De Zuidkoreaanse dichter Ko Un werd op 8 januari 1933 in Kunsan geboren. Ko Un heeft erg geleden onder de Koreaanse oorlog en het verlies van familieleden, vrienden en kenissen in die tijd. In 1952 werd hij boeddhistisch monnik. Hij studeerde zowel oosterse als westerse filosofie. In 1960 verscheen zijn eerste dichtbundel. Hij werd prior van de Chondung tempel en later pedagogisch directeur van de Haein tempel. Toen de militaire machthebber Park Chung-Hee zich tot het boeddhisme bekeerde gaf Ko Un uit protest zijn leven als monnik op en ging hij in verzet tegen het regime. Dat kwam hem op talrijke arrestaties en folteringen te staan. Bovendien kreeg hij een publicatieverbod. Sinds 1992 is hij docent Koreaanse taal- en literatuur in Seoel. Zijn omvangrijkste werk is de serie Ten Thousand Lives, waarin iedereen aan bod komt die hij in zijn leven is tegengekomen.
The Little Spring
Without its little spring,
what would make Yongtun Village a village?
Endlessly, snowflakes fall
into the spring's dark waters
and dissolve.
What still still stillness,
as Yang-sul's wife,
covered in snow, goes out to draw water,
puts down her tiny little water jar
and picks up the gourd dipper but forgets to draw water,
watching snowflakes die:
that still still stillness.
Maternal Grandfather
Choi Hong-kwan, our maternal grandfather,
was so tall his high hat would reach the eaves,
scraping the sparrows nests under the roof.
He was always laughing.
If our grandmother offered a beggar a bite to eat,
he was always the first to be glad.
If our grandmother ever spoke sharply to him,
hed laugh, paying no attention to what she said.
Once, when I was small, he told me:
Look, if you sweep the yard well
the yard will laugh.
If the yard laughs,
the fence will laugh.
Even the morning-glories
blossoming on the fence will laugh
Ko Un (Kunsan, 8 januari 1933)
De Franstalige, Canadese dichter, schrijver en uitgever Gaston Miron werd geboren op 8 januari 1928 in Sainte-Agathe-des-Monts, honderd kilometer ten noorden van Montreal. In 1953 publiceerde Miron zijn eerste bundel Deux Sangs bij Éditions de l'Hexagone, een uitgeverij die hij samen met Olivier Marchand had opgericht. Het was de eerste uitgeverij die volledig gericht was op poëzie uit Quebec. Mirons belangrijkste en bekendste werk is La Marche à l'amour. Lange tijd verscheen zijn werk alleen in allerlei bladen en tijdschriften. Veel ervan werd uiteindelijk in 1970 gebundeld in L'homme rapaillé.
Mon bel amour
Mon bel amour navigateur
mains ouvertes sur les songes
tu sais la carte de mon coeur
les jeux qui te prolongent
et la lumière chantée de ton âme
qui ne devine ensemble
tout le silence les yeux poreux
ce qu'il nous faut traverser le pied secret
ce qu'il nous faut écouter
l'oreille comme un coquillage
dans quel pays du son bleu
amour émoi dans l'octave du don
sur la jetée de la nuit
je saurai ma présence
d'un voeu à l'azur ton mystère
déchiré d'un espace rouge-gorge
Plus belle que les larmes
Jeune fille plus belle que les larmes
qui ont coulé plus qu'averses d'avril
beaux yeux aux ondes de martin-pêcheur
où passaient les longs-courriers de mes désirs
mémoire, ô colombe dans l'espace du coeur
je me souviens de sa hanche de navire
je me souviens de ses épis de frissons
et sur mes fètes et mes désastres
je te salue toi la plus belle
et je chante
Gaston Miron (8 januari 1928 14 december 1996)
De Engelse dichter, vertaler en graficus Alfred Charles Tomlinson werd geboren op 8 januari 1927 in Stoke-on-Trent, Staffordshire.Hij studeerde Engels aan het Queens' College, Cambridge. Zijn eerste dichtbundel verscheen in 1951. Zijn Collected Poems verschenen in 1985, gevolgd door Selected Poems: 1955-1997 in 1997. Tomlinson is ook een verdienstelijk vertaler uit het Russisch, Spaans en Italiaans.
Against Travel
These days are best when one goes nowhere,
The house a reservoir of quiet change,
The creak of furniture, the window panes
Brushed by the half-rhymes of activities
That do not quite declare what thing it was
Gave rise to them outside. The colours, even,
Accord with the tenor of the dayyes, grey
You will hear reported of the weather,
But what a grey, in which the tinges hover,
About to catch, although they still hold back
The blaze that's in them should the sun appear,
And yet it does not. Then the window pane
With a tremor of glass acknowledges
The distant boom of a departing plane.
All Afternoon
All afternoon the shadows have been building
A city of their own within the streets,
Carefully correcting the perspectives
With dark diagonals, and paring back
Sidewalks into catwalks, strips of bright
Companionways, as if it were a ship
This counter-city. But the leaning, black
Enjambements like ladders for assault
Scale the façade and tie them to the earth,
Confounding fire-escapes already meshed
In slatted ambiguities. You touch
The sliding shapes to find which place is which
And grime a finger with the ash of time
That blows through both, the shadow in the shade
And in the light, that scours each thoroughfare
To pit the walls, rise out of yard and stairwell
And tarnish the Chryslers Aztec pinnacle.
