Van treinen en hun dienstregelingen, daar kennen wij toch wel wat van. Nu zijn we ons aan het bekwamen in busdiensten. De website van De Lijn blijkt onbruikbaar te zijn, dan maar via de NMBS opzoekingen doen. Lukt nog aardig ook ! Vandaag plannen we een reis naar Belsele, drie tot vier verschillende voertuigen hebben we daar voor nodig ! Maar het lukt perfect, ondanks een antipathieke buschauffeur in Sint-Niklaas. Iets meer dan twee uur zijn we onderweg langs Meir, Linkeroever en Sint-Niklaas dus, netjes volgens het boekje en met beperkte wachttijden.
Voor het eerst worden we gescand bij inschrijving, de wandelwereld wordt modern ! Het parkoers van 22 km bestaat ook hier uit een kleine en een grotere lus. Bij een frisse, winderige atmosfeer gaan we op pad. Voor de verandering langs een spoorbaan voorbij station Belsele. Heel wat bloeiende gaspeldoorn op ons traject. Een fietspad in het groen loodst ons terug naar de bewoonde wereld. De Vos Reynaertroute is nooit ver weg. We duiken een prachtig domein met ruime plas in langs de Pastorijwegel. Raken even aan het dorpscentrum bij zijn waterpomp met mooie beelden van vrouwen die de was doen. Langs de pastorij dan terug het domein in van kasteel en/of klooster. Op het grachtwater vinnige ‘chippekes’, in het water dreigende snoeken en een school goudvisjes zowaar. Leuke vijf kilometer tot de startzaal. We doen er en terrasje en een babbel met Annieken & Chris die nog moeten starten (langslapers geworden ?).
De spoorweg over nu richting Sinte-Barbarahoeve en dan de weidse landbouwgronden in. Bossen tekenen zich af op de achtergrond maar laten op zich wachten. Slingertarmacjes sturen ons door het open land dat stilaan opwarmt. De Marinswegel biedt onverhard en gaat over in de Puyveldewegel. Pad met houten balkjes, nattig langs dieper liggende gracht. Onbekend is mij dit niet maar duiden kan ik het nog niet. Er volgen een paar straten met een grote variatie aan bewoning, kasten van villa’s tot nederige werkman huizen en oude hoeves. Weduwe Vos Wegel, aha nu echt wel bekend terrein, althans voor mij. Nog even wat open weiland en een knuffel voor jonge paarden, dan duiken we een donker pad in. Heerlijk wandelen over smalle wegeltjes langs grachten met een aangroei van frisgroene varens en grote roos/paarse bloemen van rododendrons. Linda straalt, wat is dit leuk om stappen ! Net voorbij de kerk van Puivelde een erg kleine rustpost. Vinden een plekje om de bammetjes aan te spreken.
Volgen vervolgens een steenweg langs hooiland tot een splitsing, de 21 km krijgt een extraatje van een klein uurtje wandelen. Dokkeren de kasseitjes op van Helsvuur en zijn hoeves met melkvee. Stenenmuur is een verweerde tarmac in de polder. Hij zet ons af bij een kruisbeeld en het volgende kasseitje, de Waterstraat. Dra mogen we het veld in aan de overkant van de gracht en dan rechtdoor lopen tot het Vijfdorpenpunt (Stekene, Kemzeke, Belsele, Sint-Pauwels en Sinaai). Wij kiezen er voor het fietspad langs de diepliggende heel heldere Molenbeek terug naar Puivelde (Belsele). Nemen onze pauze in het bushokje onder de kerktoren. Zijn het eens, deze tocht kan niet meer stuk. Voor Linda is daarenboven alles nieuw en zij glundert dus extra.
Een tweede keer de steenweg op tot de splitsing en dan even wat huisjes kijken in Sinaai. De weg gaat gauw over in rechtdoor door het groen, weliswaar met een zoom van prachtige rode beuk. We passeren het lokale bedevaartsoord van de Boskapel en stappen dan inderdaad door gemengd bos. Wordt omgezet in bosrand met weidse zonnige vergezichten tot we weer de spoorbaan bereiken. Onze wandeldag zit er op. Hebben ruim de tijd voor een Duvelke en een vrolijke babbel met Patje Kloek. Busje komt laat maar net op tijd voor onze aansluiting in Sint-Niklaas. Op Linkeroever nemen we de voetgangerstunnel en dan de 295 tot Hemiksem. Vlekkeloos deze reis met De Lijn en een prachtig parkoers met dank aan de Steinbockvrienden. Voldaan gaan we de avond in.
