Dolce far niente
 De weide bij Veneux-Nadon door Alfred Sisley, 1881
Hitte
Steelwaaiers boven asmoerassen. Geelgeharte Klauwdistels. Flarden. Radeloze, deels verzwarte Geraamten, hemelvuur-geteisterd.
Schubbenstrengen Verzengen, plengen harslucht, sijpelen, en brengen Loodkleurig, wreedvermengde schaduwen teweeg.
De helling, wemelend naardien de drukking steeg, Verkreeg een schemerkleed. Schuimstapels overzwellen De horizonnen, welke ontladingen voorspellen. De laatste tochten zinken tot volmaakt verkalmen. Vochtbekers hangen onbeweeglijk aan de halmen. De hagen dragen steile, hemelhoge walmen.
 Hendrik de Vries (17 augustus 1896 – 18 november 1989) Groningen, de geboorteplaats van Hendrik de Vries
De Nederlandse dichter Rouke van der Hoek werd op 12 augustus 1952 in Eindhoven geboren. Zie ook alle tags voor Rouke van der Hoek op dit blog.
Waarom Carla de toren van Oirsbeek schilderde
Zij was het meisje dat poep durfde te zeggen tegen de koning. Dan lachte zij en lachten ook de koning en lakeien. Maar tegelijk snoven ze om zich heen of er iets aan hun schoenen kleefde.
Wie dapper is en lachen kan wordt gevraagd. Door andere koningen – die het lachen is vergaan. Zo reisde zij de hoven af, vond onderweg een prins in een witte jas en een huis op een heuvel, voor haarzelf.
Maar op een kwade dag klopte een vijand op de deur. Erger nog, hij klopte op de binnenkant van de deur. En veranderde het meisje in een koningin: de ongekroonde koningin van de chemokuur.
Nu moest ze poep zeggen tegen zichzelf, maar lachte wat zachter. Tijdens haar laatste jaar schilderde ze vanaf de hoge weide vaker de toren van Oirsbeek, de spits met ui die boven de bomen uitsteekt
met daarachter de volgende heuvelrug en daarboven in hallucinerende kleuren een balzaal van lucht. Vreemd. Het waarom doorgrondden we toen de rouwstoet aan de voet van deze toren stilhield bij een kuil.
Hoe Huckleberry Finn aan zijn naam kwam
Hoog water op de Maas. Een brede grijze stroom die zacht slurpend langs ons glijdt. Op een boom vaart een kraai voorbij, vlotschipper aan het roer,
zichtbaar tevreden over de voortgang die hij maakt, de bochten die hij rondt, de ondiepten die hij mijdt. Ach, hoe heette die gozer nu toch, die Bessennaam
die nog als een paarse vlek op de Mississipi drijft. Wie Huck zegt moet ook Miss zeggen en mist dus de finesse. Wie Huckleberry zegt opent het gordijn:
hoe een goed mens dom kan zijn. Tot zover de bes. De rest kwam denkelijk van een zeeman uit Helsinki, Gelukszoeker die de rivier opvoer, zwarte overall
en een haakneus. Hij plantte zich voort en verdween. Nu vaart de zoon naar zee, door hetzelfde gedreven: het zoeken van geluk is de bron van ons bewegen.
Leidekker
Ik hang aan de dakgoot van de kerk, die ik zelf heb bevestigd en wens mezelf een ander beroep toe, wijnconsulent of steenbakker of waarzegger, ja
altijd onbeperkt de waarheid spreken, dat zou te leren moeten zijn als je het eenvoudig houdt. ‘Er zijn veel mannen, hun bijdrage is beperkt.’
‘Met twee voeten op de grond kan je toch vallen.’ Als ik het hoofd laat hangen zie ik onmiskenbaar neef Guus onder me doorlopen, enthousiast
alsof hij gaat schaatsen, maar het is hartje zomer. Hartje zomer, onmiskenbaar een waarheid, het lijkt alsof ik mijn beroep, mijn bestemming heb gevonden
en spreek me zwetend, hangend aan purperen vingers nieuwe, ware moed in: ‘Ik wil dit erg graag navertellen. Het zou zonde zijn als ik dit niet kan navertellen.’
 Rouke van der Hoek (Eindhoven, 12 augustus 1952)
Op 12 augustus 1955 overleed de Duitse Duitse schrijver Thomas Mann. Zie ook alle tags voor Thomas Mann op dit blog.