Alfred Tomlinson (Stoke-on-Trent, 8 januari 1927)
De Mexicaanse dichter Francisco González Bocanegra werd geboren in San Luis Potosí op 8 januari 1824. Hij schreef de tekst van Himno Nacional Mexicano, het Mexicaanse volkslied. Zijn tekst werd in 1853 gekozen door president Antonio López de Santa Anna, die een wedstrijd had uitgeschreven. Volgens de legende wilde hij eigenlijk helemaal niet meedoen aan die wedstrijd, maar werd hij door zijn verloofde Guadalupe González del Pino ("Pili") naar haar slaapkamer gelokt en daar opgesloten. Pili liet hem pas vrij nadat hij een paar uur later zijn tekst onder de deur had geschoven. De Spaanse componist Jaime Nunó schreef de muziek voor het lied en op 16 september 1854 (viering van Grito de Dolores) werd het volkslied voor het eerst gespeeld. Bij die plechtigheid waren González en Pili, die inmiddels getrouwd waren, aanwezig.
Uit: Himno Nacional Mexicano
Estrofa I:
Ciña ¡oh Patria! tus sienes de oliva de la paz el arcángel divino, que en el cielo tu eterno destino por el dedo de Dios se escribió. Mas si osare un extraño enemigo profanar con su planta tu suelo, piensa ¡oh Patria querida! que el cielo un soldado en cada hijo te dio.
Couplet 1
Oh Vaderland, je voorhoofd zal getooid worden met een olijvenkrans door de goddelijke aartsengel van de vrede Want in de hemel is je eeuwige toekomst door de vinger van God opgeschreven. Maar als een buitenlandse vijand het aandurft met zijn voetstappen je grond te bezoedelen, denk dan, oh geliefd Vaderland, dat de hemel je een soldaat in elke zoon heeft gegeven
Francisco Bocanegra (8 januari 1824 - 1 april 1861)
De Spaanse schrijver Baltasar Gracián y Morales S.J. werd geboren in Belmonte (bij Calatayud) op 8 januari 1601. Hij was een Spaanse jezuiet die bekend is geworden als schrijver van amorele, illusieloze, 'machiavellistische', vaak cynisch genoemde boeken, waaronder Handorakel en kunst van de voorzichtigheid. Zijn werk werd geprezen door Nietzsche, Voltaire, Stendhal en La Rochefoucauld. Schopenhauer heeft het Handorakel in het Duits vertaald. Baltasar Gracián studeerde letteren en filosofie aan de Universiteit van Toledo. In 1619 trad hij toe tot de kloosterorde van de Jezuieten.
Uit: The Art of Worldly Wisdom (Vertaald door Frank Pajares)
Making others depend on you. The image is not made sacred by those who adorn it, but by those who adore it: the wise man better prefers those who need him than those who are grateful to him. To trust vile gratitude is to rob gracious hope, for, as hope remembers, gratitude forgets. More is gained from fostering dependence than from receiving courtesy; a man whose thirst is satisfied soon turns his back on the well, and a squeezed orange turns from gold to mud. When dependence ends, the relationship ends, and so does the respect. Let it be the first lesson of life to keep others dependent, and never satisfy that dependence, keeping always in need of you even those with the greatest power; but do not err as a result of excessive silence, nor permit that irreparable harm come to others for your own benefit.
Baltasar Gracián y Morales (8 januari 1601 6 december 1658)
De Hongaarse schrijver Béla Zsolt werd op 8 januari 1895 geboren in Komárom in het noorden van Hongarije. Zie ook mijn blog van 8 januari 2007.
Uit: Nine Suitcases (Vertaald door Ladislaus Lob)
The nurses fluttered ineffectually, before huddling together again in the corner. They were middle-class girls from good families, who hadnt been trained for the work but had fought to get it, because those who sported a nurses bonnet were able to move freely in the ghetto. The other girls, in groups of sixteen, were stuck in dirty, unfamiliar rooms, where they werent even allowed to go near the window and every gendarme was entitled to use his weapons against them. Here, in the wonder-rabbis two-storey synagogue with its large courtyard, the ghetto was freer and more cheerful. On the mattresses unwashed patients lying in their own filth puffed, panted, moaned, prayed and swore, and during the first two days caused a lot of trouble: they needed to be washed, to be given bedpans and enemas, to have their temperature taken and to be fitted with compresses. During the first two days the doctors too fought with all their strength: they administered injections, flushed out the stomachs of suicides, carried out operations and, on the top floor, even carefully delivered babies. Then the rumour spread that the ghetto would be deported. Thirty cattle wagons were shunted on to the industrial siding that cut across the enclosed part of the town. Now the doctors faltered, became absent-minded, dropped out from time to time, went back to their relatives several times a day, clearly in order to discuss whether it wouldnt be better to exterminate all of them. The nurses, for their part, disappeared or sat down on the long bench near the morgue. They were clean, well dressed, with nice hairstyles, and men gathered around them as they had on the promenade. The conversation was entertaining, as it had been in the world outside, but more outspoken, because after two days here the girls overacted the part of the liberated and experienced professional who is familiar with every dirty secret of the human body.
Béla Zsolt (8 januari 1895 6 februari 1949)
Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 8 januari 2008.
De Duitse schrijver, schilder en beeldhouwer Roland Moed werd geboren op 8 januari 1961 in Frankfurt am Main.
08-01-2009 om 20:22
geschreven door Romenu
|