Op 25, 26 en 27 mei aanstaande leeft Brussel op het meeslepende ritme van de Belgische jazz. Op deze dagen vindt namelijk de 12e editie van het Brussels Jazz Marathon plaats.
Doorgewinterde artiesten van wereldniveau en jonge jazzbeloftes spelen dat hele weekend op 4 verschillende buitenpodia en in zon 50 bekende gelegenheden in de hoofdstad. Dit jaar is het Grand Casino Brussels twee dagen lang een middelpunt voor musici, jazzfanaten en liefhebbers van een gezelligheid en echte muziek.
Op zaterdag 26 mei speelt DUO VARIAL van 22u30 tot 0u30. Deze groep met Olivier Grégoire (DJ Gregg) en Olivier Cima (gitaar) neemt ons mee naar elektronische en instrumentele sferen, doorspekt met loungy, funky, latino en jazzy melodieën.
Op zondag 27 mei toont de lieftallige Miss Camille haar zangkunsten tussen 21u30 en 23u30. Deze 24-jarige artieste met vele talenten ze is ook een begaafd danseres brengt de soul & blues tot leven.
De populaire Brussels Jazz Marathon is een cultureel evenement van hoogstaand niveau met gratis concerten waar elk jaar ruim 250.000 muziekliefhebbers uit binnen- en buitenland op afkomen.
Als uitgaansgelegenheid vol plezier en vermaak opent het Grand Casino Brussels zijn deuren voor iedereen die een unieke avond wil beleven in een betoverende sfeer!
Want dat is nu de kracht van het casino: je kunt er niet alleen iets drinken en eten (kleine en grote trek), maar ook een gokje wagen of gewoon genieten van het gezellige en vriendelijke decor. Kortom, een jazzconcert in een uitzonderlijk kader: de ideale combinatie voor een onvergetelijke belevenis in een cultureel weekend van internationale allure.
Sinds 2000, het jaar waarin Cédric Poncelet zijn restaurant opende, is hij niet meer weg te denken uit het leven van Knokke. Zijn kooktalent, zijn spontane vriendelijkheid en het respect voor zijn beroep hebben hem niet alleen verzekerd van een trouwe plaatselijke klantenkring, maar ook van het geregeld bezoek van gastronomen uit Brussel, Luik, Antwerpen, Brugge, Gent .
Cédric behoort tot de generatie van jonge chefs die zichzelve voortdurend in vraag stellen. Vanuit deze optiek en de bekommernis om steeds beter te presteren, vernieuwde hij de inrichting van zijn zaaken wijzigde hij de infrastructuur van zijn restaurant. De structurele wijzigingen zijn overduidelijk. Het terras ontworpen door Peter van Roy is een bijzonder leuke aanvulling, het dak kan s zomers zelfs worden opengeschoven. Het heeft zonder enige twijfel de aantrekkingskracht enorm versterkt en talloze gasten vinden er een aangenaam plekje om rustig van Cedrics rijke tafelen te genieten.
De extra ruimte van het terras, bood de kans om in de eetzaal een behaaglijk salon in bibliotheekstijl uit te bouwen, waar de klanten desgewenst van het aperitief en de koffie kunnen genieten. Herwig Hostens, verantwoordelijk voor de binnenhuisinrichting, opteerde voor lichtgrijze en tabaksbruine tinten, waardoor het chique meubilair beslist tot zijn recht komt. De antieke kroonluchters zorgen voor een geraffineerde sfeer en kronen zich tot verzamelobject. Het cosy gevoel wordt extra onderlijnd door sobere muurversieringen, terwijl de lichtgrijze overgordijnen de intimiteit van het interieur extra aanvullen. Het elegant gedrapeerde, smetteloos witte tafellinnen en het boeket verse bloemen doen je vol verwachting uitkijken naar de komende tafelgenoegens.
In de zaal heerst Olivier Dereu die tevens als volleerd wijnkelner fungeert. Olivier debuteerde als commis de salle bij Pierre Romeyer, nadien was hij twee jaar chef de rang en wijnkelner in Comme chez Soi bij Pierre Wijnants. Dezelfde functies vervult hij gedurende vijf jaar in de Villa Lorraine, de lokroep van de kust beantwoordt Olivier door gedurende vier jaar als maître dhôtel aan de slag te gaan in LEsmeralda in Knokke. De culinaire loopbaan van Olivier wordt aangevuld met stages in LOasis van Michel Bleys, Chez Marius en Provence en Lucas-Carton in Parijs. Voor chef Cédric Poncelet is het dan ook een makkie om zich volop op zijn domein, de keuken te concentreren.
Cedric werd in 1975 geboren en volgde de middelbare school in Dison, omdat hij zich aangetrokken voelde tot de gastronomie liep hij van 1990 tot 1993 school in de Notre Dame in Heusy en deed zijn eerste horeca-ervaring op in Aux Etangs de la Vieille Ferme in Herve. Toch trok vooral Knokke hem aan en hij speelde het klaar om aan de slag te gaan in La Réserve. Vrij snel keert hij naar Brussel terug en vindt werk in de Villa Lorraine, restaurant waar hij ontdekt wordt door Michel Haquin, deze biedt hem een plaats in Le Trèfle à Quatre van het Château du Lac in Genval.
Cédric Poncelet wou evenwel internationale ervaring opdoen en werd assistant-manager van het restaurant Le Gavroche in Londen, om nadien sommelier te worden in het restaurant Windows van het Hilton Park Lane London. Nadien verzeilt hij als manager-kok in het restaurant Les Champs-Elysées op Cyprus. Op aanraden van Pierre Fonteyne volgt hij een stage bij Bruneau om nadien samen met Pierre Fonteyne een bar-restaurant The Griffins op het Oosthoekplein in Knokke te leiden. Hier vindt hij een geschikte locatie en opent zijn eigen restaurant Cédric.
Actief in een open keuken waardoor de gasten alle bereidingen kunnen volgen, serveert Cédric permanent twee verschillende menus, nl het menu prestige en het menu de la Mer. De samenstelling van deze voltreffers, verandert om de veertien dagen. Er is eveneens een dagelijkse lunch, samengesteld op basis van dagverse marktproducten en de gasten kunnen er eveneens à la carte eten. Allerhande visbereidingen zijn Cédrics favorieten maar ook tal van vleesbereidingen vormen een aangename verrassing. Bij tal van gelegenheden verrast Cédric zijn gasten met speciale menus die zowel productgebonden, bv hoppescheuten of asperges in het daglicht stellen maar evengoed Valentijn, Carnaval, Pasen of andere themas meekrijgen.
Proevertjes en desserten tovert Cédric met grote creativiteit op het bord, maar ook deze kleine recepten zorgen voor een rijk smaakaroma en een aanlokkelijk kleurenpalet.
Restaurant Cédric Koningslaan 230 a 8300 Knokke tel 050-60 77 95
In een van de langste verkeersaders van Brussel, de Vanderkinderestraat, bevindt zich een charmante bistro die met een eindeloze charme, grootmoeders keuken uitstraalt. De streekgerechten en gerechten van vroeger vallen erg in de smaak van het hedendaags publiek. Niet alleen de gerechten, maar ook de eeuwenoud klinkerweg, naast het terras, intrigeert velen. Dit stukje Ukkel, de Groene Jagerswijk, ontsnapte tot dusver aan de interesse van historici, maar krijgt ooit voldoende interesse om de oorsprong van deze unieke klinkerweg en enkele andere getuigenissen te achterhalen.
La Fille dEmma wordt gerund door Dany Burgeon en Martine Pauwen, de dochter van Emma. Dany kreeg zijn opleiding op het COOVI en wordt na zijn studies onmiddellijk in dienst genomen in LHuitrière, enige tijd nadien door de meest authentieke figuur uit het Brusselse horecamilieu, Jef de Gelas, net bij de opstart van LAuberge des Chapeliers.
Met reeds enige ervaring in het achterhoofd durft Dany Il Giardino in Ukkel overnemen, enige tijd later verplaatst hij zijn interesse naar La ferme Rouge op de hoek van de Dolezlaan. Toch komt hij opnieuw bij Jef terecht wanneer deze La Roue dOr opent. De drang om een eigen zaak te runnen blijft bij Dany voor onrust zorgen, hetgeen resulteert in de opening van Evergreen in Evere in 2004. Jacques Veulemans, de dynamische patroon van Aux Armes de Bruxelles treedt op als raadgever wanneer Dany beslist om samen met Martine Pauwen het restaurant La Fille dEmma te exploiteren.
Martine is inderdaad de dochter van Emma die samen met haar ouders La Ligne Droite in de Beenhouwersstraat hebben uitgebaat. Haar vader, Emile Pauwen, was de slager die de winkel Le Grain dOr in de Predikherenstraat runde en tevens een van de oprichters van de Vrije Gemeente van het Ilot sacré, en dit samen met Jean Van Calck, Polle Bunne, Léon Demol en Stans, alle meer dan legendarische personages van het Oude Brussel. Martine, groot geworden in de wereld van de restauratie, heeft dat milieu nooit verlaten.
De kleine eetzaal van la Fille dEmma, roept herinneringen op van romantische plekjes van vroeger. De wanden in pasteltinten en de kleine witte bar met een sierlijke benaming, zorgen voor een gezellige intieme sfeer. Het zwart houten meubilair met het wit-roze tafellinnen brengt dan weer een frisse noot.
Ter bevestiging dat La Fille dEmma in het oude Brussel ligt, meerdere oude stadsgezichten aan de muur die o.m. de Eikstraat, de Kandelaarstraat en de Sint Nicolaaskerk voorstellen, beelden die stuk voor stuk de verbondenheid met het oude rasechte Brussel bevestigen. Ook het schilderij van Vertong verstevigt die band, het werk geeft de charme van het Sint Kathelijneplein weer met de door Poelaert ontworpen kerk.
Bijzonder kleurig is dan weer de aardige collecte borden met veelkleurige afbeeldingen van vogels, collectie die de huiselijke sfeer van het restaurant onderlijnt. Huiselijk is wellicht de beste term om La Fille dEmma te omschrijven, aangezien naast Dany en Martine, ook Gaëtan, de zoon van Dany en zijn echtgenote in het restaurant werkzaam zijn, zij nemen de bediening in de zaal voor hun rekening.
Dany staat aan het fornuis en is verantwoordelijk voor de dagsuggesties en de Brusselse, maar Franse streekkeuken al durft hij af en toe een Italiaans accentje in zijn bereidingen verankeren. Rasechte Brusselaars vallen bij de voorgerechten, voor de bloedpens à la bruxelloise en de escargots de bourgogne. Tussen hoofdgerechten zitten o.m. de stoemp van de dag met worst, balletje smet tomatensaus en longlet met sjalot. Heerlijk is evenzeer het geitenkaasje met tijm en honig en de echte Brusselse garnaalkroketten. Jammer genoeg zijn de kikkerbilletjes in Provençaalse saus bij het serveren uitgedanst, maar tochbezorgen ze de smaakpupillen een subtiel aroma. Aanraders te over dus, zelfs al zorgt Dany ervoor dat de kaart erg regelmatig wijzigt vermits hij zijn specialiteiten tegelijkertijd én aan hun regio én aan versheid van de seizoenen wil koppelen.
Zonder evenwel erg grote wijnen te vermelden, biedt de wijnkaart een ruim overzicht van de belangrijkste Franse wijnregios en werden we bij onze degustatie, meer dan eens verrast door de fijne aromas en verantwoorde afdronk. Prijs-kwaliteit alleszins een voltreffer, al doemt het spook van mogelijke controles bij elke restaurantganger op. Matig genieten verwent evenwel evenzeer de levensgeneugten.
La Fille dEmma Vanderkinderestraat 406 1180 Ukkel - Tel 02/343 39 69
Het Léopold Wienerplein in Watermaal-Bosvoorde wordt door talloze mensen omschreven als het Gemeenteplein, niet ten onrechte trouwens. Hier huist het Gemeentehuis en het plein straalt nog heel wat provinciale charmes uit. Schuin tegenover het Gemeentehuis en het Hooghuis, staat een herenhuis met mansardedak, dat met grote zorg in een Italiaans restaurant werd omgetoverd. De woorden pizza, pasta, vino zeggen voldoende over Ciccio Bello. Rare naam? Gewoonweg een personage uit de commedia dellarte, een pop, die je in Venetië gewoon kan aankopen .
