/of opportunisten?
Op mijn andere blog heb ik geschreven dat ik ooit van plan geweest ben om al wat ik wist over Westende in boekvorm te gieten. Ik ben daarvan afgestapt omdat ik altijd weer hoorde vertellen dat zoiets niet lonend is omdat de groep van geïnteresseerden toch zo klein is, als het over een dorp gaat. Ik heb toen maar aangenomen dat ik er eigenlijk beter zou aan doen om regelmatig een blogartikel te schrijven over van alles en nog wat in verband met Westende: geschiedenis, merkwaardige gebeurtenissen, bezienswaardigheden, verdienstelijke personen, … Als ik die misschien wat rangschik en wat bewerk, kan dat misschien toch ooit nog een boek worden. Maar zover ben ik nog niet! Ik heb op mijn dialectblog de voornaamste schrijvers vernoemd die ooit één of meer werken over Westende produceerden: Robrecht de Beaucourt van Noortvelde, Emiel De Riddere en Marc Constandt. Natuurlijk zijn er nog andere bronnen. Zo kan men in het gemeentelijk archief de verslagen van de gemeenteraden raadplegen sinds de invoering van het burgerlijk wetboek door Napoleon op 21 maart 1804. Staan daar geen persoonlijke gegevens in, die beter het licht niet zouden zien? Neen, de verslagen van de gemeenteraad zijn openbaar, behalve als het om persoonlijke aangelegenheden gaat, of als de gemeenteraad met twee derde van de aanwezige leden hiertoe beslist. Ze kunnen tegenwoordig zelfs gelezen worden via de website van de gemeente https://www.middelkerke.be/nl/gemeenteraadsverslagen ... de recentere dan.
Ik heb in het archief de ganse reeks vanaf de start doorlopen en zo heb ik nogal wat interessante, leuke, soms onbegrijpelijke toestanden ontdekt en nogal wat ruziemakende en folkloristische raadsleden leren kennen. Ik wil daaraan in de toekomst een aantal artikels wijden. Deze week gaat het over het bestuur tijdens de tweede wereldoorlog en de collaboratie van sommige bestuursleden met de Duitsers.
Het ontstaan van het Vlaams Nationalisme en van het Vlaams Nationaal Verbond (VNV) Hoewel België sinds 1830 neutraal was, beschikte het over een relatief sterk leger qua aantal, maar niet qua slagkracht. Het Frans was de bevels- en administratietaal en reeds in de loop van de 19e eeuw leverde dit problemen op. De opleiding aan de Koninklijke Militaire School kon enkel in het Frans gevolgd worden. Alle kaderleden waren Franstalig terwijl veel Vlaamse soldaten analfabeten waren. Er werden wel initiatieven ter verbetering van het taalprobleem genomen, maar het bleef duren tot 1913 voor er een eerste taalwet voor het leger kwam. In de verschillende militaire opleidingsniveaus werd het Nederlands naast het Frans geplaatst en vanaf 1914 moesten alle documenten en mededelingen aan de soldaten in de twee talen opgesteld worden. De wet werd echter slecht nageleefd en tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de uitvoering ervan opgeschort. Tot 1915 was het leger samengesteld uit 59% Vlamingen hoewel de Vlaamse bevolking 57% van de Belgische bevolking uitmaakte. Dit nog kleine onevenwicht nam in de loop van de oorlog toe. Alle mededelingen en opschriften bleven in het Frans en er waren geen afzonderlijke taalklassen bij de opleiding. Vlaamse soldaten werden vernederd door de officieren die zich weigerden aan te passen aan de taalwet. De koning weigerde eveneens heel de oorlogsperiode ook maar op één Vlaamse eis in te gaan. In die context ontwikkelde zich de Frontbeweging.
Zo ontstond het anti-Belgisch Vlaams-nationalisme en de collaboratie in het bezette land, het zogeheten activisme. In 1919 richtten Vlaamse oud-strijders de 'Frontpartij' op. Deze partij kwam op voor de eentaligheid en het zelfbestuur van Vlaanderen. Ze was antimilitaristisch ("Nooit meer oorlog") en sociaal vooruitstrevend. Deze Vlaamse Beweging was aanvankelijk een taal- en cultuurbeweging, maar door het halsstarrig verzet van het Belgische Establishment groeide ze uit tot een politieke en socio-economische beweging die de erkenning van de Vlaamse culturele integriteit en uiteindelijk ook de politieke zelfstandigheid van Vlaanderen nastreefde. Deze evolutie deed zich voor na de Eerste Wereldoorlog. Tijdens die oorlog was de VB verdeeld in 3 groepen: de activisten (die collaboreerden met de Duitse bezetter om hun doel te bereiken), de passivisten (die hun grieven opzijzetten tot na de oorlog en loyaal meevochten voor België en de Frontbeweging, groepen soldaten die protesteerden door de Franstalige onderdrukking aan het front, wat leidde tot de dood van vele Vlaamse jongens). Jérémie Gustave Théophile (Staf) Declercq (Everbeek, 16 september 1884 – Gent, 22 oktober 1942) was een onderwijzer die zich vanaf het begin in de taalstrijd mengde. Van 1919 af zat hij in het parlement voor de Frontpartij, die in 1932 ten onder ging aan interne verdeeldheid. Op 8 oktober 1933 werd hij de belangrijkste oprichter en leider van het ‘Vlaamsch Nationaal Verbond’ (VNV) dat ontstond door groepering van plaatselijke Vlaamse partijen. (zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Vlaamsch_Nationaal_Verbond)
De repressie na de oorlog maakte dat de hele Vlaamse Beweging ontgoocheld was in België en zodoende begon de periode van het politiek flamingantisme. Gaandeweg vervormde de VB van een linkse, sociale beweging gegroeid uit de Frontpartij, naar een rechtse beweging, met als resultaat het ‘Vlaamsch Nationaal Verbond’ en het ‘Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen’ (VNV) en Verdinaso. Dit liep weer faliekant af tijdens de Tweede Wereldoorlog waarbij de VBuit pure frustratie weer overging tot collaboratie.
Wat is collaboratie? Collaboratie is samenwerking met de bezetter. Ze werd tijdens de Eerste Wereldoorlog uitgelokt door de Flamenpolitiek. Dat was een politiek van de Duitse regering ten gunste van de Vlaamse beweging, die erop gericht was België te destabiliseren en Vlaanderen in de Duitse invloedssfeer te brengen. Zo werd in 1916 de universiteit van Gent vernederlandst. In 1917 werd België bestuurlijk gesplitst en werden Vlaamse ministeries opgericht. De Vlaamsgezinde collaboratie kreeg daardoor meer aanhang, al bleef het een minderheid. Duitsland hoopte zo zijn invloed blijvend in België te vestigen, ook na een eventuele onderhandelde vrede met de geallieerden. Na de Duitse nederlaag werd de Flamenpolitiek begraven.
Hitler pikte hierbij weer aan als hij op 14 juli 1940 verordende dat de Germaanse Vlamingen moesten bevoordeeld worden tegenover de Latijnse Walen en als hij de Vlaamse krijgsgevangen soldaten in 1940 vrijliet terwijl de Walen heel de oorlog gevangen bleven. Dat de Vlamingen in de ogen van Hitler Germanen waren, heeft daarin een rol gespeeld. Het VNV trad van meet af aan in de collaboratie en werd de bevoorrechte partner van het bezettingsbestuur nadat de partij bereid was het Dietse programma, de vereniging van Vlaanderen met Nederland, in de koelkast te steken en Adolf Hitler te aanvaarden als opperste leider. Met de steun van de bezetter bekleedde het VNV bestuursposten, onder andere deze van secretaris-generaal*, die bevoegd was voor de benoeming van burgemeesters, en van burgemeesters. Daardoor kende de partij een toevloed van duizenden nieuwe leden uit Vlaamsgezinde organisaties. Aan de vooravond van de oorlog telde de partij 25.000 leden en circa 185.000 kiezers (12,5 procent in Vlaanderen).Een fascistische en gematigde vleugel hielden elkaar in evenwicht in de 'Raad van Leiding' van de partij. Een klein deel keerde zich af van de collaboratie. De leden maakten deel uit van paramilitaire formaties die de bezetter bijstonden. Vanaf april 1940 werden soldaten voor het Derde Rijk aangeworven. Ze werden meestal aan het oostfront ingezet.
*In april 1941 werd de VNV-topman Gerard Romsée secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken,
Het VNV in Westende In 1942 bestond er in WESTENDE een afdeling van het VNV met volgend bestuur
Afdelingsleider: Joseph MAESEN
Afdelingssecretaris: P. GUNST
Afdelingspenningmeester: Hendrik BOYDENS
Propagandaleider: Jos VAN OETEREN, die aanhangers voor hun gedachtegoed moest proberen te winnen
Het gemeentebestuur Op 20 januari 1939 legde Germain Zielens de eed af als burgemeester van Westende. Zijn schepenen werden Achiel Catrysse en Leon Tack. De inhuldiging had plaats op 23 april 1939. In het nummer 20 jaargang 5 van december 1985 van ‘Graningate’ staat daarover een artikel van Georges Bloes, overgenomen uit het Oostends weekblad “De Duinengalm” (28-4-1939) met een uitgebreid verslag met het programma, een affiche, een foto van de burgemeester en met de opschriften die praalbogen, wagens en huizen sierden bij een groots opgezette stoet.
Zoals hieronder te zien is, lieten de genodigden het zich ook smaken.
Na de inval in België wenste de bezetter de bestuursinstanties en de administratie in Belgische handen te laten. Toch werden de instellingen centraler en efficiënter ingericht en geleidelijk werden ze geschoeid op de leest van het leidersbeginsel. Voor de gemeentebesturen betekende dit concreet de uitbreiding van de bevoegdheden van het schepencollege, in casu de burgemeester. Bij het besluit van 28 mei 1941 werden de bevoegdheden van de gemeenteraad dus overgeheveld naar het College van Burgemeester en Schepenen, waarbij zelfs sommige vooroorlogse bevoegdheden van de gemeenteraad bij de secretaris-generaal kwamen te liggen. De gemeenteraad werd vanaf 18 april 1941 buiten spel gezet voor de rest van de oorlog. Vanaf de zitting van 09.05.1941 werd in het verslagboek Gemeenteraad verwezen naar het boek Schepencollege. Tot 21.01.1942 kon de gemeenteraad niet bijeenkomen.
Al in 1940 voerden het collaborerende VNV en Rex een campagne om de stads- en gemeentebesturen over te nemen. De Duitsers vaardigden op 6 maart 1941 een verordening uit "tegen de veroudering van de kaders in het openbaar leven" en waarbij al wie een openbaar ambt bekleedde en de leeftijd van zestig jaar had bereikt, diende ontslagen te worden. In Vlaanderen zou 70 procent van de burgemeestersambten ingenomen worden door het VNV.
Oorlogsburgemeesters waren er in alle kleuren en maten, van eerder gematigd tot zeer radicaal. Een eerste opmerking is dat veel oorlogsburgemeesters in de tweede helft van de bezetting hun gedrag aanpasten. Wanneer ze zagen dat Duitsland de oorlog ging verliezen, verschoven ze hun expliciete nationaalsocialisme naar de achtergrond en investeerden ze in zichtbare hulp aan (een deel van) de bevolking. Ten tweede combineerden vrijwel alle oorlogsburgemeesters collaboratie met de Duitse repressie aan de ene kant met bestuursmaatregelen ten gunste van (delen van) de bevolking aan de andere kant
Leon Tack werd op 18.6.1941 60 jaar en was geen schepen meer vanaf 31.8.1941. Catrysse werd op 6 juni 1941 56 jaar. Op de zitting van het college van burgemeester en schepenen van 29.09.1941 werd akte genomen van een besluit van de Secretaris-Generaal van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Volksgezondheid van 6/9/1941 waarbij Joseph Alfons Maesen aangeduid werd om het ambt van schepen waar te nemen in plaats van Catrysse. Aangezien die nog niet aan de opgelegde leeftijdsgrens was, moet er een andere reden geweest zijn, maar die heb ik niet gevonden. Op een dringende zitting van het college van burgemeester en schepenen van 06.08.1942 werd akte genomen van een besluit van Secretaris-Generaal van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Volksgezondheid van 24.07.1942 waarbij Jos Van Oeteren aangeduid werd om het ambt van schepen waar te nemen in plaats van Leon Tack.
De VNV - afdeling richtte op 20.11.1942 een brief aan de burgemeester en schepenen ondertekend door de hierboven vermelde bestuursleden met ‘Dietschengroet-Het VNV en zijn leider HOU-Zee!' Daarin werd gevraagd de foto van wijlen Staf De Clercq, leider van het VNV op te hangen in het gemeentehuis. J. Maesen en Jos Van Oeteren ondertekenden op 03.12.1942 een brief, gericht aan de Burgemeester, in hoedanigheid van ‘Schepenen’. Ze vroegen daarin dat de gemeenteraad de hierboven gestelde aanvraag opnieuw op de dagorde van de gemeenteraad te plaatsen omdat ze in de vergadering van 01.12 onvoldoende kon behandeld worden’. Het college besliste op 18.01.1943 de foto op te hangen. Burgemeester Zielens vroeg dat in het verslag zou geacteerd worden dat hij zich daartegen verzette.
De beide VNV’ers blijven schepenen tot aan de zitting van het college van 23.09.1944.
Raadsleden waren: Eugeen Deputter en Alidore Lefevere van lijst 1 en Raphaël Van Huffel, Albert Vandenkerckhove, Leon Soete en Emiel Vanhecke van lijst 2.
August Verleye was eerste plaatsvervanger van lijst 1 en verving Eugeen Deputter die overleed op 21.10.1938, nog voor de raadsleden de eed hadden afgelegd. Julien Soetaert was tweede plaatsvervanger en verving op 16.07.1945 Verleye, die vervallen verklaard werd (zie verder). Hij legde de eed af op de zitting van de gemeenteraad van 16 juli 1945. Valère Gontier verving Emiel Vanhecke die overleed nog vóór hij de eed had afgelegd. Gemeentesecretaris was Lucien Coulier
In de gemeenteraad van 27.09.1944 werd beslist dat Catrysse en Tack terug konden keren als schepen. Vandenkerckhove, Lefevere, Verleye en Gontier waren dan de raadsleden.
Op de foto hieronder zien we burgemeester Zielens en schepen Leon Tack in de bevrijdingsstoet op 10 juni 1945. Catrysse ontbrak, om een voor mij ongekende reden, alhoewel … (zie verder)
De repressie Er was geen standaard strafmaat in de naoorlogse bestraffing. Sommige oorlogsburgemeesters werden ter dood veroordeeld, andere kwamen vrijwel onmiddellijk vrij. Het militair gerecht opereerde vanuit een zuiver juridische logica en bracht het politieke aspect naar voor. Men liet zo het bestuurlijke aspect over aan de verdediging, die volop de kaart trok van het ‘goede bestuur’ van de oorlogsburgemeesters. Hierdoor ontstond in Vlaanderen na de oorlog een dominante beeldvorming van de oorlogsburgemeester die zich nooit met politiek zou beziggehouden hebben en zich zou opgeofferd hebben voor de bevolking, maar toch slachtoffer werd van de naoorlogse depressie.
Wie er meer wil over weten, moet absoluut de volgende bron lezen: https://rw.be/archief/3112/pdf Plechtige openingszitting van de Vlaamse Conferentie der Balie van Antwerpen op zaterdag 28 oktober 1967. Rede uitgesproken door Mr. Jan Lenaerts.
Ziehier hoe de repressie verliep voor sommige leden van het gemeentebestuur en van het gemeentepersoneel.
College en Gemeenteraad
Op 22.01.1945 werd bepaald dat August Verleye (raadslid) en Geryl een onwaardige houding aannamen als gemeenteraadslid en plaatsvervangend raadslid. Ze werden vervangen door Buyse en Mollet.
Op 19 september 1945 vaardigde de regering Van Acker II, zonder tussenkomst van het parlement, de besluitwet* betreffende de vervolging en bestraffing van collaborateurs uit. Daaruit volgde dat ook personen die niet schuldig werden bevonden aan een overtreding van de strafwet toch nog een (zware) sanctie kon worden opgelegd. Volgens de toenmalige minister van Justitie ging het om een "veiligheidsmaatregel van burgerlijke aard t.a.v. personen die ten gevolge van de te algemene en onduidelijke strafwet werden vrijgesproken maar wier onvaderlandse gedraging aan het openbaar geweten aanstoot heeft gegeven en derhalve uit de politieke gemeenschap, die zij ontrouw zijn geweest, te worden geweerd." In praktijk ging het vooral om familieleden (echtgenoten, broers en zusters, ouders van de veroordeelde) waarbij een klacht tot politieke collaboratie had geleid tot seponering of buitenvervolgingstelling. *Een besluitwet is een besluit van de uitvoerende macht dat wetskracht heeft. Het verwijst naar koninklijke of ministeriële besluiten die genomen werden zijn tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog en die, gezien de uitzonderlijke omstandigheden, niet door het parlement konden goedgekeurd worden maar toch aanvaard werden als wetten in de formele zin.
Door deze besluitwet werd Germain Zielens levenslang vervallen verklaard van het recht om openbare functies, bedieningen of betrekkingen te vervullen. Op 22.01.1946 nam het college kennis van het besluit van de Minister voor Binnenlandse Zaken dat Zielens schorste als burgemeester voor de duur van 6 maanden, vanaf 01.01.1946. Raphaël Van Huffel verving hem voorlopig. Op het schepencollege van 4.7.1946 werd meegedeeld dat Zielens verklaard had dat hij zijn functie van burgemeester niet kon hernemen vóór 1.8.1946 wegens ziekte. Op 27.7.1946 werd Zielens echter afgezet als burgemeester. Op 4.10.1946 besloot de bestendige deputatie dat Zielens, als gevolg van zijn ontzetting uit het ambt van burgemeester en bij toepassing van de besluitwet van 19.09.45 ook vervallen verklaard werd van zijn mandaat van titelvoerend gemeenteraadslid.
Op 5.8.1946 ontving het college een bericht van de Gouverneur waaruit bleek dat Achiel Catrysse afgesteld werd als schepen door zijn houding gedurende de bezetting en levenslang vervallen werd van het recht om een openbaar ambt te bekleden. Op 23.8.1946 besloot de bestendige deputatie dat Achiel Catrysse als gevolg van zijn ontzetting als schepen en bij toepassing van de besluitwet van 19.09.45 ook vervallen verklaard werd van zijn mandaat van titelvoerend gemeenteraadslid.
Bij arrest van 20.8.1946 van de Krijgsraad te Brugge werd Joseph Maesen uit hoofde van verraad, om Belg zijnde en militair** de wapens te hebben opgenomen tegen België, als lid van de fabriekswacht* te Melsbroek, Koksijde en Wevelgem, tussen mei 1940 en 29 januari 1943, de politiek of oogmerken van de vijand te hebben gediend als lid van het VNV en als schepen van Westende tussen 28.1.1943 en september 1944, veroordeeld tot een gevangenis van drie jaar. Bij toepassing van artikel 2 1 van het burgerlijk wetboek artikel 123 sexties, werd hij ook levenslang ontzet uit het recht voorzien in art. 31 van het strafwetboek: openbare ambten te vervullen, verkozen te worden, eretekens te dragen . of ………..,*** gezworene, deskundige of getuige te zijn, deel uit te· maken van enige familieraad, …….doch ook van de rechten om te stemmen, advocaat te zijn, deel te nemen aan het onderwijs, ……….aan pers, toneel, cinema of radio mee te werken, een leidende functie waar te nemen in culturele, sportieve of liefdadige gebeurtenissen, in handelsvennootschappen, beroepsverenigingen of politieke verenigingen, ja, zelfs in openbare vermakelijkheden.
*fabriekswacht = organisatie van bewakers voor vliegvelden met militaire ervaring, gerecruteerd bij het VNV, die op 15 januari 1943 als de ‘Dietse Militie/Wachtbrigade’ formeel een onderdeel werd van de VNV-militie. De leden werden formeel ingelijfd in de Duitse Wehrmacht en waren onderhevig aan de krijgswetten van het Duitse leger. **militair = Maesen was soldaat-milicien lichting 1932 bij het 3e Linie in Oostende *** …......... Voor rechten die niet voor hem van toepassing zijn
Ook Jos Van Oeteren werd veroordeeld. Daarover verscheen een artikel in ‘De Zeewacht’ dat ik nog niet kon raadplegen in de bibliotheek in Oostende, waar het Zeewachtarchief bewaard wordt.
Er werden ook maatregelen genomen tegenover het gemeentepersoneel dat zich zou misdragen hebben. Lucia Geryl, bediende secretariaat, werd afgezet vanaf 29.8.1944 omdat zij een leidende positie had in een groepering die onvaderlandslievende gevoelens koesterde en omdat zij in het openbaar, ook in haar dienst de kentekens van deze organisatie droeg. Aan Albert Hosten, schoonbroer van de burgemeester, kon niets verweten worden. Dat was ook het geval voor Henri Tack, in dienst sinds 12.05.1941 als dienstleider Ravitaillering, en voor Odiel Tratsaert.
De dorpskerk van Westende wordt een toeristische topper
Westende-dorp is gestart met de voorbereidingen om in de toekomst ook het chic volk uit Westende-bad te ontvangen in de dorpskerk. De familie Otlet en de almachtige ‘societeit ’‘La Westendaise’ wilden destijds van Westende een mondaine badplaats (‘Plage de l’Elite’) maken en er een exclusief en rijk cliënteel voor aantrekken. Toen de Marçunvins een standplaats moest krijgen, vonden ze dat een vakantiekolonie voor armere en soms zieke kinderen niet in hun badplaats paste. Dat was nogmaals het geval toen men in de dertiger jaren een jeugdherberg wou oprichten in Westende.
Ze zouden zich in hun graf omdraaien moesten ze weten dat de gelovigen uit Westende-bad voortaan hun wekelijkse kerkelijke plicht moeten vervullen in de Westendse dorpskerk. Nu zullen ze zeker heimwee hebben naar de tijd dat de mis in de Sint-Theresiakapel nog in het Frans gebeurde en de Vlaamse gelovigen lang hebben moeten protesteren om daar een einde aan te stellen. Waarom ze die lijdensweg zullen moeten ondergaan? Middelkerke koopt de kapel langs de Badenlaan voor de symbolische prijs van 1 euro maar moet er een toegankelijke socioculturele functie aan geven.
Wat gebeurt er toch met die eens zo machtige katholieke kerk? De ontkerkelijking neemt toe. Middelkerke telt 8 gemeentekernen en het is altijd vanzelfsprekend geweest dat iedere kern zijn eigen kerk had. De badplaatsen Middelkerke en Westende hebben er dan nog elk een kapel bij (met dezelfde naam, trouwens) en Westende heeft daarbij nog een zomerkerk, het Cenakel. Bij elke kerk hoorde een pastorie en meestal werd de onderpastoor dan nog ondergebracht in een burgerhuis, niettegenstaande de pastorieën zeer ruim waren. Als je natuurlijk in het geld zwemt!
De kerk van Sint-Pieterskapelle werd al eerder ontwijd en nu volgt de kapel van Westende-bad. Het Cenakel wordt afgebroken en het zou mij zeer sterk verwonderen als daar geen groot appartementsgebouw in de plaats komt.
Het aantal diensten is nu al beperkt tot de grotere kerken in Middelkerke, Westende-Dorp en Lombardsijde. Moest je vroeger aan een inwoner van Schore gezegd hebben dat hij/zij ooit minstens 10 kilometer zou moeten afleggen om een kerkdienst bij te wonen, ja, dan zou die je zeker gevraagd hebben of je je soms niet goed voelde.
