Bill Bryson (Des Moines, 8 december 1951)
De Amerikaanse schrijver Bill Bryson werd geboren in Des Moines (Iowa) op 8 december 1951. Hij is vooral bekend van reisboeken alsmede boeken over Engelse taal en wetenschappelijke onderwerpen. Bryson studeerde aan Drake University maar verliet deze voortijdig tijdens een vakantie in Engeland in 1973. Vervolgens werkte hij enige tijd in een psychiatrisch ziekenhuis in Engeland alwaar hij zijn vrouw ontmoette, een verpleegkundige. Na hun huwelijk vertrokken zij naar de Verenigde Staten zodat Bryson zijn opleiding kon voltooien. In 1977 vestigden zij zich in Engeland, waar ze tot 1995 bleven wonen in North Yorkshire. Van 1995 tot 2003 woonde Bryson met zijn 4 kinderen in Hanover, New Hampshire. In 2003 verhuisden hij en zijn familie weer terug naar Engeland. Bryson werkte voornamelijk als journalist en werd later chief copy editor van de business section van The Times. Later stapte hij over naar The Independent. In 1987 stopte hij met zijn werk in de journalistiek. Zijn boek over Engeland, Een klein eiland, werd in 2003 door Britse lezers geroemd als boek dat de staat en identiteit van het Verenigd Koninkrijk het beste weergeeft. Ook over de VS en Australië heeft Bryson vergelijkbare boeken geschreven (respectievelijk Het verloren continent en Tegenvoeters). In 2004 won Bryson de prestigieuze Aventis Prize voor het beste populair-wetenschappelijke boek voor zijn Een kleine geschiedenis van bijna alles. Het boek werd een bestseller en Bryson deed iedere middelbare school in Engeland een exemplaar van het boek cadeau. In 2005 kreeg hij voor dit boek de Descartesprijs voor wetenschapscommunicatie van de Europese Unie. In 2006 verscheen een boek van zijn hand over zijn jeugd in Des Moines in de jaren vijftig (The life and times of the thunderbolt kid).
Uit: A Short History of Nearly Everything
MATTER HOW hard you try you will never be able to grasp just how tiny, how spatially unassuming, is a proton. It is just way too small.
A proton is an infinitesimal part of an atom, which is itself of course an insubstantial thing. Protons are so small that a little dib of ink like the dot on this i can hold something in the region of 500,000,000,000 of them, rather more than the number of seconds contained in half a million years. So protons are exceedingly microscopic, to say the very least.
Now imagine if you can (and of course you can't) shrinking one of those protons down to a billionth of its normal size into a space so small that it would make a proton look enormous. Now pack into that tiny, tiny space about an ounce of matter. Excellent. You are ready to start a universe.
I'm assuming of course that you wish to build an inflationary universe. If you'd prefer instead to build a more old-fashioned, standard Big Bang universe, you'll need additional materials. In fact, you will need to gather up everything there is--every last mote and particle of matter between here and the edge of creation--and squeeze it into a spot so infinitesimally compact that it has no dimensions at all. It is known as a singularity.
In either case, get ready for a really big bang. Naturally, you will wish to retire to a safe place to observe the spectacle. Unfortunately, there is nowhere to retire to because outside the singularity there is no where. When the universe begins to expand, it won't be spreading out to fill a larger emptiness. The only space that exists is the space it creates as it goes.
It is natural but wrong to visualize the singularity as a kind of pregnant dot hanging in a dark, boundless void. But there is no space, no darkness. The singularity has no "around" around it. There is no space for it to occupy, no place for it to be. We can't even ask how long it has been there--whether it has just lately popped into being, like a good idea, or whether it has been there forever, quietly awaiting the right moment. Time doesn't exist. There is no past for it to emerge from.
De Romeinse dichter en schrijver Quintus Horatius Flaccus werd geboren op 8 december 65 v. Chr. Zie ook mijn blog van 8 december 2006.
Ode (III)XXX.
Daar staat mijn monument en tart het duurzaam brons, de koninklijke rust der hooge pyramiden, veilig voor regenvlaag en bulderenden storm, voor eindelooze reeks van snelgewiekte jaren. Nu leeft iets van mij voort, dat nimmer sterven zal. Het koele graf ten spijt zal jonge roem mij bloeien, zoolang een bedevaart opgaat ten Capitool.
Daar, waar de Aufidus bruist langs de dorre velden, waar Daunus koning was in overouden tijd, daar, zal men zeggen, werd in needrigheid geboren, wie, machtig opgegroeid, het Oud-Aeolisch lied in Italiaansche taal het eerst heeft nagezongen.
Muze, aanvaard een trots, waarvoor geworsteld is, en kroon uw trouwen knecht met onverwelkbren krans!
Vertaald door Dr. A. Rutgers van der Loeff.
Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 8 december 2006.
De Franse theaterauteur Georges Feydeau werd geboren op 8 december 1862 in Parijs.
De Noorse schrijver, journalist en politicus Bjørnstjerne Bjørnson werd geboren op 8 december 1832 in Kvikne bij Tynset.
De Amerikaanse schrijver James Thurber werd geboren op 8 december 1894 in Columbus, Ohio.
De Oostenrijkse schrijver Jura Soyfer werd op 8 december 1912 in Charkov, Oekraïne, geboren.
08-12-2007 om 18:51
geschreven door Romenu
|