Italianen hebben de reputatie dat ze geraffineerde vormen weten te kiezen, niet alleen in de mode maar ook in de architectuur. De eetzalen van Ciccio Bello, die zich over twee verdiepingen uitstrekken, zijn dan ook ingericht met een opvallend frisse smaak. Op de benedenverdieping, waar twee niveaus in elkaar overgaan, laten de okergele muren met sjablonen zeer goed het ruwe hout uitkomen, dat knap gemodelleerd is en enkele frescos in pasteltinten omlijst. Ook op de bovenverdieping dezelfde art deco-zuilen. Men kan zich voorstellen hoe de binnenhuisarchitect hier al zijn inspiratie heeft gebruikt om een resultaat te bereiken dat in de smaak valt bij een cliënteel dat gevoel heeft voor echte ambachtskunst. Ook het balkon met gietijzer en hout dat we via een tussenverdieping betreden, getuigt van een identieke inrichting.
Ciccio Bello bestaat reeds een aantal jaren, maar toen de grote aanpalende bakkerij op de hoek van het plein definitief werd gesloten, was dat de gedroomde gelegenheid op het restaurant dat meer dan eens met plaatsgebrek kampte, te vergroten. Dit kon gewoonweg door een tussenmuur te verwijderen. In de nieuwe, lange zaal kan men extra gasten ontvangen en er was ook plaats voor een bar en, voor Italianen niet onbelangrijk, een enorme pizza-oven. Deze zaal baadt door de talrijke ramen in een aangenaam daglicht.
Marie Fanara staat sedert acht jaar een het roer van Ciccio Bello. Haar vader, Vincenzo Fanara, stichtte indertijd in de Vredestraat in Elsene A zia teresa, destijds een van de beste Italiaanse restaurants in Brussel. Nadien vervolmaakte ze zich in Pasta Commedia in Ukkel. Ook van moederszijde kreeg Marie ruime horeca inspiratie vermits zij destijds Les Jardins dAgrippine in Overijse oprichtte en leidde.
Keukengeheimpjes:
Laten we niet vergeten dat Lucullus in Rome leefde. Heel wat auteurs uit de Oudheid hebben uitvoerig over de gastronomie geschreven, waarbij soms wel wat te ver gegaan werd. In het gelag bij Trimalchio van Petronius kondigt Rabelais zich reeds aan. En de gasten van Agathon in Het gastmaal van Plato waren niet bepaald ondervoed. Op deze antieke vraatzucht moest wel de overwogen etenswijze van de Renaissance volgen. Toch raakt de Italiaanse keuken vooral bekend in Frankrijk, en nadien ook in onze contreien, vooral toen Catherina de Medici met haar Florentijnse koks naar Parijs afzakte.
Wat de pasta betreft die hier overvloedig wordt aangeboden: het goed bereiden daarvan is een grotere kunst dan wel eens gedacht. Weinigen weten het toch zo belangrijke onderscheid te maken tussen de macaroni van Napels, de tortellini van Bologna of de spaghetti zoals die bv. in Venetië geserveerd wordt. Twee leuke actrices hebben boeken gewijd aan de keuken van de Italiaanse zon, nl Sophia Loren met Koken op zn Italiaans en Macha Méril met Vrolijke Pasta. Terwijl de Italianen en de Aziaten nog steeds redetwisten over wie de uitvinder is van de pasta, heeft dit product ondertussen een geweldige internationale bekendheid gekregen en verschijnt die nu in alle landen van de wereld op tafel.
Pasta is niet langer een garnituur, maar speelt een voorname rol in tal van hoofdschotels. Zowel de zachte als de neutrale smaak ervan laat immers de overige ingrediënten volledig tot hun recht komen. Pasta is origineel en past overal bij, in die mate zelfs, dat ook de traditionele Franse keuken plaats voor de pasta heeft vrijgemaakt.
Armando staat aan het fornuis sinds het restaurant acht jaar geleden werd opgericht. Hij begon zijn loopbaan in Arlecchino, waar hij drie jaar werkte alvorens in dienst te worden genomen in Au Repos des Chasseurs. Bij de opening van Ciccio Bello maakte hij meteen zijn overstap. Armando maakte tevens naam met de bereiding van specialiteiten uit de klassieke Italiaanse keuken.
Ciccio Bello Leopold Wienerplein 4 1170 Watermaal Bosvoorde 02/672 32 30
Ruim 15 jaar terug vestigde Anny Smets zich als restaurateur na een drukke loopbaan als traiteur-beenhouwer, in een historisch pand in hartje Diest. Het restaurant kreeg de wel zeer toepasselijke naam De Proosdij, verwijzend naar de oorspronkelijke historische functie van de woning, nl een kerkelijk gerechtshof.
Dit kerkelijk gerechthof is voltooid verleden tijd en vorige eeuw nog kende het pand een eerste binding met de culinaire wereld toen er een brouwerij werd ondergebracht. Samen met haar man François Didden, toverde Anny dit pand om tot een zeer stemmig en sfeervol restaurant waar muren, zoldering en stoffen pronken met de intense tonen van groen, paars en blauw. De prachtige schilderijen van Bart Verschaeren accentueren voor zover dit nog nodig mocht zijn, het gevoel voor culinair welbehagen.
Bij de aankoop van het pand in 1992 werd aanvankelijk een restaurant met een 60-tal couverts uitgetekend en uitgewerkt met in het achterhoofd de overtuiging dat zoon Luc na het einde van zijn studies en opdoen van enige ervaring, het geheel zou overnemen. Enkele onverwachte complicaties zorgden er evenwel voor dat dit project niet kon worden gerealiseerd. Dit is trouwens de basisreden waarom eind vorig jaar enkele veranderingen werden doorgevoerd en het restaurant werd uitgebouwd tot een knus en gezellig salon met een 20-tal couverts.
Kwalitatief kan Anny bogen én op haar ervaring in de beenhouwerij en bijhorende traiteurszaak én op haar extra opleiding die ze kreeg bij de Zuidfranse topchef Roger Vergé. Hier kon Anny zich als gastkok, de praktijk en geheimen van de vinaigrettes en sauzen eigen maken, maar ontdekte ze tevens alle keukengeheimen van de Provençaalse gerechten. Andere keukengeheim ontdekte ze bij Alain Ducasse en Yves Thuries in de Cordes du Ciel.
Anny zorgt voor een verrassend veelzijdige keuken met puike combinaties van natuurlijke ingrediënten. Haar liefde voor de Provence komt in fijne gerechten tot uiting die met een extra sausprikje tot fijne kunstwerken uitgroeien.
Haar kwalitatieve keuken kent dan ook een ruime belangstelling en ging evenmin voorbij aan de organisatoren van de wedstrijd Food from Britain. Een absolute challenge voor Anny om als 5de generatie beenhouwers, gerechten op punt te stellen met Quorn als basisingrediënt. Qourn is immers een plantaardige vleesvervanger absoluut cholesterolarm, die bovendien weinig calorieën en vetten bevat, maar wel rijk is aan vezels. Toch biedt het product diverse mogelijkheden en Anny zorgde voor een perfecte uitstraling met enkele verrassende gerechten. De titel Lady Chef of the year is zonder meer een bekroning voor haar niet aflatende inzet en verdere uitbouw van kwalitatieve gerechten. Tevens een aanmoediging om de culinaire en gastronomische rijkdommen te koppelen aan eenvoud, aromarijke gerechten en fijne presentaties.
De perfecte zaalservice wordt ingevuld door François Didden die tezelfdertijd als zeer deskundig sommelier optreedt. Wijnen zijn steeds een passie geweest voor François die alle vrije tijd opofferde aan studies over wijnen, wijndegustaties en wijncursussen. François keuze gaat naar de dieprode Bordeauxwijnen die hij meteen centraal plaatste in zijn aanbod. Ook tal van andere betere Franse wijnen sieren de kaart die vrij recent van 350 tot 280 referenties werd gereduceerd. Deels uit noodzaak omdat enkele wijnen zijn uitgeput enanderzijds omdat sommige wijnen aldus Francois onbetaalbaar worden. Hij blijft erbij dat Frankrijk het wijnland bij uitstek is, maar verrijkte de kaart met erg lekkere Duitse, Spaanse, Australische, Italiaanse en andere wereldwijnen. Smaken en preferenties durven aldus François al eens verschillen en een restaurant moet in ruime mate beantwoorden aan de verwachtingen van de gasten. Het globale wijnaanbod bevat naast de toppers ook kwalitatief degelijke en populaire wijnen die binnen een beperkter economisch budget thuishoren. De stelling dat de wijnen in de Proosdij gewoonweg te duur zijn is alleszins een globale misvatting.
Wij hadden het genoegen om nog voor de bekroning als ladychef enkele andere specialiteiten te degusteren. De ganzenlever op toast werd vergezeld van een schitterende Sauternes, La Tour Blanche 1996, zoet en fruitig maar perfect op temperatuur, een zachte streling voor de tong en smaakpupillen. De reefilet met puree van knolselder, appel met veenbessen en gekarameliseerd witloof vormde een terechte voltreffer qua smaakpalet, sauscombinaties en aromas. De Pomerol, Château la Pointe 1995, gaf extra dimensie aan dit prachtig gerecht en was meer dan een bekoring om alle Bobcampagnes een halt toe te roepen. Hij deed het trouwens perfect als metgezel van het notenijs met Xeres en bleef met zijn fijne afdronk, gewoonweg nakleven.
Het Lady Chef menu 2007 bestaat uit een mousseline van palmharten met tartaar van verse en gerookte Schotse zalm, geserveerd met een Chardonnay 2004 Vins du Pays vendage de Nuits. Een cappuccino van wintreprei met Quorn-snippers met identieke wijnselectie. Als hoofdschotel is ern een medaillon van Engels lamsgigot met lasagne van zuiderse groentjes en tijmbordelaise waarbij een A.O. Minervois C. Château du Donjon Cuvée prestige 2003 wordt aangeboden. Een torentje van chocolade met Engelse room en schotse whisky (Single Lowland Malt Glenkinchie) en mokka met versnaperingen, gelden als afsluiter.
Vijftien jaar culinaire ervaring getuigen in de Proosdij alvast van Annys heerlijke keuken en vormen steeds opnieuw een onweerstaanbare drang om al het lekkers bij herhaling te proeven en degusterend maximaal te genieten.
De Proosdij Cleynaertstraat 14 3290 Diest tel 013/31 20 10
In een van de langste verkeersaders van Brussel, de Vanderkinderestraat, bevindt zich een charmante bistro die met een eindeloze charme, grootmoeders keuken uitstraalt. De streekgerechten en gerechten van vroeger vallen erg in de smaak van het hedendaags publiek. Niet alleen de gerechten, maar ook de eeuwenoud klinkerweg, naast het terras, intrigeert velen. Dit stukje Ukkel, de Groene Jagerswijk, ontsnapte tot dusver aan de interesse van historici, maar krijgt ooit voldoende interesse om de oorsprong van deze unieke klinkerweg en enkele andere getuigenissen te achterhalen.
La Fille dEmma wordt gerund door Dany Burgeon en Martine Pauwen, de dochter van Emma. Dany kreeg zijn opleiding op het COOVI en wordt na zijn studies onmiddellijk in dienst genomen in LHuitrière, enige tijd nadien door de meest authentieke figuur uit het Brusselse horecamilieu, Jef de Gelas, net bij de opstart van LAuberge des Chapeliers.