De ontkerkelijking is natuurlijk wel een logische beslissing Volgens de cijfers van ‘Kerk en Leven’ van 28 november 2018 noemt meer dan de helft van de Belgen zich katholiek. De vraag rijst dan: wat betekent dat? Zijn dat de wekelijkse kerkgangers? Nee, want slechts een dikke negen procent noemt zich praktiserend. En wanneer de kerkgangers daadwerkelijk worden geteld, blijken dat er nog een pak minder te zijn, nog geen drie procent. Hoe kan dat nu? Omdat er nu eenmaal geen vaste definitie bestaat van wat we onder ‘katholiek’ verstaan. Wie gedoopt is, is in principe katholiek, maar doet daar niet noodzakelijk iets mee. Niet iedereen die katholiek en gelovig is, gaat wekelijks naar de mis. En ook wie slechts af en toe naar de mis gaat, kan zichzelf toch praktiserend noemen. Er zijn ook heel wat mensen die zich laten ontdopen. Behalve de eucharistie gaan ook de andere kerkelijke sacramenten en belangrijke momenten achteruit: doopsels, vormsels, kerkelijke huwelijken, communies en kerkelijke uitvaarten. Er zijn ook veel minder priesters en kerkmedewerkers om de diensten in elke kerk van een deelgemeente te verzekeren. Vandaag heeft Middelkerke nog slechts drie geestelijken in dienst, die gehuisvest zijn in de pastorie van Middelkerke. De andere pastorieën werden allemaal verkocht. De drie pastoors moesten alle kerkelijke diensten verdelen en men kan begrijpen dat dit niet langer kon. Ongeacht of een kerkgebouw veel of weinig wordt gebruikt of gesloten is, er zullen steeds onderhouds- en/of instandhoudingswerken nodig zijn, zo niet bestaat het risico om spoedig herschapen te worden tot een bouwvallige constructie… terwijl de kosten ten laste van de gemeenschap verder lopen, via de lokale overheden. Het is dus logisch de leegstaande kerken voor een ander doel te gebruiken. Maar welk doel? Voor socioculturele doeleinden! De kerkelijke overheid stelt dat als voorwaarde voor de verkoop. Zo wordt voor de kapel langs de Badenlaan als belangrijkste voorwaarde gesteld dat de kapel een toegankelijke socioculturele functie moet krijgen. Als niet aan die voorwaarde voldaan wordt, dan zou alsnog 465.000 euro moeten betaald worden. De burgemeester beweert weliswaar dat het niet zover zal komen, maar zijn er dan in elke deelgemeente voldoende socioculturele evenementen die in een kerk kunnen plaatsgrijpen? Ik denk niet dat het zo eenvoudig wordt om daarvoor nieuwe bestemmingen te vinden. Vandaag wordt de Theresiakapel van Westende-Bad wel al eens gebruikt voor culturele activiteiten en is het een vaste locatie voor de kunsttriënale Beaufort.
Sint-Theresiakapel Westende Westende-Bad werd opgericht in totaal ongerept duinengebied en volledig los van het kerkdorp Westende. Dorp en bad waren van bij de start van de badplaats twee verschillende werelden en de toeristen waren zeker niet echt geneigd om de kerkdiensten in de dorpskerk bij te wonen en ijverden daarom voor een eigen kerkgebouw in de badplaats.
Het allereerste kerkgebouw in het centrum van de badplaats was een bescheiden bijgebouwtje aan de elektriciteitscentrale. Edouard Otlet, de stichter van de badplaats, versierde het met kunstvoorwerpen uit Latijns-Amerika die hij selecteerde uit zijn eigen kunstcollectie. Ondertussen werd een comité van vooraanstaande toeristen opgericht die ijverden voor een echt kerkgebouw. Deze stenen kapel werd nog voor de oorlog gebouwd naar plannen van de bekende architect Maurits Van Ysendyck. Ziehier een tekening ervan uit 1912.
De Eerste Wereldoorlog spaarde de gloednieuwe kapel niet.
Naar plannen van de Brusselse architect Victor Rubbers werd, in 1930 op een andere plaats, een nieuwe gebouwd: een neo-romaans getint kerkgebouw omringd door een plantsoen en pal in het centrum van de badplaats. Het werd een één-beukig gebouw met transept, uitgevoerd in gele baksteen op een natuurstenen plint in bossage, d.w.z. een steen met een ruw gehakte, oneffen voorkant.
De kapel werd in september 1944 door beschietingen zwaar beschadigd. (Foto verzameling Els Bloes, hieronder))
In 1954 werd de kapel hersteld en uitgebreid naar een ontwerp van de Oostendse architect Maurice Dinnewet.
Ziehier een foto vóór de verlenging en één erna.
Opmerkelijk zijn het roosvenster en het voorgeplaatst atrium met drie traveeën dat een Scandinavische invloed onderging. Wit beschilderd sober interieur met overwelving door middel van tongewelven. Bedaking uitgevoerd in leien.
In de jaren zestig werden er in het gebouw mooie glasramen aangebracht naar ontwerp van de befaamde glazenier Cor Westerduin.
Ziehier nog een buitenzicht in kleur en een binnenzicht.
Het Cenakel Toen de zondagse kerkdiensten steeds drukker bezocht werden, bleek de kapel op zeker ogenblik niet meer alle gelovigen te kunnen bevatten. Daarom werd een vroegere garage, aan de overkant van de laan, omgebouwd tot zomerkerk. Hieronder zien jullie het inwijdingsbord. Je zou bijna zeggen ‘spijtig dat zoiets moet verdwijnen!’
En zo zag het cenakel er vanbinnen uit:
Besluit Ik mag dus niet schrijven dat er weer een stuk erfgoed verdwijnt, want de kapel blijft bestaan. Wat wel juist is: de ontkerkelijking is een onderdeel van de afbouw van ons maatschappelijk leven.
Coronavirus: waarom loopt er toch zo veel verkeerd?
Veel van de lezers van deze blog zullen op 27 mei 2020 wel naar de uitzending ‘Pano’ over het coronadrama gekeken hebben. Mijn woord ‘drama’ slaat natuurlijk op de dramatische gevolgen van de crisis, in de eerste plaats op de ‘bijna 10.000 doden’. Maar ik bedoel daar ook mee de aanpak van onze regeringen, tenslotte de eindverantwoordelijken voor alle beslissingen die getroffen hadden moeten worden.
Ik kan niets anders zeggen dan dat ik diep onder de indruk was van deze reportage. Ik moest mijn verontwaardiging over het getoonde kwijt en vandaar dit zesde artikel over corona.
Hoe worden professors in de virologie, immunologie en epidemiologie opgeleid? Natuurlijk pleeg ik nu wat heiligschennis met mijn artikel, maar ik wil vooraf klaar stellen dat ik veel eerbied heb voor de meeste van deze geleerde dames en heren, lesgevers aan onze universiteiten en met een rijkgevuld curriculum vitae. Ik neem aan dat een viroloog een opleiding krijgt in de virusgeschiedenis en dus maar al te best weet welke virusziekten zich in de voorbije 100 jaar hebben voorgedaan. Laten we ze even overlopen:
Spaanse griep (1918-20): met 20 tot 40 miljoen slachtoffers over de hele wereld de dodelijkste grieppandemie van de afgelopen eeuw. Aziatische griep (1957-58): kostte ongeveer aan 1 miljoen mensen het leven over de hele wereld. Hongkonggriep (1968-1969): 1 miljoen slachtoffers. SARS (2002-2003): ook een coronavirus dat klachten veroorzaakte, die vergelijkbaar zijn met een reguliere griep; ruim 8000 mensen werden ziek van het virus en 774 overleefden de besmetting niet. Mexicaanse griep (2009-2011): wereldwijd tussen de 123.000 en 203.000 doden. MERS (2012): een coronavirus dat ongeveer dezelfde klachten geeft als SARS en het nieuwe coronavirus. Er zijn ondertussen 640 mensen overleden aan het Middle East Respiratory Syndrome-virus.
De experten weten dus maar al te goed welke de gevolgen zijn van een pandemie. Als er dan een onbekend coronavirus opduikt, dan zou je kunnen verwachten dat ze dubbel op hun hoede zullen zijn. Maar neen, ik hoorde Magda De Block zelfs zeggen: ‘Ja maar, we kenden dat virus niet!’. Volgens mij is dat eerder een zeer goeie reden om dubbel voorzichtig te zijn.
De reactie van onze geleerden op het uitbreken van de coronacrisis Op 23 februari 2020 verklaarde Prof Van Ranst in de ‘Zevende dag’ dat het coronavirus Covid-19 intussen zo wijdverspreid was dat we konden spreken van een pandemie, een wereldwijd verspreide epidemie. "We zitten op een kantelpunt. Er duiken nu derde generatie-gevallen op. Dat zijn mensen bij wie geen link met China te vinden is, en dat is zorgwekkend”. Van Ranst riep op tot blijvende waakzaamheid, ook in de krokusvakantie. “We mogen niet op onze lauweren rusten. Er is lokale verspreiding in alle werelddelen. We moeten wereldwijd voorbereidingen treffen. Alle virologen en overheden ter wereld zijn momenteel bezig met het nieuwe virus. We moeten dit ook wel serieus nemen". Volgens de viroloog zouden de komende weken nieuwe besmettingshaarden opduiken in andere Europese landen. “Het is mogelijk dat ze de besmettingshaarden in Italië onder controle krijgen. Lombardije is niet bepaald een dichtbevolkt gebied, maar het virus circuleert wel degelijk. Ook is rond de besmette dorpjes een quarantaine van zeven dagen ingesteld. Dat is te kort. Zo’n maatregel is pas effectief zodra die tweemaal de incubatietijd van het virus bedraagt. Voor het coronavirus is dat 5,2 dagen. Om die reden pleit ik voor veertien dagen quarantaine. Dat is doenbaar zonder een economie en samenleving plat te leggen, maar wel nodig.”
Onze ster-viroloog moet er zich dus wel degelijk bewust van geweest zijn dat uiterste voorzichtigheid geboden was.
Op 24 februari 2020 begon de krokusvacantie (tot 1.3.20) en gewoonlijk gaan dan duizenden Belgen skiën in Italië. ‘Geen probleem’ zei Van Ranst resoluut. “Wie van plan is om in de krokusvakantie naar Italië te trekken, mag dat gerust doen, Ik zou niet thuisblijven. Denk wel aan goede handhygiëne en probeer veel mensenmassa's te vermijden. Al is dat niet evident bij de après-ski." Een ‘wijze’ uitspraak! De professor vond ook dat men niet kon zeggen 'Blijft allemaal maar thuis." Dat zou volgens hem voor veel kritiek gezorgd hebben. Ik wist niet dat iemand die bijna dagelijks zegt dat hij wel weet dat veel mensen kwaad op hem zijn, maar dat hij zich daar niets van aantrekt, daar schrik kon van hebben.
‘Een hardnekkig griepje’ zei Maggie. Er wordt vaak beweerd dat ze daarin gevolgd werd door Van Ranst, die dat echter stellig ontkent.
Microbioloog Herman Goossens verkondigde dezelfde dag in "Het Journaal" dat het risico om besmet te worden in de skigebieden "oneindig klein" was.
Op dat moment stonden er wel al verschillende gebieden in Italië onder quarantaine en gaven verschillende andere landen negatieve reisadviezen. Een deel van die Belgen trok naar Obereggen, 20 minuten autorijden van Bolzano en 300 km van Milaan, in de provincie Zuid-Tirol. Daar werden tijdens het krokusverlof nog geen besmettingen vastgesteld.(of gemeld?) Ook ten zuiden van Milaan, de hoofdplaats van Lombardije, waar de eerste besmettingen opdoken, liggen niet de meest geliefde skioorden. De skigebieden in Noord-Italië werden dus niet beschouwd als risicogebied. Maar dat belet niet dat er op het einde van februari steeds meer mensen besmet werden, niet enkel in Italië maar zowat overal in Europa.
De terugkerende skiërs werden niet getest … omdat dat niet mocht! Ze voldeden niet aan de strenge criteria omdat je daarvoor uit een risicogebied moest komen. Het bleek in de ogen van onze bestuurders ook niet nodig te zijn, ze in preventieve quarantaine te plaatsen. Herman Goossens: "Het was tijdens de krokusvakantie een beetje in het duister tasten. Niemand wist zeker of het virus al in de skigebieden zat of niet." (!)
Spoedarts Jan Stroobants van het ziekenhuis ZNA Middelheim was het niet eens met onze bestuurders. Hij vindt dat men skiërs wél preventief in thuisquarantaine hadden moeten plaatsen. "We maakten ons tijdens de krokusvakantie grote zorgen. Als ook Belgische skiërs besmet waren, dan zouden die vroeg of laat bij ons op de spoedgevallendienst belanden. We vroegen ons af of we wel genoeg middelen hadden om al die patiënten op te vangen."
Minister De Block zei na een kernkabinet dat er ‘momenteel geen disproportionele maatregelen moesten genomen worden’. Ze verwees daarmee onder meer naar Sint-Lambrechts-Woluwe, waar inwoners die in een risicogebied geweest waren niet meer op openbare plekken mochten komen. "Dit lijkt me meer op politiek activisme, schieten met een kanon op een mug. Dit coronavirus is een griepvirus, we moeten het noemen zoals het is. Het is een nieuw virus, maar we moeten geen disproportionele maatregelen nemen. We hebben een goed wetenschappelijk comité dat alles in de wereld opvolgt. Laat ons de emotie loskoppelen van de wetenschap. Er zullen meer patiënten komen, maar we kunnen dat aan."
Je moet maar durven. Zelfs al zal ze, hoop ik toch, niet echt bedoeld hebben dat het maar om een ‘kleinigheid’ ging, dan vind ik het toch zeer ongepast het coronavirus te vergelijken met een mug.
Op 25 februari zegt Maggie in 'De Ochtend': "Waarom zou het niet kunnen dat het coronavirus naar ons land komt? Een virus reist de wereld rond, het maakt niet uit of het in het land naast u is, of ver weg. Er is altijd een risico dat het zich verspreidt, en Italië is voor ons natuurlijk aan de deur."
Deze houdinglijkt mij volledig in strijd met de uitspraken van 23 en 24 februari.
De Pano-reporters ondervragen teruggekeerde skiërs
Vraag 1: Inschattingsfout of niet? Men zou het vanzelfsprekend kunnen vinden, maar een kritische reportage op onze nationale zender moest de bovenstaande reacties van onze nationale virusgeleerde Van Ranst nader toelichten. Zo werd hem gevraagd of hij geen inschattingsfout gemaakt heeft. Hij ontkende dat natuurlijk: “Het is pas een inschattingsfout als je het op basis van de info van dat moment anders had moeten doen. Zo’n quarantaine was toch verre van evident. Als je achteraf terugkijkt, met alle data die we nu hebben, dan moet je toegeven dat er een inschattingsfout gemaakt werd. Dan moet je ‘ja’ zeggen. Daar is geen twijfel over mogelijk”. Hij meent wel dat het coronavirus dan op een andere manier ons land wel had bereikt. “Geen enkel ander land kon het tegenhouden.”
Als hij zou geweten hebben dat een vakantieganger op TV zou verklaren dat 13 van de eerste 23 Belgische besmettingen uit hetzelfde hotel kwamen in Obereggen, dan lijkt het me logisch dat hij anders zou gereageerd hebben. Dat zou er nog aan ontbroken hebben.
Ik neem aan dat Van Ranst ook wel het verschil kent tussen ‘de leiding nemen op een lijst met het aantal doden in verhouding tot het aantal inwoners’ en ’tegenhouden’ of ‘beletten’ dat het virus volop kan woeden in het land, maar zijn antwoord lijkt goed op dat van iemand die in het nauw gedreven werd. En hij besluit dat ‘topantwoord’ met ‘We hadden op dat moment toch al de raad gegeven om de huisarts te bellen bij symptomen en thuis te blijven.’ De dertien uit de reportage geven toe dat ze, toen ze nog geen symptomen vertoonden, het virus ruim doorgegeven hebben. Ze hadden toen geen reden om de huisarts te bellen. Bij sommige kwamen de symptomen pas enkele dagen na hun terugkeer en dan hadden ze al familieleden, vrienden, kennissen en dorpsgenoten besmet, uiteraard met het reproductiecijfer 2,5.
Ik heb het dus, zoals veel andere kijkers, moeilijk met die antwoorden van zeer intelligent geachte geleerden. Ik vind trouwens dat ‘inschattingsfout’ een eufemisme is. Dat is een woord of een formulering met een verzachtend, verhullend of verbloemend karakter. Eufemismen worden gebruikt ter vervanging van aanduidingen die men bedreigend, kwetsend, onfatsoenlijk, onaangenaam of in een andere zin te negatief vindt. Voorbeelden: zelfdoding in plaats van zelfmoord, niet erg slim in plaats van dom, werkzoekend in plaats van werkloos, ongewenste bezoeker in plaats van inbreker, heengaan in plaats van sterven. Was het niet eerder aangewezen aan onze geleerden te vragen of zij ook niet vonden dat zij een zware fout begaan hadden … uiteraard onopzettelijk. Reportagemaker Hanne Decoutere doet precies ook mee aan het gebruik van eufemismen. Ze beweert immers: “Je mag niet vergeten dat wij allemaal tijdens de krokusvakantie nog mopjes aan het maken waren over het coronavirus. Dat was iets in China, een ver-van-mijn-bed-show. Je denkt dat de storm wel zal overwaaien, maar dat was niet zo. Enerzijds is het dus een begrijpelijke inschattingsfout geweest. Anderzijds waren er wel heel grote gevolgen.” (zie Hanne Decoutere: "Er is een groot schaamte- en schuldgevoel bij wie ging skiën tijdens de krokusvakantie" gepubliceerd op woensdag 27 mei 2020)
In de reportage spreekt minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) van een algemene onderschatting van het virus: "Wetende dat we alleen konden bouwen op de kennis die er was van een nieuw virus dat de Chinezen mild noemden en anderen spraken zelfs van een milde griep. Het is net iets meer besmettelijk. Voortschrijdend inzicht heeft ons geleerd dat het voor sommige leeftijdsgroepen gevaarlijker was. Nu blijkt wel dat dat een onderschatting was. In plaats van enige fout toe te geven, zegt ze: "We hebben de maatregelen genomen op het juiste moment. De lockdown was nodig op dat moment. We mogen fier zijn: we hebben die curve afgezwakt. Nu zijn we bezig met die tweede golf en moeten we ervoor zorgen dat dit een klein golfje wordt.”
Vraag 2: werden de teruggekeerden op afdoende wijze getest?
Verschillende van hen zijn niet die mening toegedaan. Veel teruggekeerde skiërs vreesden dat ze op vakantie besmet werden met het coronavirus. Ze wilden zich laten testen, maar dat bleek onmogelijk. Dat komt omdat de criteria om te mogen testen bijzonder streng zijn, te streng vinden velen nu. Een patiënt moet koorts hebben én hoesten of ademhalingsproblemen hebben én uit een risicogebied komen. Sciensano, de federale wetenschappelijke instelling en onderzoekscentrum voor de volksgezondheid, de diergezondheid en de voedselveiligheid van België, wijt de enge gevalsdefinitie aan het feit dat er te weinig beschermingsmateriaal ter beschikking was. Die risicogebieden zijn de eerste dagen na de krokusvakantie heel beperkt: China, Iran, Zuid-Korea en drie provincies in Italië.
Een eerste teruggekeerde:“Er werd mij gezegd dat ik het resultaat van mijn test mocht verwachten binnen de 24 uur. Als ik niets hoorde, dan zou dat betekenen dat mijn test negatief was. Ik wachtte, zoals afgesproken, en ik hoorde niets meer. Ik zette dus mijn gewone leven voort en pas drie dagen later vernam ik dat ik toch positief getest had. In die periode besmette ik vermoedelijk verschillende anderen.Dat was niet mijn bedoeling. Maar ik heb dat vermoedelijk wél gedaan, totaal ongewild."
Van Ranst, die het referentielab in Leuven leidt: “Het kan dat we inderdaad stalen hebben moeten doorsturen naar een ander lab in Aalst, omdat we overladen waren. Dat was het geval toen microbioloog Herman Goossens opriep om meer te testen.”
Het staal ging van het labo in Tienen naar het referentielabo in Leuven. Dat stuurde het staal door naar een ander labo in Aalst, waar het geanalyseerd werd. Zij verwittigden het labo in Tienen en dat belde naar de huisarts die de getuige het slechte nieuws meldde.
Viroloog Herman Goossens en spoedarts Jan Stroobants uit het Middelheim ziekenhuis in Antwerpen zijn de mening toegedaan dat één referentielabo, in Leuven dus, onvoldoende was. Van Ranst vindt dat ‘onwaar’, een eufemisme voor ‘leugen’: “Geen enkel labo is volledig foutloos”
Een tweede ondervraagde kon niet getest worden omdat hij geen koorts had en niet uit een risicogebied kwam. Zijn huisarts moet daarom liegen om hem toch te kunnen testen. Hij vinkt op het aanvraagformulier aan dat de man wél koorts heeft. "Mijn huisarts heeft de situatie wat moeten inschatten en ik denk dat hij dat heel correct gedaan heeft. Een leugentje om bestwil, maar een terechte beslissing."
Een derde (vrouwelijk) slachtoffer: “Nadat mijn man positief had getest, werden ik en mijn twee zoontjes ook getest. De stalen van mijn zoontjes werden echter nooit geanalyseerd. Er kwamen op dat moment te veel stalen binnen en die van mijn zoontjes waren geen prioriteit. Als één familielid positief test, gaat het labo ervan uit dat alle andere familieleden ook positief zijn. Pas drie weken later kreeg ik door een toevallige telefoon naar haar huisarts het resultaat van mijn eigen test. Ik had ook COVID-19.” Ik vraag mij af waarom mevrouw en haar kindjes dan getest werden.
Vraag3: Werden jullie gecontacteerd om te weten met wie jullie contact hadden om ook hen in quarantaine te plaatsen?
Ondervraagde 1 kreeg nooit een telefoontje. "Ik ben door niemand gecontacteerd na mijn positieve test. Ik had mij daar nochtans aan verwacht, zeker omdat ik bij de eerste 50 Belgische besmettingen was. Maar vreemd genoeg is er geen enkel contact geweest." Ondervraagde 3 en haar man werden wel opgebeld door een contact- opspoorder. Ze gaven alle informatie door maar volgens hen werd er niets mee gedaan.
Besluit Als onze experten een afwachtende houding aannamen tegenover een onbekend virus omdat ze nog niet overtuigd waren van de kracht ervan, hadden ze dan niet het zekere voor het onzekere moeten nemen? Ze verspilden kostbare tijd en daar werd een (te) hoge prijs voor betaald. ‘Hadden we het geweten, dan hadden we het anders gedaan” is volgens mij geen verontschuldiging maar een zware fout. Men moet dat kunnen/durven toegeven. Dat er telkens weer gezegd wordt dat de toestand in andere landen gelijkaardig was, is eerst en vooral niet volledig correct, maar dat is evenmin een excuus. Dat ze sinds het ogenblik dat het virus ons land binnenkwam veel bijgeleerd hebben, dat zal zeker juist zijn, maar hadden ze niet eerder met bundeling van alle krachten door de talloze virologen die we dagelijks op TV hun mening hoorden verkondigen, een completere handleiding kunnen opstellen met alle gevaren en alle te nemen voorzorgmaatregelen? Als we alle tekortkomingen op een rijtje zetten (mondmaskers, testen, gebrekkige en late aanschaffing daarvan, late reactie, verwaarlozing van rust- en verzorgingstehuizen), dan is er volgens mij geen reden voor fierheid. Men had de crisis veel sneller onder controle moeten/kunnen krijgen.
