Vanaf metrostation Hermann-Debroux hangen de ‘marche’ pijlen overdadig, haast om de 20 meter langs de boulevard tot het Sint-Lutgardiscollege. Het is er erg stil, te stil naar mijn smaak al zijn de IJsetrippers talrijk vertegenwoordigd en broederlijk aan één tafel verzameld. Le Pied de Mortier valt binnen met een volle bus volk, eindelijk wat ambiance in de keet. Het parkoers is fel aangepast door de opvolger van Jan, die trouwens present is. Ik zit met vraagtekens, het zal me benieuwen.
Na een hartelijke begroeting van Katrien trekken we er op uit voor onze 30 km zondagse wandeling. Klassiek door het stadscentrum naar het parkje van Bergoje. Omdat de 5 km er een lokale lus maakt, laten we aanvankelijk het Rood Klooster links liggen. Moeten een eindje de Waverse Steenweg op en pikken pas terug met het groen in bij de tweede kloostervijver. Onder de brug door dan en de kasseitjes van Drijborren op. We delen Zoniën met veel joggers en … muggen ! Gaan langdurig zachtjes klimmen langs de Diependelleweg en het onvolprezen en oh zo mooie Varensvoetpad, ingebed tussen heuvels van varens en ranke beuk. Tamboerdreef wordt Wolvendreef nadat we mee door een paardentunnel gelopen zijn. Stilaan wandelen we het bos uit bij de Willeriekende Dreef. Storen ons aan het feit dat Wabo zijn wandellinten heel onzorgvuldig heeft verwijderd. Kan niet vrienden ! De parkoersmeester laat ons wat villa’s bewonderen op grondgebied Overijse alvorens koers te zetten naar de kerk van Jezus-Eik. Onder zijn kerktoren, in het verloederde ‘salle paroissiale’ mogen we een eerste keer pauzeren. Is wel nuttig na 1:40 stappen over zogenaamde 8 km.
Voorbij de Bosuil stappen we meteen terug het Zoniënwoud in, meteen op grondgebied Tervuren ook. De parkoersbouwer heeft zo zijn eigen wegen al komt de Kleineflosdelleweg ons zeer bekend voor natuurlijk. We lopen een heel eind aan de rand van de bebouwing maar nog steeds in bos, de geur van daslook nadrukkelijk in beide neusgaten. Dan volgt een pracht van een grasvallei, de Koninklijke Schenking zoals we ze zelden bewandelen. Het volgende kaarsrechte bospad ligt er vettig en ruim bepoederd met pas afgevallen blad bij. Herinneringen aan de stormachtige dagen eerder deze week. Een dreef van heerlijke rode beuk zet ons af bij ‘rotte’ kassei. We missen er een foeterende Herman al kan Linda er ook wat van. De parkoersmeester kent zijn vak. Hij loodst ons over alleraardigste wilgenpaadjes tot bij het centrum van Tervuren en zijn prachtige kerk. Langs het Hof van Melijn lopen we weer de bebouwing uit. We stappen de drukke steenweg over en wandelen verder door Oppemse achterafjes tot de tweede rustpost in een sporthal. Weer ruim bemeten deze 8 km.
Zijn net op tijd binnen om een heuse ‘drasj national’ te vermijden. Doen een ‘klappeke’ met Luc (Kessel-Lo) en Xavier en denken met medelijden aan Jean & Liliane die op de lokale lus nu vast de weergoden trotseren. Wij zetten onze weg verder, terug richting Brussel. Steegjes zetten ons af bij een brug over de hoofdstedelijke ring. Dan volgt de ellenlange Oppemlaan tot in centrum Stokkel. Het lijkt vervelend maar is het niet. Na de lange bosetappes is het leuk wandelen tussen huizen en met prachtige rood gebladerde bomen. Een parkje, de oude spoordijk die van … Oudergem komt, we duiken onderaf naar de Dumontlaan. Door de oudere, grijze sociale woonwijken stappen we naar de klassieke rustpost Malou. Hebben er dan 21 km opzitten en zijn zeer te spreken over het parkoers. Ik geef Kathy en Hans mee dat wat nu volgt mij een raadsel is, lijkt op een grote lus door de bebouwing van de beide Woluwes.
We beginnen met het OLV-straatje en de Lenneke Marekapel, de Woluwebeek ook, goed zo. Stappen dan de drukke steenweg over voor een stevige klim door de moderne buildings van de Jardins Saint-Lambert, ik hou mijn wandelhart vast. Blijkt dat tussen de vele moderne woontorens door een pracht van een wild gelaten groen pad loopt. De parkoersmeester maakt er dankbaar gebruik van tot ons groot jolijt. Er steekt een stevige wind op als we het bos/park van Roodebeek bereiken. Leuke strook dit, ook al dankzij het korte bezoekje aan de gelijknamige vogel- en dierentuin. Dan gaan we straten lopen, erg pittig op en neer. Solleveld, Windmolenberg, de kerken van Sint-Lambrechts en Sint-Pieters. Het lijkt allemaal een beetje doelloos en vooral langdradig. Nog maar eens ‘ à l’elastique’ tot controle Aperitivo, waar we Club Standard zien kastijden.
