NMBS en De Lijn respecteren de theoretische rijtijden en zodoende zijn de korte pauzes van 6 en 8 minuten voor ons voldoende om vanaf 08:22 de Kempense koude te trotseren. Want fris is het als we vanaf de kerk van Dessel langs de stille straten van Heide naar Bivak Catico in Witgoor stappen. We zijn te dun gekleed voor deze gure maartse ochtend, mikken op de lentezon.
Het is opvallend stil in de tot zaal omgebouwde stalling. Het wandelgild reageert teleurgesteld bij de vaststelling dat de beloofde 27 km max. er slechts 21 blijken te zijn. Wij passen daar een wandelmouw aan, vertrekken na de koffie eerst voor een lokale 7km. Duiken vrijwel meteen de zanderige sparrenbossen in. Suskewiet is onze trouwe gezel. Draaien weg van de grotere afstanden en zoeken een pad op tussen bos en veld. Aan de overkant van een steenweg een recent geopend kerkhof en dan wacht een eerste keer De Gracht. Inderdaad een diepliggend waterloopje afgezoomd met aan weerskanten een wandelpad en een bomenrij. Moeten weg van het water en door de stille straten van Heide. Hierna volgt halfopen gebied, akkerland en sparrenbosjes. We zijn er moederziel alleen. Pikken De Gracht terug op voor een heen en weertje, met uitzicht op wit glimmende berken. De boer parfumeert zijn akkers en laat onze reukorganen mee genieten. Voorbij grappige, kleine hangbuikzwijntjes lopen we terug naar Catico. Hoog tijd voor een tas warme soep.
De zon komt stilaan door het grijze wolkendek piepen als we aan de 21 km beginnen. Terug het sparrenbos in en zijn zandpaden. Voorbij een rietven wachten wat akkers en dan gaat het richting kanaal. Merkwaardig dat wij sneller lopen dan een zwaar met grind beladen rivierboot. Leo (Mieke Pap) stoomt ons voorbij een landdijk op. Hij is al haast aan onze blik onttrokken als we een lange dreef tussen akkers aansnijden. Opnieuw bereiken we De Gracht en even verder de ons onbekende rustpost van Goudkarper. Vele bekenden hebben er al een etappe voorsprong. Zo ook de ‘op rust gestelden’ van de IJsetrippers Peter & de Jakke.
Na het aangenaam terrasje bij de visvijver snijden we de lus van net geen 8 km aan. Langs een veld van siersparretjes gaat het richting bewoning van Branddonk. Zoals we het gewend zijn beperkt wsv Mol het tarmac tot het minimum. We duiken speelbos Hodonk binnen, blijkbaar grondgebied Retie. Een ander grachtje zet ons af bij weilanden en berken die naar blad hunkeren. Het Warme Netepad, lezen we als we weer langs De Gracht lopen. Ettelijke kilometer deze keer tot voorbij Camping Berkenhof. Dan weer oogt het water bruin van het vergaande eikenblad, dan weer hel groen van het eendenkroos. Variatie zit er wel in en wij houden van natte biotopen. Even weg van het water voor een pad tussen berk en spar. De Gracht is dominant, loodst ons vanaf de Buizerbrug terug naar de rustpost waar we kort bijpraten met Jo (Globetrotters).
De laatste etappe begint, hoe kan het ook anders met De Gracht, deze keer langs en ook rond het Campinastrand. Een Nederlander sjokt voor ons uit, zwaarbeladen trainend voor zijn Compostella beproeving. Hij lijkt ons nog werk aan de winkel te hebben. Vanaf het kerkhof lopen we een tweede keer de lus van de 7 km. En dan … dan wacht den Duvel ! Nemen nog de tijd voor een babbel met ‘pannenkoeken’ Miel. De terugweg verloopt even vlekkeloos als de heenweg. Hebben een leuke, zonnige lentetocht in de kuiten zitten. Mooi werk toch weer van wsv Mol.
