Dankzij de meest recente fratsen van het NMBS personeel ben ik eens niet van pijltjesdienst in Jezus-Eik en kiezen wij voor een extra uitstap in wandelland. We opteren voor het dorp dat berucht werd door de Spaanse Furie, zijnde Opgrimbie. Een rustige reis met de trein tot Hasselt en dan de bus richting Maaseik. Opwarmertje van 2 km tot de startzaal waar we niemand bekend denken aan te treffen. Mis poes, clubmaatje Peter komt binnen gehuppeld en even later René & Marina.
Met Peter gaan we op pad door de ellenlange Daalbroekstraat tot het eerste sparrenbos. Slingeren ons bij een eerste spat regen door het bronsgroen eikenhout tot de A2 en een kampeerterrein. Scherp motorengeluid, de autocross van de Duivelsbergen zal nooit veraf zijn vandaag. Kiezelige paadjes door het groen met nogal wat berk voeren tot de voetbalkantine van kampioen Grimbie 69. Te warm binnen en dus improviseren wij een terras.
Stappen een eerste keer door de weidse vlakte naast het crosscircuit en door het hoge gras. De beboste heuvel op en de tweede regenbui tegemoet. Wandelend over een fietspad langs een langgerekte plas wordt het denkelijk prachtige vergezicht ons aldus ontnomen. Een houten bruggetje, een bosstrookje en kiezelpad, we zijn terug bij Grimbie. Net op tijd om Jef (Balen) uit te wuiven. We doen weer een terrasje en beslissen de lokale lus een tweede keer te lopen. In de vlakte passeren we Jac (van Mia), duidelijk vermagert want herstellend van een heelkundige ingreep. Toch zijn we blij hem weer eens te mogen begroeten, minzaam zoals hij altijd is. Peter stoomt door naar de finish, wij een tweede keer de heuvel op. Deze keer wel met magistraal vergezicht richting Eisden bij de langgerekte plas.
Laatste pauze bij Grimbie en Jacky ‘de lange militair’ wordt onze gezel. Genkenaar Johan is er dan al vandoor. Een laatste keer de vlakte en de razende zand boliden. We hebben gewacht tot een stevig onweer voorbij is. De bossen in langs het Spaanse, onwettelijke landgoed. Magistrale wolken taferelen, hoge gras en een fenomenaal uitzicht zuidwaarts met denkelijk de Sint-Pietersberg en het Luikse steenkoolbekken. Dan genieten in het heerlijke sparrenbos, handig rond immense plassen laverend. Een paar straten in het dorp en we zijn binnen. De zaal ligt er haast verlaten bij. Krijgen onze Duvel in een plastieken glas en gaan er snel vandoor.
Er hangt één wolkenstrook en dat zullen we geweten hebben. Binnen de wandelkilometer zijn we kletsnat want het regent ‘bloskes’. Net als we het bushokje bereiken stopt het ook met regenen. De weergoden zijn plaaggeesten. De bus voert over Genk terug naar Hasselt. Tijd voor een tweede Duvelke en treintje komt zo. Leuke tocht van de Heikrekels en eens iets anders voor ons.
Ook vandaag zullen we kritisch zijn. Hoboken is voor ons zeer bekend terrein en heeft vele mogelijkheden. Benieuwd dus wat Olympic ons aanbiedt voor hun eersteling. Alvast een nieuwe startzaal en wij kunnen er van thuis uit te voet naartoe, vier à vijf kilometer ver. Komen in Fort VIII al heel wat wandelaars tegen waaronder Tiny & Danny. Krijgen ook de eerste enthousiaste commentaren te horen. Gezellige drukte in een knus startzaaltje, opnieuw een korte en een lange lus, hier perfect doenbaar.
Deze keer volgen wij wel het opzet van de parkoersmeester en vatten een lus van 10 km aan. Van Gildenhuis Moretusburg richting Maccabi (bewaakt door Onze Jongens) en dan het kasseitje van Nele en Patrach. We zijn meteen ‘in the mood’. Olympic vult ons verwachtingspatroon in. Strookje kassei, strookje vettig bos, stukje Scheldedijk met zicht ‘oep ’t Stad’ en weer terug. Genieten zeg maar. Dan duiken we de Hobokense Polder in. Heerlijk en bij zonnig weer wandelen door het hoge gras van het halfopen natuurgebied. Zoeken de oude spoorbaan op waarlangs Natuurpunt hard gewerkt heeft om het pad droog en begaanbaar te maken. Verderop lager land langs een gracht en dus lekker vettige zwarte bosgrond. Het midden houden tussen stappen en schaatsen, maar echt wel ‘onze meug’. En dan verrast onze gastheer. We duiken tussen de bewoning en onderdijks het kasseitje een achterafje in langs het hoge riet. Krijgen er een eerste buitje ‘oep onze verdoemenis’. En dan een enorme voldoening. Een donkere landdijk van ettelijke honderden meters, smal pad door een bosstrook waar we nog nooit geweest zijn. Onze Meester legt later uit dat zijn snoeischaar er aan te pas gekomen is. Terug in de startzaal en net voor een onweer glunderen wij. Wat een parel van een etappe !
We verwittigen onze gastheer niet te vroeg af te breken want sommige wandelaars houden dit voor het laatst deze namiddag. Hij blijkt er oren naar te hebben aan de foto’s van Tiny & Danny te zien. Kort intermezzo nu. Door de Kapelstraat en bij de spoorbaan het groen in. Langs de voetbalterreinen en in de schaduw van Umicore de vettige buitenste rand van Fort VIII bewandelen. Bij baseball club Pioneer rechtsomkeer en langs de vijvers helemaal rond het bolwerk tot villa Marina. Meteen park Sorgvliedt in langs krooswater en rododendrons. Een straat verder ligt de rustpost in het atheneum. Opnieuw zijn we een onweerachtige plensbui net te snel af. Opvallend ook, we zijn halverwege onze 30 kilometer en hebben nauwelijks een straat gezien. In Hoboken hé !
