Romenu was er noodgedwongen even niet. Vanaf morgen zijn er weer de vertrouwde berichten.
Ziek
de forse broeder met de harde handjes de trippelbroeder met de wollen wantjes de hoofdzuster, imperatief, vult massief de kamer dreigend met haar zwarte hamer
gejaagd telt het infuus 66 druppels per minuut een half uur lang onrust een nieuw infuus: 7 druppels per minuut traag geruststellend getik kam en zakdoekjes vallen oprapen? vergeet het maar
de stervende in de aangrenzende kamer balt zijn laatste krachten te zamen in een ontzagwekkend hallo! hallo! hallo! hij heeft Gods geheime nummer gedraaid wacht op meer dan nacht
Frans Pointl
Frans Pointl (Amsterdam, 1 augustus 1933)
Op zaal
Nadert er rinkelend glas, en platte hakken, op de gang, dan is dat iemand half dood die terugkeert in zijn rijdend ledikant van ergens waar men opensnijdt.
Zij die hem duwde glimlacht, schuift hem bij ons vijven aan en trekt gordijnen om hem dicht.
Straks komt hij bij. Begint de pijn die ons al leerde mee te geven als een halm. Het zal hem zijn of hij de eerste is die zo diep buigt.
Klinkt morgen nieuw gerinkel, en platte hakken op de gang, dan is hij een van ons. Want ieder was de enige die zo diep boog.
Willem Jan Otten
Willem Jan Otten (Amsterdam, 4 oktober 1951)
Polikliniek
De scalpel. Dieper. Het pincet rukt met een schijn van drift de rode tijdbom weg. Doe nu mijn zoon weer dicht, chirurg, vijandig bondgenoot. Sluit op zijn rug die rare mond die fluistert over ongepaste groei en dood.
Na afloop benen wij, veldheren, door de gangen langs brancards, langs richtingwijzers naar de hel van 'kinderonc.'en 'mort.'. 'Dood aan de ziekte', roepen wij, en: 'wat is pijn'. Scheurend ontploft het ziekenhuis als we weer buiten zijn.
Anna Enquist
Anna Enquist (Amsterdam, 19 juli 1945)
22-06-2010 om 20:17
geschreven door Romenu
|