De bezuinigingsfobie van De Lijn daagt ons uit. Eerste bus van Boom naar Dendermonde om 10:30 ! Maar wij zijn geen doetjes, wel wandelaars. Vertrekken om 08:00 vanaf de Boomse Markt over de beide waterlopen richting Prayon-Rupel. Pijltje voor fietsers richting Puurs, meer hoeven we niet. Wandelen zo’n 6 km ‘immer gerade aus’ langs de spoorbaan maar wel in het groen tot station Puurs. Hebben ons opwarmertje daarmee gehad.
Vandaag staat de wandeltocht in het teken van het Klein Brabantse witte goud, asperges. Korte opdracht dus van slechts 21 km. De langste afstand krijgt meteen een extra lusje aangeboden van ruim 4 km. Corrie, nog een beetje moeilijk te been maakt er dankbaar gebruik van. Via Hof Ten Berg duiken we de weidse akkers in, granen in de was en natuurlijk bloemkolen, de echte trots van Puurs. Keren op onze stappen terug door de prachtige vallei van de Vliet. Haast dichtgegroeide beken, donkere plassen en een grindpad dat ons tussen al dat moois doorloodst. Heerlijk stukje natuur tot de watertoren. Nog even een ommetje langs de oude spoorbaan richting Dendermonde, een toertje langs de markt op het kerkplein. Fraaie opener dit.
Het langere werk begint met nogal wat straten richting Fort van Liezele. Zien we de omgeving eens bij ontluikend maïs i.p.v. de twee meter hoge planten. Maken een kwart van de plas rond en gaan dan weer tarmac lopen richting Breendonk langs Essendries. Het ommetje stuurt ons finaal naar Kalfort en zijn woonwijk Fabiolapark. Ik ben hier heel bekend wegens net geen twintig jaar werkzaam geweest. Pauzeren doen we in een splinternieuw maar veel te klein dorpshuis. Kunnen nog net twee stoelen bemachtigen en een terrasje doen met zicht op een hypermoderne stenen kruisweg, massieve beelden.
De Hobohemmers en Patje Kloek blijken ons voor te gaan op de lus van de 21 km. We volgen even de spoorweg, omgekeerde richting van daarstraks en duiken dan de weidse velden in. Weilanden zijn steevast omgetoverd tot een gele zee van boterbloemen. De paden liggen er stoffig bij in de Kleine Amer. Een tarmacje slingert ons door het groen richting Ruisbroek en nog eens de spoorbaan bij het station aldaar. Nog één wijkje en we duiken moerassig groen in. Heerlijk stukje natuur langs helgroene kroosgrachten. Stukje spoorbaan (nog eens) en dan het Coolhembos. Schitterend biotoop met tot onze verbazing een gracht die ooit dienst deed als waterweg in verbinding met … de Rupel en Hemiksem ! Na het Fabiolapark pauzeren we een laatste keer in Kalfort. Het is er al wat rustiger.
De laatste drie kilometer wordt niet veel soeps meer, denken wij. Strookje spoorbaan uiteraard maar dan wordt het tot onze verbazing weer feest. Een heel leuke oude kasseiweg in het groen zet ons af bij de expresweg en dan duiken we meteen de velden in met de magistrale kerk van Puurs als baken. Het geurt er zowaar naar daslook. Mobieltje geeft signaal, Martin zit op ons te wachten ‘voor een kop koffie’. We reppen ons naar de finish voor een toch gezellige babbel met onze onfortuinlijke wandelmaat. Hij ligt echt wel in de lappenmand met een geblokkeerde knie. Linda krijgt hem aan het lachen met haar verhaaltjes over ons wedervaren. Na en uurtje of zo nemen we afscheid … busje komt zo. We duimen voor je makker !!
Op zondagochtend ontvluchten we Hemiksem. De gemeente organiseert de jaarlijkse garageverkoop en om 08:00 ziet het er al ‘zwart’ van het volk. Langs Kerkeneind, Cleydaellaan en A12 is het 5 km wandelen tot het Edenplein in Wilrijk. Deze wijk werd blijkbaar als motel gebouwd voor de Wereld Expo van 1958. We kunnen meteen een terrasje doen en genieten van een kopje koffie aangeboden door de Stroboeren. Veel bekenden ook met Patje Kloek, Corrie en de Jakke met wederhelft, net als Bea en Jerome. Het parkoers oogt prachtig en komt zoals Linda al ontdekt had tijdens haar fietstochtjes tot randje Hemiksem. Kan ik meteen een ‘eigen’ omloop bedenken, wat ik maar al te graag doe, beetje dwarsliggen.
