De Nederlands dichter, toneelschrijver en essayist Martinus Nijhoff werd geboren in Den Haag op 20 april 1894. Zie ook mijn blog van 20 april 2007 en ook mijn blog van 20 april 2008.
Het lied der dwaze bijen
Een geur van hoger honing
verbitterte de bloemen,
een geur van hoger honing
verdreef ons uit de woning.
Die geur en een zacht zoemen
in het azuur bevrozen,
die geur en een zacht zoemen,
een steeds herhaald niet-noemen,
ried ons, ach roekelozen,
de tuinen op te geven,
riep ons, ach roekelozen,
naar raadselige rozen.
Ver van ons volk en leven
zijn wij naar avonturen
ver van ons volk en leven
jubelend voortgedreven.
Niemand kan van nature
zijn hartstocht onderbreken,
niemand kan van nature
in lijve de dood verduren.
Steeds heviger bezweken,
steeds helderder doorschenen,
steeds heviger bezweken
naar het ontwijkend teken,
stegen wij en verdwenen,
ontvoerd, ontlijfd, ontzworven
stegen wij en verdwenen
als glinsteringen henen. -
Het sneeuwt, wij zijn gestorven,
huiswaarts omlaag gedwereld,
Het sneeuwt, wij zijn gestorven,
het sneeuwt tussen de korven.
Pierrot
'k Ontmoette 's nachts een vrouw bij een lantaren,
Geverfd, als heidenen hun doden verven -
Ik zei tot haar: 'Vrouw ik ben moe van zwerven.'
Zij lachte om mijn wit pak en mijn gebaren.
En ik zei weer: 'Laten wij samen sterven,
Vrouw, mijn naam is Pierrot -' Ik vroeg de hare.
Wij dansten samen of we dronken waren.
En mijn stuk hart rammelde van de scherven.
Dit was een dans op de uiterste rand
Der steilten van verbijstring. Als een brand
Joeg waanzin door mijn lijf heen, dat ging breken -
Als wie een moord deed, heb ik omgekeken
En zag me alleen staan in de vale straat,
En vluchtte weg en sloeg me voor 't gelaat.
Ineengebroken I
Je was zoo hard voor mij als de eenzaamheid:
Mijn hoofd lag aan je borst, en van mijn tranen
Waren je handen nat - maar wat je aan een
Kind geven moest dat bij je komt en schreit,
wist je niet - Moeder moest je zijn: je had
Mijn woorden in je hart moeten bewaren -
Maar wij hebben, macht'loozen die wij waren,
Elkaar in één dood brekend liefgehad.
En 't wordt een witte wijdheid, dit vreemd sterven,
Een sneeuwlandschap van rust, waar wij voortaan,
Twee zwevers eindelijk vermoeid van zwerven,
Elkaar omhelzen en nooit op weer staan:
Twee monden, samen tot één bloem van bloed,
En één lied dat de dood zingt, en voorgoed -
Martinus Nijhoff (20 april 1894 26 januari 1953)
De Nederlands schrijver en beeldend kunstenaar Jan Cremer werd geboren in Enschede op 20 april 1940. Zie ook mijn blog van 20 april 2007 en ook mijn blog van 20 april 2008.
Jan Cremer, Tulpen II
Uit: De Hunnen
'Ik stond aan de poort en trok de soldaat aan zijn mouw zodra hij buiten het gehoor van de schildwacht was. 'Fukkie, fukkie?' vroeg ik, fluisterend. Fronsend keek de grote neger mij aan en rukte zich los. Ik liep met hem mee, aarzelde en trok weer aan zijn mouw. Ik was toch een beetje bang voor negers. De eerste keer dat ik een neger zag keek ik mijn ogen uit. Er waren geen zwarten in de fabrieksstad. Negersoldaten vraten kleine kinderen op, met huid en haar, vooral Duitse of Duitssprekende kinderen en rauw... De soldaat bleef staan en keek de straat rond. Hij schudde zijn hoofd, keek mij grijnzend aan en begon hard te lachen. 'How much' zei hij, 'and where?' Ik lachte terug, liet mijn tanden zien. 'You look you like', zei ik mijn lesje op, 'Ten gulden'.'
