De Amerikaanse schrijver James Purdy werd geboren in Fremont in de staat Ohio op 17 juli 1914. Zie ook mijn blog van 17 juli 2009.
Uit: Gertrude of Stony Island Avenue
Daddy is very peevish and irritable. He thinks I may be writing something about Gertrude. I, who seldom had the patience to write a postcard to anyone, and of course more trouble writing a letter. All I do is jot down little notes--recollections of Gertrude. Daddy complained once I sat up late scribbling. "Come to bed, Carrie, like a good wife and helpmeet."
Daddy is failing. Oh, is he ever. What will I do when he is gone? And the chilling thought came to me like someone whispering behind my armchair: You will write down everything you can remember, Carrie, about Gertrude, your daughter, Gertrude of Stony Island Avenue, Chicago.
We never got on, Gertrude and I. Yet I believe we loved one another. I often sit all day thinking of my own failings. Daddy knows this and it makes him even more irritable and bad-tempered. "You should take up your music again," he scolds.
He and I both sang once in the church choir, that is where we met, in fact. And we also sang for a while in the chorus of the Chicago Opera, oh so many years ago I shiver to recall.
Daddy found some of my notes about Gertrude. To my surprise it did not make him too angry. But he would not say what he thought. Daddy's lips now form one very thin bloodless line. The doctor mentioned his pale lips, and when the doctor mentions anything it means there's something wrong. He never mentions anything good after his examination.
"Daddy will be leaving me," I keep saying, and my voice chokes. (I do talk to myself more and more.)
And when Daddy goes, how strange, there will only be Gertrude to occupy my thoughts with.
She was not a beautiful girl. Her chin was too pointed. I even once thought of plastic surgery, for the rest of her face was quite lovely with beautiful large green eyes, and lovely Titian-colored hair. Her skin would have been more pleasing had she not been such an inveterate sun-bather. It was her body that attracted the men. And it was men that occupied most of her time when she was not painting her peculiar oil portraits, portraits which now hang in many of the world's museums. I never liked them. I still do not. I am only responsive to the Old Masters, but as she once said to me, "That's because you don't even know how to look at them."
I sometimes think she had so many fellows because it was her way of spiting me.
Daddy and I never discuss her penchant. It was the word Daddy once used for Gertrude's many love affairs. And it was from one of her many boyfriends that I heard used the phrase one-night stands.
James Purdy (17 juli 1914 - 13 maart 2009)
Foto door Carl van Vechten, 1957
De Zwitserse schrijver Martin R. Dean werd geboren op 17 juli 1955 in Menziken Aargau. Zie ook mijn blog van 17 juli 2009.
Uit: Meine Väter
Als ich in Basel auf das Flugzeug nach London wartete, las ich in der Zeitung von einem seltenen Verbrechen: Ein Junge hatte seinen Vater getötet. Nachdem er mit einer Eisenstange auf den Schlafenden eingedroschen und ihn dann mit einigen gezielten Messerstichen verwundet hatte, erstickte er ihn mit einem Kissen. Die Stiefmutter des Jungen kam hinzu und wurde Zeugin der Bluttat. Die ganze Wohnung, die Wände und auch das weisse Bettlaken, sagte sie aus, seien voller Blut gewesen, nachdem der Sohn endlich vom Vater gelassen habe. Der Sohn habe sofort ein Geständnis abgelegt.
In den meisten Fällen können Söhne ihre Väter nicht von Angesicht zu Angesicht angreifen. Kaum ein Mordversuch am Vater findet in der direkten Konfrontation statt. Da der Vater in der Nähe als
unbezwingbar erscheint, erfolgt der Angriff meist im Schlaf, von hinten, aus der Ferne oder mit Gift.
Welche Strafe steht auf Vatermord?
Ich habe meinen Vater erst jetzt, im Alter von vierzig Jahren, gefunden. Ich wusste fast nichts von ihm. Vierzig Jahre lang war ich der Meinung gewesen, er sei eine Art Märchenprinz mit einem silbernen Stöcklein.
Vor einer Woche versicherte mir der in London ansässige Hochkommissar von Trinidad & Tobago am Telefon, dass mein Vater noch lebe, ja, dass er sogar mit ihm bekannt sei. Sofort buchte ich einen Flug von Basel nach London Stanstead.
