De Nederlandse dichter en schrijver Pieter Boskma werd geboren in Leeuwarden op 9 mei 1956. Zie ook alle tags voor Pieter Boskma op dit blog.
Wenteling
Het jaar begon toen koud. Zelfs de duinen wit van de tot kant gestolde mist. Het weer van weinig mensen, die kropen binnen op elkaar voor een geboortegolf.
In de politieke smidse was de waakvlam al gedoofd. Het Kamerdebat over netelige kwesties lag huiverend op straat. Daar warmde bij een vuurtje in een oliedrum de allerlaatste motie zijn magere motief.
Zo groeide de kloof tussen de enthousiaste burger, copulerend op het vloerkleed voor de open haard, en het gezag dat buiten naar zijn eigen adem staart.
Het was gewoon te laat, zelfs het opgefokt klimaat krabde zichzelf achter de wolken. Maar de dichters stonden klaar, ‘Barre Omstandigheden’ was hun geuzennaam,
het krassen van hun pen dreef het landsbestuur al in het nauw, en zie: daar werd een van hen op de troon gehesen waarna de koersen kelderden en vaak de stroom uitviel,
en dat met die bittere koude. Niks te vreten, nog geen dreumes van de revolutie, zo die er al was. Er verrezen de partijen die het vers hadden afgeschaft. Massamars, omwenteling,
en toch maar weer het geld.
De morgen
Het waren de dagen dat de poëzie zich schuilhield. Voor het staaroog van de grijsaard als een eindeloze dageraad. Voor het kinderbrein als een voorgoed geschrapt verouderen. Voor het zwarte als een pirouette van primaire kleuren.
De wegstervende echo van het geïnspireerde woord werd nog af en toe gehoord door wie de stekkers uit elk toestel trok, maar de online geblevenen viel het niet eens op dat ze nooit meer neurieden.
En niemand die nog pleitte voor afschaffing van het parlement, die hol keffende achterhoede van de samenleving, of voor het hangen van zes manen aan een stapelwolk of het oplossen van de frontlijn in een pornografisch hologram.
Er waren geen woorden voor het lang verwachte andere. Men sprak er op gelijke wijze niet eens schande van. Men sprak algauw in het geheel nog slechts fragmenten. En daar ging ook de klank als een ontsnapte heliumballon.
Weinigen bemerkten dat nieuwslezers hard vloekten bij de aankondiging van elk uiterst schaars bericht. Nondeju die klotesport en nondeju dat kutweer. En elk meisje dat wel kussen wilde werd door tachtig man verkracht.
Het waren de dagen die wij heden morgen noemen of de morgen dat wij reeds ach en heden zuchten.
Pieter Boskma (Leeuwarden, 9 mei 1956) Cover
De Amerikaanse dichter Charles Simic werd geboren in Belgrado op 9 mei 1938. Zie ook alle tags voor Charles Simic op dit blog.
To The One Upstairs
Boss of all bosses of the universe. Mr. know-it-all, wheeler-dealer, wire-puller, And whatever else you're good at. Go ahead, shuffle your zeros tonight. Dip in ink the comets' tails. Staple the night with starlight.
You'd be better off reading coffee dregs, Thumbing the pages of the Farmer's Almanac. But no! You love to put on airs, And cultivate your famous serenity While you sit behind your big desk With zilch in your in-tray, zilch In your out-tray, And all of eternity spread around you.
Doesn't it give you the creeps To hear them begging you on their knees, Sputtering endearments, As if you were an inflatable, life-size doll? Tell them to button up and go to bed. Stop pretending you're too busy to take notice.
Your hands are empty and so are your eyes. There's nothing to put your signature to, Even if you knew your own name, Or believed the ones I keep inventing, As I scribble this note to you in the dark.
Late September
The mail truck goes down the coast Carrying a single letter. At the end of a long pier The bored seagull lifts a leg now and then And forgets to put it down. There is a menace in the air Of tragedies in the making.
Last night you thought you heard television In the house next door. You were sure it was some new Horror they were reporting, So you went out to find out. Barefoot, wearing just shorts. It was only the sea sounding weary After so many lifetimes Of pretending to be rushing off somewhere And never getting anywhere.