Het zat al weken in mijn hoofd, dit weekend zouden we wat extra kilometertjes wandelen. Is vandaag ook makkelijk, zijn nauwelijks drie kilometer van de startlocatie verwijdert. Jan Van Eyck moet ons dan wel naar de overkant van de Schelde brengen. Ja we wandelen ‘euver ’t woater’ in Oost-Vlaanderen. Stellen met plezier vast dat in de Potpolder de kasseibaantjes in ere hersteld zijn en ons dus toelaten vlotjes naar kasteel Wissekerke te wandelen. Starten in de gewelfde kelders van het prachtige gebouw is toch een luxe ! Krijg een berichtje van Martin. Hij heeft een etappe voorsprong en gaat voor de 50 km. Wij mikken op 40 km en spreken af bij rustpost 4 in Haasdonk.
De eerste etappe houden we kort. Door Bazelse straatjes en de wilgen van de Molenkouter zijn we binnen het halfuur bij rustpost Krinkelding. Wat dollen even met Marij & Willy, lopen gelijk door. Stappen voorbij café ’t Hoekskenaf een lange steenweg op. Straks heeft hier een wielerwedstrijd plaats, de terrassen worden klaargezet. De Noenstraat voert ons het open veld in, weilanden en rijen wilgen. Patje Kloek wordt onze gezel, ambiance verzekert ! We lopen Steendorp binnen via het kasseitje van Hemelrijck. Aan de overkant van de drukke steenweg wachten smalle paadjes hoog boven de vijvers van ’t Fort. We moeten ze delen met horden mountain bikers en dit doen we allen zeer hoffelijk. Duiken nu de brousse in van verwilderde oude kleiputten, een prachtig biotoop. Even verder een heuse wagenrust. Drie helpers bij een tafeltje met rozijnenbrood en chocomelk. Prachtig vinden wij dat ! De 50 km telt slechts een veertigtal deelnemers. Begrijpelijk na de Klijpetocht van gisteren maar toch wel jammer van al dat werk.
Patje zet het letterlijk op een lopen, wij stappen rustig verder. Mogen een heuse omzwerving maken door het Fort van Steendorp, zeg maar ruïne die terug door de natuur wordt ingepalmd. Even huisjes kijken en dan wat akkers. We bereiken de rand van Temse. De Hollebeek en omgeving vormen een lange omzwerving door woningen allerhande, kilometers vreten tot afspanning Lindenhof. Wordt onze eerste echte pauze na zo’n 15 kilometer. Kunnen er een terrasje doen, binnen is het wel erg luidruchtig. We zetten onze weg verder over veelal betonwegen met af en toen een strookje onverhard en wat koolzaad voor de kleur. Moeten de E17 over bij de mooi zwart & wit geschilderde Waterlandhoeve. Blijven tarmac lopen langs Haagdam, weg van de drukke autobaan en langs knisperende hoogspanning. Pff toch wel saai dit ! Er komt verandering in als we onverhard een diepe, smalle gracht volgen. Is een verademing. Nog een steenweg tot het centrum van Haasdonk. We bereiken net voor Martin de rustpost, Just in Time.
Langs de prachtige kerk en zijn kerkwegels stappen we de gemeente uit. Een kasseitje zet ons af bij het Fort van Haasdonk. We stappen vervolgens richting brug over de E17. Nemen even Clement en vriendin mee in onze slipstream, er zijn wat pijlen weg maar ik kwam hier al eerder. Gaan weer polderen ondermeer langs de werf van gasleidingen in aanleg. Dwars door een maïsveld slingert de Barbierbeek zich een weggetje. Wij mogen het wandelpad in aanleg inaugureren, over de stoppels lopend. Dit wordt een leuk weggetje. Terug het tarmac op nu, richting appelboer en zijn hangars. Rilden helpers en wandelaars hier vorig jaar haast uit hun broek van de kou, nu doet iedereen er een zonnig terrasje. Het kan verkeren zei Bredero ! De 50 km heeft nog 11 km te gaan. Martin vindt het intussen na zijn 60 km van de Klijpe welletjes. We kiezen voor de vlucht vooruit, 7,2 km tot de finish. Gaan weer ruim 5 km zwerven over tarmacjes door de polder tot we randje Kruibeke de Potpolder kunnen opzoeken. Onderaf de nieuwe keerdijk en langs landdijkjes koersen we onverhard richting Bazel. Een laatste prachtige dreef. Wie staat daar uitbundig te zwaaien ? Is warempel ons aller Hennie, terug voorzichtig eerste stapjes aan het zetten. Ze wacht op Theo die zijn vijftiger aan het uitlopen is. In het kasteel kunnen we zowaar een terrasje doen met uitzicht op de vijver, uniek ! Het is dan ook al 18:20 als we afscheid nemen van onze Nederlandse maatjes. Gaan lekker over de kasseitjes en bij een fraaie ondergaande zon terug naar ’t Callebeek en de veerboot. De kilometers zitten in de kuiten zoals gepland, het parkoers loste niet helemaal onze verwachtingen in. Maar het was zomers en heeft ons deugd gedaan. Dinsdag trekken we naar Witgoor Dessel en Milleke Mol.