Maar we gaan stappen ! Duiken meteen het groen in over een gelig grindpad langs de Kleine Struisbeek richting U.I.A.. Vervolgens ,na een splitsing, onderaf de E19 langs opvallend veel populieren. Vanaf de Losweg (verwijzend naar een oude spoorbaan) is het straten lopen langs een nieuwe wijk in volle opbouw tot rustpost De Schrans. Zijn slechts 4 km ver maar babbelen toch even bij met ons aller Herman. Hebben een etappe van ruim 8 km voor de boeg die volgens Linda (Nijlen) zeker de moeite waard is.
Passeren een Bufferpoel met onze kwakende vriendjes en stappen dan richting en rond de sportterreinen van Kattenbroek, over een Finse piste. De Edegemse Bergen, lang geleden dat we er nog eens door liepen. Prachtige woeste natuur door terreinen die ooit opgespoten werden bij de aanleg van de E19. Is al serieus bebost gebied met beekjes, poeltjes maar ook enkele kale zandvlaktes. We volgen aan de overkant even de Kontichse steenweg bij Groeninghe. Keren op onze stappen terug onder een brug en duiken opnieuw het prachtige domein binnen. Ziet er hier wel anders uit met een tarmacje en later zandwegen tussen overwegend berk en wilg. Er hangt een merkwaardige geur die mij aan gekonfijte vijgen doet denken, geen idee waar die vandaan komt. Na een lange, prachtige omzwerving bereiken we een golfterrein en terug de Losweg. Deze lus was inderdaad schitterend.
Na de welgekomen pauze trekken we verder. Over de kasseitjes rond het Edegemse Hof Ter Linden en vervolgens langs het immens grote RVT Immaculata. Dan gaat het rechttoe, rechtaan naar Fort V – waar we netjes rond lopen over een fietspad in het groen. Vreemd, waarom niet door het park ? Later zal blijken dat de pijler van dienst zich van laantje vergist had. Er zin ergere dingen in het leven. Aan de overkant van de Prins Boudewijnlaan traditiegetrouw wat villaatjes kijken en dan onder de E19 door richting Volkstuintjes. Ook Fort VI negeren we en stappen meteen naar Park Steytelinck, zijn zeer gemengd publiek qua leeftijd en kleur en zijn mooie fonteinen. Pauzeren doen we op een bankje in de zon, onder de witte kerktoren.
De kortere afstanden beginnen aan hun laatste etappe wij moeten nog richting Bist en Wilrijkse straten en achterafjes tot de A12. Aan zijn overkant bereiken we algauw vissersclub De Meyvis en Fort VII. Mogen nu wel heerlijk flaneren onder oude bomen langs de ruime plas, schitterend ! Even een stukje beton langs de wielerpiste van Wilrijk en we duiken voor de tweede keer binnen de paar weken het Schoonselhof binnen. Schitterend hoe de rode beuk ons in volle ornaat ontvangt. Kikkers kwaken in de vele poelen, overal rondom de laantjes straalt het prille groen. Het is wel opletten met de bepijling die zuinig is en soms te laat aangebracht. Er blijken zich nogal wat wandelaars in te verslikken en daar zijn wij voor één keertje niet bij ! We verlaten de begraafplaats bij de Uno-laan, die we ten einde lopen tot bij de baseballers van Pioneer. En dan gaan we uitgebreid genieten van Fort VIII, één van onze favoriete biotopen. Mogen er haast helemaal rond lopen met nog een extraatje rond de voetbalvelden van Berkenrode. Elastische 8,3 km zowaar maar van heel hoge wandel kwaliteit.
Berkenrode, we doen er een uitgebreid terras met onze Borgerhouters en Hobohemmers. Zullen zowat als laatsten terug vertrekken voor een eigenzinnige 7 km. VN-laan, Moerelei en Valkenisseweg, we kennen het uit het hoofd. Langs de Witte Hoeve en de Groenenhoek lopen we de eerste kilometers van onze klassieke GR-tocht naar ’t Stad. Bij het zigeunerkamp verlaten we het parkoers en keren langs het Mastenbos naar Hemiksem terug. Ik reken dat we zo’n 38 km in de benen hebben vandaag. Was een heel aangename tocht waarbij de afpijling soms toch wat te wensen overliet, een aandachtspunt. Het volgende lange weekend plannen we, nu we helemaal autoloos geworden zijn, Puurs, Belsele en Elewijt. U leest het vast wel weer …
Vandaag betreden we onbekend gebied, een strook van Vlaams-Brabant die ons niet echt aanspreekt, the forecast is low. Twee busritten ver en we stappen het piepkleine parochiezaaltje van Ramsdonk binnen. Lange Jan van de Police de Bruxelles is er guitig als altijd. De langere afstanden (25 km max.) gaan meteen hun eigen weg langs een tarmacje met bermen van fluitenkruid. We duiken de open velden in met de bruggen van Tisselt op de achtergrond. We wandelen er niet naartoe, zoeken de straten en achterafjes van Kapelle-Op-den-Bos op. Bogaertsbrug over het zeekanaal en nog meer straten, een wijk van recente signatuur. Dan een graspad en vrij ruime omzwerving langs weilanden en nog kale akkers tot de rustpost in het stamcafé van onze gastheren, de Plekpot. We kunnen er een terrasje doen, lekker warm ondanks een toch wel strakke wind.
