De Amerikaanse schrijver Nick McDonell werd geboren op 18 februari 1984 in New York. Hij stamt uit de rijke, blanke Upper East Side van Manhattan. McDonell schreef een roman over zijn rijke, blanke, verveelde leeftijdsgenoten, Twelve. Lang voordat het boek in 2002 uitkwam, begonnen er in tijdschriften als de New Yorker artikelen te verschijnen over McDonell en zijn achtergrond. Vader werkte voor Rolling Stone en Esquire, moeder schrijft romans en filmscenario's, en onder de huisvrienden bevinden zich Hunter S. Thompson, Jay McInerney, P.J. O'Rourke, Joan Didion en andere schrijvers, die niet te beroerd waren om Nicks boek te voorzien van aanbevelingen. In 2005 verscheen zijn tweede roman The Third Brother.
Uit: Twelve
White Mike is thin and pale like smoke.
White Mike wears jeans and a hooded sweatshirt and a dark blue Brooks Brothers overcoat that hangs long on him. His blond hair, nearly white, is cropped tight around his head. White Mike is clean. White Mike has never smoked a cigarette in his life. Never had a drink, never sucked down a doobie. But White Mike has become a very good drug dealer, even though it started out as a one-shot deal with his cousin Charlie.
White Mike was a good student, but hes been out of school for six months, and though some people might wonder what hes doing, no one seems to care very much that hes taking a year off before college. Maybe more than a year. White Mike saw that movie American Beauty about a kid who is a drug dealer and buys expensive video equipment with the money he makes. The kid says that sometimes there is so much beauty in the world that sometimes you just cant take it. Fuck that, thinks White Mike.
White Mike is not looking at beauty. He is looking at the Upper East Side of Manhattan. It is two days after Christmas and all the kids are home from boarding school and everyone has money to blow. So White Mike is busy with a pickup in Harlem and then ounces and fifties and dimes and loud music and packed open houses and more rounds and kids from Hotchkiss and Andover and St. Pauls and Deerfield all looking to get high and tell stories about how it is to kids from Dalton and Collegiate and Chapin and Riverdale, who have stories, of their own. All the same stories, really.
Nick McDonell (New York, 18 februari 1984)
De Vlaamse dichter en schrijver Gaston Burssens werd geboren in Dendermonde op 18 februari 1896. Zie ook mijn blog van 18 februari 2008.
De drie gezellen
In het loof van jasmijnestruikjes zit ik bij de wijn. Vrienden laat nu t goede uur opduiken! Daar buigt zich de maan met gouden schijn in de klare sloot, en hoffelik buig ik me met haar en mn schaduw met sierlik gebaar buigt zich als derde bondgenoot.
De maan wil ik drinken, laat het zo blijven. Schaduw, laat ons klinken! Maar het arme kind ontvangt geen drop. Ons beider dorst wil ik samerijven en voor drie drinken en lachen zolang geen dorre takken de grond slaan en mn kop.
Zie de maan: ze lacht om mn gezangen. Zie mn schaduw: ze danst en springt als was ze alleen in verlangen. Als zich de nevel van de roes in mn hersens dringt zorg dan in roes met mij te zijn.
Tot weerziens alle drie, morgen avend in t bloesemloof bij de wijn.
Adieu
à Yvette
Adieu. Dit zijn de laatste noten
die ik gespeeld heb op mijn ribbenkast.
Een kast, waarvan ik in de laden
wat blanco vellen heb geborgen,
papieren voor de dorst.
Zij zullen met mij begraven worden,
mishandeld en mijn slaven worden
en adders aan mijn borst.
Maar goed. Vandaag ben ik nog krekel,
doch morgen ben ik mier,
die overmorgen al zijn hekel
¬ uit zijn reserves in de pekel
aan apropos, atoom en spirocheten
posthuum zal zetten op papier.
Adieu! Wie weet of ik niet zal beklijven
door t schrijven van een later lied,
of ik het schrijven zal of niet.
Zinloos of niet.
Levend of niet.
Gaston Burssens (18 februari 1896 29 januari 1965)
De Nederlandse dichter Bart FM Droog werd geboren in Emmen op 18 februari 1966. Zie ook mijn blog van 18 februari 2008.
IJsselgetijden
Aan boord van het motorpersoonschip Organza laven we ons aan uiterwaarden en zicht op gevogelte zo nemen we waar de eend, de aalscholver, de gans de meeuw, de zwaan en al wat verder vliegt
over het groene land dat aan dit water grenst ach, hoe leeg de rivier, hoe ijdel ons vermaak glijdend over de IJssel van Deventer naar Zutphen en in Zutphen weer terug, het heen en weer
is aan pontschippers en ons want ook al wat vliegt en zwemt, de baars, de snoek de voorn, de karper en de gespekte tjiftjaf lomen zich in en op en boven de wateren voort
Stemmen
Stemmen deed ze nooit ze hoorde stemmen in haar hoofd
stemmen die haar ontstemden kiezen deed ze nooit
ze had kiezen in haar kop kiezen die knarsten en kraakten
nee, waarom zou ze zich inlaten met het leven
met al die zaken in haar brein? de boeken gingen branden
panden werden leeg gesleurd en zij zat daar te staren
zich nog minder dan bewust.
Bart FM Droog (Emmen, 18 februari 1966)
De Nederlandse dichter,vertaler en schilder Huub Beurskens is geboren in Tegelen op 18 februari 1950. Zie ook mijn blog van 18 februari 2007 en ook mijn blog van 18 februari 2008.