Linda kan mij gemotiveerd houden om ook op zaterdag vroeg uit bed te stappen. In de mistige ochtend reppen we ons over de A12 richting Brussel. Het openbaar vervoer is geen optie vandaag vanwege te lange wachttijden onderweg. Ontdekte deze week dat de nieuwe secretaresse van de Trekplosters een Vanderstukken blijkt te zijn. We zijn slechts familie uit het zevende knoopsgat, zijn wel afkomstig uit dezelfde streek rond Diest. Stilletjes voel ik aan dat we op dezelfde manier graag praten en initiatief nemen, ja ik merk familietrekjes.
Maar we zijn hier om te wandelen vandaag. Bouwen zoals elk jaar ons eigen parkoers dat net 35 kilometer lang zal worden. We duiken voorbij het plein een steegje in. Zakken onverhard een verdiepje met de woonkazernes van het Fabiolapark als achtergrond. De zon is al prominent aanwezig, ik betreur al meteen mijn jas met lange mouwen. Dit moet morgen anders ! Lopen de brug van de E40 over en recht naar het kasteel van Groot-Bijgaarden met zijn ruime hoevegebouw. We dokkeren over de kasseitjes richting dorpscentrum en koersen vervolgens door ondermeer de Kloosterstraat richting Dilbeek. Duiken een vettig wilgenpaadje naar beneden voor een strookje natte Wolfsputten. Zijn een klimmetje verder bij de eerste rustpost op de Ketelheide, in een ons onbekend cafeetje. Clubmaat Jack passeert voor een korte babbel, heeft er zin in en loopt gelijk door.
Wij volgen even later langs Hof Ter Smissen en het nog winters ogend Rondenbos. Trekken vervolgens het open akkerland in. De eerste kieviten voeren hun halsbrekende vluchten uit boven weiland en verharde maïsstengels. Sint-Martens-Bodegem komt in zicht met zijn mooie kerkgebouw. We verslikken ons haast in goedbedoelde maar verwarrende markering van de rustpost. De groene letters ‘na’ hadden we niet opgemerkt bij een eerste lezing en we zullen de enigen niet zijn. Terreinkennis helpt ons naar het station en even verder rustpost Castelhof. We hebben er een ruime 9 km opzitten.
Lopen intussen mee met de 42 km. Er wacht een pareltje van een pad langs een vrij diep ingesneden beek om Bodegem uit te lopen. Onderweg een eerste nest klein grut, Barberie ganzen. Worden afgezet in open veld met een weids uitzicht over geurend en bloeiend koolzaad, een heus Van Gogh landschap de eerste dagen van maart ! Er volgen tarmacjes langs weilanden en hoeves op grondgebied Schepdaal. We stappen onder vernieuwde spoorbruggen door en een heuveltje op tot het Trammuseum. Aan de overkant van de Ninoofse Steenweg wacht de verste rustpost in een voetbalkantine. Ondermeer Jacqueline & Xavier maken er hun opwachting. We zullen ze niet meer terug zien vandaag.
De terugkeer begint met een moerassige Wereweide tot die drukke Ninoofse Steenweg. Aan de overkant weer een zee van koolzaad in bloei. Prachtige vergzichten ook over het Zuidwesten van Brussel, Molenbeek en Altitude 100. Met uitzicht aan de andere kant op Wambeek (Ternat) duiken we weer een verdieping lager. Lopen zowat parallel door de velden t.o.v. het eerder verlaten van Bodegem. Het Speeckaertwegje voert ons stilaan richting station en Castelhof. Hebben zo’n 20 km in de kuiten.
