De Franse schrijver, essayist en vertaler René de Ceccatty werd geboren op 1 januari 1952 in Tunis. Hij vertaalt vooral uirt het Japans en het Italiaans en is en van de beste kenners van het werk van Pier Paolo Pasolini, Violette Leduc en van de Italiaanse literatuur in het algemeen. Zijn romans Aimer (1996), Consolation provisoire (1998), L'Éloignement (2000) en Une fin (2004) vormen een tetralogie en kan men scharen onder de noemer auto-fictie.
Uit: Une fin
On pourra appeler ça de la folie. Et c'est probablement le mot qui reviendra le plus souvent pour décrire cette période de ma vie qui suivit non la rupture, mais l'acceptation de la rupture.J'ai d'abord été le seul témoin de la dégradation de ma personnalité : c'est en ces termes que je résumais le spectacle quej'offrais à mon oeil intérieur. Même évidence que celle que me livrait le reflet de mon visage du délabrement des traits, affaissement des muscles, ouverture des plis, ternissement des cristaux, engrisaillement du teint, de la progression de l'inexpressivité ou de l'expression involontaire.
René de Ceccatty (Tunis, 1 januari 1952)
De Canadess-Pakistaanse (Urdu) Ashfaq Hussain werd geboren op 1 januari 1951 in Karachi, Pakistan. Hij publiceerde al meer dan tien bundels met gedichten en literaire kritieken. Ook wordt hij beschouwd als een van de grootste experts op het gebied van leven en werk van grote Urdu dichters als Faiz Ahmed Faiz en Ahmad Faraz.
A Suggestion
You think that by wearing a green spectable these dry meadows will turn verdant and fresh these hapless harvests will pluck out their autumnal garb like a dry leaf at the hands of which merciless winds, loses its being.
You think that just because of the laughter on your lips the bitterness of this environment will self-destruct and die but this is not possible.
Why not snatch the trembling helplessness from the lips of our environment? Let us pluck out the moonlight which hides behind a ruined wall, let us look for light. Life is our birthright Let us save it from death.
Ashfaq Hussain (Karachi, 1 januari 1951)
De Pruisische-Litouwse dichter Kristijonas Donelaitis werd geboren op 1 januari 1714 in Lasdinehlen bij Gumbinnen in het oostelijk deel van Oost-Pruisen. Zie ook mijn blog van 1 januari 2007 en ook mijn blog van 1 januari 2009.
Winter Cares (Fragment)
Look yon! What great, fierce fangs the beast of winter bares ! What sullen northern winds roll here to harry us ! On the grim lakes and ponds translucent windows form, Like shining mirrors fashioned by a glazier's hand. The pools, where swam the fish and leaped and dived the frogs, Because of winter's threats, have put on armor plate, So now in dark retreats drowse all the water folk. See how the winter's breath enthralls the barren fields, How lowland, swamp, and marsh all hard-fixed frowns take on, And how the mire has stubborn grown and ceased to splash. The dreary autumn roads, struck by the north wind's might, Under the wagon wheels resound like kettle drums, And pound the human ear many a league away. So now the world salutes the winter on the march.
Yea, 'tis a proper time; the Yuletide feast is near, And the Advent in a few days will be no more. The autumn, like an elephant asplashing mire And rolling in the mud, had all of us worn out. While putting on bast shoes or pulling up high boots, We cursed the autumn rains and never-ending slush. Even the noble lords, racing by on horse back, Wrapped tight in rain-proof coats and wearing new high-boots, Splashed through the squashy mud and roundly cursed the fall. And so the populace, with eyes upon the north, Denounced the autumn's mire and longed for winter's haste.
Kristijonas Donelaitis (1 januari 1714 18 februari 1780)
Buste, gemaakt door Rimantas Lazdynas, in Tolminkiemis
De Nederlandse dichter, filosoof en advocaat Johannes Kinker werd geboren in Nieuwer-Amstel op 1 januari 1764. Zie ook mijn blog van 1 januari 2007 en ook mijn blog van 1 januari 2009.
Nieuwejaarswensch van Thomas en Pieternel, in de Bruiloft van Kloris en Roosje, voor den eersten van louwmaand 1802. Op verzoek van eenige tooneelkunstenaars van den Amsterdamschen schouwburg vervaardigd, doch niet uitgesproken. (Fragment)
Tweespraak.
thomas.
