De Zuidafrikaanse dichteres Elisabeth Eybers werd geboren op 16 februari 1915 in Klerksdorp, Zie ook mijn blog van 16 februari 2007 en mijn blog van 4 december 2007 en ook mijn blog van 16 februari 2008.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Sisteem
Sy 't haar gebalde buik die afgrond toevertrou en kan nie terugkatrol maar moet al sneller sak al radeloser tol tot waar die besemstruik in oker skuim oopvou.
Met lig wat sy ontlas ryg sy die blare vas en koppel tak aan tak. Sy span vanaf die spil tien speke in 'n straal en trek haar dun patroon - die silwer dekagoon1 - in spreiende spiraal tot alles snaarstyf tril.
Sy strik die laatste knoop en krimp bedees opsy, geledig deur die vlyt.
Kyk - op haar rug die kruis van barmhartigheid wat elke argwaan stil.
maar as die raamwerk ril sal sy elektries gly - 'n aarsellose oop agtvingerige vuis.
Ontheemde
Hier, in die vreemde, en sonder 'n masker aan...
Die mense is hier nie minsamer as daar, gewis
nie toleranter. Wat of wie
hou jou hier vas? Dáár was die lewe beter
en niks belet jou om weer terug te gaan.
Jy antwoord selfbewus:
argwaan en haat is te verdra
tussen gelykgeregtigdes wat nie
verordenend mekaar verneder,
menswees met rubbertjap betwis.
Hoekom huiwer ek om te vra:
my broer, my natuurgenoot,
word ons kinders terreurloos groot ?
- En die onbetaalde gelag van die verlede ?
Akkoord
Jy, heelmaker, opspoorder van verband,
ontleder, agtervolger, agonis,
daag my tot tweespraak, kwalik aangeland
waar sinsbou, klemtoon, ritme anders is.
Ek, wankelaar, my ou houvas verloor,
smekend om redding en maar half bereid
tot nuwe onderhandeling, gee my oor
met klein kramptrekkings van terugwilligheid.
Hoe kan ek, wat voor elke windstoot swig,
jou digtheid balanseer, 'n slypsteen wees,
spitskorrelige weerstand vir jou gees?
Tog: as die dors ons dryf om, end in sig,
toevlug te neem tot die begin, word woord
weer vlees, ontvonk uit friksie oerakkoord.
Elisabeth Eybers (16 februari 1915 1 december 2007)
De Nederlandse schrijver en dichter Ingmar Heytze werd geboren op 16 februari 1970 in Utrecht. Zie ook mijn blog van 16 februari 2007 en ook mijn blog van 16 februari 2008.
Vos onder ijs
Deze winter, bij het schaatsen: vos onder ijs. Twee dode ogen keken op
alsof hij zo omhoog zou springen met open bek als het plotseling zomer werd.
Ik vlucht voor honderd boeren. Water breekt. Ik zwem mij langzaam dood.
Er is geen hoop, geen ademnood voor het langst. Ik voel niet eens meer angst.
Mijn laatste woorden zijn gedacht: ik kan niet meer en spreken gaat niet hier. Het is eenzaam. Aan deze kant. Van het papier. Het is zo eenzaam hier
Overdrijver
Hij doet en is van alles te veel hij kijkt je veel te eerlijk aan te lang vooral, hij geeft van die hardhandige handen ook lacht hij te hoog.
En toen hij verliefd werd sloop hij naar haar venster en gooide voorzichtig een baksteen door het raam.
Ingmar Heytze (Utrecht, 16 februari 1970)
De Schotse schrijver Iain Menzies Banks werd geboren op 16 februari 1954 in Dunfermline, Schotland. Onder de naam Iain Banks schrijft hij literaire romans, als Iain M. Banks schrijft hij sciencefiction. Banks studeerde Engels en filosofie aan de Universiteit van Stirling.
Al op 14-jarige leeftijd besloot Banks schrijver te worden en twee jaar later schreef hij zijn eerste novelle. Na zijn studie werkte hij als portier in een ziekenhuis en als tuinman en technicus bij British Steel. Deze beroepen verschaften hem de tijd om zijn schrijversambities te verwezenlijken. In 1984 schreef hij in Londen zijn eerste roman, The Wasp Factory, waarmee hij in één klap wereldberoemd werd. Zoals bij zijn vriend Ken MacLeod (ook een Schotse schrijver van technische en sociale sciencefiction) blijkt in zijn werken een politiek linkse geëngageerdheid. In 2004 was Banks een prominent lid van een groep links-georiënteerde Britse politici en mediapersoonlijkheden die campagne voerde om premier Tony Blair af te zetten na de invasie van Irak in 2003.
Uit: The Wasp Factory
I had been making the rounds of the Sacrifice Poles the day we heard my brother had escaped. I already knew something was going to happen; the Factory told me.
At the north end of the island, near the tumbled remains of the slip where the handle of the rusty winch still creaks in an easterly wind, I had two Poles on the far face of the last dune. One of the Poles held a rat head with two dragonflies, the other a seagull and two mice. I was just sticking one of the mouse heads back on when the birds went up into the evening air, kaw-calling and screaming, wheeling over the path through the dunes where it went near their nests. I made sure the head was secure, then clambered to the top of the dune to watch with my binoculars.
