De Vlaamse dichter, prozaïst en essayist Luuk Gruwez werd geboren op 9 augustus 1953 te Kortrijk. Zie ook mijn blog van 9 augustus 2007 en ook mijn blog van 9 augustus 2008.
Esthetica
Het sierlijkste is niet de zwaan, maar het water
waar de zwaan zich spoorloos in weerspiegelt,
een rimpeling van vriendelijke huiver.
Het sierlijkste is niet je lichaam, maar de spiegel
waarin het lichaam licht bezeerd weerspiegeld wordt,
terwijl een hand verschuift over je huid
en ook een streling dan, omhelzing van zichzelf,
op je lichaam liggen gaat.
Terwijl mijn blik die dat niet blijvend
vangen kan, gevangen blijft, en onomhelsd,
zoals wie ééns genodigd tot genot,
daarna voorgoed gegijzeld blijft in pijn.
Gebruiksaanwijzing
Wie in zee begraven wordt, gaat nooit verloren.
De zee is spaarzaam als een dichter.
En ik was aan zee en ik was op een berg:
twee eeuwenoude makkers.
Wie op een berg wordt bijgezet,
wil nog jongleren met de sterren,
snakt nog belachelijk naar lucht
met al de roofzucht van zijn lijk.
Wanneer men mij per se begraven wil,
dan liefst niet al te ver van zee,
deemoedig bij een koeienvlaai
of ergens bij een ezelsdrol.
Ik bleef zo lang gezond, zo lang in leven,
doordat ik steeds beleefd bleef voor de dood,
voor hem boog en hem fêteerde
als een hoogverheven heer.
Biografie
Het lichaam is een eenzaam ding
met plasma, beendermerg en smeer
en kleine holtes vol geheim
en drie, vier klieren voor plezier.
Het kreeg twee handen voor iets liefs,
maar zelfs twee handen zijn alleen
gehoorzaam aan het protocol
van een of ander kolderdier.
Een koningsvaren heeft nooit last
van blinde onderdanigheid,
maar halzen willen weerloos zijn,
zij die zo teer geschapen zijn.
Een lichaam is een eenzaam ding
en niemand wil dat het geneest.
Luuk Gruwez (Kortrijk, 9 augustus 1953)
De Engelse dichter Philip Larkin werd op 9 augustus 1922 geboren in Coventry. Zie ook mijn blog van 9 augustus 2006 en ook mijn blog van 9 augustus 2007 en ook mijn blog van 9 augustus 2008.
High Windows
When I see a couple of kids
And guess he's fucking her and she's
Taking pills or wearing a diaphragm,
I know this is paradise.
Everyone old has dreamed of all their lives ?
Bonds and gestures pushed to one side
Like an outdated combine harvester
And everyone young going down the long slide
To happiness, endlessly. I wonder if
Anyone looked at me, forty years back,
And thought, That'll be the life;
No God any more, or sweating in the dark;
About hell and that, or having to hide;
What you think of the priest. He
And his lot will all go down the long slide
Like free bloody birds. And immediately
Rather than words comes the thought of high windows:
The sun-comprehending glass,
And beyond it, the deep blue air, that shows
Nothing, and is nowhere, and is endless.
Next, Please
Always too eager for the future,
Pick up bad habits of expectancy.
Something is always approaching, every day
Till then we say,
Watching from a bluff the tiny, clear,
Sparkling armada of promises draw near.
How slow they are!
And how much time they waste,
Refusing to make haste!
Yet still they leave us holding wretched stalks
Of disappointment, for, though nothing balks
Each big approach, leaning with brasswork prinked,
Each rope distinct,
Flagged, and the figurehead with golden tits
Arching our way, it never anchors; it's
No sooner present than it turns to past.
Right to the last
We think each one will heave to and unload
All good into our lives, all we are owed
For waiting so devoutly and so long.
But we are wrong:
Only one ship is seeking us, a black-
Sailed unfamiliar, towing at her back
A huge and birdless silence. In her wake
No waters breed or break.
Breadfruit
Boys dream of native girls who bring breadfruit,
Whatever they are,
As bribes to teach them how to execute
Sixteen sexual positions on the sand;
This makes them join (the boys) the tennis club,
Jive at the Mecca, use deodorants, and
On Saturdays squire ex-schoolgirls to the pub
By private car.
Such uncorrected visions end in church
Or registrar:
A mortgaged semi- with a silver birch;
Nippers; the widowed mum; having to scheme
With money; illness; age. So absolute
Maturity falls, when old men sit and dream
Of naked native girls who bring breadfruit
Whatever they are.
Philip Larkin (9 augustus 1922 2 december 1985)
De Nederlandse dichter Gerrit Kouwenaar werd op 9 augustus 1923 in Amsterdam geboren. Hij is vandaag dus 85 jaar geworden. Zie ook mijn blog van 9 augustus 2006 en ook mijn blog van 9 augustus 2007 en ook mijn blog van 9 augustus 2008.
Toen wij nog jong waren
Toen wij nog jong waren en de wereld nog oud was
en wij in een ver land op hoge bergen stonden
en in het dal diep beneden een lange roerloze
roestige trein zagen, onbestaanbaar alleen
in het oog van een hevige leegte, riep jij
terwijl je de hemel een kushand toewierp
ik ben een reisgids kinderen
leer mij lezen
en 's avonds op het plein onder kwijnende palmen
waren er wijn en olijven en een ritselend zwijgen
uit klagende kelen en het donker was week
op het scherp van de snede, en jij
jij kocht het ondraaglijke lot van een blinde
en riep het oor drinkt
nu is het dus later, een avond na jaren, de dood
stille trein is vertrokken, de tijd van het lot
is verstreken, je reisgids ligt open
onder eendere oudere bomen drink ik
de hese stem van je woorden, hoor ik je stilte -
tijden
Als men terugkomt is men een ander
denkt men terwijl men het huis sluit
het licht ingepakt de zomer verzegelt
het tuinhek prijst om zijn ijzer
deze slak op de drempel zal er nog zijn
de ijskast zal blaffen de hitte blaten
de hond zal zuchten en zijn sterven
hervatten als men terugkomt denkt men
Gerrit Kouwenaar (Amsterdam, 9 augustus 1923)
09-08-2009 om 20:22
geschreven door Romenu
|