Duiken voor de lokale lus onder de spoorbaan Mechelen – Dendermonde door en wandelen langs ontluikende patatten en nog groene granen in de was. Bij Koningsteen heffen de kikkers een welkomstlied aan. Oxdonk lees ik op een naambord terwijl we door een beetje bebost gebied een diepliggende beek volgen. Vervolgens een lange dreef van populieren met een zee van gele boterbloemen in de wei. De Katrienbrug over bij het Bos van AA (oude weg naar Hombeek) en vervolgens een eikendreef, ons eerste tarmac in deze lus van 7 km. Maïs steekt het koppetje boven, knorretjes voelen zich goed in de wei. Dit is een prachtige groene etappe, een oase van rust ook. In de Plekpot hebben we een gezellige babbel met Nadia en haar vriendin. Ook zij reageren uitgelaten op die mooie lokale lus.
We moeten opnieuw de Bogaertsbrug over en wandelen onderaf het station van Kapelle. Genoeg tarmac, denkt de parkoersmeester, en hij stuurt ons een pad van steenpuin op. Verderop is het graspad pas gemaaid de wandelaar ter wille. Koeien, denkelijk net van stal, komen nieuwsgierig maar ook beducht neuzen naar die onbekende tweevoeters. Een leuk jong dreefje aan de overkant van een baan en dan terug de zandpaden op richting spoorweg. Infrabel investeert er in nieuwe tunnels en spoorbiels. We zijn terug in Ramsdonk. Worden nog langs een Mariagrot, met stenen uit Maredsous gebouwd, een bouwvallig kasteel en kerk zonder haan geloodst, terug naar de startzaal. Weer zijn we zeer te spreken over deze landelijke etappe.
Hebben nog een uurtje stappen voor de boeg. Opnieuw de weidse velden in, stilaan richting A12. De weergoden laten zich van hun slechtste kan zien met een plensbui van een tiental minuutjes. Achter Hof Ter Molen wacht heerlijk slingertarmac in het groen gevolgd door prachtige dreven rond de hoge hagen van het kasteel van Houtem. Onze gastheer is van het betere ras. Hij kan ons dan het kasteeldomein wel niet aanbieden maar blijft ook lekker weg van asfalt door ons langs een smal zandpaadje tegen de omheining te loodsen. Een laatste dreef met statige platanen, het centrum van Ramsdonk komt in zicht. De startzaal ligt er haast verlaten bij. Wij hebben een uurtje tijd om twee Duvelkes te degusteren tot de bus naar Willebroek. Ik laat niet na de helpers te feliciteren met hun echt wel mooie, groene tocht. Aangenaam verrast zijn wij.
Hebben drie busritten voor de boeg over Willebroek en Boom. Toch staan we op vijf kwartier in de huiskamer. Kan ook niet elke week gezegd worden. Ja, voor deze tocht geldt zeker ‘keer ne kier were’ !
06.05.2015 StreekGR Kempen van Meer tot Hoogstraten
Ik ben al drie uur onderweg als ik van de bus stap bij de Sint-Rosaliakapel in Meer. Maakte wel een ommetje langs de garage in Kontich maar toch, het was een verre busreis. Het is zonnig, warm en winderig als ik het rode fietspad volg in noordelijke richting over het betonnen bruggetje van de Mark. De omgeving is weids, landelijk met hoeves, melkvee en ook heel wat (plastieken) serres. Dit is een aardbeienstreek. Ik loop vanaf Ipenrooi, zo’n 2500 meter verder, vooral betonwegen door de landelijke omgeving. Volg de Steek-GR Kempen. Even een bosje en bij het uitkomen ervan een bizarre markering. Lijkt alsof het houten paaltje met de tijd een kwartslag verdraaid is, puzzelen dus en mij baseren op de tekst die gelukkig wel de juiste richting aanwijst. Merkwaardig zicht verderop waar kersenbomen volledig onder zeil staan. Toch is een houtduif er in verdwaalt geraakt, ze zoekt wanhopig naar een uitgang. Ik volg het Paterspad tot de bewoning van Mariaveld en de Bredaseweg, lijk voortdurend tegen de Nederlandse grens aan te lopen. Pauzeer na een ruim uur stappen in een bushokje en versterk de innerlijke mens met een heerlijk stuk Antwerps gebak, een ‘vliegende schotel’.
