De Oostenrijkse dichteres en schrijfster Ilse Aichinger werd met haar tweelingzusje Helga geboren op 1 november 1921 in Wenen. Zie ook mijn blog van 1 november 2010 en eveneens alle tags voor Ilse Aichinger op dit blog.
Seegasse
Die Arche Noah ist auf dem Kanal vorbeigefahren. Der Neger, der vor dem Stacheldraht den Wagen
seines Kommandanten bewachte, hat sie gesehen. Er erkannte sie an der weißen Gans, die obenauf saß und mit den Flügeln schlug, aber er hat nichts gesagt.
Die kleinen Bälle springen noch auf dem flachen Dach, aber die alte Frau, die in dem Bett am Fenster
lag, ist nicht mehr da. Wem sollen wir erzählen, daß wir in einem neuen Orden sind? Die Straße, die
zum Wasser führt, ist leer.
Am Ufer unten sammeln sich die Bienen und suchen ihre letzte Königin.
Chinesischer Abschied
Wir legen uns heute nieder, doppelt nieder, wer uns wecken will, möge es sanft tun, er möge seine Stimme schonen und auch sein Herz, denn beide sind kostbar.
Bobingers Klage
Meine Freunde sind ausgegeben, zwischen den Blättern und Ästen verlor ich sie. Wer löst mir das Bild, wer holt ihre leichten Gestalten neu aus dem Regen hervor, wer fängt ihnen Wolkenhauben, wer dreht mir die Sonnenuhr?
Ilse Aichinger (Wenen, 1 november 1921)
De Belgische dichter en schrijver Stefaan van Laere werd geboren op 1 november 1963 in Wetteren. Zie ook mijn blog van 1 november 2008 en ook mijn blog van 1 november 2009 en ook mijn blog van 1 november 2010
Legendes
Stil. Luister. Geniet.
Carlos Cardel. Weet je wel?
De eeuwigheid trotserend.
Nostalgia. Nooit belerend.
Stil. Kijk. Bezwijk.
Rudolf Valentino. Eén brok latino.
De vleesgeworden gaucho.
Huiswerk: zoek op het doek een ocho.
Zing. Dans. Charmeur.
Zet je gleufhoed op.
Enthousiasmeer. Alweer.
De legende komt tot leven.
Halfgoden
Mag ik je even, onbescheiden, een niet vrijblijvend complimentje geven?
Je danst waarlijk als een halfgodin, boven ons nietige mannetjes verheven.
We komen nog niet tot aan je enkels. Hoe die trouwens zwieren!
Dat heb je niet geleerd, maak ik mezelf wijs. Zo word je geboren.
Ik zal wel blijven klunzen. Les na les strompel ik verder.
Ik oefen thuis stiekem in de badkamer, met mijn bezem.
Die heeft tenminste geduld, kijkt niet naar mijn jankende voeten.
Hoe zat dat ook weer met die laatste pas? Mijn lijf lijkt wel van was.
In de salons durf ik me amper wagen. Ik zie hoe de vrouwen me wegen.
En meteen te licht bevinden. Zuurpruimen, kijk hoe ze me verslinden.
Maar met jou wil ik het best proberen. Ik beloof, ik zal me weren.
Wie weet stijg ik met je mee naar boven, naar jouw eenzame hoogte.
Stefaan van Laere (Wetteren, 1 november 1963)
De Nederlandse dichter, schrijver en essayist Rudy Kousbroek werd op 1 november 1929 in Pematang Siantar in Indonesië geboren. Zie ook mijn blog van 1 november 2010 en eveneens alle tags voor Rudy Kousbroek op dit blog.
Op die leeftijd
Op die leeftijd waren dingen in het water niet gezien maar beseft als uitslag van een soort waarnemen dat veel scherper en nauwkeuriger werkt
het belang daarvan werd niet onderschat wel gevreesd en vermeden totdat, na een nacht van klam bewegen het vergaan van ochtendnevels werd geconstateerd
toch is het leven van zulke verschijnselen eindeloos.
Errata*)
Voor 'kussen' lees: 'kussens', Voor 'vliegen' lees: 'liegen', Voor 'van jou' lees: 'van niemand', Voor 'nood' lees: 'wet'.
Voor 'nu' lees: 'later', Voor 'later' lees: 'nooit', Voor 'weten' lees: 'vergeten', Voor 'waarom' lees: 'daarom'.
Voor 'stenen' lees: 'brood', Voor 'trouwen' lees: 'branden', Voor 'jong' lees: 'oud', Voor 'zwijgen' lees: 'goud'.
'Twee' moet zijn: 'een', En geen vraagteken achter 'meer'.