Hebben nog een drietal kilometer voor de boeg. Linea recta naar het Park van Woluwe nu, met zijn vele waterpartijen en jonkies van watervogels. Merkwaardige moderne kunst ook en zowaar een eekhoorntje dat voor onze voeten loopt. De spoorbaan op dan, nu toeristisch wandelpad tot een doorsteekje langs prachtige nieuwbouw. Bij Hertoginnendal weten we de finish vlakbij. Er wordt druk nagekaart bij Duvel, Leffe en Chimay Blue. Denkelijk een parkoers met 10 tot 15 % extra kilometers. Ons hoor je niet klagen, Jan en de Police de Bruxelles, hebben meer dan waardige opvolgers gevonden in La Bruegelienne en hun bevlogen parkoersmeester. Een tocht die volgend jaar zeker weer op ons programma staat wegens meer dan geslaagde vernieuwing.
Zo’n dertigtal dapperen beantwoorden de oproep van Kim en zakken af naar het station van Dendermonde. Meer bepaald de plaatselijke Panos waar gastvrouw Sarah ons charmant ontvangt en nog wat warmte geeft, ook al met een bakje koffie tot we ons in het avontuur storten. Storten is vrij letterlijk te nemen want het water valt gestaag uit de grijze hemel. Na 100 meter heb ik het al begrepen, nota’s nemen wordt onmogelijk vandaag, het zal van mijn stilaan vermolmde grijze massa moeten komen om een verslag te pennen. Kim loodst ons uiteraard voorbij het beeld van de Vier Heemskinderen en door het Pionierspark. Dan gaat het naar zijn tweede hobby, het spoor. Langs de vele ijzeren wegen die Dendermonde rijk is tot het perron van Sint-Gillis. Zijn reputatie eer aandoende zorgt onze gastheer voor zo veel mogelijk onverhard, langs patatten en zowaar wilde paddenstoelen. Bij het volgende station is de eerste wagenrust, letterlijk want de koffer van onze Kim’s auto doet dienst als ‘dagwinkel’ met cola en snoepjes. We kunnen schuilen onder de fietsrekken van station Lebbeke. Even op adem komen van het vele hemelnat.
Fffiiet, daar gaan we weer. Het stramien blijft hetzelfde. Bakken hemelwater en we ploegen ons waar mogelijk door het natuurlijke of door de mens bewerkte groen. Spoorbanen zijn nooit ver weg, soms moeten enkele straten overwonnen worden. Een intussen kletsnatte bende bereikt de Leirekensweg, fietspad tussen Aalst en Opwijk. De hemelsluizen trekken stilaan dicht, wandelen wordt wat aangenamer. Toch zijn we blij onder de Opwijkse kerktoren in een cafeetje onze boterham en schuimend vocht te kunnen verorberen. De vaste stamgasten kijken verstoord. Wie zijn die bende slordige onverlaten die hun zaterdagse pint komen verstoren. Ze snappen het blijkbaar allemaal niet zo goed.
Heb medelijden met de verkleumde marktkramers die nauwelijks kooplustigen zien bij de uitgeregende jaarlijkse lokale bloemenmarkt. Ben zelf ook een beetje ongerust voor de derde etappe van 12 km. Zat de vorige 8 km niet lekker in het ritme. Maar zie, ik pik snel op terwijl we door steegjes en Opwijkse straten verder trekken. Dit wordt de mooiste etappe beloofd Kim mij. Spoedig zal blijken dat hij mij niks op de mouw spelt. Leuke veldwegen langs bewerkte akkers en bosranden. De eerste glooiingen in het parkoers ook, we naderen stilaan Brussel. Af en toe trekt de groep op een lint voor weer eens een smal paadje onder frisgroene bomen of de modder van bonkige veldwegen. Kim trekt alle registers open en loodst ons door een fraaie bosstrook, klimmend ook. Een groepje met ondermeer Paul en mezelf verachterd stilaan. Bij een rood licht in centrum Asse zijn we het spoor van de hoofdmacht bijster. Geen nood, één van Kim’s helpers loodst ons naar de rustpost. Prachtig ouderwets cafeetje trouwens met authentieke toogmeubelen. Hoog tijd om uitgebreid van een Duvelke te genieten en ik kan dit zowaar op een terras, bij een pleintje in Asse waarvan ik het bestaan niet kende.
Net als enkele anderen neem ik afscheid van de hoofdmeute en rep mij naar het station van Asse. Bij het opstappen van de trein stroomt het water weer over onze hoofden. In gedachten zijn we bij de ruim 20 dapperen die doorzetten tot het bittere einde. Zo’n 10 minuutjes later zijn wij terug in Dendermonde, hebben wij 5 uur over gestapt nota bene. Op weg naar huis, in Zele kom ik een mede treinslaafje tegen. Samen sporen wij naar Antwerpen, mij verontschuldigend voor mijn uitzicht als modderduivel. Weten we weer wat vertellen aan ons clubje maandagochtend. Linda pikt mij op in Berchem. Ik kijk terug op een leuke wandeling, Kim doet dat echt wel goed. In Lier hoop ik er opnieuw bij te zijn, met echt wandelweer dan.
Eén autoritje en vier treinritten, meer hebben we niet nodig om onze bestemming te bereiken vandaag. Over Antwerpen-Berchem, Antwerpen-Centraal, Roosendaal en Tilburg komen we netjes volgens het boekje in Boxtel aan. Het kan dus nog, service geleverd door de spoorvreters der Lage Landen ! Meteen bij het station genummerde wandelpijltjes, zal straks bij het huiswaarts keren ruime tijdswinst opleveren. Door stille straten slingeren we richting Dommel en even verder het ruime startlokaal in het Jacob-Roelandslyceum. De container met materiaal van de organisatoren staat gewoontegetrouw voor de deur. Eigenlijk zijn we hier kind aan huis al lijkt de groep helpers ons wel gewijzigd sinds ons laatste optreden zo’n twee jaar geleden. Volledig vernieuwd parkoers zegt het dametje bij de inschrijftafel. In ben popelend om het te ontdekken.