Mijn verontschuldigingen, ik bedoelde ‘Een nieuw recyclagepark’. Middelkerke heeft zopas zo’n nieuw park geopend. Overheden veranderen graag namen, maar het moet gezegd worden dat hier meer achter zit. Er zijn heel wat nuttige veranderingen.
Naast de beschrijving daarvan, wil ik ook eens uit de doeken doen hoe de ophaling, sortering en recyclage bij ons gebeurt en hoe ons afval daarna verder verwerkt wordt. Ik verwittig jullie dat het niet eenvoudig is. Er zijn toch zoveel instanties bij betrokken.
IVOO is de afvalintercommunale voor Oostende en Ommeland, waartoe Middelkerke behoort. Dat betekent niet dat zij de ophalingen zelf doen maar ze staan in voor de verwerking en de verwijdering van het huisvuil van de particuliere bewoner. IVOO groepeert de inzameling van verschillende gemeenten voor o.a. restafval, PMD en Papier en Karton, snoeihout, gras- en haagscheersel. … om een betere prijs te kunnen bedingen. Ook de ophalingen van de fracties op het recyclagepark worden gegroepeerd door IVOO. IVOO beschikt zelf over een verbrandingsoven met een capaciteit van 60 à 63.000 ton per jaar. De grootste hoeveelheid daarvan is het huisvuil van de aangesloten gemeenten en de zusterintercommunales waarmee er samenwerkingsovereenkomsten zijn. Daarnaast wordt er ook in de mate van het mogelijke bedrijfsafval verwerkt.
IVOO is aangesloten als warmteleverancier op het warmtenet van Oostende. Zo draagt de afvalbeheerder met haar verschillende warmtebronnen bij aan de vermindering van de CO²-uitstoot, een extra return voor het milieu. In normale tijden kunnen groepen van 25 personen uit de aangesloten gemeenten op aanvraag gratis een bezoek brengen aan de installaties. Wij ontvangen jaarlijks een duidelijke ophaalkalender voor de sector waartoe wij behoren. Daarop staat op een overzichtelijke manier alle info over het afvalbeleid in verband met de gemeente.
De ophalingen aan huis Ze gebeuren door externe firma’s. Laten wij beginnen met het eenvoudigste waarvoor wij ons nauwelijks moeten verplaatsen, namlijk de ophaling van restafval of met andere woorden het niet-recycleerbaar afval. Ieder van ons zou dagelijks ongeveer één kg huishoudelijk afval produceren. Dat stoppen wij in een bruine of paarse zak en dat wordt wekelijks afgehaald. Er zijn zakken van 60 liter en van 30 liter. Ik meen dat ik een tijdje geleden bij de dagbladhandelaar 28 euro betaalde voor 20 grote zakken. Wat mag er in die zak? Alle afvalstoffen die ontstaan uit de normale werking van een particuliere huishouding of nog anders gezegd, dat is afval dat niet geselecteerd wordt door ons of in het recyclagepark. Bijvoorbeeld: bevuild papier, wegwerpluiers, niet-recycleerbaar plastiek- en kunststofafval, etensresten, ...
Wie zijn restafvalzak niet kan buitenzetten op de dag en uren van de ophaling, kan dat afval, in eigen recipiënten en niet-noodzakelijk in een gemeentelijke restafvalzak, deponeren in één van de ondergrondse betaalcontainers (0,50 euro voor 30 liter)(8 in Middelkerke, 2 in Westende-dorp en 5 in Westende-bad)(zie lijst op achterzijde afhaalkalender)
Ook het recycleerbaar afval wordt aan de huisdeur afgehaald. Wat voor restafval niet mogelijk is, kan wel voor specifieke materialen. Deze kunnen door de gebruikers voorgesorteerd worden. Om de veertien dagen, kan een blauwe doorzichtige zak of PMD – zak (Plastic, Metaal, Drankkartons) buitengezet worden. Aangezien de inhoud daarvan moet gerecycleerd worden, wordt duidelijk voorgeschreven waaruit de inhoud mag bestaan. De zakken zijn doorzichtig, zodat de ophalers kunnen zien of ze wel degelijk alleen PMD-afval bevatten. Als dat niet zo is, wordt de zak niet meegenomen en krijgt die een rode weigeringssticker opgeplakt. De wetgever voerde vanaf 1/12/2019 afrondingsregels in waardoor de IVOO de prijs van PMD-zakken opnieuw moest vaststellen. De Raad van Bestuur van het IVOO stelde in zijn zitting van 22/10/2019 voor om de verkoopprijs per PMD-zak vast te stellen op 0,11 EUR/zak voor verkooppunten en 0,15 EUR/zak voor de burger. Gezien in de verkoopprijs een retributie van 0,06 EUR/zak verrekend is, dient de gemeenteraad goedkeuring te verlenen voor de hervaststelling van de verkoopprijs. De blauwe zak is dus veel goedkoper dan de bruine, een reden te meer om zorgvuldig te sorteren.
Naast de blauwe zak mag ook Papier en Karton gezet worden. Ook de regels daarvoor, vinden jullie hieronder.
Jullie kunnen dat natuurlijk ook wel aflezen op de ophaalkalender, maar ik dacht dat het toch nog eens nuttig kon zijn, om te herhalen wat mag en niet mag.
In de maanden maart en november wordt telkens één keer het snoeihout afgehaald. Het moet de dag ervoor gewoon buiten gelegd worden, samengebonden in bundels van maximaal 15 kg en beantwoordend aan nog een paar regels, alweer vermeld op de achterzijde van de ophaalkalender. Het wordt afgehaald door de firma Suez die 45 afvalverwerkingssites en sorteercentra uitbaat, verspreid over België,
De gemeente verlost ons, naast al de bovengenoemde faciliteiten, ook nog van ons afgereden gras en ons afgesneden haagscheersel. Dat gebeurt in 2020 in de periode van 20 april tot 16 november op vastgelegde plaatsen in Middelkerke, Lombardsijde (maandag) en Westende (zaterdag). (zie achterzijde ophaalkalender). Het groen wordt daarna opgehaald door Remondis Depoorter.
Tegen betaling en na afspraak wordt het grofvuil twee keer per maand opgehaald behalve in januari, maart, mei, juli, september en slechts 1 keer in november en december: voor aanvraag, tarieven en voorwaarden, zie achterzijde ophaalkalender. Dat wordt geregeld via IVOO.
Wij worden echt verwend want ook glas kunnen we kwijt in één van de 34 glasbollen, die oordeelkundig verspreid werden over de deelgemeenten. De geldende voorschriften vinden jullie ook hierboven rechts. Waar de glasbollen zich bevinden, vinden jullie op de achterzijde van de Afhaalkalender of anders gezegd op de Voorzijde van de Sorteergids. De glasbollen worden wekelijks leeggemaakt door de firma Vanheede.
Op de Ophaalkalender 2020 zijn drie ophalingen textiel voorzien: 21 april, 14 juli en 3 november. Dat gebeurt door de Kringwinkel. Er staan her en der ook nog textielbakken waarin kledij en schoenen gedeponeerd kunnen worden De inhoud daarvan wordt opgehaald door Vict, Wereldmissiehulp of Oxfam.
De nieuwe gemeentelijke installatie Een inwoner kan zoals hierboven gezegd genieten van heel wat mogelijkheden om zijn afval kwijt te geraken. Niet alles wordt echter bij hem/haar thuis afgehaald. Hij/zij kan echter ook bijdragen aan de recyclage door zijn te recycleren afval naar het recyclagepark te brengen. Middelkerke heeft er dus zojuist een nieuw geopend. De gemeente baat het recyclagepark uit en bekostigt het ook zelf.
De nieuwe voorziening met een afzonderlijke toegangsweg, ligt in de Klein Kasteelstraat nr 7, vlak bij de oude locatie aan de gemeentelijke werkhuizen. Volgens schepen Van Muysewinkel is het nieuwe recyclagepark niet alleen een stuk ruimer en overzichtelijker, maar ook veel gebruiksvriendelijker. In tegenstelling tot het oude recyclagepark wordt gewerkt op basis van effectieve gewichten. Dit is een stuk objectiever. Daarnaast werd de basisprijs van 1€ voor een bezoek afgeschaft waardoor heel wat fracties echt gratis werden. Je identiteitskaart of gebruikersbadge is nu jouw toegangsbewijs. Wie enkel gratis fracties deponeert, hoeft niets te betalen.
Ziehier hoe een gebruikersbadge eruitziet.
De gratis fracties: metaal, PMD, papier en karton, hout, KGA (klein gevaarlijk afval), kringloop, elektronisch afval, hard plastiek, PVC (polyvinylchloride – harde kunststof), glas, kledij, piepschuim.
De weegbrug, aan het begin van het betalend gedeelte, registreert het gewicht. Het tarief en het gewicht van de aangeboden fracties, bepalen wat je moet betalen … alleen met bankkaart.
Ziehier een foto van het park.
Op de foto hieronder, netjes op anderhalve meter van elkaar, zien we tweede schepen, Henk Dierendonck, met de bevoegdheid over Milieu en Eddy Van Muysewinkel, vierde schepen en bevoegd voor Afvalbeheer. Zoals iemand op Facebook schreef, zie ik ook niet in waarom die twee bevoegdheden niet door één persoon zouden kunnen uitgeoefend worden.
Kosten en subsidies recyclagepark De exacte kostprijs kon de gemeente nog niet meedelen, want het project is nog niet volledig afgerond. OVAM subsidieert 50 % van de kosten met betrekking tot de luifel voor klein gevaarlijk afval (KGA) en het diftar-systeem (weging). Daarnaast subsidieert OVAM ook een stuk van de infrastructuur. Dit bedrag is gebaseerd op een verdeelsleutel en is afhankelijk van het aantal inwoners. Het is nog te vroeg om hier een exact bedrag op te plakken.
Eerst en vooral is er de kost voor de verwerking maar daarnaast zijn er nog de kosten voor transport, huur /aankoop containers, loonkost parkwachters, investeringen in infrastructuur,.. De gemeente beweert dat het recyclagepark zeker geen winstpost is voor de gemeente maar een service voor de inwoners om sporadisch met kleine hoeveelheden afval te komen. Om toch een voorbeeld te geven, de verwerkingsprijs voor restafval bedraagt 90 euro/ton (exclusief milieuheffing). OVAM streeft naar een duurzaam afval- en materialenbeheer en een propere bodem in Vlaanderen. Zij leggen ook bepaalde minimum- en maximumtarieven op rond het ophalen of brengen van afvalfracties. Via hen zijn verschillende subsidies te verkrijgen. Daarnaast geven zij ook advies over afvalgerelateerde zaken, over de omgevingsvergunning en over t reglement.
Recycleren door of via FOSTPLUS Fost Plus staat als erkend organisme in voor de promotie, coördinatie en financiering van de efficiënte selectieve inzameling, correcte sortering en recyclage van huishoudelijk verpakkingsafval in België. Door huishoudelijke verpakkingen in te zamelen en te recycleren leveren ze een belangrijke bijdrage aan een duurzamer afvalbeleid, een beter milieu en een kringloopeconomie. De recyclage reduceert de uitstoot van broeikasgassen en vermijdt het gebruik van steeds schaarser wordende primaire grondstoffen. Bij hun activiteiten zijn heel veel verschillende spelers betrokken. Samen met de overheid, de gemeenten, de intercommunales, sorteercentra en afvalbedrijven, de bedrijven die de verpakkingen op de markt brengen en uiteraard ook ons als burgers werken ze aan een duurzamer afvalbeleid en een beter milieu.
Afvalsoort
Ophaler
AEEA*
Renewal/Devreese
Afvalolie
Vanheede
Asbesthoudende bouwafval
Renewal
Autobanden (kleine)(bandenboxen)
Renewal
Autobanden (grote)
Renewal
Batterijen (niet accu’s)
Bebat
Bouw- en sloopafval klasse 3 stort
Remondis Depoorter
Brandbaar afval
Gemeentedienst naar OVOO
Frituurolie
Bio Oil Recycling
Geneesmiddelen (oud en vervallen)
Via apotheek naar AVGI**
Glas (hol glas)
Vanheede
Glas (vlak gas)
Remondis Depoorter
Groenafval/snoeihout/boomwortels
Remondis Depoorter
Grof vuil
Remondis Depoorter
Harde plastics/ PVC
Vanheede
Houtafval
Vandewiele
KGA (Klein Gevaarkijk Afval)
Veolia ES MRC
KGA accu’s
RecupBat
KGA – TL-lampen en rookmelders
Ophaler aangeduid door Recupel***
Kringloopgoederen
Kringwinkel Kust
Kringloopgoederen (fietsen)
Sociale Dienst fietsenatelier
Kurk
De Vlaspit
Metalen (schroot)
Remondis Depoorter
Papier en karton
Renewal
Piepschuim
Gemeentedienst naar OVOO
PMD
Renewal
Printer cartridges
Recyca Recycling cartridges
Textiel
Oxfam Solidariteit vzw
*Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparaten **Algemene Vereniging van de Geneesmiddelenindustrie ***Is opgericht door de fabrikanten en invoerders van elektrische en elektronische apparaten en met de steun van de gewestelijke overheden.
De kringwinkel De kringwinkels zijn blij met kledij en textiel, speelgoed, boeken, meubelen, huisraad, decoratie, elektro, fietsen, multimedia, sport- en babyartikelen. De belangrijkste voorwaarde is dat het nog herbruikbaar is.
Kijk dat dus best eerst na. Onbeschadigd en herbruikbaar materiaal kun je kwijt bij de kringwinkel. Wat hoort erbij? Dezelfde fracties die kunnen afgeleverd worden op het recyclagepark/containerpark, zoals: - metalen voorwerpen: badkuip, fiets, omheining, ….; - afgedankte elektro: TV, koelkast, wasmachine, …..; - hout: deur, raam (zonder glas), kast, stoel, ….; - oud speelgoed, dat niet in de restafvalzak kan, ….; - groot restafval: matras, zetel, rol tapijt, plastic planchetten, plastic tuinmeubilair. Wat hoort er niet bij? - niet recycleerbaar afval dat in een restafvalzak kan; - de fracties waarvoor er een huis-aan-huisinzameling bestaat zoals restafval, papier/karton, PMD, groenafval en glas; - rubberbanden waarmee je bij een verkoper of op het recyclagepark/containerpark terecht kan; - bouwafval zoals lavabo’s, wc-potten, stenen, golfplaten, … dat enkel kan afgegeven worden op het recyclagepark/containerpark; - KGA, dat om praktische redenen enkel op het recyclagepark/containerpark terecht kan; vb. TL-lamp; - bedrijfsafval. In welke toestand het materiaal moet zijn en hoeveel de tarieven bedragen, vinden jullie op https://www.dekringwinkel.be/
Je kunt het zelf naar de winkel brengen of je kunt een afspraak maken om het te laten ophalen. Er is een winkel in het Sea Shopping Centrum, Oostendelaan 304c in Middelkerke.
Waar gaat ons gerecycleerd afval naartoe en wat komt ervan terecht? Wij Belgen sorteren als de besten, maar waar gaat al ons gerecycleerd afval naartoe? Wat wordt er allemaal gemaakt van wat wij weggooien? Bijna 99% van alle weggegooide verpakkingen wordt gerecycleerd. De afvalscheiding vindt plaats in sorteercentra, meestal door een combinatie van automatische en handmatige scheidingstechnieken.
Het PMD-afval wordt eerst op een lopende band geplaatst. De zakken worden opengescheurd zodat de inhoud vrijkomt. Daarna gaat het afval door een draaiende trommel om te kleine voorwerpen eruit te halen. De opengescheurde zakken worden ook uit de afvalstroom gescheiden. De cyclus ziet er als volgt uit: 1. Ophaling aan huis, via OCT of via containerpark 2. Naar sorteercentrum 3. Opsplitsen in Plastic flessen en flacons: a. PET en HDPE worden er uit gehaald b. Vermalen, wassen en omvormen tot schilfers of korrels c. Recyclage tot fleece, flessen, potjes, folies, kratten, leidingen … Metalen verpakkingen: a. Magnetisch uitsorteren b. Vermalen, zuiveren en scheiden c. Staal naar staalfabriek => conservenblikken, dozen, vaten … d. Aluminium naar speciale smelterijen => drankblikjes, raamprofielen, auto-onderdelen Drankkartons: a. Uitsorteren b. Mengen met water tot pulp c. Papiervezels verder zuiveren => recyclage tot huishoudpapier, briefpapier, kartonnen dozen … d. Plastic en aluminium => recyclage of brandstof • Plastic als energiebron • Aluminium als bindmiddel in cement of gerecycleerd
Elektro-afval: afgedankte elektrotoestellen worden helemaal uitgekleed. Glas, metalen en zelfs kunststoffen worden eruit gefilterd en volledig gerecycleerd. Hiervan wordt van alles geproduceerd, van koperkabels tot slaapzakken. 40% van het staal wereldwijd komt vandaag al uit recyclage en van het koper dat ooit uit de mijnen naar boven kwam, is 80% nog altijd in omloop. Door elektroafval in te zamelen, zorgt men ervoor dat er jaarlijks ongeveer 1500 ton minder schadelijke stoffen in het milieu terecht komen. Zo worden broeikasgassen uit oude koelkasten naar speciale installaties gebracht om het te vernietigen en ook het kwik in spaar- en TL-lampen wordt opgevangen.
PET-flessen worden automatisch of handmatig uitgesorteerd en gerecycleerd tot polyester textielvezels waarvan truien en T-shirts gemaakt worden, maar ook matrasvullingen en tapijten. 27 flessen zijn er nodig voor 1 fleece trui. Er komen trouwens ook steeds meer PET-flessen op de markt die zelf bestaan uit gerecycleerd materiaal.
Het glasafval uit de glasbollen wordt opgehaald en uitgesorteerd door de firma Vanheede uit Rumbeke. Eerst worden de onzuiverheden er manueel uitgehaald. Daarna breekt men het waarna het machinaal verwerkt wordt. Hierbij worden volgende stappen doorlopen: - met magnetische afscheiders haalt men de ferrometalen (ijzer) eruit. - een afzuiginstallatie zorgt voor de verwijdering van papier en plastic - de non-ferrometalen (lood, aluminium) worden met wervelstroomscheiders verwijderd - tenslotte is er nog een KSP-scheider die keramiek, stenen, porselein en aardewerk d.m.v. een laser verwijdert. Zo bekomt men een hoopje gezuiverde minuscule glasscherven die als grondstof dienen voor het aanmaken van nieuw glas. Een transparante fles kan tot 80% gerecycleerd glas bevatten. Door gebruik te maken van oud glas bespaart men niet alleen zand, kalk en natriumcarbonaat maar bovendien wordt het energieverbruik met meer dan 25% verminderd.
Besluit Ik hou al heel mijn leven van de natuur en van het milieu. Ik doe er dan ook alles aan om mijn steentje bij te dragen om beide te eerbiedigen door correct te sorteren en door de richtlijnen van de afvalkalender zorgvuldig op te volgen. Hopelijk doen jullie dat ook?
Ik heb in een vorig artikel ‘beloofd’ of ‘beweerd’ dat vier artikels over het coronavirus voorlopig volstonden en dat het stilaan tijd werd om terug te keren naar Middelkerke. Mijn vorige artikel droeg dan ook die titel. Maar ik kan toch niet doen alsof het gevaar voor besmettingen, voor opname in het ziekenhuis of voor overlijden geweken is als de respectieve cijfers op zaterdag 23 mei 2020 nog steeds op 282 (stijgend gemiddelde), 48 (stijgend) en 43 (stijgend) staan. Ik weet nu ook wel dat we de stijging of daling niet op basis van één dag mogen beoordelen. Zo geruststellend is dat nu wel niet. We schijnen weliswaar min of meer op de goeie weg te zijn, maar het einde van de tunnel is toch nog niet in zicht.
Maar er is nog een andere reden om het weer over corona te hebben. De federale regering, geflankeerd door de Vlaamse, de Waalse en de Brusselse, besliste op woensdag 20 mei, op de valreep vóór het verlengd weekend van Hemelvaartdag, dat de tweede verblijvers na twee en een halve maand weer naar hun tweede eigendom mogen komen. Dat is toch een belangrijke beslissing voor Middelkerke, die zeker door de rechtstreeks betrokkenen positief onthaald werd. Sommige van hun lotgenoten en het gros van de lokale bevolking, tenminste diegene die er niet rechtstreeks baat bij hebben, waren niet dezelfde mening toegedaan.
Wat en wanneer besliste de Nationale Veiligheidsraad? Laten we even herinneren hoe die beslissing ontstaan is. In fase 2 van de exit strategie werd verklaard dat de controle op niet-essentiële verplaatsingen naar een tweede verblijf niet meer mogelijk zou zijn. Vanaf zondag 10 mei (Moederdag) werden immers sociale contacten voor het eerst sinds de lockdown opnieuw beperkt toegelaten. Mensen die onder hetzelfde dak wonen mochten vanaf dan maximum vier anderen ontvangen bij hen thuis. Hoe zou de politie dat onderscheid kunnen maken? Er werd toen voor gewaarschuwd dat dit niet betekende dat verplaatsingen naar een tweede verblijf voortaan toegelaten zouden zijn. Ieder van ons zal op dat ogenblik wel één of meerdere tweedeverblijvers opgemerkt hebben die die waarschuwing in de wind geslagen hadden, maar goed …
Er werd toen aangekondigd dat men pas in de derde fase (niet vóór 8 juni) zou bekijken of die maatregel niet kon/mocht versoepeld worden. Er werd weliswaar altijd gezegd dat de overgang van de ene fase naar de andere pas zou gebeuren als de cijfers laag genoeg zouden zijn. En ja, er zijn nu minder dan 100 opnamen per dag, ja zelfs minder dan 50 overlijdens per dag, maar het aantal besmettingen stijgt nog en de reproductiefactor is nu opnieuw 0,86, wat dus betekent dat men het virus nog steeds geen halt kon toeroepen. Ik besef wel dat het verhogen van het aantal testen daar een rol in speelt. En toch werden al enkele ‘niet vóór 8 juni’ maatregelen versoepeld zoals dierenparken die geopend zijn, meer toegelaten aanwezigen bij begrafenissen en huwelijken, Jeugdkampen en Speeltuinen weer open, kleuterscholen gaan weer open, meer klassen kunnen weer geopend worden in de scholen… Alles schijnt verklaard te kunnen worden met ‘als ze maar de sociale afstand van 1,5 meter respecteren’ of ‘als ze maar regelmatig de handen wassen’ of ‘als ze maar een mond- en neusmasker dragen’ of ‘kinderen van minder dan 12 jaar geven het virus niet door’. Zijn dat allemaal dingen die nu pas konden vastgesteld worden?
De druk is groot … te groot? Wat zou nu het grootste nadeel zijn, buiten het feit dat al zoveel (te veel!) Belgen gestorven zijn door het virus? Daar moet niet aan getwijfeld worden! Bedrijven lijden zware verliezen en moeten ondersteund worden, het aantal werklozen stijgt, de nationale economie gaat achteruit en daarmee gaan miljarden euro’s gepaard, wat het begrotingstekort als een raket de lucht doet inschieten. De vraag stelt zich ‘Wie gaat dat allemaal betalen’ en waarschijnlijk (of zeker?) zullen wij dat zijn.