Etruskische sarcofaag
voor Hans Berghuis
Even bestaat de dood daar niet, althans
een huis is hij, alles konden we er bergen
en blijven, liggend, spijzend, converserend
met de glimlach van de liefste en haar zoen.
De dood had de tijd niet te verdrijven.
Hoe moet het zich geleefd hebben, bij levenden
lijve, fluitspelend, bloei van kruiden,
grazende kudden rondom Caere, toen!
Waarom dan dat meten, woelend in een lever,
en stenen naar een vogelvlucht gesmeten?
Quasarwikkers, DNA-auguren, verzekeringsmeneren
Geloof de dichters, elk zijn zij de dioscuren,
hun behuizing is de drempel van allebei de sferen,
daar stoken zij zich de dood tot levensvatbare figuren.
Huub Beurskens (Tegelen, 18 februari 1950)
De Afro-Amerikaans schrijfster Toni Morrison werd geboren op 18 februari 1931 in Lorain, Ohio. Zie ook mijn blog van 18 februari 2007.
Uit: Love
The day she walked the streets of Silk, a chafing wind kept the temperature low and the sun was helpless to move outdoor thermometers more than a few degrees above freezing. Tiles of ice had formed at the shoreline and, inland, the thrown-together houses on Monarch Street whined like puppies. Ice slick gleamed, then disappeared in the early evening shadow, causing the sidewalks she marched along to undermine even an agile tread, let alone one with a faint limp. She should have bent her head and closed her eyes to slits in that weather, but being a stranger, she stared wide-eyed at each house, searching for the address that matched the one in the advertisement: One Monarch Street. Finally she turned into a driveway where Sandler Gibbons stood in his garage door ripping the seam from a sack of Ice-Off. He remembers the crack of her heels on concrete as she approached; the angle of her hip as she stood there, the melon sun behind her, the garage light in her face. He remembers the pleasure of her voice when she asked for directions to the house of women he has known all his life.
"You sure?" he asked when she told him the address.
She took a square of paper from a jacket pocket, held it with ungloved fingers while she checked, then nodded.
Sandler Gibbons scanned her legs and reckoned her knees and thighs were stinging from the cold her tiny skirt exposed them to. Then he marveled at the height of her bootheels, the cut of her short leather jacket. At first he'd thought she wore a hat, something big and fluffy to keep her ears and neck warm. Then he realized that it was hair-blown forward by the wind, distracting him from her face. She looked to him like a sweet child, fine-boned, gently raised but lost.
Toni Morrison (Lorain, 18 februari 1931)
De Griekse schrijver Níkos Kazantzákis werd geboren in Heraklion op 18 februari 1883. Zie ook mijn blog van 18 februari 2007.
Uit: Zorba the Greek
My dear friend, "I am writing to you from a lonely shore in Crete where destiny and I have agreed I should stay several months to play - to play at being a capatlist. If my game succeeds, I shall say it was not a game, but that I had made a great resolution and changed my mode of life. "You remember how, when you left, you called me a bookworm. That so vexed me I decided to abandon my scribbling on paper for a time - or for ever? - and to throw myself into a life of action. I rented a hillside containing lignite; I engaged wormen and took picks and shovels, acetylene lamps, baskets, trucks. I opened up galleries and went into them. Just like that, to annoy you. And by dint of digging and making passages in the earth, the bookworm has become a mole. I hope you approve of the metamorphosis. "My joys here are great, because they are very simple and spring from the everlasting elements: the pure air, the sun, the sea and the wheaten loaf. In the evening an extraordinary Sindbad-the-Sailor squats before me, Turkish fashion, and speaks. He speaks and the world grows bigger. Occasionally, when words no longer suffice , he leaps up and dances. And when dancing no longer suffices he places his santuri on his knee and plays. "Sometimes he plays a savage air and you feel you are choking because you realise all at once that your life is colourless, miserable and unworthy of man. Sometimes he plays a dolorous air and you feel your life passing, running away like sand between your fingers, and that there is no salvation. "My heart is going to and fro in my breast like a weaver's shuttle. It is weaving these few months which I am spending in Crete, and - God forgive me - I believe I am happy. "Confucius says: 'Many seek happiness higher than man; others beneath him. But happiness is the same height as man.' That is true. So there must be a happiness to suit every man's stature. Such is, my dear pupil and master, my happiness of the day. I anxiously measure it and measure it again, to see what my stature of the moment is. For, you know this very well, man's stature is not always the same. "How the soul of man is transformed according to the climate, the silence, the solitude, or the company in which it lives!
Níkos Kazantzákis (18 februari 1883 - 26 oktober 1957)
De Amerikaanse schrijfster Jean Marie Auel werd geboren op 18 februari 1936 in Chicago. Zie ook mijn blog van 18 februari 2007 en ook mijn blog van 18 februari 2008.
Uit: The Shelters of Stone
People were gathering on the limestone ledge, looking down at them warily. No one made a gesture of welcome, and some held spears in positions of readiness if not actual threat. The young woman could almost feel their edgy fear. She watched from the bottom of the path as more people crowded together on the ledge, staring down, many more than she thought there would be. She had seen that reluctance to greet them from other people they had met on their Journey. It's not just them, she told herself, it's always that way in the beginning. But she felt uneasy.
The tall man jumped down from the back of the young stallion. He was neither reluctant nor uneasy, but he hesitated for a moment, holding the stallion's halter rope. He turned around and noticed that she was hanging back. "Ayla, will you hold Racer's rope? He seems nervous," he said, then looked up at the ledge. "I guess they do, too."
Jean M. Auel (Chicago, 18 februari 1936)
18-02-2009 om 00:00
geschreven door Romenu
|