De Franse schrijver Michel de Saint Pierre werd geboren op 12 februari 1916 in Blois. Hij werd opgeleid aan o.a. het Collège Saint-Jean-de-Béthune en de Sorbonne. In 1941 sloot hij zich aan bij het verzet, wat hem later verschillende onderscheidingen opleverde. Voor La Mer à boire kreeg hij in 1954 de Grand Prix de la Société des gens de lettres, voor zijn roman Les Aristocrates in 1955 de Grand Prix du Roman de l'Académie française.
Uit : La Mer à Boire
"Marc songeait à l'extraordinaire soumission de l'être humain. Les trajets qu'il faisait chaque jour en métro pour aller à ses cours de médecine lui vinrent à l'esprit. Heure d'affluence. Des gens pressés dans l'espace et pressés dans le temps, femmes au chapeau inquiet, hommes au coude agressif
Cependant chaque homme, chaque femme acceptaient l'inconfort, le contact des fesses ambiantes, la moiteur générale et ce bouquet d'haleines. Excusez-moi, monsieur, disait à la ronde un jeune gaillard bien mis, d'allure sportive, qui se laissait bousculer. Vigueur physique humiliée fantaisie vestimentaire étranglée - mille autres symptômes : de toutes parts on attendait à l'épanouissement de l'homme. On nivelait le monde à coups de grands mots sourds tels que social et collectif. Pourquoi ? Dans quel but ? Et comment finirait ce piétinement, cette conspiration des troupeaux ? "
Michel de Saint Pierre (12 februari 1916 19 juni 1987)
De Engelse schrijver Ronald Frederick Delderfield werd geboren op 12 februari 1912 in Bermondsey, London. Verschillende van zijn historische romans gaan over jonge mannen die uit de oorlog terugkeren en in Engeland een leven gaan leiden dat het de schriijver mogelijk maakt diep in de sociale geschiedenis te graven, vanaf het Edwardiaanse tijdperk tot de jaren zestig: Voorbeelden daarvan zijn: To Serve Them All My Days, God is an Englishman , A Horseman Riding By en The Avenue. Veel van zijn werk is bewerkt voor televisie.
Uit: To Serve Them All My Days
David noticed dismally that his hands had begun to shake. Herries got up suddenly ... he crossed the room and pointed to a fading sepia photograph hanging above one of the bookshelves. It was a very conventional photograph, fifteen lumpish youngsters, ranged in three rows, one lad squatting and nursing a ball.
'There's no need to feel isolated from us, least of all from me. That was our 1913 First Fifteen. Twelve are dead and one of the survivors is legless. We've lost eighty-seven to date, seventy-two of them known to me personally. My boys.' He was silent for a moment. Then, 'On July 8th 1916 I recorded eight names in one week's casualty list. Does that help?'
R. F. Delderfield (12 februari 1912 24 juni 1972)
De Turkse dichter en schrijver Sabahattin Ali werd geboren op 12 februari 1906 in Gümülcine, tegenwoordig, Komotini, Griekenland. Van 1928 tot 1930 studeerde hij in Berlijn en werkte daarna als leraar in Turkije. In 1932 werd hij wegens een satirisch gedicht over Atatürk aangeklaagd en een jaar gevangen gezet. In 1938 ging hij als vertaler en dramaturg werken aan het conservatorium in Ankara. In 1944 trok hij naar Istanbul, waar hij o.a. een satirisch blad uitgaf. Dat leverde weer de nodige problemen op. Op de vlucht naar Bulgatije werd hij op 2 april 1948 vermoord. De omstandigheden rond de moord werden nooit geheel opgehelderd. Sabahattin Ali werd vooral bekend door zijn realistische korte verhalen waarin hij het landelijke leven in het toenmalige Turkije beschreef.