Met reeds enige ervaring in het achterhoofd durft Dany Il Giardino in Ukkel overnemen, enige tijd later verplaatst hij zijn interesse naar La ferme Rouge op de hoek van de Dolezlaan. Toch komt hij opnieuw bij Jef terecht wanneer deze La Roue dOr opent. De drang om een eigen zaak te runnen blijft bij Dany voor onrust zorgen, hetgeen resulteert in de opening van Evergreen in Evere in 2004. Jacques Veulemans, de dynamische patroon van Aux Armes de Bruxelles treedt op als raadgever wanneer Dany beslist om samen met Martine Pauwen het restaurant La Fille dEmma te exploiteren.
Martine is inderdaad de dochter van Emma die samen met haar ouders La Ligne Droite in de Beenhouwersstraat hebben uitgebaat. Haar vader, Emile Pauwen, was de slager die de winkel Le Grain dOr in de Predikherenstraat runde en tevens een van de oprichters van de Vrije Gemeente van het Ilot sacré, en dit samen met Jean Van Calck, Polle Bunne, Léon Demol en Stans, alle meer dan legendarische personages van het Oude Brussel. Martine, groot geworden in de wereld van de restauratie, heeft dat milieu nooit verlaten.
De kleine eetzaal van la Fille dEmma, roept herinneringen op van romantische plekjes van vroeger. De wanden in pasteltinten en de kleine witte bar met een sierlijke benaming, zorgen voor een gezellige intieme sfeer. Het zwart houten meubilair met het wit-roze tafellinnen brengt dan weer een frisse noot.
Ter bevestiging dat La Fille dEmma in het oude Brussel ligt, meerdere oude stadsgezichten aan de muur die o.m. de Eikstraat, de Kandelaarstraat en de Sint Nicolaaskerk voorstellen, beelden die stuk voor stuk de verbondenheid met het oude rasechte Brussel bevestigen. Ook het schilderij van Vertong verstevigt die band, het werk geeft de charme van het Sint Kathelijneplein weer met de door Poelaert ontworpen kerk.
Bijzonder kleurig is dan weer de aardige collecte borden met veelkleurige afbeeldingen van vogels, collectie die de huiselijke sfeer van het restaurant onderlijnt. Huiselijk is wellicht de beste term om La Fille dEmma te omschrijven, aangezien naast Dany en Martine, ook Gaëtan, de zoon van Dany en zijn echtgenote in het restaurant werkzaam zijn, zij nemen de bediening in de zaal voor hun rekening.
Dany staat aan het fornuis en is verantwoordelijk voor de dagsuggesties en de Brusselse, maar Franse streekkeuken al durft hij af en toe een Italiaans accentje in zijn bereidingen verankeren. Rasechte Brusselaars vallen bij de voorgerechten, voor de bloedpens à la bruxelloise en de escargots de bourgogne. Tussen hoofdgerechten zitten o.m. de stoemp van de dag met worst, balletje smet tomatensaus en longlet met sjalot. Heerlijk is evenzeer het geitenkaasje met tijm en honig en de echte Brusselse garnaalkroketten. Jammer genoeg zijn de kikkerbilletjes in Provençaalse saus bij het serveren uitgedanst, maar tochbezorgen ze de smaakpupillen een subtiel aroma. Aanraders te over dus, zelfs al zorgt Dany ervoor dat de kaart erg regelmatig wijzigt vermits hij zijn specialiteiten tegelijkertijd én aan hun regio én aan versheid van de seizoenen wil koppelen.
Zonder evenwel erg grote wijnen te vermelden, biedt de wijnkaart een ruim overzicht van de belangrijkste Franse wijnregios en werden we bij onze degustatie, meer dan eens verrast door de fijne aromas en verantwoorde afdronk. Prijs-kwaliteit alleszins een voltreffer, al doemt het spook van mogelijke controles bij elke restaurantganger op. Matig genieten verwent evenwel evenzeer de levensgeneugten.
La Fille dEmma Vanderkinderestraat 406 1180 Ukkel - Tel 02/343 39 69
Ruim 15 jaar terug vestigde Anny Smets zich als restaurateur na een drukke loopbaan als traiteur-beenhouwer, in een historisch pand in hartje Diest. Het restaurant kreeg de wel zeer toepasselijke naam De Proosdij, verwijzend naar de oorspronkelijke historische functie van de woning, nl een kerkelijk gerechtshof.
Dit kerkelijk gerechthof is voltooid verleden tijd en vorige eeuw nog kende het pand een eerste binding met de culinaire wereld toen er een brouwerij werd ondergebracht. Samen met haar man François Didden, toverde Anny dit pand om tot een zeer stemmig en sfeervol restaurant waar muren, zoldering en stoffen pronken met de intense tonen van groen, paars en blauw. De prachtige schilderijen van Bart Verschaeren accentueren voor zover dit nog nodig mocht zijn, het gevoel voor culinair welbehagen.
Bij de aankoop van het pand in 1992 werd aanvankelijk een restaurant met een 60-tal couverts uitgetekend en uitgewerkt met in het achterhoofd de overtuiging dat zoon Luc na het einde van zijn studies en opdoen van enige ervaring, het geheel zou overnemen. Enkele onverwachte complicaties zorgden er evenwel voor dat dit project niet kon worden gerealiseerd. Dit is trouwens de basisreden waarom eind vorig jaar enkele veranderingen werden doorgevoerd en het restaurant werd uitgebouwd tot een knus en gezellig salon met een 20-tal couverts.
Kwalitatief kan Anny bogen én op haar ervaring in de beenhouwerij en bijhorende traiteurszaak én op haar extra opleiding die ze kreeg bij de Zuidfranse topchef Roger Vergé. Hier kon Anny zich als gastkok, de praktijk en geheimen van de vinaigrettes en sauzen eigen maken, maar ontdekte ze tevens alle keukengeheimen van de Provençaalse gerechten. Andere keukengeheim ontdekte ze bij Alain Ducasse en Yves Thuries in de Cordes du Ciel.
Anny zorgt voor een verrassend veelzijdige keuken met puike combinaties van natuurlijke ingrediënten. Haar liefde voor de Provence komt in fijne gerechten tot uiting die met een extra sausprikje tot fijne kunstwerken uitgroeien.
Haar kwalitatieve keuken kent dan ook een ruime belangstelling en ging evenmin voorbij aan de organisatoren van de wedstrijd Food from Britain. Een absolute challenge voor Anny om als 5de generatie beenhouwers, gerechten op punt te stellen met Quorn als basisingrediënt. Qourn is immers een plantaardige vleesvervanger absoluut cholesterolarm, die bovendien weinig calorieën en vetten bevat, maar wel rijk is aan vezels. Toch biedt het product diverse mogelijkheden en Anny zorgde voor een perfecte uitstraling met enkele verrassende gerechten. De titel Lady Chef of the year is zonder meer een bekroning voor haar niet aflatende inzet en verdere uitbouw van kwalitatieve gerechten. Tevens een aanmoediging om de culinaire en gastronomische rijkdommen te koppelen aan eenvoud, aromarijke gerechten en fijne presentaties.
De perfecte zaalservice wordt ingevuld door François Didden die tezelfdertijd als zeer deskundig sommelier optreedt. Wijnen zijn steeds een passie geweest voor François die alle vrije tijd opofferde aan studies over wijnen, wijndegustaties en wijncursussen. François keuze gaat naar de dieprode Bordeauxwijnen die hij meteen centraal plaatste in zijn aanbod. Ook tal van andere betere Franse wijnen sieren de kaart die vrij recent van 350 tot 280 referenties werd gereduceerd. Deels uit noodzaak omdat enkele wijnen zijn uitgeput enanderzijds omdat sommige wijnen aldus Francois onbetaalbaar worden. Hij blijft erbij dat Frankrijk het wijnland bij uitstek is, maar verrijkte de kaart met erg lekkere Duitse, Spaanse, Australische, Italiaanse en andere wereldwijnen. Smaken en preferenties durven aldus François al eens verschillen en een restaurant moet in ruime mate beantwoorden aan de verwachtingen van de gasten. Het globale wijnaanbod bevat naast de toppers ook kwalitatief degelijke en populaire wijnen die binnen een beperkter economisch budget thuishoren. De stelling dat de wijnen in de Proosdij gewoonweg te duur zijn is alleszins een globale misvatting.
Wij hadden het genoegen om nog voor de bekroning als ladychef enkele andere specialiteiten te degusteren. De ganzenlever op toast werd vergezeld van een schitterende Sauternes, La Tour Blanche 1996, zoet en fruitig maar perfect op temperatuur, een zachte streling voor de tong en smaakpupillen. De reefilet met puree van knolselder, appel met veenbessen en gekarameliseerd witloof vormde een terechte voltreffer qua smaakpalet, sauscombinaties en aromas. De Pomerol, Château la Pointe 1995, gaf extra dimensie aan dit prachtig gerecht en was meer dan een bekoring om alle Bobcampagnes een halt toe te roepen. Hij deed het trouwens perfect als metgezel van het notenijs met Xeres en bleef met zijn fijne afdronk, gewoonweg nakleven.
Het Lady Chef menu 2007 bestaat uit een mousseline van palmharten met tartaar van verse en gerookte Schotse zalm, geserveerd met een Chardonnay 2004 Vins du Pays vendage de Nuits. Een cappuccino van wintreprei met Quorn-snippers met identieke wijnselectie. Als hoofdschotel is ern een medaillon van Engels lamsgigot met lasagne van zuiderse groentjes en tijmbordelaise waarbij een A.O. Minervois C. Château du Donjon Cuvée prestige 2003 wordt aangeboden. Een torentje van chocolade met Engelse room en schotse whisky (Single Lowland Malt Glenkinchie) en mokka met versnaperingen, gelden als afsluiter.
Vijftien jaar culinaire ervaring getuigen in de Proosdij alvast van Annys heerlijke keuken en vormen steeds opnieuw een onweerstaanbare drang om al het lekkers bij herhaling te proeven en degusterend maximaal te genieten.
De Proosdij Cleynaertstraat 14 3290 Diest tel 013/31 20 10
Sinds 2000, het jaar waarin Cédric Poncelet zijn restaurant opende, is hij niet meer weg te denken uit het leven van Knokke. Zijn kooktalent, zijn spontane vriendelijkheid en het respect voor zijn beroep hebben hem niet alleen verzekerd van een trouwe plaatselijke klantenkring, maar ook van het geregeld bezoek van gastronomen uit Brussel, Luik, Antwerpen, Brugge, Gent .
Cédric behoort tot de generatie van jonge chefs die zichzelve voortdurend in vraag stellen. Vanuit deze optiek en de bekommernis om steeds beter te presteren, vernieuwde hij de inrichting van zijn zaaken wijzigde hij de infrastructuur van zijn restaurant. De structurele wijzigingen zijn overduidelijk. Het terras ontworpen door Peter van Roy is een bijzonder leuke aanvulling, het dak kan s zomers zelfs worden opengeschoven. Het heeft zonder enige twijfel de aantrekkingskracht enorm versterkt en talloze gasten vinden er een aangenaam plekje om rustig van Cedrics rijke tafelen te genieten.
De extra ruimte van het terras, bood de kans om in de eetzaal een behaaglijk salon in bibliotheekstijl uit te bouwen, waar de klanten desgewenst van het aperitief en de koffie kunnen genieten. Herwig Hostens, verantwoordelijk voor de binnenhuisinrichting, opteerde voor lichtgrijze en tabaksbruine tinten, waardoor het chique meubilair beslist tot zijn recht komt. De antieke kroonluchters zorgen voor een geraffineerde sfeer en kronen zich tot verzamelobject. Het cosy gevoel wordt extra onderlijnd door sobere muurversieringen, terwijl de lichtgrijze overgordijnen de intimiteit van het interieur extra aanvullen. Het elegant gedrapeerde, smetteloos witte tafellinnen en het boeket verse bloemen doen je vol verwachting uitkijken naar de komende tafelgenoegens.
