De Vlaamse dichter, essayist, journalist en tijdschriftuitgever Herman de Coninck werd geboren in Mechelen op 21 februari 1944. Zie ook mijn blog van 21 februari 2007 en ook mijn blog van 21 februari 2008.
Ligstoel
Voor Jan Fabre
Het is een soort niets dat ik zoek. Wat je overhoudt
als je uit de kom van je beide handen hebt willen drinken:
je beide handen. Geuren lanterfanten door de tuin.
Ik heb een ligstoel onder me waarin ik zo laag als ik maar
in mezelf kan liggen, op mijn rug, het onderste wat ik heb, lig.
Hoe is dit liggen? Zoals je een cognac afmeet door het glas
horizontaal te leggen, zo is dit liggen, ik heb niet veel van mezelf
nodig om vol te zijn, wat ik nodig heb is vooral: weinig.
Er is te weinig weinig. De vergevensgezindheid
van het niets waarin wij, als we eveneens
niets zouden zijn, zouden passen.
De lucht is zo blauw als vergeetachtigheid.
De lucht is zo blauw als blauwsel waarmee destijds
linnen werd gewassen om witter te zijn.
Wiskunde
Nee, zo stoer hoeft niet, tenslotte moet ik het nu weer allemaal zelf doen. Ik trek mij af. Het lijkt wel een hele bewerking, een aftrekking inderdaad, ik trek mij af van wat ik was met jou, ik hou alleen mezelf over.
November
Er hangen nog twee blaren
aan mijn esdoorn. Duizend andere zijn
rood geworden, alvorens dood.
Vergeten te kijken.
Vergeten gelukkig te zijn.
Nochtans had ik een tuin
waarin een stoel, en die stoel
had mij, en ik had een hand
en die hand had een glas
en mijn mond had meningen.
Alles had.
Alles had ons.
Herman de Coninck (21 februari 1944 - 22 mei 1997)
De Nederlandse dichter en prozaschrijver Hans Andreus werd geboren in Amsterdam op 21 februari 1926. Zie ook mijn blog van 21 februari 2007 en ook mijn blog van 21 februari 2008.
Dooi
Al plassen en wakken
tussen het riet.
Een laatste schaatser buigt
af naar de andere oever
grijzer nog dan het meer,
op weg naar huis en koffie
of op zoek
naar beter ijs.
Ik loop waar ik val
Ik loop waar ik val en mij op moet rapen.
Geen boom en geen struik en geen horizon.
Er hangen alweer stormen voor de zon.
Ik wou dat ik één uur, één uur kon slapen.
Heet mij toch welkom, wereld van vandaag.
Of van vandaag niet dan misschien van morgen.
Ik ga in mijn splinters en onweer verborgen
en ga alleen en weet niet wat ik vraag.
Maar ik wil de moed hebben tot het laatste,
niet meer aan mij denken of aan die ander
of aan wat mijn woorden aan zon terugkaatsten.
s Nachts
De regen van noem mij desnoods geen regen wordt door geen oor wordt door de huid gehoord. Booglamplicht geeft waarom daarom zijn zegen; de hemel zwijgt en zwijgt van enzovoort.
En niemand komt niemand dan niemand tegen. En iemand zegt ik ben een iemandswoord. En iemand zegt ik ben maar ben verzwegen. De hemel zwijgt en zwijgt want enzovoort.
En wij wijzelf gaan wonderlijke wegen: wij varen om de tropen van de noord figuurlijk zelfs met ons figuur verlegen.
En staan op straat en lopen toch weer door t noem mij desnoods noem mij desnoods dan regen. De hemel zwijgt en zwijgt en enzovoort.
Hans Andreus (21 februari 1926 9 juni 1977)
Dichtersstaking. Van links naar rechts: Hans Andreus, Louis Lehmann, Gerrit Kouwenaar, Sybren Polet, Simon Vinkenoog, Jan G. Elburg en Cees Nooteboom, Amsterdam, 1958
De Engelse dichter, essayist en criticus Wystan Hugh Auden werd geboren in York op 21 februari 1907. Zie ook mijn blog van 21 februari 2007 en ook mijn blog van 21 februari 2008.