Loop nu echt Nederland binnen ter hoogte van Heerle, zijn Blauwbossen en Goorkensdreef. Na wat huisjes kijken stap ik voorbij een plas naar een fraaie dreef die uitmondt op een brede zandweg. In de verte pronkt de magistrale kerktoren van Hoogstraten. Loop opnieuw een bosstrook in en passeer rivier het Merkske. Dan volgt opnieuw de open ruimte overspannen door jagende wolken. Pauzeer een tweede keer op een bankje. Ik loop moeizaam vandaag, lijk wel lood in de benen te hebben. Brede zandwegen voeren mij in de richting van twee kerken, magistraal in Hoogstraten, minzamer in Minderhout. Naar deze laatste gemeente loop ik toe. Bij de grote kapel O.LV. van den Akker stuurt de route mij zuidelijker voorbij de Withofhoeve en uitzicht op een windmolen. Ik wandel richting Begijnhof en besluit even het centrum van Hoogstraten in te lopen. Heb honger en trakteer mezelf op een frietje, gezeten op een terrasje onder de kerktoren.
Al heb ik dan nog maar 17 km in de benen en is het nog maar 14:00 ik heb echt geen zin meer in wandelen richting Wortel. Besluit dan maar de bus terug naar Antwerpen te nemen. Heb mijn dagje niet ! Een kwartiertje later barst er plots een daverend onweer los. Mensen vluchten kletsnat de bus op. Besef dat ik echt wel aan iets ontsnapt ben want heb niet eens regenkledij bij. Zou dit nu mannelijke intuïtie geweest zijn ?
Gisteren liepen we nog eens ons toertje door de parken van ‘t Stad tot Sint-Jansvliet, algauw zo’n 25 km. Alleen op de Meir heerst enige drukte, cafeetje ’t Zand biedt voldoende vrije plaatsen op z’n gezellig terras. Kan ik nog eens een Triple d’Anvers degusteren, pittig beetje amber biertje.
Vandaag bestaat onze aanloop van 3500 meter uit de Antwerpse Singel van station Zuid tot station Berchem. Bus 420 doet de Rooseveltplaats niet meer aan. Een vlotte rit van 35 minuten zet ons af centrum Zandhoven en bij Fanfare Sint-Amelberga, tocht die ik nog nooit wandelde en Linda slechts één keertje jaren geleden. Geen bekenden in de zaal en een parkoers dat uit twee lussen bestaat.
Beginnen er aan met de 14 km zoals de parkoersmeester het ons aanbiedt. Het is even wennen aan de vrij donkere pijlen. Het zwerk ziet ook al grijs maar thuisblijven dat doen we niet. Langs brede paden stappen we tussen hooi- en weilanden richting autobaan. Brug over en we zijn in Halle (Zoersel). Geheuvelte biedt ons heel wat bospaden aan die wel stuk gereden zijn door zware machines. Beetje technisch dit. Bij een stoeterij improviseert de parkoersmeester met zijn grasmaaier een pad tot rustpost ’t lekker Koeike. We komen er Willy & Annie tegen. Ik heb één vraag voor jullie, zeg ik. Het antwoord is ‘ja’ repliceert Willy gevat. Uitleg en commentaar zijn voor ons allen gelijk. We hadden het zien aankomen maar kunnen het toch moeilijk van ons afzetten. Hopen dat het voor allen in de juiste plooi valt.
Na de pauze loodst een pracht van een kastanje dreef (met kaarsen) ons richting Gescheurde Heide. Hoe we het voor elkaar kregen weten we niet maar we missen een afslag naar links gemarkeerd door 5 pijlen ! Worden door een lokale bewoner dan ook nog eens fout weggestuurd en hebben meteen een extra kilometer in de benen. Het regent zachtjes als we langs een grote plas lopen en vervolgens door jong bos de anti-tankgracht volgen. Een heel eind verder duiken we onder de autobaan door en zetten langs halfopen terrein koers naar de bewoonde wereld. Een rood fietspad loodst ons naar Massenhoven. Een laantje in het Begijnenbos, wat huisjes kijken en dan volgt het Gemeentelijke Speelbos. Bij Het Veld lopen we opnieuw in de bebouwing. Achterafjes loodsen ons terug naar het chalet van de fanfare. Einde eerste oefening.