Beginnen vrij klassiek aan deze tien-tien-tien tocht. Recht naar het domein Stapelen met zijn waterpartijen en prachtige rode beuken. Dan onder de spoorbanen door langs wat ik de ‘koetjestunnel’ noem. Vervolgens door een bedrijvenzone, we weten dat het één keer nauwelijks anders kan. Maar dan dient het eerste eikenlaantje langs akkers en weilanden zich al aan. Het voert ons naar rivier de Beerze. Vanaf de oever die we volgen heerlijk kuieren langs het water met z’n tientallen leliebladeren. Dan volgt de eerste echte bosstrook, nog steeds parallel met de rivier die blijkbaar een facelift heeft ondergaan. Lijkt mij de aanleg van een overstromingsgebied net voor ie de bebouwing bereikt. De langere afstanden mogen vervolgens de open ruimte in. Wat men hier de heide noemt is eigenlijk hoofdzakelijk droog pijpenstrootje en wat verspreidde boompjes in soms grillige vormen. Koekoek en specht laten zich nadrukkelijk horen. Een kudde wilde paarden laat zich de kop op hol brengen, denkelijk door enkele fietsers. Ze rennen vervaarlijk af en aan de brede wandelweg, komen even verder toch tot rust. Jongere wandelaars kijken ons bezorgd aan, we stellen ze gerust, gewoon doorlopen maar. We passeren enkele stroken bewerkt land, ontluikend zomergraan. Stappen nog eens de Beerze over en volgen brede paden langs diepe, roestbruine grachten. Een kudde runderen, die wij hier vorige jaren al ontmoetten, houdt ons van op afstand in de gaten. Pauzeren doen we aan de rand van de weg, bij een omgebouwde werfwagen. De Keistampers verzorgen hun gasten tot in de puntjes. Er blijkt een fietstoer voorbij te komen, de 100 km van Tilburg. Aan de overkant van de weg zit een kroostrijke familie ganzen in het moeras.
Het tweede tientje begint bij het dal van de Beerze. We lopen langs de rand van een prachtig moerassig biotoop, met tal van waterplanten, vennetjes en tal van onzichtbare vogels die hun hoogste lied ten gehore geven. Paradijselijk is dit ! De parkoersmeester zorgt voor een pauze over landelijk tarmac en de typisch Brabantse hoeves, de kozijnen steevast groen geschilderd. We duiken een tweede keer het dal van de Beerze in, rondden eigenlijk het gebied vanaf de rustpost. Dan volgen graspaden, dijken eigenlijk, tussen akkerland en Beerze moerassen. Een langgerekte waterpartij met brede rietkraag ligt er stralend bij. We lopen weg van het water nu. Zoeken zandpaden op langs berk en haast zomers geurende spar. Waden door halfopen puur natuur stilaan naar het gebied met gele stekels van daarstraks. Mogen er nu uitgebreid van genieten langs kuddes runderen en paarden, tot rust gekomen bij drinkplaatsen. Schitterend toch dit heide- en vennengebied waar geen bebouwing te bespeuren valt. Alle afstanden, tenminste vanaf de 20 km komen samen. Wij krijgen het gezelschap van Hein uit Bladel. Stappen keuvelend de woongemeenschap van Roond binnen op weg naar onze tweede wagenrust op een pas gemaaide weide. Het is er nog behoorlijk druk. Elkeen geniet met volle teugen van het geïmproviseerde terras in de zon. We horen cijfers van 1.800 wandelaars gespreid over de twee dagen, een voltreffer voor deze regio.
Leveren onze startkaarten in bij iemand van de organisatie en beginnen aan onze laatste etappe. Klassiek nu langs het Mari Klijnpad en verderop ondermeer het Groot Hulsven. Opvallend weinig kikkergekwaak toch en helemaal geen kreisende meeuwen meer. Het was hier ooit anders. Er wordt ook gewerkt. Grote happen gewas zijn verdwenen, tot herstel van de oorspronkelijke begroeiing begrijpen wij. Vonden de ‘ersatz’ anders ook wel mooi de vorige jaren. Duiken dieper de bossen in met zijn ondergroei van ‘klokkebeesen’ en dennen de jonge vingers fier rechtop. Brede zandpaden loodsen ons naar Het Loo (dierencentrum). We zoeken de rand van ontluikende maïsvelden op tot ons volgend riviertje zijnde de Kleine AA. Weer zo’n heerlijk biotoop om volgen. De kleinere afstanden lopen een eind met ons mee. Worden met pendelbusjes aan en af de laatste rustpost gevoerd zodat ook zij natuur kunnen lopen. Een fantastisch initiatief van de Keistampers ! Stappen dwars door het gemillimeterde weiland van een kudde jonge paarden. Zij gunnen de tweevoeters geen blik waardig. Even wat asfalt en dan onze laatste waterpartij, het Smalwater. We zijn terug in Boxtel. Steken twee ‘ting-ting-ting’, drukke spoorwegen over en gaan op zoek naar een cafeetje, wat niet zo evident is als een Vlaming denkt. Toch raken we aan een Tripel Karmeliet alvorens de terugreis aan te vatten. In Roosendaal doen we er elk nog royaal een Duveltje bij aan € 6.00 het stuk, woekerprijzen !