In de zaal heerst Olivier Dereu die tevens als volleerd wijnkelner fungeert. Olivier debuteerde als commis de salle bij Pierre Romeyer, nadien was hij twee jaar chef de rang en wijnkelner in Comme chez Soi bij Pierre Wijnants. Dezelfde functies vervult hij gedurende vijf jaar in de Villa Lorraine, de lokroep van de kust beantwoordt Olivier door gedurende vier jaar als maître dhôtel aan de slag te gaan in LEsmeralda in Knokke. De culinaire loopbaan van Olivier wordt aangevuld met stages in LOasis van Michel Bleys, Chez Marius en Provence en Lucas-Carton in Parijs. Voor chef Cédric Poncelet is het dan ook een makkie om zich volop op zijn domein, de keuken te concentreren.
Cedric werd in 1975 geboren en volgde de middelbare school in Dison, omdat hij zich aangetrokken voelde tot de gastronomie liep hij van 1990 tot 1993 school in de Notre Dame in Heusy en deed zijn eerste horeca-ervaring op in Aux Etangs de la Vieille Ferme in Herve. Toch trok vooral Knokke hem aan en hij speelde het klaar om aan de slag te gaan in La Réserve. Vrij snel keert hij naar Brussel terug en vindt werk in de Villa Lorraine, restaurant waar hij ontdekt wordt door Michel Haquin, deze biedt hem een plaats in Le Trèfle à Quatre van het Château du Lac in Genval.
Cédric Poncelet wou evenwel internationale ervaring opdoen en werd assistant-manager van het restaurant Le Gavroche in Londen, om nadien sommelier te worden in het restaurant Windows van het Hilton Park Lane London. Nadien verzeilt hij als manager-kok in het restaurant Les Champs-Elysées op Cyprus. Op aanraden van Pierre Fonteyne volgt hij een stage bij Bruneau om nadien samen met Pierre Fonteyne een bar-restaurant The Griffins op het Oosthoekplein in Knokke te leiden. Hier vindt hij een geschikte locatie en opent zijn eigen restaurant Cédric.
Actief in een open keuken waardoor de gasten alle bereidingen kunnen volgen, serveert Cédric permanent twee verschillende menus, nl het menu prestige en het menu de la Mer. De samenstelling van deze voltreffers, verandert om de veertien dagen. Er is eveneens een dagelijkse lunch, samengesteld op basis van dagverse marktproducten en de gasten kunnen er eveneens à la carte eten. Allerhande visbereidingen zijn Cédrics favorieten maar ook tal van vleesbereidingen vormen een aangename verrassing. Bij tal van gelegenheden verrast Cédric zijn gasten met speciale menus die zowel productgebonden, bv hoppescheuten of asperges in het daglicht stellen maar evengoed Valentijn, Carnaval, Pasen of andere themas meekrijgen.
Proevertjes en desserten tovert Cédric met grote creativiteit op het bord, maar ook deze kleine recepten zorgen voor een rijk smaakaroma en een aanlokkelijk kleurenpalet.
Restaurant Cédric Koningslaan 230 a 8300 Knokke tel 050-60 77 95
Sinds 2000, het jaar waarin Cédric Poncelet zijn restaurant opende, is hij niet meer weg te denken uit het leven van Knokke. Zijn kooktalent, zijn spontane vriendelijkheid en het respect voor zijn beroep hebben hem niet alleen verzekerd van een trouwe plaatselijke klantenkring, maar ook van het geregeld bezoek van gastronomen uit Brussel, Luik, Antwerpen, Brugge, Gent .
Cédric behoort tot de generatie van jonge chefs die zichzelve voortdurend in vraag stellen. Vanuit deze optiek en de bekommernis om steeds beter te presteren, vernieuwde hij de inrichting van zijn zaaken wijzigde hij de infrastructuur van zijn restaurant. De structurele wijzigingen zijn overduidelijk. Het terras ontworpen door Peter van Roy is een bijzonder leuke aanvulling, het dak kan s zomers zelfs worden opengeschoven. Het heeft zonder enige twijfel de aantrekkingskracht enorm versterkt en talloze gasten vinden er een aangenaam plekje om rustig van Cedrics rijke tafelen te genieten.
De extra ruimte van het terras, bood de kans om in de eetzaal een behaaglijk salon in bibliotheekstijl uit te bouwen, waar de klanten desgewenst van het aperitief en de koffie kunnen genieten. Herwig Hostens, verantwoordelijk voor de binnenhuisinrichting, opteerde voor lichtgrijze en tabaksbruine tinten, waardoor het chique meubilair beslist tot zijn recht komt. De antieke kroonluchters zorgen voor een geraffineerde sfeer en kronen zich tot verzamelobject. Het cosy gevoel wordt extra onderlijnd door sobere muurversieringen, terwijl de lichtgrijze overgordijnen de intimiteit van het interieur extra aanvullen. Het elegant gedrapeerde, smetteloos witte tafellinnen en het boeket verse bloemen doen je vol verwachting uitkijken naar de komende tafelgenoegens.
In de zaal heerst Olivier Dereu die tevens als volleerd wijnkelner fungeert. Olivier debuteerde als commis de salle bij Pierre Romeyer, nadien was hij twee jaar chef de rang en wijnkelner in Comme chez Soi bij Pierre Wijnants. Dezelfde functies vervult hij gedurende vijf jaar in de Villa Lorraine, de lokroep van de kust beantwoordt Olivier door gedurende vier jaar als maître dhôtel aan de slag te gaan in LEsmeralda in Knokke. De culinaire loopbaan van Olivier wordt aangevuld met stages in LOasis van Michel Bleys, Chez Marius en Provence en Lucas-Carton in Parijs. Voor chef Cédric Poncelet is het dan ook een makkie om zich volop op zijn domein, de keuken te concentreren.
Cedric werd in 1975 geboren en volgde de middelbare school in Dison, omdat hij zich aangetrokken voelde tot de gastronomie liep hij van 1990 tot 1993 school in de Notre Dame in Heusy en deed zijn eerste horeca-ervaring op in Aux Etangs de la Vieille Ferme in Herve. Toch trok vooral Knokke hem aan en hij speelde het klaar om aan de slag te gaan in La Réserve. Vrij snel keert hij naar Brussel terug en vindt werk in de Villa Lorraine, restaurant waar hij ontdekt wordt door Michel Haquin, deze biedt hem een plaats in Le Trèfle à Quatre van het Château du Lac in Genval.
Cédric Poncelet wou evenwel internationale ervaring opdoen en werd assistant-manager van het restaurant Le Gavroche in Londen, om nadien sommelier te worden in het restaurant Windows van het Hilton Park Lane London. Nadien verzeilt hij als manager-kok in het restaurant Les Champs-Elysées op Cyprus. Op aanraden van Pierre Fonteyne volgt hij een stage bij Bruneau om nadien samen met Pierre Fonteyne een bar-restaurant The Griffins op het Oosthoekplein in Knokke te leiden. Hier vindt hij een geschikte locatie en opent zijn eigen restaurant Cédric.
Actief in een open keuken waardoor de gasten alle bereidingen kunnen volgen, serveert Cédric permanent twee verschillende menus, nl het menu prestige en het menu de la Mer. De samenstelling van deze voltreffers, verandert om de veertien dagen. Er is eveneens een dagelijkse lunch, samengesteld op basis van dagverse marktproducten en de gasten kunnen er eveneens à la carte eten. Allerhande visbereidingen zijn Cédrics favorieten maar ook tal van vleesbereidingen vormen een aangename verrassing. Bij tal van gelegenheden verrast Cédric zijn gasten met speciale menus die zowel productgebonden, bv hoppescheuten of asperges in het daglicht stellen maar evengoed Valentijn, Carnaval, Pasen of andere themas meekrijgen.
Proevertjes en desserten tovert Cédric met grote creativiteit op het bord, maar ook deze kleine recepten zorgen voor een rijk smaakaroma en een aanlokkelijk kleurenpalet.
Restaurant Cédric Koningslaan 230 a 8300 Knokke tel 050-60 77 95
Naar het voorbeeld van andere toonaangevende cultuurhuizen in het buitenland, waren ook de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België het aan hun stand verplicht om hun faciliteiten uit te breiden met een culinair aanbod van hoge kwaliteit.
Het concept dat daarbij uitgedokterd werd, en zelfs de meest stoutmoedige verwachtingen overtreft, draagt de naam MuseumFood. Een trilogie, Gespreid over een MuseumCafe, een MuseumBrasserie et een MuseumShop, betekent het project niet alleen een bijkomende troef voor één van de belangrijkste aantrekkingspolen is van de Europese Hoofdstad, maar zal het ongetwijfeld ook het cultureel en zakelijk toerisme in Brussel zelf, een sterke impuls en nieuwe dynamiek weten mee te geven.
Talent huwt talent
Koken, tafelen enerzijds, en de manier waarop men dat alles in een passende omgeving zo goed mogelijk tot zijn recht kan laten komen,anderzijds - niemand die nog zal ontkennen dat het hier gaat om heel bijzondere kunstvormen. Van daaruit is het maar een kleine stap naar de overtuiging van Fernand David dat in Brussel een instelling als de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België het heiligdom bij uitstek was waar het huwelijk tussen beiden kon worden voltrokken.
Fernand David was onvoorwaardelijke aanhanger van de keuken van de met drie sterren bekroonde Peter Goossens, al van toen deze laatste met zijn Hof van Cleve zijn eerste stappen als chef in de gastronomie gezet had. Hij was bovendien een even grote fan van de al even begaafde als befaamde interieurarchitect Antoine Pinto, met wie hij het concept voor de Ostend Queen had uitgewerkt.
Directeur-generaal Michel Draguet van de Koninklijke Musea, zag onmiddellijk de meerwaarde die dit MuseumFood project voor zijn instelling kon opleveren. Voeg daar ook de savoir faire aan toe van de grote smaakmaker in de Belgische catering, traiteur Jean-Michel Loriers, die ondermeer prat kan gaan op de titel van hofleverancier, en de ervaring van Eric Boschman, de meest befaamde Belgische sommelier.
Het team ter plekke
Met ervaring in projecten Rosa en Genval-les-Bains, had Jean-Philippe Kriers eerder ook een al flinke reputatie verworven met een serie druk bijgewoonde cursussen in koken. Het is een bezigheid die meteen ook zijn passie voor een publiek duidelijk maakt. Gewapend met een inventiviteit die nooit ten koste van de kwaliteit gaat, bleek deze jonge chef de ideale persoon om de dagdagelijkse coördinatie op zich te nemen van dit toch wel uiterst veeleisende project.
Xavier Aldon , die ook bij de opening van de Belga Queen de leiding van de keuken op zich nam, beheerst volmaakt het gastronomisch repertoire dat in culinaire kringen intussen als belgo-belge naam heeft verworven. Dat maakt van hem een gedroomde chef om de interpretatie die Peter Goossens van de locale keuken heeft vooropgesteld, ook in dagdagelijkse praktijk om te zetten.
Het culinaire aanbod
Leidraad bij het uitwerken van het concept voor het MuseumCafe was voor Peter Goossens het feit dat hij museumbezoekers, eerder toevallige passanten, of andere klanten die enkel naar het museum komen om met het MuseumFood concept kennis te maken het beste van het beste wil serveren.
Naast broodjes, waarvan de samenstelling een ode is aan de verbeelding, en die zelfs de meest gehaaste gasten even tot rust brengen, kan men er zich ook te goed doen aan sushi rolls, soepen, Italiaanse pasta, een zakje frieten met pickles of mayonaise, een authentieke Belgische steak met frieten, en een keuze aan de salades die voor de ogen van de klant worden bereid. Naar het einde van de middag toe transformeert de ruimte zich in een tearoom.
Wie over meer tijd beschikt en de echte smaak van België wil herontdekken, kan in de MuseumBrasserie terecht, waar Peter Goossens zijn hoogstpersoonlijke interpretatie brengt van de culinaire traditie van de eigen streek. Eén van de troeven van deze plek is de TartaarBar, waar niet alleen het rundvlees, maar ook tonijn, langoustines en zalm kraakvers en à la minute tot tartaar worden versneden.
