De Nederlandse dichter, schrijver en columnist Cees van der Pluijm werd geboren op 12 januari 1954 te Radio Kootwijk (Gld.). Zie ook alle tags voor Cees van der Pluijm op dit blog.
Valse lente
De liefde maakt van elke uil een valk Maar kun je vliegen met een vleugelspalk?
I
De jagersman heeft geen seconde vrij
Hij telt het jachtseizoen van mei tot mei –
Hij maakt het leven zelf tot veile prooi –
En maalt niet om allure of allooi
Hij zet zijn idealen graag terzij
En met een grijnslach opent hij de kooi
Hij schiet de vogels om hun verentooi
Wij joegen op elkaar, soms schoten wij
Het doel in alle hartstocht zelfs voorbij
Pas toen de lente kwam, verliep het tij
En toch besef ik tot de laatste kus
Hoe blij je zijn kunt met een dode mus
Wij hebben als een duivenpaar getorteld
De liefde leek soms diep in ons geworteld
II
De tijd heelt niets, dus ook niet alle wonden
De tijd maakt slechts een optelsom van pijn
En deelt die door zichzelf, zodat het lijkt
Of ons een kleiner leed wordt aangereikt
Maar ook al word je nog zo goed verbonden
En helen alle breuken op termijn
Wie niet zijn idealen steeds herijkt
Riskeert het dat hij aan de tijd bezwijkt
Geen prooi ontkomt de jager ongeschonden
Geen jager ook die op zijn jachtterrein
Ontkomen kan aan zijn onwrikbaar lot
Bedenk dit als gij naar het voorjaar kijkt
Verdwaal niet in die tovertuin van God
De paashaas schiet zijn kuikentjes kapot
1975
Je koos de Karelstad tot domicilie
Je boedel paste prima in een busje
Je zwaaide joviaal naar je familie
En je vertrok. Je kamer was een hok
En schilderwerk je eerste eigen klusje
Je was nu eigen baas en eigen kok
Maar ondanks al je spullen om je heen
En heel de stad – je was verdomd alleen
Dan maar een advertentie in de krant
(Naar vriendschap zulk een mateloos verlangen)
Je had geen ander middel bij de hand
Verlegen als je was en onervaren
En zie, je liet je door de hartstocht vangen:
Hij kwam en zou de liefste zijn voor jaren
Cees van der Pluijm (12 januari 1954 – 14 december 2014)
De Amerikaanse dichter Anthony Hecht werd geboren op 16 januari 1923 in New York. Zie ook alle tags voor Anthony Hecht op dit blog.
De Venetiaanse Vespers (Fragment)
Canto II
Een weelde weggeveegd, vaak met haar makers;
Kanaries, katten, honden en parkieten,
In zakken afgevoerd als Monte Cristo’s:
Geen grasveld, wei of heuvel in de buurt
Om te bemesten of als graf te dienen.
Voor hen wordt in de nacht het glas gebroken,
Het in memoriam der vuilnislieden.
Ik rouw, wanneer hun uur weer daar is, met
Een litanie van eigen makelij.
Hier stierf ooit Wagner, ligt Strawinsky’s graf,
Vond Cimarosa, door vilein vergif,
Zegt men, de dood. Het brein, om vier uur ’s ochtends,
Is slechts een brij, wormstekig en armzalig.
Ik zag het vaak gemorst als zwezerik,
Dromend van Byrons woord: ‘Vaak bij mooi weer
Zou ik mij voor de kop geschoten hebben,
Had het mijn schoonmama geen pret bezorgd.’
Zo wordt de deugd, zegt men, ons opgedrongen
Door ons gewetenloos gedrag. Ik zié hem,
Met zijn gevolg van hoeren en gravinnen,
Naar muskus, knoflook en seringen riekend,
Ménage die veeleer ménagerie was:
Een vos, een wolf, een bulldog, vogels, apen,
Corbaccio’s en corvino’s, spintriae,
De heffe van Venetië ’s onderwereld,
Aasvliegenplaag. Uitvaagsel. Uitgebraakt.
O licht en levers. Doder dan morsdood.
In ’n kist gevoerd met zij in theerooskleur.
Vertaald door Paul van den Hout
Anthony Hecht (16 januari 1923 – 20 oktober 2004)
In 1960
Zie voor nog meer schrijvers van de 11e januari ook mijn blog van 11 januari 2019 en ook mijn blog van 11 januari 2015 en ook mijn blog van 11 januari 2016 deel 2.