Kijken terug op een fantastische wandeldag. De Keistampers staat al jaren borg voor één van de mooiste wandeltochten uit de Lage Landen en dat was vandaag niet anders. Een pijnlijke linkervoet neem ik er dan maar voor lief bij. Dinsdag komt het verhaal van Peter Heesakkers die met stijgende bezorgdheid op ons wachtte in het lyceum. Hij zette blijkbaar de organisatie in rep en roer tot iemand onze startkaarten te voorschijn toverde. Ja, de rust keerde weer over Boxtel …
Het is lang geleden maar het is nog eens zo ver, we gaan een weekendje wandelend Nederen. Rudy (Hove) houdt ons vanmorgen gezelschap vanaf Antwerpen-Berchem. In Brugge zit de bus richting Breskens meteen afgeladen vol met wandelaars en dit ondanks de concurrentie van IML Blankenberge. Allen hebben we één doel, de Ridderstraat in Sluis. Onze gastheren, Voor De Wind, pijlen netjes de weg naar de startlocatie. Ondanks een ‘pelouse’ en een aangebouwde tent is de ruimte veel te klein voor het hoofdzakelijk Belgische wandelgild. Aan koffie geraken blijkt al evenmin mogelijk, het is er een heuse overrompeling. We komen ook Claire en de onfortuinlijke Jean-Pierre nog eens tegen. Blij dat we ze nog eens zien, voelen mee met pechvogel JP die er het beste van maakt en toch nog steeds aan de wandel is, gelukkig maar.
Zoals wel meer de laatste tijd valt het parkoers uiteen in een korte en een lange lus. We pikken eerst het stadslusje van 4300 meter mee. Een pauw toont ons meteen al zijn mooiste voor- … en achterkant. Dan gaan we een landdijkje op, zijn boorden overwoekerd door het in bloei staande pannenkoekenkruid. Al is de wind dan zuur, de zon doet moeite om ons te verwarmen. Het plattegrond van de dijk doet ons fel aan Hulst denken, al is de bebouwing hier minder uitgesproken, ja komt er zelfs wat weiland voor. We passeren de Westpoort en stappen over de Parmabrug, de vaart naar Damme dwarsend. Een ooievaar zit verscholen hoog boven ons in zijn nest, vast wel te broeden. Lopen een minimum aan stads- en winkelstraatjes alvorens onze lus vol te maken. Er kan nu wel een soepje en een koffie af, een babbel met Lydie’s wandelclubje ook.
We gaan op pad voor het grotere werk. Weer een andere landdijk op tegen de zure wind in. De polder doorkruisen we stappend over een assepiste. De parkoersbouwer probeert ons zo veel mogelijk van drukke verkeersaders weg te houden. We duiken onderaf nog meer de weidse akkers in, langs een heus grenspad aan de zwart-witte markeringspalen te zien. Bereiken zo Retranchement en de rustpost in een tentje op een gemaaid grasland. Het is er behoorlijk druk, we vinden een paar stoelen bij Rudy & Rik (Bornem).
De 30 km heeft er een lange omzwerving van zo’n 13 km voor de boeg. Een schelpenpaadje, ons welbekend, loodst ons langs een kanaal de ‘seaside’ tegemoet. Kort klimmetje na een brugje en daar ligt de Zwinmonding is zijn volle glorie. Het is extreem laag tij en er zijn nauwelijks vogels te bespeuren. Zal wel aan het broedseizoen liggen, denken we dan. Hoog boven het prachtige biotoop wandelen vinden wij nog altijd uniek. We stappen tot Cadzand-bad en gaan er de zeelijn volgen tot vrijwel voorbij de bebouwing. In de verte blinken de torens van Vlissingen en liggen een paar zeeschepen voor anker. Moeten terug de polder in richting Cadzand-dorp. We worden over een fietspad tot bij windmolen ‘Nooit Gedacht’ gebracht. Pauzeren op het terras van cafeetje ‘In De Buitenlust – 1909’. Zijn er haast moederziel alleen. Vinden het intussen onwaarschijnlijk hoe meerdere wandelaars rechtdoor lopen bij het kruispunt, het naar onze smaak duidelijk neergezette ‘rustpost’ bord straal voorbij lopend.
Wandelen na de verfrissing even richting dorp en vervolgens door een woonwijk van recente signatuur. Maar dan gaat het rechttoe, rechtaan opnieuw de polder in over hoofdzakelijk grintpaden. Opvallend veel ontluikende biet in de zandgrond. Waar het even kan duikt de parkoersbouwer een natuurgebiedje en dus een graspad in. Het zal ons afzetten bij een merkwaardig slanke molen in Retranchement. De laatste pauze wenkt in een haast verlaten rustpost.