Uit: Herr und Hund
„Es ist sonderbar, traulich und drollig, ihn auf meinem Fuße sitzen zu fühlen, den er mit seiner fieberhaften Körperwärme durchdringt. Erheiterung und Sympathie bewegen mir die Brust, wie fast ohne Unterlaß in seiner Gesellschaft und Anschauung. Er hat eine stark bäurische Art zu sitzen, die Schulterblätter nach außen gedreht, bei ungleichmäßig einwärts gestellten Pfoten. Seine Figur scheint kleiner und plumper, als wahr ist, in diesem Zustande, und mit komischer Wirkung wird der weiße Haarwirbel an seiner Brust dabei vorgedrängt. Aber der würdig in den Nacken gestemmte Kopf macht jede Einbuße an schöner Haltung wett kraft all der hohen Aufmerksamkeit, die sich darin ausprägt … Es ist so still, da wir beide uns still verhalten. Sehr abgedämpft dringt das Rauschen des Flusses hierher. Da werden die kleinen und heimlichen Regungen in der Runde bedeutend und spannen die Sinne: das kurze Rascheln einer Eidechse, ein Vogellaut, das Wühlen eines Maulwurfs im Grunde. Bauschans Ohren sind aufgerichtet, soweit eben die Muskulatur von Schlappohren dies zuläßt. Er legt den Kopf schief, um sein Gehör zu schärfen. Und die Flügel seiner feuchtschwarzen Nase sind in unaufhörlicher, empfindlich witternder Bewegung.
 Het zomerhuis van Thomas Mann in Nida (Duits: Nidden), een dorp in Litouwen, waar de familie Mann in de jaren 1930-1932 vakantie vierde. Het is nu in gebruik als cultureel centrum.
Dann legt er sich nieder, wobei er jedoch die Berührung mit meinem Fuße wahrt. Er liegt im Profil gegen mich, in der uralten, ebenmäßigen und tierisch-idolhaften Haltung der Sphinx, Kopf und Brust erhoben, die vier Oberschenkel am Leibe, die Pfoten gleichlaufend vorgestreckt. Da ihm warm geworden, öffnet er den Rachen, wodurch die gesammelte Klugheit seiner Miene sich ins Bestialische löst, seine Augen sich blinzelnd verschmälern; und zwischen seinen weißen, kernigen Eckzähnen schlappt lang eine rosenrote Zunge hervor.“
 Thomas Mann (6 juni 1875 – 12 augustus 1955) De schrijver en zijn hond
De Duitse dichter en schrijver Wolf Wondratschek werd geboren op 14 augustus 1943 in Rudolstadt. Zie ook alle tags voor Wolf Wondratscheck op dit blog.
Adam jr.
Adam las de Bijbel Eva kauwde op fruit God sliep het grootste deel van de tijd Het was zo Iedereen kende iedereen De slang was de baas in de Hof van Eden
Het paradijs was duidelijk een kwestie van zenuwen Ik weet nu ook niet precies hoe het verder moet
God had een nare droom Hij zag de slang die het met zijn moeder deed Weg was de mooie theorie De droom was voorbij De apen paarden met wat er overbleef
Het paradijs was duidelijk een kwestie van zenuwen Ik weet nu ook niet precies hoe het verder moet
God werd wakker Ik kwam ter wereld in het Ruhrgebied De zaak is sindsdien geëscaleerd Op zondag zit God in een gekkenhuis Deelt suikerklontjes uit En denkt dat hij de held is
Het paradijs was duidelijk een kwestie van zenuwen Ik weet nu ook niet precies hoe het verder moet
Vertaald door Frans Roumen
 Wolf Wondratschek (Rudolstadt, 14 augustus 1943
Zie voor de schrijvers van de 12e augustus ook mijn blog van 12 augustus 2019 en ook mijn blog van 12 augustus 2018 en mijn blog van 12 augustus 2015 en mijn blog van 12 augustus 2011 deel 1 en eveneens deel 2.
12-08-2025 om 18:37
geschreven door Romenu 
Tags:Dolce far niente, Frans Roumen, Hendrik de Vries, Romenu, Rouke van der Hoek, Thomas Mann, Wolf Wondratschek
|