Ihr Vater Ray hat dreissig Jahre lang auf Ihren Anruf gewartet, hatte der Hochkommissar gesagt. Er
stammt aus einer der angesehensten Familien Trinidads. Die Randeens gehören fast zu den indischen Gründerfamilien. Aber Sie sind spät dran.
Sofort stellte ich mir einen einflussreichen alten Mann mit einem gegerbten Faltengesicht vor, der irgendwo in einem Seemannshaus an der Themse residiert und weltweit seine Geschäfte führt.
Martin R. Dean (Menziken, 17 juli 1955)
De Nederlandse schrijver Eelke de Jong werd geboren in Apeldoorn op 17 juli 1935. Zie ook mijn blog van 17 juli 2009.
Uit: Jan Arends I presume
Om kwart voor elf nam hij zijn eerste pils (hij was nu praktisch van de drank af). Uit zijn binnenzak haalde hij het verhaal, dat hij die nacht geschreven had, er zaten een paar tikfouten in, die hij met een balpen corrigeerde. Hij was niet ontevreden en nam nog een flesje bier, daarna las hij het verhaal nog een keer in zijn geheel door. Het Gareel* had hij het genoemd, het ging over een man, die geen tijd gegund werd om even op verhaal te komen, als hij een ander verzet koos, verslapte of steigerde, ging er een belletje, dat hem weer in een gelijkmatig tempo zette, de uitputting vrijwel constant nabij.
Onder de mensen, die de gareelslaaf aanspoorden, had hij de familie M. gevoegd, een jeugdherinnering. Toen hij het verhaal uit had liet hij zijn gedachten naar Warmond dwalen, waar hij de protégé van de M's geweest was, hun kinderen vermaakt had, híj kwam uit de Haagse schildersbuurt, hún vader was bankier, later bleek iedereen bien etonné de se trouver ensemble, maar daar ging het niet om. Zijn bezoek was aanzienlijk over tijd en hij nam nog een pilsje.
Hij zat in een vertrek in de buurt van de portiersloge, dat door een groepje jongere patiënten als woonkamer gebruikt werd, een paar rotan meubels, ramen die uitkeken op het gazon en daarachter de vrouwenafdeling, de keuken, de wintertuin, de afdeling voor schizofrenen, een tafeltje met een koffiezetapparaat, dat stond te pruttelen, stapels verknipte oude nummers van De Lach, Spanje-folders van een reisbureau, een met zwart crêpepapier bespannen kist als bar, collages van naaktfoto's aan de muur, reclames van automobielen, lampions en serpentines aan het plafond.
Eelke de Jong (17 juli 1935 1 augustus 1987)
De Japanse schrijver Michio Takeyama werd geboren op 17 juli 1903 in Osaka. Vanwege het beroep van zijn vader, die medewerker bij een bank was, wisselde hij in zijn jeugd vaak van woonplaats. Hij studeerde Duitse literatuur aan de keizerlijke universiteit van Japan en maakte een studiereis van drie jaar door Europa. Na zijn terugkeer werkte hij a;s hoogleraar voor Duitse lieratuur en als vertaler. Hij vertaalde o.a. werk van Goethe, Nietzsche en Albert Schweizer, maar ook het boek Heidi van Johanna Spyri. Na WO II verscheen zijn bekendste werk, de roman Biruma no Tategoto.
Uit: Harp of Burma (Vertaald door H.Hibbert)
"However, the tide of war had begun to turn against us and at last it was obvious to everyone that
our situation was hopeless. We were reduced to fleeing from mountain to mountain through
unknown territory, trying somehow to get over the eastern border range into Siam (Thailand)....One
by one our trucks had broken down, so that we finally had to pull our equipment in oxcarts, or
carry it on our backs. We lived by foraging everywhere we went. It was a wretched time for us, and
one of great danger....We tramped on and on, over mountains, through valleys and forests. We were
like the fugitives in the tales of old, frightened even by the sound of the wind. British forces would
parachute down into the villages along our route to block our advance. One village would send
word to another about us, and hide their food. Sometimes when we put up in a village for a much needed rest we would find that the natives had informed the enemy and that we were under attack."
Michio Takeyama (17 juli 1903 15 juni 1984)
De Franse schrijver, filosoof en politicus Roger Garaudy werd geboren in Marseille op 17 juli 1913. Zie ook mijn blog van 17 juli 2007 en ook mijn blog van 17 juli 2008 en ook mijn blog van 17 juli 2009.