Naast deze nieuwigheid, bevat de kaart een serie Belgische klassiekers, die door Goossens naar zijn hand werden gezet, en helemaal herdacht. Zo zijn er de garnaalkroketten, de paling in het groen, en het gepocheerde ei, begeleid door garnalen en een puree die met karnemelk werd bereid. Daarnaast zijn er uiteraard ook nog de gepocheerde kabeljauw en de rundsfilet met friet en béarnaisesaus. Of heeft men ook nog de keuze uit kalfsniertjes met Gentse mosterd, de salade van ossenstaart, de roggevleugel met kappertjes en citroen, gegrilde kip, karbonades, blanket, vol au vent à la Riche, en natuurlijk ook want dit is tenslotte Brussel- gebraden piepkuikens.
Bij de zoeternijen kan men zich ondermeer door de wafels laten verleiden, Brussels of Luiks, roomsoezen en smoutebollen, rijstpap, flan met karamel, pannenkoeken, jubilee kersen of de Tiramisu op zijn Belgisch, op basis van speculoos. En uiteraard zijn er nog de vele variaties met chocolade, onvermijdelijk in een Belgische context, en opgediend als mousse, taart of in trio.
In het verlengde van de boekhandel, en door een riant verlichte trap met de MuseumBrasserie verbonden, vormt de Mezzanine CoffeeLounge een uitgelezen plek voor het organiseren van evenementen. Ideaal voor wie tijdens het museumbezoek even een korte pauze wil inlassen, in een al even ontspannen als elegant decor, en dit in het gezelschap van overheerlijke zoetigheden.
Zelf omschrijft Peter Goossens de culinaire filosofie die hij in deze nieuwe constellatie hanteert als volgt:« Met meer smaak maar lichter, lichter verteerbaar ook, wordt het geheel in wit vaatwerk gepresenteerd, om ook die manier de ingrediënten nog meer tot hun recht te laten komen
Het is algemeen geweten dat de artisanale chocolatiers van Leonidas telkens weer blijven verrassen en innoveren. Ditmaal zijn het de truffels die in de kijker worden gezet. Een heerlijke lekkernij voor een nog intenser genot
Aangezien chocolade een lekkernij is die zich makkelijk aan verschillende smaken aanpast, heeft Chocolatier Leonidas er eens te meer voor gekozen om onze zintuigen te prikkelen, door nieuwe smaken toe te kennen aan een product dat hun zeer dierbaar is, de truffel.
Maar wat is het geheim van deze nieuwe chocoladesmaken die door Leonidas als ware schatten worden beschermd? Hét symbool van zachtheid is de Truffel natuur, die gevuld met een ganache van zwarte- en melkchocolade en gehuld in zwarte chocolade en cacaopoeder, letterlijk smelt in de mond.
De truffel Koffie-Karamel is op haar beurt gevuld met een ganache van zwarte- en melkchocolade met een koffie-karamel-smaak, en is gehuld in zwarte chocolade en een laagje kristallen cacaopoeder. Zeker niet te vergeten is de Zwarte truffel, die is samengesteld uit een ganache van zwarte chocolade en 72% Sao Tomé, en gehuld is in zwarte chocolade en zwart cacaopoeder.
Kortom, een voluptueus recept dat ontegensprekelijk furore zal maken, temeer omdat Leonidas altijd haar producten bereidt op basis van de meest verse ingrediënten.
Sinds 2000, het jaar waarin Cédric Poncelet zijn restaurant opende, is hij niet meer weg te denken uit het leven van Knokke. Zijn kooktalent, zijn spontane vriendelijkheid en het respect voor zijn beroep hebben hem niet alleen verzekerd van een trouwe plaatselijke klantenkring, maar ook van het geregeld bezoek van gastronomen uit Brussel, Luik, Antwerpen, Brugge, Gent .
Cédric behoort tot de generatie van jonge chefs die zichzelve voortdurend in vraag stellen. Vanuit deze optiek en de bekommernis om steeds beter te presteren, vernieuwde hij de inrichting van zijn zaaken wijzigde hij de infrastructuur van zijn restaurant. De structurele wijzigingen zijn overduidelijk. Het terras ontworpen door Peter van Roy is een bijzonder leuke aanvulling, het dak kan s zomers zelfs worden opengeschoven. Het heeft zonder enige twijfel de aantrekkingskracht enorm versterkt en talloze gasten vinden er een aangenaam plekje om rustig van Cedrics rijke tafelen te genieten.
De extra ruimte van het terras, bood de kans om in de eetzaal een behaaglijk salon in bibliotheekstijl uit te bouwen, waar de klanten desgewenst van het aperitief en de koffie kunnen genieten. Herwig Hostens, verantwoordelijk voor de binnenhuisinrichting, opteerde voor lichtgrijze en tabaksbruine tinten, waardoor het chique meubilair beslist tot zijn recht komt. De antieke kroonluchters zorgen voor een geraffineerde sfeer en kronen zich tot verzamelobject. Het cosy gevoel wordt extra onderlijnd door sobere muurversieringen, terwijl de lichtgrijze overgordijnen de intimiteit van het interieur extra aanvullen. Het elegant gedrapeerde, smetteloos witte tafellinnen en het boeket verse bloemen doen je vol verwachting uitkijken naar de komende tafelgenoegens.
In de zaal heerst Olivier Dereu die tevens als volleerd wijnkelner fungeert. Olivier debuteerde als commis de salle bij Pierre Romeyer, nadien was hij twee jaar chef de rang en wijnkelner in Comme chez Soi bij Pierre Wijnants. Dezelfde functies vervult hij gedurende vijf jaar in de Villa Lorraine, de lokroep van de kust beantwoordt Olivier door gedurende vier jaar als maître dhôtel aan de slag te gaan in LEsmeralda in Knokke. De culinaire loopbaan van Olivier wordt aangevuld met stages in LOasis van Michel Bleys, Chez Marius en Provence en Lucas-Carton in Parijs. Voor chef Cédric Poncelet is het dan ook een makkie om zich volop op zijn domein, de keuken te concentreren.
Cedric werd in 1975 geboren en volgde de middelbare school in Dison, omdat hij zich aangetrokken voelde tot de gastronomie liep hij van 1990 tot 1993 school in de Notre Dame in Heusy en deed zijn eerste horeca-ervaring op in Aux Etangs de la Vieille Ferme in Herve. Toch trok vooral Knokke hem aan en hij speelde het klaar om aan de slag te gaan in La Réserve. Vrij snel keert hij naar Brussel terug en vindt werk in de Villa Lorraine, restaurant waar hij ontdekt wordt door Michel Haquin, deze biedt hem een plaats in Le Trèfle à Quatre van het Château du Lac in Genval.
Cédric Poncelet wou evenwel internationale ervaring opdoen en werd assistant-manager van het restaurant Le Gavroche in Londen, om nadien sommelier te worden in het restaurant Windows van het Hilton Park Lane London. Nadien verzeilt hij als manager-kok in het restaurant Les Champs-Elysées op Cyprus. Op aanraden van Pierre Fonteyne volgt hij een stage bij Bruneau om nadien samen met Pierre Fonteyne een bar-restaurant The Griffins op het Oosthoekplein in Knokke te leiden. Hier vindt hij een geschikte locatie en opent zijn eigen restaurant Cédric.
Actief in een open keuken waardoor de gasten alle bereidingen kunnen volgen, serveert Cédric permanent twee verschillende menus, nl het menu prestige en het menu de la Mer. De samenstelling van deze voltreffers, verandert om de veertien dagen. Er is eveneens een dagelijkse lunch, samengesteld op basis van dagverse marktproducten en de gasten kunnen er eveneens à la carte eten. Allerhande visbereidingen zijn Cédrics favorieten maar ook tal van vleesbereidingen vormen een aangename verrassing. Bij tal van gelegenheden verrast Cédric zijn gasten met speciale menus die zowel productgebonden, bv hoppescheuten of asperges in het daglicht stellen maar evengoed Valentijn, Carnaval, Pasen of andere themas meekrijgen.
Proevertjes en desserten tovert Cédric met grote creativiteit op het bord, maar ook deze kleine recepten zorgen voor een rijk smaakaroma en een aanlokkelijk kleurenpalet.
Restaurant Cédric Koningslaan 230 a 8300 Knokke tel 050-60 77 95
In een van de langste verkeersaders van Brussel, de Vanderkinderestraat, bevindt zich een charmante bistro die met een eindeloze charme, grootmoeders keuken uitstraalt. De streekgerechten en gerechten van vroeger vallen erg in de smaak van het hedendaags publiek. Niet alleen de gerechten, maar ook de eeuwenoud klinkerweg, naast het terras, intrigeert velen. Dit stukje Ukkel, de Groene Jagerswijk, ontsnapte tot dusver aan de interesse van historici, maar krijgt ooit voldoende interesse om de oorsprong van deze unieke klinkerweg en enkele andere getuigenissen te achterhalen.
La Fille dEmma wordt gerund door Dany Burgeon en Martine Pauwen, de dochter van Emma. Dany kreeg zijn opleiding op het COOVI en wordt na zijn studies onmiddellijk in dienst genomen in LHuitrière, enige tijd nadien door de meest authentieke figuur uit het Brusselse horecamilieu, Jef de Gelas, net bij de opstart van LAuberge des Chapeliers.
Met reeds enige ervaring in het achterhoofd durft Dany Il Giardino in Ukkel overnemen, enige tijd later verplaatst hij zijn interesse naar La ferme Rouge op de hoek van de Dolezlaan. Toch komt hij opnieuw bij Jef terecht wanneer deze La Roue dOr opent. De drang om een eigen zaak te runnen blijft bij Dany voor onrust zorgen, hetgeen resulteert in de opening van Evergreen in Evere in 2004. Jacques Veulemans, de dynamische patroon van Aux Armes de Bruxelles treedt op als raadgever wanneer Dany beslist om samen met Martine Pauwen het restaurant La Fille dEmma te exploiteren.
Martine is inderdaad de dochter van Emma die samen met haar ouders La Ligne Droite in de Beenhouwersstraat hebben uitgebaat. Haar vader, Emile Pauwen, was de slager die de winkel Le Grain dOr in de Predikherenstraat runde en tevens een van de oprichters van de Vrije Gemeente van het Ilot sacré, en dit samen met Jean Van Calck, Polle Bunne, Léon Demol en Stans, alle meer dan legendarische personages van het Oude Brussel. Martine, groot geworden in de wereld van de restauratie, heeft dat milieu nooit verlaten.
De kleine eetzaal van la Fille dEmma, roept herinneringen op van romantische plekjes van vroeger. De wanden in pasteltinten en de kleine witte bar met een sierlijke benaming, zorgen voor een gezellige intieme sfeer. Het zwart houten meubilair met het wit-roze tafellinnen brengt dan weer een frisse noot.
Ter bevestiging dat La Fille dEmma in het oude Brussel ligt, meerdere oude stadsgezichten aan de muur die o.m. de Eikstraat, de Kandelaarstraat en de Sint Nicolaaskerk voorstellen, beelden die stuk voor stuk de verbondenheid met het oude rasechte Brussel bevestigen. Ook het schilderij van Vertong verstevigt die band, het werk geeft de charme van het Sint Kathelijneplein weer met de door Poelaert ontworpen kerk.
Bijzonder kleurig is dan weer de aardige collecte borden met veelkleurige afbeeldingen van vogels, collectie die de huiselijke sfeer van het restaurant onderlijnt. Huiselijk is wellicht de beste term om La Fille dEmma te omschrijven, aangezien naast Dany en Martine, ook Gaëtan, de zoon van Dany en zijn echtgenote in het restaurant werkzaam zijn, zij nemen de bediening in de zaal voor hun rekening.
Dany staat aan het fornuis en is verantwoordelijk voor de dagsuggesties en de Brusselse, maar Franse streekkeuken al durft hij af en toe een Italiaans accentje in zijn bereidingen verankeren. Rasechte Brusselaars vallen bij de voorgerechten, voor de bloedpens à la bruxelloise en de escargots de bourgogne. Tussen hoofdgerechten zitten o.m. de stoemp van de dag met worst, balletje smet tomatensaus en longlet met sjalot. Heerlijk is evenzeer het geitenkaasje met tijm en honig en de echte Brusselse garnaalkroketten. Jammer genoeg zijn de kikkerbilletjes in Provençaalse saus bij het serveren uitgedanst, maar tochbezorgen ze de smaakpupillen een subtiel aroma. Aanraders te over dus, zelfs al zorgt Dany ervoor dat de kaart erg regelmatig wijzigt vermits hij zijn specialiteiten tegelijkertijd én aan hun regio én aan versheid van de seizoenen wil koppelen.