Uit: Die Madonna im Pelzmantel (Vertaald door Ute Birgi)
Unter allen Menschen, die meinen bisherigen Lebensweg kreuzten, hat einer mich ganz besonders beeindruckt. Und obwohl seit unserer ersten Begegnung Monate vergangen sind, hält dieser starke Eindruck unvermindert an. Wann immer ich mit mir allein bin, taucht in aller Lebendigkeit das offene Gesicht des Raif Efendi vor mir auf, mit seinen etwas weltfremd dreinblickenden Augen, die jedoch immer sofort zu einem Lächeln bereit waren, sobald sie auf einen Menschen fielen. Dabei war Raif Efendi keineswegs außergewöhnlich, vielmehr gehörte er zu jenen ganz normalen Sterblichen ohne herausragende Eigenschaften, wie sie uns täglich zu Hunderten begegnen und denen wir kaum einen Blick schenken. Mit Sicherheit gab es in keiner der uns mehr oder weniger bekannten Facetten seines Lebens irgendwelche besonderen Umstände, die unsere Neugierde hätten wecken können. Beim Anblick solcher Zeitgenossen fragen wir uns oft: Wozu leben sie überhaupt? Welches Ziel verfolgen sie in ihrem Dasein? Wo liegt die Logik oder der tiefere Sinn, der ihnen befiehlt, auf dieser Erde zu wandeln?
Doch bei derartigen Überlegungen sehen wir eben nur das Äußere jener Menschen. Es kommt uns gar nicht in den Sinn, dass auch sie einen Kopf mit sich herumtragen, in welchem, ob sie es wollen oder nicht, ein zum ständigen Funktionieren verurteiltes Hirn liegt, das ihnen ihr ganz eigenes Bewusstsein gibt. Wenn wir, statt diesen für uns undurchschaubaren Individuen jegliches Seelenleben abzusprechen, auch nur ein wenig neugierig wären und ihre verborgene Innenwelt zu erforschen versuchten, würden wir sehr wahrscheinlich auf überraschende Dinge, ja unerwartete Schätze stoßen. Doch der Mensch zieht es offensichtlich vor, auf bekanntem Terrain zu forschen.
Sabahattin Ali (12 februari 1906 2 april 1948)
De Engelse dichter en schrijver George Meredith werd geboren op 12 februari 1828 in Portsmouth. Zie ook mijn blog van 12 februari 2007 en ook mijn blog van 12 februari 2008.
Uit: The Egoist
You may as well know him out of hand, as a gentleman of our time and country, of wealth and station; a not flexile figure, do what we may with him; the humour of whom scarcely dimples the surface and is distinguishable but by very penetrative, very wicked imps, whose fits of roaring below at some generally imperceptible stroke of his quality, have first made the mild literary angels aware of something comic in him, when they were one and all about to describe the gentleman on the heading of the records baldly (where brevity is most complimentary) as a gentleman of family and property, an idol of a decorous island that admires the concrete. Imps have their freakish wickedness in them to kindle detective vision: malignly do they love to uncover ridiculousness in imposing figures. Wherever they catch sight of Egoism they pitch their camps, they circle and squat, and forthwith they trim their lanterns, confident of the ludicrous to come. So confident that their grip of an English gentleman, in whom they have spied their game, never relaxes until he begins insensibly to frolic and antic, unknown to himself, and comes out in the native steam which is their scent of the chase. Instantly off they scour, Egoist and imps. They will, it is known of them, dog a great House for centuries, and be at the birth of all the new heirs in succession, diligently taking confirmatory notes, to join hands and chime their chorus in one of their merry rings round the tottering pillar of the House, when his turn arrives; as if they had (possibly they had) smelt of old date a doomed colossus of Egoism in that unborn, unconceived inheritor of the stuff of the family. They dare not be chuckling while Egoism is valiant, while sober, while socially valuable, nationally serviceable. They wait.
George Meredith (12 februari 1828 - 18 mei 1909)
De Engelse dichter, schrijver, componist en medicus Thomas Campion werd geboren op 12 februari 1567 in Londen. Zie ook mijn blog van 12 februari 2007.
Now Winter Nights Enlarge
Now winter nights enlarge
This number of their hours;
And clouds their storms discharge
Upon the airy towers.
Let now the chimneys blaze
And cups o'erflow with wine,
Let well-tuned words amaze
With harmony divine.
Now yellow waxen lights
Shall wait on honey love
While youthful revels, masques, and courtly sights
Sleep's leaden spells remove.
This time doth well dispense
With lovers' long discourse;
Much speech hath some defense,
Though beauty no remorse.