Mogen de Wallenroute volgen nu, rondom het dorp en aanvankelijk over grintpaadjes. Bebloemde struiken geuren er heerlijk. Killedijk wordt puur beton tot Fort Berchem dat verwijst naar Spaanse Linies uit vroegere tijden. Er rest niets meer van dan een grasheuvel omringd door een gracht. Zeedijk, zegt het naambord, ook uit vervlogen tijden waarschijnlijk, want nu een landelijk fietspad, wel kaarsrecht. Hij zet ons af bij de brede Provinciale weg en de Zwinbrug uit 1952. Een laatste slingerpad door de akkers, zijn tekening doet ook denken aan vroegere wallen. We hebben de finish bereikt. Lopen gelijk door, de stad in en zijn drukke winkelstraten, op zoek naar een terras dicht bij de bushalte. Bezondigen ons ruim een uur aan ‘mensen kijken’ met opvallend veel honden in buggy’s. Het lijkt een nieuwe rage te zijn. Reizen tevreden terug af naar het binnenland. Was misschien een tocht met twee gezichten, wallen en polder, maar de organisatie haalde uit het landschap wat er in zat, een hele verdienste toch.
Wegeniswerken maken het reizen met het openbaar vervoer richting Poederlee een tijdrovende belevenis. Dus halen we de auto van stal, hij is door vadertje staat weer voor een jaartje vergund. Het is behoorlijk mistig onderweg, gelukkig met toch voldoende zichtbaarheid. Parkeerwachters wijzen ons een veilig plaatsje aan in een nieuwbouwwijk nauwelijks een paar honderden meter van het Mollenhof, onze uitvalsbasis vandaag. Hebben 36 km bij de Zandstappers voor de boeg.
We starten langs de dorpskerk en aanpalende kroeg ‘in de hemel’. Draven door een andere recente woonwijk richting eerste zandpad en sparrenbosje. Wandelen verderop langs de Boskapel en door landelijk gebied richting voetbal terrein van KFC Lille. Onderweg staan de rododendrons al in bloei, toch ook erg vroeg voor hun doen. Paardenbloemen in pluis kleuren weilanden melkwit. De zon breekt stilaan door de mistlaag heen, het wordt een mooie dag. Halfopen landelijke Kempen loodst ons naar de Visbeekvallei en zijn wat nattere bossen. We passeren een paar langgerekte vijvers in puur natuur. Brede rechte zandpaden duiken op. Linda meent de omgeving te herkennen, is hier beter thuis dan ik. Plots staan we voor voetbalkantine De Kroon. Natuurlijk, Herentalse Wandelclub had hier vroeger steevast pauze tijdens hun Driekoningentocht ! We sluiten aan bij Agnes & Willy (Grashoppers) onder zeil voor ons koffietje en een gezellige babbel. Hebben 7,7 leuke kilometer op de teller staan.
We lopen terug richting Poederlee, meestal door bossen met een prachtige ondergroei van frisgroene varens. Passeren de kapel van Zittaart en helgroene, pas geoogste hooivelden. Je ruikt er de adrenaline die de boer het korte gras heeft toegediend ter motivatie voor een tweede oogst later deze zomer. Tarmacjes sturen ons nu richting Heggekapel. Geen wandeling in Poederlee zonder deze trekpleister ! Een strookje bos nog en we gaan de open ruimte in op grondgebied Vorselaar. Zandpatat is er op rijen gepoot, snakt naar hemels water om te ontluiken. Een bruggetje loodst ons bij een waterval over riviertje de AA. Ettelijke honderden meter verder duiken we terug de Kempense sparrenbossen in. Zodra de afstanden 28 km en meer zich afscheiden zijn we plots alleen. We ruiken die heerlijke zomerse harsgeur voor het eerst, nog subtiel, maar je wordt er toch vrolijk van. Ik heb nochtans een mindere dag, zal het ganse parkoers achter Linda aan sjokken, ‘op slecht karakter’ zeg maar. De parkoersmeester verrast ons nog eens met een lusje langs de Kastanjehoeve en de bosrand. Op de akkers komt het eerste maïs voorzichtig piepen. Na 16 km onze tweede rustpost. Tentje bij de woning van een medewerker. Achter het huis liggen prachtige vijvers i.p.v. een tuin, echt wel mooi. Veel bekend volk overigens, de stoere rakkers van de 50km zoals daar zijn Jacqueline & Wannes, Marij & Willy, Nadia ook.
Wij hebben een ruime lus achterstand op deze vroege vogels. Na een blik op de villa’s van de Mereldreef duiken we de bossen in. Het wordt een lange omzwerving door het stille groen doorsneden met droge grachten. Ons totaal onbekend dit gemengd bos en we genieten dan ook met volle teugen. Deze parkoersmeester verrast ons danig vandaag en dat is natuurlijk leuk. Even raken we aan de Nete, duiken meteen terug het groen in. Een open plek is dicht begroeid met brem in volle bloei, een zee van geel tussen het donkere groen van vele sparren. Een schitterend gezicht. Nog een paar straatjes en we zijn weer bij onze gastheer. Zijn er alleen en dus kan er een gezellige babbel met de helpers af. De gulle gastvrijheid van de Kempen.
Pikken opnieuw de villawijk op zowat parallel met de vorige etappe. Rododendrons en azalea’s zorgen uitbundig voor kleur. Graspaden in bos dan, altijd heerlijk wandelen. Van die plezierige slingerpaadjes ook, zoals ik het graag heb. Even een wijkje met boompjes in het rode blad. Een achterafje voert ons naar de volgende bosstrook en brede grintpaden. We lopen er een ruim vierkant. Een specht timmert er lustig op los. We krijgen hem niet te zien al zit ie dan vlakbij. Het zwerk wordt donker, loodgrijs, er hangt onweer in de lucht. Maar voorlopig houden we het droog. Bij een uniek heuveltje in het parkoers komen we ons aller Herman tegen. De benen willen niet goed mee vandaag, zo blijkt. Bij de rustpost, midden in het bos, vraagt hij een lift naar het station. Ook hij heeft zijn dagje niet !
