De Israëlische dichteres en schrijfster Dahlia Ravikovitch werd geboren op 17 november 1936 in een voorstad van Tel Aviv. Zie ook mijn blog van 17 november 2006 en ook mijn blog van 17 november 2007.
PRIDE
Even rocks crack, I'm telling you,
and not on account of age.
For years they lie on their backs
in the heat and the cold,
so many years,
it almost creates the illusion of calm.
They don't move, so the cracks stay hidden.
A kind of pride.
Years pass over them as they wait.
Whoever is going to shatter them
hasn't come yet.
And so the moss flourishes, the seaweed
whips around,
the sea bursts forth and rolls back --
and still they seem motionless.
Till a little seal comes to rub up against the rocks,
comes and goes.
And suddenly the rock has an open wound.
I told you, when rocks crack, it comes as a surprise.
All the more so, people.
Vertaald door Chana Bloch and Ariel Bloch
THREE OR FOUR CYCLAMEN
Three or four white cyclamen
and I've got another extra-leafy plant
that will not stop climbing toward the ceiling
and I've got troves of treasure
and I've got a little secret, nothing bad,
that flows in the veins of my hand
and colors my blood a glowing red.
You've got plenty of bills on your mind.
You're not thinking about me, not talking,
up there with all that highfalutin stuff
you're hovering
like a delicate mist that consorts with the clouds
and sprayeth upon them the pearly dust of dawn.
I always knew you would treat me this way.
This is just a little story
with no hidden meaning.
But that mountain descending right into the sea
straight down into clear turquoise waters
has forgotten all about you.
That mountain is mine, all mine,
not yours.
Vertaald door Chana Bloch and Chana Kronfeld
Dahlia Ravikovitch (17 november 1936 21 augustus 2005)
De Nederlandse dichter en schrijver Joost van den Vondel werd geboren op 17 november 1587 in Keulen. Zie ook mijn blog van 17 november 2006.
Koning Davids Harpzangen
Eerste Harpzang
Beatus vir, qui non abiit.
Wel zaligh is de man, die met godtloozen
Niet aenspant, noch het spoor houdt van de boozen,
Noch op de banck des snooden schimpers zit;
Maer puur uit lust Godts wetten volght, zijn wit,
En neemt vermaeck aendachtigh t' overleggen,
Zoo 's nachts als daegs, wat hem Godts wet wil zeggen.
Dees wort met recht by eenen boom geleecken,
Die, aen den kant van versche waterbeecken
Geplant, by 't vocht van springende aedren leeft,
En op zijn tijt gewenschte vruchten geeft,
Oock zonder loof te missen t'allen tijen.
Zoo zal die man en al zijn werck bedijen.
Zoo gaat het niet met godelooze dwazen,
Neen zeker: want gelijck het stof, voor 't blazen
Des dwarrelwints, en 't bulderend gerucht
Der buien, stuift en opvlieght in de lucht,
Wanneer het oost bestorremt wort van 't weste,
En 't zuid van 't noort; zoo vaert dit volck ten leste.
Dus kan de booze, al heeft hy schijn van voordeel,
Geensins bestaen in Gods rechtvaerdigh oordeel;
Geen booswicht oock, geketent aen het quaet,
Bestendigh staen in der oprechten Raet:
Want Godt alleen den wandel kent der vroomen,
En boozen dempt, eer zy hun wit bekomen.
Joost van den Vondel (17 november 1587 5 februari 1679)
(Extra bericht)
De Nederlandse schrijver Anton Koolhaas werd op 16 november 1912 in Utrecht. Zie ook mijn blog van 17 november 2006.
Uit Vleugels voor een rat
Op de middag, toen de rat W. Raudt in de gleuf achter de stenen rand van de brug zat, stierf dus de boer. En nadat de rat daar een hele tijd had gezeten, haalde hij diep adem, ging terug over de rand en het weiland in met de vele koeienflappen en liep daar tussendoor, tot hij opnieuw voor water stond. De waterval. En ook daar liep hij onderdoor en nu belandde hij bij het groene huisje met de vergeelde en uitgedorde snoekenkoppen en daar schoot hij onder.
En hoewel het daar, om te voorkomen dat er ratten zouden komen, vol lag met vergif, bleef hij een tijd zitten zonder iets te eten. Toen rook hij aan enkele van de vergiftigde boterhammen, die hengelaars, die van het huisje gebruik maakten (en het al min of meer als hun eigendom beschouwden, omdat de oude boer er toch niet meer naar omkeek; ze hadden het zelfs nieuw geschilderd) er hadden neergelegd en hij begreep dat hij daar af moest blijven.