De tweede lus is 19,5 km lang. Beggard loodst ons over tarmacjes door open terrein, voornamelijk weilanden. Zwaluwen razen aan hoge snelheid laag over het terrein, er is regen op komst. We komen bij een andere snelweg uit, volgen zandpaden afgezoomd met nogal wat brem. Hooidonck lees ik op een naambord bij een RVT. Lopen nu lange dreven in het groen terwijl weelderige partijen paardenbloemen voor extra kleur zorgen. Pauzeren doen wij bij een kleine visput waar alles in gereedheid wordt gebracht voor enkele uurtjes dobber turen. Een korte pauze en we stappen verder over een smal pad richting een domein. De parkachtige omgeving blijkt ook Zorgverbijf Hooidonk te noemen en lijkt op een voormalig klooster. Aan overkant van een drukke baan loodsen achterafjes ons door villa’s tussen de rododendrons. Vanaf Witte Hoeve wachten enkele lange kaarsrechte grint- en zandpaden door de Stille Kempen. Helaas vinden de weergoden dit het juiste moment om ons copieus te begieten. Als natte eenden bereiken we de rustpost in een manege waar ex-collega Benny en zijn dame de enige wandelaars zijn. Er drentelt nog een koppeltje binnen, het zijn de enige wandelaars die wij tijdens deze lus zullen ontmoeten.
Het miezelt nog een beetje als we aan de laatste opdracht beginnen. Roosten loodst ons door halfopen gebied. We passeren nog eens de visput van daarstraks waar de deelnemers aan de prijskamp allemaal ‘onder zeil’ zitten. Voorbij het RVT wachten alleen nog tarmacjes door open land en een vervolg langs straten van Zandhoven. Zijn om 16:00 binnen en wachten een uurtje op de bus. Groot is onze verbazing als deze uit omgekeerde richting blijkt te komen. Naar Berchem loopt over Massenhoven en naar de Rooseveltplaats over Halle legt de chauffeur uit. Wij gaan voor de tweede optie, die was er nu eenmaal eerst. Binnen de vijf minuten zijn we ook op weg naar Hemiksem, een meevaller. Geen onaardige Kempentocht dit en toch wat dun beklant met net geen 700 wandelaars. Volgend weekend trekken we denkelijk naar het ons onbekende Ramsdonk en naar Wilrijk, onze buurgemeente. Tot dan …
De ‘feuftig’ brengt mij binnen het halfuur van Aartselaar tot bij het busstation van Rumst. De startlokatie van de Drie Rivierentocht ligt net om de hoek. Ik heb er dan al wel een opwarmertje van 3,5 km langs Cleydael opzitten. Linda is reeds aangekomen met ‘stalen peird’, een ritje van zo’n 15 km. Heel wat bekenden trouwens, Boechouters Jakke en zijn Madam, Willy en z’n vrouwtje uit Mortsel maar ook Jean & Liliane uit Anderlecht zowaar. De opdracht is korter dan verwacht, een kleine 26 km langs de waterlopen van de Rupelstreek.
We starten langs de Rumstse visvijver ‘Hoop Op Beet’ en door het gemeentelijk park waar dit jaar nog geen kikkers kwaken. Voor een voorlopig laatste keer stappen we over de Nete langs de blauwe brug. Deze gaat voor 5 maanden dicht wegens herstellingswerken. De roestplekken op het metalen gebinte zijn inderdaad duidelijk zichtbaar. Aan de overkant verlaten we snel de oever en duiken puur natuur in. Netels kunnen er gemeentjes prikken aan de beentjes. Duiken onder de E19 door en stappen met de Jakke als metgezel de eerste straten van Walem tot de klassieke rustpost in het, intussen vernieuwde, schooltje. Slechts 5,2 km op de teller en we lopen dus gelijk door.
Een strookje groen binnen voormalige abdij Roosendael en dan villaatjes kijken langs de Beukendreef. Aan de overkant van een drukke steenweg ligt het Fort van Duffel. Sinds een paar jaar kunnen we ook hier een aardig lusje lopen rond de plas en gebouwen. Bij Ter Elst weten we de rust bij Natuurpunt in de Mosterdpot nabij. Kunnen er zowaar een terrasje doen na 10 km wandelplezier. Voor de Jakke gaat het niet snel genoeg en hij muist er vanonder. Aan een gezapiger tempo volgen wij hem door het frisgroen, jong bos, verbaasd opkijkend naar pijlen van de Kadodders die hier volgende zondag blijken door te lopen. Lijkt ons een nieuw parkoers voor deze club. Onder de nieuwe Netebrug door bij de AWW-plas en dan erover. We volgen het rode fietspad langs de drukke spoorlijn tot centrum Duffel. Bij de ruïne duiken we het stille stadspark in voor een lange omzwerving door zijn groen en waterpartijen. Watervogels zijn er nauwelijks, die zitten waarschijnlijk goed verscholen te broeden. Een pauw toont ons hoe mooi hij wel kan zijn. Langs de Nete lopen we terug naar de spoorbrug en dan de steenweg over. Komen Nestor tegen die net het lusje door het kleine bos van de Goorbosbeekvallei twee keer heeft gelopen. Wij houden het bij één keer en pauzeren even later weer bij Natuurpunt. Ze schenken er heerlijke Gagelaar en we laten ons verleiden, sponsoring voor de natuur zeg maar.