We weten allemaal dat de lockdown ook nog heel wat andere onaangename facetten vertoont, dichter bij ons: eenzaamheid, vooral voor ouderen, nood aan ontmoetingen met zijn geliefde familieleden, onmogelijkheid om aan sport te doen of om zijn geliefde club of atleet of wielrenner niet meer aan het werk kunnen zien, gebrek aan culturele activiteiten, gesloten amusementsparken, afgeschafte evenementen, gesloten grenzen, thuiswerken, gesloten scholen met grotere belasting voor thuiswerkers, opvang van sommige kinderleeftijdsgroepen, verboden shopping, de plaatselijke wekelijkse markt die niet meer kan afgeschuimd worden, sluiting van restaurants en cafés, het onaangenaam gevoel bij het dragen van maskers, zeker op het openbaar vervoer … en natuurlijk ook de onmogelijkheid om naar zijn geliefd verblijf aan de kust of naar de Ardennen te rijden. En daar wil ik het nu verder over hebben, en dat rechtvaardigt nog beter mijn besluit om het nogmaals over corona te hebben, omdat Middelkerke hierbij uiteraard zeer nauw betrokken is. De West-Vlaamse gouverneur Carl Decaluwé raadde een bezoek naar de kust op Hemelvaart nog af met “Voor wie zijn zomer aan zee wil redden, heb ik maar één advies: blijf er donderdag weg”. Hij moest tenslotte toch het onderspit delven. De drang van de kustburgemeesters was te sterk. De belangen waren/zijn te groot.
Wat betekent de afwezigheid van tweede verblijvers aan onze kust, voor de badplaatsen? De kustburgemeesters die zo vaak belaagd worden door sommige tweede verblijvers omwille van de hoge verblijftaksen, zijn nu natuurlijk hun pleitbezorgers. Zij vrezen in de eerste plaats (dixit Bart Tommelein) dat al te veel van hen een aanvraag zullen indienen om een belastingverlaging te krijgen. Een paar honderdtallen zouden overwegen (of hebben ze het al gedaan?) om een rechtszaak in te spannen omdat zij menen dat zij de toegang tot hun eigendom niet mogen ontzegd worden. Natuurlijk speelt dat mee maar de burgemeesters willen ook nog andere verliezen vermijden voor de gemeente. Om maar twee voorbeelden te geven, in Middelkerke:
- de helft van de parkeerplaatsen aan zee werd geschrapt, terwijl zojuist een parkeergebouw van 6,5 miljoen euro in gebruik genomen werd - geen avondmarkten (verlies van 150.000 euro) De gemeente wil vanzelfsprekend ook opkomen voor het kiezerspubliek. De handelaars uit de horeca kijken met lede ogen naar de vuile ruiten van de appartementen, naar de verlaten dijken, stranden en straten. Ze zullen dat nog een tijdje moeten doen. De strandbars willen hun huurprijzen terugwinnen. Zij zullen nog wat geduld moeten oefenen. De winkels staan te popelen om weer zomerkledij en speelgoed te verkopen. Onze burgemeester heeft alleszins weer gescoord door zijn inzet voor al de belanghebbenden. De gemeente heeft weliswaar al een greep gedaan in de gemeentelijke kas om de lokale economie te steunen. Ons bestuur trekt 500.000 euro uit voor een breed ondersteuningsplan. Om de lokale foodhandelaars te ondersteunen, organiseert de dienst lokale economie, samen met de dienst toerisme, deze zomer een lucratieve toeristische actie met een indrukwekkende prijzenpot. Ook de handelaars in de non-foodsector krijgen een perspectief aangeboden. Vanaf 1 juli 2020 wordt een ‘Middelbon’ verkocht, die 50 euro kost maar er eigenlijk 60 waard is. Het gemeentebestuur legt immers per bon 20 % van de aankoopwaarde bij, zodat je met voordeel kan shoppen bij een breed gamma lokale non-foodhandelaars. De opbrengst van de bonnen belandt meteen bij de deelnemende handelaars. De ‘Middelbon’ zal tot 31 december 2020 geldig zijn.
Wat komen de tweede verblijvers hier eigenlijk doen in de maand mei? Een ondervraagd koppel: “Er waren geen tomates-crevettes, er waren geen vliegers, er waren geen ligstoelen, en tóch was het gisteren een hoogdag voor de Vlaming met een tweede verblijf aan de kust.” De horeca blijft inderdaad gesloten, wat iemand op TV deed zeggen: “Zolang de restaurants en de cafés gesloten blijven, wil ik niet naar de kust”.
Wat kan je hier dan wel doen? Op het strand zitten mag niet, om hygiënische redenen, maar de tweede verblijvers worden wel met fluwelen handschoenen aangepakt. JMD: “Onze politiediensten stellen zich flexibel op als het gaat over mensen die op het strand zitten. Strandgangers worden aangesproken, maar boeten zullen ze niet uitdelen. De politie is geen Gestapo, hé. Iedereen is hier welkom: edelman of bedelman.”
Hier kan ook gewandeld en gefietst worden. De burgemeester heeft het voorbeeld gegeven: “Ik maakte zelf een fietstochtje langs Lombardsijde, Westende en de dijk van Middelkerke om een kijkje te nemen. Het enige wat me opviel, was dat veel tweedeverblijvers hun appartement aan het kuisen waren” Je kan 6,5 km fietsen langs de dijk vanaf de grens met Oostende tot aan het einde van Sint-Laureins en daar 2 km aan toevoegen via de Strandlaan en de Koninklijk baan en de Idyllelaan naar het strand aan de ex-Cristal Palace. Je kan ook met de fiets of te voet de paden gebruiken doorheen het natuurgebied vanaf de Strandlaan tot aan de Idyllelaan.
Op de zeedijk valt er altijd wat te beleven: genieten van een ijscrème, kijken naar een kunstenaar, zomerkledij aanschaffen, enz...
Sedert 21 mei staan er langs de Zeedijk gratis mobiele toiletten die de ‘stroom’ van wandelaars en fietsers helpen opvangen, nu de horecazaken nog niet geopend zijn. Je kan natuurlijk ook fietsen naar en door het hinterland. Je kan winkelen in de grote warenhuizen en vooral, om de lokale economie er bovenop te helpen, in de lokale winkels.
Middelkerke geeft aan iedereen de gouden raad: ‘Amuseer je met gezond verstand’.
En hoe verliep het verlengd weekend? Werden de regels opgevolgd? Al de kustburgemeesters moesten natuurlijk antwoorden op de vraag of hun badplaats een stormloop moest ondergaan. Ze schijnen allemaal de mening toegedaan te zijn dat dit niet het geval was. ‘Een vlotte dag, we hebben er alles aan gedaan, goede controle, een goede test voor de zomer, die mensen lopen er gelukkig bij, wij zijn blij dat ze mogen terugkomen, enz …’ Logische en verwachte antwoorden! Ze kunnen nu toch niet meer zeggen dat de regering ongelijk had!
Besluit Ik vraag mij soms af of het allemaal niet een beetje te vlug gaat en of niet het gevoel zal ontstaan dat we aan het einde van onze miserie gekomen zijn, dat we geen regels meer moeten volgen. De cijfers zijn toch niet zo geruststellend? Mogen we ons volle vertrouwen stellen in de experten? Ze willen er ons van overtuigen dat we ons geen zorgen moeten maken … als we maar enkele regels volgen en als het reproductiegetal maar onder de 1 blijft. Als ‘Het Nieuwsblad’ bloklettert dat zelfs de experts er niet uit geraken, dan maak ik mij wel zorgen. Als de wetenschap op de vragen ‘Zijn kinderen besmettelijk?’, Verspreidt het virus zich via de lucht?’, ‘Kan warm weer de epidemie stoppen?’ en ‘Zijn ex-patiënten immuun’ nog geen helder antwoord kan bieden, dan is mijn houding toch verantwoord, denk ik.
Sommige onder ons zouden niets liever zien dan een snellere volledige corona-exit omdat hun belangen op het spel staan of erger nog omdat hun problemen steeds nijpender worden, maar ze moeten beseffen dat de gezondheid onze grootste rijkdom is.
Zijn we aan de kust echt wel voorbereid om ook zo rap mogelijk de huurders van een vakantie-appartement, de dagjesstoeristen en de hotelgasten te ontvangen? Ik hoop het, want ze komen ook. Ik begrijp natuurlijk dat dit voor sommige van levensbelang kan zijn. Iedereen moet zich daarover een eerlijke mening vormen! Ik hoop dat onze overheden en experten zullen durven toegeven dat zij zich vergist hebben mocht daar eventueel een reden voor opduiken. Ik hoop ook dat ze dat niet zullen moeten doen ... omdat er geen reden toe zal zijn. Persoonlijk zal ik wel mezelf zo goed mogelijk beschermen en alles in het werk stellen om geen andere mensen te besmetten.
Bronnen https://www.knack.be/nieuws/belgie/tweedeverblijvers-stellen-belgische-staat-in-gebreke/article-news-1600255.html Het Laatste Nieuws Kustburgemeesters merken vlotte dag zonder stormloop: “Mensen moeten een uur van het strand kunnen genieten” Timmy Van Assche 21 mei 2020 Kustburgemeesters klaar voor tweedeverblijvers tijdens verlengd weekend: “Er is meer dan genoeg plaats” Leen Belpaeme, Bart Huysentruyt, Timmy Van Assche, Gudrun Steen, Mathias Mariën 20 mei 2020 Het Nieuwsblad Tweedeverblijvers over de race naar hun ‘kot’ aan de kust: “Vijf minuten na het nieuws waren we al onderweg” door Sofie Buekenhoudt
Vier afleveringen over de ‘prestaties’ van onze ministers en experten leken mij voorlopig wel genoeg. Tenzij er zich een onverwachte verandering voordoet. Liefst iets weldoends, bedoel ik dan. Over heropflakkeringen zou ik het uiteraard niet graag hebben.
Er is ondertussen in onze gemeente toch wel één en ander gebeurd. En hoe kan het ook anders? Natuurlijk in verband met de coronacrisis. Maar daarom is het niet negatief.
Ziehier het goede nieuws!
Geen besmettingen in WZC De Ril Na testen bij de bewoners en het personeel van het gemeentelijk woon- en zorgcentrum, bleek niemand besmet met Covid-19. “Een pak van ons hart en een kers op de taart van onze gezamenlijke inspanningen”, zegt centrumdirecteur Philippe Van den Abeele opgelucht. Hij roept wel op tot verdere waakzaamheid.
Op dinsdag 28 april 2020 werden de 88 medewerkers en jobstudenten getest met gehomologeerde testkits gekregen van het Agentschap Zorg en Gezondheid. Op vrijdag 1 mei kwam de deugddoende bevestiging dat niemand van het personeel besmet was met Covid-19. Dezelfde dag werden dan alle bewoners getest. De opluchting was enorm groot toen daarna het nieuws binnenkwam dat ook geen enkele van de 74 bewoners besmet was. Aangezien we tegenwoordig elke dag negatieve coronacijfers te horen krijgen, kan men zich afvragen hoe dat heuglijk nieuw kon bereikt worden.
Ziehier de uitleg van de centrumdirectie: “Sinds het prille begin van de coronacyclus namen we samen met onze coördinerende arts preventieve maatregelen om ons personeel en onze kwetsbare bewoners te beschermen. Bij vermoeden van ziekte plaatsten we de betreffende werknemer of bewoner in afzondering tot we na ‘testing’ zeker waren over diens toestand. We waren ook klaar om een afgescheiden corona-afdeling met een vaste ploeg op te starten. Gelukkig is dat voorlopig niet nodig gebleken, al blijven we uiterst waakzaam.” De directeur heeft ook woorden van dank voor de Vlaamse overheid: “Ze stonden afgelopen periode nogal in het verdomhoekje, maar ik vind dat niet geheel terecht. Vanuit onze ervaring kan ik alleen maar zeggen dat het Agentschap Zorg en Gezondheid ons flink heeft ondersteund met duidelijke richtlijnen, materiaal en testcapaciteit. Ook het gemeentebestuur heeft ons logistiek goed verder geholpen en blijft dat doen in de komende periode.”
Schepen Dirk Gilliaert reageerde ook opgetogen bij het goede ‘testnieuws’: “Al het personeel op onze zorgsite verdient extra waardering, want zij draaien al weken op volle toeren om onze zorgdiensten tijdens deze extreme omstandigheden te verzekeren.”
Gemeente Middelkerke zal geen mondmaskers gratis uitdelen Bron: Het Laatste Nieuws Timmy Van Assche 7 mei 2020
Heel wat steden en gemeenten delen binnenkort gratis mondmaskers uit aan hun inwoners. Maar Middelkerke zal dat niet doen en daar heeft JM Dedecker naar eigen zeggen een goeie reden voor. “Ik ontving een brief van de federale overheid waarin ze beloven gratis mondmaskers ter beschikking te stellen. Ik verneem van minister De Backer dat de mondmaskers klaar liggen en dat enkel de verdeling ervan moet gebeuren. Wel, waar blijven ze dan? Als de hogere overheid mondmaskers belooft, moet ik daar geen belastinggeld van onze inwoners aan spenderen. Simpel. We hebben wel 7.000 mondmaskers gekocht en uitgedeeld aan ons gemeentepersoneel, dat bijvoorbeeld actief is in woonzorgcentra.”
De burgemeester van Middelkerke kan er met zijn verstand niet bij dat de Nationale Veiligheidsraad mensen met een tweede verblijf ook na 18 mei verplicht om daar nog even weg te blijven. “Wilmès is wereldvreemd”, foetert hij. “Ze kijkt enkel naar Frankrijk om beslissingen te nemen.” Dedecker ziet ook geen wetenschappelijke reden om die beslissing te nemen: “Soms luister ik wel eens naar Marc Van Ranst en hij verkondigde weken geleden al dat het weinig uitmaakt waar je in je kot blijft, zolang je je maar houdt aan de regels van social distancing. Ook het argument dat we weg moesten blijven van de kust om de druk op de ziekenhuizen laag te houden, is niet meer van tel. Ik snap dan ook niet dat zoiets beslist is.” Natuurlijk leeft een kustgemeentevan het toerisme en daar moet een burgemeester zich met al zijn krachten voor inzetten. JMD Dedecker: “Het zeewater staat veel ondernemers hier aan de lippen. Er is toch geen enkele reden om hier weg te blijven? De mensen mogen zich verplaatsen om op bezoek te gaan, ze mogen surfen en op het strand wandelen, maar ze mogen niet in hun tweede verblijf. Ik snap dat echt niet.” Hij is dan ook van plan zich niets aan te trekken van het verbod van de Veiligheidsraad. De agenten van zijn politiezone zullen dat in ieder geval niet meer controleren. "Wat kan de politie ook doen? Als agenten iemand onderweg tegenhouden, hoe weet je dan of die gewoon op bezoek komt of naar zijn tweede verblijf op weg is? Moeten ze die mensen tot op hun bestemming gaan volgen misschien?”
Dat het ongezien is dat een burgemeester daarmee oproept tot burgerlijke ongehoorzaamheid, daar ligt hij niet van wakker: “Ze mogen me komen oppakken als ze willen. Absurd is het. We leven in het land van Magritte.”(Nv Stammer: ‘Belgisch surrealistisch schilder’)
Ging Jean-Marie op 11 mei met die ingesteldheid naar de vergadering van de kustburgemeesters om er nogmaals de heropstart van het kusttoerisme te bespreken? En welk akkoord werd daar bereikt? Tweede verblijvers zullen pas welkom zijn als de Veiligheidsraad het licht op groen zet. Ondertussen zullen ze verder gecontroleerd worden, hoe moeilijk dat ook mag zijn. Waarom heeft onze burgemeester ingebonden? Kreeg hij een ippon aangesmeerd omdat hij afklopte of kreeg hij een plakband op de mond, in plaats van een mondmasker? De gefaseerde aanpak blijft namelijk aangehouden. De kust wil eerst tweede verblijvers toelaten. In tweede instantie wil ze de kans geven aan het verbijfstoerisme in hotels, B&B’s, campings en vakantieappartementen en dan pas aan dagjestoeristen. Deze laatste zouden pas welkom zijn vanaf het moment dat de restaurants en cafés opnieuw opengaan.
Verder werd beslist dat er in één uniform raamwerk wordt voorzien, waarin de kustgemeenten op eigen maat maatregelen kunnen nemen. Het raamwerk bestaat uit:
- een verkeerscirculatieplan voor zowel personenwagens als mensen - een strandplan met focus op toegang tot het strand - bewaakte zwemzones vanaf 27 juni - een circulatie- en terrassenplan voor de dijk, winkelstraten en andere publieke ruimtes.
Op stranden en voor de zeedijk zal er een in- en een uitgang zijn. Om te meten hoeveel volk er in die zones rondloopt, zullen stewards en jobstudenten, onder leiding van de politie, constant monitoren. Als een bepaalde dijk 50.000 mensen aankan in normale omstandigheden, dan zal dat met social distancing misschien maar 10.000 zijn. Dat zal goed in de gaten gehouden worden.
Elke gemeente kan op basis van het aantal bezoekers zelf invulling geven aan deze plannen op voorwaarde dat het aantal bezoekers continu in kaart kan gebracht worden. Er werd al berekend hoe groot de capaciteit van de stranden per gemeente precies is. Er zou sprake zijn van 6 vierkante meter strand per ‘bubbel’. Of gemeenten dan schermen moeten plaatsen, hangt af van de gemeente.
Om de plannen te kunnen uitvoeren, heeft de kust nood aan 140 extra politiemensen. Zij moeten de toegangswegen controleren. Daarvan komen 40 mensen uit een West-Vlaams solidariteitspeloton en worden nog 100 politiemensen extra gevraagd uit de federale reserve.
Alle evenementen afgelast Op hun vergadering hebben de kustburgemeesters ook UNANIEM beslist om alle evenementen tot eind augustus, zowel groot als klein, van welke aard ook, af te gelasten. Ze willen echt vermijden dat er te veel mensen samenkomen en willen niet verantwoordelijk gesteld worden voor een opstoot van het virus.
De burgemeester van Bredene riep daartoe al een tijdje zijn collega’s op. Zijn argumenten luidden:
“Een zomerdag aan zee lokt wel meer dan vijf keer zoveel volk naar onze stranden dan een festival als Tomorrowland. Onze politiediensten zullen de handen sowieso vol hebben om toe te zien op de coronamaatregelen op het strand (houden van afstand), op publieke plaatsen, op mobiliteit, maar ook in de winkelstraten. Ik wil de politie niet nog eens belasten door te gaan controleren op evenementen.”
“Gezien de huidige omstandigheden zullen we al blij mogen zijn dat restaurants en cafés, ook strandbars, mogen openen. Laat ons inzetten op beleving en genieten. Dat kan ook zonder evenementen.”
“Een klein evenement dat normaal gezien honderd bezoekers verwacht, kan dit keer misschien uitgroeien tot een event van drie-, vier- of vijfhonderd man, net omdat grote activiteiten al zijn geschrapt. Ik denk bijvoorbeeld aan een wijkfeest, waar mensen van enkele straten verderop in grote getale samenkomen omdat ze elkaar al zo lang niet gezien hebben. Dat is de kat bij de melk zetten, en dat wil ik absoluut vermijden.” 4.“Op het gebied van Veiligheid en Volksgezondheid is het belangrijk dat we de besmettings- en gezondheidsrisico’s sterk beperken”.
Jean-Marie Dedecker had daarop fel gereageerd. Zijn argumenten zijn de volgende:
1. “Wat ga je bijvoorbeeld ’s avonds met de tweede verblijvers en toeristen doen? Ze in hun bedje steken? Kijk, mensen zúllen naar de kust komen en wij gaan ze het nodige vertier geven. Ik ga natuurlijk geen festivals organiseren, maar kleinschalige evenementen die voor sfeer zorgen, moeten kunnen. Er zijn genoeg mogelijkheden om het én veilig én aantrekkelijk te maken. Ik sprak onlangs met iemand van een bekend consultancybedrijf, die stelde dat 75 procent van de horecazaken - drie op vier, hé - het water tot aan de lippen heeft staan. We gaan hun mogelijke klanten nu toch al niet wegjagen door te zeggen dat er aan de kust niks te doen is?” 2. “Ik wil opnieuw het reuzenrad op de zeedijk. Mensen zitten daar meer dan veertig meter hoog, Vandenberghe moet dus geen schrik hebben dat ze in z’n gezicht zullen ademen. Ach, wij gaan ook ons hinterland meer dan ooit betrekken en kleinschalige evenementen spreiden. We zullen dit creatief aanpakken.” 3. “Ik doe een oproep om de paniek een halt toe te roepen. De zomer is nog meer dan twee maanden ver. Corona slaat blijkbaar niet alleen op de longen, maar ook op het verstand. Ik ga mijn standpunt verdedigen tijdens het kustburgemeestersoverleg, al sta ik er alleen mee.”
Lag onze burgemeester tijdens die bespreking bewusteloos op de tatami? Hoe verklaar je anders de UNANIMITEIT?
Ik vroeg hem naar een reactie op de beslissing over de tweede verblijvers en over het afschaffen van evenementen. En toen las ik in de kranten dat de burgemeesters op de provinciale vergadering ‘eerder misleid dan ingelicht werden’ precies zoals ikzelf door de bronnen daarover. - zelfs een petanquetornooi mag niet - de helft van de parkeerplaatsen aan zee wordt geschrapt, terwijl we zojuist een parkeergebouw van 6,5 miljoen euro in gebruik namen - geen avondmarkten (verlies van 150.000 euro) - concrete data om tweede verblijvers te laten terugkomen, staan zelfs niet in het voorstel van de kustburgemeesters aan de Nationale Veiligheidsraad - geen reddersposten in juni; als redders een drenkeling willen behandelen of reanimeren, moeten ze een chirurgisch pak aantrekken Dedecker: “Ik noem dit pestgedrag. Als we dit doorvoeren, is de kust dood. Vergadering was pure oogverblinding met vooraf opgestelde perstekst, afgesproken met de korpschefs van de kustpolitiezones en met de gerechtelijke instanties. Geef de mensen verdorie een beetje hoop. Het is de junta in Brussel die beslist. We komen in een staat van beleg terecht” Bronnen: Artikel van Dany Van Loo in ‘Het Nieuwsblad’ “Als we dit zo doen, gaat de kust dood” Artikel van Timmy Van Assche en Paul Bruneel in ‘Het Laatste Nieuws’ “Dedecker scherp voor burgemeestersoverleg: “Geen evenementen, zoiets betekent de doodsteek voor de kust”
Welke organisaties of evenementen zijn het slachtoffer van deze beslissing? Stripfestival? Het stripfestival voorzien van 17 juli tot 9 augustus 2020 is uitgesteld tot 2021. Door het afschaffen van alle evenementen tot einde augustus kon het festival sowieso niet doorgaan, maar de organisatoren hadden daar zelf al toe beslist, om de volgende redenen: - Op de allereerste plaats om de veiligheid van de bezoekers, tekenaars en medewerkers te kunnen waarborgen. - De toe te passen ‘social distancing’ maakt het onmogelijk om de van oudsher zeer populaire Strip Middelkerke signeersessies te laten doorgaan. - De speel- en tekenhoek moesten verdwijnen terwijl de aanwezige kinderen in de tent zelf eigenlijk aan de leiband zouden moeten. - De toe te passen hygiënische maatregelen in de boekenstand zouden niet van de poes zijn. Eigen meegebrachte boeken van thuis of andere albums voor een souvenirtekening mogen ook al helemaal niet. - De gekende gemoedelijke Middelkerkse ‘Stripfestival Schwung’ zou door de te nemen maatregelen heel ver te zoeken zijn. Nostalgie Beach Festival De organisatoren van Nostalgie Beach, een ander groot event in Middelkerke, mogen ook alle plannen opbergen. Het festival, dat dit jaar twee dagen zou duren, tal van grote namen op de affiche had staan en 20.000 bezoekers verwachtte, gaat niet door. Er wordt een regeling uitgewerkt voor wie al een ticket had gekocht. (vln) En wat met ‘Leffinge Leuren’? De organisatoren van Leffingeleuren hopen dat het driedaagse feest, een combinatie van een betalend gedeelte en heel wat gratis activiteiten rond de kerk van Leffinge, van 11 tot en met 13 september, toch zal kunnen plaatsvinden. Wordt Leffinge leuren daarmee misschien het enige zomerfestival? “We zitten natuurlijk nog met veel vraagtekens”, zegt Lode Pauwels van de organiserende vzw De Zwerver, “en het moet gezegd: de recente communicatie van de overheid was over veel zaken niet bijster helder. We gaan er voorzichtig van uit dat het feest kan doorgaan. Alles zal natuurlijk afhangen van de maatregelen die dan zullen gelden. Als de regel van de social distancing – minimum anderhalve meter afstand houden – nog van toepassing is, dan mogen we het wel vergeten. Maar we werken gestadig verder aan de organisatie en het boeken van de bands en de animatie. Heel wat groepen wachten weliswaar af en hebben nog niet bevestigd, dus het blijft voor ons koffiedik kijken. We zijn ook nog niet gestart met de ticketverkoop, maar we hopen dat er heel vlug duidelijke en minder verwarrende signalen komen over wat wel en niet zal kunnen”.