Hij begreep dat zo triomfantelijk, dat hij ineens recht overeind ging zitten en flink zijn kop stootte tegen de vloer van het huisje; maar dat gaf niets en vervolgens kwam hij er weer onderuit en draafde hij een paar keer heen en terug onder de waterval door, om dat pad goed te kennen en toen kwam hij, tegen het einde van de middag voor het eerst terecht aan de rand van de binnenhof van de boerderij. Bij de schuur en de stallen en de rommel en de gele wanden van het huis en de open deur van het huis, die de gestorven boer in zijn kop had en hij liep snel langs de wand van de schuur, van ongelijkvormig gestapelde stenen en toen, terwijl de schemering begon te vallen, binnen in de schuur.
Anthon Koolhaas (16 november 1912 16 december 1992)
Foto: Manuel van Loggem
De Duitse dichter en schrijver Max Barthel werd geboren in Dresden-Loschwitz op 17 november 1893. Samen met Heinrich Lersch en Karl Bröger behoorde hij tot de bekendste arbeiderdichters tijdens de eerste drie decennia van de 20e eeuw. Later richtte hij zich op het schrijven van gedichten voor kinderen en op koorteksten. Barthel ging al op veertien-jarige leeftijd werken in een fabriek en was ook lid van de socialistische jeugdbeweging. De drijfveer om te schrijven waren zijn ervaringen in WO !. In 1916 verscheen zijn eerste bundel Verse aus den Argonnen. Hoewel hij aanvankelijk met de nazis sympathiseerde trok hij zich rond 1942 terug in de Innere Emigration. In de DDR werd hij na de oorlog wegens zijn vroegere houding, maar ook wegens zijn anti-communisme persona non grata.
Volksversammlung
Du gehst mißmutig zur Versammlung.
Du sagst: Nützen die Reden etwas?
Da lauschest du auf! Ein Schlag hat dich
getroffen.
Du fühlst, wie Glut in dir wächst
und bist der Gläubigen einer.
Hart fallen die Worte des Redners in den
rauchigen Saal
und pochen hammerschwer an die Stirnen
der Menschen.
Abstimmung!
Wer stimmt mit ja?
Hastig stoßen die harten zerschundenen
Hände hoch
und über dem Pfeilergewirr der Arbeiterarme
rundet sich mächtig im Augenblick
die Kugel der Welt.
Max Barthel (17 november 1893 28 juni 1975)
De Amerikaanse schrijver Christopher Paolini in Los Angeles County, California, op 17 november 1983. Hij begon met schijven aan zijn eerste boek, Eragon, toen hij vijftien jaar oud was. Toen het af was, was hij negentien. Hij is geboren in het zuiden van Californië, maar opgegroeid in Paradise Valley in Montana. Hij heeft altijd thuis onderwijs gehad en was op zijn vijftiende klaar met de middelbare school, waarvan hij het examen via de post afgelegd heeft. Nadat hij klaar was met de middelbare school begon hij aan een Trilogie. Eragon werd uitgegeven door zijn ouders in 2002 en om het boek te promoten reisde Christopher Paolini langs meer dan 135 scholen en bibliotheken. Hij droeg tijdens zo'n promotieactiviteit altijd een middeleeuws kostuum. Tijdens een van zijn activiteiten werd het boek opgemerkt door een uitgever, Knopf. De tweede editie van Eragon werd zodoende in augustus 2003 uitgegeven. In december 2006 is Deel I van de serie verfilmd. In oktober 2007 maakte Paolini bekend dat er nog een vierde boek zal komen.
Uit: Eragon
Wind howled through the night, carrying a scent that would change the world. A tall Shade lifted his head and sniffed the air. He looked human except for his crimson hair and maroon eyes.
He blinked in surprise. The message had been correct; they were here. Or was it a trap? He weighed the odds, then said icily, "Spread out; hide behind trees and bushes. Stop whoever is coming . . . or die."
Around him shuffled twelve Urgals with short swords and round iron shields painted with black symbols. They resembled men with bowed legs and thick, brutish arms made for crushing. A pair of twisted horns grew above their small ears. The monsters hurried into the brush, grunting as they hid. Soon the rustling quieted and the forest was silent again.
The Shade peered around a thick tree and looked up the trail. It was too dark for any human to see, but for him the faint moonlight was like sunshine streaming between the trees; every detail was clear and sharp to his searching gaze. He remained unnaturally quiet, a long pale sword in his hand. A wire-thin scratch curved down the blade. The weapon was thin enough to slip between a pair of ribs, yet stout enough to hack through the hardest armor.
Christopher Paolini (California, 17 november 1983)
17-11-2008 om 20:17
geschreven door Romenu
|