De Nederlandse dichter, schrijver en criticus Charles Edgar (Eddy) du Perron werd geboren op 2 november 1899 in Jatinegara (West Java). Zie ook mijn blog van 2 november 2006 en ook mijn blog van 2 november 2007 en ook mijn blog van 2 november 2008.
Somewhere
Misschien zijn wij nu vrienden, en misschien
zal morgen reeds alles vergeten zijn? -
wat goedheid van je: meer dan ik verdien,
een koele bries, een korte medicijn.
Ik zal weer zijn dezelfde die ik was
vóór ik je kende, en toch, in dit moment,
wil ik geloven dat dit smal terras
de Wereld is, en zelfs der Wereld end.
Laat heden hierin alles zijn vervat,
dat ik je vriend heet en jij mijn vriendin:
de lucht is grijs - geef het de purpren zin
die zoiets vroeger in Italië had!
Wij zijn vereend maar even wijs en weten:
een woord weegt lichter dan een duiveveer -
als 'k liefde zei, zou ik kunnen vergeten
dat je me zei: O, liefde komt één keer ....?
Wees niet bezorgd voor deze bijna-liefde;
zij gaat voorbij: als alles wat ons griefde -
geneest of sterft, na meer of minder strijd.
'k Zeg liefde toch. 't Is niet als de andre keren;
ook niet als de Ene! - dit is geen verwijt.
Het uur is vol van al wat kan verkeren,
de lucht is vaal en pijnlijk uitgespreid:
ik speel het woord dat eertijds harten kliefde
in vriendschap uit tegen je ledigheid.
De Bierpiraat
Hij dreef op alle bieren en ging prat
dat drank hem nooit een beentje had gelicht,
en overdreef niet: meer dan ieder vat
kon hij bevatten; 't was zijn overwicht.
Enorm daarbij: een stier, met een gezicht
zo overdreven opgeblazen, dat
men met plezier erin gespogen had,
indien men spugen kon met de ogen dicht.
Ik heb mij vaak aan hem gesterkt. Die man
schonk mensenkennis uit dezelfde kan:
zijn anekdoten waren psychologies.
Hij zag van iedereen de platte kant;
ik gloeide in zijn schaduw: mijn verstand
bevond hem bol, maar tot de slokdarm logies.
E. du Perron (2 november 1899 14 mei 1940)
Du Perron (r) met André Malraux (l)
De Griekse dichter Odysseas Elytis (pseudoniem voor Odysseas Alepoudhelis) werd op 2 november 1911 te Iraklion op Kreta geboren. Zie ook mijn blog van 2 november 2006 en ook mijn blog van 2 november 2007 en ook mijn blog van 2 november 2008.
Het Lichaam van de zomer
De tijd is lang voorbij, sinds het ophield met regenen op de mieren en de hagedissen; nu brandt de eindeloze hemel en verven de vruchten hun lippen rood. De aarde opent traag haar poriën en bij het water, dat stamelend druppelt staart een enorme plant de zon recht in de ogen. Wie ligt daar achterover op het zand, het zilver der olijfblaren berokend ? In zijn oren warmen zich de krekels, de mieren werken op zijn borst, in het groen van zijn oksel kruipen de hagedissen en tussen de tenen van zijn voet speelt de golf die een kleine zingende Sirene zond.
Dit is haar lied: o, naakte lichaam van de zomer. Uitgevreten en verbrand door zout en olie van olijven. O lichaam van rots en huiver van het hart, machtige bries door de haren van de treurwilg, en geur van bazielkruid op de getaande jongeling, bedekt met schelpjes en sparrenaalden. O lichaam van de dag, drijvend in de diepte! Traag komen de regens nader, de felle hagelstormen, de droogten gaan voorbij, door de kille nagels van de sneeuw bekrast. Hij slaat als een bezetene de verten blauw. De heuvels zinken weg in de zware uiers van de wolken. Maar achter dat alles glimlach jij weer zorgeloos en vind je weer de onvergankelijke tijd, zoals de zon jou weervindt op het zand, zoals ook de hemel jou weervindt in jouw groene naaktheid.
Vertaald door Henri Thijs
They came
dressed up as friends, came countless times, my enemies, trampling the primeval soil. And the soil never blended with their heel. They brought The Wise One, the Founder, and the Geometer, Bibles of letters and numbers, every kind of Submission and Power, to sway over the primeval light. And the light never blended with their roof. Not even a bee was fooled into beginning the golden game, not even a Zephyr into swelling the white aprons. On the peaks, in the valleys, in the ports they raised and founded mighty towers and villas, floating timbers and other vessels; and the Laws decreeing the pursuit of profit they applied to the primeval measure. And the measure never blended with their thinking. Not even a footprint of a god left a man on their soul, not even a fairys glance tried to rob them of their speech. They came dressed up as friends, came countless times, my enemies, bearing the primeval gifts. And their gifts were nothing else but iron and fire only. To the open expecting fingers only weapons and iron and fire. Only weapons and iron and fire.