*) In de geest van Paul Muldoon
Raaf
Oh zeg ons toch, eerwaarde raaf Waart gij uw hele leven braaf? Het antwoord luidde, kort en bondig : Ik was mijn hele leven zondig.
Rudy Kousbroek (1 november 1929 - 4 april 2010)
De Oostenrijkse dichter en schrijver Hermann Broch werd op 1 november 1886 in Wenen geboren. Zie ook mijn blog van 1 november 2008 en ook mijn blog van 1 november 2009 en ook mijn blog van 1 november 2010
Uit: Hermann Broch. Eine Biographie (door Paul Michael Lützeler)
»Vielleicht wäre es richtiger, mit meiner Kindheit zu beginnen, ja, vielleicht würde es genügen, ein kurzes Stück dieser Kindheit wahrhaft festzuhalten und niederzuschreiben« (...), überlegt der Erzähler in Brochs Roman Die Verzauberung. Dieser Gedanke gibt Aufschluß über das Verhältnis des Autors zu seiner eigenen Kindheit: Einerseits weiß er, wie stark ihn die frühesten Erlebnisse im Elternhaus geprägt haben und wie wichtig die Kindheitseindrücke für seine schriftstellerische Arbeit sind: »Jene irrationale Struktur, die dem Dichtergewerbe zugrundeliegt«, schreibt er rückblikkend,
»wird in der ersten Jugend geformt [... ] . Sooft mir dichterisch etwas glückt, bemerke ich, daß es aus der ersten Kinderzeit herstammt« (...). Andererseits aber konnte Broch sich so wenig wie der Erzähler der Verzauberung dazu entschließen, über seine Kindheit zu berichten.
Die »Autobiographie als Arbeitsprogramm« (....) setzt erst mit der Studienzeit ein. So wissen wir über die ersten Jahre des Autors nur wenig und müssen versuchen, ein ungefähres Bild aus vereinzelten brieflichen Äußerungen des Dichters und den spärlichen Hinweisen seiner Verwandten und Freunde zuammenzusetzen. Brochs Scheu, sich über die frühen Jahre zu äußern, hatte ihre Gründe. Nur ungern rührte er an die traumatisch-schmerzlichen Erlebnisse.
Was war das für eine Familie, in die Broch hineingeboren wurde? Brochs Vater, Josef Broch, ist in der Sekundärliteratur dämonisiert worden zu einem »Ungetüm aus der Endphase des kapitalistischen Heroen-Zeitalters« (...). Das klingt nach Krupp und Thyssen, nach märchenhafter Karriere
und sagenhaftem Reichtum. Doch die Erfolgsdimensionen fielen bescheidener aus. Josef Broch wurde am 12. Januar 1852 im - damals zur österreichisch-ungarischen Monarchie gehörenden - mährischen Proßnitz als jüngster Sohn einer kinderreichen jüdischen Familie geboren. Proßnitz (Prostejov), in der fruchtbaren Hanna-Ebene, war seit dem 15. Jahrhundert die größte tschechische Stadt Mährens und ein verläßlicher Zufluchtsort für Angehörige unterschiedlicher Religionen.
Hermann Broch (1 november 1886 - 30 mei 1951)
De Turkse schrijver Aras Ören werd geboren in Bebek bij Istanbul op 1 november 1939. Zie ook mijn blog van 1 november 2008 en ook mijn blog van 1 november 2009 en ook mijn blog van 1 november 2010
Uit: Please, No Police (Vertaald door Teoman Sipahigil)
The police van slowly rolled out of Adalbert Street, leaving behind the trailing, metallic sound of its loudspeaker.
For a moment, a very brief moment, everything around Brigitte whirled. As they whirled, their shapes dissolved and they were transformed into shapes without any meaning. She gasped frantically and gulped again and again.
Achim, a little ahead, noticed Brigitte suddenly appear next to him, saying, It was that man, the man whose picture they had on the police van, he stared at her face with a vacant and somewhat pitying look and shook his head.
Achim, said Brigitte, her voice diffident and childlike.
Achim raised his head. What is it? he asked. They gazed at each other silently. Suddenly Achim asked again, Are you coming with me now?
Brigitte looked down, and without a word she climbed on the back seat. In the pale light of noon, Brigitte and Achim, both, how splendid they were.
Aras Ören (Bebek, 1 november 1939)
Zie voor nog meer schrijvers van de 1e november ook mijn vorige blog van vandaag.
01-11-2011 om 18:56
geschreven door Romenu
Tags:Ilse Aichinger, Stefaan van Laere, Rudy Kousbroek, Hermann Broch, Aras Ören, Romenu
|