De Italiaanse schrijver Niccolò Ammaniti werd geboren in Rome op 25 september 1966. Zie ook alle tags voor Niccolò Ammaniti op dit blog.
Uit: Laat het feest beginnen! (Vertaald door Etta Maris)
“Saverio keek eens goed naar zijn discipelen. Hoewel ze over de dertig waren, kleedden ze zich nog steeds als een stelletje armzalige heavy-metalfans. En dat terwijl hij niets anders deed dan ze op het hart te drukken: jullie moeten er normaal uitzien, geen piercings, geen tatoeages, geen studs... Maar ze wilden niet luisteren. Je moet roeien met de riemen die je hebt, dacht hij gelaten bij zichzelf. Mantos keek op, zijn beeld werd weerspiegeld in de spiegel van Birra Moretti-bier die achter de bar van de pizzeria hing. Spichtig, een meter tweeënzeventig, metalen bril, donker haar, gekamd met een scheiding aan de linkerkant. Hij droeg een azuurblauw overhemd met korte mouwen en tot zijn kin dichtgeknoopt, een donkerblauwe ribfluwelen broek en collegeschoenen. Een normale kerel. Net als alle grote voorvechters van het Kwaad: Ted Bundy, Andrej Chikatilo, Jeffrey Dahmer, de kannibaal van Milwaukee. Mannen die je niet eens zouden opvallen als je ze op straat tegenkwam. Maar zij waren wel de lievelingskinderen van de duivel. Wat zou Charlie Manson in mijn plaats hebben gedaan als hij zulke armzalige volgelingen had gehad? ‘Meester, we willen met je praten... We hebben eens nagedacht over de sekte...’ overviel Edoardo Sambreddero, bijgenaamd Zombie, hem. Zombie was de vierde van de groep, een lange darm die niet tegen knoflook, chocola en koolzuurhoudende frisdrank kon. Hij leed aan aangeboren oesophagitis. Hij hielp zijn vader met het monteren van elektrische installaties in Manziana. ‘Feite- lijk bestaan wij als sekte niet.” Saverio vermoedde waar zijn aanhanger heen wilde, maar deed alsof hij het niet begreep. ‘Wat bedoel je?’ ‘Hoe lang geleden hebben wij de bloedeed afgelegd?’ Saverio haalde zijn schouders op. ‘Dat zal een paar jaar geleden zijn geweest.’ ‘Op internet staat bijvoorbeeld nooit iets over ons. Maar over de Kinderen van de Apocalyps wordt wel heel veel geschreven,’ fluisterde Silvietta met zo’n zacht stemmetje dat niemand haar hoorde. Zombie wees met een soepstengel naar zijn baas. ‘Wat hebben we in al die tijd feitelijk gedaan?’ ‘Van al die dingen die jij had beloofd, wat hebben we daarvan feitelijk gedaan?’ sloot Murder zich aan. ‘Mensenoffers ho maar en je had gezegd dat we er heel veel zouden brengen. En die initiatieriten met maagden? En die satanische orgieën?’ ‘Maar we hebben wel een mensenoffer gebracht, en hóe,’ preciseerde Saverio geïrriteerd. Het is misschien niet helemaal gelukt, maar we hebben het wel gedaan. En ook een orgie.’
Niccolò Ammaniti (Rome, 25 september 1966)
De Amerikaanse schrijver David Benioff (pseudoniem van David Friedman) werd geboren in New York City op 25 september 1970. Zie ook alle tags voor David Benioff op dit blog en ook mijn blog van 25 september 2010.
Uit: The 25th Hour
“The dog has slumped back to the pavement. His breath, comes in. shorts rasps and wheezes. But he never takes his eyes off the two men. MONTY We wait much longer, he'll be dead. KOSTYA One minute ago you want to shoot him. MONTY That was a mercy thing. But he's not ready to go yet. KOSTYA Yes? He told you this? Monty slowly circles behind the dog, holding the blanket the way a matador wields his cape. MONTY Distract him. Kostya stares at his friend in disbelief. He looks down. A crumpled soda can lies by his feet. He kicks the can. The dog's head pivots to follow the aluminum flash. Monty hurls the blanket over the dog and spring forward, wrapping his arms around the dog's midsection. The dog growls, bites the wool, tries to break the blanket's neck. Monty lurches toward the Mustang, struggling to retain his bearhug while the pit bull slithers in his grasp. As they stumble closer to the car the dog releases the blanket and snaps at Monty's throat. Monty hurls the dog into the trunk and slams the lid. He returns to the driver's seat.”