Het is verder met zekerheid geweten dat de volgende evenementen verplaatst zijn naar 2021: Countryweekend, Bubbels aan zee, Streetmart en VW bus meeting, Kweetniehoeleuk, Noordzeefakkeltocht, Parkies en Ketnetzomertour.
Het Reuzenrad komt wel!
Half miljoen euro steun voor Middelkerkse economie Het gemeentebestuur Middelkerke trekt 500.000 euro uit voor een breed ondersteuningsplan voor de lokale economie. Schepen van lokale economie Natacha Lejaeghere licht toe: “Al onze lokale ondernemers krijgen een forfaitaire, gemeentelijke premie om hun zaak ‘corona proof’ te maken. Ons volledige handelsweefsel is ernstig beschadigd door de coronacrisis, maar de horeca misschien nog het meest. Om onze lokale foodhandelaars te ondersteunen, organiseert de dienst lokale economie samen met de dienst toerisme deze zomer een lucratieve toeristische actie met een indrukwekkende prijzenpot. We slaan een paar vliegen in één klap, want heel wat vakantiegangers, onze tweedeverblijvers en onze inwoners krijgen een leuke incentive om Middelkerkse foodbedrijven te steunen tijdens hun vakantie in eigen land.”
Ook de handelaars in de non-foodsector krijgen een perspectief aangeboden. “Vanaf 1 juli verkopen we onze ‘Middelbon’. Die kost 50 euro, maar is eigenlijk 60 euro waard. Het gemeentebestuur legt dus per bon 20 % van de aankoopwaarde bij, zodat je met voordeel kan shoppen bij een breed gamma lokale non-foodhandelaars. De opbrengst van de bonnen belandt meteen bij de deelnemende handelaars. De ‘Middelbon’ zal tot 31 december 2020 geldig zijn.“, besluit Natacha.
Om beide acties te ondersteunen trekt het gemeentebestuur alle communicatieregisters open. “Met een positieve informatiecampagne zetten we de komende periode de meerwaarde van lokaal shoppen ludiek in de kijker. Geen enkele Middelkerkenaar zal nog durven elders te shoppen!”, stelt Natacha nog ferm. Burgemeester Jean-Marie Dedecker bouwde alvast een breed draagvlak voor deze acties. “We willen alle politieke en maatschappelijke families achter deze maatregelen krijgen. De gemeenteraad en de commissie algemeen beleid bekrachtigen binnenkort dit plan van € 500.000, maar we gaan verder. Misschien is het wel mogelijk om enkele fiscale maatregelen te nemen om de druk op de middenstand nog meer te verlichten.” Volgens schepen van financiën Tom Dedecker wordt dat niet eenvoudig: “Ons fiscale klimaat laat weinig flexibiliteit toe, maar toch hebben we enkele concrete ideeën die het absoluut waard zijn om verder te onderzoeken.”
De gemeente bezoekt de 75+’ers De coronamaatregelen hebben het dagelijkse leven van iedereen aardig veranderd. Vooral voor senioren is het niet makkelijk. Ze behoren tot de risicogroep en hebben meestal een gereduceerd sociaal netwerk. Daarom besloot het gemeentebestuur om alle 75+’ers van Middelkerke een bezoek te brengen. Daarnaast werd er een psychosociale hulplijn geopend waar mensen met allerhande problemen en vragen terecht kunnen.
Dirk Gilliaert, schepen van welzijn: “Meer dan 2600 inwoners van Middelkerke zijn boven de 75 jaar. 3 op de 4 senioren woont in de relatief dichtbebouwde kustgemeentes (Middelkerke – Westende), de overige 25% in de weidse hinterlandgemeentes. Een hele uitdaging om die allemaal te bezoeken. Doel: kijken hoe het met hen gaat, kijken of ze hulp nodig hebben of … gewoon een kort babbeltje te doen.”
Het bezoekersteam Het bezoekersteam bestond uit 27 personeelsleden van het gemeentebestuur en Welzijnshuis. Ambtenaren met een takenpakket die niet via thuiswerk kan, kregen de kans om lid van het bezoekersteam te worden. Het team kreeg een korte briefing, een adressenlijst met 100 senioren en de nodige bescherming om van de deur tot deur te gaan. Het was niet alleen voor de bezochten een mooi project, ook de leden van het bezoekersteam waren zeer onder de indruk:
“Het viel enorm op hoe mensen hun plan proberen te trekken, via buren of familie. “ “Heel mooi initiatief. Ik ben blij dat ik kon helpen en ben altijd beschikbaar om het opnieuw te doen”. “De dankbaarheid bij die mensen is groot… Zeer groot”
In totaal werden 2326 75+’ers in Middelkerke en de 8 deelgemeentes bezocht. 89% van de bezochte 75+’ers gaf te kennen weinig problemen tijdens de lockdown te ondervinden. Deze mensen zijn vlot te been of hebben genoeg hulp in de nabijheid om problemen te verhelpen. 10% van de senioren gaf geen gehoor nadat een medewerker tot tweemaal aan de deur geweest was. Die adressen worden dan verder onderzocht via sociale dienst of wijkagent. Maar, meestal zijn deze mensen verhuisd (bv. naar een WZC), zijn ze op reis (overwinteren) , wonen ze bij familie of zijn ze -helaas- overleden.
Hoe reageerden de bezochten? Zo goed als iedereen kon het bezoek ten zeerste appreciëren. “Soms waren de mensen argwanend als ze de deur opendeden. Maar, na twee zinnen was die argwaan al weg.” “De mensen op de zeedijk vragen je spontaan binnen, wat ik uiteraard beleefd geweigerd heb” “Mensen waren content dat er ook aan hen gedacht werd.”
Daarnaast bleken er een 20-tal tussenkomsten nodig te zijn, in de vorm van een gesprek of extra dienstverlening aan huis. Meestal worden de gegevens doorgegeven aan de OCMW-diensten die dan voor verdere opvolging zorgen, die kan bestaan uit een doorverwijzing naar de boodschappendienst, poetsdienst, hulp bij tuinwerkjes, maaltijden aan huis en dergelijke.
Psychosociale hulplijn “Naast het bezoekersteam is er in Middelkerke ook een psychosociale hulplijn actief. Daar kunnen inwoners terecht met allerhande vragen. Een 7-koppig team van sociale assistenten bemant de telefoon en probeert alle bellers te helpen.”, aldus schepen Lejaeghere. “Wie nood heeft aan een babbeltje, kan daarvoor 7 op 7 terecht op de sociale hulplijn van 09 tot 18 u. via het nummer 059 31 99 59. Telefoontjes variëren van kort praktische vraagjes, hulpvragen of zware eenzaamheidsproblemen.” De psychsociale hulplijn kreeg al een 60-tal vragen van vooral oudere inwoners.
Wie algemene vragen heeft over corona kan terecht bij de coronalijn van het gemeentebestuur op 059 31 31 31.
Hoe zit het met de coronacijfers in Middelkerke? (op 15.5.2020)
Het overgrote deel van de woonzorgcentra (WZC) is ook erkend als RVT ('Rust- en verzorgingstehuis'). Dat wil zeggen dat er in een woonzorgcentrum ook plaatsen beschikbaar zijn voor de opvang van zwaar zorgbehoevende ouderen. Deze plaatsen worden aangeduid als RVT-bedden. Voor deze plaatsen krijgt het woonzorgcentrum een hogere tussenkomst van het RIZIV. De overige opvangplaatsen in een woonzorgcentrum worden door het RIZIV aangeduid met de omschrijving 'bedden Rustoorden voor Bejaarden' (ROB-bedden).
Met mondjesmaat naar het MAC Vanaf 11 mei zijn de publieksdiensten van het gemeentebestuur en het Welzijnshuis opnieuw deels toegankelijk. Uiteraard gelden daar ook de gangbare beschermingsmaatregelen van toegangslimitering en afstand. Het gemeentebestuur vraagt om je enkel voor hoogdringende regelingen te verplaatsen naar het MAC en het Welzijnshuis.
Voor het MAC geldt een maximumcapaciteit van 11 personen. Na het verplicht aanmelden aan het onthaal worden de bezoekers doorverwezen naar de juiste dienst. Enkel de diensten burgerzaken, kas, parkeershop en ruimte en wonen zijn toegankelijk. Dankzij vloerstickers bewaar je een veilige afstand van andere bezoekers. Er is ontsmettingsgel en plexiglas om extra bescherming te bieden. Het MAC is toegankelijk op de gebruikelijke openingsuren: van maandag tot donderdag van 9 tot 12 en van 13 tot 16 u. Op vrijdag van 9 tot 12 u.
De drukste publieksdienst – burgerzaken – biedt heel wat digitale oplossingen. Zo regelt je adreswijzigingen, verschillende attesteringen en uittreksels perfect via mail of via het e-loket. burgerzaken@middelkerke.be of 059 31 30 16.
Ook het Welzijnshuis opent een aantal diensten voor het publiek. De sociale dienst en de diensten thuiszorg en sociale huisvesting ontvangen opnieuw publiek, maar enkel op afspraak en in ruimere lokalen. De loketfuncties worden daarvoor in vier vergaderzalen georganiseerd. Voor een afspraak bel je 059 31 92 10 of mail je welzijnshuis@middelkerke.be .
Hoe een gewone burger reageert op de aanpak van de coronacrisis door onze regeringen (Deel 4)
Op basis van een advies van de Groep van Experts belast met de Exit Strategie (GEES) is de Nationale Veiligheidsraad op vrijdag 24 april bijeengekomen in het Egmontpaleis om de exit strategie uit de coronacrisis te bepalen. De persconferentie die daarop volgde werd als zeer belangrijk beschouwd en er werd dus met spanning naar uitgekeken. Het geduld van de mediamensen en van de TV - kijkers werd zwaar op de proef gesteld.
Het duurde niet minder dan acht uur, vooraleer de politici er klaar mee waren, maar toen het eindelijk zo ver was, ‘beloonden’ ze de wachtenden met een saaie, onduidelijke uitleg, met schier onleesbare power point beelden. Wie iets kent van Power Point, stelde vast dat de basisregels ("hou het bondig, duidelijk en simpel") duidelijk niet gevolgd waren. Dat het grafisch niet altijd duidelijk was, de talen door elkaar werden gebruikt en er tikfouten werden opgemerkt leidde op Twitter tot heel wat commentaar en zelfs grappen. Op het gebied van presentatie en communicatie werd het dus een grote flop, maar hoe groot de ontgoocheling daarover ook was, er werd terecht vooral uitgekeken naar de inhoud.
Vanaf 4 mei werden de coronamaatregelen versoepeld. Geleidelijk aan, in fases, zo heeft de Nationale Veiligheidsraad beslist. “We hebben serieuze opofferingen gedaan, nu is het tijd om naar de toekomst te kijken”, verklaarde premier Sophie Wilmès. “We mogen ons niet vastpinnen op de data die de Nationale Veiligheidsraad vooropgesteld heeft” zei minister van Volksgezondheid Maggie De Block bij VTM Nieuws. "Er zijn mijlpalen gezet en dat zijn nu die data van 4 mei, 11 mei, 18 mei - maar dat zijn geen zekerheden. Dat is waar we denken dat we kunnen naartoe werken. Ze zijn redelijk om te halen, maar dan moeten we nu wel goed de maatregelen blijven volhouden en vermijden dat de opnames in onze ziekenhuizen terug omhoog zouden gaan".
Jullie zien verder een overzicht van alle beslissingen, in het zwart zoals ze op 24 april beslist werden, in het blauw de aanvullingen nadien. De beslissingen die op 6 mei genomen werden, worden in het groen aangegeven, de uitgebrachte kritiek in het rood.
De Nationale Veiligheidsraad heeft voorlopig gekozen voor het volgende exit-programma:
FASE 1A: 4 MEI
- Naast (dieren)voedingswinkels, doe-het-zelfzaken, tuincentra, krantenwinkels en apotheken mogen ook stoffen- en fourniturenwinkels (winkels met naaibenodigdheden) openen. - Alle ondernemingen, ook die uit niet-essentiële sectoren, mogen opnieuw opstarten, als de social distancing-regels gerespecteerd worden. Telewerk blijft wel de norm. - Alle reizigers vanaf twaalf jaar moeten op het openbaar vervoer hun mond en neus met een mondmasker, sjaal of andere stof bedekken, niet alleen in de voertuigen zelf, maar ook aan de ingang van de gebouwen, het perron..., ook op de luchthavens. - Sportieve activiteiten in de buitenlucht en zonder contact (tennis, vissen, golf, atletiek, kayak) zijn opnieuw toegelaten, met maximaal twee personen (of meer, indien de personen onder hetzelfde dak wonen). Kleedkamers en douches mogen niet gebruikt, cafetaria’s niet geopend worden.
FASE 1B: 11 MEI
- Alle winkels mogen heropenen, zonder discriminatie van grootte of sector. De social distancing-regels moeten natuurlijk gerespecteerd worden. Voor de werknemers moet een veilige werkomgeving gegarandeerd worden. Per 10 vierkante meter is 1 klant toegelaten die 30 minuten in de winkel mag zijn. Er zijn uitzonderingen voor kleinere winkels. Welke? Het dragen van een mondmasker in de winkels is sterk aanbevolen. Het winkelen moet wel nog altijd alleen gebeuren (of in het gezelschap van een kind of jongere onder 18 jaar),tenzij het niet anders kanen in de buurt van de woon- of werkplaats. Ook mensen die hulp nodig hebben, mogen begeleid worden. Wanneer het te druk is, wordt het advies gegeven om op een later tijdstip terug te komen.Ouderen van meer dan 65 jaar, minder mobiele mensen of zorgpersoneel hebben voorrang. Markten blijven verboden, behalve voedingskramen als ze de toestemming van de lokale overheden krijgen.
- Vanaf zondag 10 mei (Moederdag) worden sociale contacten voor het eerst sinds de lockdown opnieuw beperkt toegelaten. Meer specifiek mogen mensen die onder hetzelfde dak wonen vanaf dan maximum vier anderen ontvangen bij hen thuis. Dat moeten wel altijd dezelfde vier zijn en die mogen niet ook nog bij iemand anders op bezoek gaan. Er wordt aangeraden dat de 4 mensen uit hetzelfde gezin komen. Die vier mensen mogen er niet op hun beurt nog 4 ontvangen, anders is straks de hele Belgische bevolking met elkaar in contact geweest. Minderjarige kinderen tellen mee in de groep van vier personen. Het blijft ook de bedoeling om tussen elkaar minstens 1,5 meter afstand te houden tijdens dat bezoek,wat met kleine kinderen haast niet te verwezenlijken is.Als het mogelijk is, wordt zelfs aangeraden om elkaar in de tuin of op terras te zien. Als iemand ziek is, blijft het uiteraard de bedoeling om geen contact te hebben met anderen. De regering vertrouwt op het gezond verstand. De politie zal geen controle uitvoeren op dat aantal van vier. Bij de keuze van die ‘vier’ zouden kinderen die het meest afzien van de quarantaine voorrang moeten krijgen. Wat is een redelijke afstand voor die bezoeken? Daar staat er geen limiet op, maar het is niet de bedoeling dat men het land zou doorkruisen.
FASE 2: 18 MEI
- De mogelijkheid van privébijeenkomsten thuis wordt bestudeerd. - Fysieke en sportieve activiteiten kunnen worden uitgebreid naar meer dan twee personen (na evaluatie). - Eéndagsexcursies in het binnenland kunnen overwogen worden (na overleg). Hetzelfde geldt voor tweede verblijven. De politie beweert alvast dat controle op niet-essentiële verplaatsingen niet meer mogelijk blijft, na het invoeren van de mogelijkheid van sociale contacten. Ze zullen er dus geen meer uitvoeren. Dat betekent niet dat verplaatsingen naar een tweede verblijf vanaf nu toegelaten zijn. Ik vrees er nochtans voor en FB'ers beweren dat er nu al heel wat tweedeverblijvers naar hun appartement gekomen zijn. - Op 15 mei mogen de scholen al eens proefdraaien, de echte heropening volgt op 18 mei. De praktische organisatie van het onderwijs werd aan Vlaams minister van Onderwijs Weyts en de onderwijswereld overgelaten. Onderwijs is namelijk een verantwoordelijkheid van de gemeenschappen. Kleuterscholen zijn daar nog niet bij. Die blijven dicht tot eind mei. Dan zal beslist worden of ze in juni naar school kunnen. In het lager onderwijs zijn enkel de kinderen van het eerste en tweede leerjaar vier lesdagen welkom, en leerlingen van het zesde leerjaar twee dagen.
In het middelbaar onderwijs mogen het tweede en het vierde jaar op vrijdag 29 mei opnieuw opstarten, afhankelijk van een positieve evaluatie van het zesde jaar. Dat start zoals bekend al vroeger, op 18 mei na al een eerste keer proefdraaien op 15 mei. Ook 29 mei is dan voor het tweede en vierde jaar een proefdraaidag, waarna er nog drie dagen bijgestuurd kan worden (op 1 juni is het Pinkstermaandag). Drie leerjaren tegelijkertijd is sowieso het maximum, de school mag ook zelf beslissen om maar één leerjaar te laten komen. Ook het aantal dagen waarop er onderwijs wordt gegeven op school, is door de directie zelf te bepalen. Er zullen maximaal 14 leerlingen in één klas mogen zitten: per leerling moet er 4m2 voorzien zijn, per leerkracht 8 m2. Mondmaskers worden verplicht voor leerlingen én leerkrachten in het middelbaar, in het lager onderwijs zijn ze enkel voor de leerkracht verplicht. Twaalfjarigen in het zesde leerjaar hoeven dus geen mondmasker te dragen. Er wordt ook gekeken naar andere mogelijkheden tijdens het lesgeven, bijvoorbeeld plexiglas of een gezichtsscherm voor de leerkracht. Elke school moet sowieso eerst groen licht krijgen op basis van een risicoanalyse en een beslissing van het schoolbestuur na sociaal overleg.
De noodopvang op school wordt wel uitgebreid. Ook ouders die buitenshuis werken en geen alternatieve opvang hebben, kunnen hun kinderen daarnaartoe sturen. Tot nu stond die enkel open voor kwetsbare kinderen en leerlingen met ouders werkzaam in een cruciale sector. Over opvang is er nog geen beslissing genomen. Volgende maandag is er nieuw overleg, en in tussentijd worden de draaiboekenvoor de praktische organisatie verder verfijnd.
Vooral de katholieke scholen verzetten zich tegen de verplichte noodopvang wegens te kort aan klassen en leerkrachten. Ze voeren aan dat de bedrijven en de steden en gemeenten daarvoor moeten zorgen.
Sommige beweren dat men er spelende kinderen niet de hele tijd kan op wijzen dat ze afstand van elkaar moeten bewaren.
Tegen 18 mei wordt meer nieuws verwacht over wat mogelijk is in verband met markten, musea, bibliotheken, dierentuinen, kappers en schoonheidscentra.
De woonzorgcentra zijn een Vlaamse aangelegenheid en de Nationale Veiligheidsraad neemt er dus geen beslissingen over. De taskforce voor de woonzorgcentra heeft op 7 mei beslist dat vanaf maandag 18 mei één bezoeker per bewoner toegelaten wordt. De woonzorgcentra mogen zelf beslissen of zij het bezoek toelaten. Bij voorkeur gaat het om steeds dezelfde bezoeker die mag langskomen voor een halfuur. De taskforce heeft nog andere, strikte voorwaarden opgelegd: - bezoek in open lucht of in een afzonderlijke ruimte gebeuren (die na elk bezoek ontsmet wordt) - bewoner mag niet besmet zijn - het hele centrum moet getest zijn - er mogen geen voorwerpen meegebracht worden - de bezoekers moeten een mondmasker dragen. Een eerste poging om een bezoekregeling uit te werken voor de woonzorgcentra mislukte half april.
FASE 3: NIET VOOR 8 JUNI
- De eventuele en geleidelijke heropening van restaurants, en later ook de cafés en bars wordt bestudeerd. - Tegen eind mei wordt er beslist over het al dan niet doorgaan van jeugdbewegingskampen en zomerstages. - Ook het toelaten van meerdaagse reizen in binnen- en buitenland wordt bekeken. - Ook de opening van toeristische attracties zoals dierentuinen en pretparken, wordt bestudeerd. - Massa-evenementen blijven tot en met 31 augustus verboden, maar er wordt wel bekeken of kleinere openluchtevenementen kunnen doorgaan. - De maatregel rond huwelijken en begrafenissen wordt niet versoepeld. Voor huwelijken blijft een religieuze dienst mogelijk in het bijzijn van de echtgenoten, hun getuigen en de bedienaar van de eredienst. Burgerlijke huwelijken worden voltrokken, maar enkel in de aanwezigheid van de echtgenoten, de getuigen en de ambtenaar van de burgerlijke stand. Bij begrafenissen mogen maximum 15 personen aanwezig zijn, met behoud van een afstand van anderhalve meter.
Wanneer toeristische uitstappen mogelijk worden en wanneer mensen opnieuw naar hun tweede verblijf mogen, zal pas worden bekeken in de derde fase van de versoepeling, tegen 8 juni.
Einde juli Alle sportwedstrijden, zowel voor amateurs als voor profsporters, worden al zeker tot eind juli geannuleerd. Dat betekent niet dat ze op 1 augustus opnieuw mogen aangevat worden.
Intussen hebben minister Weyts en zijn regionale collega's een plan voor een heropstart klaar.
Vanaf 18 mei zouden sportactiviteiten voor -12-jarigen zonder toeschouwers mogelijk zijn in openlucht. En op hetzelfde moment zouden volwassenen in beperkte groep (maximaal 20 personen) in openlucht mogen sporten mits naleving van de afstandsmaatregelen. De tweede stap is voor 1 juni. Dan zouden individuele fysieke activiteiten indoor mogelijk zijn met maximaal twee partners. Nog twee weken later kan een beperkte groep indoor (maximaal 20 personen), exclusief wedstrijden buiten trainingsverband. Voor wedstrijden (waaronder wielerwedstrijden) is het dan nog een maand langer wachten. Vanaf 1 augustus zouden sportevenementen met een gelimiteerd aantal deelnemers kunnen. Wedstrijden met publiek vanaf 1 september. “Maar we moeten een slag om de arm houden”, voegde Weyts toe. “Omdat de experten heel terughoudend zijn. En het is ook terecht dat zij bekommerd zijn, dat is hun job. Zij moeten ons beschermen tegen onszelf.” De minister benadrukt dat dit voorlopig alleen nog maar een advies is: “Het is een heel stappenplan. Dat ligt momenteel bij de experten van de GEES. Die waren er gisteren blijkbaar nog niet over uit of ze daar in zouden meegaan.”
