De Australische dichter en journalist C. J. Dennis werd geboren op 7 september 1876 in Auburn, Zuid-Australië, als eerste van drie zonen van de in Ierland geboren ouders James Dennis en zijn tweede vrouw Katherine “Kate” Frances. Beiden waren in de jaren 1860 naar Australië geëmigreerd. Zijn vader pachtte hotels in Auburn en later in Watervale, Gladstone en Laura. Zijn moeder had een slechte gezondheid, dus Clarrie (zoals hij genoemd werd) werd aanvankelijk opgevoed door zijn oudooms en bezocht het Christian Brothers College in Adelaide. Dennis verliet de school op 17-jarige leeftijd en werkte als junior klerk voor een vee- en stationsagent en een inkoopfirma van wol in Adelaide. Op 19-jarige leeftijd werd hij aangenomen als klerk bij een notaris. Terwijl hij in deze functie werkzaam was, werd zijn eerste gedicht gepubliceerd onder het pseudoniem “The Best of the Six”. Later publiceerde hij onder zijn eigen naam in The Worker, en als “Den”, en in The Bulletin. Zijn verzamelde gedichten werden uitgegeven door Angus & Robertson. Zijn bekendste werk is de roman in versvorm “The Songs of a Sentimental Bloke” uitgegeven in 1915. In 1897 trad hij toe tot de literaire staf van The Critic en na een periode van klusjes in en rond Broken Hill keerde hij terug naar The Critic, waar hij rond 1904 een tijdje redacteur was. Hij werd opgevolgd door Conrad Eitel. In 1906 was hij medeoprichter en redacteur van The Gadfly, een literair tijdschrift; het stopte in 1909 met verschijnen. Dennis zelf verliet The Gadfly en Adelaide in november 1907 voor Melbourne. In 1908 kampeerde hij met de kunstenaar Hal Waugh in Toolangi, ten noordoosten van Melbourne, nabij Healesville. Toolangi was zijn thuis voor het grootste deel van de rest van zijn leven. C. J. Dennis trouwde in 1917 met Margaret Herron. Zij publiceerde twee romans en een biografie van Dennis, getiteld “Down the Years”. Vanaf 1922 was hij stafdichter bij de Melbourne Herald. Dennis overleed in 1938 aan hart- en longfalen. Hij wordt o.a. herdacht met een plaquette op Circular Quay in Sydney, die deel uitmaakt van de serie ‘New South Wales Ministry for the Arts – Writers Walk’, en met een borstbeeld voor het stadhuis van Laura. In Auburn, zijn geboorteplaats in Zuid-Australië, werden in 1953 ter ere van hem een drinkfontein en een vogelbad onthuld. In 1976 produceerde en zond ABC The Life and Times of C. J. Dennis uit, ter gelegenheid van Dennis’ 100e geboortejaar.
A Blind Man in the Street
“He’s blind,” we say. Then turn aside
Upon our way, again to view
Familiar things – some prospect wide,
Some olden scene for ever new.
Heedless we pass along, and soon
The groping figure’s out of mind,
Lost in the sunlit afternoon.
“Poor chap, he’s blind.”
Slowly he taps along the street,
Pitch black beneath our smiling skies:
While ours the boon again to greet
New scenes with ever thoughtless eyes.
Thoughtless indeed if, passing, we
Grudge thanks for this most precious sense.
He asks of us – not sympathy –
But recompence.
‘Fathercraft’
Well (said the small, meek man) we look for change
In this sad world, for these are stirring days;
And men pin hopes to methods new and strange
And see lost happiness thro’ altered ways.
And I, who many a bitter cup have quaffed,
Hailed with delight this cult of Fathercraft.
But (said the small, meek man) I’ve scanned the rules
And studied well all that this author says,
Oh, I have pinned such faith to modern schools,
Hoping one day to see a great light blaze.
And now, it seems, I’m rather at a loss;
For all I glean is that the wife should be boss.
If (said the small, meek man) yielding one’s pay,
Yielding one’s will, seems new to Fathercraft,
And letting woman have her own sweet way;
Then (said the small, meek man) the author’s daft!
I had such hopes! But, far as I can see,
Things go on in the same old way. Ah, me!
C. J. Dennis (7 september 1876 – 22 juni 1938)