De terugweg vatten we aan langs een gracht onderaf de Nete. Hele zwermen muggen dansen langs het stilstaande water, het lijkt soms wel een zwart gordijn. Bij Roosendael gaan we de Rupeldijk op, niet te veel gehinderd door fietsers van allerlei pluimage. We duiken opnieuw het domein in en stappen langs de merkwaardige liggende bomen en gitzwarte waterpartijen. Op 50 meter van de rustpost in Walem slagen we er in fout te lopen en opnieuw de heenweg aan te vatten. Gelukkig ben ik bij de pinken en keer tijdig op mijn stappen terug. Wel merkwaardig dat wij over de aangegeven 4,2 km ruim 70 minuten wandelden. Nomineren de Kleitrappers dan maar voor de trofee van JPD, deze van de kartonnen meetlat.
Niet getreurd echter, het is mooi lenteweer en de tocht is prachtig. De laatste etappe wandelen we aanvankelijk langs de Netedijk terug richting Rumst. Een Hollandse rivierboot houdt er een slakkengangetje van een paar km/uur aan. Trouwens zelden dat we hier zo’n grote vaartuigen zien. Voorbij de brug onder de E19 duiken we de Oude Nete armen in. Puur natuur en voor één keer droge paden, zelden meegemaakt en het is nog maar begin mei. De kerk van Rumst doemt op, den Duvel wacht. Samen met Nestor doen we een terrasje op de speelplaats. Rond 17:00 wordt de terugweg aangevat, elk met z’n eigen vervoermiddel en pk’s. Het was een leuke, aangename wandeldag vandaag.
Bus 772 vertrekt van de Rooseveltplaats met een twintigtal passagiers aan boord, zo’n 15 vrolijke wandelaars en een vijftal ‘ongelovigen’. Deze laatsten stappen onderweg af, het clubje stappers reist mee tot ‘terminus Stelplaats Zandvliet’. Het is algauw een uurtje reizen maar slechts 400 bijkomende meter lopen tot het aftandse startzaaltje Ruige Heide. De opdracht bestaat er uit drie lussen van respectievelijk 15, 6 en 4 km.
Even weifelen welke kant op en weg zijn wij, de bossen van donkere spar en frisgroen loof tegemoet. Bij grenspaal 261 splitsen de drie parkoersen. Wij beginnen met de 15 km en lopen vrijwel onmiddellijk alleen door domein Stoppelbergen. Voorlopig houden we het vlak en zanderig. Een open ruimte is dicht begroeid met heide. Langs het hekwerk van basis Woensdrecht komen we op bekend terrein. Hier wandelden we al komende vanuit Nederland met de Krabben en De Arend. Een strook met winters ogend, hoog opgeschoten geel gras, pas bewerkte nog kale akkers. Stappen tenslotte langs een gracht tot Camping De Watertoren, blijkbaar in Bels. Kunnen er zowaar een terrasje doen al oogt het zwerk intussen grijs.
Na de boterham vervolgen we onze weg voorbij een honkbalterrein. Stappen jong bos binnen, kuierend over van die heerlijke slingerpaadjes. Fort van het Moretusbos lees ik op een bord. Is in feite een omwalde kampplaats inclusief slotgracht. In vroegere tijden blijkbaar gebruikt door Spaanse en Franse legers. Heerlijke beukendreven komen nu aan bod, met ontluikend groen en rood blad. Komt mij bekend voor en inderdaad, we passeren het zomerhuisje van het Putse kasteel Ravenhof. We lopen er van weg over paden tussen de weelderige rododendrons, een paar stroken rustende heide ook. Langs een droge gracht bereiken we grenspaal 259 en een akker ‘grenspatat’. Enkele paardenweiden dan met het kabaal van de A12 op de achtergrond. Heide wordt terug jong bos en dra zitten onze eerste 15 km er op, net voorbij grenspaal 260 en een oud maar schattig dorpsschooltje.