Laten Bodegem nu voorgoed achter ons. Gaan parallel lopen met de valleien. Tussendoor al eens een klimmetje om in Sint-Ulriks-Kapelle te geraken. Het parkoers oogt anders dan de vorige jaren. We lopen achterlangs bij een kasteel, door een bosstrook met al prachtige bedden van bloeiende anemoontjes. Krijgen nog een leuke strook langs een bosrand cadeau en gaan dan klassieker koers zetten over een tarmacje langs het spoor tot het centrum van Groot-Bijgaarden. Vanaf Don Bosco is het even pittig klimmen, een medewandelaar komt er zichzelf tegen. We volgen nu een verweerde kloostermuur richting witte wijk. Nog wat achterafjes en de laatste pauze in Collegium Groot-Bijgaarden wordt bereikt. Pff, was een lange 9 km zo laat op de wandeldag.
Uitbollen nu met een kleine 5 km tot de finish. Een strookje geknotte bomen en dan opnieuw de E40 over met uitzicht op de Basiliek van Koekelberg. We stappen nu door het speelbos van het Fabiolapark. Bewonderen er prachtig houtsnijwerk in gesneuvelde boomstammen. Dan gaat het dwars door wat voor een winkelcentrum moet doorgaan tot de finish … en de Duvelkes. Hebben een leuke lentewandeling gemaakt. Een heel ander parkoers dat zelfs zonder de Wolfsputten de stempel ‘geslaagd’ verdient. We komen zeker nog terug hoor Nelly !
Houden het vandaag bij twee busritjes met een ochtendlijk koffietje tussenin ‘oep de Rooseveldploatsj’. Huiveren als we er om 07:00 in de ochtend de Duvelkes al vlotjes over de toog zien gaan. Maar wij reizen sober naar Zoersel. Is heel lang geleden dat we nog eens bij de Natuurvrienden gingen stappen. Het is behoorlijk druk in de ruime startzaal, Herman is ook al van de partij, nam de eerste bus. Wij gaan op pad voor 30 km. Aanvankelijk door villawijkjes in het groen. Het is frisjes maar helder weer, een verademing na het grijs van gisteren. Aan de overkant van de steenweg wachten prachtige dreven en een eerste doorkijk over de imposante gebouwen van Abdij Westmalle, in een nieuw kleedje. We lopen met z’n allen richting Molenbos en zijn ranke sparren. Opnieuw begeleiden de vogels ons met hun mooiste liedjes. Al horen daar ook een stevig borende specht en een spottende gaai bij. De eerste rustpost na een kleine 7 km is er eentje die kan tellen. Is namelijk in de gerenoveerde kapel van de Nonnetjes op de terreinen van Sint-Jozef. We vergapen er ons bij het soepje aan prachtige glasramen en muurschilderingen. Hier blijf je met plezier wat langer zitten !
Maar er moet nog gewandeld worden. We zwerven door het domein van het ziekenhuis richting sparrenbos. Dra komen de prachtige dreven rondom de Abdij weer aan bod. De paters boeren duidelijk goed, hebben van het ganse domein een prachtig nieuw bedrijf gemaakt met ruime stallingen en brouwerij. De langere afstanden gaan hun eigen weg voor nog meer bos en een vettig paadje langs een heldere gracht. Bij een stralende hemel met witte wolken gaan we lange zandwegen volgen zoals de Heidemolenbaan en de Oude Lierse Baan. Tussendoor ook stroken van het Molenbos met z’n sparren en rododendrons. Pauzeren doen we in de hangar van bedrijf Luyckx, welbekend in wandelaars milieu. Leek ons een lange 8 km dit, bevestigt door menig ander stapper.
Maar niet gezeurd er wacht nog meer fraais. Een pittig windje begeleid ons over brede zand- en grintpaden. Boswegels liggen er dan weer vettiger en natter bij. Aan de onverharde Sint-Joblaan en zijn rododendrons lijkt geen einde te komen. We ruilen het in voor paden die we recent ook liepen vanuit Sint-Job. Staan de tochten van Zoersel voor ons historisch synoniem met slijk, we worden op onze wenken bediend. Gaan met z’n allen over een paar kilometer zigzaggen rond enorme plassen en soms ook wel onvermijdelijk door de zwarte blubber. Linda lijkt in haar nopjes te zijn, houdt het tempo strak. Ik moet even naar mijn tweede adem zoeken, een beetje de teugels vieren. Bij de chalets van het Schildense Rinkven ben ik weer bij de les. We komen zodoende gelijktijdig bij de laatste rustpost aan. De meeste wandelaars doen er een terrasje op de ‘pelouse’. Jefke en Rudy lopen de 24 km, onze maatjes uit Polderstad net als wij de 30 km, Denise en Patrick dapper de 40 km. Allen met een extraatje op de teller.