Uit: Mon tour du siècle solitaire
C'est un lieu commun de dire qu'il s'est produit plus de changements en ce siècle qu'en cinq mille ans de notre histoire écrite. Que penser d'un homme qui, ayant eu la chance d'être contemporain de cette prodigieuse mutation, serait resté assis à la même place en la regardant passer ?
(...)
La véritable Histoire est une histoire d'âme. Celle des franchissements de seuils nouveaux dans la création de formes nouvelles de la libération de l'homme. Elle est l'histoire des sagesses, des religions et des arts qui ont rendu visible leur marche invisible. Notre avenir a besoin de prophètes et de poètes, non de Césars et de Napoléons. Les profondes révolutions font appels à une société ouverte, universelle, où l'homme n'est humain qu'habité par le tout. ... Nous sommes responsables de ce que chacun de nos gestes contient d'éternité.
Roger Garaudy (Marseille, 17 juli 1913)
De Nederlandse schrijfster Alie Smeding werd geboren in Enkhuizen op 17 juli 1890. Haar jeugd in Enkhuizen leverde Alie Smeding een groot deel van haar inspiratie voor haar boeken. Ze schreef onder andere over het stadsleven en vissersleven van het Noord-Hollandse stadje. Ook de gereformeerde sfeer die daar aan het begin van deze eeuw heerste was daarbij van invloed. Ze trouwde op 18 oktober 1928 met dominee Van Wijhe. De boeken van Smeding bevatten vaak taboes, wat tot diverse rellen leidde. Dit zorgde er uiteindelijk voor dat ze van Enkhuizen naar Rotterdam verhuisde. In 1990, Smedings honderdste geboortejaar, was er in Enkhuizen een optocht ter nagedachtenis aan haar. Het geplande beeld en de naar haar vernoemde straat zijn er nooit gekomen. Wel is in Rotterdam een straat te vinden met haar naam.
Uit: Menschen uit een stil stadje
't Staat in haar halfvergane ommuring, kloeke veste van voor eeuwen, kloovig nu ingepuind, wrakkig waar losjes de eene steen stut de andere, als 'n oude vergeten bouwdoos kleintjes gestolpt onder de hooge welving van de lucht. De bijeengeblokte huisjes, 't vale kerkje met 't door oud hekwerk vierkant ingesloten pleintje en de drie balrond gegroeide linden daarvoor, 't stompe torentje met z'n bleekroode wijzerplaat en dofvergulde cijfers, waarachter 't uurwerk, oud, sterk en gaaf, accuraat den tijd aangeeft, alles of 't daar zoo vóór eeuwen door 'n reus opgezet is, de verweerde topgeveltjes beklemmend dicht opeengedrongen en 'n ietsje voor-overgedommeld als oude luiden, die dan toch moe van 't staan zijn geworden, kras in hun gaafheid nog die verweerde roestbruine puien van baksteentjes, met hier en daar 'n pluk muurpeper als oud goud in de voegen of 'n stevig ingewortelde klimopstronk, zoo maar luchtig in sierlijke draperieën af hangend over 'n deurtje of langs de raamvierkantjes, die kleine ruitjes in lood hebben en groezelige spionnetjes aan de van veel rookerigheid vuil geworden kozijntjes, luifels huiven daarover heen, zwarte platjes met dunne lijntjes wit afgebiesd, zoo op 't oog veel vergroote domineesteenen...
En boven de breede deurtjes, die kloek in de stevige stut van hun zware posten staan, pronken tegels met spreuk oud-Hollandsch of ook wel Latijn, soms ook met symbolen van handel en welvaart gesierd, droeve souvenirs uit den bloeitijd van 't kleine stedeke, weemoedig-mooi alles en in 't grauw-strakke licht van 'n herfstige namiddag als oude houtsneeprenten uit 'n vooreeuwsch-langvergeten boek, zóó zonder leefgerucht droome-stil de buurtjes-risten, 't hardsteenen stadhuisje met 't torentje-op-vallen, 't huis van de gildemeesters met de ronde raamoogen en 't galge-veldje met de drie roode steenzuilen, waarvan de roep gaat dat 't 'r spookt...
Alie Smeding (17 juli 1890 - 5 juli 1938)
Zie voor nog meer schrijvers van de 17e juli ook mijn vorige blog van vandaag.
17-07-2010 om 19:55
geschreven door Romenu
|