De Nederlandse dichter, schrijver en beeldend kunstenaar Jan Wolkers werd geboren in Oegstgeest op 26 oktober 1925. Zie ook mijn blog van 26 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Jan Wolkers op dit blog.
Uit: Langpootmuggen
Gek van het licht zeilen ze door het open raam naar binnen. Hun achterpoten slierten slap achter hun lichamen aan, willoos laten ze zich meevoeren. Maar hun voorpoten zwemmen begerig door de ruimte, omarmen schokkend het licht. Dan tuimelen ze verblind omlaag en blijven trillend op de grond zitten tot ze weer omhoog kunnen vliegen om in een laatste waanzin het gloeiende glas van de lamp te omhelzen. Met verbrande poten en vleugels vallen ze als een dor reepje boombast naar beneden.
- Ik moet het raam sluiten, mompelt hij.
Hij loopt naar het raam en sluit het.
Het zijn schepselen Gods, denkt hij. Ik mag ze niet willens en wetens door het executiepeloton van 150 Watt laten ombrengen. Jeltsma, ja, die vuilak. Die stak, op de verjaardag van Mies nog wel, de stekker van het elektrisch straalkacheltje in het stopkontakt. En maar op zijn dronken poten door de kamer waggelen. In de ene hand het brandende kacheltje en in de andere een stoel. En overal waar er een zat ging hij op de stoel staan en drukte het gloeiende deksel tegen het plafond. Het leek wel of er menselijk geluid uit die hete kabine kwam. Een deernis-wekkend gefluister dat overging in gesis van pijn. Ik moest ineens kotsen. Met samengeklemde kaken rende ik naar de W.C., maar terwijl ik de bril omhoog klapte zag ik dat er een motvisje in de pot liep. Ik kon niet op dat beestje kotsen en het met mijn bedorven eten doortrekken. Ik kotste naast de W.C. en met het maagzuur druipend van mijn kin zei ik tegen dat diertje:
- Ben jij zo laat nog aan de wandel, klein druppeltje kwik, voortschuivend traantje. Je kan hier niet meer uit, hè. Ik zal je helpen. Voordat die goorling komt en je boven op je kop schijt.
En ik pakte een W.C.-papiertje en liet hem er op lopen en zette hem
[p. 42]
op de grond.
- Ga maar gauw naar je moeder toe, zei ik.
Maar toen kwam Mies en die zei:
- Hoe heb ik het nou met je Johan, je zit naast de W.C. te kotsen. Je ziet alles dubbel.
Er was maar één motvisje, zei ik.
Ach, jij, je bent hartstikke teut, zei ze.
Ze trok me overeind en veegde in de keuken mijn gezicht af met een natte punt van de handdoek.
Toen ik de kamer weer binnenkwam had Jeltsma een krant op de tafel uitgespreid en daarboven keerde hij het straalkacheltje om. De krant lag vol afgebrande lucifers, kromgetrokken door de hitte.
- Willem Jeltsma, zei ik langzaam en nadrukkelijk, dat had je niet mogen doen. Je kan zelf nog geen spijker in de muur slaan, laat staan een langpootmug maken. God is duizenden jaren bezig geweest met die beesten. Ontwerpen... ontwerpen en nog eens helemaal opnieuw beginnen. Tot hij zag dat het goed was. Je kan het zien aan de vleugeltjes. Ze zijn van allemaal kleine stukjes aan elkaar gezet. Tot ze groot genoeg waren om te vliegen. En toen zei God:
Gaat heen en vermenigvuldigt u!
Maar die Jeltsma begint me straal in mijn gezicht uit te lachen.
Jan Wolkers (26 oktober 1925 19 oktober 2007)
De Engelse dichter, schrijver en biograaf Andrew Motion werd geboren op 26 oktober 1952 in Braintree in Essex. Zie ook mijn blog van 26 oktober 2007 en ook mijn blog van 26 oktober 2008 en ook mijn blog van 26 oktober 2009 en ook mijn blog van 26 oktober 2010
Uit: Andrew Motion on Keats (Lezing)
Why do we need a new life of Keats? In a way the answer is obvious. Even though three excellent biographies of him were published in the 1960s, the one that we know best in England is by Robert Gittings,. The two that you know best are by Eileen Ward and Walter Jackson Bate. Even though we have those excellent biographies, and even though we know now an enormous amount about his daily doings, our sense of him has changed in the last thirty odd years. Like all important writers, he turns in the wind of history, showing new facets of his genius to each succeeding generation. In another sense, the answer is complicated. The Keats that has been given to us is very finely figured but, generally speaking, held apart from the life of his times. The other great Romantic poets are routinely placed in the context of the French Revolution, of the war against Napoleon, of the repressive Tory government which was in power during the early years of the nineteenth century. Think about the way we think of Byron, who died for liberty in Greece, or Shelley wearing his politics on his sleeve, or Blake, being Blake. But "Little Junkets", as Lee Hunt famously called him - Keats is a charming voluptuary, gazing open-mouthed at beauty and truth, while others concentrate on the Bastille or Castlereagh. Clearly, there is a lot to value in the "old" readings of Keats, and equally clearly it would be ridiculous to turn him in to a narrowly political writer. He spends far too much energy trying to transcend time, to make that seem sensible. He's also too mercurial, too much what one of his publishers called, "a man of fits and starts". All the same, Keats doesn't get his just desserts, as a man or a writer, unless we put him in his place and wonder how he reflects the pressures which bore on him.