Samen met Jefke lopen we opnieuw de bossen in. Dra scheiden onze wegen. We maken een laatste keer een lange omzwerving door beuken- en sparrenbossen. Lager gelegen weilanden lijken wel vijvers. Bij domein ‘De Dennen’ pikken we kortere afstanden op. Als in een processie loopt de stoet door achterafjes en wat straten van Zoersel. Een klein hondje maakt de baan vrij voor zijn baasjes. Wij pikken handig aan en kunnen zodoende lekker tempo maken, menig stapper van kortere afstanden voorbij. In de zaal heerst een drukte van belang. Zoersel wist 3340 wandelaars te strikken vandaag. Zelfs Colette en haar ventje zijn van de partij net als Kristel & Jeroen. Het moet gezegd dit parkoers en de toch wel uitgebreide catering verdienden dit succes. Een beetje moe maar tevreden reizen we super vlot naar huis terug, naadloos van de ene bus in de andere stappend. Volgend weekend plannen we de klassiekers Zellik & Bazel.
Rudy heeft tijdens de treinreis tot Gent zijn bedenkingen bij onze keuze. Hij houdt het bij een toch wel complexe reis naar Mater. Wij gaan een zwarte vlek op onze wandelkaart opvullen vandaag. Ik was ooit een keer in Waregem, Linda nog nooit. Het zwerk oogt er grijs, de stationsbuurt grauw. Door stille straten reppen wij ons naar Bilkhage en zijn buurthuis, het startlokaal. Het is er stilletjes, we worden verrast door de aanwezigheid van een paar gouwgenoten.
Het parkoers van 34 km valt uiteen in twee lussen. De eerste van 5 km loodst ons terug naar de achterkant van het station. Is een kortere weg dan hetgeen Google Maps ons voorschotelde. De Slekkeput stuurt ons langs de spoorbaan, vrij snel over onverhard. Lager liggende weilanden laten een verzopen indruk. Maar de lente komt in ’t land. De eerste blaadjes en bloemetjes zijn er, vogels zingen hun mooiste liedjes. We volgen een oude spoorberm, uitgebaat door Natuurpunt. Het paadje wordt smal en bijwijlen glad. Leuk stukje parkoers dit tot het oude station van Sint-Eloois-Vijve. Terugkeren naar Bilkhage doen we door een villawijk, het stoort ons allerminst.
Na de koffie beginnen we aan het grotere werk. Stappen bij nauwelijks 5°C door een industrieterrein en langs een rustige straat recht naar het centrum van Sint-Eloois-Vijve, voorzien van een prachtige kerk en al even mooie horeca zaak. Lopen dan gelijk een Leiebrug over en volgen even de rustige waterloop. Wordt tarmac lopen dan, tussen bebouwing en weilanden recht naar het volgende dorp zijnde Wakken. Passeren daarbij een waterloop, naar ik vermoed de Mandel. Het dorpscentrum oogt wat groezelig. Wij koersen naar de volgende gemeente Markegem, ook wel historisch Uilegem genaamd blijkbaar. Hebben er onze tweede pauze na 12 km.
Zullen vanaf dit nette zaaltje twee lussen lopen. De eerste, van 6,8 km voert ons langs de kerk het dorp uit. De ellenlange, rechte Kouterweg loopt door open veld. We mogen het tarmac af voor een alleraardigst pad afgezoomd met wilgen langs waterloopjes. Blijkt ook een geboortepad te zijn a rato van één boom per maand, opgestart einde 1998. We komen in Dentergem aan. Weer een lange kaarsrechte weg, Dreve genaamd, die langs een pracht van een vierkant pachthof leidt. In een weiland onze eerste lammetjes van het jaar, meteen drie ravottende snotneuzen. Een glooiend tarmacje voert ons terug richting rustpost. Hoog tijd om de innerlijke mens te versterken. We krijgen intussen het gezelschap van een paar ons welbekende West-Vlaamse koppeltjes.
