Het restaurant De Oosthoek bevindt zich op een van de bekendste pleinen van Knokke, vlakbij bij de Polders. Rustig en gezellig, knus en verpozend. Het Oosthoekplein is onbetwistbaar een bevoorrecht plekje.
In de gezellige drukte heeft het Oosthoekplein met zijn haakse huisjes bijna als enige de sfeer van het platteland behouden. Moeder Siska wist met haar wafels hier een dynastie te vestigen, niet ver van de molen waar ooit de schilder Félix Labisse woonde. Het imperium van de familie Siska breidde zich sindsdien uit, maar liet toch nog plaats voor waardevolle vazallen als het 'Hof van Vlaanderen' met zijn grote terras, de fruithandelaar Castel, het restaurant 'La Sapinière', de Bistro de la Mer van het Brussels restaurantmonument Jef Deglas, het kwaliteitshuis 'De Oosthoek' en een echte Vlaamse bistro van weleer, 'De Vier Wegen', welke in een Wine Bar is veranderd. De kracht van het Oosthoekplein schuilt in het feit dat het de jaren heeft weten te trotseren zonder zijn landelijke karakter prijs te geven. Het Oosthoekplein telt hierdoor wellicht meer bezoekers dan het beroemde Albertplein in Knokke, maar net het landelijk aspect slorpt elke drukke overlast op.
Binnentredend in de terrasveranda wordt men meteen overrompeld door een gevoel voor comfort, voor smaak in de meest geraffineerde vorm en zelfs voor een zekere luister. Houtwerk, lampenkappen, tafellinnen alles is wit, zelfs de bloemen. Aan de wanden van de eetzaal met zijn vloer van onbewerkt houten parket zien we niet alleen kunstwerken die met kennis van zaken zijn uitgekozen, maar tevens een muurschildering van Paul Klein. Voor de liefhebbers is er een humidor met fijne sigaren. En laten we niet de mooie schouw en de oude kachel vergeten te noemen.
Schilder Klein bezielde dit huis, hij woonde in Damme, in een ommuurd huis aan het kanaal. Dikwijls kwam hij naar De Oosthoek. En de bazen, die zijn werk waardeerden, hingen verscheidene van zijn doeken aan hun muren, afgezien van het befaamde fresco. Toen hij eens in België was, schreef Georges Brassens over hem : Nog een Belg. En van formaat, in alle opzichten. Hij is Belg omdat hij het merendeel van de tijd in België woont en omdat zijn vader van Arlon was. Zijn moeder, een Française, zorgde natuurlijk voor de public relations tussen de duizenden gevoelens die in zijn ziel samenwoonden in een hoogst charmante anarchie. Zoals veel mensen uit het noorden, is hij sappig, houdt hij van passies en sterke dranken, laat hij zich verleiden door de weidse horizonten, weet hij van goed eten en maakt hij graag grapjes.
Brassens vertelde aan Brel hoe enthousiast hij over Klein was, die op zijn beurt de behoefte voelde opkomen enkele woorden aan hem te wijden : Van vissers tot vissers, van wilgen tot wilgen, en van torens tot torens brengt Klein licht onder de lage, donkere hemel van het oude Platte Land dat het zijne is geworden. Mijn Vlaanderen komt van moederszijde, het zijne uit een huwelijk, maar het is dezelfde winter, de zelfde uiterste droom.
Deze stamgast van De Oosthoek wist in feite iedereen te winnen voor zijn kunst. Kijk maar naar al die uiteenlopende schrijvers die iets over hem geschreven hebben: Georges Sion, Jules Romains, Yvan Audouard of Hubert Nyssen.
Chef-eigenaar Stefan Billiau is puur-sang van Knokke. Geboren in 1963 in deze mondaine badplaats, kreeg hij zijn opleiding aan de hotelschool Ter Groene Poorte. Daarna werd hij chef de partie in La Réserve en vervolgens bij zijn huidige buurman La Sapinière. Hij heeft dezelfde functie in DHulhaege te Deinze, alvorens hij sous-chef wordt in De Witte Poorte in Brugge en chef in De Houterij te Oudenaarde.
