De Nederlandse dichter en schrijver Gerard Reve werd op 14 december 1923 in Amsterdam geboren. Zie ook alle tags voor Gerard Reve op dit blog.
Uit: Op weg naar het einde
“Intussen is, terwijl we nog niet eens vertrokken zijn, de plee om de hoek al volgekotst en grondig verstopt. Het is, als altijd op een schip, veel te warm, en de lucht van minerale olie en opgewarmde gebakken vis, gemengde wierook der maritieme zwaarmoedigheid, maakt mijn stemming niet joliger. Het montere tweetal gaat, misschien wegens mijn voortdurende geloer, verder weg zitten en plaatst zich vlak voor een zeer knap gelijkend, elektriek gevoed, imitatie kolenvuur. (Door welks aanblik ik mij opeens herinner dat ik jaren geleden, in een hotel in Bremen, snacht op de overloop, op een guéridon, in een vaas, een bos rozen met lampjes erin heb gezien — niet van het gewone, vulgaire soort zoals men ze op de Nieuwendijk kan kopen, maar elke roos verschillend wat betreft de dichtheid van de kelk, elke roos om zo te zeggen een individu.) Inmiddels wordt mijn bewering over de eersteklasse reizigers aangevochten: een jongen van omtrent zeventien jaar, in verschoten blauwe lifterskleding, komt de lounge binnen, blijft enige tijd zitten, eet eenappel, en spreekt zijn reisgezel die even lelijk is als hij hartverscheurend mooi, in een stoterige, hese woordenstroom toe, die mij dwingt om sneller en dieper adem te halen. Hij wijzigt gelukkig niets aan zijn kleding, noch doet hij iets aan zijn haar, dat regen en wind op volmaakte wijze boven zijn grijze ogen hebben gearrangeerd. Mijn droomprins gaat achterover liggen op een van de zwart lederen zitbanken, en dit is het ogenblik waarop de kellner moet ingrijpen: heeft meneer een hut? Neen. Reist hij eersteklas? Neen. Dan mag hij hier alleen blijven als hij zestien shilling suppletie betaalt, en voor nog enige shillings meer kan hij een bed huren. Het tweede bed in mijn hut is onbezet. Een dagdroom suist door mij heen, een avonddroom, een zeedroom. Maar hoe moet ik hem door al die gangen krijgen, waar bij iedere kruising weer een andere zieke penguin op wacht zit achter een met kaartjes, volgnummers en sleutels belegd tafeltje? De jongen grijnst brutaal, verdwijnt met zijn reisgezel, en ik ga nu maar naar bed. Niet mijn, maar uw wil geschiede. Zo vaak ik een hut op een schip met een ander gedeeld heb, is het trouwens altijd een jongeman geweest van weliswaar nog een eind onder de dertig, maar met reeds een dik en uitdrukkingsloos gezicht, een lijkwitte huid onder twee lagen ondergoed, een zeer slecht figuur, een nare zeeplucht, en een das met stippeltjes — generlei herkomst, noch enig doel bezittend, en geen enkele opmerking of mededeling van mij begrijpend, zodat ik tenslotte meer en meer neig naar de overtuiging dat het doden zijn geweest, door wraakzuchtige landgoden veroordeeld om in eeuwigheid des nachts over de zeeën te varen. Men kan beter een hut alleen hebben, dan deze met zulke onheildragers te delen.”
Gerard Reve (14 december 1923 – 8 april 2006) In 1963
De Nederlandse dichter, schrijver en televisiemaker Boudewijn Maria Ignatius Büch werd geboren op 14 december 1948 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Boudewijn Büch op dit blog.