David Benioff (New York, 25 september 1970)
De Nederlandse schrijver Michael Reefs werd op 25 september 1986 geboren in Heerlen en groeide op in het Limburgse Vaals. Zie ook alle tags voor Michael Reefs op dit blog.
Uit: De Legende van de Hemelrijders
‘Jongens? Zijn jullie er nog?’ riep ze. Haar stem klonk erg dof en hol. Geschrokken draaide ze zich om. Heel Zuidbaai was donker geworden en lag veel verder weg dan eerst. Het rook hier nu ook anders. Vlak nadat ze de top had beklommen, rook het nog naar vers gemaaid gras. Nu kon ze duidelijk de geur ruiken van verbrand hout. Luca zette een laatste stap, hoewel ze wist dat dit heel erg fout was. Ze had er spijt van dat ze niet naar de waarschuwingen van Melanie had geluisterd. Dat ze niet met Roy mee naar beneden was geklommen. Ze had de rest in de steek gelaten. ‘Dit kan niet waar zijn,’ zei Luca verbaasd en bang tegelijk. Het had niet veel gescheeld, of ze was met haar neus tegen een enorm hoog kasteel gebotst. Het kasteel dat ze maar al te goed kende van de legende die haar oma altijd vertelde. Het was vanuit het niets verschenen, precies op de plek waar eerst het huisje had gestaan. De hoge toren aan de voorkant raakte bijna de pikzwarte hemel. Luca was blij dat de ronde, ijzeren poort gesloten was. Hierdoor hoefde ze niet te zien wat er zich allemaal binnen afspeelde. Hier buiten had ze al kippenvel genoeg. Ze vroeg zich af hoe dit had kunnen gebeuren. Waar was het huisje naartoe? Waarom had ze het kasteel niet al veel eerder gezien? ‘Jongens, waar zijn jullie?’ Haar stem klonk nog vreemder dan eerst. Terwijl ze in haar eigen arm kneep om er zeker van te zijn dat dit geen droom was, liep ze enkele stappen achteruit."
Michael Reefs (Heerlen, 25 september 1986)
De Spaanse schrijver Carlos Ruiz Zafón werd geboren op 25 september 1964 in Barcelona. Zie ook mijn blog van 25 september 2010 en eveneens alle tags voor Carlos Ruiz Zafón op dit blog.
Uit: Het Middernachtspaleis (Vertaald door: Nelleke Geel)
“Nooit zal ik de nacht vergeten dat het sneeuwde in Calcutta. De kalender van het Sint Patrick Weeshuis kroop naar de laatste dagen van mei 1932 en liet een van de warmste maanden ooit gemeten in de stad van paleizen achter zich … Dag na dag voelden we ons bedroefder en banger voorde ophanden zijnde zomer waarin we allen zestien zouden worden, want dit betekende onze scheiding en het einde van het Chowbar Genootschap, de geheime club van zeven leden, die onze toevlucht was geweest tijdens onze jaren in het weeshuis. We waren daar opgegroeid zonder andere familie dan onszelf, zonder andere herinneringen dan de verhalen die we in de kleine uurtjes vertelden rondom het vuur op de patio van een verlaten huis op de hoek van Cotton Street en Brabourne Road, een kast van een huis dat op instorten stond en dat we Het Middernachtspaleis hadden gedoopt. Ik wist toen nog niet dat ik nooit meer de straten van mijn kindertijd zou terugzien, de stad die me tot op de dag van vandaag heeft betoverd. Ik ben nooit teruggekeerd naar Calcutta, maar ik ben altijd trouw gebleven aan de belofte die we allemaal deden aan de oevers van de rivier de Hooghly: we zouden nooit vergeten waarvan we getuige waren geweest.”
Carlos Ruiz Zafón (Barcelona, 25 september 1964)
De Poolse schrijver en letterkundige Andrzej Stasiuk werd geboren op 25 september 1960 in Warschau. Zie ook mijn blog van 25 september 2010 en eveneens alle tags voor Andrzei Stasiuk op dit blog.