Ook als chef-kok treedt hij voor het eerst op in zijn geboorteplaats, waar hij die rang heeft in La Sapinière voordat hij in 1997 het restaurant De Oosthoek overneemt. In 1998 dringt hij door tot de finale van De Zilveren Pollepel, om in het jaar 2000 tot Meesterkok van België te worden benoemd. In april 2000 wordt hij tweede op de wedstrijd van de Kok van het Jaar (Mondial 2000) en treedt hij ook toe tot Chaîne des Rôtisseurs. Op het Charvetfornuis, de Rolls Royce onder de professionele fornuizen, tovert Stefan overheerlijke gerechten te voorschijn.
Enkele culinaire ontdekkingen:
- Carpaccio van gegrilde tonijn, grof zout, artisjok en ijs van erwten, krokantjes van ciabatta, coulis van spinazie.
- terrine van ganzelever, compote van peer en vijg, appelgebakje, stroopje van witte wijn en balsamiek
- gebakken zonnevis, risotto met parmezaan, koningskrab en jonge prei, kreeftenbonbon, olie van basilicum en jus van schaaldieren
- franse duif met tosti van ganzenlever, kroketje van gerookte ossetong en kalfszwezerik, geprakte aardappel met fijne erwtjes.
In een restaurant dat uitpuilt van talent is een vriendelijke en efficiëntie ontvangst uiterst belangrijk. Mevrouw Billiau-Maenhout heeft aandacht voor het minste detail en verkiest de gasten discreet te begeleiden. RVH.
DE OOSTHOEK - Oosthoekplein 25 - 8300 KNOKKE-ZOUTE - Tel : 050/62 23 33
Gesloten op dinsdag en woensdag
Appreciatie door de culinaire gidsen:
Michelin: 1 ster
Stijlvol modern interieur, contrasterend spel van rood, zwart en wit
Fraai opgemaakte borden
Lemaire: 85/100
Tijd om te praten en te luisteren
Klassieke keuken
GaultMillau: 15/20
Gerechten waar veel denkwerk, experiment en arbeid aan voorafging
Stijlvol eigentijds interieur
Vriendelijke bediening en interessante wijnkaart
Delta: 1 koksmuts
Stefan is voorloper in de huidige restauratiesector
Klassiek maar toch creatief met persoonlijke touch
Knack: 3 kloppers
Gerechten getuigen van veel voorbereiding en technisch vernuft
Mathieu Vandenbussche, een zeer initiatiefrijke jonge ondernemer, begon zijn eigen bedrijf met de creatie van Côté Cuisine, daarop volgde Le 163 en nu leidt hij Le Passage de Milan op het terrein van het Egmontpaleis.
Men kan het Egmontpaleis van vier kanten binnenkomen. Twee daarvan dragen de namen Passage de Milan en Passage Yourcenar. Deze laatste werd door de stad Brussel gekozen als eerbewijs aan de schrijfster en heeft een zekere bekendheid. Merkwaardig genoeg bleef de naam Passage de Milan, onbekend.
Mathieu Vandenbussche startte na het behalen van 3 diplomas aan het COOVI, als commis in de keuken en zaal van Bobbenotje in Anderlecht en stapte nadien over naar La Bonne Fourchette in Neder-Over-Heembeek. Na chef-de-rang te zijn geweest op de banketafdeling van het Hiltonhotel, aanvaardde hij de functie van maître dhôtel in het restaurant La Maison in Elsene. Toch bleef hij ervan dromen om als manager aan de slag te gaan, iets wat hem lukte in brasserie Kermis Café en nadien in 2000 in Kladaradatsch. Hij creëerde in 2002 Côté Cuisine nadat hij twee jaar als kok werkzaam was in Le Pain Qutoidien in Etterbeek. In Côté Cuisine plaatste hij een team en ontwikkelde de afdelingen take away en delivery. In 2005 doet hij de overstap naar het EFP ofte Espace Formation PME en opent Le 163. Na de reorganisatie van de interne bezorgdienst stijgt het cafetariagebruik met maar liefst 60%. In het ISELP, Institut Supérieur pour lEtude de Langage Plastique waar zowel binnen- als buitenlandse studenten over de vloer komen, wacht hem een nieuwe uitdaging. Hij hervormt het restaurantantconcept, voert kindermenus in, maar heeft evenzeer aandacht voor de traiteurafdeling en de aanverwante activiteiten van evenementen en seminaries. Tot de nieuwe faciliteiten behoren ook het terras en internationale kranten en tijdschriften.