This morning, it felt like Sunday. The heavens did their part By casting no shadow along the boardwalk Or the row of vacant cottages, Among them a small church With a dozen gray tombstones huddled close As if they, too, had the shivers.
Charles Simic (Belgrado, 9 mei 1938)
De Vlaamse dichter en schrijver Jotie T'Hooft werd geboren in Oudenaarde op 9 mei 1956. Zie ook alle tags voor Jotie T’Hooft op dit blog.
Eenhoorn
Here, zonder naam en zonder gezicht Zie vanuit den hoge Op uw droeve eenhoorn neer Die danig hunkert naar uw licht, Die sierlijk door de wouden dwaalt Maar bladeren geen voedsel vindt, Die voor de poort der doden draalt, Allen bladeren op uw wind. Here, zonder handen zonder stem Snij de lichtlans van zijn voorhoofd En vang hem in uw stalen klem Voor de wereld hem de glans ontrooft, Lok hem langs de stapsteen sterven Niet als anderen domweg gedoofd Maar rein, vrij van bederven Langs de kruisweg waar hij in gelooft.
Sweet/Sixteen
Ik heb een hoog voorhoofd waarachter niet veel meer gebeurt. Ik stel me schaamteloos tentoon. Er is niemand die me opbeurt, sweet sixteen Van sommige namen herinner ik me de geur en er zijn ogen die ik al meer gezien heb, bijgezet in de galerijen van de sleur Er is niets dat mij ontlast, sweet sixteen Ik ben bang om je aan te raken en ik kan me al niet meer afkeren zonder je pijn te doen. Luister, dan hoor je mijn bevroren kraken, sweet sixteen
Jotie T'Hooft (9 mei 1956 – 6 oktober 1977) In 1977
De Duitse schrijver Jan Drees werd geboren op 9 mei 1979 in Haan. Zie ook alle tags voor Jan Drees op dit blog.
Uit: Eins
„Wir beobachteten irritiert glücklich sirrende Fledermäuse, die aus Tannenwaldgrotten flappten, unseren Hügel (über der schimmernden Stadt) umrundeten, die kleine Öllaterne, im Sommer: Gänsehautarme, Benjamin-Biolay-Chansons, und während schwüler Augustabende manchmal stilles Gewitterblitzen am fernen Horizont. Später, um Viertel nach drei, duschten Nebil und ich Nachthitze aus unseren verliebt erwärmten Teeniekörpern, siriusgeleitet, während Sonnenwindfeuer, Elfen, Kobolde vor dem Bleiglas-Badfenster tanzten. Danach lagen wir perlschaumweinsüchtig erschöpft, verschwitzt, im moskitonetzgefälschten Himmelbett. Über uns funkelten angeklebte Plastiksterne mit Phosphorschimmer. Inzwischen geht alles vorbei, im Junimond. Wenn Mond ist und keine Regenwolken durch die kühlkalten Nächte ziehen und unsere Sternenbilder verhängen, wenn Schauer schon morgens auf das Giebeldach schlagen und Wasser durch die Holzdecke in unsere Zimmer tropft, von Ziegeln gewaschenen Ruß über eilig aufgestellte Suppenterrinen, Putzeimer, Bonbonnieren spült. Wir verleben (abschließend) Tage, die wie ein Schlüssellochbild an uns vorübernebeln. João Gilberto singt "The Girl from Ipanema". Während sporadischer Off-Theater-Besuche wird deutlich, daß ein zeitgeistiges Bühnenkreischen eher Edvard-Munch-Pop sein will (im Gegensatz zu klassischen Pornographiefilmschreien). - Wenn wir uns streiten, werde ich Großstadt-Actrice und imitiere moderne René-Pollesch-Szenen.“
Jan Drees (Haan, 9 mei 1979) In 2014
De Oostenrijkse dichter, schrijver en diplomaat Leopold Andrian werd op 9 mei 1875 in Berlijn geboren. Zie ook alle tags voor Leopold Andrian op dit blog.
Sahst Du im Spiegel des verträumten Wien Der eigenen Seele nie gehauchte Klagen Sahst Du den blassen Duft entfliehen, Den Duft von unsern ersten Tagen.