De eerste hemelse druppels kruipen in het zand als we aan onze laatste etappe beginnen. Zo lang we in het sparrenbos lopen geen probleem. Moeten echter de open ruimte in met zijn weidse akkers. De regenjassen worden boven gehaald. Er staat gelukkig geen wind en het is niet meer dan een mals buitje dat toch wel een halfuurtje zal aanhouden. De parkoersmeester stuurt ons Den Haert in. Hij laat ons heerlijk slingeren door het bosrijke, wat wilde biotoopje, een beauty. Dan daagt de AA op die we volgen tot een steenweg. Merkwaardig, links van ons schijnt de zon, rechts ziet de lucht donkergrijs, haast zwart. Toch kan het regengerief opgeborgen worden, we houden het droog tot de finish. Nog een paar achterafjes en dan is het tijd voor Duvel. Clubmaatjes Christine & Noel komen ook even gedag zeggen. Ook zij genoten van het fraaie parkoers dat de Zandstappers ons vandaag voorschotelden. We spreken af … tot zaterdag in Sluis !
Ik heb er een half uur studie voor nodig, over meerdere websites, om uit te vissen wat de snelste weg is om in Werchter te gaan wandelen. Kies voor station Wezemaal, te bereiken met het boemeltje vanuit Antwerpen. De treinbegeleidster kan haar oren niet geloven als we onze plannen uit de doeken doen. Ik doe er met binnenpretjes een schepje bovenop. Grijze vogels zakken traag naar Brussels Airport als wij onze 2,6 km lopen tot het Meanderpad. Ja hoor, de vwf pijlen hangen er, mijn zoekwerk is niet voor niets geweest ! We stappen door het bosrijke gebied over de Soldatenbrug (Demer) gezelschap gehouden door een paar koekoeken. Zo hoort het ook volgens Linda, tijdens de tocht van Werchter hoor je de eerste koekoek. Een geïmproviseerd pad loodst ons door grasland naar het volgende wegeltje en voorbij de verscholen Meulderskapel. Zijn ter start al ruim 5 km gevorderd.
Het is er trouwens behoorlijk druk zo rond de klok van 10:00. Natuurlijk komen we er vele bekenden tegen, lang of minder lang al niet meer gezien. We gaan op pad langs de Sint-Janskerk richting Demer. Moeten obligaat langs de festivalweide, hoe zouden we anders weten dat we in Werchter geweest zijn ? Landelijk gaat het verder, ondermeer voorbij een prachtige hoeve met gracht. Pauzeren doen we in Wakkerzeel, binnen de ommuring van een hoeve. Komen er Nestor en Cowboy Luc tegen, ook Willy en ega uit Mortsel. Net als we vertrekkenklaar staan voegen Mieke & Roland zich bij ons, we zullen samen de lokale lus volmaken. Landelijk paadjes die ik ken van eerdere GR omzwervingen loodsen ons naar Wespelaar. Tot mijn verbazing duiken we er als terugweg het Haachts Broek in, mij volledig onbekend. Heerlijke slingerpaadjes langs ontelbare populieren laten de wandelaar genieten. Vlondertjes zorgen voor vochtige ondergrond zonder overlast. Aan de overkant van een steenweg wacht een weelderig groen dijkje hoog boven een gracht. Wat is dit een mooie etappe ! De laatste kilometer lopen we landelijk gelijk met daarstraks. Ik breng hem keuvelend met Christine & Noël door, mijn andere maatjes lopen een heel eind voor mij op.
Het kasseitje voorbij de dorpskerk lopen we weer onder ons beidjes. Dan gaat het Dijlekant op, half kassei, half beton. We slingeren ons een weg tot een onverhard pad door arend graan. Komen weer bij het water uit, Dijle of Demer, ik heb er geen idee van. Bij de Rotselaarse watermolen ‘likken’ we even aan de steenweg en duiken terug de akkers in. Verwilderd koolzaad zorgt er voor kleur, de donkere kerk van Rotselaar kijkt dreigend over het landschap uit. Aan zijn andere kant wacht de rustpost bij de verenigde jeugd. Ook hier maken wij een lokale lus. Ze stuurt ons voorbij brouwerij Mena de kerkwegels in. De Molenstraat zal ons naar de Dijle loodsen. Heerlijk zwerven we mee met zijn meanders tot de kerken van Putkapel en Wijgmaal achter een bocht verschijnen. Naar deze laatste stappen we. Bij een sporthal een rommelmarkt. We keren ze de rug toe en worden langs een kronkeltarmac richting Wijgmaalbroek en zijn fietspad geloodst. Leuk stukje groen dit tot de steenweg bij de molen waar we daarstraks ook al wandelden. Lopen een tweede keer het Pad door de Rekken tot de rustpost. Hoog tijd voor een Duvelke !
