De Dutch Era laat ruimte voor de keerzijde van de Gouden Eeuw
De Gouden Eeuw van onze Noorderburen, de 17e-eeuwse periode waar rijkdom verworven werd door ondernemerschap en de drijfveer om de wereld te willen ontdekken per boot. Maar was alles wel zo goud als het klonk? Erkenning van de pijnpunten maakt geschiedenis rijker en dat besef is groter dan ooit. Er is namelijk een keerzijde aan die blinkende, gouden medaille. Daarom wordt Dutch Era in het leven geroepen, een term die ruimte laat voor duiding over de schaduwkant van dit gouden Nederlandse tijdperk.
Van Gouden Eeuw naar de Dutch Era
De tijd van de Gouden Eeuw is meer dan baby’s die bier dronken bij het ontbijt en de rijken die kreeft aten. Nederland was een koploper wat betreft handel, wetenschap en schilderkunst. Maar Surinamers, Antillianen, Molukkers, Indo’s en andere nabestaanden van slaven, vragen terecht aandacht voor de manier waarop die welvaart verwezenlijkt werd. Erkenning van de slavenhandel en het koloniale geweld is voor hen en voor de huidige samenleving van groot belang. Het is tijd dat die keerzijde van de gouden medaille wordt herkend. Daarom wordt de term de Dutch Era in het leven geroepen, een term zonder waardeoordeel waarvan we het ontstaan kunnen opsplitsen in drie delen.
De steden
De Dutch Era herken je nog steeds in oude binnensteden Hoorn, Enkhuizen, Leiden, Delft, Amsterdam, Dordrecht en Haarlem. Zo werd de eerste multinational in Nederland opgericht in 1602: de Verenigde Oostindische Compagnie, met in elk van bovenstaande steden een kantoor. Destijds het grootste handelsbedrijf ter wereld, maar ze deinsde niet terug van militair geweld. De Nederlandse handelsgeest won van morele principes. Niet alleen in de handel, maar ook op vlak van architectuur voelden de Nederlanders zich superieur. Zo kreeg het stadhuis op de Dam in Amsterdam de uitstraling van een paleis en moest het landschap plaats maken voor grotere steden. Zo ontstond de karakteristieke look en feel van de Hollandse steden: de afwisseling van woon- en pakhuizen, smalle, diepe en hoge gebouwen met luikjes, grenzend aan het water waar de handelswaren werden opgeslagen.
De wetenschap
Toen Nederland als klein landje een handelsmacht van jewelste werd met contacten over heel de wereld, leverde dat ook internationaal befaamde wetenschappers op. Door meer kennis en contact met andere culturen, werden vastgeroeste ideeën, de bijbel en mythische verhalen in twijfel getrokken. Zo is er Bernardus Paludanus, die in Enkhuizen woonde en wereldberoemd werd met zijn collectie Admiranda: exotische producten, planten, zaden en stenen die hij meebracht na zijn reizen. Of professor anatomie Frederick Ruysch die nieuwe conserveringstechnieken ontwikkelde zodat hij het lichaam van de mens beter kon bestuderen. In Leiden leefde Christiaan Huygens, de grootste wetenschapper die Nederland heeft gekend. Hij verbeterde op zijn 16e een wiskundige formule van Galilei en Stevin, was uitvinder van het slingeruurwerk en maakte telescopen waardoor hij ook een nieuw hemellichaam ontdekte: de maan Titan van Saturnus.
De schilderkunst
Engeland heeft zijn Shakespeare, Nederland zijn Rembrandt. In de 15e eeuw legde Rogier van der Weyden en Jan van Eyck al de basis voor de internationale reputatie van Nederlandse schilderkunst. Als gevolg van de bloeiende economie ontstond er in de 17e eeuw een levendige handel in potretkunst, het schilderen van religieuze taferelen raakte op de achtergrond. Ook werden particulieren vaker opdrachtgevers in plaats van paleizen of kerken. De rijken wilden zich in dure kleding laten portretteren als herinnering aan zichzelf. Meer dan vijf miljoen schilderijen werden er gemaakt in ‘The Dutch Era’. Haarlem, Delft, Dordrecht, Leiden en Amsterdam waren de belangrijkste steden van deze meesterkunst. Met Rembrandt, Frans Hals en Johannes Vermeer in de hoofdrollen.
Ga mee op reis naar de tijd van de Dutch Era. Naar de meesterlijke schilderkunst, de ontdekking van de wetenschap en de historische steden waar elke steen zijn eigen verhaal vertelt.
|