Vertaald door Edmund Keeley en George Savidis
Odysseas Elytis (2 november 1911 18 maart 1996)
Tijdens de uitreiking van de Nobelprijs in 1979
De Oostenrijkse schrijver Leo Perutz werd geboren op 2 november 1882 in Praag. Zie ook mijn blog van 2 november 2006 en ook mijn blog van 2 november 2008.
Uit: Die dritte Kugel
Mich fröstelts, und das Feuer ist am Erlöschen. Der Herbstwind bläht mir den Mantel auf, daß die geflickten Löcher nach allen Seiten starren wie die Teufelsfratzen. Der Regen schlägt einen Trommelwirbel um mich her und dröhnt und prasselt, als wär die Welt mit Kalbfell überzogen. Eine
Nacht, dazu geschaffen, sich am Lagerfeuer zu erwärmen und im Kreise grauhaariger Kriegsgefährten bestandner Abenteuer zu gedenken. Aber ach, heute steht mir der Sinn wahrlich nicht danach, denn in fünfzehn währenden Stunden bin ich vom Rücken meines lahmen Gauls nicht zur Erd gekommen. Den sächsischen Kurfürsten, den großen Papstfeind und Lutheraner, der die Einung der evangelischen Fürsten gegen den Kaiser zustand gebracht und auch die Böhmen zu einem Aufruhr angestiftet hat, den haben wir gefangen und hieher in des Kaisers Feldlager geführt, daß er morgen einen Fußfall tun muß vor dem Carolus Quint und ihn demütig seinen allergnädigsten Kaiser nennen.
Jetzt führen sie seine Kanzler und Ratsherren in Fesseln vorbei. Der alte Mann ist auch dabei, den ich bei Mühlberg mit dem Säbel über den Kopf geschlagen hab. Er trägt eine blutige Binde um die Stirn, läßt den Kopf hängen, ist fast traurig und verzagt, weiß es wohl, daß er ihn nicht lange mehr zwischen den Schultern wird tragen dürfen. Ja, Brüder, jetzt seid ihr fast verzagt, aber wer hieß euch dem Kaiser aus Ingolstadt solch einen trotzigen Absagebrief schreiben? »Wir geben dem Karl, der sich den fünften römischen Kaiser nennt, kund und zu wissen, daß er pflichtvergessen gegen Gott und an der Nation eidbrüchig gehandelt hat.« Ja, jetzt wird euch der Kaiser schon die rechte Antwort geben. Wer
riet euch, ihr armen Schelme, die Finger in solch einen Handel zu stecken? Seht mich an, Brüder! Ich bin auch lutherisch. Reit dennoch mit des Kaisers Haufen, schlag zu, stech und schieß, wen er mich stechen und schießen heißt, es gilt mir gleich. Treib nicht viel Lärmens mit meinem Glauben, halt Frieden mit allen schwarzen Kutten, grüß eine jede von den spanischen Gecksnasen zuerst, die jetzt allenthalben durchs Lager stolzieren und sich an des Kaisers Seite blähen in ihrer Narrenlivrei. Ihr aber, liebe Brüder, habt alleweil euren Glauben stolz im Mund geführt wie ein Feldgeschrei, dafür tragt ihr jetzt eure Köpfe dem Henker hin!
Leo Perutz (2 november 1882 25 augustus 1957)
De Albanese dichter en schrijver Bilal Xhaferri werd geboren op 2 november 1935 in Ninat bij Konispol. Zie ook mijn blog van 2 november 2008.
ALBANIA 1976
Small nation Little time Tiny ration Enormous shadow Great fear Great want
And throughout the land Shrieks and cries Like owls in the night
COME, SADNESS
Come, sadness
Come slowly Like leaves drifting from branches
Come slowly Like rain dripping from leaves
Come, sadness
Come like nearing thunder in the night Come like the thumping of an anguished heart
Come, sadness
O you my beloved who has never abandoned me My only shelter Hope And dream
Come, sadness
Sadness, come.
Bilal Xhaferri (2 november 1935 14 oktober 1986)
02-11-2009 om 00:00
geschreven door Romenu
|