Er zal slechts overgegaan worden naar een volgende fase als de toestand, aantal gehospitaliseerde, het aantal overledene, het aantal besmettingen voldoende gedaald is. Niemand wil daar een cijfer op plakken, alhoewel hier en daar wel eens sprake is van 100. Er zijn ook nog andere parameters, bijvoorbeeld het aantal nieuwe gevallen dat bij de huisartsen wordt vastgesteld, enzovoort. Er zijn verschillende criteria en men wil/kan daar geen cijfer opplakken. Ofwel gaan alle parameters in de goede richting, ofwel niet."
En hoe zit het nu met de tracers? Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) heeft eindelijk een akkoord over de contact tracers in Vlaanderen. Die opdracht wordt vanaf volgende week maandag 11 mei uitgevoerd door een samenwerking tussen de ziekenfondsen, callcenters en een consultant. Ook in Brussel wordt opdracht toevertrouwd aan de ziekenfondsen. Die hebben ervaring met gezondheidsdossiers en hebben ook een pak personeel dat meteen inzetbaar is. Deze week nemen Vlaamse ambtenaren de proefweek nog voor hun rekening, stelselmatig komen daar de nieuwe contact tracers bij. Of dat er ooit 1.200 zullen zijn, blijft onduidelijk. “Dat zal afhangen van de nood op het terrein”, waarschuwde het Agentschap Zorg en Gezondheid eerder al. Het zou kunnen dat Vlaanderen het met veel minder doet als blijkt dat een nieuwe corona-opstoot uitblijft.
Wie voortaan positief test op Covid-19, krijgt telefoon van één van de contact tracers. Deze moeten uitvissen met wie een besmette persoon de voorbije dagen allemaal in contact kwam, waarna ook die mensen preventief worden ingelicht en eventueel in quarantaine moeten om de verdere verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Volgens professor Emmanuel André, het hoofd van het Interfederaal Comité Testing & Contactopvolging, is het goed bijhouden van je contacten (en hun GSM – nummer) ontzettend belangrijk in deze fase van de exit uit de lockdown. Hij spreeks zelfs over 'dagboek bijhouden'. “Wanneer u ziek wordt, zullen ook de mensen met wie u contact had op die manier de nodige ondersteuning krijgen”, beklemtoont hij. Ook andere overheidsdiensten beklemtonen dat het zeker in de beginfase van de contact tracing – die van nul moet worden opgestart – handig kan zijn om een lijstje met uw contacten op te stellen. Want vandaag moet u soms nog enkele dagen wachten op de uitslag van uw coronatest en zeker in deze opstartfase kan het nog enkele dagen duren voor u door een contact tracer wordt opgebeld. Al die vertraging opgeteld, zou tot gevolg hebben dat u dan pas begin volgende week wordt gevraagd naar de personen met wie u eind vorige week contact had. Dat zit misschien dan toch niet meer zo vers in uw geheugen. Ziehier de acht fases van ‘contact tracing’:
Ik voel me grieperig (hoesten, koorts, smaak- en geurverlies): bel naar je huisarts.
Hij nodigt je uit voor een test op zijn kabinet als hij daarvoor het juiste materiaal heeft. Anders geeft hij je een elektronisch attest om naar een triagecentrum te gaan.
Na de test ga je naar huis en zonder je je af tot je het resultaat hebt – zo’n 24 uur.
Ben je positief op Covid-19? Dan gaat er een melding naar de bevoegde regio voor contactonderzoek.
Je krijgt telefoon van een contactonderzoeker, die je zal vragen met wie je contact hebt gehad in de voorbije dagen. Daarvoor bestaat een invulformulier.
De contactonderzoekers bellen zelf alle door jou opgesomde mensen om hen ervan op de hoogte te brengen dat ze misschien besmet zijn. Indien nodig komen ze tot bij hen thuis. Ze krijgen daarbij te horen of het gaat om een “hoog risico contact” of een “laag risico contact”. Hoog risico geldt als je langer dan 15 minuten op minder dan 1,5 meter was, bijvoorbeeld in een gesprek, of als er fysiek contact was. Ook huisgenoten, naaste buren in de klas of op het werk en medepassagiers vallen onder die categorie.
Krijg je telefoon van zo’n contactonderzoeker en had je “hoog risico contact”? Dan moet je 14 dagen in afzondering. Anders mag je nog wel buitenkomen, maar wel met aandacht voor de voorzorgsregels.
Als een van die contacten zich ziek voelt, moet hij of zij de huisarts contacteren. Dan begint het proces opnieuw.
Wie wordt er eigenlijk getest? In vergelijking met andere zwaar getroffen landen doet België het goed wat betreft het aantal uitgevoerde coronatesten. De afgelopen dagen werden er gemiddeld een kleine 20.000 testen per dag afgenomen. Dat blijkt uit cijfers die het kabinet van minister Philippe De Backer (Open VLD) meedeelt. In de strijd tegen het coronavirus zijn er in België iets minder dan 41.000 tests per miljoen inwoners afgenomen. Tussen 29 april en 4 mei werden gemiddeld zo'n 19.900 tests per dag afgenomen in België. Volgens cijfers van statistiekbureau Our World in Data gaat België ook gericht en efficiënt aan de slag. Zo wordt er per acht testen gemiddeld een positief geval van besmetting ontdekt. Volgens minister Philippe De Backer wordt de sterk uitgebreide testcapaciteit momenteel volop benut.'We kunnen dit aantal en ritme volhouden als een cruciaal onderdeel van onze exit strategie. We zouden tot 45.000 testen per dag kunnen uitvoeren, maar ik hoop van harte dat we die capaciteit niet zullen moeten benutten. Maar als het nodig blijkt, in het kader van contactonderzoek, dan doen we dat gewoon', aldus De Backer. “Vanaf 4 mei zullen patiënten bij huisartsen getest kunnen worden, zodat we de mensen met wie die patiënten contact gehad hebben ook kunnen opsporen en contacteren.” Het is de bedoeling dat iedereen wordt getest: - die symptomen heeft en van wie de arts vermoedt dat hij of zij besmet is - die door zijn of haar beroep in hoge mate is blootgesteld aan het virus - die intensief contact heeft gehad met een besmet persoon Iedereen testen blijft wel onmogelijk. Dat benadrukt viroloog Steven Van Gucht: "We zijn met meer dan 11 miljoen Belgen. Stel dat we theoretisch 100.000 testen per dag uitvoeren - en dat is gigantisch - dan hebben we pas iedereen getest na 110 dagen. Eén keer testen heeft ook geen zin. Als je een bevolking volledig vrij wilt krijgen van een virus, dan moet je op regelmatige basis iedereen testen, dat wil zeggen om de week, om de 2 of 3 weken. Puur wiskundig is dat bijna een onmogelijke opdracht." Bron:https://www.knack.be/nieuws/belgie/belgie-in-internationale-kopgroep-uitgevoerde-coronatesten/article-news-1596733.html
Besluit De communicatie op de tweede persconferentie over de exit was dus veel beter dan die op 24 april. Er wordt geluisterd naar collega’s en naar de pers. Dat is dus een goed punt. Er wordt gewerkt in fases, met versoepeling als de cijfers het toelaten. Dat is een tweede goed punt. Wie opwerpt dat er veel gesuggereerd, aangeraden, aanbevolen, afgewacht, bestudeerd, overwogen of bekeken wordt, moet wel begrijpen dat niemand weet hoe de coronacijfers zullen evolueren. Voorzichtigheid is geboden. Het gevaar van een tweede golf is dreigend en dat risico wil de veiligheidsraad niet lopen. Terecht, natuurlijk. De GEES vergadert elke dag, bestudeert de tendensen en adviseert de Nationale Veiligheidsraad, die niet altijd de experten volgt. De politici zijn immers verantwoordelijk.
Wat ik niet goedvind zijn de schijnbaar noodzakelijke ondervragingen op TV van politici en experten om te antwoorden op detailvragen. Waarom kan men niet ineens duidelijk uitleggen wat er mag en niet mag?
De mondmaskers spelen een steeds groeiende rol. Enkele kustgemeenten hebben een bestelling geplaatst om alle inwoners te voorzien van een exemplaar. Ze worden aanbevolen in alle gevallen waar de social distancing niet kan gerespecteerd worden. De overheid zal zelf aan elke burger een mondmasker en twee filters geven. Wanneer? Dat is nog geheim! Burgemeester Dedecker wil geen maskers aankopen voor zijn inwoners: “Waarom zou ik belastinggeld besteden aan maskers als de federale overheid er toch zal verdelen?”
Wie ben ik om mijn bloglezers zoiets te vragen? Maar ik doe het toch! Houden jullie zich alstublieft aan de voorgeschreven regels zodat we dat verschrikkelijk coronamonster kunnen verdrijven. Niemand wil toch dat het later nog eens opduikt! De cijfers zijn eigenlijk niet zo geruststellend: Ik las op 8 mei “Weer dalende trend: 107 extra doden en 108 nieuwe ziekenhuisopnames voor donderdag 7.5”terwijl er de dag ervoor 80 doden waren en 98 opnames. Op 6.5 waren er ook nog 639 besmettingen en op 7.5 nog 591. Onze experten beweren nu dat, door het weekendeffect, de daling moet blijken uit het gemiddelde van de laatste zeven dagen.
Hoe een gewone burger reageert op de aanpak van de coronacrisis door onze regeringen (Deel 3)
De Coronacijfers
Op 2 mei 2020 voerde ons (klein) landje nog steeds de lijst aan van het aantal doden per 100.000 inwoners. Dat zijn er 66,5 of met andere woorden 7.703 van de 238.587 over heel de wereld. Onze voorsprong stijgt nog elke dag. Ongeloofwaardig toch! Hoe kan dat nu? Men kijkt naar ons en men spreekt over ons. Men heeft het over ‘Das Belgische Corona-Rätsel’, ‘Belgio prima al mondo’, ‘Le taux de mortalité si élevé en Belgique’ en ‘Belgium has the highest death rate’. Alle buitenlandse media hebben er eigen analyses over. De coronacrisis houdt „het kleine Koninkrijk in zijn greep”, schreef het Duitse weekblad Der Spiegel. In een artikel getiteld ‘Het Belgische coronaraadsel’, halen de auteurs een reeks verklaringen aan. Het doorgangsverkeer in dit centrum van Europa is hoog, net als de bevolkingsdichtheid, en ook de luchtvervuiling kan meespelen. De politiek in het „chronisch onregeerbare” land heeft het virus onderschat, er is te weinig getest en te laat ingegrepen. Een strenge beoordeling? Dat laatste, volgens mij niet!
Onze regering(en) en onze corona-experten betwisten die buitenlandse meningen natuurlijk. Dat hoog dodental ligt volgens hen niet aan het feit dat de genomen maatregelen tegen de ziekte minderwaardig waren/zijn. Neen! Dat zou ook niet liggen aan het feit dat ons land te lang geaarzeld heeft om te reageren toen de eerste besmettingen opdoken in Noord-Italië maar integendeel twijfels had over de uitbreiding naar Europa/ België. Neen! Dat zou evenmin liggen aan de klungelige manier van optreden bij het bestellen en aankopen van medische hulpmiddelen. Neen!
Niemand geeft graag zijn fouten toe, natuurlijk, maar … Onze burgemeester, specialist in het stellen van ambetante vragen, had er in een vragenuurtje in de federale kamer, weer enkele in petto voor de premier.
Volgens hem zouden twee virologen, vertrouwenspersonen, klaar en duidelijk gezegd hebben dat ze, in opdracht van de regering, moesten liegen over het nut van mondmaskers, die vroeger niet nodig waren en nu plots noodzakelijk.
Hij vond dat onze regering toch wel een beetje beschaamd moest zijn als men verneemt dat wij 50 doden meer tellen dan de Grieken, die nu niet precies bekend staan voor een goede gezondheidszorg.
Dezelfde virologen als in punt 1, zeggen dat honderd percent van de mensen die in de woonzorgcentra sterven, toegevoegd worden aan het aantal doden. Hij beweert dat dit niet correct is, want op het ogenblik van zijn vraag, zou er geen enkele van de 358 bejaarden in de vier woonzorgcentra van Middelkerke besmet geweest zijn. Er zijn sedert 13 maart 12 mensen gestorven in onze woonzorgcentra, GEEN ENKELE VAN CORONA.
Hij vindt het erg als de regering begint te liegen. Wie zou dat niet erg vinden? Er wordt bij ons enkel getest als er symptomen van koorts of verkoudheid zijn. Zo zijn er 18 personen. Zo is dat trouwens door de overheid vastgelegd.
Moet het de regering dan verwonderen dat de bevolking twijfelt aan hun verklaringen? Laten we er even enkele daarvan nader bekijken.
De oversterfte, het cijfer dat aanduidt hoeveel meer mensen overlijden dan normaal, in België is vergelijkbaar met de oversterfte in de buurlanden. Normaal sterven elke dag ongeveer 300 mensen in België en dat cijfer ligt momenteel veel hoger. "De oversterfte is veel groter dan we in vorige jaren gezien hebben, groter dan hittegolven of griep", aldus Prof Steven Van Gucht. "De piek lag op 637 rond 10 april. De vorige piek was 465 in 2018 tijdens een zeer zwaar griepseizoen, vooral bij 65-plussers. Het gaat om 80 procent meer overlijdens dan verwacht. Het is vergelijkbaar met de oversterfte in buurlanden, en zeker niet hoger."Dat zou volgens hem moeten bevestigen dat ons land het niet slechter doet dan andere landen.
Het dodentalin Nederland, waar de maatregelen later ingingen dan bij ons en waar ze zelfs minder streng zijn, zou niet zo veel verschillen van dat in België. Denken ze nu echt dat wij de cijfers niet kennen? Als je aanneemt dat 66 doden op 100.000 in België niet zoveel verschilt van 29 in Nederland, dus meer dan het dubbele, dan heb je natuurlijk gelijk. In absolute cijfers betekent dit dat er al 7.703 Belgische coronadoden zijn tegenover 4.893 Nederlandse.
De mogelijke, niet bevestigde sterfgevallen in woonzorgcentra, worden bij ons meegeteld. Dat betekent volgens onze experten dat we een vertekend beeld krijgen ten opzichte van de rapporteringen in de meeste andere landen. Net als veel andere landen had/heeft België een gebrek aan tests om te bepalen wie besmet is. In ziekenhuizen werd iedereen getest, maar daarbuiten is/was dat lang niet altijd mogelijk. Toch telt het land iedereen die overlijdt met coronasymptomen, óók wie niet getest is, mee. Meer dan de helft van de gemelde doden viel dan ook niet in het ziekenhuis, maar in verzorgingstehuizen. In het overgrote deel daarvan, 96 procent, ging het om vermoede, en dus onbevestigde gevallen. In de meeste landen worden vermoede gevallen niet meegerekend.
Onze Prof-experten schijnen het wel niet eens te zijn over de manier van tellen. Van Ranst: “We kunnen onze cijfers niet vergelijken met die in andere landen. Wij tellen ongeveer iedereen die doodgaat. Dat is natuurlijk dom.” Van Gucht: "Ons zo volledig mogelijke systeem van tellen is niet bedoeld om te kunnen vergelijken met andere landen, maar om te kunnen beoordelen wat er op dit moment aan de hand is in de gemeenschap, in België. De cijfers worden gebruikt als beleidsinstrument, om actie te kunnen nemen daar waar het nodig is. Dat is prioriteit nummer één”.
Groepsimmuniteit Bij het testen kan men vaststellen dat er antistoffen in het bloed aanwezig zijn. Die duiden erop dat iemand het virus heeft gehad en immuun is. Dat betekent dat het virus deze persoon niet meer kan infecteren. Zodra het virus dat probeert, rekent het immuunsysteem – dat het lichaamsvreemde virus herkent – er direct mee af. En hoe meer mensen immuun zijn voor het virus, hoe lastiger het voor het virus is om zich te verspreiden. Als genoeg mensen (zeker 60 procent) van een groep op die manier weerbaar zijn geworden, spreek je van groepsimmuniteit. Volgens Prof Van Ranst is het feit dat de immuniteit in ons land van dezelfde orde van grootte is als in de omliggende landen, een bewijs dat zij op tijd maatregelen genomen hebben voor de bestrijding van het virus. (!!!)
Op 14 april had 4,3 procent van de populatie in België antistoffen tegen het coronavirus. Voor Vlaanderen gaat het om een verdubbeling van de immuniteit in twee weken tijd: van 2,1 procent in stalen van 30 maart naar 4,1 procent in stalen van 14 april. Natuurlijk zitten we daarmee nog heel ver van groepsimmuniteit.
Van Ranst: “We hebben de epidemie vlug onder controle gekregen. Zodra de maatregelen effect konden hebben, hebben ze dat gehad. Door jarenlange verwaarlozing van de ouderenzorg waren woonzorgcentra niet voorbereid. Wat daar is gebeurd, was een ‘accident waiting to happen’.
Van Ranst: “Blijkbaar zijn een heleboel vakantiegangers in Italië op hetzelfde moment geïnfecteerd. Op dat moment waren er in Europa drie doden en was er in de bergstreken van Italië geen enkel positief geval. Wie had aan die vakantiegangers durven te zeggen: na terugkeer moet u twee weken in quarantaine? Niemand. Dat was ondenkbaar.”
Van Ranst: “Dan was er ook nog de instroom uit Duitsland en Nederland, door mensen van ginder die naar carnavalsfeesten zijn gekomen. Ook daar kon niemand iets aan doen, maar blijkbaar hebben de mensen het daar moeilijk mee.”
Experten: “De Paasfeestjes die hier en daar gehouden werden, waren de oorzaak van de stagnering van de ziekenhuisopnames en van een 40-tal doden.”
VOORLOPIG BESLUIT Ik heb nog nooit zoveel Prof 'n gezien op zo'n korte tijd. Als onze politici en onze experten fier of tevreden zijn met de cijfers van vandaag, omdat HUN maatregelen het verwacht succes kennen, dan vraag ik mij af waarom ze die maatregelen niet vroeger genomen hebben. Het zou dan geen twee maanden geduurd hebben om een begin te zien van het ‘onder controle te krijgen’. Vooral hun tekortkomingen op het gebied van beschermend materiaal (testen, maskers, …) in de beginfase, hebben volgens mij het verschil gemaakt.
Maar ze blijven maar uitleggen dat hun aanpak de goeie was. De vraag is: ‘Wie gelooft dat nog?’
Studie van de cijfers
Ik heb de coronacijfers aandachtig bestudeerd? Ik heb telkens Prof Van Gucht horen spreken op de persconferentie op TV. Ik heb vanaf de start tot nu grondig de artikels gelezen in enkele kranten. Allemaal zeer verwarrend. Waren die cijfers wel betrouwbaar? Heeft men ons wel goed geïnformeerd? Wat ging er dan wel verkeerd?
Het weekendeffect
Op maandagen (13.4, 20.4, 27.4) en dinsdagen was er een zogezegde daling … omdat de weekendcijfers niet correct gerapporteerd worden. Men ‘vergeet’ soms wel eens dat te vermelden op de dagelijkse persvoorlichting. We krijgen dus valse hoop door die dalingen maar ’s anderendaags is er dan weer een serieuze stijging omdat de sterftecijfers van het weekend er weer bijgeteld zijn. Ook in de week gebeurt dat wel eens: op de dagelijkse persbriefing van zaterdag 25 april werd het dodenaantal van de voorbije 24 uur (vrijdag 24 april) voorgesteld, namelijk 241, onderverdeeld in 72 in de ziekenhuizen en 164 in de woonzorgcentra. 58 van deze 241 overlijdens betroffen sterfgevallen uit Vlaamse woonzorgcentra die dateerden van twee dagen ervoor. Op 24 april hoorden we dat er 190 doden gerapporteerd werden op 23 april. Een daling van 17 ten opzichte van de vorige dag. Hoopgevend dus! Er werd niet gezegd dat de sterfgevallen van de Vlaamse woonzorgcentra niet begrepen waren in die 190. Dat hoorden we dan wel dat op het avondnieuws van 24 april op de VRT.
Ziehier twee grafieken van het aantal opnames in het ziekenhuis en van het aantal doden, die dat WE-effect duidelijk illustreren.
We zien dat de cijfers op maandag en dinsdag daalden door het 'weekendeffect' van zaterdag en zondag, waarna de cijfers op woensdag weer stegen. Ik hoorde een expert bovendien zeggen dat sommige patiënten niet graag naar het ziekenhuis gaan tijdens het weekend. Voor de opnamen of opnames in het ziekenhuis.
Voor
Vooral die combinatie van de doden in het ziekenhuis en in de woonzorgcentra, lijkt mij een vals beeld te geven van het juiste aantal. Ook Prof Van Gucht gaf soms (onvrijwillig waarschijnlijk) de indruk dat er gecamoufleerd werd.
Op 7 april lazen we, bijvoorbeeld “Het hoge cijfer kwam vooral doordat er bovenop de 162 doden die de voorbije 24 uur zijn gemeld, plots ook 241 doden uit Vlaamse woonzorgcentra tussen 1 en 4 april werden bijgeteld. Dat gebeurde daarvoor nog niet. Pas vanaf 5 april worden de sterftecijfers van bewoners van Vlaamse woonzorgcentra per dag opgenomen in de officiële cijfers van Sciensano, met twee dagen vertraging weliswaar.” In de 170 doden op 28 april zouden de overledene in de Vlaamse rusthuizen niet meegeteld zijn.
Werden de overlijdens in een rusthuis, niet te wijten aan corona, meegeteld of niet?
Een ander voorbeeld op 25 april: “In totaal zijn er nu officieel 45.325 mensen besmet geraakt, al is dat cijfer sowieso een grove onderschatting.” We hoorden elke dag hoe weinig er getest werd. Had het meegedeeld aantal besmettingen dan wel enige betekenis? Bijna dagelijks werd er gezegd dat we vooral moesten kijken naar het aantal besmette die opgenomen waren in het ziekenhuis en naar diegene die in de intensieve afdeling lagen. Natuurlijk komen daar de meeste overlijdens uit voort, maar als we kijken naar de verhouding van de doden in ziekenhuis en woonzorgcentra (WZC), dan stellen we vast dat gemiddeld meer dan 54% overleden in een WZC.
Ziehier nog wat cijfers in tabelvorm: (uit ‘Het Nieuwsblad’ en ‘Het Laatste Nieuws’, over de voorbije 24 uur dus cijfers eegedeeld op 2 mei gaan over 1 mei))
De totalen kloppen soms niet. Als er op 1 mei 82 mensen gestorven zijn, dan moet het totaal toch 7.782 zijn i.p.v. 7.762, of niet soms? Wat bleek? Weer werd een correctie doorgevoerd omdat 20 doden dubbel geteld werden.
Voor woensdag 29 april werd een vrij hoog aantal ingenomen bedden in ziekenhuizen gerapporteerd, 4.050, tegenover 3976 de dag ervoor. De manier van testen in de ziekenhuizen is recent veranderd: elke patiënt die binnenkomt, zelfs iemand met een gebroken been, kan getest worden voor covid-19. Sommige van die patiënten testen positief en die komen dan terecht in de covid-19 vleugel van het ziekenhuis en werden dan bij de coronapatiënten meegeteld. Dat werd gedaan omdat het ziekenhuis dan weet welke de juiste bezetting is van die vleugel. Het cijfer werd gecorrigeerd. Er wordt enkel rekening houden met patiënten die in het ziekenhuis liggen en positief testten voor covid-19. Daarom werd het cijfer van 29 april naar 3.733 gecorrigeerd, zijnde 317 patiënten minder. Worden die dan bij de besmette gerekend? Verwarring alom voor de gewone burger!!!