Zonder evenwel erg grote wijnen te vermelden, biedt de wijnkaart een ruim overzicht van de belangrijkste Franse wijnregios en werden we bij onze degustatie, meer dan eens verrast door de fijne aromas en verantwoorde afdronk. Prijs-kwaliteit alleszins een voltreffer, al doemt het spook van mogelijke controles bij elke restaurantganger op. Matig genieten verwent evenwel evenzeer de levensgeneugten.
La Fille dEmma Vanderkinderestraat 406 1180 Ukkel - Tel 02/343 39 69
Ruim 15 jaar terug vestigde Anny Smets zich als restaurateur na een drukke loopbaan als traiteur-beenhouwer, in een historisch pand in hartje Diest. Het restaurant kreeg de wel zeer toepasselijke naam De Proosdij, verwijzend naar de oorspronkelijke historische functie van de woning, nl een kerkelijk gerechtshof.
Dit kerkelijk gerechthof is voltooid verleden tijd en vorige eeuw nog kende het pand een eerste binding met de culinaire wereld toen er een brouwerij werd ondergebracht. Samen met haar man François Didden, toverde Anny dit pand om tot een zeer stemmig en sfeervol restaurant waar muren, zoldering en stoffen pronken met de intense tonen van groen, paars en blauw. De prachtige schilderijen van Bart Verschaeren accentueren voor zover dit nog nodig mocht zijn, het gevoel voor culinair welbehagen.
Bij de aankoop van het pand in 1992 werd aanvankelijk een restaurant met een 60-tal couverts uitgetekend en uitgewerkt met in het achterhoofd de overtuiging dat zoon Luc na het einde van zijn studies en opdoen van enige ervaring, het geheel zou overnemen. Enkele onverwachte complicaties zorgden er evenwel voor dat dit project niet kon worden gerealiseerd. Dit is trouwens de basisreden waarom eind vorig jaar enkele veranderingen werden doorgevoerd en het restaurant werd uitgebouwd tot een knus en gezellig salon met een 20-tal couverts.
Kwalitatief kan Anny bogen én op haar ervaring in de beenhouwerij en bijhorende traiteurszaak én op haar extra opleiding die ze kreeg bij de Zuidfranse topchef Roger Vergé. Hier kon Anny zich als gastkok, de praktijk en geheimen van de vinaigrettes en sauzen eigen maken, maar ontdekte ze tevens alle keukengeheimen van de Provençaalse gerechten. Andere keukengeheim ontdekte ze bij Alain Ducasse en Yves Thuries in de Cordes du Ciel.
Anny zorgt voor een verrassend veelzijdige keuken met puike combinaties van natuurlijke ingrediënten. Haar liefde voor de Provence komt in fijne gerechten tot uiting die met een extra sausprikje tot fijne kunstwerken uitgroeien.
Haar kwalitatieve keuken kent dan ook een ruime belangstelling en ging evenmin voorbij aan de organisatoren van de wedstrijd Food from Britain. Een absolute challenge voor Anny om als 5de generatie beenhouwers, gerechten op punt te stellen met Quorn als basisingrediënt. Qourn is immers een plantaardige vleesvervanger absoluut cholesterolarm, die bovendien weinig calorieën en vetten bevat, maar wel rijk is aan vezels. Toch biedt het product diverse mogelijkheden en Anny zorgde voor een perfecte uitstraling met enkele verrassende gerechten. De titel Lady Chef of the year is zonder meer een bekroning voor haar niet aflatende inzet en verdere uitbouw van kwalitatieve gerechten. Tevens een aanmoediging om de culinaire en gastronomische rijkdommen te koppelen aan eenvoud, aromarijke gerechten en fijne presentaties.
De perfecte zaalservice wordt ingevuld door François Didden die tezelfdertijd als zeer deskundig sommelier optreedt. Wijnen zijn steeds een passie geweest voor François die alle vrije tijd opofferde aan studies over wijnen, wijndegustaties en wijncursussen. François keuze gaat naar de dieprode Bordeauxwijnen die hij meteen centraal plaatste in zijn aanbod. Ook tal van andere betere Franse wijnen sieren de kaart die vrij recent van 350 tot 280 referenties werd gereduceerd. Deels uit noodzaak omdat enkele wijnen zijn uitgeput enanderzijds omdat sommige wijnen aldus Francois onbetaalbaar worden. Hij blijft erbij dat Frankrijk het wijnland bij uitstek is, maar verrijkte de kaart met erg lekkere Duitse, Spaanse, Australische, Italiaanse en andere wereldwijnen. Smaken en preferenties durven aldus François al eens verschillen en een restaurant moet in ruime mate beantwoorden aan de verwachtingen van de gasten. Het globale wijnaanbod bevat naast de toppers ook kwalitatief degelijke en populaire wijnen die binnen een beperkter economisch budget thuishoren. De stelling dat de wijnen in de Proosdij gewoonweg te duur zijn is alleszins een globale misvatting.
Wij hadden het genoegen om nog voor de bekroning als ladychef enkele andere specialiteiten te degusteren. De ganzenlever op toast werd vergezeld van een schitterende Sauternes, La Tour Blanche 1996, zoet en fruitig maar perfect op temperatuur, een zachte streling voor de tong en smaakpupillen. De reefilet met puree van knolselder, appel met veenbessen en gekarameliseerd witloof vormde een terechte voltreffer qua smaakpalet, sauscombinaties en aromas. De Pomerol, Château la Pointe 1995, gaf extra dimensie aan dit prachtig gerecht en was meer dan een bekoring om alle Bobcampagnes een halt toe te roepen. Hij deed het trouwens perfect als metgezel van het notenijs met Xeres en bleef met zijn fijne afdronk, gewoonweg nakleven.
Het Lady Chef menu 2007 bestaat uit een mousseline van palmharten met tartaar van verse en gerookte Schotse zalm, geserveerd met een Chardonnay 2004 Vins du Pays vendage de Nuits. Een cappuccino van wintreprei met Quorn-snippers met identieke wijnselectie. Als hoofdschotel is ern een medaillon van Engels lamsgigot met lasagne van zuiderse groentjes en tijmbordelaise waarbij een A.O. Minervois C. Château du Donjon Cuvée prestige 2003 wordt aangeboden. Een torentje van chocolade met Engelse room en schotse whisky (Single Lowland Malt Glenkinchie) en mokka met versnaperingen, gelden als afsluiter.
Vijftien jaar culinaire ervaring getuigen in de Proosdij alvast van Annys heerlijke keuken en vormen steeds opnieuw een onweerstaanbare drang om al het lekkers bij herhaling te proeven en degusterend maximaal te genieten.
De Proosdij Cleynaertstraat 14 3290 Diest tel 013/31 20 10
Dit adres in Ukkel was, aan de vooravond van zijn 15de verjaardag, nooit zo dynamisch. Deze verjaardag wordt extra in de bloemetjes gezet door de komst van een nieuwe chef, Dominique Meyers. Maar naast de echte brasseriespecialiteiten en de mediterrane hittegolf die de borden dagelijks verwarmt, blijft Café Maris vooral één van de beste zeevruchtenbanketten van de hoofdstad met de lang verwachte terugkeer van de Colchester en de Zeelandse.
Ver van het lawaai van de stad is Café Maris een toonbeeld met zijn breukstenen plaveien, zijn bolvormige lampen en fontein met drie kuipen omgeven door ingedommelde leeuwen. Dankzij zijn ligging achter het gebouw, is het terras, bij beter weer, ideaal voor een lunch in het groen, in een opwekkende natuur die alle lawaai doeltreffend dempt.
Een andere visuele attractie bevindt zich aan de ingang van het restaurant met de glanzende bar in Belle Epoquestijl. Deze bar met oranje luchters is uniek in zijn soort en bestaat uit twee geschilderde kuipen waarlangs koperen baren en glinsterende spiegels lopen. De arabesken verwijzen naar deze in de zaal en fleuren zowel muren als plafonds op met gestileerde boeketten en, met boeketten van jonge meisjes met bloemen. Art Deco glas-in-loodramen en ramen met de typische krullen van die stijl spelen naar hartelust in de tweede zaal die in dezelfde geest is gedecoreerd met dezelfde smaak voor frescos en de sierlijsten. In dit universum, waar de magie van het dessin discussieert met de nostalgie van een heel tijdperk, kunnen makkelijk een honderdtal gasten in alle rust aanschuiven.
zeevruchten voor de fijnproever:
Het is de absolute roeping van de zaak, al acht jaar opent Francesco de parels van schelpen waarvan het nieuwe seizoen net begon. Hier begint dus het grote festival van de platte oesters, Belon, maar ook en vooral de Zeelandse en Colchester nieuwe oogst. De creuses volgen de beweging van het seizoen: Bouzigues, Fines de Claires, speciale groene, Normandische en Belle de Quiberon. De schaaldieren zijn natuurlijk ook van de partij en Francesco maakt zijn mooie langoustines even lekker klaar als zijn gambas, zwemkrabben, Noordzeekrabben en kreeften Belle-Vue. Er ontbreekt geen enkel schelpdier op het appel en in dit festival van zeevruchten die het hele jaar door dagelijks worden geleverd, vieren de zeevruchtenschotels natuurlijk feest. Het hele jaar door is er een meeneemdienst die overigens voor alle gerechten op de kaart geldt.
Sinds kort heeft Dominique Meyers plaatsgenomen achter de fornuizen. Hij is afkomstig uit Aarlen, gediplomeerd aan de Hotelschool van Libramont en heeft diverse zaken geleid in Charleroi: lElysée, les Templiers, le Puits dOrléans. Deze opengebloeide en joviale veertiger is verre van een groentje en voelt zich bijzonder goed in zijn element want hij zweert bij varkenspoten en pronkerige schorten. Op de kaart vindt hij dus alle emoties van een echte brasserie met haar huisgemaakte grijze garnaalkroketten, de fameuze cassoulet en de zuurkool, de Gentse waterzooi en de befaamd gegrilde Varkenspoot op Halse wijze, maar ook de rundscarpaccio en ambachtelijke eendenlever. Ook wat de hoofdgerechten betreft, is de brasserie in al haar glorie te bewonderen: longhaajse van rund met sjalotjes, verse rundstartaar, andouilette AAAAA mosterd, gegrilde tong en zelfs gebraden kreeft of eventueel kreeft met scampi en een bisquesaus. Behalve vis en schaaldieren, die tegen dagprijs staan, kosten alle schotels minder dan 20 Euro. Maar aan de meest gevoelige portefeuilles biedt het huis s middags zijn beroemde brasseriemenu aan tegen 25 Euro inclusief een keuze uit vier voorgerechten, hoofdgerechten en desserts, met de koffie erbij. Ze preciseren s middags, want Café Maris gaat probleemloos de klok rond en de keuken is doorlopend open van 12 tot 24 uur.
Als bon-vivant en aanhanger van brasseriegerechten en bereidingen met abdijbier, is Dominique Meyers even gevoelig voor de periode van het wild dat hij graag op klassieke, maar royale wijze verwerkt. Jonge patrijs, haas en jong everzwijn genieten zijn voorkeur en onder de topgerechten van het najaar kunnen we rekenen op een reenootje op Rossini-wijze, met zijn traditionele lapje foie gras, de wildragout met trappist van Chimay, de wilde eend met pruimen en jonge patrijs met linzen. Even onverzettelijk als voor de kwaliteit, is de chef voor zijn sauzen op basis van fonds en verse reducties.