Uit: Geestgrond
“Winkler praatte niet graag wanneer hij vloog. Al sinds zijn eerste vliegtochtje gaf hij er de voorkeur aan tijdens een vlucht te mijmeren en een beetje over zijn leven na te denken. Dat gemijmer had niets filosofisch. Winkler had geen denkmodellen en bezat geen diepere gronden wanneer hij vloog. Toen hij de eerste keer in een vliegtuig zat – een kwartier boven de bollenvelden met zijn lagere-schoolklas in een propellertoestel - vond hij onmiddellijk dat vliegen slechts voor twee dingen bedoeld kon zijn: ergens zo snel mogelijk aankomen en ergens zo snel mogelijk wegkomen. Tijdens een vlucht kon Winkler mijmeren, bijvoorbeeld over een kastje dat hij thuis wilde laten timmeren, een manier om knipsels beter op te bergen of hoe hij zijn tuin kon laten herinrichten tot een grafveld. Boven de Bering Zee bedacht Winkler een manier om beter met de eenzaamheid om te gaan. Niet een methode die gestoeld zou zijn op religieuze of psychologische principes, maar gewoon een wijze van het vullen van de tijd, zodat hij niet de kans kreeg om zich te beklagen over oprispingen van alleen-zijn. Want de eerlijkheid gebiedt te schrijven dat Winkler wel eenzaam wilde zijn, maar de eenzaamheid niet altijd kon verdragen. Sinds zijn vroege jeugd hield Winkler zich bezig met eenzaamheidsbestrijding. Van gesprekken met jongens op school hield hij niet, van clubvorming (zijn voorzitterschap van een volstrekt onschuldige jeugdbende leidde tot niets anders dan kinderachtige schoolpleinconflicten) had hij al snel zijn bekomst gehad en de vijf weken dat hij lid van een figuurzaagclub was geweest maakten hem - als hij er vijfendertig jaar later aan dacht - nog van streek.”
Boudewijn Büch (14 december 1948 – 23 november 2002)
De Franse schrijver Hervé Guibert werd geboren op 14 december 1955 in Saint-Cloud. Zie ook alle tags voor Hervé Guibert op dit blog.
Uit:Des aveugles
“J'ai beaucoup voyagé, dit Taillegueur à Josette, et j'en ai connu beaucoup de voyants, j'ai conversé avec eux, j'ai couché avec eux, je les ai questionnés, j'ai écouté leurs rêves, j'en ai torturé certains pour qu'ils me disent ce qu'ils n'auraient jamais osé, ou ce qu'ils se disent seulement entre eux, ou à la confession, ou sur le papier, et tu ne peux pas savoir comme leur âme est confuse et encombrée, fourbe, pleine de détours et de recoins, remplie à ras bords et sans cesse débordante, fuyante et tortueuse, tu ne peux pas imaginer tous leurs vices car ils semblent les fabriquer à plaisir, et tu ne peux pas imaginer leur connaissance car chez la plupart elle est infinie et inutile, et ce qu'ils érigent en beauté qui est moins que le vent, et leur régime stupide des distances et des perspectives, et la vénération des crottes de couleurs, et le culte d'eux-mêmes et le culte du soleil qui sécrète leurs cancers, tu ne peux l'imaginer, mais je te l'apprendrai, je connais l'âme des voyants mieux que n'importe quel voyant. (…)
Quand ils firent connaissance, Robert se passionnait à étudier la résistance au frottement des objets, et Josette à les définir à la pointe de sa langue. Robert avait les poches pleines de cailloux, de billes, de petits morceaux de bois, de tessons de bouteille, il les frottait les uns contre les autres, ou simplement entre deux doigts il en grattait l'asphalte de la cour, jusqu'à ce qu'il sente un échauffement, alors il les mettait à son nez pour renifler le brûlé. Josette était habituée à ses bruits de manipulation. Non loin du coin où il se terrait, car il était sauvage, elle procédait tout autrement, à peu près avec les mêmes objets, elle les approchait du bout de sa langue pour en tester le sel, le cuivre, la poussière, le verre, le moisi. »
Hervé Guibert (14 december 1955 – 27 december 1991)
De Franse dichter en schrijver Paul Eluard werd geboren op 14 december 1895 in Saint Denis. Zie ook alle tags voor Paul Eluard op dit blog.
L'amoureuse
Elle est debout sur mes paupières Et ses cheveux sont dans les miens, Elle a la forme de mes mains, Elle a la couleur de mes yeux, Elle s'engloutit dans mon ombre Comme une pierre sur le ciel. Elle a toujours les yeux ouverts Et ne me laisse pas dormir. Ses rêves en pleine lumière Font s'évaporer les soleils, Me font rire, pleurer et rire, Parler sans avoir rien à dire
L'aube impossible Le grand enchanteur est mort! et ce pays d'illusion s'est effacé (Young)
C'est par une nuit comme celle-ci que je me suis privé du langage pour prouver mon amour et que j'ai eu affaire à une sourde. C'est par une nuit comme celle-ci que j'ai cueilli sur la verdure perpendiculaire des framboises blanches comme du lait, du dessert pour cette amoureuse de mauvaise volonté. C'est par une nuit comme celle-ci que j'ai régné sur des rois et des reines alignés dans un couloir de craie! Ils ne devaient leur taille qu'à la perspective et si les premiers étaient gigantesques, les derniers, au loin, étaient si petits que d'avoir un corps visible, ils semblaient taillés à facettes.