Voor het restaurantgedeelte doet Mathieu een beroep op chef-kok Alfred Pepa. Deze heeft niet de pretentie een haute cuisine te presenteren, maar wil doelbewust de klanten, verse en goed bereide gerechten aanbieden, zonder ze met al te veel franjes te omgeven. De producten moeten hun smaakeigenheid en noodzakelijke en kenmerkende aromas behouden. Alfred begon zijn carrière als hulpkok in La Fatoria, nadien was hij chef-kok in Le Pain Parasol in Elsene, om nu het fornuis van Le Passage de Milan te beheren.
Le Passage de Milan staat ook gekend als het Expo Art Café en is geopend van maandag tot vrijdag van 12 tot 17u30. Lunchen kan tot 15 uur, terwijl de tea-time met aangepaste kaart loopt van 15.30 tot 17.30, het happy hour start om 16.30. Naast een doodeerlijke keuken krijgen de gasten er geregeld nieuwe exposities van een ruim pluimage artiesten te bewonderen. RVH.
Le Passage de Milan Waterloolaan 31 1000 Brussel tel 02/513 89 59
Na 20 jaar lesgeven aan het VTI in Leuven, besliste Hilde Peremans enige tijd terug, om haar grote droom, nl. het runnen van een eigen zaak te realiseren. In het Vlaams Brabantse Winksele, op een boogscheut van Leuven, vond ze de ideale locatie, dit in een restaurant dat vele jaren onder de naam t Kapelleke, een goede reputatie verwierf.
Naast lesgeven deed Hilde de nodige zaalervaring op en in het voormalige restaurant t Kapelleke en in restaurant Rooden Scilt in Erps Kwerps bij wijlen Guy Pauwels.
Na enige renovatie- en verfraaiingswerken, opende De Kapelhoeve 5 jaar terug de deuren, maar Hilde vond de werken onvoldoende om van een zaak met een persoonlijk cachet te kunnen spreken. Zopas kreeg het geheel een wellicht definitieve vorm. De voorraadfrigos en imposante toonbank werden uit de eetzaal verwijderd, waardoor de zaal plaats biedt aan een 12-tal extra gasten. Het zaaltje vooraan dat nagenoeg onbenut bleef, enkele zeldzame meetingssessies niet te na gesproken, werd ingericht als salon en rookruimte. Ook het sanitair kreeg een opknapbeurt mee. Het rustige terras in zeer groene decoratieve omgeving, is voor velen een verademing en een ontdekking van nieuwe keukengeheimen.
In haar gerechten legt Hilde vooral de nadruk op dagverse producten die met zorg worden uitgekozen. In een eerder rustiek kader met enkele nostalgische verwijzigen en restanten van een voormalige kapel, zorgen de aromarijke schotels voor een perfect samengaan van een moderne keuken en lekkere bereidingen. Bovendien verruimt ze haar traditionele kaart met regionale streekproducten die elk op zich, sterk seizoensgeboden zijn, maar bovendien zoveel mogelijk een sterke lokale touch meekrijgen. Bij deze dagsuggesties hanteert ze de slogan op is op. De suggesties keren pas terug wanneer de voorraden na kwalitatieve controles werden aangevuld.
De keukenkunstjes van Hilde krijgen in de zaal een degelijk verlengstuk in de persoon van zaalverantwoordelijke Tony Moens. Naast de zaal, valt ook de wijnkaart onze zijn hoede, een wijnkaart weliswaar eerder beperkt, maar toch voldoende rijk om het Brabants tafelen op een gepaste manier te ondersteunen.
Het duo Hilde-Tony, draagt voldoende zorg voor de keukenrijkdommen die Hertog Jan II destijds in Brabant introduceerde en wenst hen bovendien een extra elan mee te geven. RVH.