De ‘kleine’ beschermingsmaatregelen Wekelijks moet ik mijn inkopen doen in een ‘groot’ warenhuis. Ik moet eerlijk bekennen dat ik me daarbij niet meer op mijn gemak voel. Ik krijg steeds meer schrik om besmet te worden. Er zijn weliswaar enkele positieve maatregelen. Bij het binnengaan krijg je een ontsmette winkelkar aangeboden. Aan de kassa is de sociale afstand op de grond aangeduid. Als je van kar wisselt, wordt de duwstaaf eerst ontsmet. Tussen de kassier en de klant is een, weliswaar onvoldoende, afschermende plastiekplaat aangebracht.
Bij mijn recentste van 5 bezoeken zag ik dat het personeel nu eindelijk een gasmasker droeg. Handschoenen om onverpakt brood te nemen, waren er niet meer. Mag ik zomaar de waren aanraken? Hoe moet ik omgaan met het feit dat het virus kleeft op de verschillende materialen? Worden of zijn mijn bankbiljetten of mijn bankkaart niet besmet? Moet ik zelf handschoenen dragen? Hoe moet ik ze uitdoen? Moet ik een mondmasker opzetten? Ik zou eindelijk eens willen weten waarom de experten altijd zeggen dat een drager van een mondmasker daarmee zichzelf niet beschermt maar dat hij daarmee alleen niemand anders kan besmetten. Naar de supermarkt gaan geeft volgens Prof Van Gucht geen verhoogd risico: "Over het algemeen proberen mensen toch afstand te houden. Ik ga ook nog naar de supermarkt en ik draag er geen mondmasker. Zelfs als je iemand kruist die besmet is zonder de symptomen, volstaat dat niet om zelf ook besmet te raken. Men vergeet dat vaak te vermelden, maar je hebt echt een zekere dosis van het virus nodig om besmet te raken", aldus de viroloog die ook nog benadrukt dat mondmaskers de mensen een vals gevoel van veiligheid kunnen geven. Beweert hij nu dat mondmaskers weinig zin hebben?
Wat doe ik als er ergens, bijvoorbeeld in de koelruimte, geen plaats genoeg is om de socialdistance te respecteren? Ik vind dat de beheerder moet optreden als er te veel klanten aan het winkelen zijn en dat ze de afstand niet meer kunnen respecteren. Waarom wordt er geen enkele richting ingevoerd? Omdat het warenhuisje daarvoor te klein is? De gangen zijn namelijk niet breed genoeg om de afstand te respecteren als 2 klanten naast elkaar moeten passeren of staan. Ik zag een koppel elk met een eigen kar. Ik heb de indruk dat de beheerder geen opmerkingen durft maken uit schrik om klanten te verliezen.
Kan ik besmet geraken door ’s morgens mijn krant uit de brievenbus te halen en die daarna tijdens het ontbijt te lezen? Hoe moet ik een pakje aanvaarden dat mij toegestuurd werd en door een bestelfirma overhandigd wordt? Hoe aanvaard ik aan huis geleverde maaltijden of andere koopwaar?
Wanneer zal er eindelijk eens iemand opstaan om de kopers te leren hoe ze zich best kunnen beschermen bij een bezoek aan een groot warenhuis. Kan er misschien nog een ‘taskforce’ opgericht worden? Of is de bescherming gewoon onmogelijk? Ik voel bij elk bezoek een dreigend gevaar om besmet te worden. Ik vraag mij af of onze ‘leiders’, politici en experten in deze coronatijd al eens een groot, maar vooral een kleiner warenhuis bezocht hebben.
Natuurlijk was ik mijn handen met zeep als ik thuiskom!
Ik heb een grafiek opgedoken die aantoont hoelang het virus op bepaalde materialen blijft kleven. - op papier of karton: minder dan 3 uur - op hout en stofkleding: tot 2 dagen - op bankbiljetten en glas: tot 4 dagen - op plastic en roestvrij staal: tot 7 dagen
De voorbereiding van de corona-exit Ik had het plan opgevat om dit onderwerp als derde item te behandelen. Ik heb er daarna van afgezien omdat er steeds weer zaken gewijzigd werden en omdat het bijlange niet zeker is dat er op 4 mei zal kunnen gestart worden. Ik zal dus nog maar een vierde artikel inlassen als ik over meer gegevens beschik.
Hoe een gewone burger reageert op de aanpak van de coronacrisis door onze regeringen (Deel 2)
De rust- en verzorgingstehuizen De Vlaamse overheid is bevoegd voor de programmatie, het toezicht en de erkenning van de woonzorgcentra in Vlaanderen en Brussel. Minister Beke heeft de bevoegdheid voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, allemaal verantwoordelijkheden op maat van een CD&V politicus.
Helaas … duizendmaal helaas. Hij is namelijk ook bevoegd voor de programmatie, het toezicht en de erkenning van de woonzorgcentra en die werden bij de start van de coronastrijd in de steek gelaten. Dat wordt uiteraard door de regering betwist. Iedereen weet, omdat het zo vaak gezegd werd, dat ouderen met een medische voorgeschiedenis, de ergste risicopatiënten zijn. Het was voor iedereen even duidelijk dat de coronacrisis nog geruime tijd kon aanhouden. Het sluiten van woonzorgcentra voor bezoekers was allesbehalve waterdicht, want ook personeelsleden/leveranciers kunnen een virus binnenbrengen. Bovendien heeft een sluiting tot gevolg dat de bewoners geen sociale contacten meer kunnen onderhouden met hun familie en vrienden, wat ook een grote impact heeft op hun welbevinden. Maar het is kiezen tussen de 'pest' en de 'cholera'. Op 5 maart 2020 werd door het Agentschap Zorg en Gezondheid al gesuggereerd of gerechtvaardigd waarom de rust- en verzorgingstehuizen niet gesloten werden. Er kwamen wel enkele aanbevelingen:
zieke mensen mogen niet op bezoek komen.
zieke personeelsleden mogen niet komen werken.
Pas de volgende richtlijnen strikt toe: o Desinfecteer de handen goed met alcogel (indien beschikbaar), anders met water en vloeibare zeep. o Leef de hoest- en niesetiquette correct na.
Natuurlijk was dat onvoldoende. Na overleg met de vertegenwoordigers van de woon-zorgcentra, besliste minister Beke op 12 maart dat de centra dan toch de deuren moesten sluiten voor externe bezoekers.
De maatregel gold tot het einde van de paasvakantie. Om de werking van de woon-zorgcentra niet te ontwrichten, werd een uitzondering gemaakt voor externe zorgverstrekkers, stagiairs, geregistreerde mantelzorgers en directie- en raadsleden. Ook zij moeten aan dezelfde veiligheidsvoorschriften als het andere personeel voldoen. Dat was vanzelfsprekend nog steeds onvoldoende. Was er dan misschien nog steeds niemand besmet in de woonzorgcentra? Ja, dat wist niemand want noch de bewoners noch het personeel werden getest. Ze besmetten elkaar dan maar, want testen was onmogelijk en mond- en neusmaskers (dat is de juiste naam) waren er niet beschikbaar. Om te testen waren inderdaad ook testkits nodig en die waren er ook niet. (zie verder)
En wat met de gehandicaptenzorg? Ik hoor hier en daar zeggen dat we de gehandicaptenzorg dezelfde weg niet mogen laten opgaan als de ouderenzorg in de rusthuizen. Dat is nogal logisch, maar hoe kan dat verhinderd worden als er onvoldoende mondmaskers en beschermende kleding beschikbaar zijn, als er nauwelijks kan getest worden en als er te weinig steun komt vanwege de overheid?
Het probleem mondmaskers of ‘De mondmaskersoap’ (volgens ‘Het Nieuwsblad’) of de ‘Lijdensweg’ volgens ‘De Standaard’ Vooreerst een woordje over de soorten maskers.
Chirurgische mondmaskers kunnen zowel artsen, ziekenhuismedewerkers als patiënten tegen ziekteverwekkers beschermen uit de neus en mond. Ze zorgen er namelijk voor dat speeksel- en slijmdruppeltjes niet verspreid worden. Daarnaast is er ook nood aan FFP2- maskers (ademhalingsbeschermingsmaskers) die bijvoorbeeld op intensieve zorgen gebruikt worden. FFP3 - maskers zijn halfgelaatmaskers die 99% bescherming bieden tegen aerosolinfiltratie.
België was aanvankelijk, net als veel andere landen, verwikkeld in een last-minute race om mondmaskers aan te kopen en te verdelen. Dat zou niet nodig geweest zijn, ware het niet dat … Ons land had lange tijd een strategische voorraad van 63 miljoen verschillende types mondmaskers, maar de FOD Volksgezondheid heeft die tussen 2015 en 2018 vernietigd. Minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) stelde dat de maskers niet correct waren bewaard in een loods van Defensie en dat ze daardoor onbruikbaar waren. Er werd geen nieuwe stock aangelegd, volgens de woordvoerder van de FOD Volksgezondheid wegens de ‘zware budgettaire kosten’. Werden de maskers terecht vernietigd? De adjudant die de zorg had over die loods, betwist dat. “De hangars waren droog en afgesloten. De dozen waren niet aangetast. De voorraad was in voortreffelijke staat.”
Ook het andere argument voor vernietiging werd ondertussen ontkracht. Bij Volksgezondheid meldde men dat de houdbaarheidsdatum verstreken was. “Maar dat slaat vooral op het elastiekje”, zegt viroloog Marc Van Ranst. “In ziekenhuizen hadden we ze niet meer kunnen gebruiken, maar onder meer voor de politie waren ze vandaag goed van pas gekomen.”
Helaas was er nog meer ellende. Op 11 maart contacteerde het kabinet van Maggie De Block, een zekere Mahmut Öz, om er een bestelling te plaatsen van 5 miljoen mondmaskers. Er werden geen onderhandelingen gevoerd, ‘gezien de urgentie van de bestellingen’.
Volgens een N-VA politica werd ook niet onderzocht of de firma voldoende medische credibiliteit had. Öz is licentiaat antropologie maar beroepsmatig een beëdigd vertaler tolk uit Temse. Hij is lid van Open Vld, dus partijgenoot van Maggie en jongerenvoorzitter van de partij in Temse. Hij stond verschillende keren op een kieslijst. Öz had geen enkele ervaring bij het aankopen van mondmaskers maar profileerde zich als vertaler-tussenpersoon in de handel met Turkije. De bestelde maskers werden niet geleverd omdat er mogelijk … fraude gepleegd werd, wat leidde tot een klacht bij het gerecht.
Op 29 maart werd een bestelling van 5 miljoen mondmaskers van het type FFP2 bij de Henegouwse firma ‘Pharmasimple’ geannuleerd. De leverancier dreef plots de prijs voor een masker op. Bovendien moest er -tegen de afspraken in- ook een voorschot betaald worden.
Het leek wel alsof er een vloek op die maskers lag.
De ene keer werden ze besteld bij de verkeerde onbekwame frauduleuze leverancier, de andere keer kregen ze maskers toegestuurd van slechte kwaliteit (“Chinese brol”) of van het verkeerde type. Wie er echt alles wil over weten, kan dat lezen in de onderstaande bronnen. Het werd zeker te veel/warm voor Maggie want Philippe De Backer (Open VLD) kreeg het voogdijschap van een 'task force' die belast werd met het beheer van medische hulpmiddelen en geneesmiddelen. Hij kreeg als taak de strategische voorraden te beheren en tekorten te vermijden. Een ‘cruciale uitdaging’, zei de eerste-minister, ‘want de maskers zijn wereldwijd schaars. Daarom hebben we een minister nodig die hier fulltime mee bezig kan zijn.’Dat betekent dat zijn team professionele aankopers de markt afzoekt naar beschermend materiaal.' Een woordvoerster voegde daaraan toe: "Bij een aanbod komt er een boekenonderzoek van de leverancier, worden certificaten opgevraagd, enzovoort. Dat is nodig, want er zijn valse certificaten in omloop. Een dienst gaat nu ook ter plaatse om de bestelling, de loten en de fabrieken te controleren. Van zodra de mondmaskers in België aankomen, is er nog een controle van de Economische Inspectie en van het federaal geneesmiddelenagentschap. Bij twijfel is er nog een controle in een Belgisch lab. Het is pas als er zekerheid is over de goede kwaliteit dat geleverd wordt aan ziekenhuizen en zorginstellingen".
De Backer zal dus in zijn CV kunnen zetten dat hij ‘Minister van medische hulpmiddelen’ geweest is.
Voldoen zelfgemaakte maskers? Omdat het zo moeilijk bleek om de officiële maskers in je bezit te krijgen, is men overal begonnen met ze zelf te maken. Er zien daarbij heel wat ideeën het licht en met de vaardigheid van vele, vooral vrouwen onder ons, kan men vaststellen dat men stilaan meer en meer maskers ziet verschijnen. Nu schijnen slechts weinig exemplaren volledige bescherming te bieden, maar het is natuurlijk beter dan volledig onbeschermd te blijven. Ze zijn zeker nuttig voor “mensen die proberen om de samenleving draaiende te houden”: medewerkers van supermarkten, crèches, maaltijdbezorgers, postbodes, bestuurders van openbaar vervoer, enzovoort. Moedige mensen die zich veiliger willen voelen en zich heel verantwoordelijk opstellen naar hun omgeving toe. Ze zijn erg nuttig voor wie ziek is en thuis in quarantaine zit. Bovendien blijven de professionele maskers vrij voor dokters en andere gezondheidswerkers.
Veel van deze maskers zijn niet medisch gekeurd, maar wel goed gemaakt, mooi aangepast. De vraag die velen onder ons al lang stellen is ‘Waarom maken onze textielbedrijven die toch wereldfaam genieten, zelf geen mondmaskers?’ Er werd altijd beweerd dat om miljoenen maskers te kunnen produceren, industriële productielijnen nodig zijn met machines van miljoenen euro’s en dat het na de installatie van zo'n machine nog minstens zes maanden zou duren vóór die operationeel is en vóór de maskers getest en gehomologeerd zijn. Nu zou een Waals bedrijf binnenkort toch de productie starten van 2,5 miljoen maskers per maand. In Vlaanderen zouden nu ook twee bedrijven chirurgische en FFP2 - mondmaskers maken. Eén van de bedrijven is gespecialiseerd in werkkledij, onder andere voor de zorgsector, en kocht nu een machine aan om de maskers te produceren. In de opstartfase zal het bedrijf een miljoen chirurgische mondmaskers per week kunnen maken.
Naar het schijnt, volgens het ACV, zouden in sommige woonzorgcentra nog duizenden mondmaskers achter slot en grendel liggen.
Op enkele weken tijd zullen vier machines elk 45 miljoen maskers per jaar produceren. In totaal gaat het dus om de productie van 190 miljoen chirurgische maskers per jaar, of vier miljoen per week. Minister Philippe De Backer (Open VLD) reageert alvast positief op het nieuws. "Een knap staaltje van Belgisch ondernemersschap", noemt hij het.
Je zou geneigd zijn om te zeggen ‘einde goed, alles goed’, maar dat is hier niet toepasselijk. Hoeveel leed had men niet kunnen besparen? Waren die 6 maanden dan een ‘fabeltje’?
Als jullie willen weten hoe je een conform mondmasker herkent: https://economiepr.belgium.be/nl/themas/ondernemingen/coronavirus/informatie-voor-ondernemingen/coronavirus-conformiteitseisen
Problemen met testkits Uiteindelijk werden dan toch 11.243 testkits voorzien voor Vlaanderen. In 55 woonzorgcentra werden zowel de bewoners als de zorgverleners getest, ook diegenen zonder ziekteklachten. Het gaat om de woonzorgcentra die te kampen hebben met de grootste uitbraken of die het hoogste risico lopen op een uitbraak, op basis van hun dagelijkse registraties van ziekteklachten. Er werden ook 30 woonzorgcentra willekeurig geselecteerd, die op het moment van de selectie nog lage aantallen of zelfs geen zieke bewoners en personeelsleden telden. In die centra zouden de bewoners worden getest om na te gaan of er onzichtbare verspreiding was.
Om de testcapaciteit permanent uit te breiden wilde men eerst de praktische haalbaarheid kunnen nagaan en bijstellen. Deze eerste reeks van testen moest aantonen of er meer labo's en meer testen konden ingezet worden, of de leveringen aan de woonzorgcentra en de afnames en ophalingen van de testen goed konden georganiseerd worden. De resultaten moesten ook leren voor welke doelgroepen die uitgebreide testcapaciteit het best ingezet kan worden, bijvoorbeeld specifiek voor de zorgverleners.
Zo’n testkit bestaat uit een testcassette, een pipetje, een flesje buffervloeistof en een handleiding in het Engels. Om na te gaan of iemand positief of negatief is, neemt een arts met een wattenstaafje een staal uit de neus of keel. De testkit wordt dan naar het laboratorium gestuurd, waar het genetisch materiaal van het virus onderzocht wordt om vast te stellen of het echt om het sars-CoV-2-virus gaat.
Nu hadden sommige prioritaire woonzorgcentra eindelijk hun testmateriaal ontvangen en nu ondervonden ze er toch wel problemen mee zeker … omdat de handleiding onbruikbaar zou zijn. De handleidingen die bij de tests zaten, legden enkel uit hoe je een test via de neus afneemt. De staafjes (“wissers”) voor de keel zijn een pak dikker. Verschillende woonzorgcentra waren daarom gestopt met tests afnemen.
Er bestaat ook een ‘sneltest’ die toelaat na 15 minuten al het resultaat te kennen en die je bij de drogist kunt kopen, maar die schijnen niet zo betrouwbaar te zijn is als deze die door een arts afgenomen wordt (keel en neus)
Op 23 april meldde minister De Backer dat er al meer dan 72.000 COVID-19-tests verdeeld werden aan de zorginstellingen, waaronder de woonzorgcentra.
"Tegen vanavond verwachten we dat zo'n 57.000 uitgevoerde tests de labo's zullen bereikt hebben. We merken echter nog steeds dat er aanzienlijk minder stalen worden afgenomen dan er verdeeld zijn. Van de 57.000 tests werden er al 35.000 volledig geanalyseerd. Daaruit blijkt dat 85,6 procent negatief test op COVID-19 en 13,8 procent positief. "Verdere analyse door experts en de regio's zal toelaten om gerichte acties te nemen voor de individuele zorginstellingen".
Naast testkits willen de Vlaamse regering en het agentschap Zorg en Gezondheid ook meer beschermingsmateriaal naar de woonzorgcentra sturen. Er zouden al handgels geleverd zijn. Het ziet er naar uit dat het probleem 'mondmaskers' inmiddels opgelost is. Ook ander materiaal, zoals schorten, zouden geleverd worden of zijn er al.
De Backer beloofde bij zijn aantreden eind maart om heel snel naar 10.000 testen per dag te gaan.
“Testen, testen, testen”, was immers de mantra die de crisis nodig had. Vandaag zijn we een maand later, en nog steeds is dat getal van “10.000” niet in zicht.
Op 9 april verklaarde De Backer in het Parlement “het zelf niet te snappen”, maar op Villa Politica op 23.4.2020 moest hij andermaal erkennen dat het “niet aan de testcapaciteit ligt”. Hij verwees naar de ‘experten’, die blijkbaar de massale uitrol van de testen tegenhouden. Het blijft een pijnlijk excuus, een maand na de aankondiging, waarbij De Backer politiek gezien z’n nek uitstak.
De testcapaciteit in ons land zal tegen 4 mei opgeschaald worden tot 25.000 per dag. Dat heeft de Nationale Veiligheidsraad beslist. Het aantal tests kan nog opgetrokken worden tot 45.000 per dag. Het doel is om bij iedereen een test te kunnen afnemen die symptomen heeft, bij die personen die via hun beroep in contact kunnen komen met besmette personen en bij die mensen die in contact kwamen met iemand met het coronavirus.
Besluit na delen 1 en 2 Zijn jullie van mening dat we in ons land ‘goed bezig geweest zijn? Ik bedoel hiermee ‘heeft de overheid’ de crisis goed aangepakt? Natuurlijk hebben heel wat landgenoten uitstekend werk geleverd: in de ziekenhuizen en zorgcentra, in de veiligheid, bevoorrading/transport en informatie, in de bediening en in de hulp aan medeburgers. Ze verdienen ten zeerste onze waardering, daarvoor.
Spijtig genoeg moet ik zeggen dat dit niet het geval is voor de overheid. Als ik hoor dat men tevreden is dat ‘het aantal overledene stabiel blijft’, dan ik kan ik niet anders dan het hoofd schudden. Ze zijn te traag in gang geschoten. Wat moeten wij ervan denken als één van de profesoren verklaart dar ‘niet veel overlevende zouden zijn als de ziekenhuizen zouden werken als de overheid’! Ik weet dat overheidsdiensten log zijn, maar deze chaos en besluiteloosheid zijn niet te wijten aan de diverse diensten maar aan onze regeringen. Wisten jullie dat er in ons land negen ministers van Volksgezondheid zijn, die voortdurend interministriële conferenties beleggen? Steeds hebben ze een uitleg klaar. Mij kunnen ze daar nog moeilijk mee overtuigen. Om slechts één voorbeeld aan te halen: als België op kop staat van de lijst van de zwaarst getroffen naties, in verhouding van het aantal inwoners, waaraan ligt dat dan? Zijn wij de enige die juist en eerlijk tellen? Is dat de enige reden? Zou het niet kunnen dat er daarboven een stevige, vaste hand ontbreekt, die zich niet laat meeslepen als er al eens iets misloopt, bijvoorbeeld in het leveren van beschermingsmateriaal? Iemand die de gulden middenweg vindt tussen economie en maatschappelijk leven.
Volgende week: derde en voorlopig laatste deel van mijn artikel over de aanpak van de regering van de coronacrisis: bespreking van de cijfers, voorbereiding van de exit, wordt de bezoeker van een warenhuis echt goed beschermd?)
Hoe een gewone burger reageert op de aanpak van de coronacrisis door onze regeringen (Deel 1)
De voorgeschiedenis Op 31 december 2019 kreeg de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) de eerste (?) rapporten binnen over een voorheen onbekend virus dat plots in China de longziekte Covid-19 veroorzaakte. Eerst bleef alles nog bij een beperkte epidemie in de wereldstad Wuhan, maar dat groeide ondertussen uit tot een pandemie in meer dan 200 naties met, op 19.4.2020 om 10u30, 2.338.335 besmettingen en 161.030 doden.
De verspreiding van het coronavirus beheerst sinds januari 2020 het internationaal nieuws. De snelle toename van het aantal besmettingen in China, en in groeiende mate ook daarbuiten, heeft geleid tot wereldwijde vrees voor het virus en de daarmee gepaard gaande mogelijke recessie.
Nu ook gezondheidscrisis in België Niets liet oorspronkelijk voorzien dat het virus ook de weg naar Europa/België zou vinden, maar … op 25 februari 2020 werd voor het eerst iemand besmet in Noord-Italië. Corona naderde dus. Toen waren er wereldwijd al 79.331 ziektegevallen en waren er in China al 2.595 mensen aan de ziekte overleden.
Van 24.2 tot en met 1 maart hadden vele Belgen krokusvakantie en die wordt dan vaak doorgebracht in de Dolomieten, ... in Noord-Italië ... waar de besmettingen al begonnen waren. Je zou dus kunnen verwachten dat die skivakanties wel enige ongerustheid zouden teweegbrengen bij onze overheid, maar neen … Geplande reizen mochten doorgaan! ‘Een hardnekkig griepje’ zei Maggie, daarin gevolgd door Prof Van Ranst. Je zou denken, dat alle vakantiegangers die in het besmettingsgebied verbleven, bij hun terugkeer, beter zouden getest worden, maar neen … Het bleek in de ogen van onze bestuurders niet nodig te zijn, ze in quarantaine te plaatsen, maar het had wel tot gevolg dat heel wat van de vakantiegangers hun besmetting konden doorgeven aan familieleden, vrienden, kennissen, dorpsgenoten, … uiteraard met het reproductiecijfer 2,5. Veel politici, waarbij ook onze burgemeester, schatten de toestand verkeerd in en moesten daarna door het stof om zich te verontschuldigen. Onze regering heeft …. op zijn zachtst uitgedrukt, veel te lang gewacht om strenger te reageren. Ze verspilden daarmee kostbare tijd. Zij waren niet de enige. Een bekend gezondheidsexpert, Thomas Bollyky voorspelde ooit dat ze daarvoor ‘een hoge prijs zouden betalen’. Werden ze ongevoelig door het steeds aangroeiend aantal waarschuwingen? Dat is namelijk een bekend verschijnsel.