Diggs, the policeman from the town, was coming down the path on his bike, pedalling hard, his head down as the wheels sank part way into the sandy surface. He got off the bike at the bridge and left it propped against the suspension cables, then walked to the middle of the swaying bridge, where the gate is. I could see him press the button on the phone. He stood for a while, looking round about at the quiet dunes and the settling birds. He didn't see me, because I was too well hidden. Then my father must have answered the buzzer in the house, because Diggs stooped slightly and talked into the grille beside the button, and then pushed the gate open and walked over the bridge, on to the island and down the path towards the house. When he disappeared behind the dunes I sat for a while, scratching my crotch as the wind played with my hair and the birds returned to their nests.
Iain Banks (Dunfermline, 16 februari 1954)
De Amerikaanse schrijver Richard Ford werd geboren op 16 februari 1944 in Jackson, Missisippi. Zie ook mijn blog van 16 februari 2007 en ook mijn blog van 16 februari 2008.
Uit: Vintage Ford
My mother once had a boyfriend named Glen Baxter. This was in 1961. We-my mother and I-were living in the little house my father had left her up the Sun River, near Victory, Montana, west of Great Falls. My mother was thirty-two at the time. I was sixteen. Glen Baxter was somewhere in the middle, between us, though I cannot be exact about it.
We were living then off the proceeds of my father's life insurance policies, with my mother doing some part-time waitressing work up in Great Falls and going to the bars in the evenings, which I know is where she met Glen Baxter. Sometimes he would come back with her and stay in her room at night, or she would call up from town and explain that she was staying with him in his little place on Lewis Street by the GN yards. She gave me his number every time, but I never called it. I think she probably thought that what she was doing was terrible, but simply couldn't help herself. I thought it was all right, though. Regular life it seemed, and still does. She was young, and I knew that even then.
Glen Baxter was a Communist and liked hunting, which he talked about a lot. Pheasants. Ducks. Deer. He killed all of them, he said. He had been to Vietnam as far back as then, and when he was in our house he often talked about shooting the animals over there-monkeys and beautiful parrots-using military guns just for sport. We did not know what Vietnam was then, and Glen, when he talked about that, referred to it only as "the Far East." I think now he must've been in the CIA and been disillusioned by something he saw or found out about and been thrown out, but that kind of thing did not matter to us.
Richard Ford (Jackson, 16 februari 1944)
De Duitse schrijfster Iris Kammerer werd geboren op 16 februari 1963 in Krefeld. Zie ook mijn blog van 16 februari 2007 en ook mijn blog van 16 februari 2008.
Uit: Varus
Je weiter man sich entfernt von den inneren Regionen des Erdkreises rings um Unser Meer und in die äußeren Gebiete vordringt, wo der Oceanus in schier unendlichem Wellenring die Lande umschließt, umso wilder werden die Menschen und Tiere, die dort leben. Titus Annius ließ missmutig den Blick über den vielköpfigen Volkshaufen schweifen, atmete den fremdartigen Geruch. Die Leute drängten sich auf dem Gerichtsplatz, ihre kehligen Stimmen rauschten wie Brandung. Wenn Annius die Augen schloss, beschenkte ihn sein Gedächtnis mit der Erinnerung an den salzigen Duft des Hafens seiner Heimatstadt Tarraco. Er sehnte sich nach den Gestaden des Meeres, das im Herzen des Erdkreises lag, fern von diesem unwirtlichen Land unweit des Randes der Welt. Ein spöttischer Ruf schallte über den Platz, der von einem zornigen Blaffen beantwortet wurde. Immer mehr Stimmen brüllten. Die Menge wogte. Annius reckte den Hals, um Ausschau zu halten, sah dennoch nichts als helle und braune Schöpfe, dazwischen die bunten Kopftücher der Weiber. Ein Blick auf den Stand der Sonne über den Hügeln im Osten verriet ihm, dass gleich der Statthalter erscheinen würde, um Recht zu sprechen.
Iris Kammerer (Krefeld, 16 februari 1963)
De Nederlandse schrijfster Annie van Gansewinkel werd geboren in Weert op 16 februari 1954. Zie ook mijn blog van 16 februari 2007 en ook mijn blog van 16 februari 2008.
Uit: Deadline
Laat ze eindelijk eens opschieten. Jess heeft het aantal plafondplaten al gecheckt en gedubbelcheckt en probeert het aantal nu te vermenigvuldigen met dat van de vreemde noppen op het kruisvlak van de platen. De rekensom is gelukkig gecompliceerd doordat op sommige plaatsen de nop ontbreekt. Na deze uitgebreide rekenexercitie op het plafond probeert Jess een blik met de boodschap 'Afkappen!' te zenden naar Mariet die het overleg over de weekendbijlage leidt. Leiden is overigens een te groot woord voor het vrij baan geven aan een eindeloze stoet stokpaarden die voorbij galoppeert. Zojuist heeft Freek het zijne beklommen en zijn stap is rap overgegaan in draf. 'Ik vind dat we echt niet meer kunnen wachten met een uitgebreide reportage over de permanente bewoning van vakantiehuizen in onze regio. Zelf dacht ik aan een serie van drie paginagrote verhalen.' Die hoge inzet levert hem dan uiteindelijk op zijn minst een hele pagina op. Door het open raam zwelt het geluid aan van een sirene, daarna van meer sirenes. Hun samenspel klinkt vals. Zouden daar geen regels voor zijn? Mogelijk een aardig onderwerp voor 'Over de rand'.
