De Nederlandse dichter Pieter Cornelis Boutens werd geboren in Middelburg op 20 februari 1870. Zie ook alle tags voor P. C. Boutens op dit blog.
Uit: Strofen en andere verzen uit de nalatenschap van Andries de Hoghe
Tweede strofe
Onze vaders hebben ons niet geweten,
wij bleven voor hen als verstooknen;
alleen de blindheid onzer moeders
heeft ons vermoed en liefgehad.
De broêrs en zusters die daar waren,
onze aangewezene gelijken,
zij sloten rond ons donker heimwee
een bond van levenlicht verzet.
Uit onze weêrstandlooze handen
grepen ze ons deel van 't blinkend speelgoed
eerst met begeertes weiflen glimlach,
dan met het kort gebaar van recht.
Wrevel om deernis niet-te-deren
versmeet het waardeloos begeerde
als onzer oogen roerlooze aandacht
geen schaduw leed van spijt of wrok.
De kussen hunner korte liefden
bestierven op ons koele wangen;
de hartstocht onzer bleeke lippen
ontweek de rozen van hun mond.
Als die niet zijn bestemd te leven,
planten die in den dag verkwijnen,
zoo bloemeloos en bladerdonker
rees onze schaduw naast hun bloei...
O siddrend leed der ver bewusten,
o bitter hachelijke keuze
van ademloos te moeten wachten
op onberekenbaar geluk!:
zich liefdes eigen kindren weten,
en haren vollen dag verbeiden
in donkren schijn van liefdeloozen,
die nimmer zich verraden mag.
Sonnet XXVI
Het stolpend maanlicht huift den winternacht
In wazen plooien van doorzichtigheid.
Geen ster weet helder van de heerlijkheid
Waarin ik treed naar heerlijkheid die wacht...
Hoe ligt de lichte weg naar U gedacht
Recht door den stillen glansverstarden tijd...
Elk oogenblik is kort als eeuwigheid...
Wanneer heb ik deze' oogst van heil gepacht?
Gij zijt het kloppen van mijn hart, het licht
Dat in mijn oogen is, de boovne maan,
Gij zegent de aarde in mijner voeten val...
De wereld breekt doorzichtig als kristal:
'k Zie in bevrozen grond het gouden graan,
Ooglampen branden alom uit huizen dicht.
Pieter Cornelis Boutens (20 februari 1870 14 maart 1943)
De Amerikaanse schrijfster Ellen Gilchrist werd geboren op 20 februari 1935 in Vicksburg, Mississippi. Zie ook mijn blog van 20 februari 2009 en ook mijn blog van 20 februari 2010 en ook mijn blog van 20 februari 2011.
Uit: Nora Jane: A Life in Stories
She put on her shorts and shirt and found her sandals and wandered out into the backyard to pick the mirlitons from the mirliton vines.
A neighbor was in the yard next door. Mr. Edison Angelo. He leaned over the fence. "How's everything going, Nora Jane?" he asked. "How's your grandmother?"
"She's feeling fine," Nora Jane said. "She's fine now. She's out of bed. She can do anything she likes."
Nora Jane bent over the mirliton vines. They were beautiful, sticky and fragrant, climbing their trellis of chicken wire. The rich burgundy red fruit hung on its fragile stems, fell off into Nora Jane's hands at the slightest touch. She gathered a basketful, placing them carefully on top of each other so as not to bruise them. Mirlitons are a delicacy in New Orleans. The dark red rind is half an inch thick, to protect the pulp and seeds from the swarming insects of the tropics, for mirlitons are a tropical fruit, brought to New Orleans two hundred years ago by sailors from the Caribbean. Some winters in New Orleans are too cold for mirlitons and the fruit is small and scanty. This had been a warm winter, however, and the mirliton vines were thick with fruit. Nora Jane bent over her work. Her head of curly dark black hair caught the morning sun, the sun caressed her. She was a beautiful child who looked so much like her dead father that it broke her mother's heart and made her drink. It made her grandmother glad. Nora Jane's father had been her oldest son. She thought God had given Nora Jane to her to make up for losing him. Nora Jane's grandmother was a deeply religious woman who had been given to ecstatic states when she was young. It never occurred to her to rail at God or blame him for things. She thought of God as a fallback position in times of trouble. She thought of God as solace, patience, wisdom, forgiveness, compensation.
Ellen Gilchrist (Vicksburg, 20 februari 1935)
De Duitse schrijfster Julia Franck werd geboren op 20 februari 1970 in Oost-Berlijn. Zie ook alle tags voor Julia Frank op dit blog.