Onze politici ontwaken Op 10 maart schoten ze eindelijk wakker of half-wakker. Ze begonnen maatregelen 'aan te raden', weliswaar ‘met klem’, en 'adviezen' te geven.(!) De eerste-minister vond immers dat we ‘nog maar beperkte lokale besmettingen’ kenden en dat het belangrijk was om dat zoveel mogelijk te vertragen.
“We moeten vermijden dat op korte tijd te veel mensen ziek worden en in onze ziekenhuizen terechtkomen. Dat zou druk leggen op de hospitalen en het verzorgend personeel. Langer wachten is geen optie”, beweerden De Block en Wilmes.
Er mocht inderdaad niet langer gewacht worden,want op 11 maart stierf een eerste coronapatiënt in ons land. Van het voornemen van de premier kwam dus helemaal niets in huis.
Niemand zal nochtans kunnen beweren dat de organisatie van de overheid voor het bestrijden van de virus, niet uitgebreid en goed gestructureerd was. Op het niveau van Volksgezondheid werden drie organen opgericht: een groep voor de beoordeling van de risico’s en één voor het beheer ervan en daarnaast een wetenschappelijk comité om advies te geven. Er werden talloze cellen opgericht naast strategische en beleidsorganen om beslissingen te nemen, waaronder de Nationale Veiligheidsraad. Op de website https://www.info-coronavirus.be/nl/wat-doen-de-gezondheidsautoriteiten/ kunnen jullie lezen hoe dat allemaal geregeld werd.
Er zal evenmin iemand kunnen klagen dat hij/zij niet geïnformeerd werd. De nieuwsberichten op beide Vlaamse zenders en de geschreven media hielden zich haast uitsluitend daarmee bezig. Van alle kanten stroomden de experten - virologen toe en sommige werden echte TV-vedetten. Er was immers nauwelijks ander nieuws. De uitgedunde politicibijeenkomsten wilden er natuurlijk ook hun zegje over kwijt en sport- en culturele evenementen waren er niet.
En wat werd er toen beslist? Of moet ik zeggen ‘gevraagd’, ‘aangeraden’ of ‘afgeraden’,‘wat moest kunnen’, ‘wat deed men best niet?’ Men raadde de lokale besturen aan indoor evenementen met meer dan 1.000 deelnemers te verbieden gedurende de hele maand maart. 999 mocht dus wel nog! Manifestaties in de buitenlucht, zoals sportevenementen, werden niet verboden. Scholen moesten open kunnen blijven. Ze raadden niet aan dat de scholengesloten werden, ook niet als er een aantal gevallen waren. Schoolfeesten en schooluitstappen en schoolreizen van meerdere dagen raadden ze af, maar reizen moesten niet geannuleerd worden. Dat hing af van de instellingen zelf.
Werk moest blijven doorgaan. Als er echter een mogelijkheid was om meer telewerk te doen, dan kon dat door de bedrijven georganiseerd worden. Alle vergaderingen die niet heel belangrijk waren, gingen best niet door of enkel via teleconferentie. Ook vroegen ze bedrijven flexibiliteit om werknemers vroeger en later te laten beginnen en stoppen om het gebruik van het openbaar vervoer te spreiden, alhoewel ze geen probleem zagen om dat te gebruiken.
Zo klaar als pompwater: alles veel te tam en zo ontliepen ze hun verantwoordelijkheid of ‘schoven die af’! Hoe kan men dat anders noemen? Men beweerde dat alle maatregelen gebaseerd waren op wetenschappelijke adviezen. Ze noemden dat ‘fase 2’ van de uitbraak en zegden dat die nog moesten versterkt worden, maar dat het belangrijk was om in die fase te blijven. Minister De Crem riep daarop de provinciegouverneurs naar zijn cabinet omdat zij, samen met de burgemeesters, de maatregelen op het terrein moesten afdwingen of met andere woorden ‘concretiseren’. Beter kon men niet doen om tot een versnipperde situatie te komen!!! De reacties bleven dan ook niet uit.
Bart De Wever (gesteund door andere politici waaronder een aantal andere burgemeesters) zei “alle begrip” te hebben “voor de moeilijke situatie waarin de federale regering beslissingen moest nemen” maar hij vond dat de ministers als enige bevoegd waren om de coördinatie van een nationale gezondheidsproblematiek op zich te nemen. “Wanneer de regering, op basis van de aanbevelingen van experts, meent dat er een ernstige dreiging voor de volksgezondheid is die ingrijpende beperkingen van het openbaar leven wettigt, dan moet ze de federale fase van het rampenplan afkondigen”. Bij een nationaal rampenplan kan het gecoördineerder en ook veel sneller gaan, omdat er geen tussenstappen meer nodig zijn. Waarom toch die onduidelijkheid? Waarom geen uniforme maatregelen voor het hele land? Waarom de ene school of het ene rusthuis sluiten en de andere niet? Waarom kan een eetfestijn in de ene gemeente en in de andere niet? Organisatoren van afgelaste sport- en cultuurmanifestaties zouden het faillissement riskeren omdat ze pas overmacht kunnen inroepen als bijeenkomsten duidelijk verboden zijn.
Aanvoeren dat het te gemakkelijk is om achteraf kritiek uit brengen, gaat niet op. Dit was niet de eerste viruscrisis in ons land en er zijn zodanig veel virologen in ons land, geleid door Van Ranst, die dit moesten zien aankomen.
Overgang naar de federale fase Op 11 maart 2020, na drie nieuwe doden, besliste de regering over te gaan naar de federale fase: alle beslissingen werden voortaan genomen worden door een beheerscomité aangevuld met de minister-presidenten van de deelregeringen. De veiligheidsraad kwam vaak bijeen en dat resulteerde in maatregelen in alle geledingen van onze maatschappij.
Eén van die maatregelen is het verbod om zich van het binnenland naar de kust te begeven, ook voor tweedeverblijvers, ook tijdens de Paasvakantie. Op Facebook wordt er gesuggereerd dat er ’s nachts meer verkeersdrukte is dan bij dag maar dat er dan geen politie zou te bespeuren zijn. Ziehier enkele nooit eerder geziene beelden.
Het ligt niet in mijn bedoeling om uit te weiden over alle genomen maatregelen of er commentaar over te geven. Ik wil er enkel over kwijt dat ze slechts aarzelend genomen werden en vaak te weinig afdoende antwoorden gaven op de vragen van de betrokken categorieën. De Nationale Veiligheidsraad moest al te vaak bijeenkomen om maatregelen te corrigeren, aan te vullen of te verlengen. De genomen acties werden wel bijna dagelijks aangevuld, maar verwarring en onduidelijkheid bleven bestaan. Om maar één sprekend voorbeeld te geven: de ordediensten, mochten boetes geven maar deden het vaak niet … omdat ze zelf niet wisten wat nu wel of niet mocht. Er werd uit het oog verloren dat coiffeurs en coiffeuses hun klanten niet op afstand kunnen bedienen. De samenscholings- en verplaatsingsregels gaven al te vaak aanleiding tot verschillende interpretaties.
Voor de rest verwijs ik naar mijn bronnen en naar de refertes die ik hier en daar in mijn tekst vermeld, naar websites en ministeriële besluiten.
(vervolg op 27 april in deel 2: over rustkuizen, gehandicaptenzorg, tekort aan beschermingsmateriaal, ...)
Hier volgt dan de tweede reeks met uitspraken van onze burgemeester. Ik heb ze geplukt uit zijn artikels die hij wekelijks of half-wekelijks schrijft voor ‘Knack’. Zijn voorraad is dus nog niet uitgeput. Hij legt daarmee vaak de vinger op de wonde. De burgers, niet allemaal, maar vele toch houden daarvan en als dat dan gebeurt in een schilderachtige taal, dan boek je daarmee dubbel zo veel succes.
Over collega’s – politici (13) Ben Weyts wil de honden van de stroomhalsband en de automobilisten aan de elektronische ketting. Ze mogen zich nog voortbewegen aan het tempo van een ezelskar.
In elke regering dat ons land rijk is zit er een wijsneus die van automobilistjes pesten zijn bijberoep heeft gemaakt.
Politici praten over de Verlichting maar denken dat het gaat over de lamp boven hun hoofd.
Beke en Rutten zijn behoudsgezinde roeptoeters die over democratie praten zoals een prostituee over hoofse liefde.
Een politicus die niet schrijft, heeft niets te zeggen.
De koffiekamer van het parlement is belangrijker dan het halfrond.
Er is niets christelijks in de politiek, behalve het kruisigen van elkaar. Het parlement is de plek où on parle et où on ment
Straks worden de Kamerleden nog gemummificeerd en in een cryokamer* gestopt (* de patiënt wordt tot 3 maal per dag, blootgesteld aan een extreme koude van -85°C.)
Het grondwettelijk hof is eerder een asielcentrum voor uitgerangeerde politici dan een eerbiedwaardig rechtscollege.
Jo De Roo, onderwijsspecialist van de Open VLD, haalde de carnavalsburgemeester van Aalst door de mangel alsof deze zelf de Joodse carnavalswagens getrokken had.
Wie niet ziek wordt van het coronavirus, wordt het van deze politiek.
Twintig jaar ronddwalen in het Huis van Wantrouwen aan de Wetstraat hebben me achterdochtig gemaakt voor de neuroses van de macht. Scepticism became a moral duty.
Over de regering (8) De Wever kan rustig achteroverleunen en wachten tot Michel achterovervalt.
De restregering van Michel I hangt nu aaneen met spuug en paktouw.
De voortzetting van deze restregering is therapeutische hardnekkigheid met een opgewarmd lijk.
Het begrotingsgat die de Zweedse coalitie gedolven heeft, is nu al groter dan het gat in de ozonlaag
It takes two to tango. De bemiddelende koningskoppels, Reynders-Vande Lanotte, Bourgeois-Demotte, Coens-Bouchez en Dewael-Laruelle kwamen nooit verder dan een surplace, laat staan een pas-de-deux, noch op de partituur van Vivaldi, noch op de noten van Zweedse boomzagen.
Hun enige verbindingslijm is het slijm van het griepvirus (over de huidige regering en steunende oppositie)
Het is de Vivaldisering van het coronavirus.' (nota: Vivaldi = poging om regering te vormen met socialisten, liberalen, groenen en christen-democraten)
Over de Vlaamse regering: Het is hoog tijd dat Jan Jambon het Mechelse koekoeksjong Bart Somers uit het Vlaamse nest duwt
Over de sport (16) Het kan de supporters niet schelen of hun idool een verkrachter is of hun club een witwasmachine, als ze maar winnen.
Smeerolie heeft geen kleur in de labyrinten van het casino van het voetbalkapitalisme.
Michel Dhooghe:"Als één van ons corrupt is, dan zijn we dat allemaal". Qua bekentenis kan dat tellen.
Wie 27 jaar in een beerput rondzwalpt en niets geroken heeft, is ofwel reukloos onbekwaam ofwel medeplichtig door het deksel er op te houden. Het is tijd dat Michel zijn jezuïetenpij inruilt voor een boetekleed
Voetbal is voor de FIFA een hefboom voor zakkenvullerij en persoonlijke ijdeltuiterij.'
De FIFA is een vlindertuin voor louche types en witteboordcriminelen.
De transfermarkt is zelfs geen koehandel meer, waar alles nog beklonken wordt met een handdruk, maar doet meer denken aan een Afrikaanse kamelenmarkt met slavenhandelaars in krijtpak, Rolexen om de pols en een optrekje in Monaco
Voetbalbobo’s: een kruideniersras dat graag in status handelt maar in euro’s denkt.
Over de UEFA: Eigen volk eerst. Het wereldje hangt van jeuk en incest aan elkaar.
De clubs doen alsof de margarinegeur al uit de boterhamtrommeltjes van de spelers komt.
Onze profclubs klagen nu putten in de grasmat omdat ze van het veld geschopt zijn door een griepvirus.
“FIFA MAFFIA" is verplichte lectuur voor elke voetbaljournalist, maar die beperken zich meestal tot het Moeder Theresa gehalte van Vincent Kompany of de cupmaat van de laatste WAG van Steven Defour"
Een profvoetballer betaalt minder RSZ dan een poetsvrouw.
Mijn wetsvoorstel zal me geen logediner opleveren, maar draaien naar de wind is voor de haan op de kerktoren
Over het milieu – het klimaat (1) Stadsmussen zijn volgens de Vlaamse bouwmeester verheven boven boerenzwaluwen.
Over de Vlamingen (2) Zet twee flaminganten samen, dan heb je drie meningen, vier ruzies en straks vijf partijen. Het gaat hier om een opbod 'Wie is de grootste Vlaming''
Ik ben geen aanhanger van het kortebroekenflamingantisme
Over de maatschappij (10)
Op de vraag ‘Zijt ge gelukkig getrouwd’ antwoordt hij ‘Zij is gelukkig, ik ben getrouwd. Grapje’
Geitenwollensokkenvaders met zo’n babydraagtuigje op hun buik, proefballonnenblazersensemble
Humoristen en racismebestrijders moeten vandaag in tijden van carnaval op hun tenen lopen en de randen van hun teennagels uitkuisen.
We hebben Zwarte Piet vermoord en hem vervangen door een roedel bleekscheten met roetsmeren.
Accijnzen worden verkocht als een zondebelasting.
Geloven is niet meer weten wat de waarheid is. We geven onze onwetendheid de verheven naam van God. Als er een bloemetje bloeit, een vogeltje fluit en een bijtje zoemt is het de wondere wereld van God, maar als een tsunami have, goed en levens van arme hongerlijders uit hun krotten blaast en spoelt, mag de Oppermeester niet aangesproken worden.
Pasals we een coronacoalitie krijgen in de Wetstraat ga ik in quarantaine, begin ik te hamsteren en bestel ik een gasmasker'
Onze hangjongeren liggen opgehokt in hun kot en onze beugelbekjes mogen niet meer leren in de klas.
Als de pers een doorgeefluik wordt van regeringsmededelingen en met marsepein omwikkelde tragiek, dan blijft de realiteit verborgen achter hun mondmasker.
De Molenbeekse Bronx, waar getatoeëerde multiculturele analfabeten, stoned van hun eigen wietkweek, mekaars ruiten uitgooien, en zo stijf staan van het spul dat ze de beet van de politiehond niet meer voelen.
Zorg voor de medemens, solidariteit, hartverwarmend... Mooi! Bedankt!
De cijfers We worden elke dag banger gemaakt voor de gevolgen van het coronavirus als we de curves zien met cijfers die eigenlijk de juiste niet zijn omdat niet elke besmette persoon met of zonder symptomen kan getest worden. Dat gebeurt enkel bij diegene die in een hospitaal opgenomen wordt. Het aantal in een hospitaal opgenomen patiënten klopt dus wel.
Hoe komt dat toch? Het schoentje zou niet zozeer knellen bij de capaciteit van de laboratoria, maar wel bij de staalafnames en de opvolging. Die stalen moeten afgenomen worden door artsen of verpleegkundigen die moeten beschikken over het juiste beschermingsmateriaal en wissers. En ze moeten de vraag ook kunnen volgen. Dus, dat vraagt een zeer grote mobilisatie.
Ook over het aantal overledene is er twijfel omdat men vreest dat de cijfers van de rusthuizen niet correct doorgegeven worden.
De voorschriften streng opvolgen Het is bovendien jammer genoeg steeds weer nodig de voorschriften van de regering te herhalen: “blijf in uw kot, niet naar de kust rijden of komen, social distancing en handen wassen met zeep”. Wij zullen het nooit meer vergeten! Maar er zijn spijtig genoeg nog steeds ongelovigen of sterker nog kwaadwilligen die er zich niet aan houden.
Informeren is toch de opdracht van de pers!! Ik behoor wel niet tot de pers, maar maak ik dezelfde ‘fout’ als de klassieke media als ik hier vandaag alweer een artikel breng over de verspreiding van de besmetting, over de opnames in het hospitaal of over de intensieve verzorging of over het aantal overledene?
Natuurlijk doe ik dat in de eerste plaats omdat het voor ons allen een verschrikkelijke belevenis is., waar een mens moeilijk of zelfs onmogelijk onverschillig bij kan blijven. Maar ik heb nog een tweede belangrijke reden. Wat gebeurt er in onze gemeente om het virus te bestrijden en om het leed te lenigen van al wie getroffen wordt door de ziekte? Niet dat wij een groot aantal besmettingen tellen in Middelkerke. Sciensano geeft elke dag een nieuwe stand van zaken over het aantal nieuwe besmettingen, hospitalisaties en overlijdens ten gevolge van het coronavirus. Nu zijn ook overzichtscijfers vrijgegeven. Op 3 april waren er in Middelkerke 22 bevestigde besmettingen of 1 per 872 inwoners (sterftecijfers per gemeente zijn er op dit moment niet).
Een nieuw bezoek aan de Okay Op 2 april 2020 begaf ik mij voor de derde keer sinds de veiligheidsraad maatregelen trof, naar de Okay en tot mijn grote vreugde, blijdschap, tevredenheid of geruststelling of hoe je het ook wil noemen, waren er verschillende maatregelen genomen om de bescherming voor het personeel en het cliënteel te verbeteren. Aan de ingang stond een personeelslid dat ervoor zorgde dat er altijd twee ontsmette winkelkarren klaarstonden. Aan de broodstand wordt de klant nu aangemaand beschermingshandschoenen aan te trekken vooraleer niet-verpakt brood aan te raken. Twee dozen met handschoenen staan daartoe ter beschikking. Aan de kassa wordt de klant nu gescheiden van de kassier door middel van een plastieken scherm. Aan de kassa wordt ook de ‘social distancing’ op de grond gematerialiseerd. Ik kan me niet van de indruk ontdoen en dat geldt bijlange niet enkel voor de Okay, dat bepaalde maatregelen er veel vroeger hadden kunnen/moeten komen. Ik denk nu bijvoorbeeld nog aan 'bewaker aan de ingang met thermometer', ontsmetten van winkelkarren (nu OK), dragen van mondmaskers zeker door het personeel, zonodig door er te laten bijmaken door Belgische bedrijven, uitvoeren van meer testen, ... Zou het kunnen dat er na de besmettingen in China geen grondige analyse uitgevoerd werd van alle problemen die zich konden stellen en wat daar tegen zou kunnen/moeten gedaan worden?
Hartverwarmend bezoek aan Middelkerkse 80-plussers Op 2 april 2020 kregen wij het bezoek van een lid van het gemeentepersoneel dat deel uitmaakte van een bezoekersteam, vooral samengesteld uit vrijwilligers uit de administratie, waarvan de gebruikelijke dagtaak nu wegvalt. Het is/was de bedoeling om zoveel mogelijk van de 1.354 geregistreerde 80-plussers in de gemeente een bezoekje te brengen om te weten te komen of ‘alles OK’ was. De bezoekers kregen de richtlijn aan te bellen, de woonplaats niet te betreden en op veilige afstand te blijven. Ze waren voorzien van mondmaskers en handschoenen. “We vragen hen in eerste instantie hoe het gaat en wijzen op een aantal belangrijke diensten die we voor hen aanbieden, zoals een maaltijd aan huis of poetshulp.We overhandigen een brochuremet de Middelkerkse handelaars die leveren aan huis en een folder met nuttige telefoonnummers. Als er niemand thuis, laten we die achter in de brievenbus. Op die manier willen we hen toch een vangnet en een luisterend oor aanbieden”, zegt schepen voor participatie Natacha Lejaeghere.
‘Tegoare voe mekoar’ is de slagzin van de gemeente. Een terecht trotse Natacha voegt hieraan toe ‘Echt chapeau, die flexibiliteit en solidariteit voor de medewerkers voor wie dit toch een drastische ommezwaai betekent in hun dagelijks leven.' Van mijn part ook ‘mijn hartelijke gelukwensen voor de initiatiefnemers en voor de leden van het bezoekersteam.’
Welzijnsdiensten op volle toeren Het gemeentebestuur biedt ook heel wat zorgondersteuning aan vanuit het Welzijnshuis. Het organieke personeel wordt daarin bijgestaan door collega’s uit andere diensten. “Onze dienst maaltijden aan huis heeft het logischerwijs erg druk nu het wijkrestaurant gesloten is. Dankzij de solidariteit van andere collega’s kan het keukenpersoneel in het Welzijnshuis het nog bolwerken. Zo is het ook met andere logistieke diensten. Dat is hartverwarmend.”, zegt Dirk Gilliaert, bevoegd voor heel wat diensten in het Welzijnshuis. Wie zin heeft om zijn/haar handen uit de mouwen te steken kan een oproep om hulp van het lokaal dienstencentrum beantwoorden. De mondmaskers dienen voor het personeel dat weer aan de slag gaat (poetsvrouwen, containerpersoneel…) en de zorgsector van Middelkerke.
Concreet zijn ze op zoek naar: *Helpende handen die willen stoffen snijden *Helpende handen die willen de stofdelen naaien tot een mondmasker *Materialen zoals dik geweven katoen, elastiek 6 à 7 mm, stikgaren
Het mondmasker moet zonder plooien gemaakt worden.
Bibliotheek Middelkerke start met 'takeaway' tijdens de 'lockdown' De bevoegde schepen Eddy Van Muysewinkel: “We hebben enkele weken geleden onze vernieuwde bibliotheek, de Bib XL, gelanceerd, waar we willen inzetten op meer digitale toepassingen. Deze coronacrisis is een uitgelezen moment om nieuwe vormen van ontlenen te bekijken. Deze takeaway service is zo’n ideetje. Zo wordt de social distancing gegarandeerd. Ook al is de bibliotheek gesloten, we proberen toch onze vaste klanten te blijven bedienen. Wie nood heeft aan boeken, dvd’s, cd’s of spelletjes, kan daarvoor toch terecht in de bibliotheek.”
Het principe is simpel: je meldt via de website middelkerke.bibliotheek.be (of via 059 31 99 10) welke items je zou willen ontlenen en de bib medewerker zet ze voor je klaar. Je haalt dan de producten op een afgesproken uur op. De enige voorwaarde is wel dat je lid bent van onze bib.
Bibliothecaris Erwin Vermeiren: “Nu veel mensen zeeën van tijd hebben, is het een goed moment om boeken te lezen of om nieuwe games en muziek te ontdekken.”
Besluit Wij moeten allemaal dankbaar zijn voor de initiatieven van de gemeente en van particulieren om in de eerste plaats mensen in nood bij te staan op een ogenblik dat een ramp van dergelijke omvang en met dergelijke vreselijke gevolgen ons treft. We zijn bijlange nog niet aan het einde van ons lijden. Velen onder ons zullen nog een hele tijd bezorgd blijven voor ouders en grootouders, eenzame dagen moeten slijten, veelal door het afsnijden van de contacten met familie en vrienden. Gebrek aan sport en ontspanning weegt daar wel niet tegenop maar wie van ons kijkt er niet naar uit? Alhoewel niemand het echt weet, zou het wel eens kunnen dat de coronacrisis nog een hele tijd aanhoudt. Iedereen zal het wel met mij eens zijn dat veel van onze medeburgers een pluim verdienen voor wat ze voor ons presteren, ook al moeten ze dat soms doen in een omgeving die hen niet voor 100% beschermt. Dankbaarheid is niet genoeg, maar toch ‘Hartelijk dank!