Hoog tijd om nog eens een terrasje te doen. Veel bekenden zijn er niet behalve dan clubmaat Jakke en zijn dame, tot onze verrassing de broertjes De Keyser ook. De volgende etappe bedraagt dus 6 km en is binnen de grotere eerste lus getekend. Stoppelbergen dus en deze komen nu toch wel aan bod tijdens de licht golvende tweede helft van de etappe. De eerste helft loodste ons over brede zandpaden langs waterpartijtjes. Ons voorlaatste terrasje doen we met Geertrui en Jan (met de pijp) en dus een leuke vlotte babbel. Zij hebben een lusje achterstand op ons, wij hebben nog 4 km voor de boeg. Opnieuw Stoppelbergen in dus voor een afwisseling van brede zanderige paden in het frisgroen en duistere wegeltjes onder dreigend donkere spar. Het geurt er nadrukkelijk naar look al kunnen we er de oorsprong niet van vinden. Derde keer bij grenspaal 260 en het schooltje, de Duvel wenkt.
Wat dollen met Lange Jan en lopen achter Jack en zijn Antwerpse vrouwtjes aan terug naar de bus. Ruim 20 wandelaars reizen mee richting Koekenstad waar elkeen zijn eigen richting uitgaat. Duizenden lopers reppen zich intussenover de Leien, elkeen in zijn eigen tempo. Wij nemen tram 24 tot het Schoonselhof. Op ’t Kiel een stevige plensbui, die gelukkig voorbij is als wij de terminus bereiken. Net als vanmorgen leggen we de resterende 3,5 km af met onze eigen 2pk’s. Hebben zodoende ons doel bereikt, +30 km. Voor volgend lang weekend plannen we Rumst op vrijdag en Zandhoven op zondag. U leest het vast wel weer …
Het ACOD en Linda Minne zijn vandaag solidair, ik zal streek wandelen ! Bij gebrek aan openbaar vervoer wandel ik eerst over het wekelijks marktje van Hemiksem. Koop wat vers gebakken kibbeling want daar zijn wij dol op. Iets na 10:00 ga ik dan op pad voor een knooppuntentocht van net geen 30 km. Het zwerk voelt zuur aan en is grijs, onaangenaam. Ik verken de nieuwe lus door Hemiksem die niks om het lijf blijkt te hebben. Huisjes kijken tot de rand van het Mastenbos en door de witte wijk. De steenweg loodst mij naar het veer van Callebeek. Het is leuk wandelen langs de Scheldeoever tot het parkje rond de Sint-Bernardus abdij. Het is intussen al middag en dus hoog tijd voor een boterhammetje.
Stap vervolgens verder over de monding van de Vliet en zoek nummer 18. Vind alleen maar nummer 82 in de aangegeven richting. Onderaf Interescaut langs populieren in ontluikend blad en weelderig bloeiende paardenbloem. Langs een berkenlaantje komt ik bij het Tolhuis uit en dat was ook de bedoeling. Ga nu langdurig de Rupeldijk bewandelen. Even een ommetje in Niel en dan langs Kim’s Place tot in ’t Hellegat. Voorbij de dreigend zwart dorpskerk stap ik richting Noeveren en de musea ter herinnering van de steenbakkerijen uit vervlogen tijden. Bagger mij vervolgens door wegenwerken en een stille straat met arbeidershuisjes een weg tot de achterkant van station Boom. Het is er muisstil, treintje komt niet vandaag.
Ga het rode fietspad op langs de spoorbaan tot randje Niel. Bereik zo, na een intussen derde pauze, het hoogtepunt van mijn wandeldag … de oh zo prachtige vijvers en jonge bossen van de Walenhoek. Een fuut met baby op de rug peddelt haastig van mij weg, waterkiekens verzamelen driftig materiaal om hun huisjes mee te bouwen. Vissers turen zwijgend naar hun dobbers, zelfs de honden blaffen hier niet. Wat een zaligheid bij een intussen heerlijk lentezonnetje. Na deze leuke omzwerving volg ik opnieuw de spoorbaan tot station Niel. De nummering is even weer warrig maar ik heb terreinkennis. Krijg nog een leuk wilgenlaantje aangeboden midden de paarden en ezels, een fiere haan staat fotogeniek te wezen. De Oude Bosstraat loodst mij door landelijk Schelle. Van de Tuinlei gaat het richting Zinkval en de koetjes van Hemiksem. Even langs de Vliet, ik ben bijna thuis. Plof er in een zetel, ben zeven uur op stap geweest. Wanneer is die volgende staking ook alweer ?