De wijnen zijn meer dan een koketterie, ze zijn altijd de passie geweest van Ercol Arkoulis. Deze passie heeft hij doorgegeven aan zijn beide zonen, Cristo en Marino, die vandaag aan het roer staan, maar ook heersen over een rijke kaart met 450 Appellations Bordeaux en meer dan 220 bijkomende referenties, vooral uit Frankrijk. De beladen Champagnekaart moet niet onderdoen voor die van de Loire, Elzas, Bourgogne en Bordeauxwijnen, zonder streekwijnen en de Côtes du Rhône te vergeten. Er worden een dertigtal crus per glas ( 14 cl) aangeboden evenals in pot lyonnais, karaf (50cl) en prestigemagnums. Deze wijnpassie die de kaart doet stralen, vormt één van de punten van uitmuntendheid van het huis, net als het professionalisme en het warm onthaal. In dit opzicht verdient ook de likeur-, whiksy-, eaux-de vie- en sigarenkaart bijzondere aandacht.
Er zijn restaurants met indrukwekkend decor, restaurants met arrogante bediening, blikvangers of gewoonweg restaurants zonder meer. Les Beaumes de Venise staat wars van al deze tegenstellingen, het is een gezellig en charmant restaurant nabij de Brugmannplaats in Elsene.
Abdel Bouassab heeft samen met zijn echtgenote Sabine Reinard, bij de opstart van het restaurant gekozen voor een aantal waardevolle parameters. Hij gaat resoluut voor dagverse kwalitatieve producten met hoge culinaire waarden, producten die hij op traditionele manier bewerkt en verwerkt om als dusdanig gastronomen en lekkerbekken vakkundig te verwennen. Geen look alike gerechten, maar volwaardige smaak- en aromarijke bereidingen.
Culinair genieten in Les Beaumes de Venise is vertoeven in een aangename sympathieke sfeer van een rasecht Frans restaurant, een bistro gourmand zoals we in hartje Parijs terugvinden of anderzijds een Belgische bouchon volgens Lyonese traditie. Les Beaumes de Venise zorgt nochtans niet voor een uitgesproken rustiek kader, integendeel, het oogt eerder modern, biedt ruime zitplaatsen en etaleert zich met klasrijk getooide tafels met perfect witte tafelrokken.
Het interieur werd recentelijk aangepast en kreeg een nieuw kleurtje, de lichtgrijze tinten hebben inderdaad voor een wedergeboorte gezorgd. Het resultaat is verbluffend, brengt licht en ruimte maar zorgt ook voor verjonging. Het subtiele licht en kleurenspel werpt trouwens een gans bijzonder accent op enkele schilderijen die een dominerende bloemenweelde tentoonspreiden.
Het restaurant wordt nog steeds in twee delen opgesplitst, vooraan een ietwat intiemere atmosfeer met accenten op de bereidingen, achteraan iets ruimer, luchtiger o.m. door de veranda en de kleine tuin die wanneer de klimatologische omstandigheden het toelaten, als sfeervol binnenterras wordt aangewend. Ook in dit kader overweldigende smaken en aromas die in schitterende presentaties aanrukken. Het warme onthaal van Les Beaumes de Venise vloeit feilloos over in een attentievolle bediening, die het nodige respect voor de klant opbrengt en toch een ruime luisterbereidheid voor zijn wensen aan de dag legt.
Een Franse keuken met klassieke producten en hedendaagse smaken, inderdaad Les Beaumes de Venise, zorgt voor een fijne alliantie tussen al deze elementen. Vis, vlees, gevogelte, schaaldieren, de keuken van Abdel Bouassab is vooral op smaakcombinaties afgestemd, combinaties die terdege rekening houden met de eigenheid van de producten. Voor Abdel trouwens de enige manier om alle smaakaccenten tot hun recht te laten komen. Hij verzorgt gerechten voor fijnproevers en gastronomen, gerechten die naar hij beweert, voorbestemd zijn om door lekkere vorken te worden gedegusteerd. Zijn gerechten worden met een perfecte synergie uitgebouwd tot topmomenten. Het zijn gerechten die de gulden middenweg bewandelen tussen wat men vulgariserend canaille gerechten noemt die volgens eeuwenoude traditie werden bereid, en deze die getuigenis brengen van delicate hedendaagse smaakfacetten.
Enkele suggesties: bospaddestoelen met olijfolie en verse look, aardappelmousseline met grijze garnalen, filet van wilde tarbot hetzij gegrild hetzij met mousseline, Ardeense hazenrug met Britse mosterd, wilde patrijs gebraden met rozemarijn en geserveerd met gecarameliseerde witloofstronkjes of nog eendenlever met verse kruiden en muskaatwijn Beaumes de Venise. Dit laatste gerecht is trouwens een voltreffer die loopt sinds de opening van het restaurant.
Meerdere van deze gerechten behoren tot de absolute huisklassiekers terwijl de klant naar eigen goeddunken een menu aan 30 kan samenstellen. Hierin zijn de proevertjes, een voorgerecht, hoofdgerecht en dessert begrepen. Dat een degelijke formule het nodige succes oogst hoeft nauwelijks onderlijnt.
De wijnkaart op zich is ook een bezoek aan Les Beaumes de Venise overwaard. Nochtans bevat ze uitsluitend Franse wijnen, maar de patroon hemzelf, een gepassioneerde oenoloog, ging in de diverse Franse regios op zoek naar perfecte wijnen die zijn gerechten extra steun en allure meegeven. Misschien niet altijd de allergrootste en dus ook de duurste wijnen - maar alleszins een degelijk en leuk assortiment dat talrijke ontdekkingen suggereert. De wijnen geven het pittige karakter van Les Beaumes de Venise extra ondersteuning, voor Abdel meteen de gelegenheid om elke maand, een nieuwe witte en rode wijn te lanceren.
Les Beaumes de Venise biedt ruime mogelijkheden om volop nieuwe culinaire ontdekkingen te degusteren.
Les Beaumes de Venise Darwinstraat 62 1050 Elsene
Tegenwoordig noemt een restaurant zich al Italiaans wanneer de ober om de twee minuten Mamma Mia uitkraamt of wanneer de spijskaart spaghetti bolognese, tortellini alla crema , pizza of in het beste geval osso buco aanbiedt... Niet echt verfijnd en weinig spectaculair.
Met zulke allesbehalve hoogstaande criteria is het niet verwonderlijk dat Brussel alleen al niet minder dan 200 zogenaamde Italiaanse restaurants telt. Heb jij ook genoeg van deze namaakfolklore, gespijsd met stereotypen zoals de overdreven rollende r en een tomatensaus die meer vlekt dan smaakt?
In zijn restaurant: La Scala maakt Aurelio Giglio er een erezaak van om een verfijnde en zeer kwalitatieve Italiaanse keuken te serveren. Zijn persoonlijk doel? Een maaltijd aanbieden die je de fijne, zeer smakelijke maar toch zo toegankelijke Italiaanse keuken laat ontdekken.
Aurelio weet bijzonder goed wat de doorsnee Belg van een typisch Italiaans restaurant verwacht. Hij kwam nagenoeg 20 jaar geleden in België terecht. Voordien had hij zijn opleiding genoten in Noord Italië, waar hij trouwens ook zijn eerste culinaire ervaring opdeed. In Brussel vond hij werk in een Italiaans restaurant op de Louizalaan. Niet voor lang echter want hij opende La Scala meer dan 17 jaar geleden en dit met behoorlijk succes, facet dat ongetwijfeld deels te danken is aan het feit dat hij zijn zaak tot een rasecht Italiaans eethuis omtoverde.
La Scala bevindt zich in een buurt waar men vanalles kan verwachten, behalve een klasse restaurant (Waversesteenweg 132 in Elsene). Eenmaal binnen, word je verleid door het warme, sobere en luchtige interieur en door de aangename sfeer die verwijst naar grootse operas en Italiaans lyrisme. Enkele marmeren treden omhoog, en je wordt onmiddellijk ontvangen door een uiterst beleefde ober die post heeft gevat naast de vleugelpiano en die je begeleidt naar een sfeervolle gedekte tafel. Een bijzonder detail van la Scala: de open keuken die onmiddellijk op het eetsalon uitgeeft. Maar wees gerust: alleen het zachte gefluit van de chef-kok bereikt de tafels, niet de geurtjes.
In La Scala hoef je echt niet diep in je geldbeugel te tasten: de menuformule biedt een uitstekende prijs/kwaliteitverhouding. Elk menu kan worden genomen mét of zonder begeleidende wijnen: een menu met aangepaste regionale Italiaanse wijnen kost 34,00, voor een menu zonder wijnen betaal je 27,00.Bij elk menu heb je de keuze uit een aantal voorgerechten, hoofdschotels, nagerechten en krijg je koffie als afsluiter. Natuurlijk kan je ook je eigen keuze maken. Aurelio is eveneens fier op zijn proevertjes, meestal drieerlei met o.m. een mini mozarella, toast tomaat en meloen met overheerlijke San Danielehesp.
Alleen al bij het overlopen van de kaart, loopt het water je in de mond. Aurelio goochelt met bijzondere combinaties zoals Carpaccio van Belgisch Rundsvlees met Parmigiano en een Rucola salade à lOrange, Panna cotta met Amarena kersen of Filet pur van Angus Beef met een Gorgonzola saus. Het proeven van deze originele gerechten is een echte verwennerij voor de smaakpapillen. Ze worden omgetoverd tot dé ontmoetingsplaats voor op het eerste gezicht paradoxale aromas die je tong strelen: zoet maakt zout het hof, zuur levert een strijd met zachtheid, frisheid gaat perfect gepaard met een wat zwaardere smaak Het is Aurelios lust en leven om steeds weer een andere en nieuwe persoonlijke toets toe te voegen aan elke bereiding. Zijn open culinaire geest heeft hij wellicht te danken aan de positieve invloed van zijn Mauritiaanse vrouw. Het meest opvallende voorbeeld is zijn osso buco, discreet gekruid met gember.
Een ander opmerkelijk verschil zijn de pastas. Aurelio is nog één van de weinige koks die ze allemaal zelf bereidt. Hij garandeert dan ook pasta van een ongeëvenaarde kwaliteit en versheid. Bovendien beleeft hij veel plezier en hecht hij een groot belang aan de verrassende vullingen. En dat proef je! Eén van de absolute toppers is het Trio van Ravioli bestaande uit eendenfilet, ganzenlever en eekhoorntjesbrood
Aurelio Giglio is een perfectionistische kok: vernieuwend en gedurfd op het vlak van de verrassende kruidenmengelingen, maar ook een vurige verdediger van een aantal tradities. Geraffineerde gastronomen worden hier niet om de tuin geleid! En zelfs al laat Aurelio zich beïnvloeden door de culturen die hem omringen, dan nog zal hij de klassieke receptuur nooit verloochenen.
La Scala kan je omschrijven als een traditioneel maar tegelijk ook een atypisch restaurant. Ondanks de overweldigende contrasten en paradoxen blijft La Scala op de eerste plaats een Italiaans restaurant.Subliem in zijn eenvoud
La Scala Waversesteenweg 132 1050 Elsene tel 02/514 49 95
De traditie is er en vanaf nu kijken we er elk jaar reikhalzend naar uit: in februari brengt Eric Martin een eerbetoon aan de truffel in zijn Maison Lemonnier.
Zo wordt het rustige dorpje Lavaux-Ste-Anne dé ontmoetingsplaats voor de echte liefhebbers, zij die weten dat de smaak van de zwarte truffel uit de Périgord, de meest nobele, van eind januari tot begin maart op zijn hoogtepunt is.
De echte liefhebber weet ook dat de goddelijke smaak van de truffel Sint-Valentijn nóg bekoorlijker maakt
De Tuber Melanosporum is de lieveling van de chef van het Restaurant Lemonnier. Zwarte parel, zwarte diamant, rabasse, koningin der truffels, de schone die sinds het Romeinse verval in de vergetelheid raakte (behalve onder heren) en dankzij de Pausen in Avignon weer modieus werd. De koninklijke hoven volgden en haar exotisme maakte haar tot een luxeproduct en een manier om met rijkdom te pronken. François de Eerste en in zijn kielzog alle Bourbons vielen voor de charme van de truffel. Een nieuwe stap in haar gastronomische erkenning kwam er toen beroemde chefs als Carême of Brillat-Savarin vonden dat ze een gerecht op zich waard was. Bovenop de mysterieuze alchemie bij de geboorte van de truffel komt het feit dat ze zo zeldzaam is, ze werkt als een afrodisiacum waar zelfs Cupido voor bezwijkt,niets symboliseert zo goed de lust als deze goddelijke champignon.