We volgen nog een paar kilometer het parkoers langs het landelijke De Bimmen. Bij Hellicht & Heikant gaan we rechtdoor, hebben ruim de tijd tot de trein maar ik hou er dan graag een stevig tempo op na. Onze terugreis verloopt dit keer vlekkeloos langs de voorgeschreven treinroute. We hebben ruim de tijd voor een dutje. Kijken tevreden terug op een herontdekte tocht met toch wel wat verbeterde accenten t.o.v. onze herinneren. Slechts drie dagen werken en we komen weer tot leven …
Een blik op het openbaar vervoer en zijn aanbod van dit weekend dwingt ons de wandelplannen te wijzigen. Het is lang geleden en we hebben er beiden zin in, lopen een deel van de Scherpenheuveltocht die de Bosgeuzen elk jaar inrichten. Met de trein tot Bouwel duurt nauwelijks een halfuur vanaf Antwerpen-Berchem, zelfs met omleiding. Dus zijn we nog maar een uurtje weg van thuis als we naar de start wandelen, gelegen in een cafeetje onderaf de autobaan bij Grobbendonk. Tonia, Eddy & gezellen zijn dan al onderweg.
Na de koffie maken ook wij rechtsomkeer terug voorbij De Lindekens en dan de bosstrookjes in van de Kempense Heuvelrug, zand en sparren dus. Aan de overkant van de spoorlijn even wat tarmac maar vervolgens een graspad aan de bosrand, een GR route volgend. De landelijke omgeving verderop geurt nadrukkelijk naar ‘beer’, de boer is druk in de weer. Bij de Kapelstraat blijken we intussen al in Herenthout aanbeland te zijn. We gaan er de steenweg volgen richting waterachtige grens van Noorderwijk & Morkhoven. Waden nu door akkers met koren in de aren al was het al juni. De natuur doet gek dit jaar. Na een kleine twee uur wandelen pauzeren we een eerste keer in het Schedelhof, letterlijk te nemen want een museum van dierlijke schedels. Toch wel iets speciaals dit.
We vervolgen onze weg langs paardenweiden. Bertheide noemen de tarmacjes die we doorkruisen tot een waterzuivering. Opvallend toch hoe de paardenbloem nu al uitgebloeid is en in de witte pluisbol staat. Langs velden met opschietende gewassen stappen we richting een landdijk. De Spoorwegstraat is intussen een fietspad tussen bomenrijen geworden. Bij het opsnuiven van nog meer landelijke geuren kiezen we voor de Neerstraat en verderop de Oude Zoerlebaan. Rechtdoor tarmacjes waar Linda het even moeilijk mee heeft want ze zit in een dipje. De verlossing van café De Lindeboom in Zoerle-Parwijs komt dan ook niks te vroeg. Koffie zwart, bestel ik aan de toog. Kan niet anders meneer zegt de garçon, wij hebben geen witte …
Na de zwarte stappen we door het dorp richting café De Kruk en dan het fietspad richting Herselt op tot even voorbij de Nete en De Snepkens. Een breed grintpad stuurt ons rechttoe naar Het Rot en de bewoning van Herselt. Door hooiland dat net wordt binnen gehaald gaat het dan naar de Kapittelberg. Betonbaantjes loodsen ons verder naar Vorstheide en zijn bossen, Varenwinkel ook. Het bekende natte stukje en we zijn bij de kerk van Wolfsdonk. Het cafeetje van de oude uitbaatster staat er te verkommeren, wij doen even verderop een terrasje.
De laatste etappe begint met een afwisseling van bewoning en sparrenbosjes. Even een eerste heuvel op en we mogen chalets bewonderen. Testeltse kerkwegen loodsen ons naar zijn centrum. Het zwerk wordt grijs als we de zandstenen dorpskerk rechts laten liggen. Moeten spoorbaan en Demer over om richting Spellehut te stappen. Duiken er een holle, klimmende weg in naar de Wezelbaan en nog meer buitenverblijven. Bij een open plek komt de basiliek in zicht. Wij weten dat het hier, tussen Zichem en Keiberg nog behoorlijk ‘potig’ kan zijn. De parkoersbouwer spaart ons echter, het is vrij makkelijk lopen tot het centrum van Scherpenheuvel. Even langs de befaamde ‘kraampjes’ en we kunnen uitrusten in de binnenkoer van De Pelgrim.
Onze terugreis verloopt niet vlekkeloos. De bus heeft net te veel vertraging om in Diest de trein te halen. We pikken dan maar een frietje mee. Reizen met de trein doen we over Aarschot, Leuven en Mechelen, een omleiding waarvan ze in Antwerpen geen flauw benul hadden ! Tja, we leven in de eeuw van de communicatie …
Linda’s knie lijkt nog niet sterk genoeg om Brabantse heuveltjes te trotseren. Ze geeft dan ook forfait voor onze tocht in Ottenburg en de bepijling die wij samen gepland hadden. Ik trek er ‘s zondags dus alleen op uit. Volg de wijze raad van Jefke en neem de trein tot Florival. Twee kilometer verder sta ik in de Burgemeesterstraat van Sint-Agatha-Rode en kan de job gestart worden. Moet even in het ritme komen, is alweer van vorig jaar geleden dat ik nog pijltjes aanbracht. Na een ruim uur sta ik onderaf het Rodebos in Terlanen bij het enige cafeetje van mijn route. Hoog tijd dus voor een pauze en een babbel met een wielertoerist die van zijn aperitief geniet voor de dis van moeder de vrouw. Komt Nestor daar aanzetten. Hij kijkt bedrukt van achter zijn zonnebril. De oogoperatie geeft nog niet het gewenste resultaat en geduld is niet zijn sterkste gave. Ik laat hem bij zijn pintje en vervolg mijn opdracht terug het Rodebos in. Ben aangenaam verrast bij de rustpost en het verlaten voetbalveld. Een zee van geel verblind er haast het zicht, paardenbloemen in de wei. Vast een leuk moment voor de wandelaars morgen. Tijdens het fatsoeneren van de lokale lus wordt ik aangesproken door een Duitse familie. Zij lijken interesse te hebben in de organisatie, ik maak volop reclame. Terug bij de rust zijn John en zijn dame de frigo’s aan het vullen. Onze gasten komen morgen vast niets te kort. Ik rep mij terug naar de trein, begeleid door de eerste koekoek van de toch nog steeds prille lente. Thuis gekomen stel ik Martin ons alternatief voor, Bornem, hij pikt gelijk in, is slechts een uurtje autorijden vanuit Roosendaal.
