De Amerikaanse schrijver Richard Powers werd geboren op 18 juni 1957 in Evanston, Illinois. Zie ook mijn blog van 18 juni 2007 en ook mijn blog van 18 juni 2008.
Uit: Prisoner's Dilemma
The first indication that Pop had been seeing something more than heebie-jeebies for all those years came a few weeks before the end, when the old guy leaned over to Artie on the front porch of an autumn evening and said, distinctly, "Calamine." Father and son had come out after dinner to sit together on this side of the screens and see November along. They enjoyed, in silence, one of those nights that hung in the high fifties but could easily go ten degrees either way within the hour. Artie staked out the rocker while his father, as usual, exercised eminent domain over the kapok bed long ago banished to the porch because chez Hobson-a twenty-year repository of everything the family had ever owned?could not take one more cubic foot of crap without spewing it all through every doorway and window.
Silence had gotten them this far, and there seemed to Artie no reason to improve on it. He tried to chalk up his father's mumbled word to an involuntary spasm in the man's cerebral cortex, a first burst of verb salad accompanying the return of autumn. He hoped, for a moment, to hide from it, let the word fall to the ground and add to the November earthworm-stink and autumn. But Artie had no place to hide from Pop that the old man himself hadn't shown him. So he put his knuckles to the bridge of his nose, braced his face for what was coming, and asked, "Say what, Dad?"
"You heard me. Calamine. I say what I mean and I mean what I say. I plan my work and work my plan. When the tough get going, the . . ."
"Got you, Pop." Artie preempted quickly, for once Edward Hobson, Sr., was let out of the verbal paddock, he could go all night without denting his capacityfor free association. After a quarter century, Artie knew the symptoms. In the man's present condition, it was pointless to ask him straight out just what he meant by the Word. Artie tried reconstructing: Calamine, zinc oxide, iodine-nothing in that direction. Dad's invocation was certainly not a medical request. Dad abhorred all medications. His sickness was nothing so trivial or topical as dermatitis, except that in crowds, for the express purpose of publicly shaming any other Hobson with him, he had been known to sing, "It's no sin to shake off your skin and go dancing in your bones."
Richard Powers (Evanston, 18 juni 1957)
De Engelse dichter Geoffrey Hill werd geboren op 18 juni 1932 in Bromsgrove, Worcestershire. Zie ook mijn blog van 18 juni 2007 en ook mijn blog van 18 juni 2008.
Mercian Hymns XXV
Brooding on the eightieth letter of Fors Clavigera, I speak this in
memory of my grandmother, whose childhood and prime womanhood were spent
in the nailer's darg.
The nailshop stood back of the cottage, by the fold. It reeked stale
mineral sweat. Sparks had furred its low roof. In dawn-light the
troughed water floated a damson-bloom of dust ---
not to be shaken by posthumous clamour. It is one thing to celebrate the
'quick forge', another to cradle a face hare-lipped by the searing wire.
Brooding on the eightieth letter of Fors Clavigera, I speak this in
memory of my grandmother, whose childhood and prime womanhood were spent
in the nailer's darg.
Mercian Hymns XVII
He drove at evening through the hushed Vosges. The car radio,
glimmering, received broken utterance from the horizon of storms...
'God's honours - our bikes touched: he skidded and came off.' 'Liar.' A
timid father's protective bellow. Disfigurement of a village king. 'Just
look at the bugger...'
His maroon GT chanted then overtook. He lavished on the high valleys its
haleine.
Geoffrey Hill (Bromsgrove, 18 juni 1932)
De Vlaamse schrijver dichter, vertaler en scenarist Anton van Wilderode (pseudoniem van Cyriel Paul Coupé werd geboren in Moerbeke op 18 juni 1918. Zie ook mijn blog van 18 juni 2007 en ook mijn blog van 18 juni 2008.
De dag van Eden in memoriam matris
Je staat achter het raam zonder gezicht. De notelaar met geverniste blaren glanst van een zuiver en onwerelds licht dat huiveringen legt over je haren.
Je draagt iets in je hand ik zie niet wat een boek een brief een sjaaltje voor de winter maar zeker iets dat ik vergeten had en dat je je herinnerde daarginder.
Ik kom al moeder (bonzend van geluk). Je hoort mij niet ik zie de grote blaren achter je schouders schommelen en bedaren. Maar op de drempel staat je voetafdruk.
Monasterio de Guadelupe/Extremadura, La Virgen
De moorse binnenhof. De sierfontein.
De eucalyptus slank als een pinakel.
De bruidsmuziek van zomergroen en water
van azulejos schijn en wederschijn.
De deur die dag en deemstering verdeelt.
Damast van uitgelegde altaardwalen.
Met blauw en bladgoud de initialen
in koorzangboeken hevig gepenseeld.
Het zuiver kerkschip met een zeil van licht.
Het marmerdek van voor- tot achtersteven.
Gelijk een boegbeeld moederlijk verheven
La Virgen met een okerzwart gezicht.
Anton van Wilderode (18 juni 1918 - 15 juni 1998)
Beeld in Sint Niklaas, gemaakt door Wilfried Pas.
De Nederlandse schrijver en dichter Bert Schierbeek (1918-1996) werd geboren op 18 juni 1918 in Glanerbrug in Twente. Zie ook mijn blog van 18 juni 2007 en ook mijn blog van 18 juni 2008.
Ik denk
ik denk als het regent laat ze niet nat worden
en als het stormt vat ze geen kou
en ik denk ook dat dat denken niet helpt
want je wordt nooit meer nat noch vat je een kou
want het regent noch waait ooit meer voor jou
de deur
een deur is open
of dicht
een deur die open is
is een gat naar
de ruimte
een deur die dicht is
deel van de muur
begrenst de ruimte
als ie beweegt
is ie een deur
zo ben ik
een deur
Bert Schierbeek (18 juni 1918- 9 juni 1996)
De Franse schrijver Raymond Radiguet werd geboren op 18 juni 1903 in Saint-Maur-des-Fossés. Zie ook mijn blog van 18 juni 2007 en ook mijn blog van 18 juni 2008.
Uit: Le diable au corps
« L'amour veut faire partager sa béatitude. Ainsi, une maîtresse de nature assez froide devient caressante, nous embrasse dans le cou, invente mille agaceries, si nous sommes en train d'écrire une lettre. Je n'avais jamais tel désir d'embrasser Marthe que lorsqu'un travail la distrayait de moi; jamais tant envie de toucher à ses cheveux, de la décoiffer, que quand elle se coiffait. Dans le canot, je me précipitais sur elle, la jonchant de baisers, pour qu'elle lâchât ses rames, et que le canot dérivât, prisonnier des herbes, des nénuphars blancs et jaunes. Elle y reconnaissait les signes d'une passion incapable de se contenir, alors que me poussait surtout la manie de déranger, si forte. »
Raymond Radiguet (18 juni 1903 12 december 1923)
18-06-2009 om 20:10
geschreven door Romenu
|