C'est par une nuit comme celle-ci que je les ai laissés mourir, ne pouvant leur donner leur ration nécessaire de lumière et de raison.
C'est par une nuit comme celle-ci que, beau joueur, j'ai traîné dans les airs un filet fait de tous mes nerfs. Et quand je le relevais, il n'avait jamais une ombre, jamais un pli. Rien n'était pris. Le vent aigre grinçait des dents, le ciel rongé s'abaissait et quand je suis tombé, avec un corps épouvantable, un corps pesant d'amour, ma tête avait perdu sa raison d'être. C'est par une nuit comme celle-ci que naquit de mon sang une herbe noire redoutable à tous les prisonniers.
Paul Eluard (14 december 1895 - 18 november 1952) Hier met Picasso (rechts)
De Deense schrijfster Helle Helle werd geboren als Helle Krogh Hansen in Nakskov op 14 december 1965. Zie ook alle tags voor Helle Helle op dit blog.
Uit:Remains (Vertaald door Mark Kline)
“He walks down in stocking feet, I walk up to my apartment and stir the stew. I take the cream out of the refrigerator, pour some in the pot, put the cream back. Then I hear how he wrestles the dresser up the basement steps and sets it down in the hall. He yells up to me, asking if he could bother me one more time, if I have a flashlight he could borrow? Because he can`t find the picture but it`s down there for sure on the floor somewhere and there is still no light down there, just like he thought. I yell down to him that yes, of course. I don't own a flashlight. For whatever reason, though, I look for one, rattling drawers so he can hear me. I end up bringing him a candle and a box of matches. This is way too dangerous, he says. Nobody should be walking around this basement carrying a candle, all these paint cans, it`s an absolute fire trap. But maybe if I come down with him and just concentrate on holding the candle, he can look around. If I have time, that is. Fortunately I remember my bike lights. I run up and find them in my coat pocket, hurry back down again. The one light he clips onto his shirt collar, the other he holds. He walks down into the basement again. I sit on his dresser. I can hear him rummaging around, having no luck with finding his picture. He yells up, asking if that`s my good-looking recliner in the middle of the floor. I yell back that it belongs to the plumbers. He can’t understand why they would let such a fine recliner go to waste. Then he asks if he could use my bathroom, since he`s already there in the basement. Of course, I yell, and I begin humming.”
Helle Helle (Nakskov, 14 december 1965)
De Oostenrijks – Zwitserse dichteres en schrijfster Regina Ullmann werd op 14 december 1884 in St. Gallen geboren. Zie ook alle tags voor Regina Ullmann op dit blog.
Alles ist sein…
Du willst dem Geschicke zuvorkommen, seinen majestätischen Lauf voreilig unterbrechen, willst dein Leben von dir werfen, wie man Warenballen aus einem Schiffe wirft, nur weil man befürchtet und abschätzt, daß es sie nicht mehr zu halten vermag, bis es das Land erblickt… Und weißt doch nicht, ob es nicht doch noch trägt, oder ein anderes Wunder, vielleicht in Gestalt eines Walfischs sich bergend, von seinem Wasserspiele abläßt und vor dir in silberner Straße einherzieht, mit seinem eigenen Leibe das todeserschöpfende Rudern ersparend! Und weißt nicht, ob der Blitz im Gewölk dich nicht sucht und dein Schiff und die Bürde so heimwärts kommt auf gradestem Wege! Aus der wirbelnden Sturmessäule hinaufgeschleudert! Von seiner Hand ergriffen und geheiligt aufgestellt im Himmelsraume. Weißt nicht, was ihm das liebste ist: Du selbst oder die Bürde, um deretwillen du fährst, oder das Schiff, worin du sie birgst, oder das Meer, worein es verpflanzt ist. – Denn alles ist sein.
Regina Ullmann (14 december 1884 – 6 jannuari 1961) Cover
Zie voor nog meer schrijvers van de 14e december ook mijn blog van 14 december 2014 deel 1 en eveneens deel 2.
14-12-2016 om 18:15
geschreven door Romenu
Tags:Gerard Reve, Boudewijn Büch, Hervé Guibert, Paul Eluard, Helle Helle, Regina Ullmann, Romenu
|