Wel, pieternel, ik laat me hangen! -
Ik weet niet hoe ik 't aan zal vangen:
Want Nieuwjaarsdag komt altijd weêr,
't Is altijd wenschen keer op keer.
't Verveelt me om (hoe ik 't aan mag leggen)
Op nieuwe-jaar iets ouds te zeggen.
pieternel.
Zeg dan wat nieuws van 't oude jaar:
Zulks wacht men toch niet thomas-vaâr!
thomas.
Laat ik me daar eens op bezinnen! -
Ei kijk! - Daar schiet het me te binnen.
't Verloopen jaar was juist 't jaar Één,
Dat, eer het uit ons oog verdween,
Het nieuw weêr oud, en de oude zaken
Behendig weder nieuw kwam maken.
Dat is (ten minste, 't heugt me niet)
Nog nooit in zulk een jaar geschied.
(Zich tot de aanschouwers wendende.)
Gij zaagt daarin, ô Amstelaren!
Het woest gedruisch des krijgs bedaren;
God Mavors naar Sint-Felten varen;
Ons Staatsschip dobbren op de baren,
En naar een andre haven varen,
Om 't voor het stranden te bewaren.
Gij zaagt twee dingen zamen paren,
Die eerst elkaâr vijandig waren;
Het oude naast het nieuwe scharen,
Om zóó 't verstrooide te vergâren,
En elk de moeite te besparen
Van regts en averregts te varen,
Gelijk men deed sinds vele jaren.
Gij zaagt 't verwarde kluwen garen,
Waarmeê men 't langer niet kon klaren,
Met fijne politieke scharen,
Door Meesters, in de kunst ervaren,
Aan endjes knippen en bewaren,
Om 't oude speeltuig te besnaren.
ô Ja, dit zaagt gij Amstelaren! -
Johannes Kinker (1 januari 1764 16 september 1845)
De Hongaarse dichter Sándor Petőfi werd geboren in Kiskőrös op 1 januari 1823. Zie ook mijn blog van 1 januari 2009.
I'll Be a Tree
I'll be a tree, if you are its flower,
Or a flower, if you are the dew-
I'll be the dew, if you are the sunbeam,
Only to be united with you.
My lovely girl, if you are the Heaven,
I shall be a star above on high;
My darling, if you are hell-fire,
To unite us, damned I shall die.
Vertaald door Egon F. Kunz
Der Traum
Der Traum, der uns ins Land erfüllter Sehnsucht lenkt, ist wohl das Schönste, was Natur uns schenkt, ein Glück, das uns vergönnt im Wachen kaum. Der Arme friert im Traum nicht mehr, die Qual des Hungers ist gestillt, er geht in schöne Kleider eingehüllt, im herrlichsten Gemach auf Teppichen umher. Der König selbst vergißt, daß es sein Amt zu strafen und zu richten ist, schläft friedlich, unbeschwert. Der Jüngling, dessen Herz verzehrt verschmähte Liebeslust, schmilzt hin an der begehrten Brust. Ich aber brech entzwei im Traum die Ketten aller Sklaverei!
Wie der Rosenbusch
Wie der Rosenbusch am Hügel dort lehne dich an mich, geh nicht mehr fort! Flüstre mir ins Ohr: Ich bin dir gut! Ach, wie wohl das meinem Herzen tut!
Wie der Sonne Bild sich badend schmiegt in den Fluß, von seiner Flut gewiegt, schmiege, Liebste, dich an meine Brust! Wiegen will ich dich nach Herzenslust!
Gottesleugner nennt mich manch ein Wicht, doch, mein Engel, glaub den Schwätzern nicht. Betend lausch ich deines Herzens Schlag, fromm, wie es kein andrer wohl vermag.
Vertaald door Martin Remané
Sándor Petőfi (1 januari 1823 - 31 juli 1849)
Schilderij van Mihály Munkácsy
Zie voor onderstaande schrijver ook mijn blog van 1 januari 2009.
De Duitse dichteres en schrijfster Anne Duden werd geboren op 1 januari 1942 in Oldenburg.
01-01-2010 om 12:17
geschreven door Romenu
|