All do not all things well:
Some measures comely tread,
Some knotted riddles tell,
Some poems smoothly read.
The summer hath his joys,
And winter his delights;
Though love and all his pleasures are but toys
They shorten tedious nights.
Thomas Campion (12 februari 1567 1 maart 1620)
Boekomslag
De Nederlandse dichter, schrijver en predikant Casparus Barlaeus werd geboren op 12 februari 1584 te Antwerpen. Zie ook mijn blog van 12 februari 2007.
Uit: De briefwisseling van P.C. Hooft (C. Barlaeus aan P.C. Hooft.)
Omdat ik aan het rumoer van de grote stad en aan inwijdingsfestiviteiten een hekel heb, ben ik weggetrokken naar den Beemster, waar mij op zijn hofstede uiterst gastvrij heeft ontvangen de doorluchte Dirck van Os, daar ter plaatse dijkgraaf. Zo doende zijn door mij de vacantiedagen doorgebracht omgeven van geletterde en vindingrijke beroemdheden, Hooft en Van Os; en bij de herinnering aan hen tuit mij het rechteroor en aan de linkertepel springt op het beste deel daarvan. Terwijl ik daar nu ben en overdag de bekoringen zoek van betamelijk genoegen, word ik, zie, des nachts door een gevleugeld soort gekorven diertjes gekweld en verscheurd, door diertjes, zeg ik, bij welke de slurf minder beduidend is dan van den elp, de snebbe kleiner dan van den adelaar, de keel niet zo welluidend als van een uitgehongerden os, het lichaam in geringer maat bevleesd dan bij den Arcadischen ever, de voeten ranker dan de voeten van den kolos van Rhodus. Zij vliegen, zoemen, snorren, zijn gezeten, boren, drinken, een tweevleugelige, niet van zins onze huid te verlaten dan vol van ons hartbloed. Gedachtig aan de muggen, die uw Muiden den zomer door koestert, heb ik een vergelijking gemaakt tussen de Muider en de Beemsterse en beide groepen onder vervloekingen - met uw permissie! - naar de hel gewenst.
(
)
In haast, diep in den ochtend, 28 september 1639.
Casparus Barlaeus (12 februari 1584 - 14 januari 1648)
De Franse schrijver Charles Pinot Duclos werd geboren op 12 februari 1704 in Dinan. Als schrijver raakte hij bekend en gewaardeerd toen hij in 1751 zijn Considérations sur les murs de ce siècle publiceerde. In 1731 werd hij lid van de Académie française, in 1747 benoemd tot secretaris ervan en in die hoedanigheid heeft hij nuttige hervormingen doorgevoerd.
Uit: Acajou et Zirphile
"L'esprit ne vaut pas toujours autant qu'on le prise, l'amour est un bon précepteur, la providence sait bien ce qu'elle fait ; c'est le but moral de ce conte : il est bon d'en avertir le lecteur, de peur qu'il ne s'y méprenne. Les esprits bornés ne se doutent jamais de l'intention d'un auteur, ceux qui sont trop vifs l'exagèrent ; mais ni les uns ni les autres n'aiment les réflexions : c'est pourquoi j'entre en matière. Il y avoit autrefois, dans un pays situé entre le royaume des acajous et celui de minutie, une race de génies malfaisans qui faisoient la honte de ceux de leur espèce, et le malheur de l'humanité. Le ciel fut touché des prières qu'on faisoit contre cette race maudite ; la plupart périrent d'une mort tragique, il n'en restoit plus que le génie Podagrambo et la fée Harpagine ; mais il sembloit que ces deux derniers eussent hérité de toute la méchanceté de leurs ancêtres.
Charles Pinot Duclos (12 februari 1704 26 maart 1772)
Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 12 februari 2007.
De Duitse schrijver Theodor Plievier werd geboren op 12 februari 1892 in Berlijn.
De Duitse schrijver Friedrich Heinrich Karl Freiherr de la Motte-Fouqué werd geboren in Brandenburg an der Havel op 12 februari 1777. De Poolse dichter en schrijver Kazimierz Przerwa-Tetmajer werd geboren op 12 februari 1865 in Ludźmierz.
12-02-2009 om 20:24
geschreven door Romenu
|