Base Words Are Uttered
Base words are uttered only by the base
And can for such at once be understood,
But noble platitudes:--ah, there's a case
Where the most careful scrutiny is needed
To tell a voice that's genuinely good
From one that's base but merely has succeeded.
Ganymede
He looked in all His wisdom from the throne
Down on that humble boy who kept the sheep,
And sent a dove; the dove returned alone:
Youth liked the music, but soon fell asleep.
But He had planned such future for the youth:
Surely, His duty now was to compel.
For later he would come to love the truth,
And own his gratitude. His eagle fell.
It did not work. His conversation bored
The boy who yawned and whistled and made faces,
And wriggled free from fatherly embraces;
But with the eagle he was always willing
To go where it suggested, and adored
And learnt from it so many ways of killing.
The Novelist
Encased in talent like a uniform,
The rank of every poet is well known;
They can amaze us like a thunderstorm,
Or die so young, or live for years alone.
They can dash forward like hussars: but he
Must struggle out of his boyish gift and learn
How to be plain and awkward, how to be
One after whom none think it worth to turn.
For, to achieve his lightest wish, he must
Become the whole of boredom, subject to
Vulgar complaints like love, among the Just
Be just, among the Filthy filthy too,
And in his own weak person, if he can,
Must suffer dully all the wrongs of Man.
W. H. Auden (21 februari 1907 29 september 1973)
De Franse schrijver Raymond Queneau werd geboren op 21 februari 1903 in Le Havre. Zie ook mijn blog van 21 februari 2007 en ook mijn blog van 21 februari 2008.
Uit: Exercices de style
A 12h17 dans un autobus de la ligne S, long de 10 mètres, large de 2,1, haut de 3,5, à 3 km 600 de son point de départ, alors qu'il était chargé de 48 personnes, un individu de sexe masculin, âgé de 27 ans 3 mois 8 jours, taille 1 m 72 et pesant 65 kg et portant sur la tête un chapeau haut de 17 centimètres, dont la calotte était entourée d'un ruban long de 35 centimètres, interpelle un homme âgé de 48 ans 4 mois 3 jours, taille 1 m 68 et pesant 77 kg, au moyen de quatorze mots dont l'énonciation dura 5 secondes et qui faisait allusion à des déplacements involontaires de 15 à 20 millimètres.
Raymond Queneau (21 februari 1903 25 oktober 1976)
De Franse schrijfster Anaïs Nin werd geboren op 21 februari 1903 in Neuilly. Zie ook mijn blog van 21 februari 2007 en ook mijn blog van 21 februari 2008.
Uit: Journal 1931 ~ 1934
June est venue chez moi lundi. Je voulais en finir avec les mystères, avec le suspense. Je lui ai demandé avec une cruauté et une brutalité qui auraient pu être celles de Henry (l'écrivain Henry Miller) : "Est-ce que vous aimez les femmes ? Avez-vous regardé en face votre attirance pour les femmes ?"
Sa réponse fut si calme : "Jean (son ancienne amie) était trop masculine. J'ai fait face à mes sentiments. J'en suis pleinement consciente. Mais je n'ai encore jamais rencontré personne avec qui j'aurais désiré les vivre jusqu'au bout. D'ailleurs je ne sais pas au juste ce que je veux vivre jusqu'au bout."
Puis elle s'est dérobée à mes questions (...). Ses mains tremblaient. Elle était agitée. J'avais honte d'avoir été aussi directe. J'étais intensément nerveuse. Elle me dit qu'au restaurant elle avait voulu regarder mes pieds nus dans les sandales mais n'avait pu s'y résoudre. Je lui dis que j'avais eu peur de regarder son corps, malgré l'envie que j'éprouvais. Nous parlions à bâtons rompus, de façon chaotique (...). Notre nervosité était insupportable.
Je vis alors la beauté de son corps que je n'avais pas osé regarder, je vis sa plénitude, sa densité, et sa richesse me submergea."