Het zwerk wordt echt wel donker als we op pad gaan voor onze tweede lus van 6,2 km. Langs fruitgaarden en weilanden koersen we naar de N327 en zijn meelopende rivier. Krijgen nog meer prachtige hoeves in het vizier. Weg van de drukke baan ook weer ons waterloopje en weidse fruitgaarden. Waar wandelaars kruisen dient de Baliekouter zich aan. Prachtig nat gebied, vrij goed begaanbaar dankzij graspaden. Toch even ploeteren door het laagst gelegen gedeelte. We merken op dat elk lusje zo wel zijn natuurgebiedje heeft, een verdienste van de parkoersbouwer. Vergezeld van een buitje reppen we ons naar de rustpost. Ontsnappen aan het natste moment. De wandelaars rondom ons merken op dat deze lus toch wel elastisch bemeten was. Tja, wij deden er ook 1:20 over, zal dus wel gul aan kilometers geweest zijn.
Hebben nog 9 km voor de boeg tot de finish. Het zal de ganse tijd af en aan druilerig zijn. Lopen zowat de omgekeerde weg tot waar we daarstraks de Baliekouter indraaiden, maar over grote plaveien nu. Gaan dan de Moerdijkstraat in Wielsbeke volgen. Lange rechte wegen door kale akkers en weilanden worden ons deel tot in Sint-Baafs-Vijve. We lopen er even fout omdat een jongedame net op het voor ons slechte moment voor een pijl stond. Ons strookje natuur bestaat deze keer uit het Schoondalbos, in feite een langgerekte vijver de oevers begroeit met riet. Nog 800 meter tot de theoretische finish zegt een medewandelaar. Kan niet kloppen want dan komen we pas bij de Leiebrug uit. Moeten opnieuw door Sint-Eloois-Vijve en naar de drukke steenweg. Het extraatje voert door achterafjes terug naar het station van daarstraks. Nog en kwartiertje villa’s kijken en we bereiken de eindmeet. Liepen met z’n allen twee uur over de 9 km ! En zeggen dat ook de wandelaars van de 14 km dit traject dienden af te leggen.
De parkoersmeester heeft geen oren naar onze opmerkingen. Zou dat de reden zijn voor de toch wel lage opkomst van net geen 500 wandelaars vandaag ? Je kan beter naar Zingem komen zegt Anita plagerig, al is zij dan inwoonster van Waregem. Een uur later dan gepland nemen we de trein terug naar huis. Moeten tussen Lokeren en Sint-Niklaas op een overvolle bus wegens werken aan het spoor. Tja, mijn eerste wandel zaterdag sinds een maand werd er eentje met extra’s.
Hans had mij overtuigd, we zouden de Nationale Wandeldag 2014 beleven in Deinze. Makkelijke treinverbinding trouwens, zo’n 10 minuutjes voorbij Gent-St-Pieters. Groene pijltjes loodsen ons vanaf het station naar de immense startzaal Brielpoort. Het is er al gezellig druk om 09:00 in de ochtend. Jeannine (Oudenaarde) is dan al vrolijk op pad, in de juiste stemming gebracht door een jeneverke van gekende stokerij. Lut & Luk voeren de Brugsche Globetrotters aan. Incognito zijn we vandaag alweer niet !
We hebben onze zinnen gezet op de maximale afstand van 35 km, die er bijna 36 blijken te zijn. Schuiven stilletjes aan voor de drankjes en de vitamientjes bij de start. Ik krijg een doosje toegestopt met pilletjes voor mannen +50, je wordt ouder papa ! De vlierjenever maakt mij dan weer vrolijker. De langere afstanden beginnen aan de Tolpoort met hun eerste stukje Leie en Leie-arm. Worden dan richting station en spoorbaan geloodst. Hier zagen wij vanochtend een bosje liggen en daar gaat het ook naartoe, zij het na een woonwijkje en een eerste geklasseerde hoeve. Goed te Parijs blijkt de omgeving hier te noemen, een leuke groene strook. Ze voert de wandelmeute naar Astene en zijn kleine rustpost. We begroeten er Marij, uiteraard met een lusje voorsprong op ons lopend.