Sometimes this means defining his political beliefs, the staunchly liberal views, which in the early part of his short life were relatively simple and idealistic, but which towards the end, became much more intricate and refined. Sometimes, it means appreciating the ways in which he was shaped unconsciously.
Andrew Motion (Braintree, 26 oktober 1952)
De Amerikaanse schrijver Stephen L. Carter werd geboren op 26 oktober 1954 in Washington, D.C. Zie ook mijn blog van 26 oktober 2008 en en ook mijn blog van 26 oktober 2009 en ook mijn blog van 26 oktober 2010
Uit: New England White
On Friday the cat disappeared, the White House phoned, and Jeannie's fever said the sitter when Julia called from the echoing marble lobby of Lombard Hall, where she and her husband were fêting shadowy alumni, one or two facing indictment, whose only virtue was piles of money hit 103. After that, things got worser faster, as her grandmother used to say, although Granny Vee's Harlem locutions, shaped to the rhythm of an era when the race possessed a stylish sense of humor about itself, would not have gone over well in the Landing, and Julia Carlyle had long schooled herself to avoid them.
The cat was the smallest problem, even if later it turned out to be a portent. Rainbow Coalition, the children's smelly feline mutt, had vanished before and usually came back, but now and then stayed away and was dutifully replaced by another dreadful creature of the same name. The White House was another matter. Lemaster's college roommate, now residing in the Oval Office, telephoned at least once a month, usually to shoot the breeze, a thing it had never before occurred to Julia that Presidents of the United States did. As to Jeannie, well, the child was a solid eight years into a feverish childhood, the youngest of four, and her mother knew by now not to rush home at each spike of the thermometer. Tylenol and cool compresses had so far defeated every virus that had dared attack her child and would stymie this one, too. Julia gave the sitter her marching orders and returned to the endless dinner in time for Lemaster's closing jokes. It was eleven minutes before ten on the second Friday in November in the year of our Lord 2003. Outside Lombard Hall, the snow had arrived early, two inches on the ground and more expected. As the police later would reconstruct the night's events, Professor Kellen Zant was already dead and on the way to town in his car.
Stephen L. Carter (Washington, 26 oktober 1954)
De Zweedse dichteres en schrijfster Karin Maria Boye werd geboren op 26 oktober 1900 in Göteborg. Zie ook mijn blog van 26 oktober 2008 en ook mijn blog van 26 oktober 2009 en ook mijn blog van 26 oktober 2010
Clouds
See the mighty clouds, whose distant lofty tops proud, shimmering rise, white as white snow! Calmly they glide on, at last in calm to die below, slowly dissolving in a shower of cool drops.
Majestic clouds - smiling onward they go straight through life, through death in brilliant sun, in ether so clear and pure, dark care unknown, with quiet and grand contempt for their fate.
Would I were granted, festively proud as those, to climb where the bustle of worlds does not tread and bear the sunlight's golden wreath around my head no matter how angrily round me the storms' roar goes.
Evening Prayer
No time is like this one, the evening's final, silent hour. No sorrows burn any longer, no voices crowd any more.
Then take now into your hands this day that is past, like a token. For I know: into good you will turn what I have held or broken.
Evilly I think, evilly I act, but all things you heal and cleanse. My days then you transform From gravel to precious stones.
You must lift, you must carry, I can only leave all things behind. Take me, lead me, be close to me! Show me what you next may intend!
You
Cool is your voice as murmur of springs, and your being tartly fresh as the autumn's fragrant fruits. Clear in your eye rests high September's chill merriment.
A fountain you are, whose sunnily glittering beam, beautiful in its equilibrium, beautiful in its form-strict arc, beautiful in its strength, possesses the power to love limits and noble dimensions.
Hail to your playing calm, your springtime health! Hail to your spirit's sweet, godlike nobility, drawn in your features' purity and the singing harmony of your limbs!
Vertaald door David McDuff
Karin Boye (26 oktober 1900 24 april 1941)
Zie voor nog meer schrijvers van de 26e oktober ook mijn vorige blog van vandaag.
26-10-2011 om 19:25
geschreven door Romenu
Tags:Jan Wolkers, Andrew Motion, Stephen L. Carter, Karin Boye, Romenu
|