Der ersten unerklärten Liebe Reiz Die noch das Wort, die fast den Blick verschmähte Mir ists als ob Dein müdes Angesicht Todkrank um jene Stimmung flehte
So krank wie weißer Flieder, den Das heiße Gas zu lang umwehte Der rührend, rein und wunderschön Schon trunken um Erlösung flehte
Da's ihn im Dunst der Freudennacht Durchbebt, zu der sie ihn erkoren Daß in der sinnentrunknen Pracht Sein keuscher Duft auf immerdar verloren
Leopold Andrian (9 mei 1875 – 19 november 1951)
De Britse schrijver en acteur Alan Bennett werd geboren op 9 mei 1934 in Armley in Leeds, Yorkshire. Zie ook alle tags voor Alan Bennett op dit blog.
Uit:The Uncommon Reader
'She's not a popular author, ma'am.' 'Why, I wonder? I made her a dame.' Mr Hutchings refrained from saying that this wasn't necessarily the road to the public's heart. The Queen looked at the photograph on the back of the jacket. 'Yes. I remember that hair, a roll like a pie-crust that went right round her head.' She smiled and Mr Hutchings knew that the visit was over. 'Goodbye.' He inclined his head as they had told him at the library to do should this eventuality ever arise, and the Queen went off in the direction of the garden with the dogs madly barking again, while Norman, bearing his Cecil Beaton, skirted a chef lounging outside by the bins having a cigarette and went back to the kitchens. Shutting up the van and driving away, Mr Hutchings reflected that a novel by Ivy Compton-Burnett would take some reading. He had never got very far with her himself and thought, rightly, that borrowing the book had just been a polite gesture. Still, it was one that he appreciated and as more than a courtesy. The council was always threatening to cut back on the library, and the patronage of so distinguished a borrower (or customer, as the council preferred to call it) would do him no harm. 'We have a travelling library,' the Queen said to her husband that evening. 'Comes every Wednesday.' 'Jolly good. Wonders never cease.' 'You remember Oklahoma!?' 'Yes. We saw it when we were engaged.' Extraordinary to think of it, the dashing blond boy he had been. 'Was that Cecil Beaton?' 'No idea. Never liked the fellow. Green shoes.'
Alan Bennett (Armley, 9 mei 1934)
De Roemeense dichter, schrijver en filosoof Lucian Blaga werd geboren op 9 mei 1895 in Lancrăm, bij Alba Iulia. Zie ook alle tags voor Lucian Blaga op dit blog.
Lot (Fragment) I have seen many and sin-breeding deeds profaning the light and the wind, and misunderstood customs, and fire games in the city. Naked people have I seen in rusty-copper green lakes kissing silvery swans. I have seen, fear-stricken, in front of the gate, girls dancing their whiteness off for long nailed voivodes - and I have seen priests in linen clothes intoxicating the beggars with the wine the dead have been washed with. I have seen women setting their seed on fire, their mission cast between two eternities like an insult, their breasts-ripe fruit with no milk, no milk within, their breath killing bees and herbs. I have seen transparent guests on the shore of blood: children who will be delivered but are not desired (if you stop your ears up you can hear through spheres their bitter thirst, their dumb murmur at the world's windows, and their song of relief when they find entrance in trees, dogs, and in birds).
Vertaald door Liliana Mihalachi
Die Quelle der Nacht Du Schöne, so schwarz sind deine Augen,daß mir abends, wenn ich den Kopf in deinen Schoß gebettet hab, so ist, als seien deine tiefen Augen eine Quelle, aus der die Nacht geheimnisvoll hervorquillt und über Berge,Täler,Fluren strömt, um in ein Meer von Finsternis die Erde einzutauchen. So schwarz sind deine Augen,du, mein Licht.
Vertaald door Ruth Herrfurth
Lucian Blaga (9 mei 1895 – 6 mei 1961) Cover
De Engelse schrijver Richard Adams werd geboren in Newbury op 9 mei 1920. Zie ook alle tags voor Richard Adams op dit blog.