Hebben nauwelijks 5 km op de teller staan en wandelen dus gelijk door. Goed te Parijs wordt nu uitgebreid verkend. Eerst opnieuw langs het verlengde van de prachtige dreef van daarstraks. Dan even een doorsteek door een stille wijk alvorens weidse landerijen te bewandelen. Hof van Parijs, Oud Goed van Parijs, dit alles hoorde in vroegere tijden vast en zeker aan een rijke familie toe. Pas aangelegde wandelpaden maken het ons aangenaam. Een tarmacje loodst ons finaal terug naar het centrum van Astene en de nu druk bevolkte rustpost. Tijd om de innerlijke mens te versterken na een kleine 11km stappen. De Nederlandse wsv De Gondeliers zijn talrijk vertegenwoordigd. We komen ze zowat overal in Vlaanderen tegen.
De ganse meute doorkruist aan de overkant van een drukke steenweg een wijk van recente signatuur. Bij het Oude Sashuis op de Leie verlaat de 15 km ons. Wij lopen even stroomafwaarts en gaan dan een alleraardigste landdijk op richting domein van Graaf ’t Kint de Roodebeke. Heerlijk wandelen is het hier door bosdreven die luisteren naar namen als Jean, Henry, Baudouin en Juan. La Famille parle français n’est pas ! Toch met dank van de vele wandelaars voor het openstellen van hun prachtige domein. Haast ongemerkt komen we zo uit bij het monumentale kasteel van Ooidonk en even verder de ook al zalige kasseidreef die naar de kerk van Bachte-Maria-Leerne loopt. Tegen de kerkmuur de begraafplaat van de familie de Roodebeke. Even verder wenkt voor ons de derde rustpost. Binnen is het te druk, met velen doen we een terrasje op de speelplaats van de dorpsschool. Het is lente !
De lokale lus voert ons bij Sint-Martens-Leerne even de bebouwing uit. Annie & Willy hebben een uurtje voorsprong, voorspellen ons wat komen gaat. Aan de overkant van de Leie liggen Deurle en Sint-Martens-Latem en dan weet je het wel. Audi, Mercedes, Range Rover, ja zelfs een zwarte Ferrari horen hier op stal te staan. We doorkruisen één van de rijkste omgevingen van Vlaanderen, denkelijk nog mooier als de vele beuken in het blad staan. Nu toch wel een beetje saai, op het auto’s en huizen kijken na dan. De volgende pauze in Bachte komt er niks te vroeg. We kunnen er even bijpraten met immer goedlachse Sabine en minzame Freddy. Gaan weer op pad met de parkoersmeester van wsv Wetteren. Hij zorgt er voor dat de wat flauwe, landelijke betonwegjes aan ons voorbijgaan zonder dat we het beseffen. Heeft veel te vertellen ! Na een landdijkje bereiken we de Leiedijk en haakt onze gezel af. Het wordt druk langs het water, zeker als de kortere afstanden aansluiten. Het lijkt wel een heuse processie die op weg gaat naar de laatste pauze in het VTI.
Opnieuw doen wij er een geïmproviseerd terrasje, Krijgen Kathy en Hans in het gewoel niet te zien. Lopen even mee met Linda & Dirk langs een oud zusters klooster. Komen op de Markt uit die we in de lengte aflopen tot de prachtige OLV-kerk. Zijn op nauwelijks honderd meter van de start maar … we gaan nog niet naar huis ! Lopen met z’n allen achter de sporthal langs, het parkoers van de 5 km volgend. Even een likje Leie en daar duiken de Brielmeersen op. Doorkruisen uitgebreid het dierenpark met ondermeer een prachtig koppeltje sneeuwuilen en een schitterende kolonie, denkelijk overwinterende, ooievaars. De sierlijke hoogpoten trekken zich geen ene moer aan van de vele kijklustigen en doen hun ding, foerageren en nesten bouwen. Afsluiten doen we met een laatste strook langs een Leie-arm. De zaal zit stampvol, we beginnen er niet aan. Keren terug naar het marktplein en gaan ons Duvelke drinken in een Shoarma zaak, de kelner verbaast over de grote toeloop.
Om 17:00 gaat onze trein, moeten een tweetal uurtjes reizen tot Hemiksem. Ondanks een wat minder middenstuk kijken we terug op een aangename wandeldag. We konden door de verstandige parkoers opbouw van De Natuurvrienden heel lang uit de drukte blijven en genieten van de zonnige lentedag. Bedankt Hans voor de gouden tip !