Anaïs Nin (21 februari 1903 14 januari 1977)
De Amerikaanse schrijver David Foster Wallace werd geboren op 21 februari 1962 in New York. Hij debuteerde in 1987 met The Broom of the System. In 1996 vestigde hij zijn reputatie met het postmoderne en complexe Infinite Jest, een boek van ruim 1.000 pagina's barstensvol donkere humor, dat 'verslaving' als rode draad had. Vergelijkingen met Thomas Pynchon, Jorge Luis Borges en Don De Lillo werden gemaakt. Een van de handelsmerken van Foster Wallace bleek trouwens het gebruik van voetnoten: Infinite Jest bevatte achteraan liefst 100 pagina's met voetnoten. Time Magazine plaatste het boek in zijn lijst van 100 beste Engelstalige romans van de periode 1923-2005. Wallace publiceerde ook talloze korte verhalen, onder meer in Esquire, Harper's, The New Yorker en de Paris Review. Ze werden gebundeld in Girl With Curious Hair en Brief Interviews With Hideous Men. Hij schreef ook essays, gebundeld in onder meer A Supposedly Fun Thing Ill Never Do Again en Consider the Lobster.
Uit: Infinite Jest
I am seated in an office, surrounded by heads and bodies. My posture is consciously congruent to the shape of my hard chair. This is a cold room in University Administration, wood-walled, Remington-hung, double-windowed against the November heat, insulated from Administrative sounds by the reception area outside, at which Uncle Charles, Mr. deLint and I were lately received.
I am in here.
Three faces have resolved into place above summer-weight sportcoats and half-Windsors across a polished pine conference table shiny with the spidered light of an Arizona noon. These are three Deans--of Admissions, Academic Affairs, Athletic Affairs. I do not know which face belongs to whom.
I believe I appear neutral, maybe even pleasant, though I've been coached to err on the side of neutrality and not attempt what would feel to me like a pleasant expression or smile.
I have committed to crossing my legs I hope carefully, ankle on knee, hands together in the lap of my slacks. My fingers are mated into a mirrored series of what manifests, to me, as the letter X. The interview room's other personnel include: the University's Director of Composition, its varsity tennis coach, and Academy protector Mr. A. deLint. C.T. is beside me; the others sit, stand and stand, respectively, at the periphery of my focus. The tennis coach jingles pocket-change. There is something vaguely digestive about the room's odor."
David Foster Wallace (21 februari 1962 12 september 2008)
De Amerikaanse schrijver en journalist Chuck Palahniuk werd geboren op 21 februari 1962 in Pasco, Washington.. Nadat David Fincher in 1999 zijn debuutroman Fight Club uit 1996 verfilmde, met in de hoofdrollen Brad Pitt en Edward Norton, werd de voormalige Amerikaanse truckmonteur Palahniuk in één klap beroemd. Inmiddels is Palahniuk een cult-held en de trots van Portland, Oregon, de stad waar hij sinds 1980 woont. Na Fight Club publiceerde hij nog vijf andere romans (Survivor, Invisible Monsters, Choke, Lullaby en Diary). Ook van deze boeken zijn de filmrechten verkocht.
Uit: Fight Club
This week the insomnia is back. Insomnia, and now the whole world figures to stop by and take a dump on my grave.
My boss is wearing his gray tie so today must be a Tuesday.
My boss brings a sheet of paper to my desk and asks if Im looking for something. This paper was left in the copy machine, he says, and begins to read:
The first rule of fight club is you dont talk about fight club.
His eyes go side to side across the paper, and he giggles.
The second rule of fight club is you dont talk about fight club.
I hear Tylers words come out of my boss, Mister Boss with his midlife spread and family photo on his desk and his dreams about early retirement and winters spent at a trailer park hookup in some Arizona desert. My boss, with his extra-starched shirts and standing appointment for a haircut every Tuesday after lunch, he looks at me, and he says:
I hope this isnt yours.
I am Joes Blood-Boiling Rage.
Tyler asked me to type up the fight club rules and make him ten copies. Not nine, not eleven. Tyler says, ten. Still I have the insomnia, and cant remember sleeping since three nights ago. This must be the original I typed. I made ten copies, and forgot the original. The paparazzi flash of the copy machine in my face. The insomnia distance of everything, a copy of a copy of a copy. You cant touch anything, and nothing can touch you."
Chuck Palahniuk (Pasco, 21 februari 1962)
21-02-2009 om 20:32
geschreven door Romenu
|