Uit Watership Down
‘I don’t know what it is,’ answered Fiver wretchedly. ‘There isn’t any danger here, at this moment. But it’s coming – it’s coming. Oh, Hazel, look! The field! It’s covered with blood!’ ‘Don’t be silly, it’s only the light of the sunset. Fiver, come on, don’t talk like this, you’re frightening me!’ Fiver sat trembling and crying among the nettles as Hazel tried to reassure him and to find out what it could be that had suddenly driven him beside himself. If he was terrified, why did he not run for safety, as any sensible rabbit would? But Fiver could not explain and only grew more and more distressed. At last Hazel said, ‘Fiver, you can’t sit crying here. Anyway, it’s getting dark. We’d better go back to the burrow.’ ‘Back to the burrow?’ whimpered Fiver. ‘It’ll come there – don’t think it won’t! I tell you, the field’s full of blood –’ ‘Now stop it,’ said Hazel firmly. ‘Just let me look after you for a bit. Whatever the trouble is, it’s time we got back.’ He ran down the field and over the brook to the cattle-wade. Here there was a delay, for Fiver – surrounded on all sides by the quiet summer evening – became helpless and almost paralysed with fear. When at last Hazel had got him back to the ditch, he refused at first to go underground and Hazel had almost to push him down the hole. The sun set behind the opposite slope. The wind turned colder, with a scatter of rain, and in less than an hour it was dark. All colour had faded from the sky: and although the big board by the gate creaked slightly in the night wind (as though to insist that it had not disappeared in the darkness, but was still firmly where it had been put), there was no passer-by to read the sharp, hard letters that cut straight as black knives across its white surface. They said: THIS IDEALLY SITUATED ESTATE, COMPRISING SIX ACRES OF EXCELLENT BUILDING LAND, IS TO BE DEVELOPED WITH HIGH CLASS MODERN RESIDENCES BY SUTCH AND MARTIN, LIMITED, OF NEWBURY BERKS."
Richard Adams (Newbury, 9 mei 1920) Cover
De Schotse schrijver James Barrie werd op 9 mei 1860 in Kirriemuir nabij Dundee geborenZie ook alle tags voor James Barrie op dit blog.
Uit:The Adventures of Peter Pan
"She is dead," he said uncomfortably. "Perhaps she is frightened at being dead." He thought of hopping off in a comic sort of way till he was out of sight of her, and then never going near the spot any more. They would all have been glad to follow if he had done this. But there was the arrow. He took it from her heart and faced his band. "Whose arrow?" he demanded sternly. "Mine, Peter," said Tootles on his knees. "Oh, dastard hand," Peter said, and he raised the arrow to use it as a dagger. Tootles did not flinch. He bared his breast. "Strike, Peter," he said firmly, "strike true." Twice did Peter raise the arrow, and twice did his hand fall. "I cannot strike," he said with awe, "there is something stays my hand." All looked at him in wonder, save Nibs, who fortunately looked at Wendy. "It is she," he cried, "the Wendy lady, see, her arm!" Wonderful to relate [tell], Wendy had raised her arm. Nibs bent over her and listened reverently. "I think she said, 'Poor Tootles,'" he whispered. "She lives," Peter said briefly. Slightly cried instantly, "The Wendy lady lives." Then Peter knelt beside her and found his button. You remember she had put it on a chain that she wore round her neck. "See," he said, "the arrow struck against this. It is the kiss I gave her. It has saved her life." "I remember kisses," Slightly interposed quickly, "let me see it. Ay, that's a kiss." Peter did not hear him. He was begging Wendy to get better quickly, so that he could show her the mermaids. Of course she could not answer yet, being still in a frightful faint; but from overhead came a wailing note."
James Barrie (9 mei 1860 – 19 juni 1937) J.M. Barrie speelt kapitein Haak en Michael Llewelyn Davies speelt Peter Pan. (1906) Michael was het 4e zoontje van Arthur and Sylvia Llewelyn Davies, een bevriend echtpaar, en stond mede model voor Peter Pan.
Zie voor nog meer schrijvers van de 9e mei ook mijn blog van 9 mei 2015 deel 2.
09-05-2017 om 18:16
geschreven door Romenu
Tags:Pieter Boskma, Charles Simic, Jotie T'Hooft, Jan Drees, Leopold Andrian, Alan Bennett, Lucian Blaga, Richard Adams, James Barrie, Romenu
|