Uit: Die Mittagsfrau
Auf dem Fensterbrett stand eine Möwe, sie schrie, es klang, als habe sie die Ostsee im Hals, hoch, die Schaumkronen ihrer Wellen, spitz, die Farbe des Himmels, ihr Ruf verhallte über dem Königsplatz, still war es da, wo jetzt das Theater in Trümmern lag. Peter blinzelte, er hoffte, die Möwe werde allein vom Flattern seiner Augenlider aufgescheucht und flöge davon. Seit der Krieg zu Ende war, genoss Peter die Stille am Morgen. Vor einigen Tagen hatte ihm die Mutter ein Bett auf dem Boden der Küche gemacht. Er sei jetzt ein großer Junge, er könne nicht mehr in ihrem Bett schlafen. Ein Sonnenstrahl traf ihn, er zog sich das Laken über das Gesicht und lauschte der sanften Stimme von Frau Kozinska. Sie kam aus den Rissen im Steinboden, aus der Wohnung unter ihm. Die Nachbarin sang. Ach Liebster, könntest du schwimmen, so schwimm doch herüber zu mir. Peter liebte diese Melodie, die Wehmut in ihrer Stimme, das Wünschen und die Traurigkeit. Diese Gefühle waren so viel größer als er, und er wollte wachsen, nichts lieber als das. Die Sonne wärmte das Laken auf Peters Gesicht, bis der die Schritte seiner Mutter hörte, die sich wie aus großer Ferne näherten. Plötzlich wurde das Laken weggezogen. Los, los, aufstehen, ermahnte sie ihn. Der Lehrer warte, behauptete die Mutter. Aber der Lehrer Fuchs erfragte schon seit langer Zeit nicht mehr die Anwesenheit der einzelnen Kinder, die wenigsten konnten noch jeden Tag kommen. Seit Tagen gingen seine Mutter und er jeden Nachmittag mit einem kleinen Koffer zum Bahnhof und versuchten, einen Zug in Richtung Berlin zu bekommen.
Julia Franck (Oost-Berlijn, 20 februari 1970)
De Vlaamse schrijver David Nolens werd geboren in Antwerpen op 20 februari 1973. Zie ook alle tags voor David Nolens op dit blog.
Uit: Fifty ways to become a famous artist
5. Hermitage. Maak van duizenden juweelkevers een fuik en noem het werk Hermitage. De symboliek zal snel door een gewillige recensent als volgt verklaard worden: Een fuik is een langwerpig gevlochten vistuig met verschillende, door hoepels gescheiden, steeds nauwer wordende afdelingen, waarvan de laatste in een gesloten punt uitloopt. De kluizenaar is er vrijwillig ingekropen. Elke afdeling symboliseert een verdere onthechting. De kevers staan voor het krioelende en onrustige leven buiten, voor de schittering van de schijn. In een interview voeg je daar zelf nog aan toe: Ook de kluizenaar is niet vrij. Ook hij wil worden bevestigd in wat hij doet. Daarom heeft hij zijn fuik uitgezet. De fuik staat derhalve ook voor de ijdelheid, waaraan geen mens kan ontkomen.
6. Grotesque. Je beeldhouwt uit was een miezerige, kleine man. Hij is tergend gewoon. Zijn ogen zijn dof, zijn huid is schraal. Hij gaat gekleed in een onopvallend, goedkoop kostuum. Ter hoogte van zijn navel is uit de kledij een gat gesneden. In zijn navel prijkt een juweelkever. Grotesk? Ja, zeg je, ik vind het veel grotesker om bescheiden te zijn, om niemand te willen zijn, om je op de achtergrond te houden. Had deze man zijn navel ontdekt, dan had hij kunnen uitstijgen boven zichzelf. De interviewer vraagt: Zoals u hebt gedaan? Je zegt lachend: Dat hebt u gezegd. En dan wandel je weg.
7. Flesh double. Enkele jaren later knoop je uit stevig ijzerdraad de gestalte van een drie meter grote man. Je laat een bekend couturier een patroon uittekenen van een modieus gesneden maatpak. Dat kostuum vervaardig je door plakken ham op het ijzeren geraamte aan te brengen. Het vlees moet lijken op mensenvlees. Je legt uit: De mens wordt naakt geboren. Meteen na zijn geboorte wordt hij gekleed. Nooit zal hij nog kunnen teruggrijpen op de ideeële zuiverheid van het naakte vlees. De mens is immers bij voorbaat een gekleed mens. Hij moet zijn eigen vlees derhalve heruitvinden. Dat is de ware missie van de kunstenaar. -- Flesh double ziet er heel indrukwekkend uit. »
David Nolens (Antwerpen, 20 februari 1973)
De Franse schrijver Georges Bernanos werd geboren in Parijs op 20 februari 1888. Zie ook alle tags voor Georges Bernanos op dit blog.