Annie van Gansewinkel ( Weert, 16 februari 1954)
De Israëlische schrijver Aharon Appelfeld werd geboren op 16 februari 1932 in Sadhora in de Oekraïne. Toen hij acht jaar was werd zijn moeder door Roemeense antisemieten vermoord en werd hij zelf samen met zijn vader naar Transnistrië gedeporteerd. Het lukte hem te vluchten en zich verborgen te houden totdat hij zich in 1944 bij de Russische troepen kon aansluiten. In 1946 kwam hij in Palestina aan en studeerde aan de Hebreeuwse universiteit in Jeruzalem. Van 1975 tot 2001 was hij hoogleraar Hebreeuwse literatuur aan de Ben-Gurion universiteit. Aan het eind van de jaren vijftig verschenen zijn eerste verhalen. Internationaal brak hij door toen de Engelse vertaling verscheen van zijn roman Badenheim.
Uit: Blumen der Finsternis
Morgen sollte Hugo elf Jahre alt werden, und zu seinem Geburtstag würden Anna und Otto kommen. Die meisten von seinen Freunden waren schon in ferne Dörfer geschickt worden, und die wenigen, die geblieben waren, würde man wohl auch bald wegschicken. Die Anspannung im Ghetto war groß, aber niemand weinte. Die Kinder errieten insgeheim, was ihnen bevorstand. Die Eltern verbargen ihre Gefühle, um keine Angst zu verbreiten, aber die Türen und Fenster kannten keine Zurückhaltung, sie fielen laut ins Schloss oder wurden nervös zugestoßen. In allen Gassen herrschte Durchzug.
Vor einigen Tagen sollte auch Hugo in die Berge geschickt werden, aber der Bauer, der ihn holen sollte, kam nicht. Unterdessen rückte sein Geburtstag immer näher, und die Mutter beschloss, eine Feier auszurichten, damit er sich an sein Zuhause und seine Eltern erinnern würde. Wer weiß, was uns bevorsteht? Und wer weiß, wann wir uns wiedersehen werden? Das waren die Gedanken, die ihr durch den Kopf gingen.
Um Hugo eine Freude zu machen, kaufte sie Freunden, bei denen schon feststand, dass sie deportiert werden würden, drei Bücher von Jules Verne und einen Band Karl May ab. Wenn er in die Berge fahren würde, könnte er die Geschenke mitnehmen. Die Mutter wollte ihm noch ein Domino- und
ein Schachspiel mitgeben, außerdem das Buch, aus dem sie ihm jeden Abend vor dem Schlafengehen vorlas.
Hugo versprach immer wieder, in den Bergen zu lesen, Rechenaufgaben zu lösen und abends Briefe an seine Mutter zu schreiben. Sie hielt ihre Tränen zurück und bemühte sich, dass ihre Stimme ganz normal klang.
Aharon Appelfeld (Sadhora, 16 februari 1932)
De Oostenrijkse dichter en schrijver Alfred Kolleritsch werd geboren op 16 februari 1931 in Brunnsee, Südsteiermark. Hij studeerde aan de universiteit van Graz germanistiek, Engels, filosofie en geschiedenis. Daarna werkt hij o.a. als leraar en als docent filosofie. In 1960 richtte hij het literaire tijdschrift Manuskripte op, waarin vooral experimentele schrijvers een platform vonden. Schrijvers als Peter Handke, Ernst Jadl en Wolfgang Bauer hebben hun doorbraak aan hem te danken.
Du nahst, Wind schlägt dir entgegen, die Bäume fliegen, treue Boten mit Vogelgesang.
Zu deuten belebt sich die Zeit, das Ferne, Verschwommene glänzt. Ähnlichkeiten verheißen Glück, mäßigen das Unbestimmte.
Nimm den Seitenweg, er ist schmal. Es regt sich die Berührung. Das ausnahmslos Unsrige.
***
Mehr darf es nicht sein, es hängt von den Zeilen ab, die frei sind, der Platz ist ausgespart, es wird der Übung bedürfen ihn zu nutzen. Was gerade die Größe hat, muss sich nicht fügen.
Die Schrift bleibt gedrängt, vielleicht unleserlich, in der Vergrößerung verzerrt, oder es stürzt die Leere in nichts zusammen.
Alfred Kolleritsch (Brunnsee, 16 februari 1931)
Zie voor nog meer schrijvers van de 16e februari mijn vorige blog van vandaag.
|