De Nederlandse schrijver A. F. Th. van der Heijden werd geboren in Geldrop op 15 oktober 1951. Zie ook alle tags voor A. F.Th. van der Heijden op dit blog.
Uit: Vallende ouders
“Alles om me heen scheen er in een perfecte constellatie op gericht mijn schaamte wakker te maken. Met dat teveel aan vet rond mijn heupen en in mijn lever voelde ik me een kluit modder en de zon was aan de hemel gaan staan om die vette modderkluit net zo lang te bestralen tot er de worm van mijn schaamte uit te voorschijn zou kronkelen. Ik voelde me vies. Ik droogde me in de zon. En het hielp, en hoe meer het hielp, des te meer worstelde ik met mijn schaamte.
Die junidag zocht ik rond middernacht mijn bed op en om acht uur maakte mijn moeder me wakkker. Ze deed de deur van mijn kamer open en zei, zonder de minste stemverheffing: ‘Albert… het is al voorbij achten, jongen’ – wat betekende dat het tegen acht uur liep. De zon scheen door de gele gordijnen en ik wist me tot in de details al mijn dromen te herinneren. Onmiddellijk na het ontwaken voelde ik me fit, iets dat ik in geen jaren meer gekend had.
Ik poetste mijn tanden onder het douchen, droogde me af en kleedde me in zwembroek, broek en T-shirt. Met een stapeltje boeken onder de arm daalde ik de trap af en liep via de gang en de keuken de tuin in, waar mijn strandstoel al klaar stond. Ik legde de boeken op de grond en ging zitten.
De zon was nog maar net verschenen boven de volgende huizenrij, gelegen aan de straat die het bos afzoomde. De gekartelde schaduw van onze schuur, die een golfdak heeft, raakte mijn voeten maar begon zich al terug te trekken – traag als een slak die krimpend de lange reis onderneemt naar het huis waar hij aan vastzit. Het was kwart over acht.
Een paar minuten later bracht mijn moeder mij een bordje met twee in partjes gesneden boterhammen en een glas melk uit de koelkast. Ik at en ik dronk. Als ik het bordje met de kruimels en daarop het beslagen glas naast mijn stoel op de tegels zette, had de zon zijn kin van die schoorsteen daar bevrijd en hing los boven de daken. Ik legde een studieboek open in mijn schoot, maar bleef de tuin in kijken. Het werd kwart voor negen, negen uur, half tien.
Rond tien uur zwaaide de keukendeur open en sprong Henna de achterplaats op. In dit zonlicht was haar vacht, die door ouderdom van kleur begon te verschieten, weer één en al Arabische gloed. Ze maakte haar ronde door de tuin en tilde hier en daar haar poot op om alvast wat urine kwijt te raken die haar oude blaas niet langer bergen kon.
‘M’n blommen!’ riep mijn moeder.
Even later kwam ook mijn vader naar buiten. Hij bracht de geur van verse koffie mee.”
A. F.Th. van der Heijden (Geldrop, 15 oktober 1951)
De Duitse dichter en schrijver Günter Grass werd geboren in Danzig (tegenwoordig Gdansk) op 16 oktober 1927. Zie ook alle tags voor Günter Grass op dit blog.
Ascese
De kat spreekt.
Wat zegt de kat dan?
Gij zult met een spits potlood
de bruiden en de sneeuw schakeren,
gij zult een zwak hebben voor de kleur grijs,
leven onder een bewolkte hemel.
De kat spreekt.
Wat zegt de kat dan?
Gij zult u met de avondkrant
als aardappelen in jute kleden
en dat pak telkens keren
en nooit een nieuw pak nemen.
De kat spreekt.
Wat zegt de kat dan?
Gij moet de marine schrappen,
de kersen, de klaproos, de bloedneus,
ook die vlag zult gij strijken
en as op geraniums strooien.
Gij zult, zo spreekt de kat verder,
alleen nog maar op nieren, milt en lever,
op ademloze zure long, op zeik
van ongespoelde nieren leven,
op oude milt en taaie lever,
uit de grijze pan: zo moet gij leven.
En op de muur, waar vroeger eindeloos
het groene schilderij het groen herkauwde,
zult gij met uw spitse potlood
ascese schrijven, schrijf: ascese.
Zo spreekt de kat: schrijf ascese.
Vertaald door Jacq Vogelaar
Günter Grass (16 oktober 1927 – 13 april 2015)
Zie voor nog meer schrijvers van de 15e oktober ook mijn blog van 15 oktober 2018 en ook mijn blog van 15 oktober 2017 deel 1 en eveneens deel 2.