Just in time draaien we haast gelijktijdig de parking op bij het winkelcentrum in ‘Beurm’. Het zonnetje stemt ons vrolijk, het bekijken van het parkoers ook. Dit wordt vast een topper ! Roos is nadrukkelijk aanwezig in de startzaal. Blijken wandelaars uit Zoetermeer te zijn, toch wel ver weg van Klein-Brabant. Herman heeft al honger, valt aan op koffiekoek en koffie. Wij gaan op pad, dwars door de stille Bornemse straten richting ondertunneling van spoor- en expresweg. Voorbij het gemeentehuis ook, versiert met grote hazen in alle kleuren, Bornem leeft ! Bij het vroegere Nutricia, nu Friesland-Campina (nietwaar Martin) gaan de langste afstanden er vandoor. Langs Roddam en cafeetje St-Vadde gaat het richting Buitenland, gehuchtje met mooie oude gebouwen. Dan de Scheldedijk op, tarmac die we delen met horden wielertoeristen, snel en minder snel. We duiken naar beneden bij De Notelaer, gerestaureerd Hof van Plaisance lijkt het wel. Martin is in zomerse vakantiestemming. Hij stelt voor van een koffietje te genieten op het grasperk, iets waar wij volmondig mee instemmen.
De kortste route naar Wintam wordt nu aangesneden. Mogen in eerste instantie heerlijk over de kasseitjes van de Notelaersdreef dokkeren tot de rustpost in Hingene, die wij uiteraard overslaan. Nog meer kassei dan door de Nattenhaesdonck tot bij een kapel. Stille straatjes voeren ons naar centrum Wintam waar we onze tweede pauze nemen in het Gemeenschapshuis. Hebben nu een lokale lus te stappen. Vrijwel recht naar de dijk van het zeekanaal en dan linksop richting zeesluis. Grap wat met een dametje uit Sint-Niklaas die ik steevast verwar met een wandelaarster uit Niel, ze lijken ook zo fel op elkaar ! Pikken een stukje Scheldedijk mee ter hoogte van Rupelmonde en duiken dan opnieuw de kasseitjes van de Nattenhaesdonk in. Maken een omzwerving langs kruisen die de Boerenkrijg gedenken en het standbeeld van Donatus Kwik. Besluiten met de kasseitjes van Polderdam tot ons tweede terras onder de Wintamse kerktoren. Genieten er van een lekkere Paix Dieu in designglas, pittig dingetje dit blondje !
Linda’s paraplu blijkt intussen van eigenaar te zijn veranderd, is niet meer te vinden in de zaal waar ze hem anderhalf uur geleden achterliet. Ze is er niet blij mee ! Maar we gaan verder op pad bij een stralend lenteweertje. Lopen een kilometertje extra over de kanaaldijk en duiken dan onderaf bij Eikerheide. Aanvankelijk betonpaadjes en, hoe kan het hier ook anders, bloemkolen. Vanaf een plantenzaak krijgt de 30 km echter een prachtig extraatje. Heerlijke dreven in het groen met een ondergroei van bloeiend pannenkoekenkruid. Ik ken dit van eerdere knooppuntentochten, vooral Martin is in zijn nopjes. Een laantje parallel aan een diepe gracht voert ons terug de open ruimte in. Links de prachtige rood/groene bossen van d’Ursel, rechts het uitzicht tot de ranke kerktoren van Wintam. Heerlijk wandelen is dit ! We stappen natuurlijk door het park/bos en langs het kasteel d’Ursel, voorbij afspaning d’Oude Poort ook, waar ik niet bepaald nuchtere herinneringen aan heb. Tijd voor een laatste pauze in Hingene.
De parkoersbouwer trekt een laatste keer alle registers open en stuurt ons langs de Hingense vijvers en vervolgens een kasseitje op dwars door de weilanden. Aan de overkant van de expresweg volgen alleen nog wat straatjes dwars door Bornem om uit te lopen. We hebben een waarlijk prachtige tocht gelopen, echt mooi werk van Kadee. Geraken ook nog van buiten droog thuis, al staan er onderweg heel wat plassen. Dinsdag ben ik dan weer op pad om pijltjes te verwijderen rondom Rode. Kan ik mijn eigen werk kritisch evalueren en leren van schoonheidsfoutjes. In het Rodebos voor het eerst de lekkere geur van daslook. Als ik na afloop op de bus wacht komt een viertal wandelaars aanzetten. Blijkt ondermeer de voorzitter van de Herentalse Wandelclub te zijn, die knooppunten volgen. Eén dag te laat, kan ik niet nalaten fijntjes op te merken, het is maar een grapje …