Uit:On The Road To Babadag: Travels In The Other Europe (Vertaald door Michael Kandel)
“I had no passport then, of course, but it never entered my head to try to get one. The connection between those two words, freedom and passport, sounded grand enough but was completely unconvincing. The nuts and bolts of passport didn't fit freedom at all. It's possible that there, outside Gorzow, my mind had fixed on the formula: There's freedom or there isn't, period. My country suited me fine, because its borders didn't concern me. I lived inside it, in the center, and that center went where I went. I made no demands on space and expected nothing from it. I left before dawn to catch the yellow-and-blue train to Zyrardow. It pulled out of East Station, crossed downtown, gold and silver ribbons of light unfurling in the windows. The train filled with men in worn coats. Most got off at the Ursus factory and walked toward its frozen light. Dozens, hundreds, barely visible in the dark; only at the gate did the mercury light hit them, as if they were entering a huge cathedral. I was practically alone. The next passengers got on somewhere in Milanowek, in Grodzisk, more women in the group, because Zyrardow was textiles, fabrics, tailoring, that sort of thing. Black tobacco, the sour smell of plastic lunch bags mixed with the reek of cheap perfume and soap. The night came free of the ground, and in the growing crack of the day you could see the huts of the crossing guards, who held orange caution flags; cows standing belly-deep in mist; the last, forgotten lights in houses.”
Andrzej Stasiuk (Warschau, 25 september 1960)
De Amerikaanse schrijver William Faulkner werd geboren op 25 september 1897 in New Albany, Mississippi. Zie ook mijn blog van 25 september 2010 en eveneens alle tags voor William Faulkner op dit blog.
Uit: As I Lay Dying
“So I saved out the eggs and baked yesterday. The cakes turned out right well. We depend a lot on our chickens. They are good layers, what few we have left after the possums and such. Snakes too, in the summer. A snake will break up a henhouse quicker than anything. So after they were going to cost so much more than Mr Tull thought, and after I promised that the difference in the number of eggs would make it up, I had to be more careful than ever because it was on my final say - so we took them. We could have stocked cheaper chickens, but I gave my promise as Miss Lawington said when she advised me to get a good breed, because Mr Tull himself admits that a good breed of cows or hogs pays in the long run. So when we lost so many of them we couldn't afford to use the eggs ourselves, because I could not have had Mr Tull chide me when it was on my say - so we took them. So when Miss Lawington told me about the cakes I thought that I could bake them and earn enough, at one time to increase the net value of the flock the equivalent of two head. And that by saving the eggs out one at a time, even the eggs wouldn't be costing anything. And that week they laid so well that I not only saved out enough eggs above what we had engaged to sell, to bake the cakes with, I had saved enough so that the flour and the sugar and the stove wood would not be costing anything. So I baked yesterday, more careful than ever I baked in my life, and the cakes turned out right well. But when we got to town this morning Miss Lawington told me the lady had changed her mind and was not going to have the party after all.”
William Faulkner (25 september 1897 - 6 juli 1962) Jim Parrack als Cash en James Franco als Darl Bundren in de film „As I Lay Dying” uit 2013
De Belgische dichteres en schrijfster Patricia Lasoen werd geboren op 25 september 1948 in Brugge. Zie ook mijn blog van 25 september 2010 en eveneens alle tags voor Patricia Lasoen op dit blog.
Landschap met roze hoed
"Niets kan zachter golven dan een golfterrein" denkt de dame met de grote hoed en de suède handschoenen. De heer die haar galant terzijde staat, kijkt heel even naar haar borsten in de roze crêpe jurk en slaat dan met een forse slag het kleine witte balletje een heel eind verder.
Patricia Lasoen (Brugge, 25 september 1948) Cover
Zie voor nog meer schrijvers van de 25e september ook mijn blog van 25 september 2012 en eveneens mijn blog van 25 september 2011 deel 2 en eveneens deel 3.
25-09-2015 om 19:13
geschreven door Romenu
Tags:Niccolò Ammaniti, David Benioff, Michael Reefs, Carlos Ruiz Zafón, Andrzej Stasiuk, William Faulkner, Patricia Lasoen, Romenu
|