Langs de terminus van tram 24 recht naar begraafplaats Schoonselhof. Voorbij gigantische beeldhouwwerken ter ere van Peter Benoit, Hendrik Conscience en anderen. Maar dit is tevens een bos/park en we genieten van rode beuk, platanendreven enz. In de vele sloten kwaken de kikkers er vrolijk op los. Bij het crematorium verlaten we de begraafplaats en ruilen ze een paar honderden meter verder in voor Fort VII en zijn vissers. Het dichte bladerdak beschermt ons tegen felle regen. We lopen zowat tot halverwege met de vijvers mee en maken dan rechtsomkeer. Waar anderen voor enkel straten zouden kiezen heeft deze Meester een beter idee. Hoog boven het water stuurt hij ons door ‘de rimboe’ zoals een medewandelaarster het noemt. Een beetje glibberig pad tussen verwilderde bomen en struiken door. Verrassing nummer twee voor ons vandaag. Bij Werkmortel kan het niet anders meer, even wat straten tot de begraafplaats. Nu passeren we de strooiweiden, het columbarium en het kasteel Schoonselhof. Bij tram 24 weten we de laatste rustpost nabij. Duimen omhoog, knap parkoers, genieten.
Vragen ons af wat we nog niet gezien hebben vandaag. Onze gastheer gaat echt wel diep om ons te verwennen. Kasteelparkje Meerlenhof, onverwacht maar toch bekend dankzij een GR route. Dan opnieuw ruim zwerven door park Sorgvliedt en het kleinere parkje bij de Kioskplaats. De Kapelstraat in voorbij het beeldje van Nele & Patrach. Linda weet nog een parkje zijn … ja hoor onze gastheer ook, het Gravenhof, netjes gerestaureerd. De eindmeet komt in zicht, we savoureren er ons Duvelke. Wat een tegenstelling met gisteren … Antwerpen en Vlaanderen hebben er met de verhuis van Olympic naar Hoboken een heuse toptocht bij gekregen. Schitterend parkoers en organisatie mannekes, wij zijn volgend jaar zeer zeker weer op de afspraak !
Dit weekend wandelen we twee tochten in een nieuw kleedje want georganiseerd door andere verenigingen dan in het verleden. Op zaterdag de verre reis naar de Witte Burg en de alom geroemde Paardenvisserstocht van wijlen de Stormvogels. Op weg naar de start komen we de stoet tegen van de stoere bonken die met hun Brabanders dagelijks op zoek gaan naar ‘geirnaut’. In de startzaal is het behoorlijk druk want niet minder dan 15 clubs zakten af per bus. Wij noteren onder meer onze buren van Vaartland en de Schorrestappers, maar ook heel wat Waalse broeders.
Het parkoers dan, een korte lus van 7 km en dan het grotere werk van 21 km. Wij pikken eerst de korte afstand op. De zon is van de partij en tevens een lekker windje om de temperatuur te temperen. We stappen langs het visserijmuseum en beginnen dan aan een stratenloop. Onderweg een korte groet aan naamgenote van de Trekplosters en we stomen door. Heel eventjes maar komen we op de zeedijk en dan duiken we opnieuw de straten in. Even wordt het parkoers golvend tot voorbij de Rose des Sables, maar het blijft tarmac lopen. Teleurgesteld pauzeren we in de startzaal, was dit een slecht voorteken ?
Terug op pad voor nog meer straten maar dan toch wat zanderig bos in de Doornpanne, een korte verademing. Maar dan gaan we weer het tarmac op in het groen. De 30 km krijgt een extraatje aangeboden over stille wegen dwars door de polder met de torens van Veurne op de achtergrond. We lopen achter het oude militaire vliegveld door. Vlas zorgt er voor nog wat blauwpaarse kleur, klaprozen staan blozend rood. Pauze in een prachtig zaaltje onder de kerktoren, het Oud Schooltje in een modern kleedje.
Extra lus ook hier en gelukkig vrij snel de Noordduinen in. Smalle paadjes tussen de brandnetels door in de buurt van kamp Lombardsijde. Een tijdje aangenaam wandelen en dan terug naar de villa’s. Merkwaardig intermezzo door een klein parkje met vrouwenbeelden en dan naar de zeedijk bij Sint-Idesbald. Een kilometertje of zo genieten van het zonovergoten Zeitje en zo hoort het ook. Terug het hinterland in, voorbij de Zuid Abdijmolen. Een afwisseling van tarmac en strookjes Noordduinen met een kort bezoek aan het Coxyde Military Cemetery. Dwars door Koksijde dorp dan tot het Oude Schooltje.
De Hoge Blekker komt op het menu. We blijven onderaf maar wel in het zand. Vervolgens dwars en over het brede pad door Doornpanne en zijn ezels populatie. Schipgat komt tenslotte aan de beurt. Alweer teleurstellend want over het asfalt en niet dwars door de pittige duinen. De laatste paar kilometer liepen we ook vanmorgen al, golvend asfalt langs Rose des Sables. Zwaar teleurgesteld nippen we aan ons Duvelke. Naar ons gevoel is die prachtige tocht van de Stormvogels vakkundig de nek omgedraaid. Dit leek meer op een fietsparkoers, de bakermat van deze wandelclub. Gerard, als jij nog eens de touwtjes in handen neemt komen we vast nog terug naar Oostduinkerke, zo niet …