Dolce far niente
Museumplein, Amsterdam
Museumbuurt Rijksmuseum
Met een vingerreiking, een zachte g in de gewrichtjes, schept de architect door een uiterst dure schuur de hoge waardigheid van de zo oude schilders. Die kijken ons aan door de ingelijste ogen van meisje en matrone, hoender en hond, schutter en schout, bruid en burgemeester, boegbeeld en stier. Etc. Met een diepe indruk in het vlees van onze ziel dwalen we in het licht van de zalen, waar geen buiten is, alleen maar verf te zien. Zo voelen we ons onsterfelijk: nergens het gevaar van leven. Zo achten we die almaar ogen soms wel angstloze miljoenen waard. Straks lopen we op het Museumplein. Hier is buiten. Hier woont de dag als elke dag, als alle, alle dagdagdagen. Kijk, een voorjaarsvrouw met groene ogen om in te verdrinken. Kijk, een lenteman met ogen van vertrouwen. Kijk, een zonlichtkind dat een bootje vaart als een droom, en met ogen van lach en spel. Hoeveel zouden we op dit groene plein, gelijst in Amsterdam, voor deze levende ogen willen geven? We lopen voorbij. We lopen voorbij.
Karel N.L. Grazell (Amsterdam, 3 april 1928)
Zie voor de schrijvers van de 15e juli ook mijn blog van 15 juli 2013 en ook mijn blog van 15 juli 2011 deel 1 en eveneens deel 2.
15-07-2014 om 00:00
geschreven door Romenu
Tags:Dolce far niente, Karel N.L. Grazell, Romenu
|