Ondanks de vermoeidheid van mijn tweede zesdaagse op rij zich nog laat gevoelen maak ik Linda toch zachtjes om 07:30 wakker. Martin verwacht ons in Geel-Bel. Op de autobaan spelen we een paar keer haasje-over, nemen ook een verschillende afrit en parkeren aan weerszijden van de startzaal. Zo zijn we hé ! Ondanks twee verschillende startplaatsen is het behoorlijk druk in de zaal. De Wilskens vormen ons ontvangstcomité. Na de koffie en de knuffel aan wandelmama Jeanneke gaan we op pad. Beginnen met een lokaal lusje van een kleine 7 km. Het voert ons voorbij de stemmige dorpskerk richting Bruul. Het landschap varieert van halfopen met weilanden tot paden midden de statige sparren. Even wat villa’s kijken ook nadat een omvangrijke groep joggers ons vrolijk lachend voorbij gelopen zijn. Een breed zandpad loodst ons langs opengemaakt terrein. Sparren moeten plaatsmaken voor het herstellen van stuifduinen, lezen we op het infobord. Dwars door de volgende bosstrook komen we bij het geïmproviseerde parkeerterrein en de intussen bomvolle zaal. Kunnen nog net een plaatsje bemachtigen om even te pauzeren.
Lopen nu de andere kant op, dwars door de stoppels van geoogst maïs. Een kort heuveltje op, koning spar domineert weer. Voorbij een jeugdhuis wacht opnieuw de open ruimte. Gaan zwerven door de Netevallei richting Scherpenbergen en De Hutten. Bekend terrein dit. Aan de overkant van een steenweg even wat ploeteren door zwarte smurrie. Pauzeren doen wij in de voetbalkantine van De Zonnekloppers. Gaan vervolgens toeren rond het Meerhoutse centrum. Landelijk langs Gebergte, zo vlak als een pannenkoek overigens, en door het nog jonge Fabiolabos (1991). Komen bij voetbalterreinen uit en stappen door een recente woonwijk stilaan richting Volkshuis en volgende rustpost. Onderweg kijken we verbaasd naar een grasveld vol margrietjes, half februari nota bene. De rustpost zit overvol en het is er veel te warm. We doen zowaar een terrasje in de blakende zon !
Hebben ook hier een lokaal lusje voor de boeg. Een kasseitje voert ons naar de Prinskensmolen en even verder een moderne watertoren. We lopen wat landelijke achterafjes, zelfs door een korte holle weg. Vanaf het kerkhof pikken we opnieuw de nieuwe wijk van daarstraks op en dan gaat het linea recta terug naar het Volkshuis. Gerda en Mon komen er, in ’s zondagse outfit, een pintje drinken. Waar is de tijd dat wij samen Waalse en andere Olat tochten onveilig maakten. Jammer toch dat zij er de brui aan gegeven hebben. Wij hebben nog een uurtje stappen voor de boeg. Achterafjes voeren ons terug naar de Grote Nete en het, inmiddels gesloten, café bij de watermolen. We duiken terug de bestoppelde maïsvelden in. Een breed halfverhard pad voert een laatste keer naar de Nete. Wij verlaten het water voor een donker sparrenbos. Een pad in de open ruimte en langs een gracht ligt er dan weer vettig bij. Kan Martin meteen zijn nieuwe sloffen ‘dopen’. Het is overigens heerlijk wandelen door het niemandsland van weilanden onder een heerlijk zonnetje. Er wacht nog een laatste strook spar en dan kan den Duvel aangesproken worden. Ook Eddy Wils trakteert zijn gasten op een rondje.
En dan is het weer tijd om, bij een prachtige zonsondergang, ons karretje op te zoeken. We zijn de laatste op de wei. Bij de rotonde van Geel Punt is het even zoeken naar de juiste insteek richting Antwerpen. Verder verloopt onze reis vlekkeloos. Hebben weer een leuke dag achter de rug, een aangenaam weerzien bij de Bavostappers ook. Volgende week trekken we denkelijk naar Kathy & Hans in Deinze en zijn prachtige Leie vallei. Tot dan …