Jan Cremer (Enschede, 20 april 1940)
De Nederlandse dichter en vertaler Jean Pierre Rawie werd geboren op 20 april 1951 in Scheveningen. Zie ook mijn blog van 20 april 2007 en ook mijn blog van 20 april 2008.
Kleine Liefdesverklaring
Ik ben al bijna dood, en ik
zal nooit aan mensen wennen;
zo meen ik ook geen ogenblik
je werkelijk te kennen,
maar soms, tezamen in het huis
en in één bed tezamen,
met het behoedzame geruis
van regen langs de ramen,
heb ik wel eens een kort moment
gedacht dat ik doorgrondde
hoe ondoorgrondelijk je bent,
en dat al veel gevonden.
De poezen
De poezen liggen zoet- en moegestoeid
tegen elkaars vervloeide zachtheid aan,
en de abstractie van uw voortbestaan
laat ze betrekkelijk ongemoeid.
Maar mij - ik heb al vaker dwaas gedaan
en ben de ergste dwaasheden ontgroeid;
al hebt u mij ten dode toe vermoeid,
ik ben te moe om dood te gaan.
Ik leef van ondergang tot ondergang;
alsof ik niet weer alles had verspeeld
streel ik de poezen die u hebt gestreeld.
Er zijn hun heel wat levens toebedeeld,
maar verder toont het beeld geen samenhang:
mijn leven duurt levens te lang.
Jean Pierre Rawie (Scheveningen, 20 april 1951)
De Britse schrijver en journalist Sebastian Faulks werd geboren op 20 april 1953 in Newbury. Hij studeerde literatuur en geschiedenis aan het Emmanuel College in Cambridge en doceerde vanaf 1975 aan de International School of London Engels en frans. In 1979 ging hij bij de Daily Telegraph werken. In 1986 werd hij feuiietonredacteur bij de Independent. Vanaf 1991 is hij zelfstandig schrijver. Hij debuteerde in 1984 met A Trick of the Light.
Uit: Charlotte Gray
Peter Gregory kicked the door of the dispersal hut closed behind him with the heel of his boot. He sensed the iciness of the air outside but was too well wrapped to feel it on his skin. He looked up and saw a big moon hanging still, while ragged clouds flew past and broke up like smoke in the darkness. He began to waddle across the grass, each step won from the limits of movement permitted by the parachute that hung down behind as he bucked and tossed his way forward. He heard the clank of the corporal fitter's bicycle where it juddered over the ground to his right. The chain needed oiling, he noted; the man was in the wrong gear and a metal mudguard was catching on the tyre with a rhythmic slur as the wheel turned.
He could see the bulk of his plane ahead, large in the night, with the three-bladed propeller stopped at a poised diagonal, the convex sweep of the upper fuselage looking sleeker in the darkness than by day. The fitter dropped his bicycle to the ground. He made his way over in the light of a feeble torch which he gripped between his teeth as he helped, with both hands braced against his parachute, to push Gregory up onto the wing. Then he clambered up himself as Gregory hoisted a leg over the side of the cockpit and slithered down inside.
Sebastian Faulks (Newbury, 20 april 1953)
De Vlaamse dichter en schrijver Jozef Hugo Maria Deleu werd geboren in Roeselare op 20 april 1937. Zie ook mijn blog van 20 april 2007 en ook mijn blog van 20 april 2008.
Omarming
We groeien tot gebaar, worden ledematen van mekaar.
Ons denken wordt geladen tot gemeenzaam staande slapen.
Wij zijn schaduw van mekaar, maar ook spiegel vol gevaar.
Nooit zag ik eerder
Nooit zag ik eerder
zo de tijd bewegen
de eerste krokus
in het gazon
de versgewitte tuinstoel
bij de tafel
rijk gevuld
met appeltaart
reeds van de herfst
Jozef Deleu (Roeselare, 20 april 1937)
Zie voor nog meer schrijvers van de 20e april ook mijn vorige twee blogs van vandaag.
20-04-2009 om 20:40
geschreven door Romenu
|