Uit: La France des robots
Nos ancêtres se sont servis d'une pierre tenue au creux de la main en guise de marteau, jusqu'au jour où, de perfectionnement en perfectionnement, l'un d'entre eux imagina de fixer la pierre au bout d'un bâton. Il est certain que cet homme de génie, dont le nom n'est malheureusement pas venu jusqu'à nous, inventa le marteau pour s'en servir lui-même, et non pour en vendre le brevet à quelque société anonyme. Ne prenez pas ce distinguo à la légère. Car vos futures mécaniques fabriqueront ceci ou cela, mais elles seront d'abord et avant tout, elles seront naturellement, essentiellement, des mécaniques à faire de l'or. Bien avant d'être au service de l'Humanité, elles serviront les vendeurs et les revendeurs d'or, c'est-à-dire les spéculateurs, elles seront des instruments de spéculation. Or, il est beaucoup moins avantageux de spéculer sur les besoins de l'homme que sur ses vices, et, parmi ces vices, la cupidité n'est-elle pas le plus impitoyable? L'argent tient plus étroitement à nous que notre propre chair. Combien donnent volontiers leurs fils au Prince et tirent honneur du trépas de leur enfant, qui refuseraient à l'Etat leur fortune tout entière, ou même une part de leur fortune. Je prédis que la multiplication des machines développera d une manière presque inimaginable l'esprit de cupidité. De quoi cet esprit ne sera-t-il pas capable? Pour nous parler d'une république pacifique composée de commerçants, il faut vraiment que vous vous croyiez le droit de vous payer nos têtes? Si les boutiquiers d'aujourd'hui sont plus experts à manier l'aune que l'épée c'est qu'ils n'ont point d'intérêt dans les guerres. Que leur importe une province de plus ou de moins dans le Royaume? Lorsqu'ils trouveront devant eux des concurrents, vous les verrez contempler d un il sec les plus effroyables carnages ; l'odeur des charniers ne les empêchera pas de dormir. Bref, le jour ou la superproduction menacera d'étouffer la spéculation sous le poids sans cesse accru des marchandises invendables vos machines à fabriquer deviendront des machines à tuer voilà ce qu'il est très facile de prévoir.
Georges Bernanos (20 februari 1888 - 5 juli 1948)
De Ierse schrijver William Carleton werd geboren op 20 februari 1794 in Glogher, in het graafschap Tyrone. Zie ook alle tags voor William Carleton op dit blog.
Uit: The Midnight Mass
Frank M'Kenna was a snug farmer, frugal and industrious in his habits, and, what is rare amongst most men of his class, addicted to neither drink nor quarrelling. He lived at the skirt of a mountain, which ran up in long successive undulations, until it ended in a dark, abrupt peak, very perpendicular on one side, and always, except on a bright day, capped with clouds. Before his door lay a hard plain, covered only with a kind of bent, and studded with round gray rocks, protruding somewhat above its surface. Through this plain, over a craggy channel, ran a mountain torrent, that issued to the right of M'Kenna's house, from a rocky and precipitous valley which twisted itself round the base of the mountain until it reached the perpendicular side, where the peak actually overhung it. On looking either from the bottom of the valley or the top of the peak, the depth appeared immense; and, on a summer's day, when the black thorns and other hardy shrubs that in some placas clothed its rocky sides were green, to view the river sparkling below you in the sun, as it flung itself over two or three cataracts of great depth and boldness, filled the mind with those undefinable sensations of pleasure inseparable from a contemplation of the sublimities of nature. Nor did it possess less interest when beheld in the winter storm. Well do we remember, though then ignorant of our own motives, when we have, in the turmoil of the elements, climbed its steep, shaggy sides, disappearing like a speck, or something not of earth, among the dark clouds that rolled over its summit, for no other purpose than to stand upon its brow, and look down on the red torrent, dashing with impetuosity from crag to crag, whilst the winds roared, and the clouds flew in dark columns around us, giving to the natural wildness of the place an air of wilder desolation.--Beyond this glen the mountains stretched away for eight or ten miles in swelling masses, between which lay many extensive sweeps, well sheltered and abundantly stocked with game, particularly with hares and grouse.
William Carleton (20 februari 1794 30 januari 1869)
Zie voor nog meer schrijvers van de 20e februari ook mijn vorige blog van vandaag.
20-02-2012 om 19:20
geschreven door Romenu
Tags:P. C. Boutens, Ellen Gilchrist, Julia Franck, David Nolens, Georges Bernanos, William Carleton, Romenu
|