De natuur bepaalt op haar eigenzinnige manier de kaart van Restaurant Lemonnier. De natuur als muze of orkestleider die de smaak in al haar varianten tot haar recht laat komen, van seizoenen tot terroirs, helemaal in overeenstemming met de keuken van Eric Martin. Het credo van de chef: terugkeren naar de essentie, op zoek gaan naar de meest intense én subtiele harmonieën.
« De truffel is een cadeau voor de kok, ze kruipt zowel in de rol van de diva in de meest gesofisticeerde bereidingen, maar ze flirt evengoed met een boerengerecht of een goed stuk brood ! »,vertelt Eric Martin. De chef heeft een menu in vier gangen als een offergavesamengesteld, waarbij hij alle registers van de truffel bespeelt en al haar charmes uitspeelt.
Aan echte verliefden, ook aan lekkerbekken, stelt Eric Martin een initiatieparcours rond de truffel voor, een cursus als preludium voor het spektakel van het avondmaal, om crescendo van alle variaties te genieten.
Onuitgegeven uitnodiging in de coulissen van de keukens die door een simpele deur met glasraam gescheiden worden van het sterrenrestaurant u krijgt nochtans wel degelijk de indruk in een geheime plek door te dringen! « Neem vijf truffels van dezelfde variëteit, ze zijn allemaal verschillend » : de chef en de mens erachter hebben de mond vol over de natuur.
Op zoek gaan naar parfums, rijpheid, aromas herkennen, allianties bedenken, leren een bereiding vingervlug te doseren, buitenstappen met enkele recepten om snel thuis voor vrienden te bereiden .... kostbare momenten en culinaire hoogtepunten die u als een goudschat met zn tweeën deelt. Met liefde.
Het Truffelmenu loopt 17 januari tot 28 februari 2007 en wordt eventueel verlengd tot begin maart in functie van de markt. Dit menu omvat een Carpaccio van licht gerookte zeebaars, veldsla met truffel en aardpeer, gevogeltegelei. Een soep van wortels van schorseneren met truffel, krokant brood met Schotse zalm, varkenspoot en borquin. Het hoofdgerecht is het beste van de eend in drie truffelbereidingen, van een stevige jus... tot een consommé, vergezeld van een Gegrilde brioche met de smaak van appels, koffie, rabasse.
Van donderdag 1 februari tot donderdag 22 februari is er enkel na reservatie een speciaal Ontdekkingsverblijf « Truffel in het hart ». Dit concept omvat een verblijf in het Hotel Lemonnier dubbele charmekamer. Versnapering. Kookles door Eric Martin, Chef van Restaurant Lemonnier over de truffel, van 15 tot 18 uur. Diner Truffelmenu, aperitief, geselecteerde wijnen, waters, koffie inbegrepen. Overnachting.
Tegenwoordig noemt een restaurant zich al Italiaans wanneer de ober om de twee minuten Mamma Mia uitkraamt of wanneer de spijskaart spaghetti bolognese, tortellini alla crema , pizza of in het beste geval osso buco aanbiedt... Niet echt verfijnd en weinig spectaculair.
Met zulke allesbehalve hoogstaande criteria is het niet verwonderlijk dat Brussel alleen al niet minder dan 200 zogenaamde Italiaanse restaurants telt. Heb jij ook genoeg van deze namaakfolklore, gespijsd met stereotypen zoals de overdreven rollende r en een tomatensaus die meer vlekt dan smaakt?
In zijn restaurant: La Scala maakt Aurelio Giglio er een erezaak van om een verfijnde en zeer kwalitatieve Italiaanse keuken te serveren. Zijn persoonlijk doel? Een maaltijd aanbieden die je de fijne, zeer smakelijke maar toch zo toegankelijke Italiaanse keuken laat ontdekken.
Aurelio weet bijzonder goed wat de doorsnee Belg van een typisch Italiaans restaurant verwacht. Hij kwam nagenoeg 20 jaar geleden in België terecht. Voordien had hij zijn opleiding genoten in Noord Italië, waar hij trouwens ook zijn eerste culinaire ervaring opdeed. In Brussel vond hij werk in een Italiaans restaurant op de Louizalaan. Niet voor lang echter want hij opende La Scala meer dan 17 jaar geleden en dit met behoorlijk succes, facet dat ongetwijfeld deels te danken is aan het feit dat hij zijn zaak tot een rasecht Italiaans eethuis omtoverde.
La Scala bevindt zich in een buurt waar men vanalles kan verwachten, behalve een klasse restaurant (Waversesteenweg 132 in Elsene). Eenmaal binnen, word je verleid door het warme, sobere en luchtige interieur en door de aangename sfeer die verwijst naar grootse operas en Italiaans lyrisme. Enkele marmeren treden omhoog, en je wordt onmiddellijk ontvangen door een uiterst beleefde ober die post heeft gevat naast de vleugelpiano en die je begeleidt naar een sfeervolle gedekte tafel. Een bijzonder detail van la Scala: de open keuken die onmiddellijk op het eetsalon uitgeeft. Maar wees gerust: alleen het zachte gefluit van de chef-kok bereikt de tafels, niet de geurtjes.
In La Scala hoef je echt niet diep in je geldbeugel te tasten: de menuformule biedt een uitstekende prijs/kwaliteitverhouding. Elk menu kan worden genomen mét of zonder begeleidende wijnen: een menu met aangepaste regionale Italiaanse wijnen kost 34,00, voor een menu zonder wijnen betaal je 27,00.Bij elk menu heb je de keuze uit een aantal voorgerechten, hoofdschotels, nagerechten en krijg je koffie als afsluiter. Natuurlijk kan je ook je eigen keuze maken. Aurelio is eveneens fier op zijn proevertjes, meestal drieerlei met o.m. een mini mozarella, toast tomaat en meloen met overheerlijke San Danielehesp.
Alleen al bij het overlopen van de kaart, loopt het water je in de mond. Aurelio goochelt met bijzondere combinaties zoals Carpaccio van Belgisch Rundsvlees met Parmigiano en een Rucola salade à lOrange, Panna cotta met Amarena kersen of Filet pur van Angus Beef met een Gorgonzola saus. Het proeven van deze originele gerechten is een echte verwennerij voor de smaakpapillen. Ze worden omgetoverd tot dé ontmoetingsplaats voor op het eerste gezicht paradoxale aromas die je tong strelen: zoet maakt zout het hof, zuur levert een strijd met zachtheid, frisheid gaat perfect gepaard met een wat zwaardere smaak Het is Aurelios lust en leven om steeds weer een andere en nieuwe persoonlijke toets toe te voegen aan elke bereiding. Zijn open culinaire geest heeft hij wellicht te danken aan de positieve invloed van zijn Mauritiaanse vrouw. Het meest opvallende voorbeeld is zijn osso buco, discreet gekruid met gember.
Een ander opmerkelijk verschil zijn de pastas. Aurelio is nog één van de weinige koks die ze allemaal zelf bereidt. Hij garandeert dan ook pasta van een ongeëvenaarde kwaliteit en versheid. Bovendien beleeft hij veel plezier en hecht hij een groot belang aan de verrassende vullingen. En dat proef je! Eén van de absolute toppers is het Trio van Ravioli bestaande uit eendenfilet, ganzenlever en eekhoorntjesbrood
Aurelio Giglio is een perfectionistische kok: vernieuwend en gedurfd op het vlak van de verrassende kruidenmengelingen, maar ook een vurige verdediger van een aantal tradities. Geraffineerde gastronomen worden hier niet om de tuin geleid! En zelfs al laat Aurelio zich beïnvloeden door de culturen die hem omringen, dan nog zal hij de klassieke receptuur nooit verloochenen.
La Scala kan je omschrijven als een traditioneel maar tegelijk ook een atypisch restaurant. Ondanks de overweldigende contrasten en paradoxen blijft La Scala op de eerste plaats een Italiaans restaurant.Subliem in zijn eenvoud
La Scala Waversesteenweg 132 1050 Elsene tel 02/514 49 95
Het Callens verhaal begint in 1922 wanneer Charles Callens zijn Brussels café verlaat en in Blankenberge hotel MarieJosé opent. Zijn zoon Jean keert in 1952 naar Brussel terug en vestigt zich in de Handelsstraat. Chez Callens wordt zeer snel het restaurant van de politieke-, zaken en financiële wereld. De wijk ontkomt evenwel niet aan een tijdelijk verval, bespoedigt door verschuivingen van de commerciële activiteiten, de belangstelling voor het betere restaurant dooft zienderogen uit en hij wijkt uit naar Ottignies.
Het horecabloed van de Callensfamilie bruist evenwel verder. Olivier en Jean die in het buitenland ervaring opdeden, beslissen het Callens-imperium nieuw leven in te blazen en de Brusselse link te herstellen. Zij vinden nabij de Louizalaan een prachtig pand en heropenen Café Callens.
Gezien de ligging is de aanpak eenvoudig: aan een lokale klantenkring moeten een elegante en aantrekkelijke sfeer naast een zo breed mogelijk aanbod van gerechten worden geserveerd. In het restaurant kan men terecht, zowel voor een dagschotel als voor een meergangenmenu. Uiteraard moeten de prijzen daarbij redelijk blijven. Zelfs de meest veeleisende klanten moeten hier kunnen komen met vrienden die misschien een beperkter budget hebben, zonder dat de een of de ander zich daarbij minder op zijn gemak voelt. Op deze principes is de formule van Café Callens gebaseerd.
Het is een Café omdat Olivier en Jean komaf wilden maken met het concept van het etablissement in de Handelsstraat, dat weliswaar gastvrij maar in de ogen van sommigen toch een beetje stijf was. Het eerste gedeelte van het nieuwe etablissement is dan ook een echt café, waar men ook welkom is om gewoon een lekker biertje te drinken.
Het restaurant speelt volop de kaart van de hedendaagse trends en tendensen. Niettemin is het aanbod, zoals eerder vermeld, zeer ruim. Gehaktballetjes in tomatensaus staan zonder blikken of blozen naast tarbot en, in het seizoen, de lekkerste wildgerechten. De gemeenschappelijke noemer bij dit alles is smaak. Jean, die de scepter zwaait in de keuken, terwijl zijn vrouw Valérie over het restaurant waakt, doet op dat vlak geen enkele toegeving.
Op de kaart staan inderdaad nog altijd gerechten uit de burgerkeuken, maar met een hedendaagse aanpak: moderner en eenvoudiger, in de positieve zin van het woord. Lekkere gerechten dus, even heerlijk als de klassieke versies, maar open voor een smaakvolle, moderne benadering. Smaak is een gemeenschappelijke noemer waaraan geen toegevingen worden gedaan.
Na twaalf maanden activiteit heeft Café Callens duidelijk een eigen plaats verworven bij de klassieke etablissementen, waarop de tijd nauwelijks vat lijkt te hebben. Hedendaags, maar niet afhankelijk van de mode, hip, maar zonder het zweverige dat daarbij lijkt te horen. Ideaal om even aangenaam te verpozen.
De prairie, dat wil zeggen: het grasperk dat bij mooi weer als terras dienst doet, is in de wijk een must geworden en aan het eind van de week doet Café Callens, met zijn jong en dynamisch team,qua sfeer absoluut niet onder voor de meer ambitieuze clubs.
Café Callens, aan de voet van de IT Tower, Emile de Motlaan, 1000 Brussel (tegenover ter Kameren abdij).Geopend van maandag tot en met zaterdag (behalve op zaterdagmiddag) van 7.30 uur (ontbijt!) tot 24 uur.